Didier Reynders, federaal minister van Buitenlandse Dinges, zal vandaag te weten komen of hij voorzitter kan worden van de Raad van Europa. Dat wordt dan de bekroning van een politieke carrière, waarbij hij zelf ook eens met een prijs kan gaan lopen. Dit nadat zowat alle kabinetchefs die hij ooit als minister heeft gehad een lucratieve landing hebben meegemaakt.
Reynders’ huidige kabinetschef voor Buitenlandse zaken wordt ambassadeur in Tokio. Adjunct-kabinetschef Luc de Lobel wordt ambassadeur bij de OESO. Drie andere, medewerkers: Christophe De Bassonpière, Michael Wimmer en Pierre Brusselmans worden respectievelijk ambassadeur in Tunesië, Ivoorkust en India.
Reynders is niet de enige die zorgt voor de verdere carrière van zijn medewerkers, maar geen enkele andere politicus is er ooit in geslaagd Didier op dat gebied te kloppen. Wat daar nu gebeurt doet hij al bijna zolang als hij in de Belgische nationale regering zit, dus continu sinds 1999. Men vindt zijn vroegere medewerkers ook terug bij andere instellingen zoals o.a. de Nationale Bank van België (NBB) en de Europese Centrale Bank (ECB). Als hij het vandaag haalt bij de Raad van Europa, zal dat carrousel hopelijk ook tot het verleden behoren.
Misschien is zijn mogelijk vertrek ook een reactie op het feit dat Reynders er nooit in geslaagd is Belgisch eersteminister te worden, terwijl zijn rivaal binnen de eigen MR-partij – onze nu nationale Charel – daar wél in slaagde.
---
En dan nog dit: de kersverse nieuwe ‘fractielijder’ van de SP.a, een zekere Conner Rousseau, stelt voor de naam van de partij te veranderen. Wat zou men denken van SP.b (‘Socialistische Partij beter’) ?
|