Minder dan helft bestuurders voert aanbevolen maandelijkse bandenspanningscontrole uit 10% geeft aan de bandenspanning van hun voertuig eenmaal per week te controleren, 9% ten minste eenmaal per twee weken en 27% eenmaal per maand De meeste bestuurders controleren minder vaak dan aanbevolen: 25% eenmaal per kwartaal, 12% eens per zes maanden 7% geeft aan nog nooit de bandenspanning te hebben gecontroleerd Een lage bandenspanning kan het brandstofverbruik en het rijgedrag aanzienlijk verminderen 18% controleert nooit of de profieldiepte binnen de wettelijke grenzen valt Onderzoek in opdracht van Apollo Tyres, de producent van Vredestein-banden voor personenwagens 9 januari 2024 Volgens een nieuw onderzoek in opdracht van Apollo Tyres voeren de meeste automobilisten in Nederland de aanbevolen maandelijkse controle van de bandenspanning niet uit. Van de 1.000 ondervraagde automobilisten zegt slechts 10% wekelijks de bandenspanning te controleren, 9% zegt dat een keer per twee weken te doen en 27% een keer per maand.
Apollo Tyres, de producent van Vredestein-autobanden, adviseert bestuurders om de bandenspanning ten minste eenmaal per maand te controleren, maar de meesten controleren minder vaak: 25% zegt een keer per kwartaal te controleren, 12% een keer per zes maanden en 6% zegt de bandenspanning slechts eenmaal per jaar te controleren. 7% controleert nooit de bandenspanning.
Een te lage bandenspanning vermindert de stabiliteit van het voertuig, versnelt de bandslijtage en verhoogt het brandstofverbruik. Als de bandenspanning zeer laag is, kan de band oververhit raken, waardoor onherstelbare schade kan ontstaan. Een te hoge bandenspanning vermindert daarentegen het rijcomfort en de veiligheid, omdat het gedeelte van de band dat in contact staat met het wegdek kleiner is.
"De bandenspanning moet idealiter om de 14 dagen worden gecontroleerd, en minimaal een keer per maand en altijd voor een lange rit", adviseert Yves Pouliquen, Group Head of Sales & Marketing van Apollo Tyres. "Bestuurders moeten ook regelmatig de spanning van de reserveband controleren, zodat deze in geval van nood kan worden gebruikt. Let erop dat deze banden vaak met een hogere spanning moeten werken."
Apollo Tyres adviseert bestuurders om de bandenspanning alleen te controleren wanneer de banden koud zijn (ten minste twee uur na de meest recente rit) en de spanning in te stellen op het door de autofabrikant aanbevolen niveau.
"Als u de instructiehandleiding niet bij de hand hebt, kunt u de aanbevolen bandenspanningen doorgaans vinden op de B-stijl naast de bestuurder of aan de binnenkant van de tankvulklep", aldus Pouliquen. "Het is belangrijk om te weten dat de spanning voor en achter vaak verschilt, om rekening te houden met de vaste gewichtsverdeling van het voertuig en om een tijdelijke toename van het laadgewicht mogelijk te maken, bijvoorbeeld bij het vervoeren van meerdere passagiers of bagage."
Banden controleren op slijtage en beschadiging van het loopvlak Autofabrikanten en bandenproducenten raden eigenaren ook aan om regelmatig de profieldiepte te controleren voor maximale grip. In de enquête van Apollo Tyres geeft echter een aanzienlijk percentage van 18% aan nooit dergelijke controles uit te voeren. Van degenen die de profieldiepte controleren, zijn de meest genoemde frequenties eenmaal per maand (16%) en eenmaal per kwartaal (eveneens 16%).
Een grote meerderheid (80%) geeft aan dat ze de wang en het loopvlak van hun banden controleren op schade, hoewel de frequentie van deze controles aanzienlijk varieert. Maandelijkse controles zijn de meest voorkomende controles (19%), gevolgd door driemaandelijkse controles (16%). 13% zegt slechts één keer per jaar of minder op beschadiging van de wang en van het loopvlak te controleren, terwijl 20% van de deelnemers dergelijke controles nooit uitvoert.
Hoewel de wettelijk toegestane minimale profieldiepte in Europa 1,6 mm is, raadt Apollo Tyres automobilisten aan om banden te vervangen wanneer de profieldiepte onder 2 mm komt. De hoofdgroeven van het loopvlak van een band zijn voorzien van een Tread Wear Indicator (TWI; loopvlakslijtage-indicator). Wanneer het loopvlak tot aan deze indicatoren is afgesleten, heeft de band het minimale wettelijke niveau bereikt.
Omdat rekening moet worden gehouden met het weer, is de slijtagelimiet voor winterbanden op 4 mm vastgesteld. Winterbanden met een profieldiepte van minder dan 4 mm worden niet meer beschouwd als echte winterbanden en in sommige landen is die ondergrens wettelijk vastgelegd. Naast de slijtage-indicator hebben winterbanden een winterslijtage-indicator (WWI) met een hoogte van 4 mm die de effectieve limiet voor gebruik onder winterse omstandigheden aanduidt.
Pouliquen voegt hieraan toe: "Onze Vredestein-banden voor personenauto's worden onderworpen aan strenge testprocedures onder allerlei omstandigheden en scenario's, maar ze kunnen niet effectief werken bij bandenspanningen die buiten de aanbevolen niveaus liggen. Er is overduidelijk een gebrek aan inzicht bij automobilisten over welke controles moeten worden uitgevoerd en met welke regelmaat. Het is de taak van de gehele bandenbranche - fabrikanten, dealers en montagebedrijven - om klanten voortdurend extra begeleiding en ondersteuning te bieden."
|