FIETSLEASING IS EEN STEVIGE STEUN VOOR DE FIETSENWINKEL
De fiscale voordelen van fietsleasing hebben de afgelopen jaren geleid tot een sterke toename van het fietsgebruik voor woon-werkverkeer. Volgens de Mobiliteitsbarometer van Acerta is het aantal praktische verplaatsingen van en naar het werk met de fiets in de afgelopen vijf jaar met maar liefst 35% gestegen. Toch is de fietssector de laatste jaren in woelig water beland. De enorme piek in verkoop die we zagen tijdens de coronacrisis heeft de markt voor de nodige uitdagingen gesteld. We werden geconfronteerd met stocktekorten, transport- en onderdelenkosten die de pan uit swingden, enorme wachttijden voor fietsen … Die schaarste keerde nadien om in overschotten. Sommige bedrijven of handelaars die teveel vanuit buikgevoel of gewoonte werkten en te weinig vanuit datagedreven inzichten, kwamen in de problemen door een te kleine cashflow en financiële buffer. Voeg daar een uiterst onzeker economisch klimaat, geopolitieke spanningen én een op weer- kundig vlak historisch slecht 2024 aan toe en je krijgt een uitdagende mix die ervoor heeft gezorgd dat in 2024 4,73% minder fietsen werden verkocht dan in 2023. In totaal klokten we in België af op 540356 fietsen
Fietshandelaar in polepositie
Leasingmaatschappijen nemen een stuk van de marges van de fietshandelaar, maar toch is het leasingverhaal vooral een opportuniteit voor de retailer. De verkoop van leasefietsen gebeurt immers vooral via fysieke fietsenwinkels. Jaar na jaar zien we het vertrouwen van de fietser in de vakhandelaar dan ook stijgen. Ons eigen marktonderzoek in het najaar van 2024 bevestigt die tendens. Van de 2.000 Belgen die we toen bevroegen, gaf 74% aan dat hij of zij z’n fiets het liefst koopt in een fietsenzaak. Door de techniciteit van (elektrische) fietsen en de hoge kostprijs ervan, houdt men toch nog steeds vast aan het advies van een expert. Ook de servicefactor speelt natuurlijk een grote rol. Leas efietsen worden haast altijd verkocht met een onderhoudspakket. Dat service-aspect creëert een zekere gemoedsrust én een extra connectie met de fietsenzaak waar de fiets werd gekocht.
Leasefietsen maken 40% van de verkoop uit
Het feit dat we over een verlies van ‘maar’ 4% spreken, is voor een groot deel te danken aan leasing. Die stuwt mensen immers niet alleen richting de fiets, maar ook richting de fietshandelaar. Naar schatting 40% van de fietsen die in ons land worden verkocht, zijn leasefietsen. Een wijziging aan het systeem van de fietslease zou voor de fietsenwinkel dramatische gevolgen kunnen hebben. De goeie verkoop van leasefietsen zorgt ervoor dat er ook in het tweedehandsverhaal de komende jaren muziek zit. Door de populariteit van leasing worden meer en meer jonge tweedehandsfietsen aangeboden. Fietshandelaars die hier op een slimme manier mee omgaan, kunnen allicht een stevig graantje meepikken van dit ‘nieuwe’ marktsegment.
WAT MET HET MOBILITEITSBUDGET?
Wanneer een werknemer vandaag recht heeft op een bedrijfswagen, dan kan dat ‘ingeruild’ worden voor een mobiliteitsbudget. De federale regering kondigde in haar regeerakkoord 2025-2029 aan dat ze het mobiliteitsbudget openstelt voor alle werkne mers én dat werkgevers vanaf 2026 verplicht zullen worden om het mobiliteitsbudget aan te bieden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. Op zich is dat een positieve maatregel, maar het houdt enkele valkuilen voor de fietsenbranche in. Een eerste heeft te maken met de manier waarop het mobiliteitsbudget vandaag is georganiseerd: Huisvestingskosten als deel van het mobiliteitsbudget Het mobiliteitsbudget is onderverdeeld in drie pijlers. Enerzijds kan een bedrijfswagen ingeruild worden voor een elektrische of hybride wagen. Nog een optie – de zogenaamde ‘derde pijler’ – is kiezen voor een vergoeding onder de vorm van extra loon. In de tweede pijler wordt het mobiliteitsbudget aangesproken om duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten te financieren, zoals een abonnement voor het openbaar vervoer, een lidmaatschap voor een deelwagen, de aankoop van een fiets … Maar gek genoeg kan het mobiliteitsbudget dus ook worden aangewend om de huur of de hypotheek af te lossen. En daar wringt volgens ons het schoentje. Wat is het probleem? Inschattingen tonen aan dat momenteel zo’n 77% van de gebruikers van het mobiliteitsbudget dit voornamelijk besteden aan die huisvestingskosten. Dit staat in contrast met de oorspronkelijke doelstelling van het mobiliteitsbudget, namelijk het bevorderen van een duurzame mobiliteit. Het uitbreiden van het mobiliteitsbudget in zijn huidige vorm, zal er dus ongetwijfeld nog meer een soort financiële optimalisatietool van maken, eerder dan een maatregel die ten dienste staat van de verduurzaming van het woon-werkverkeer. Elke persoon die immers voor een terugbetaling van zijn huisvesting kiest, zal zich ook nog steeds verplaatsen. De gegronde vrees is dat hiervoor dan naar een goedkope tweedehandse en dus meer vervuilende wagen zal gegrepen worden.
Wat is de oplossing?
Pijler 1 Milieuvriendelijke bedrijfswagen Pijler 2 Duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten + ➡ + Fiets Elektrische wagen of hybride Pijler 3 Cash Tickets of abonnement openbaar vervoer Huurwagen of deelauto huur appartement dichtbij het werk Mobiliteitsbudget Bij TRAXIO VELO zijn we voorstander van een verplicht minimumpercentage van het mobiliteits budget dat moet worden gereserveerd voor duurzame vervoersmodi, zoals de fiets, openbaar vervoer of gedeelde mobiliteitsdiensten. Dit zal bijdragen aan het bevorderen van multimodali teit en het verminderen van de ecologische voetafdruk van het woon-werkverkeer.
Meer info. TRAXIO VELO
|