verkeersovertredingen op te volgen Sommige recidivisten glippen tussen de mazen van het net
België hinkt achterop wat betreft het opvolgen en bestraffen van verkeersovertredingen die niet ernstig genoeg zijn om de overtreder voor de rechtbank te brengen. Bestuurders kunnen dus zoveel boetes verzamelen als hun financiën toelaten. Het rijbewijs met punten is een manier om adequaat deze overtredingen op te volgen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Vias institute dat overgemaakt werd aan de federale minister van Mobiliteit Georges Gilkinet. Vias is voorstander van een systeem dat automatisch werkt bij herhaalde lichte overtredingen tot een bepaald niveau. Als de bestuurder vanaf die grens nog in de fout gaat, zou het gerecht moeten oordelen.
Met een mortaliteitsgraad van 56 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019 doet België het slechter dan het Europese gemiddelde (51). De cijfers in onze buurlanden zijn beter, dat geldt zeker voor Nederland met 34 verkeersdoden per miljoen inwoners), Duitsland met 37 verkeersdoden per miljoen inwoners en Luxemburg met 36 verkeersdoden per miljoen inwoners. Ook Frankrijk doet met 50 verkeersdoden per miljoen inwoners beter dan ons land. De mortaliteit in ons land is op 15 jaar tijd bijna gehalveerd, maar op Europees niveau is onze positie verzwakt van de 17de plaats in 2005 naar de 20ste plaats in 2019. Studie in twee delen Op vraag van het kabinet van federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet heeft Vias een nieuwe tweedelige studie uitgevoerd over het rijbewijs met punten. In het eerste deel wordt het Belgische systeem om verkeersrecidivisten aan te pakken vergeleken met andere Europese landen. De karakteristieken van een rijbewijs met punten, het beheer van de overtredingen, de educatieve straffen en het algemene niveau van optreden tegen overtredingen werden bekeken. Het tweede deel van de studie is gericht op het optimaliseren van sancties tegen recidivisten en legt de nadruk meer op zogenaamde lichte overtredingen. De Belgische situatie is op dat vlak vergeleken met 6 andere Europese landen. België loopt achter op het vlak van aanpak van recidive De hoofdconclusie is dat België achterophinkt als het gaat over opvolgen en straffen van zogenaamde lichte verkeersovertredingen. Dat zijn dan de overtredingen waarvoor overtreders niet rechtstreeks voor de rechtbank moeten verschijnen: snelheidsovertredingen waarbij de overtreder op de autosnelweg minder dan 160 km/u reed of minder dan 80 km/u binnen de bebouwde kom, rijden onder invloed met een alcoholgehalte tussen de 0,5 en 0,8 pro mille, het gebruik van de gsm achter het stuur of rijden zonder gordel. Het zijn allemaal overtredingen die meestal met een boete afgehandeld worden, zonder rekening te houden met eerdere veroordelingen. Met stagnerende verkeersveiligheidscijfers kunnen we als maatschappij niet tolereren dat bestuurders ongestraft bepaalde overtredingen kunnen blijven begaan. Niet gepast reageren op zogenaamde lichte overtredingen kan een negatieve impact hebben op de sociale norm rond verkeersveiligheid. Al deze overtredingen brengen ook een verhoogd risico op ongevallen met zich mee, zeker als ze zich herhaaldelijk voordoen. De link tussen recidiveren en een verhoogde ongevalsbetrokkenheid is al verschillende keren aangetoond. Het is dus nodig om herhaalde overtredingen systematisch op te volgen. Naar een semi-geautomatiseerd rijbewijs met punten Het rijbewijs met punten is een manier om deze herhaalde overtredingen op te volgen. Indien deze lichte herhaalde overtredingen systematisch opgevolgd worden, moeten er ook automatisch maatregelen aan gekoppeld worden: rehabilitatiemaatregelen, verval van het recht tot sturen, evaluatie van de rijgeschiktheid etc. Voor Vias institute lijkt de combinatie van een automatisch systeem gekoppeld aan een gerechtelijk beoordeling vanaf een bepaalde drempel aan overtredingen en/of punten het meest geschikt in de huidige Belgische context. Het gaat dan over een compromis tussen het snel opvolgen van relatief lichte overtredingen en ernstige feiten gedetailleerd onder de loep te nemen. Wanneer er meer en ernstigere overtredingen worden gepleegd, neemt de mate van automatisering af en neemt de mate van personalisering toe. Deze gecombineerde aanpak maakt gerichte en gepersonaliseerde maatregelen mogelijk zoals tussentijdse waarschuwingen en andere educatieve maatregelen, vooraleer over te gaan naar zwaardere straffen. Een gecombineerd systeem biedt dus veel mogelijkheden, zowel op het vlak van educatie als op het vlak van sancties. Een soortgelijke ‘hybride’ aanpak bestaat al in Groot-Brittanië. Een belangrijke vereiste is dat alle verkeersovertredingen gelinkt aan een persoonlijk rijbewijsdossier in één unieke up-to-date database opgeslagen en geconsulteerd kunnen worden. Het is daarom nodig om te investeren in de IT-infrastructuur en het gegevensbeheer. Conclusie België heeft een achterstand op het vlak van maatregelen voor herhaaldelijke lichtere overtredingen. Vias institute is voorstander van een systeem dat grotendeels automatisch werkt voor het bestraffen van herhaalde lichtere overtredingen, maar pleit ervoor om de bestraffing vanaf een bepaalde limiet toe te vertrouwen aan het gerecht. Vias institute beveelt dus aan om een gecombineerd puntensysteem zo snel mogelijk in te voeren.
1 op de 5 Belgen parkeert zich soms op het fietspad 1 op de 10 neemt soms een parkeerplaats voor personen met een handicap in
De barometer van de Fondation Vinci Autoroutes vergelijkt elk jaar in 11 Europese landen de frequentie van gevaarlijk verkeersgedrag. Dit jaar werden voor het eerst vragen gesteld over parkeren. 21% van de Belgische bestuurders geeft toe ooit wel eens te parkeren op het fietspad. België staat daarmee op een weinig benijdenswaardige tweede plaats van dit ongepast gedrag. 10% van de Belgische bestuurders parkeert zich zelfs af en toe op een parkeerplaats voor personen met een handicap. Deze vormen van fout parkeren brengen uiteraard de gebruikers in gevaar die deze voorziene ruimte nodig hebben. Ook het gebruik van de claxon om je ergernis te tonen zit in de lift. Op Europees niveau staan de Belgische bestuurders op de 3de plaats.
Elk jaar bevraagt Fondation Vinci Autoroutes een representatief staal van bestuurders in 11 Europese landen over hun gevaarlijk en ongepast verkeersgedrag.
Gevaarlijke gedragingen 1 Belg op de 5 parkeert zich op het fietspad Op de vraag: ‘Gebeurt het wel eens dat je je wagen parkeert op het fietspad?’, geeft meer dan 1 op de 5 Belgische bestuurders (21%) toe dit gedrag wel eens te stellen. Dit komt in België vaker voor dan gemiddeld in Europese landen (17%). Enkel in Nederland (23%) komt dit gedrag nog vaker voor. Het is in een inbreuk van de tweede graad (116 euro) waarmee je niet alleen de fietsers hindert, maar ze ook in gevaar brengt. 1 op de 10 Belgen (10%) geeft toe zich af en toe te parkeren op een parkeerplaats voor personen met een handicap. Ook dat is natuurlijk ongepast gedrag en een inbreuk van de tweede graad. Deze parkeerplaatsen zijn breder zodat de betrokken personen veilig hun voertuig kunnen verlaten. Deze plaatsen onterecht bezetten, kan hen dus ook in gevaar brengen als ze zich daardoor op een ‘gewone’ plaats moeten parkeren. Richtingaanwijzer wordt vaker vergeten. Bij de gevaarlijke gedragingen valt op dat de richtingaanwijzer niet gebruiken steeds vaker gebeurt. 55% (+5% in vergelijking met vorig jaar) geeft toe dat ze hem ‘vergeten’ te gebruiken wanneer ze iemand inhalen of van richting veranderen. Hetzelfde geldt voor door het oranje licht rijden of een licht dat net op rood springt: 65% zegt dat af en toe te doen (+3%). De Belg blijft Europees kampioen in het niet-vertragen aan wegenwerken (63% ten opzichte van 54% gemiddeld in Europa). Ook al zien we een lichte daling (-4%) ten opzichte van vorig jaar.
Prevalentie van gevaarlijk gedrag
België
Europees gemiddelde
Stoppen of parkeren op een fietspad
21%
17%
Stoppen of parkeren op een parkeerplaats voor personen met een handicap
10%
12%
Door het oranje licht rijden of een licht dat net op rood is gesprongen
65%
65%
Vergeten je richtingaanwijzer te gebruiken bij het inhalen of wanneer je van richting verandert.
55%
53%
Vergeten te vertragen in de buurt van wegenwerken
63%
54%
Ongepast gedrag De Belg claxonneert vaak! De enquête peilde ook naar ander ongepast gedrag. Het gedrag waar de meeste evolutie in zit is het gebruik van de claxon wanneer een bestuurder zich enerveert. 56% van de Belgische bestuurders zegt dit te doen ten opzichte van 50% op Europees niveau. Enkel de Spaanse en Griekse chauffeurs doen het nog vaker (63%). 35% van de Belgische bestuurders haalt ook nog steeds in via rechts op de autosnelweg. Slechts 47% van de Belgen voelt zich trouwens kalm achter het stuur. Dat is het laagste percentage van alle landen.
Prevalentie van ongepast gedrag.
België
Europees gemiddelde
Toeteren naar bestuurders die je enerveren
56%
50%
Rechts inhalen op de autosnelweg
35%
34%
Een andere bestuurder beledigen
51%
52%
Conclusie De wegcode is een geheel van regels die ervoor moeten zorgen dat alle weggebruikers zich veilig kunnen verplaatsen. Je parkeren op het fietspad of op een plaats voor personen met een handicap, al is het ‘maar’ voor 2 minuten, is niet alleen ongepast gedrag, maar brengt ook de andere weggebruikers in gevaar. De weg is een ruimte om te delen, niet om te monopoliseren. Respect, hoffelijkheid en empathie zijn dan ook van essentieel belang om het samenleven tussen het toenemende aantal gebruikers op onze wegen te verbeteren. Georges Gilkinet, minister van Mobiliteit: "Voetgangers, fietsen, openbaar vervoer, auto's,... iedereen moet zijn plaats op de weg vinden. De Vincibarometer toont duidelijk aan dat de gewoonten van sommige Belgen nog moeten evolueren in de richting van een betere gedeelde ruimte en veiligheid voor iedereen. Parkeren op een fietspad of een parkeerplaats voor personen met een handicap, vergeten een richtingaanwijzer te gebruiken, rechts inhalen, vloeken of toeteren, enz. zijn allemaal ongepaste handelingen die we uit ons verkeer moeten bannen. Dit kan als we iedereen bewuster maken en meer verantwoordelijkheid laten opnemen. De openbare ruimte is van iedereen. Niemand is de koning. Veiligheid en respect voor iedereen moeten de norm zijn.”
Net zoals bij de caravans worden bij de kampeerauto’s er wat smallere gebouwd. Meestal in een halfintegrale versie met enkele bedden en geschikt voor een koppel zo heeft Dethleffs de Globebus T6 op wielen gezet.
Achterin 2 enkele bedden boven de garage. Vooraan de zitgroep achter de cabinezetels, tussen bed en zitgroep is het sanitair, aan de overkant zijn de keuken en de kleerkast. Daartussen is een samenvouwende deur die de slaapkamer van het woongedeelte afsluit.
Heel het interieur is knap samengebracht in de 2,20 m brede halfintegrale wagen. Wie voor de landwegen, dorpen of stadjes kiest prijst deze wat smallere zwerfauto. Heeft men er nog een 160 pk sterke turbo diesel laten inleggen kan de pret niet meer op. Standaard is de halfintegrale T6 ingericht voor 2 personen al zijn er wel 4 zitplaatsen met veiligheidsgordels, om te slapen zijn er slechts 2 volwaardige slaapplaatsen. Er kan van de zitgroep een noodbed worden gemaakt, daar moet men extra voor betalen.
Voor de Globus T6 gebruikt de fabrikant uit Isny het Fiat Ducato basisvoertuig met het origineel verlaagde chassis. Voor de bodem gebruikt men 49 mm dikke sandwichpaneel. Zijwanden en achterfront zijn 49 mm dik met hagelbestendige polyesterplaat aan de buitenkant. Het dak is 1 mmm dikker en heeft dezelfde beschermende buitenbekleding als de zijwanden. Voor de isolatie gebruikt men Styropor.
De garage met twee deuren rust op verlengstukken aan het chassis. Een goed punt is de 0,65 m brede buitendeur met een venster en centrale vergrendeling. Nog een tweede goed punt is de uit verschillende bestaande achterbumper met geïntegreerde lichten. Bij kleine beschadigingen hoeft men niet heel de dure bumper te vervangen.
Het meubilair met houtdecor zit stevig in mekaar. Uitstekende delen zijn wat afgerond. De deurtjes van de bovenkasten zijn vlak en in wit uitgevoerd, een mooi contrast met het houtdecor. Een donkere grijze band op de deurtjes verhoogd nog het effect. De deurtjes hangen iets door onder de bovenkasten en vervangen alzo handgrepen. Bovendien hebben ze zelfsluitende sloten. Onder de voeteinden van de bedden zijn redelijk grote kasten. Tussen de enkele bedden is een uittrekbare bodem, bij middel van een smalle matras er tussen te leggen heeft men één groot bed. Wie nog wat wil lezen voor het slapen beschikt over een leeslamp boven het hoofdeinde.
In heel het interieur is voldoende licht, sfeerverlichting echter is niet in de prijs begrepen. Een Truma C6 houdt het interieur aangenaam warm gedurende koude dagen. Zijn er slechts twee bedden voor de bewoners voorzien, is de zitgroep geschikt om met nog twee bezoekers rond de tafel een gezellige avond te beleven.. voor 2 zwervers is er dus ruimschoots plaats. Dikke rugkussens, in de hoogte verstelbare kopsteunen met veiligheidsgordels alles is aanwezig om zelfs tijdens het rijden comfortabel te zitten. De tafel op één poot is groot genoeg om uitgebreid te eten. De poot kan men indrukken ingeval men de zitgroep tot noodbed wil omvormen. Daarbij kan je de al even comfortabele cabinezetel naar de tafel draaien. In de zitbank is een 104 l verswatertank geborgen. Achterin boven de garage zijn bijna 2 m lange bedden groot genoeg voor de doorsnee gebruikers. De 15 cm dikke koudschuim matrassen gedragen door lattenbodems waarborgen een aangenaam slaapcomfort. Trekt men een lade uit tussen beide bedden kan men die opvullen met een daarvoor gemaakt matrasje en bekomt men een groot bed. Met een afzonderlijk laddertje geraakt men in het bed. Een stel LED spots onder de bovenkasten zijn de enige lichtbronnen in de slaapkamer.
Keuken
De keuken ziet er echt vierkantig uit. De bovenkast met haar witte deuren onderbroken door een grijze band past er mooi bij. In het aanrecht zijn 2 kookvuren met elektrische ontsteking. Ernaast een ronde spoelbak. Omdat er niet veel werkoppervlakte over blijft heeft men aan de zijkant en opklapblad als bijkomend werkblad. Onderaan zijn zelfsluitende kastdeuren en laden, inhoudelijk groot genoeg voor het keukengerief voor twee bewoners. Voor de koeling van drank en voeding is een 142 l absorptiekoelkast geplaatst. De deur van de natte cel tegenover de keuken ziet er stevig uit en sluit goed, langs een venster in de wand worden dampen afgevoerd. Aan een rond wasbakje bij het venster kan men zich wassen douchen gebeurt in een afsluitbare cel met 2 aflopen in de douchebak. In een paar kastjes is plaats voor toilet gerief. Blijft nog de wc die niettegenstaande de badkamer compact is gebruiksvriendelijk opgesteld is.
Samen gevat
Met de smalle Globebus T6 van Dethleffs op Fiat Ducato brengt de fabrikant uit Isny een kampeerauto op de markt die zeker in de smaak zal vallen. Hij is vooral ontworpen voor een koppel dat zich in de T6 behaaglijk zal voelen zowel bij koude dagen als in warme streken. Zoals gewoonlijk bij Duitse zwerfauto’s zijn er pakketten ter beschikking om het comfort of de luxe te verhogen.
EuraMobil biedt zijn succesnummer de Profila nu ook aan op Mercedes-Benz Sprinter met verlaagd chassis.
Zoals meer fabrikanten gebruikt EuraMobil het Mercedes basisvoertuig voor enkele van zijn modellen. In de toekomst zal de Profila naast de 9 modellenportfolio op Fiat Ducato chassis en 140 pk motor ook beschikbaar zijn op een Mercedes Sprinter basisvoortuig.
Het koetswerk heeft hagelbestendige polyester buitenbeplating en houtvrijestructuur. Dak en wanden zijn 3 cm dik de bodem is 8 mm dikker. De kloeke buitendeur heeft een venster en wordt met centrale vergrendeling gesloten. Ze hebben 10 jaar waterdichtheid garantie. Eén van de snufjes is de elektrisch bediende afvalwaterkraan, of wel is er in de verlaagde garage een geïsoleerde afvalwaterkraan. Deze details zullen zeker klanten aanspreken die zich oriënteren op een integrale maar een halfintegrale zoekt met compacte afmetingen.
De moderne elegante meubelen versterkt met aluminium profielen zoals bekend bij EuraMobil en de sfeervolle verlichting zullen mogelijke klanten een aantrekkelijk interieur vinden.
Om te beginnen lanceert de fabrikant uit Sprendlingen twee 7,12 m lange types welke meestal in de smaak van de klanten vallen. De Profila T676 EB en de 696 EB hebben 0,8 m brede en verhoogde enkele bedden achterin boven de 1,25 m hoge garage waar gemakkelijk fietsen in worden mee gevoerd. Om de bergvakken onder de bedden beter te kunnen laden kan men de lattenbodem omhoog stellen. Terwijl in de Profila T696 EB de grote speciaal gevormde keuken centraal langs de buitendeur staat is in de T676 EB een klassiek gevormde keuken en wat compacter achter de zitgroep geplaatst. In de badkamer zien we een zwenkbaar waskommetje, een draaibaar wc en een ronde douchecabine. In de zitbank met een comfortabele tweepersoons zitbank en nog een enkele bank naast de buitendeur kan men met z’n vieren gezellig rond de tafel met één poot zitten. Een groot panoramisch dakluik zorgt voor voldoende licht en ventilatie. Tenslotte valt het licht en modern uitgevoerd mobilair best mee. Het vakantie gevoel is niet ver weg.
Zoals men mag verwachten van dergelijke zwerfauto’s een rijkelijke uitrusting aan boord. Men mag verwachten dat de Profila’s op Mercedes Sprinter een kleine 7.000 euro meer zullen kosten dan zijn broers op Fiat Ducato.
Technische gegevens
Basisvoertuig Merceds Sprinter met AL-KO verlaagd chassis
Na een aarzelende start van het jaar kwamen de populaire hogesnelheidsfietsen vanaf maart in een soort stroomversnelling terecht. De voorbije maand april werden 1.694 nieuwe speed pedelecs ingeschreven. Dat is maar liefst 34,6% meer dan vorig jaar, toen er 1.259 nieuwe exemplaren de fietshandel verlieten. Cijfers kunnen niet vergeleken worden met 2020, aangezien de fietsenwinkels destijds hun deuren moesten sluiten omwille van de eerste corona-lockdown.
Dankzij deze uitstekende maand april zien de cijfers voor het lopende jaar 2022 er in één klap veel positiever uit. Vorige maand nog -2,7% achterstand en nu plots +8,4% beter dan in 2021. Deze eerste vier maanden noteerden we maar liefst 4.560 nieuwe inschrijvingen vs. 4.205 vorig jaar. Ook hier is een vergelijking met 2020 niet relevant.
Filip Rylant, woordvoerder van mobiliteitsfederatie TRAXIO, geeft uitleg bij deze cijfers: “Niettegenstaande de beloofde btw-verlaging op fietsen werd afgevoerd, zien we toch dat april 2022 een bijzonder sterke maand werd voor de verkoop van speed pedelecs. Traditioneel wachten veel kandidaat kopers op het betere weer in het voorjaar om hun verkoop te realiseren. De eerste vier maanden van 2022 waren trouwens erg positief voor de speed pedelec. Vooral dankzij de sterke maand april maakte de markt een inhaalbeweging en scoren de totaalcijfers +8,4% hoger dan vorig jaar. We merken ook dat nog steeds veel particulieren voor de speed pedelec kiezen; de voorbije maand maakten zij 52,3% van het totale aantal uit, of 9,8 % meer dan in 2021. We zien ook dat bedrijven steeds minder speed pedelecs aankopen (en vervolgens afschrijven), maar veel vaker opteren voor een leasingformule. Het aantal leasing speed pedelecs ligt dit jaar al ongeveer drie keer hoger dan door bedrijven aangekochte hogesnelheidsfietsen”.
Guy Crab van TRAXIO Velo blikt positief de toekomst tegemoet: “De uitblijvende beslissing inzake een mogelijke btw-verlaging op fietsen, zorgde ervoor dat bestellingen en leveringen van fietsen werden uitgesteld. Op 1 april besliste de federale overheid om geen btw-verlaging door te voeren, wat een geruststellend effect had op de markt. Particulieren en bedrijven vonden opnieuw hun weg naar de fietshandelaar en ook de aangekondigde maatregelen om het fietsgebruik in woon-werkverkeer nog meer te ondersteunen, misten hun effect niet en zorgde voor een exponentiële stijging van de speed pedelec inschrijvingen in april 2022”.
Particulieren nemen in het deze eerste vier maanden nog steeds meer dan de helft van de verkoop voor hun rekening : maar liefst 2.383 stuks (52,3%) waren privéaankopen.
Daarnaast wordt leasing steeds populairder met 1.633 stuks of 35,8% van de markt. Een stijging van +15,2%. Bedrijven lijken dan weer minder geneigd om deze fietsen effectief aan te kopen (-11,8%).
Filip Rylant wijst op de voordelen van een geleasede bedrijfsfiets: “Meer en meer bedrijven ontdekken het gebruiksgemak van de leasing met minder eigen administratie, evenals de parafiscale voordelen voor de gebruiker en de bedrijven zelf dank zij o.a. het mobiliteitsbudget”.
Geografische verschillen
Ook in 2022 blijven de speed pedelecs voornamelijk een Vlaamse aangelegenheid: het Vlaamse landsgedeelte neemt 95,3% voor zijn rekening met 4.345 stuks , terwijl Brussel (102 stuks) en heel Wallonië (113 stuks) de overige 4,7% van de markt vertegenwoordigen.
Opvallende vaststelling: Oost-Vlaanderen – met een totaal van 1.125 inschrijvingen – blijft koploper voor de provincie Antwerpen (1.038 stuks), nochtans lang de bakermat van de pedelecs. Ook Vlaams-Brabant (988 ex., +74%) zit in de lift. Net als alle andere Vlaamse provincies trouwens: West-Vlaanderen (531 ex., +61%) en Limburg (663 ex., +43%).
Niettegenstaande werknemers in Wallonië nu ook kunnen genieten van aanzienlijke premies voor het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer, blijft het aantal inschrijvingen van speed pedelecs in Brussel en Wallonië achterop hinken t.o.v. Vlaanderen.
Guy Crab legt uit: “Er worden inderdaad meer premies aangevraagd dan de voorbije jaren, maar dat resulteert (nog) niet in een stijgende verkoop van speed pedelecs.”
Toch zien we na april ook aan Waalse kant enkel nog groeiende cijfers: Luik (+89%), Waals-Brabant (+19%), Henegouwen (+ 26%) en Namen (+171%) . Enkel in de provincie Luxemburg (-20%) blijft de speed pedelec een zeldzame verschijning. De cijfers in Wallonië zijn - vergeleken met Vlaanderen - relatief klein waardoor een beperkt aantal exemplaren een procentueel grotere invloed kan hebben op de cijfers.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest schreef de voorbije vier maanden 102 nieuwe speed pedelecs in, toch ook een groei van +50%. Toch merken we dat de hogesnelheidsfiets minder troeven heeft in een erg verstedelijkte omgeving met heel wat moeilijke verkeerssituaties en bovendien zware concurrentie krijgt van het uitgebreide aanbod aan deelfietsen en -steps in de Brusselse regio.