Het blijft rommelen over de werkzaamheidsgraad, nu men erachter is gekomen dat dat zowat de enige mogelijkheid is om de staatsschuld te verkleinen en de begroting in orde te brengen zonder daarvoor nieuwe belastingen te moeten heffen. Dat is trouwens niet alleen in dit land, zie maar naar de commotie die er in Frankrijk is ontstaan nadat president Macron al voor de tweede probeert de minimumpensioenleeftijd daar van 62 naar 64 jaar op te trekken.
Om de landen met elkaar te vergelijken kan men dat doen met landen waar men (meestal) voltijds werkt en landen waar veel deeltijdse arbeid is. Een voorbeeld van dit laatste is Nederland, waar veel meer deeltijds gewerkt wordt dan bij ons. Officieel liggen België en Nederland zowat op dezelfde hoogte, maar als men de gewerkte uren – niet de dagen – samen telt wordt er in België meer gewerkt.
Als we alleen landen vergelijken waar men vooral voltijds werkt, zijn er trouwens in Europa liefst 12 landen waar de 80% werkzaamheidsgraad al wordt overschreden en waar dus meer gewerkt wordt dan in België.
Tenslotte is er het steeds wederkomende euvel bij Europese vergelijkingen, waarbij men het steeds heeft over België als één geheel, terwijl zo stilaan iedereen die het volgt, weet dat er binnen België de steeds groter wordende kloof is tussen Vlaanderen en Wallonië. Dat laatste haalt nog niet eens de 70% werkzaamheidsgraad, terwijl op sommige plaatsen in Vlaanderen de 80%-graad al is overschreden. Zoals ik eerder al eens geschreven heb, is de werkzaamheidsgraad in dit land ook een werkzaamheidgrens.
|