De haven van Antwerpen krijgt geregeld kritiek vanwege milieugroepen en aanverwanten. Dat is niet moeilijk, want we spreken hier over de tweede grootste haven van Europa (na Rotterdam) en de tweede grootste chemiecluster van de wereld (na die van Houston). Met 150.000 directe en indirecte werknemers is het ook de grootste werkgever van dit land.
Het is daar echter niet allemaal zorg en kwel, verre van zelfs. Dat werd vorige week nog eens bevestigd door Thierry Breton, Europees commissaris voor Interne Markt en Industrie, in een vraaggesprek in De Tijd.
Breton zei daarin, dat de haven van Antwerpen (officieel: ‘Port of Antwerp’) ook bijdraagt tot wat Europa industrieel aantrekkelijk maakt: getalenteerde mensen, ultramoderne infrastructuur en inventiviteit. De haven bevindt zich in het hart van de Europese interne markt. Er wordt straks voor bijna 20 miljoen euro geïnvesteerd in het goederenvervoer per spoor dat tegen 2030 van 7 naar 15% zal stijgen. De haven opende ook reeds een eerste multimodaal waterstoftankstation, wat mee zal spelen bij de vergroening.
Kortom, we kunnen terecht wel blijven zeggen dat Europa nog steeds niet is wat we ervan verwachtten, maar wat de Antwerpse haven betreft lijkt men er zich ook op Europees vlak van bewust hoe belangrijk die is als strategisch transport-, energie- en industriecentrum, niet alleen voor dit land maar voor het hele internationale achterland.
---
In de marge van bovenstaande is er nog wel de eveneens terechte kritiek op de rol van de haven i.v.m. de drugtrafiek en de – tot nu toe gelukkig nog – kleine criminaliteit erbij. De grote schuldige dat het daarin niet beter loopt, is echter niet het stadsbestuur, maar de Belgische overheid die de haven nog steeds laat bewaken door de federale politie en daarvoor niet genoeg investeert in manschappen. De stad Antwerpen heeft al meermaals gevraagd die dienst over te nemen, maar er dan wel de middelen bij moet krijgen om de politiemacht in de haven op een hoger peil te brengen. Iets dat nog steeds niet is gebeurd.
|