Dat de nieuwe Vlaamse deelregering er kwam zonder de socialisten was al bij al geen verrassing, zelfs niet na 25 jaar aanwezigheid van de SP.a in die regering. Dat er tenslotte een regering kwam met Open VLD was dat wel. Gwendolientje mocht dan al een tijdje gesteld hebben dat het voor haar partij alles of niets werd (erbij op zowel federaal als regionaal vlak of nergens), niemand geloofde daar nog in, zijzelf blijkbaar inbegrepen. Toen het immers beslist werd door de N-VA en CD&V was het bij de liberalen alle hens aan dek, zeg maar paniek, omdat ze in feite maar 48 uur kregen om toe te happen. Het resultaat was ernaar.
Om te beginnen was er geen tijd meer om het regeringakkoord tussen Vlaamsnationalisten en Christendemocraten nog te wijzigen en moesten de liberalen het slikken zoals het was zonder te kunnen heronderhandelen. Daar kwam bij dat één van de twee nieuwe liberale ministers uit Brussel moest komen. Dat schijnt zo in de wet te staan. Enkele kandidaten, die zich geroepen voelden, wilden meteen een domiciliëring in Brussel aanvragen, maar dat bleek niet te lukken op zo’n korte tijd. Noël Slangen onderbrak er zelfs zijn cruise op de Middellandse Zee voor en vloog vanuit Turkije terug naar Zaventem. Het mocht niet baten en datzelfde gold voor Bart Tommelein, Bart Somers en – gelukkig maar - vooral voor Jean-Jacques De Gucht, zoon van. Het werd tenslotte Sven Gatz, iemand die de politiek drie jaar geleden vaarwel had gezegd en nu weer werd opgevist. De 'comeback ket', zeg maar. De man had niet eens meegedaan aan de verkiezingen, maar dat geldt ook voor Slangen, die – in tegenstelling tot Gatz - zelfs nooit enige parlementaire ervaring heeft gehad.
Nu maar hopen dat Gatz het er goed vanaf brengt als Brusselaar van dienst. Hij heeft al één voordeel: slechter dan de vorige Brusselaar, Pascal Smet, zal hij het waarschijnlijk niet doen. Die gaat nu de Brusselse gewestregering teisteren voor de termijn van één legislatuur, vóór hij met zijn Braziliaanse partner een Bed&Breakfast gaat openen in diens thuisland…
Voor de tweede blauwe vacature was er minder twijfel. Het is Annemie Turtelboom geworden, econoom van studierichting, met de nodige regeringservaring (vooral door haar post op Migratie, waar zij voor Patje Dewael de kastanjes uit het vuur mocht halen). Toch zal ze het niet gemakkelijk hebben in een echte besparingsregering, waar heel wat discussies over de centen zullen zijn en waar het gevaar groot is dat de ‘zwarte madam’ er straks geregeld de ‘zwarte piet’ doorgespeeld zal krijgen.
Tenslotte nog dit: Turtelboom komt uit de CD&V, Gatz uit de Volksunie. Veel echte bekwame liberalen die wat voorstellen schijnen er niet veel meer rond te lopen. Een paar blauwe miepies die dachten een kans te hebben, werden terecht over het hoofd gezien. Sinds duracellkonijn Smets heeft men daarmee op Vlaams gebied al genoeg meegemaakt
|