In
mijn blog van maandag 14 dezer, vertelde ik van econoom Peersman die stelde dat
de beste oplossing voor de loonhandicap de indexsprong was, maar - bij gebrek
daaraan - de tweede beste een interne
fiscale devaluatie. Niet iedereen blijkt het daarmee eens te zijn en dat is
ieders goed recht. Ik vind het wel veelbetekenend dat Johan Van Overtveldt, toch
niet de eerste de beste als hoofdredacteur van Trends, in zijn intro artikel
van deze week, Peersman bijtreedt.
Een
fiscale devaluatie, zegt Van Overtveldt, is een daling van de relatieve
loonkosten, door de lasten op arbeid te verlagen. Hij verwijst daarbij naar de
devaluatie van de Belgische frank in 1982 door de Rooms-blauwe regering
Martens. Ook toen bleken de relatief te hoog opgelopen loonkosten de hoofdreden
te zijn van de financiële malaise waarin het land zich bevond. En net zoals
toen, zijn het vooral de socialistische partijen die er ook nu niet mee akkoord
gaan. Het grote verschil is, dat ze toen in de oppositie zaten en nu in de federale
regering de lakens uitdelen. Dat Laurette Onkelinx de loonkostenhandicap met
onze buurlanden schat op 1 tot 3 procent, noemt Van Overtveldt absurd. Volgens
hem bedraagt die minstens 10%. Op een totale loonmassa in de private sector van
135 miljard euro, gaat het dan ook om minstens 13,5 miljard. Ook Jan Jambon,
fractieleider van de N-VA in de kamer, heeft gelijk wanneer hij zegt dat de zo
geprezen relance maatregelenvan Di Rupo ter zake hoogstens 1 tot 2% bedraagt (volgens
Voka zou het zelfs maar 0,7% zijn!). Het gesprek dat de federale regering op 6
november zal hebben met de gemeenschappen, wordt dan ook cruciaal om eindelijk
eens iets te doen aan de ongelijke middelen waarmee onze exportgerichte
economie moet concurreren. Het kan gewoon niet zijn dat er in al onze
omliggende landen serieuze maatregelen zijn genomen inzake vergrijzings- en
andere kosten en wij er vanaf zouden komen met het tot op de draad versleten
knip en plakwerk van Di Rupo.
|