Zoals ik reeds schreef in mijn blog van 28 augustus, is het voorbarig te denken dat de financiële problemen in dit land minder zullen worden door het succes van de staatsbon-uitgifte. Wie die koopt ziet zijn geld niet meer waard worden, alleen minder waarde verliezen zolang de inflatie hoger blijft. Zelfs mocht die uitgifte straks de 20 miljard euro overtreffen, met overheidsuitgaven van zo’n 300 miljard per jaar is dat nog maar goed voor het dekken van de staatsuitgaven met minder dan één maand.
Ondertussen is het succes van de staatsbon – men zou het een rage kunnen noemen - mede een excuus om de financiële hervorming niet verder af te werken en vergeet men gemakshalve dat er op die staatsbon door de belastingbetaler rente moet worden betaald en dat het ook de gewone burger zal zijn die de vergoedingen betaalt die de banken krijgen voor het verkopen van die staatsbon. De banken zijn in deze immers één van de tussenpersonen en die doen dat niet gratis. Ze blijken nl een premie te krijgen op elke euro aan staatsbonnen die ze verkopen. Die ligt hoger dan de basisrente en zal ervoor zorgen ze er ook goed aan zullen verdienen, dé reden waarom onze banken zich in deze zaak gedeisd houden.
Misschien redt Van Peteghem hiermee wel zijn CD&V van de dreiging van de kiesdrempel – een kinderhand is snel gevuld - maar daar zal het wel bij blijven…
|