Zowat het grootste obstakel om Griekenland binnen de eurozone te houden is, dat het land zijn schulden maar niet afbetaald krijgt, omdat er een chronisch tekort aan geld is. Dat laatste komt voornamelijk omdat de meeste Grieken weinig of geen belasting betaalden. Nu is daar wel verandering in aan het komen, maar dat gebeurt maar met mondjesmaat, omdat er een heleboel nieuwe wetten voor nodig zijn en op de duur niemand nog weet hoe het daar moet.
Dit land is, gelukkig maar, (nog) geen Griekenland, maar toch zijn er ook hier situaties waar niemand nog kop of staart aan krijgt. Dat gebeurt bij ons door een overvloed aan regeltjes, door het plak- en knipwerk van de laatste decennia en door een wetgeving, die soms hopeloos verouderd is. Dat hebben we o.m. al meegemaakt bij justitie, maar dat schijnt nu ook het geval te zijn bij het belasten via het kadastraal inkomen (KI), de onroerende voorheffing die eigenaars van vastgoed betalen. Op het eerste zicht is daar niets mis mee, maar nu blijkt dat we hier nog wel te doen hebben met een wet van 1975, die voorzag dat er elke 10 jaar een algemene herschatting moest gebeuren. Dat laatste is éénmaal gebeurd, in 1979. Daarna zijn in 1991 de kadastrale inkomens geïndexeerd en dat was het.
Nu is het zo dat niemand graag belastingen betaalt (ik ook niet), maar dat wie straks – bij een nieuwe herschatting – dan toch meer zal moeten betalen, in werkelijkheid járen te weinig zal betaald hebben. Die herschatting zal er trouwens de eerste jaren waarschijnlijk niet eens komen, daar dit een heel werk is dat tijd en geld vraagt, waarbij dat laatste niet voorhanden is.
Om er tenslotte op te wijzen, hoe ingewikkeld dit land is, volstaat het te weten dat het kadastraal inkomen een federale bevoegdheid is, maar ze wel de basis vormt voor de onroerende voorheffing die gebeurt door de gewesten, waarna de gemeenten er nog eens opcentiemen op berekenen. Wij lachen met Griekenland, maar soms staat men er zelf van te kijken hoe e.e.a. hier nog werkt…
|