4 op de 10 motorrijders heeft geen specifiek rijexamen afgelegd
De meeste onder hen volgden ook geen bijscholing na het bekomen van hun rijbewijs
Nu de temperaturen weer stijgen, komen ook de motorrijders terug massaal terug buiten. Vias institute bestudeerde in een nieuwe studie in detail het profiel van de Belgische motorijders. Slechts 20% van de motorrijders rijdt tussen november en februari. Het is noodzakelijk om zeker je vaardigheden op peil te houden na een winterpauze. Andere opvallende vaststelling: 4 op de 10 motorrijders heeft nooit een specifiek motorrijexamen afgelegd. Dat kan omdat ze bijvoorbeeld hun rijbewijs voor 1989 behaald hebben.
Om een beter zicht te krijgen op het profiel van de Belgische motorrijder heeft Vias voor een uitgebreide studie een representatieve steekproef van 3000 Belgen ouder dan 16 jaar bevraagd. 4 op de 10 heeft geen specifiek examen afgelegd Opvallende vaststelling: 42% van de motorrijders geeft aan geen specifiek examen afgelegd te hebben om met de motor te mogen rijden. Voor 1989 was het immers mogelijk om een motorijbewijs voor alle cilinderinhouden zonder beperkingen te ontvangen zonder een specifiek rijexamen te moeten afleggen. Indien iemand een B-rijbewijs voor de wagen had behaald voor 1989, werd automatisch een volledig rijbewijs A verkregen. Tussen 1989 en 2011 werd dit enkel nog mogelijk gemaakt voor het rijbewijs type A1 (voor motoren met max 11kW en 125 cc). Na 2011 diende er altijd een rijexamen afgelegd te worden om eender welk A-rijbewijs te verkrijgen. Er is echter een uitzondering op die regel. Deze laat toe om zonder examen een rijbewijs A1 (met uitzonderingen) te behalen als de bestuurder reeds twee jaar in het bezit is van een geldig rijbewijs categorie B en na het volgen van een specifieke praktische opleiding van 4 uur. Bij de bestuurders ouder dan 55 jaar vinden we het grootste percentage motorrijders die geen specifiek examen hebben afgelegd. Die groep geeft ook aan het minst specifieke nascholingen en trainingen te volgen om hun vaardigheden op de motor te verbeteren of op peil te houden. In totaal heeft zelfs 2 op de 3 motorrijders die geen examen hoefden af te leggen nadien ook maar enige opleiding gevolgd. 1/5 van de motorijders rijdt tussen november en februari De meeste motorijders rijden trouwens niet heel het jaar. Slechts 18% rijdt in de periode tussen november en februari. In totaal rijdt slechts 12% heel het jaar. De meeste motorrijders halen hun moto pas van stal wanneer de weersomstandigheden beter zijn. Zo rijdt ongeveer de helft (49%) tussen de 5 à 8 maanden per jaar. 29% rijdt maar 1 tot 4 maanden. Deze seizoensmotorijders rijden dus vaak gedurende een lange periode niet. Het is belangrijk dat ze vooraleer ze terug de weg op gaan zichzelf terug goed voorbereiden. Dat kan eerst en vooral door de motor technisch terug helemaal op orde te zetten, de bandenspanning na te kijken en door de manoeuvres terug op te frissen. Vooral de behendigheid en het bochtenwerk is belangrijk. Je kan best eerst op een afgesloten terrein (vb parkeerterrein) oefenen en daarna enkele korte ritjes maken om het juiste gevoel terug te pakken te krijgen. Meestal voor het plezier of woon-werk De hoofdvervoerswijze voor motorrijders blijft de wagen. Er zijn slechts weinig motorrijders die enkel met de moto rijden. Gemiddeld genomen wordt de moto gebruikt voor 20% van de verplaatsingen. De grote meerderheid van de verplaatsingen zijn pleziertochten over afstanden minder dan 500 kilometer, gevolgd door woon-werk verplaatsingen. Het professioneel gebruik van de motor is redelijk beperkt. Gemiddelde break van 9 jaar in motorrijcarrière Uit onze enquête blijkt dat de grootste groep gebruikers zich tussen de leeftijd van 25-34 jaar en tussen 45- en 54 jaar bevindt. Vanaf de leeftijd van 54 jaar daalt het aantal motorrijders. Meer dan de helft van de motorijders ‘onderbreekt’ zijn motorcarrière trouwens met gemiddeld 9 jaar. Dat komt oa door familiale redenen of een levensverandering (vb. krijgen van een kind, verhuizen, enz.) Officiële cijfers: meer moto’s, minder ongevallen op 10 jaar tijd 14% meer moto’s op 10 jaar De moto wordt steeds populairder. Eind 2020 waren er in ons land 480 000 motorfietsen ingeschreven, dat is een stijging met 20% op 10 jaar tijd. Vooral in het segment van de 125 cc zien we een stijging. De coronapandemie heeft geen negatieve impact gehad op de verkoop. Aantal doden en gewonden daalt fors op 10 jaar tijd In 2021 waren 2376 motorrijders die in een ongeval gewond geraakten. Dat zijn er gemiddeld 6,5 per dag. 61 motorrijders kwamen om het leven. In vergelijking met 10 jaar geleden is er een daling van het aantal gewonden met 44% en van het aantal doden met 54% (van 132 naar 61). De objectieve veiligheid van motorijders is de laatste 10 jaar dus verbeterd. Gemiddelde leeftijd van omgekomen motorijders stijgt Als we kijken naar de gemiddelde leeftijd van motorrijders die om het leven komen, stellen we op 10 jaar tijd een grote stijging vast. In 2011 was de gemiddelde leeftijd van een motorrijder die om het leven kwam 38 jaar, in 2020 bedroeg die 45 jaar. De helft van de motorrijders die om het leven kwamen is nu ouder dan 45 jaar, terwijl dat in 2011 nog maar 33% was. Conclusie De objectieve verkeersveiligheid van motorijders is de laatste 10 jaar verbeterd. De gemiddelde leeftijd van motorijders die om het leven komen is wel flink gestegen van 38 naar 45 jaar. Het is verder opvallend dat bijna 4 op de 10 motorijders zegt geen specifiek motorijexamen afgelegd te hebben. Dit geldt vooral voor oudere motorijders, die ook vaker geen specifieke vorming volgen. Zeker voor motorrijders die gedurende jaren niet gereden hebben en dan terug gebruik maken van de motor kan dat problematisch zijn. Bij de start van het motorseizoen is het echter belangrijk dat alle motorijders, ongeacht hun leeftijd zich goed voorbereiden zodat ze in alle veiligheid kunnen genieten van hun motoritje. Dat gaat zowel over het technisch in orde zetten van de moto als het terug opfrissen van de behendigheid op de motor.
