In mijn blog van 23 dezer (‘Na ons de zondvloed’) schreef ik reeds dat er stilaan een consensus groeit binnen de regeringspartijen om het bereiken van een begroting in evenwicht een jaartje uit te stellen. De enige die toen nog dwars lag, was Johan Van Overtveldt, de minister zonder financiën, maar die schijnt ondertussen ook te zijn bijgedraaid. E.e.a. heeft het maken met het feit dat zijn natte droom, een drastische verlaging van de vennootschapsbelasting, er anders niet zal komen. Zoals ik ook al eens vermeldde, bedraagt die taks in Ierland slechts 12%, hebben Nederland en Luxemburg al plannen in die richting en zal de U.K. het na de Brexit gegarandeerd doen. België, dat momenteel op de derde plaats staat van alle Oeso landen voor wat die vennootschapsbelasting betreft (34%), riskeert op die manier heel wat internationale maatschappijen hier te zien vertrekken. Probleem is dat voor wat ook wat hoort. Dat betekent dat, om alle partners mee te krijgen, de daling van de vennootschapstaks een budgetneutrale operatie moet worden. Met andere woorden: als de staat minder geld binnen zal krijgen o.w.v. die taksverlaging, dat geld van elders zal moeten komen. Eerste slachtoffer dat in het vizier komt is Verhofstadt’s notionele intrestaftrek (Rudy De Leeuw zal het niet graag horen), die er indertijd voor zorgde dat de coördinatiecentra hier werden opgedoekt. De geschiedenis herhaalt zich.
Hoe men het ook draait of keert, er zal in dit land een echte financiële hervorming moeten komen. Noem het desnoods een tweede taxshift, zoals sommigen het al verwoorden. Maar alleen zo’n shift zal niet voldoende zijn. Er zullen altijd winnaars en verliezers zijn en die laatsten zullen van zich laten horen, zoals dat stilletjes aan regel aan het worden is in dit digitale tijdperk. Om dit te vermijden is er maar één oplossing: tabula rasa en opnieuw beginnen met een propere lei, een einde maken aan alle nu bestaande uitzonderingen en achterpoortjes en de wet laten gelden voor iedereen. Misschien krijgt men er straks nog spijt van dat men indertijd de gouden raad van Deckerken niet heeft gevolgd, toen die voorstelde een vlaktaks in te voeren, zoals bv de Baltische staten hebben gedaan nadat ze het sovjetjuk hadden kunnen afwerpen. Buiten het feit dat zo’n systeem veel duidelijker is voor iedereen en men er telkens geen gespecialiseerde advocaten bij moet betrekken, heeft men ook maar een fractie van het huidig aantal ambtenaren nodig om het uit te werken en in stand te houden. Een win-win situatie voor zowel de staat als de burgers en voor wie de financiële verwarring van vandaag beu is.
|