Terwijl wij ons druk maken over de gebeurtenissen in Oekraïne, het Midden-Oosten en over de problemen met de kerncentrales, waardoor een black-out in dit land de komende winter steeds waarschijnlijker wordt, blijkt de Europese economische groei in het tweede kwartaal te zijn stilgevallen. Zelfs in Duitsland, dé locomotief van de oude wereld, kijkt men aan tegen een krimp van 0,2%. Het is de eerste keer in vijf jaar dat de Duitse economie het slechter doet dan het Europese gemiddelde. Dat Frankrijk en Italië het nog slechter doen, mag dan een magere troost zijn. Feit is dat als de situatie niet verbetert, men zich grote zorgen zal mogen maken voor de werkgelegenheid, die normaal pas echt toeneemt als de economie minstens 2% stijgt.
Bovenstaande is ook slecht nieuws voor de Zweedse coalitie die vanaf morgen serieus gaat praten over de vorming van een centrumrechtse regering. Zolang die nieuwe regering er niet zal zijn, zullen er trouwens gegarandeerd politieke spelletjes gespeeld worden. Plaatsvervangend minister van Binnenlandse Zaken Wathelet en al even plaatsvervangende staatssecretaris Catherine Fonck mogen vrijdag a.s. dan wel op het matje geroepen worden om in twee commissies uitleg te komen geven over de alarmerende toestand van ons energienet, beide cdH’ers zullen er alles aan doen om de problemen door te verwijzen naar de volgende federale regering, waaraan zij toch niet deelnemen.
Kortom, de Zweedse coalitie lijkt steeds meer af te steven op een mission impossible, wat als gevolg zou kunnen hebben dat dit land federaal niet meer bestuurbaar zal zijn en het tenslotte de gewestregeringen zullen zijn die het probleem zullen mogen oplossen. In een interview in De Tijd van dit weekeinde vraagt zelfs Luc Coene, gouverneur van de Belgische Nationale Bank en minister van Staat, zich af of België, na de jongste verkiezingen, niet de limieten van zijn politieke bestuurbaarheid heeft bereikt. Zo hoort men het ook eens van iemand anders, iemand die zeker niet van enig extremisme kan verdacht worden.
|