Als we even terug kijken in de geschiedenis van het kamperen zien we dat er al voorlopers waren van de moderne caravan vanaf het ogenblik dat het wiel is uitgevonden. Van het moment dat er voertuigen met een motor verschenen waren er bekwame vaklui die er een bewoonbare laadruimte op bouwden. Dit type vrijetijdsvoertuig kende in de loop van de zeventiger jaren succes, alleen ontbraken specifieke reglementen. Tot 1986 wist niemand wat wel en niet mocht met die wagen. In het voertuig als dusdanig mocht men volgens de wet niet slapen, geen boodschappen mee doen en hem zelfs niet parkeren, alleen rijden was toegelaten.Tijdens een werkvergadering op 7 januari 1984 werden een aantal voorstellen betreffende de inrichting, het gebruik van het voertuig en de benaming “Zwerfauto” aangenomen. Vanaf 1 januari 1986 werd het koninklijk besluit van kracht betreffende de inrichting en het gebruik van het voertuig, enkel de benaming “Zwerfauto” werd veranderd in “Kampeerauto”. De verdelers en invoerders waren niet gelukkig met deze benaming daar ze aan kamperen deed denken. Ze kleefden op hun voordeur het Engelse “Motorhomes”. Dank zij de voornaamste kampeertijdschriften begon zwerfauto door te dringen. Er ontstonden zwerfautoclubs, Zwerfautomagazine verscheen, zwerfautovriendelijk gemeenten en restaurants en specifieke tijdschriften. Zwerfautomagazine lag aan de basis om de zwerfauto in de caravansalons te Brussel de nodige bekendheid te geven. “Zwerfauto” kwam in de van Dale en als laatste woord van de index in de Gouden Gids. Voor een tiental jaren dook de naam “Mobilhome” op. Waarschijnlijk ingevoerd door landgenoten die in Frankrijk op campings het bordje “A louer des mobilhomes” zagen, niet wetend dat het de Franse benaming is voor stacaravans. Bovendien heb ik al meermaals ondervonden dat Vlamingen veel moeite hebben om “zwerfauto” uit te spreken. Komen we met “Caravan” in een groot deel van de wereld terecht, de zwerfauto heeft een ongekend aantal benamingen waar we er enkele van aanhalen: in Duitsland spreekt men van “Reisemobil” of soms “Wohnmobil”. Voor de wet is het bij de Nederlanders een Kampeerauto, ze spreken echter van een “Kemper”, de Zweden hebben hun Husbil, de Italianen hun Camper en in Amerika reist men met een “RV” (Recreation vehicle)
Onder de druk van het algemeen gebruikte mobilhome, zelfs een groot aantal verkopers kennen niet eens de exacte benaming van hetgeen ze verkopen, werd de benaming van het Brussels caravan salon veranderd in “Mobicar”, onbekenden met de branche zullen zich afvragen wat dat zou kunnen betekenen. De meeste wrijven zich met genoegen in de handen want eindelijk is er een MOBIlhome-CARavan salon. Er is nog één kampeermagazine dat de naam “Kampeerauto” correct gebruikt, de andere modderen wat aan, veel lezers vragen zich af over welk voertuig gaat het artikel?