In De Tijd verscheen er vorig weekeind een interview met Vincent Van Quickenborne dat veel weg had van een noodkreet. Quicky heeft ondertussen ook gezien dat de blauwe haring in Vlaabderen niet meer braadt. Voor zover hij dat nog niet wist – Q is niet van de domste – werd hij eraan herinnerd door de laatste peiling, waarbij Open VLD onder de iconische grens van de 10% zakte. Genoeg om zich af te vragen of de partij misschien niet beter zou veranderen van naam, programma én ‘figuren’.
Jammer genoeg vielen er bij die ‘figuren’ geen namen en ben ik zo vrij dat in zijn plaats te doen. In de eerste plaats Egbert Lachaert, die het vertrouwen van de blauwe achterban is kwijtgespeeld nadat hij het programma, waarop ze hem tot voorzitter verkozen hadden, compleet verloochende. Aan zo iemand geeft men zijn stem geen tweede keer. Onze Open-VLD’ers zijn ook niets met verkozenen die om een topjob te krijgen, bereid blijven hun liberale overtuiging ondergeschikt te maken aan een linkse meerderheid, zoals dat gebeurt met Decroo Jr bij Paarsgroen+ en erfgenaam De Clercq bij Groenlinks in Gent. Ook al komt dat hun persoontje ten goede, de partij haalt er geen voordeel bij.
Open VLD zou beter een voorbeeld nemen aan de liberale familie in Wallonië, waar Georges-Louis Bouchez van zich afbijt, wat hem geen windeieren oplevert. Zijn MR zit in Brussel tegen de 20% en in Wallonië er zelfs boven. Van Belgicist Bouchez kan men denken wat men wil, maar hij komt tenminste steeds op voor zijn achterban, zowat het tegenovergestelde van wat Lachaert in Vlaanderen heeft gedaan.
‘Blauw vuur’? ‘Flauw vuur’; ja.
|