Opiniepeilingen zijn momentopnamen. Het is niet de eerste keer dat ik dit schrijf, waarbij ik dan toevoegde dat ze wél een zekere tendens aantonen. Wat ik er niet bij schreef, omdat ik daar niet bij stil stond, is het feit dat er bij zo’n peilingen een foutenmarge van 3% moet gerespecteerd worden. Partijen die de loftrompet opsteken omdat ze bij een peiling nul komma zoveel vooruitgang hebben geboekt- zoals nu de Open VLD - maken zich dan ook blij met een dooie mus. Als men echter drie of meer procent verliest, mag men zich wel beginnen zorgen te maken.
Er zijn bij ons drie peilingen die de media halen: die van de RTBf en La Libre Belgique, die van de VRT en De Standaard en die van VTM/Het laatste Nieuws, RTL en Le Soir. Die laatste, die driemaandelijks is en voor mij de meest betrouwbare, werd zopas weer gepubliceerd en had enkele verrassingen in petto. N-VA bleek nl voor een tweede keer op rij zo’n 5% te verliezen. Die ging naar het Vlaams Belang, zodat aangenomen kan worden dat de oude VB-kiezers terug naar de bron keren. Dit als gevolg van de immigratiegolf en de aanslagen, waarbij duidelijk gebleken is dat het VB de enige partij is die al een paar decennia lang vertelt wat de andere nu met mondjesmaat moeten toegeven. ‘Al duurt de leugen nog zo lang, de waarheid achterhaalt hem wel’, zou men kunnen zeggen. De partij van De Winter en Van Grieken gaat er voor de derde keer op rij in deze peiling op vooruit en dat is een tendens die kan tellen. Volgens de peiling zou ze nu de derde partij van Vlaanderen zijn, maar laten we – o.w.v. die foutenmarge - stellen dat ze even groot is geworden als de Open VLD en CD&V. Deze laatste verloor ook meer dan 3%, meer dus dan de foutenmarge en dat is waarschijnlijk het resultaat van de interne oppositie die de partij voert tegen de eigen regering waarvan ze deel uitmaakt. Ook de doorsnee CD&V-kiezer begint blijkbaar zijn buik vol te krijgen van de tsjeverijen van het type ‘Ja, maar’ en ‘enerzijds, anderzijds’, waarbij de partij nooit klare standpunten inneemt en altijd eerst moet omzien naar de linkse vakbondvleugel, die dan nog verdedigd moet worden door een oud voorzitter van Unizo.
Blijkbaar heeft de doorsnee kiezer ook over de partijgrenzen heen zijn buik vol van de Belgische politiek. Bewijs daarvan is dat zowat alle politici aan populariteit inboeten, zowel van meerderheid als oppositie, met uitzondering van Didier Reynders, die we dan maar de uitzondering zullen noemen die de regel bevestigt.
Tenslotte zijn de grote overwinnaars van deze laatste peiling in Vlaanderen uiterst rechts (VB) en in Wallonië uiterst links (PTB), waarbij nog maar eens bevestigd wordt, samen met de onverkwikkelijke staking der francofone cipiers, dat dit land twee verschillende werelden zijn die steeds verder uit elkaar groeien. De vraag wordt steeds duidelijker, niet óf het zal barsten, maar wanneer.
|