Tijdens de laatste enquête van Promobil kozen de lezers voor het Fiat Ducato basisvoertuig als beste voor hun kampeerauto.
Fiat is de enige die in samenwerking met de zwerfautofabrikanten zijn basisvoertuigen aanpast aan hun wensen. Dat maakt dat 3 van de 4 kampeerauto’s op een Fiat Ducato onderstel rijden. Ze zijn zodanig aangepast dat het voor de fabrikant eenvoudig is om er een opbouw op te monteren. Een kabelbaan voor de elektrische leidingen licht klaar, eenvoudig voor de verdere aansluitingen in de opbouw. Door al die jaren heeft Fiat de sterke kanten van zijn onderstellen nog geoptimaliseerd en verfijnd, waardoor ze nu een internationale standaard zijn. Uit het commentaar van de vele klanten blijkt dat een kampeerauto met een Fiat Ducato onderstel zeer betrouwbaar is en menig zwerver rijdt al meer dan 100.000 km zonder zorgen.
Met de geweldig stijgende verkoop van compacte zwerfauto's, zeggen we omgebouwde bestelwagens, komt de diesel verwarming sterk aan bod. Hebben Webasto en Eberspächer een moeilijke start gekend in de kampeersector hebben ze na een grondig onderzoek en verbeteringen de fouten opgelost en bieden ze nu een prima alternatief voor gasverwarmingen.
Water of lucht.
Waterverwarmingen zoals de Thermo-Top-modellen van Webasto of de Hydromic-types van Eberspächer hebben een voordeel. Vóór de motor start kunnen ze het interieur van de wagen opwarmen, bij integrale de grote voorruit ontdooien en het motor koelwater opwarmen, belangrijk voor het milieu. Dat waarborgt een vlotte start en minder vervuilende uitlaatgassen. Dit systeem kan men trouwens in alle soorten auto's, met uitzondering van de elektrisch aangedreven wagens, laten inbouwen. Zeker de compacte kampeerauto's hebben voordeel bij dieselverwarming. We spreken over diesel verwarming, ze werken net zo goed op benzine, dat komt echter zelden voor bij zwerfauto's. In de eerste plaats is er de ruimte winst. De kachel kan men eventueel zelfs onderaan de wagen tussen de chassisbalken installeren. In de koffer voor twee 27 kg zware gasflessen kan men iets anders bergen. Bergruimte in compacte zwerfauto's is soms nogal beperkt. Is de wagen met een compressor koelkast uitgerust, sommige hebben zelfs kookvuren op diesel hoeft men geen zware gasflessen mee te nemen. Heeft men kookvuren op gas volstaat een blauwe campinggas, die kan men in bijna alle landen aanschaffen of omruilen. Bij reizen in het buitenland is het niet zo eenvoudig om een grote gasfles om te ruilen of te laten vullen. Daarentegen heeft de wagen een dieseltank die men in heel de wereld kan (laten) vullen. Als de verwarming perfect geïnstalleerd is kan ze de autotank, bij lange stilstand niet leeg halen, er blijft genoeg brandstof aanwezig om naar een tankstation te rijden. Een ander opmerking is het geruis dat de brander veroorzaakt. Hangt hij onder wagen hoort men nauwelijks een licht gedruis in de wagen. Staat hij binnen in een kast of in de zitbank laat hij zich bij volle kracht duidelijk horen. Lang hoeft hij zo niet te werken want de temperatuur stijgt behoorlijk snel in het interieur. Eens het binnen een aangename warmte is zakt hij in zijn laagste stand en vermindert het geruis tot een minimum.
Een beetje aandacht.
De diesel installatie vraagt iets meer aandacht dan een met gas. Soms zijn ze in een te kleine ruimte ingebouwd zonder dat er een afvoer is van de eigen warmte van de kachel, dat kan nadelig zijn voor een goede werking. Omdat in mijn zwerfauto zich dat probleem voordeed heb ik vooraan van de zijzitbank waarin de Webasto staat een opening gezaagd en ook een aan de voorzijde. Daar heb ik een temperatuur gevoelige ventilator uit een oude pc gemonteerd. De koele lucht vooraan blaast hij over en tegen de kachel, de verwarmde lucht komt er langs de andere opening uit. Probleem opgelost en wat meer warmte in huis. Blijft nog een kritisch punt. Dieselverwarmingen gebruiken meer stroom als de gasbranders. Dat vraagt dus een zwaardere batterij, als men tijdens koude winterdagen 1 of 2 dagen ter plaatste blijft kan dat geen problemen geven met de stroomvoorraad. Voor een langer winterverblijf ter plaatste is een aansluiting aan de "paal" een aanrader, dat geldt trouwens voor alle verwarmingen.
Met of zonder boiler.
Zowel Truma als Webasto hebben verwarmingssystemen met geïntegreerde boiler. Het gaat hier voornamelijk om compacte zwerfauto's, "Kastenwagen" zoals de Duitsers hem noemen. In de meeste wagens is de verwarming al in gebouwd, soms kan men bij de bestelling bepaalde zaken laten aanpassen waaronder de verwarming. Het is te overwegen een verwarmingssysteem te vragen zonder boiler. Het is goedkoper bij aankoop, men moet er aan denken bij vorst het water af te laten, tenzij er een veiligheidsklep bij hoort. Heeft men een halve liter water nodig voor een tasje koffie of thee hoeft men er geen 10 of 11 liter water voor warm te maken of te houden gedurende heel de vakantie, het kost redelijk aan wat dure energydrank. Zelf koos ik voor de Airtop, hij heeft geen boiler. Als ik wat warm of heet water nodig heb zet ik een waterketeltje met een gepaste hoeveelheid water op het kookvuur. Een zwerfauto zelfs een compacte verkopen zonder een douche lukt niet meer. Fabrikanten doen alle mogelijke moeite om er een in te persen met als gevolg minder leefruimte. Bij navraag aan leden van zwerfautoclubs blijken er slechts zeer weinig zwervers de douche in hun wagen te gebruiken. Een buitendouche wordt gemakkelijker gebruikt, gewoonlijk bij warme dagen en hoeft het water niet opgewarmd te zijn. Na een douche binnen hangt er veel vocht in de wagen en is opdrogen en ventileren een noodzaak. Wil men toch absoluut een douche nemen bezoek een camping, buiten dat stortbad geniet men er nog van meer comfort, gezelligheid en veiligheid. Na een leuke douche moet je, je niet in het zweet werken om alles terug droog te maken, moet je minder water aansleuren, verbruik je minder brandstof en in de wagen is iets meer levensruimte.
Systeem om automatisch hulpdiensten te verwittigen verplicht in nieuwe wagens vanaf 31 maartDit systeem zou de ernst van de verwondingen in 15% van de gevallen kunnen verminderen
Op 31 maart wordt op alle nieuwe Europese wagens eCall verplicht. Dat is een systeem dat bij een ongeval automatisch de hulpdiensten belt en daarnaast de exacte locatie van het ongeval meldt, waardoor er een tijdswinst van 40 tot 50 % geboekt wordt in sommige gevallen.Op termijn zullen 150.000 bijkomende oproepen gedaan worden in ons land.Daarnaast zijn er een aantal wijzigingen in het verkeersreglement die van kracht worden op 1 april. Zo is er niet langer een inhaalverbod bij neerslag, voor autobussen en autocars. De maximumsnelheid voor autocars op autosnelwegen wordt ook opgetrokken van 90 km/u naar 100 km/u.
eCall verplicht in alle nieuwe wagens vanaf 31 maart Op 31 maart wordt eCall verplicht op alle nieuwe modellen die in Europa verkocht worden. Het is een systeem waarmee je onmiddellijk de hulpdiensten kan verwittigen. Dat kan manueel, waarbij de bestuurder op een knopje drukt. Hij komt dan verbaal in contact met de operator van de noodcentrale zodat hij details kan geven over het ongeval. Het systeem kan ook automatisch werken. De sensoren in het voertuigen detecteren dan het ongeval, onder andere aan de hand van één van de airbags die opengaat. Het systeem zendt dan rechtstreeks een bericht uit naar de noodcentrale via het alarmnummer 112. Dat kan zeer nuttig zijn als de inzittenden van het voertuig bewusteloos zijn. De operator ontvangt een minimum aan gegevens rechtstreeks van het systeem: zoals de lokalisering van het ongeval en het type voertuig (via het voertuigidentificatienummer). Hij weet tevens of het eCall-systeem automatisch dan wel manueel werd geactiveerd. Op basis van deze gegevens kan de operator van de noodcentrale de gepaste middelen inzetten. De invoering van het eCallsysteem is het eerste veiligheidssysteem waarbij wagens rechtstreeks met een externe partij communiceren. Al de andere veiligheidssystemen communiceren enkel tussen de wagen en de gebruiker rechtstreeks. Een privaat eCallsysteem wordt als optie aangeboden door sommige autoconstructeurs, die eveneens het beheer van de oproepen verzekeren via hun call-center. 2500 levens gered in Europa? Volgens de Europese Commissie kan eCall tot 2500 levens per jaar redden in de EU en de ernst van de verwondingen in 15 % van de gevallen aanzienlijk verminderen. De hulpdiensten zouden immers veel sneller op de plaats van het ongeval aankomen, waardoor er een tijdswinst van 40 % in de steden en van 50 % op het platteland geboekt wordt. Door sneller op de bestemming aan te komen en de gepaste hulp te bieden, kunnen ook de gevolgen voor de andere weggebruikers beperkt worden. Maar het is waarschijnlijk dat in ons land de effecten van eCall op de verkeersveiligheid beperkter zullen zijn dan in pakweg Finland of Letland waar er meer geïsoleerde zones zijn. Vias institute is wel overtuigd van de voordelen van eCall. Het is sowieso een maatregel die in een globale Europese context bekeken moet worden. Niet gegronde oproepen? Gezien het gemak waarmee passagiers van een voertuig met de 112-centrale in verbinding kunnen gesteld worden, kan een aanzienlijke toename van het aantal oproepen voor éénzelfde ongeval verwacht worden. Bovendien zullen een aantal ongewenste oproepen door foutief gebruik(vb bij panne) of kwaad opzet gebeuren. Ook zullen oproepen automatisch doorgeschakeld worden als de airbag van het voertuig opengaat terwijl er niemand gewond is. We schatten dat de invoering van het systeem op termijn 150.000 bijkomende oproepen zal veroorzaken in ons land, waarvan de meeste niet gegrond zullen zijn. In het begin zal het zo een vaart niet lopen, omdat het een aantal jaren duurt voor het wagenpark vernieuwd is. Kost van het systeem: 4,5 miljard euro Volgens de Europese Commissie worden de jaarlijkse kosten om het systeem in te voeren op 4,5 miljard euro geschat voor de hele Europese Unie, en dit voor de installatie van het toestel in het voertuig, de modernisering van de noodcentrales en de vernieuwing van de mobiele telefonienetwerken. Maar de schattingen van de Europese Commissie geven een gunstige kostenbatenverhouding aan: een besparing van meer dan 26 miljard euro per jaar op de kosten van ongevallen en files. De invoering van dit systeem zal waarschijnlijk de verkoopprijs van wagens met enkele honderden euro’s doen stijgen. Leer hoe eCall werkt in dit filmpje: https://youtu.be/5hgvhq-6l8U.
Wijzigingen in het verkeersreglement op 1 april Maximumsnelheid autocars van 90 naar 100 km/u Vanaf 1 april wordt de maximum toegelaten snelheid voor autocars op autosnelwegen van 90 km/u naar 100 km/u gebracht. Deze regel geldt voor autocars waarvan alle zitplaatsen zijn uitgerust met een veiligheidsgordel en die een snelheidsbegrenzer hebben tot 100 km/u. Ze moeten bovendien uitgerust zijn met een snelheidsplaat waarop ‘100’ staat. Door de maximumsnelheid te verhogen kunnen autocars op de autosnelwegen vrachtwagens inhalen. Zo wordt er vermeden dat ze vast komen te zitten in een muur van vrachtwagens op de rechterrijstrook. Er gebeuren bovendien zeer weinig ongevallen met autocars. In 2016 ging het over 12 ongevallen. Er viel daarbij geen enkele dode. Vias institute is niet gekant tegen deze nieuwe verkeersregel, maar wil wel dat na 2 jaar geëvalueerd wordt of er al dan niet een impact op de verkeersveiligheid is geweest. Inhaalverbod bij neerslag geldt niet meer voor autobussen en autocars Het inhaalverbod bij neerslag op autosnelwegen, autowegen en wegen met ten minste 4 rijstroken wordt ook opgeheven voor bestuurders van autobussen en autocars. Zo is het mogelijk dat autocars ook bij neerslag vrachtwagens kunnen inhalen. Voor vrachtwagens van meer dan 7,5 ton blijft het inhaalverbod bij neerslag wel van toepassing. Landbouwvoertuigen verboden op autosnelwegen Tractoren en andere landbouwvoertuigen zijn in normale omstandigheden nooit te zien op de autosnelwegen. Omdat door een omzetting in de regelgeving er landbouwvoertuigen waren die ‘wettelijk gezien’ wel een snelheid van 70 km/u konden bereiken, is nu beslist om uitdrukkelijk in het verkeersreglement op te nemen dat voor hen vanaf 1 april de toegang tot de autosnelweg verboden is.
Contactpersoon:
Karin Genoe, Afgevaardigd Bestuurder Vias institute : 0495/16.54.02.
Alde verwarming wordt deel van de Truma iNet-wereld Alde Compact 3020 HE te integreren in het Truma iNet System De Truma iNet-wereld groeit verder: vanaf april 2018 is het mogelijk om de Alde verwarming Compact 3020 HE in het systeem op te nemen. Dit is vooral interessant voor klanten van Alde die een Truma airconditioningsysteem of een Truma LevelControl (willen gaan) gebruiken. Ze kunnen nu alle apparatuur gemakkelijk via het iNet System bedienen: de verwarming en het airconditioningsysteem aansturen, de automatische klimaatregeling instellen en de gasvoorraad opvragen – allemaal via één app! iNet-compatible bedieningspaneel verwarming Daarvoor hoeft de iNet Box alleen maar op de verwarming te worden aangesloten – klaar! Voorwaarde hiervoor is het nieuwe, vanaf april 2018 beschikbare Alde bedieningspaneel. Voor klanten is het te herkennen aan het iNet ready logo, dat verschijnt als het bedieningspaneel wordt ingeschakeld. Ontbreekt het logo, dan is het touch panel niet iNet-compatible en moet worden vervangen. Dit betreft alle verwarmingen van het type Compact 3020 HE van 04/2014 tot 04/2018. Oudere modellen van het type Alde Compact 3010 kunnen niet achteraf worden uitgerust met het iNet System. Verwarming, airco en automatische klimaatregeling per app sturen Via de Truma App kunnen Alde gebruikers de belangrijkste functies van hun verwarming eenvoudig en comfortabel per smartphone bedienen: de binnentemperatuur, het warmwater en de nachtverlaging instellen. Bovendien kunnen ze in de app kiezen of het toestel bij voorkeur op gas of met de 230V-verwarmingselementen moet worden gebruikt en welke temperatuursensor voor de regeling verantwoordelijk is. Als de klanten een Truma airconditioningsysteem in de camper of caravan hebben, hebben ze de beschikking over de automatische klimaatregeling. Deze houdt de temperatuur in de camper of caravan automatisch constant onder alle weersomstandigheden.
Truma App nog gebruiksvriendelijker De nieuwe release van de Truma App met de Alde-uitbreiding is vanaf maart 2018 beschikbaar. Hij bevat enkele praktische, nieuwe functies, die aan alle gebruikers van de Truma App ten goede komen. „Ze kunnen de status van de binnenruimte- en de watertemperatuur nu ook via Bluetooth opvragen. Voorheen was dit alleen mogelijk in de SMS-modus. Daarmee hebben we een wens van veel klanten gerealiseerd“, licht Nicola Straub van Truma Business Development toe. Een ander pluspunt dat de app in het geheel gebruiksvriendelijker maakt: „Sommige klanten vonden het moeilijk om de temperatuur van verwarming of airconditioning in de app correct in te stellen. Daarom hebben we de schuifregelaar vervangen door een handig wieltje. Deze logica is bijvoorbeeld bekend van smartphone-kalenderfuncties. Dat maakt het voor onze klanten duidelijk veel gemakkelijker om de exacte temperatuur te kiezen“, aldus Straub.
Als we even terug kijken in de geschiedenis van het kamperen zien we dat er al voorlopers waren van de moderne caravan vanaf het ogenblik dat het wiel is uitgevonden. Van het moment dat er voertuigen met een motor verschenen waren er bekwame vaklui die er een bewoonbare laadruimte op bouwden. Dit type vrijetijdsvoertuig kende in de loop van de zeventiger jaren succes, alleen ontbraken specifieke reglementen. Tot 1986 wist niemand wat wel en niet mocht met die wagen. In het voertuig als dusdanig mocht men volgens de wet niet slapen, geen boodschappen mee doen en hem zelfs niet parkeren, alleen rijden was toegelaten.Tijdens een werkvergadering op 7 januari 1984 werden een aantal voorstellen betreffende de inrichting, het gebruik van het voertuig en de benaming “Zwerfauto” aangenomen. Vanaf 1 januari 1986 werd het koninklijk besluit van kracht betreffende de inrichting en het gebruik van het voertuig, enkel de benaming “Zwerfauto” werd veranderd in “Kampeerauto”. De verdelers en invoerders waren niet gelukkig met deze benaming daar ze aan kamperen deed denken. Ze kleefden op hun voordeur het Engelse “Motorhomes”. Dank zij de voornaamste kampeertijdschriften begon zwerfauto door te dringen. Er ontstonden zwerfautoclubs, Zwerfautomagazine verscheen, zwerfautovriendelijk gemeenten en restaurants en specifieke tijdschriften. Zwerfautomagazine lag aan de basis om de zwerfauto in de caravansalons te Brussel de nodige bekendheid te geven. “Zwerfauto” kwam in de van Dale en als laatste woord van de index in de Gouden Gids. Voor een tiental jaren dook de naam “Mobilhome” op. Waarschijnlijk ingevoerd door landgenoten die in Frankrijk op campings het bordje “A louer des mobilhomes” zagen, niet wetend dat het de Franse benaming is voor stacaravans. Bovendien heb ik al meermaals ondervonden dat Vlamingen veel moeite hebben om “zwerfauto” uit te spreken. Komen we met “Caravan” in een groot deel van de wereld terecht, de zwerfauto heeft een ongekend aantal benamingen waar we er enkele van aanhalen: in Duitsland spreekt men van “Reisemobil” of soms “Wohnmobil”. Voor de wet is het bij de Nederlanders een Kampeerauto, ze spreken echter van een “Kemper”, de Zweden hebben hun Husbil, de Italianen hun Camper en in Amerika reist men met een “RV” (Recreation vehicle)
Onder de druk van het algemeen gebruikte mobilhome, zelfs een groot aantal verkopers kennen niet eens de exacte benaming van hetgeen ze verkopen, werd de benaming van het Brussels caravan salon veranderd in “Mobicar”, onbekenden met de branche zullen zich afvragen wat dat zou kunnen betekenen. De meeste wrijven zich met genoegen in de handen want eindelijk is er een MOBIlhome-CARavan salon. Er is nog één kampeermagazine dat de naam “Kampeerauto” correct gebruikt, de andere modderen wat aan, veel lezers vragen zich af over welk voertuig gaat het artikel?
