Voor deze studie werd in detail gekeken naar de slachtoffers die ernstige verwondingen opliepen zoals schedelbreuken, heupbreuken of wervelletsels. Elk gehospitaliseerd slachtoffer krijgt op basis van zijn letsel(s) een ernstscore toegekend. Ernstig gewonde slachtoffers zijn in ziekenhuistermen MAIS3+ slachtoffers. Deze ernstige verkeersslachtoffers maken ongeveer een kwart uit (23%) van alle mensen die na een ongeval in het ziekenhuis belanden. Dat waren er 14 450 in 2022. Het aantal ernstig gewonden is in de afgelopen tien jaar gedaald met 19% van 4.191 gewonden in 2013 naar 3.386 gewonden in 2022. Deze daling houdt ons niet op koers om de vooropgestelde doelstelling van 50% minder ernstig gewonde slachtoffers tegen 2030 (tov van 2019) te halen. Uit de studie blijkt ook dat het totale aantal verkeersslachtoffers dat in het ziekenhuis wordt opgenomen 4 keer hoger ligt dan het aantal zwaargewonden dat door de politie wordt geregistreerd na een ongeval.
1 op de 2 ernstig gewonden in het ziekenhuis reed met de fiets Fietsers zijn de enige weggebruikers waarvan het aantal ernstig gewonden jaar na jaar gestaag toeneemt. Zij vertegenwoordigen momenteel de grootste groep ernstig gewonden en dit binnen alle leeftijdsgroepen. In 2022 was 1 op de 2 ernstig gewonden een fietser. Er is tot op heden geen mogelijkheid om op basis van deze data een onderscheid te maken tussen elektrische fietsen en gewone fietsen. Net zoals het totaal aantal ernstig gewonde fietsers de afgelopen jaren is toegenomen, wordt ook hun aandeel in het totaal aantal ernstig gewonden groter. In 2022 vertegenwoordigden zij 49% van alle ernstig gewonden, ten opzichte van 37% in 2016. Het aandeel van ernstig gewonde auto-inzittenden is daarentegen kleiner geworden (van 27% naar 16%). Aandeel van elke verplaatsingswijze in het totaal aantal ernstig gewonden( MAIS 3+) per leeftijdsgroep
Het merendeel van de ernstig gewonden is tussen de 40 en 64 jaar oud (38%) of ouder dan 65 jaar (31%). Bij de jongste weggebruikers tussen 0 en 14 jaar oud daalde het aantal ernstig gewonden de afgelopen jaren fors (-44%). Voor het eerst zijn er minder dan 100 kinderen jonger dan 15 jaar die ernstig gewond geraakten. Verder zijn ernstig gewonden vaker mannen (70%) dan vrouwen (30%). Wie is de opponent? Wat betreft de opponent, raken ernstig gewonden het vaakst ernstig gewond na een botsing met een gemotoriseerd voertuig. Bij voetgangers geldt dat zelfs voor 85% van de gevallen. Verder zijn ernstig gewonde e-steppers en fietsers relatief vaak betrokken in eenzijdige ongevallen. Bij fietsers is ruim meer dan de helft van de slachtoffers in het ziekenhuis beland na een val zonder tegenpartij. 60% van ernstige gewonde e-steppers geraakt aan het hoofd Op basis van de ziekenhuisdata kunnen we een beter zicht krijgen op de aard van de letsel per vervoerswijze. Voor het eerst zijn er nu ook data voor e-steps beschikbaar. Vanaf 2022 kunnen voor het eerst elektrische steps onderscheiden worden in de ziekenhuisgegevens. Ook al gaat het in absolute cijfers over een relatief kleine groep, toch bleek dat 60% van hen een zwaar hoofdletsel opliep.Traumachirurgen riepen al eerder samen met Vias institute op om de helm te verplichten voor bestuurders van een e-step. 24% van de gebruikers van e-steps liep ook een letsel aan de heup en het bovenbeen op. Welke letsels komen het vaakst voor bij de andere weggebruikers? Ernstige letsels aan het hoofd komen naast de kleine groep van e-steppers ook het vaakst voor bij voetgangers (46%), fietsers (42%) en auto-inzittenden (35%). Daarbij moeten we opmerken dat er in absolute cijfers 4,5 keer meer fietsers een hoofdletsel oplopen dan voetgangers en 2,5 keer meer dan auto-inzittenden.
Bij fietsers merken we ook een hoog aandeel gewonden met een ernstig letsel aan het bovenbeen (42%). Bij auto-inzittenden worden naast het hoofd (35%) ook vaak letsels aan de borst (35%) en heup en bovenbeen (22%) vastgesteld. Gemotoriseerde tweewielers hebben het vaakst letsels aan heup en bovenbeen (31%), hoofd (27%) en borst (24%). Wetenschappelijk comité moet de kwaliteit van het onderzoek nog verder verbeteren Vandaag organiseert Vias institute een wetenschappelijk symposium waar onder andere de resultaten van de studie rond ziekenhuisdata nog verder in detail wordt toegelicht. Bij die gelegenheid wordt ook het nieuwe wetenschappelijk comité van Vias voorgesteld. Een groep van topwetenschappers uit verschillende beleidsdomeinen zal vanaf nu enkele keren per jaar samenkomen om de kwaliteit en methodologie van de onderzoeken van Vias op een objectieve en neutrale wijze te challengen. Vias institute heeft een onderzoeksteam van zo’n 25 onderzoekers met een gevarieerde professionele achtergrond zoals verkeersdeskundigen, psychologen, statistici, sociologen, etc.
Met het nieuwe wetenschappelijk comité haalt Vias extra kennis uit diverse domeinen in huis om steeds mee te zijn met de meest recente onderzoeksmethoden die ook gebruikt kunnen worden voor onderzoek naar verkeersveiligheid en mobiliteit. Het comité bestaat uit leden van UCL, ULG, de Koninklijke Militaire School, VUB, Sciensano en het NICC. Voorzitter van het wetenschappelijk comité wordt topdokter en traumachirurg Stefaan Nijs. Hij is momenteel medisch wetenschappelijk manager en voorzitter van de divisie heelkundige specialismen te UMC Utrecht. Stefaan Nijs, voorzitter wetenschappelijk comité Vias institute: “Ongevallen blijven de levens van slachtoffers en hun omgeving voor altijd ontwrichten. Als zorgprofessional en onderzoeker heb ik me al heel mijn loopbaan ingezet om de zorg voor slachtoffers individueel en op organisatorisch vlak te verbeteren. Maar als je geconfronteerd wordt met een slachtoffer dat ondanks maximale inspanning achterblijft met blijvend ernstige beperkingen en verlies van dromen, als je aan een ouder moet vertellen dat haar kind het niet gehaald heeft, dan besef je dat preventie, zoals bij de meeste medische aandoeningen, veel meer impact heeft. Daarom is het een enorme eer om samen met de andere leden va het wetenschappelijk comité, gedreven professionals met verschillende achtergronden, van gedragswetenschappers tot ingenieurs, het werk van Vias te kunnen ondersteunen in het vormgeven en realiseren van de kennisagenda en zo de slachtoffers van morgen te voorkomen."
Meer info:VIAS institute
|