Het lijkt allemaal specialistenwerk, maar er heerst nogal wat verwarring
over de zgz financieringswet van de zesde staatshervorming. Die zou ervoor moeten
zorgen dat de deelgewesten heel wat meer geld krijgen dan voorheen. Daar wordt
regelmatig op gewezen, waarbij dan bv verteld wordt dat het Vlaamse gewest een
groter budget zal hebben dan het federale. Dat klopt, maar dat is slechts een
deel van het verhaal. Het meeste geld (twee derde) blijft immers nog steeds
komen uit dotaties, wat betekent dat Vlaanderen in feite zelf weinig meer kan
doen dan het geld te ontvangen en het uit te geven. Bepaalde taksen verhogen of
verminderen bv, waardoor men het eigen beleid zou kunnen bijsturen, zal nog
steeds niet kunnen. Dotaties hebben ook het perverse effect dat men zich minder
zorgen maakt om te besparen. Besparen in België blijkt nl niét minder uitgeven,
maar wel de uitgaven minder snel doen stijgen. Dat is niet hetzelfde.
Vlaanderen wordt in heel deze financieringswet nog maar eens bij de bok
gezet, altijd hetzelfde liedje. Terwijl de Vlaamse regio nu reeds een
begrotingsevenwicht heeft, wordt het voor de Franse Gemeenschap wachten tot
2016 en voor het Waals Gewest zelfs tot 2018. En dan mag er niets mislopen,
waardoor onze francofonen weer een nieuwe reden zullen vinden om de zaak op een
nog langere baan te schuiven.
En
dan is er de stillegging van de zgz Lambermont-turbo uit de staatshervorming
van 2001. Die zorgde ervoor dat een steeds groter deel van de onderwijsdotatie
werd verdeeld op basis van de regionale bijdrage aan de personenbelasting en
minder op het aantal studenten. Deze voor Vlaanderen gunstige regeling wordt nu
omgekeerd, zodat ons gewest ook op dat vlak de pineut wordt.
De
doelstelling, dat met de zesde staatshervorming geen enkele deelstaat
structureel zou verarmen, is dan ook een
lachertje. Het zál Vlaanderen extra geld kosten. Alleen Brussel zal er
beduidend beter van worden. Tegen 2030 zal dat gewest een extra directe dotatie
krijgen van 375 miljoen euro. Daar bovenop komen nog de bijkomende middelen
voor de mobiliteit, voornamelijk door de gerechtelijke splitsing van B-H/V (het
zgz Vlinderakkoord) en zelfs daar houdt het niet bij op. De compensatie die
het gewest krijgt voor de pendelaars en de internationale ambtenaren, die naar
Brussel komen werken en het zgn Beliris-geld voor de internationale
uitstraling van de hoofdstad, zorgen ervoor dat de totale herfinanciering van
Brussel in 2015 niet minder dan 615 miljoen euro zal bedragen en in 2030 zelfs
meer dan 1 miljard. Met dank aan o.m. mijnheer Verherstraeten (CD&V), die
dat allemaal zo knap mee geregeld heeft en nooit te beroerd is om dat allemaal
uit te bazuinen in de media...
|