In deze rubriek heb ik al meermaals geschreven dat de Vlaamse onafhankelijkheid, hoe wenselijk ook, er niet op één, twee, drie zal komen. Voor een eerste stap is een Vlaamsnationale meerderheid nodig in het eigen parlement en dat kan in het beste geval pas na de regionale verkiezingen van 2024. Niet eerder, omdat de Vlaamse gewestregering een legislatuurregering is, wat bij een eventuele val geen nieuwe verkiezingen tot gevolg kan hebben. In 2024 zou dat wél kunnen en een Vlaamsnationale meerderheid, al dan niet gesteund door andere partijen, zou dan de zogenoemde Senelle-doctrine kunnen toepassen, waarbij het Vlaams parlement Vlaanderen uitroept tot deelstaat van het federale België, met als grenzen de bestaande grenzen van het Nederlands taalgebied. Dat is democratisch volledig legitiem, want het Vlaams parlement, verkozen om Vlaanderen te besturen, is de uitdrukking van het Vlaamse volk, wat voor overtuigde democraten het enige is wat telt.
Bovenstaande heb ik al meermaals geschreven en komt uit het boek ‘De ordelijke opdeling van België’, door Annemans en Utsi. Deze soevereiniteitsverklaring is een eerste stap die wel noodzakelijk is om de verdere evolutie naar een onafhankelijkheid een wettelijke basis te geven.
Daarna moet er o.m. een overgangsfase komen binnen het raamwerk van een sterk gereduceerde Belgische constructie, met als gevolg een boedelscheidingsverdrag die moet uitmonden in een onafhankelijkheidsverklaring. Iets parallels zou tegelijkertijd ook kunnen gebeuren aan francofone kant, maar dat is niet noodzakelijk.
Er zal dus nog heel wat water naar zee lopen vóٕór het zover zal zijn, maar men moet érgens mee beginnen en dat zal in de eerste plaats zijn ervoor te zorgen dat álle overtuigde Vlamingen in 2024 ervoor zorgen dat die eerste stap zal kunnen gezet worden.
|