- Laat je fiets niet voor de wintermaanden aan de kant staan. Bij goed weer maak er een paar ritten mee. Bewegen is tegenwoordig het slagwoord.
- Bewaar de batterij altijd op een plaats waar een temperatuur tussen de 1° en de 20° heerst, die bovendien nog goed droog is.
- Gebruik je de fiets niet tijdens de wintermaanden, laad de batterij minstens éénmaal per maand wat bij. Zowel een fietsbatterij als autobatterijen moeten regelmatig wat ontladen en bijgeladen worden om lang dienst te kunnen doen.
- Hou de batterij vrij van nat en vocht. Heb je eens door een modderige weg gereden maak de batterij zuiver met een vochtige doek, vooral niet met de waterslang afspuiten. Zorg dat de contacten droog blijven. Ook de motor kun je beter niet proper spuiten.
- Na een koude winterse fietstocht laat de batterij eerst op kamertemperatuur komen vooraleer bij te laden. Een ijskoude batterij zou condens aan de contacten kunnen veroorzaken en dat kun je maar best vermijden.
- Net zoals een autobatterij levert een ijskoude fietsbatterij minder energie dan bij warme dagen. Je moet wat meer zelf doen en legt minder kilometers af met een lading.
- Gaat de fiets toch in het “schuurtje” berg de batterij niet leeg op zorg dat ze minstens voor een deel opgeladen is en doe verder zoals in paragraaf 2 en 3.