xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er is dezer dagen nieuws zat: de
inschrijvingskosten in Antwerpen, de zaak Debie bovenop de heisa die er al was
over de staatsveiligheid, het voornemen van Benedictus XVI om op 28 februari op
te stappen als Paus. Daardoor dreigt ander nieuws, dat ook interessant kan zijn,
niet meer relevant. Het ene ontslag is bv het andere niet.
Een van dat andere nieuws is dat van een
eveneens aangekondigd ontslag, dat van Charles Picqué als minister-president
van de Brusselse regering. De man heeft die functie vervuld van 1989 tot 1999
en daarna opnieuw van 2004 tot op de dag van vandaag. In mei van dit jaar wordt
hij weer gewoon burgemeester van de gemeente Etterbeek. Hij mag dan al 65 zijn,
een politieker in dit land heeft schijnbaar geen haast om op pensioen te gaan.
Picqué geeft in het Brussels hoofdstedelijk gewest de fakkel door aan zijn
PS-partijgenoot Rudy Vervoort, ook al burgemeester (van Evere) en
eerder een grijze muis in het politiek bestel van de hoofdstad.
Wat er allemaal bijzonder is aan
bovenstaande? Wel, die Picqué laat zijn opvolger een erfenis na om de Brusselse
krabbenmand te reorganiseren. Hijzelf heeft daar nu acht jaar aan één stuk de
tijd voor gehad, maar er zo goed als niets aan gedaan. Om zich niet helemaal
belachelijk te maken, beweert hij dat hij de laatste twee jaar aan een plan
gewerkt heeft, dat hij intensief zou hebben voorbereid.
Dat plan Picqué blijkt een lege doos te zijn
vol goede voornemens, maar met geen enkel duidelijke richtlijn. Hij begrijpt pas
nu hij opstapt dat Brussel niet verder kan met zijn negentien gemeenten (de
zgz baronieën) en wil die herleiden tot zes regionale zones (die men nu al
hertogdommen noemt). Binnen die zones blijven de gemeenten wel bestaan, al
kunnen ze eventueel fusioneren. M.a.w. elke burgemeester die baron wil
blijven zal dat nooit laten gebeuren en de kans dat men in de toekomst in
Brussel verder zal aanmodderen blijft dan ook reëel. De fusies zijn zgz
bespreekbaar, maar niet meer dan dat. Het kan zelfs nóg ingewikkelder worden,
omdat er in Picqués plan ook sprake is van het indelen van Brussel in een
honderdtal(!) wijken. En zelfs daar houdt het niet mee op, want ondertussen
blijven de Brusselaars ook maar praten van de zgn metropolitane regio
Brussel, een samenwerkingsverband met liefst 135 gemeenten rond Brussel. Hoe
kan daarvan ooit iets in huis komen, als men er nog niet in slaagt orde op
zaken te stellen binnen het eigen gewest?
Brussel moet zon beetje de enige grootstad
ter wereld zijn die niet uit één geheel bestaat. Zelfs New-York, toch ook een
multiculturele stad, met meer inwoners dan heel België, is één geheel, met één
burgemeester, één politiecorps en één brandweer. Dat het in Brussel anders kan,
bewijst het feit dat er voor het hele Brusselse territorium ook slechts één
brandweerkorps is. Maar daar houdt het mee op. Men zou ook districten kunnen
instellen, zoals bv in Antwerpen, maar dan verliezen de baronnen hun privileges
Het zal Picqué worst wezen. Hij gaat
uitbollen in zijn Etterbeek. Après moi le déluge. En dan maar klagen dat de
Vlamingen zich te weinig interesseren voor Brussel. Waarom zouden we ons
blijven druk maken om een stedelijk gewest dat niet in staat is zelf orde op
zaken te stellen?
|