Nu de spits deels in het donker verloopt, is gezien worden weer extra belangrijk. Dirk Poelman is een fervent fietser en draagt altijd een fluohesje. Bovendien is hij professor fysica aan de UGent en dus de geknipte persoon om uit te leggen hoe fluo werkt.
De grijze band is geen fluo
“Fluohesjes zijn traditioneel geel of oranje met grijze stroken. Die grijze delen zijn niet fluorescerend, maar retroreflecterend. Het werkingsprincipe is anders. Als je de grijze stroken onder een microscoop legt, dan zie je kleine bolletjes of piramides. Die werken als miljoenen kleine spiegels die het licht dat erop valt gebundeld terugkaatsen. Als je een wit blad papier belicht, dan reflecteert dat ook, maar in alle richtingen. Als je die bolletjes of piramides belicht, dan wordt het licht maar in één richting en loodrecht gereflecteerd naar de lichtbron toe, de lamp van een fiets of auto bijvoorbeeld.”
Fluo begrijpen is kleuren begrijpen
“Om de werking van fluo te begrijpen, moet je eerst weten hoe licht en kleuren werken. De primaire kleuren van licht zijn rood, groen en blauw. Al die kleuren samen vormen wit. Rood en groen geven geel, blauw en rood worden paars, enzovoort. Voorwerpen krijgen een kleur omdat er licht op valt en omdat ze bepaalde kleuren reflecteren en andere absorberen. Een rode paprika ziet rood omdat het enkel rood reflecteert en groen en blauw absorbeert. Een groene paprika absorbeert blauw en rood en reflecteert groen, daarom zien wij het als groen.”
Waarom zien we fluo dan intenser?
“Als je een gewoon geel jasje belicht met wit licht (bestaande uit blauw, groen en rood), dan zal dat jasje blauw absorberen en rood en groen reflecteren, waardoor wij het als geel zien. Gele kleding die fluorescerend is, bevat organische moleculen die in plaats van dat blauw te absorberen, blauw omzetten naar extra rood en groen. Daardoor heb je als het ware meer geel naast het standaardgeel door de normale reflectie van rood en groen. Bij fluo heb je dus meer dan 100% reflectie. Samengevat: er is de gewone reflectie geel (rood en groen) én de extra reflectie geel (van het blauw dat wordt omgezet in extra rood en groen).”
Werkt fluo altijd?
“Nee. Het blauwe gedeelte uit licht zorgt voor meer intensiteit en maakt dat een fluohesje fluorescerend is. Als de lichtbron geen blauw bevat, dan werkt het niet. Een typisch voorbeeld is de bekende oranje natriumverlichting waarmee onze snelwegen en grote gewestwegen soms nog worden verlicht. Die lampen stralen geen blauw uit en dus zal een fluohesje er niet fluorescerend uitzien. Let op, als er een fiets- of autolamp op schijnt, dan weer wel, want die lampen zenden wel blauw licht uit.”
Stijn Smets.