Waar ze het allemaal vandaan blijven halen, weet ik niet, maar onze zgz ‘serieuze pers’ blijft maar speculeren op een volgende Vlaamse deelregering van de N-VA met één of meerdere traditionele partijen, desnoods zelfs met Groen, terwijl de simpelste geest na het boerenprotest weet dat dit voor Groen dodelijk zal zijn. Ook Vooruit wordt nog genoemd in een recente peiling van de Gazet van Antwerpen, mét of zonder ons mateke. En dat alles terwijl de N-VA waarschijnlijk zelf niet eens als eerste uit de bus zal komen op 9 juni. ‘Il faut le faire’, om het in de taal van Bouchez te zeggen, de man die al jaren zgz Nederlands leert maar waarvan we nog altijd het eerste woord moeten horen.
Knack kwam enkele weken geleden trouwens met een nieuw ideevoor de vorming van de volgende federale regering. Die stelt voor een ‘afspiegelingscoalitie’ te maken. Een Vlaamse en een Waalse regering vormen dan samen een regeerakkoord. Dat zou kunnen, maar wat met Brussel en het VB ? En wat met een Vlaamse regering als er een Vlaamsnationale meerderheid zou zijn in het eigen parlement? Hoe men het ook denkt te spelen, zolang de Vlaamse meerderheid in een minderheidspositie blijft hangen is hier van echte democratie geen sprake.
In deze woelige dagen, die ook onze buurlanden teisteren, moet men er wel rekening mee houden dat België een geval apart is, waar in de wetgeving zoveel uitzonderingen en achterpoortjes zijn en waar situaties bestaan die men in de meeste van onze buurlanden niet eens kent. Ik vind dat ik er best aan doe mijn lijst ‘Only in Belgium’ nog eens te publiceren. Die ziet er voorlopig ongeveer zo uit:
- De automatische index. ( bestaat ook in Luxemburg, Malta en Cyprus, maar die kunnen we bezwaarlijk echte landen noemen).
- De vastgelegde koopjesperiodes, met daaraan verbonden de sperperiode en de koppelverkoop.
- De kiesplicht voor het federaal, gewestelijk en Europees niveau (samen met Griekenland en Luxemburg).
- De werkloosheidsuitkeringen zonder beperking in de tijd. Meer nog: tijdens de werkloosheid kan men in België pensioenrechten blijven opbouwen, de zo genoemde ‘gelijkgestelde periode(s)’.
- Het bestaan van een kabinet voor elke minister, zowel federaal als regionaal en zelfs voor burgemeesters. In een normaal land heeft alleen de eerste minister een kabinet.
- Het bestaan van een alternatieve gewestelijke regering, de Fédération Bruxelles-Wallonie, (zgz van de Franse Gemeenschap), die grondwettelijk niet eens bestaat, maar wel een extra minister-president, een regering en een parlement heeft die allemaal door de staat betaald worden.
- Het recupereren van feestdagen die tijdens het weekeinde vallen.
- Het verbod van opkomst voor onafhankelijken bij sociale- of bedrijfsverkiezingen (zoals bv de ondernemingsraden).
- Het cordon sanitair rond een politieke partij, die echter wel mag meedoen aan verkiezingen en zelfs subsidies krijgt in verhouding tot het aantal stemmen dat ze haalt.
- De bedrijfswagens. Een vorm van gelegaliseerde belastingontduiking. Nergens rijden er meer en dit als compensatie voor loonsverhogingen die men niet geven kan wegens allerlei akkoorden tussen werkgevers en vakbonden i.v.m. de index en de loonnorm, het risico van verhoogde belastingen (we hebben al de hoogste ter wereld) en het verlies van concurrentiekracht t.o.v. de buurlanden, volgens de loonwet van 1996..
- Het afschaffen van de Rijkswacht, wat in geen enkel ander Europees land gebeurd is (gendarmes, marechaussees, guardia civil en carabinieri zijn blijven bestaan), waardoor bij rampen en aanslagen geen Plan B meer voorhanden is, ook al omdat de dienstplicht eveneens werd afgeschaft.
- De nationale sociale loonakkoorden (elders bestaan die ook, maar zijn ze sectoraal).
- Het uitbetalen van de werkloosheidsvergoedingen via de vakbonden aan hun leden, niettegenstaande een Nationale Hulpkas die het zelfde doet voor de niet gesyndikeerde leden,
- Het Noordzeestrand is Vlaams, de zee echter Belgische federale materie, waardoor de windparken in zee Belgisch zijn..
Volgens de laatste cijfers van de Nationale Bank nam de economische activiteit in Vlaanderen sinds 2019 toe met 6,5%, terwijl die in Wallonië slechts 1,9% bedroeg. De laatste 70 jaar deed de Vlaamse economie drie op de vier jaar beter dan de Waalse.
Mede als gevolg daarvan riskeert 11% van de Vlamingen armoede of sociale uitsluiting, het laagste van de Europese regio’s, terwijl dat percentage in Wallonië 28% bedraagt, een van de hoogste in Europa. De Walen schijnen zich daar weinig van aan te trekken. Zowel Di Rupo als Waals staatssecretaris Dermine (beiden PS) schreven er zelfs een boek over, waarin ze zeggen dat de oorzaak daarvan nog het gevolg is van de sluiting van de Waalse koolmijnen en de staalfabrieken.
Dat laatste wordt weerlegd door het Internationaal Muntfonds (IMF), dat stelt dat alle andere oude industriële bekkens in Europa beter geslaagd zijn in de transitie dan die uit Henegouwen en Luik. Waalse voorstellen van hogere belastingen op multinationals en hogere lonen zullen daarin geen verandering brengen, integendeel. De economische kloof tussen Vlaanderen en Wallonië zal er alleen maar groter door worden.
‘Als de boeren klagen, nadert het einde der dagen’ is een spreekwoord dat actueel lijkt. Dat einde geldt dezer dagen wel eerder voor de boerenstiel zelf dan voor de samenleving, al zal die er voor moeten betalen. De wereld blijft maar veranderen en die verandering gaat hoe langer hoe sneller, en op alle gebied. Dus ook in de landbouw.
De klimaatverandering is een feit en daar we er weinig aan kunnen/willen doen (schrappen wat niet past), zullen wij ons moeten aanpassen en dat ‘wij’ zijn wij allemaal, zowel de agrariërs als de rest. Om dat te realiseren zullen we geen gekke dingen moeten doen, er de tijd voor moeten nemen en vooral erop te letten alles zoveel mogelijk samen te doen. Een dialoog waarbij iedereen, ook de landbouwers, een stem moeten hebben.
--
Over onze boeren zijn er nogal wat mopjes in omloop, misschien niet erg gepast in deze tijd, maar toch nog eens enkele op zijn pallieters:
- De maand waarin de boeren het minst klagen? Februari, die heeft maar 28 dagen…
- Boeren hebben altijd geklaagd. Dan was het weer te droog, dan weer te nat, dan moesten ze te lang wachten op hun nieuwe Mercedes…
Nu de hoerakreten van de nieuwjaarsrecepties verstomd zijn, wordt het weer business as usual en zitten we nog altijd met dezelfde problemen die ervoor ook slecht of niet werden opgelost en die men liefst van al over de verkiezingen heen zou willen tillen. Denk maar aan de hervorming van de financieringswet, de begroting, de staatsschuld, de stikstofaffaire, abortus (nog maar eens) en nog van dat moois. Zowel federaal als regionaal blijven de hangijzers heet.
Kop van jut zijn in Vlaanderen in de eerste plaats de traditionele partijen én Groen die met een bang hartje de volgende politieke peilingen afwachten. Bij Open VLD was het op een haar na slaande ruzie en de partij moet het, net zoals Vooruit trouwens, doen met een trouw partijlid maar tweederangsfiguur als voorzitter. Bij cd&v is het al niet veel beter, zeker nu hun ‘verlosser’ zich opwerpt als ‘het enige alternatief voor de ‘extremen’. Na zijn dragqueen optreden is het maar de vraag wat hij daarmee bedoelt...
Grote titel in de weekeindeditie van De Standaard: ‘Philip Van Acker stapt op bij N-VA’. Philip wie? Wel, de man blijkt een Deurne’s districtschepen te zijn. Hij zegt verder te gaan als onafhankelijke, maar dat klopt niet helemaal, want hij voegt er aan toe dat hij de overstap maakt naar Vista. Dat is een recent opgerichte, nieuwe Vlaamse partij waarover ooit een artikel verscheen in het maandblad van de Vlaamse Volks Beweging (VVB), maar ook niets méér.
Vista blijkt trouwens verre van de enige nieuwe partij te zijn die aan de verkiezingen van 9 juni wil meedoen, Voor zover ik weet zijn het er een tiental:
- ‘Volt’ zou een tak zijn van een uitgesproken Europese partij met een sociaalliberaal programma.
- Els Ampe komt op met ‘Voor U’, nadat ze uit de Brusselse Open VLD was gestapt. Peter Verlinden, VRT-journalist deed daar even aan mee, maar bedacht zich en krijgt een plaatsje op de lijst van ‘Cindy Envy’.
- ‘BoerenBurgerBelangen Vlaanderen’ is een tak van het voorlopig Nederlandse succesverhaal.
- ‘Viva Palestina’ is van Abou Jahjah en hoeft geen verdere uitleg.
- ‘Forum voor Democratie Vlaanderen’ is dan weer de tak van de partij van Thierry Baudet in Nederland.
- ‘Blanco’ is duidelijk een partij voor de niet-stemmers. Mocht er daarvan iemand verkozen worden, zal die zich bij elke stemming onthouden. Absurder kan moeilijk.
- En dan is er nog Fouad Ahidar, de vriend van Bert Anciaux in Brussel, die bij Vooruit opstapt omdat hij ‘maar’ een lijstduwersplek kreeg. Zijn partij heeft nog geen naam.
--
Met ‘Vista’ erbij zijn dat het negen. Het hadden er tien kunnen zijn. Als Deckerken weer zou opgekomen zijn met zijn LDD-lijst. De man koos echter eieren voor zijn geld en kreeg zowaar de eerste plaats in West-Vlaanderen voor N-VA. De rest mag blij zijn de kiesdrempel en één zetel te halen. Tenminste die LDD-stemmen zijn hopelijk (nog niet) verloren voor Vlaanderen.
De Brusselaars moeten straks zelf de kans krijgen te beslissen of hun stad een aparte regio zal blijven of niet. In dat laatste geval moet het Nederlands er wel hetzelfde statuut behouden als nu en zullen de in Brussel wonende Vlamingen door Vlaanderen gesteund worden op het gebied van Cultuur en Onderwijs, zoals dat ook nu al gebeurt. Als Brussel echter een confederatie met Vlaanderen zou willen, zullen daar voorwaarden aan verbonden worden: één stadsgewest (stad en gewest samen) en één stad (geen 19 gemeenten meer zoals nu*).
Mochten de Brusselaars beslissen een confederatie aan te gaan met Wallonië, al dan niet via de reeds bestaande, maar grondwettelijk niet erkende Fédération, dan zal Vlaanderen daartegen geen bezwaar aantekenen, op voorwaarde dat de twee regio’s de kosten ervan voor eigen rekening zullen nemen en niet meer zullen kunnen verhalen op Vlaanderen, al dan niet via België zoals dat nu het geval is.
De Duitstalige Oostkantonners zouden kunnen kiezen tussen een confederatie met Wallonië, een eigen regio blijven – ‘Ostbelgien’ - of terugkeren naar hun Heimat.
Als daarover een akkoord zou bereikt zijn** tussen Vlaanderen en Wallonië, kan er gesproken worden over een Belgische zakenkabinet dat hoogstens uit een half dozijn ministers zal bestaan die zich zullen bezig houden met Buitenlandse Zaken, Defensie, de afbouw van de staatsschuld en Justitie.
--
* Elf van die negentien huidige Brusselse gemeenten staan momenteel onder financieel toezicht. Molenbeek, het rijk van wijlen Flup Moustache, nu gerund door diens dochter, heeft zelfs helemaal geen begroting voor 2024…
** En wat als de twee Vlaamsnationale partijen géén voldoende meerderheid zouden behalen op 9 juni 2024? Dan zijn er nog twee mogelijkheden: ofwel wordt een derde Vlaamse partij bij gehaald, ofwel zullen we voortmodderen op zijn Belgisch zoals we nu bezig zijn en zal hardwerkend Vlaanderen jaarlijks miljarden van zijn welvaart blijven afgeven. Dat laatste zal ook gebeuren als N-VA en VB na 9 juni niét tot een akkoord zouden komen...
Bart De Wever vergist zich als hij denkt weer alleen met de PS te kunnen gaan praten na de volgende verkiezingen. Hij heeft dat in 2019 al eens gedaan zonder succes en dat zal nu niet anders zijn als hij er eerst niet voor zorgt sterker te staan.
De meester stratego vergeet dat zijn partij straks – als de peilingen blijven wat ze zijn - niet meer als eerste uit de bus zal komen en dat een kwart van de Vlamingen in de besprekingen weer niet vertegenwoordigd zal zijn, waardoor hij ipso facto van onze meerderheid een minderheid maakt.
Mochten de Vlaamsnationalisten – N-VA én VB – uit de regionale verkiezingen komen met een serieuze meerderheid, dan zal de tegenpartij in casu, de PS, moeten aanvaarden dat het cordon sanitair niet thuis hoort in een democratie, zelfs niet in een ingewikkeld land zoals België, dat – althans volgens The Economist - niet meer zou uitgevonden worden als het niet bestond.
Er zit voor de N-VA en het VB niets anders op dan na 9 juni samen te werken en eerst de Vlaamse soevereiniteitsverklaring af te leggen als nieuwe Vlaamse deelregering vóór men gaat onderhandelen met de francofonen.
Vorig weekeinde kwam er in Duitsland zo’n 300.000 man op straat om te protesteren tegen extreemrechts. Dat lijkt enorm veel, maar men vergeet daarbij te vertellen dat dat land meer dan 80 miljoen inwoners telt. In verhouding tot het totaal aantal inwoners is 300.000 maar 0,4%.
Tegenwoordig komt men voor alles en nog wat op straat. Het volstaat dat de klassieke drie man en een paardenkop voor eender wat op de (a)sociale media meldt dat er zal gedemonstreerd worden en er zijn kandidaten voor. Dat fenomeen is vooral toegenomen sinds de betogingen van Black Lives Matter (BLM).
Al die straatbetogingen hebben dan ook nog weinig impact. Buiten de vakbondsleden die er meestal voor betaald worden en de hooligans die het alleen maar gemunt hebben om de boel kort en klein te slaan, heeft men er zo goed als niets aan. Zelfs in Tel Aviv, waar het er echt om gaat, laat Bibi zich er niet door vermurwen.
--
Iets anders zijn de betogingen van onze landbouwers. Daarbij gaat het niet om links of rechts, maar om het levensonderhoud en de toekomst van onze Landbouw, waar we zelf ook de gevolgen van zullen dragen. Stikstofverdragen en andere groene plannen zullen wel nodig blijven, maar geef de mensen de tijd om dat te realiseren en stop met vervaldagen en -termijnen, waar niemand beter van wordt.
Federaal minister zonder Financiën Van Peteghem lijkt zelf geschrokken te zijn van zijn eigen successen. Eerst was de run op de staatsbon zo groot dat er te veel geld werd opgehaald. Daarna zorgde de 5.000 euro subsidie voor de aankoop van elektrische wagens ervoor dat het beschikbare geld al op is vóór men ermee beginnen kan. Drie jaar geleden besliste hij dat tegen 2026 alle bedrijfswagens elektrisch zouden zijn. De reactie van het bedrijfsleven was zo massaal positief,dat Van Peteghem bij wijze van afschrikking wie dan nog zou rondrijden op fossiele brandstof extra belasting zou belasten.
Ondertussen is de verkoop van elektrische wagens echter flink gedaald. Buiten het bedrijfsleven zijn er weinig mensen die zo’n wagen, die gemiddeld driemaal duurder is dan een op fossiele brandstof, kunnen of willen betalen. Het schijnt zelfs dat het aantal publieke laadpalen sneller stijgt dat het aantal nieuwe elektrischeauto’s.
Eenzelfde verhaal met de warmtepompen, die te duur blijken om potentiële kopers deftige terugverdientijd te geven. Als gevolg daarvan moet de fabriek van Daikin Europe voor de tweede keer tijdelijke werkloosheid invoeren.
Tenslotte is er van zijn belastinghervorming ook niet in huis gekomen. Van Peteghem lijkt steeds meer op de leerling-tovenaar die de geest niet terug in de fles krijgt. Ik heb hem al eens VanPrutseghem genoemd en het ziet er steeds meer naar uit dat hij die titel aan het verdienen is.
Volgens een online bijlesschool uit Duitsland, TutorSpace, is Zwitserland het slimste land van Europa. Zwitserland krijgt een score van 81,1 op 100. Ook de Scandinavische landen krijgen een hoge score. Ze staan gerangschikt op plaatsen twee tot en met zes. En wie staat er zevende (op vierenveertig!)? België!
Hoe dat juist berekend werd, is me een raadsel. Het zou gaan om een lijst van zeventien punten. Opmerkelijk daarbij is wel dat uitgerekend Zwitserland op de eerste plaats staat, de ‘Confederatio Helvetica’ (CH op de autokentekens), het land waarnaar ik reeds lang verwijs als voorbeeld voor een confederaal België, de eerste stap naar meer Vlaamse zelfstandigheid.
Alvorens we hier toe zullen zijn aan het confederale België, moet er eerst orde op zaken komen i.v.m. de Belgische schuldenlast. Op dat punt heeft Bart De Wever misschien gelijk met zijn voorstel om eerst een zakenkabinet te vormen dat die schuld – de grootste van Europa na Slowakije – moet wegwerken. Dat wordt wel een bijna onmogelijke zaak Met de kloof die er in dit land is tussen de economische en politieke realiteit zal er hoe dan ook een staatshervorming nodig zijn. En zullen we weer op ‘af’ staan.
Hoe het verder ook zal evolueren, zal Vlaanderen er alle belang bij hebben bij de onderhandelingen – die er hoe dan ook zullen moeten komen – zo sterk mogelijk te staan en dat zal alleen kunnen als er bij de volgende regionale verkiezingen een Vlaamsnationale meerderheid zal zijn in het eigen parlement. Blijven voortmodderen met de traditionele partijen die er al decennia niets aan gedaan hebben, is geen optie meer. We kunnen alleen maar hopen dat enkele van hen op 9 juni zelfs de kiesdrempel niet meer zullen Halen.
In mijn blog van 18 dezer schreef ik dat de Nieuwjaarsrecepties van de politieke partijen voorbij waren. Niet dus, want dit weekeinde hebben we er nog twee gehad, een van het VB en een van Vooruit. Die eerste VB-receptie blijkt maar een pre-campagne congres te zijn geweest, maar die van Vooruit was eerder een ‘vlucht vooruit’(What’s in a name!). De eerste receptie was nl nog in Oost-Vlaanderen, de thuishaven van ons mateke, maar dat feestvarken was er niet meer bij. Dat was ook zondag niet het geval nu die tweede receptie plaats vond in Brugge, de hoofdstad van West-Vlaanderen en basis van de nieuwe voorzitster Melissa De Praetere. Die laatste mag dan wel een trouw partijlid zijn, t.o.v. Transconnah spreekt ze niet tot de verbeelding. Hetzelfde wat trouwens het geval is bij Open VLD en, zij het misschien wat minder, bij de cd&v van ‘voorzitster Cindy Envy’ (dixit Kaaiman). Bij de Vlaamse Groenen tenslotte stapt Calvo over naar Ecolo, geen verrassing naar een Ecolo die de Belgische groene lakens uitdeelt, zoals de PTB dat ook doet bij de ‘travailleurs’.
Kortom, zij dronken een glas, loosden een plas en lieten alles grotendeels zoals het was. Het zullen tenslotte de Vlaamse kiezers zijn die op 9 juni zullen moeten uitmaken wie aan bod zal komen.
De helft van de Belgische Zeemacht gaat meedoen aan de Europese missie in de Rode Zee. De andere helft ligt ergens in een droogdok voor onderhoud en reparaties. We hebben nu eenmaal maar twee schepen die voor dergelijke taak in aanmerking komen.
Doet me denken aan dat mopje waarom België geen duikboot heeft. Die is gezonken bij de eerste open-deur-dag.
Of waarom de Belgische luchtmacht bij het begin van WOII niet was opgestegen. De piloot was ziek.
In mijn opleiding tot KROO (Kandidaat Reserve Onderofficier) in 1960 moest ik ooit eens een wachtdienst doen. Mijn mannen waren gewapend met afgekeurde Franse Vigneron-machinegeweren. Als er iets zou gebeuren, hadden ze moeten roepen : ‘Halt, of ik gooi’.
* 'ABL' stond bij ons voor 'Arm Belgisch Leger'
--
Het strafste wat ik tijdens mijn legerdienst meemaakte, gebeurde in Höhne, op de Lüneburger Heide bij Hamburg. Daar hadden we, eind november 1960, schietoefeningen met onze Patton tanks en tijdens een weekeinde moest ik als KROO wachtmeester met drie soldaten de wacht op bij het brandstoffendepot. Dat stelde niet veel voor, want het bestond in feite uit een hele reeks opleggers met brandstofvaten en jerrycans, plus stapels kratten met bussen olie. We werden er afgezet op een zaterdag rond 17.00 uur. Het was haast donker en het stond te regenen. Ons wachtkwartier was een tent, waarin normaal een ‘swingcalor’ stond, een soort verwarmingstoestel dat werkte op benzine. Dat ding was echter al een week stuk en onze voorgangers hadden er niets beters op gevonden dan een oliebus leeg te laten lopen, ze vol aarde te doen, er benzine op te gieten en dan – midden in de tent – aan te steken, zodat men licht en warmte had. Telkens het vuur uitdoofde, goot men er opnieuw benzine op en zo ging dat verder…
Rond middernacht was het vuur weer uitgedoofd. Ik nam een jerrycan en goot weer benzine in de bus. Er moet daar waarschijnlijk nog een vonk geweest zijn, want opeens stond ik met een brandende jerrycan in mijn handen. Ik smeet ze de tent uit, maar de wind stond recht op de ingang en in een mum van tijd stond heel de tent in lichtelaaie. We waren allemaal naar buiten gesneld met uitzondering van een der soldaten. Die lag in zijn slaapzak en had er niets beters op gevonden dan, met slaapzak en al, in een put achter de tent te duiken, een put waarin de etensresten werden gestort. We hebben nog geprobeerd te blussen met de aanwezige brandblussers, maar die deden het niet; er kwam hoogstens een klein straaltje water uit gesijpeld. De tent, die binnenin poederdroog was na zo’n week stoken met die oliebus vrij vlug helemaal opgebrand. In een eerst moment dacht ik, dat we eraan waren. We bevonden ons daar midden in een brandstofdepot met een brandende tent! Gelukkig stonden de opleggers met brandstof toch ver genoeg verwijderd. Het enige dat smeulde was hier en daar wat hout van een oliekrat, maar dat konden we blussen. Ik had verwacht, dat we meteen bezoek zouden krijgen. De Lüneberger Heide is nl één grote vlakte, qua oppervlakte ettelijke keren die van mijn Kalmthout, één grote uitgestrektheid en een vuur van die grootte op zo’n vlakte moet ’s nachts toch ver te zien zijn geweest. Maar er gebeurde niets.
De zondagmorgen kregen we het bezoek van de bevoorrading, die ons ontbijt brachten. We vertelden hen ons verhaal en verwachtten dat we zo dadelijk e.e.a. zouden gaan meemaken, maar er gebeurde helemaal niets en dat zou pas veranderen nadat ’s middags een tweede bevoorradingsploeg het nieuws te horen kreeg. Binnen de kortste tijd stond het hele opperbevel er en werden we afgelost door een inderhaast opgetrommelde nieuwe ploeg van wacht.
Ikzelf kreeg de opdracht een rapport over de zaak te maken. Daarin schreef ik over het uitvallen van de verwarming en de verlichting, over het niet functioneren van de brandblussers, over het feit dat de eerste bevoorradingsploeg niets gemeld had, maar ook over het feit dat ik die nacht geen enkele controle had gekregen. Bij een wachtdienst krijgt men normaal ’s nachts het bezoek van een adjudant van wacht én van een kapitein van wacht, een onderofficier en een officier. Daar het weekeinde was, was de kans groot dat die twee de bloemetjes waren gaan buitenzetten op de Hamburgse Reeperbahn. Een pluspunt voor mijn ploeg was ook, dat we onze wapens uit de brand gered hadden. Ik werd niet gedegradeerd, zoals ik gevreesd had. Twee weken nadat ik was afgezwaaid, kreeg ik van een der soldaten die erbij waren, te horen dat in de orders was verschenen, dat ik de helft van mijn soldij kwijt was (30 Bfr – 0,75 euro - per dag!)…
Een vereniging die zich ‘Middenveldorganisatie’ noemt en waarin o.m. ook de vakbonden aanwezig zouden zijn, wil de kiezers aanmoedigen om eind dit jaar de gemeenteverkiezingen niet links te laten liggen. Gemeentelijk stemmen is dan nl niet meer verplicht en men vreest dat heel wat kiezers die dag thuis zullen blijven. Ze zegt er niet bij waarom, maar een van de redenen zou wel eens kunnen zijn dat men ondertussen – vier maand na 9 juni – nog onderhandelt over een Vivaldi II of een andere federale regering zonder meerderheid in Vlaanderen en dat kiezers van Vlaamse partijen die daar weer mee aan tafel zouden zitten niet meer bereid zullen zijn om nog voor hun partij te stemmen en dan inderdaad maar beter thuis blijven.
Niet verplicht zijn te stemmen is een vorm van politieke volwassenheid. Dat gebeurt zo in de meeste democratische landen, maar tot nu toe niet bij ons. Wie niet gaat stemmen wordt dan wel verondersteld zijn kritiek voor zichzelf te houden.
Voor de politieke partijen betekent minder stemmen echter ook minder geld. Alleen partijen die minstens in één kieskring de 5% drempel halen, krijgen subsidies. Wie bij de federale en regionale verkiezingen twee keer op dezelfde partij stemt, bezorgt die partij ongeveer 10 euro per jaar. 50 euro dus in een normale legislatuur.
--
De nieuwe wet voor niet verplicht gemeentelijk stemmen houdt ook in dat diegene met de meeste stemmen bij de grootste partij automatisch burgemeester wordt. De vroegere koehandel daarover tussen de verschillende partijen wordt daardoor van ná tot vóór de verkiezingen verschoven en zo maakt men mee dat er nu al akkoorden worden gesloten, die zoals die tussen Vooruit en Open VLD in Gent, en tussen Groen en – jaja – N-VA in het Oost-Vlaamse Horebeke, zoals lezer Walter al stelde. À propos, Walter, Sandra Kim is geen echte Waalse. Ze heet met haar echte naam Sandra Calderone en is in België geboren uit Italiaanse ouders.
Ik ben zo vrij geweest te reageren op een lezersbief in’t Pallieterke van 18 dezer onder de titel ‘Persoverzichten’. Ik volg die nl ook bijna dagelijks en ben het grotendeels eens over wat de man schrijft, nl dat die té Belgisch zijn, niet Vlaams genoeg. Alleenmet die ‘vier andere regeringen’ waarover hij het heeft, heb ik het moeilijk. Er zijn er nl maar drie*. Met die ‘vierde’ neem ik aan dat hijhet heeft over de Franse Gemeenschap, de zgz ‘Fédération Bruxelles-Wallonie’. Wel, volgens de Belgische Grondwet bestaat die niet eens.Dat is een francofone uitvinding, een entiteit zonder inkomsten, die alleen maar geld kost. De taken die die uitvoert zoals bv Onderwijs kunnen even goed uitgevoerd worden door de Waalse deelregering,zoals Vlaanderen dat al jaren doet met het Nederlandstalig onderwijs.Het gevaar dat we dezé Fédération als volwaardige deelregering zouden erkennen, maakt dat we straks – als de regio’s samen aan tafel zullen moeten gaan zitten - inderdaad niet met drie maar met vier andere regio’s rekening zouden moeten houden, we helemáál op verdediging zullen moeten spelen.
--
* Feitelijk zijn er maar twee en een halve ‘andere’ regio’s. De 50.000Oostkantonners zouden beter de keuze krijgen bij Wallonië aan te sluiten of terug te keren naar de Heimat.
De Vlaamse socialisten willen dat er een verbod komt op politieke reclame op de sociale media, dit naar aanleiding van het nieuws dat de Vlaamsnationalisten, N-VA plus VB, op die media meer uitgeven dan alle Vivaldi-partijen samen. Dat laatste klopt wel, gewoon omdat ze anders – zeker het VB - zo goed als dood gezwegen worden. Waarschijnlijk hebben onze socio’s heimwee naar de oude BRT, toen zij bijna alleen aan bod kwamen. Wie wil daar terug naartoe?
Silvio Berlusconi brak destijds door met zijn Forza Italia omdat hij beschikte over eigen commerciële Tv-zenders. Matteo Salvini van de Lega (toen nog ‘Lega Nord’) had later geen eigen zenders meer nodig; hij deed dat toen al via de sociale media. Vooral centrumrechtse politici hebben dat sindsdien zowat overal gedaan, omdat ze anders meestal geen eerlijke kans kregen op de politieke tribunes. Bart De Wever heeft er gretig gebruik van gemaakt en waarom zou Tom Van Grieken het niét doen?
E.e.a. neemt niet weg dat onze politieke partijen veel te veel partijfinanciering krijgen. In 2023 was dat voor alle partijen bijna 200 miljoen euro. Waar is dat voor nodig?
De Nieuwjaarsrecepties van de politieke partijen zijn ondertussen voorbij en de kiescampagne kan beginnen, voor zover die al niet bezig was. Wat er ook gebeure – en er zál nog wel wat gebeuren vóór 09.06.2024 – moeten we voor ogen houden dat het eerste en enige dat moét, als er een Vlaamsnationale meerderheid zou komen in het eigen parlement, het die soevereiniteitsverklaring is voor een Vlaamse onafhankelijkheid. Die zal inhouden dat alle verdere onderhandelingen met de andere regio’s daarop gebaseerd zullen zijn. België zal ook dan niet meteen ophouden te bestaan, maar zal er wel
anders uitzien. Ook in een zelfstandiger Vlaanderen zal er links en rechts zijn, zullen er gematigden en minder gematigden zijn. Dat mag in een democratie. Maar het zal niet meer zo zijn dat één regio harder moet werken om een andere regio toe te laten een streek van ‘levensgenieters’ te blijven die dat niét moet doen, en dat een meerderheid het in een democratisch land niet voor het zeggen zal hebben. Als dat in Zwitserland – ook een meertalig land - al enkele eeuwen kan, waarom dan niet bij ons? Als Tsjechië en Slowakije vreedzaam kunnen scheiden, waarom Vlaanderen dan niet van Wallonië (en eventueel van Brussel)?
Het verhaal van Vlaanderen is nog lange niet ten einde, maar dit jaar krijgen we een opportuniteit om daar een forse draai in de goede richting aan te geven. Aan ons om die afspraak met de geschiedenis niet te missen.
Dat Bart De Wever kandidaat federaal premier wil worden, heeft als reden dat hij hoopt dat zijn partij dan meer kans maakt om de achterstand op het VB goed te maken. De vraag is maar, of hij het dan gaat doen. Bij de vorige verkiezingen zei hij ook al Vlaams minister-president te willen worden, maar gaf hij die taak tenslotte aan Jan Jambon. Er is geen enkele reden waarom hij dit nu weer niet zou doen.
Ondertussen wil ook Crootje federaal premier blijven en heeft hij zijn internationale ambities wat terug gedraaid. Te veel liberale kandidaten blijkt nu (Reynders, Michel). Feit is dat zijn premier-bonus hem en zijn partij niet veel hebben opgebracht. Zijn partij is in vrije val na het vertrek van haar voorzitter en enkele ministers, plus een pijnlijke lijstvorming die niet volgens het boekje verliep. Persoonlijk denk ik niet dat het federaal premierschap nog zal worden gegeven aan de kleinste partij van een coalitie van zeven. En zijn uitleg, dat het land niet zal groeien door het te splitsen, is maar een halve uitleg. België zal er inderdaad niet op groeien, maar Vlaanderen wél.
Dit België heeft zijn tijd gehad. Het zou inderdaad niet meer worden uitgevonden mocht het niet bestaan. Het wordt dan ook tijd dat we er een eind aan maken, ook al zal dat wat tijd in beslag nemen.
Als Bart De Wever het echt meent, waar hij zegt geen Vivaldi II meer te willen en evenmin een federale regering zonder meerderheid in Vlaanderen, dan is daarvoor een eenvoudige oplossing: eis dat het cordon sanitaire wordt afgeschaft in heel België – ook in het Franstalige gedeelte - waardoor alle Vlaamse stemmen zullen meetellen en niet – zoals nu – een kwart van de Vlaamse stemmen niet wordt meegeteld, waardoor de Vlaamse meerderheid de facto een minderheid wordt.
Als de francofonen het daarmee niet eens zijn, blijft de optie om inderdaad een tijdelijke beperkte federale regering – een soort zakenkabinet - te vormen die zich met alle niet-confederale problemen kan bezig houden, al zal die ook dan geconfronteerd worden met de Belgische staatsschuld, zodat tenslotte de Europese regels ter zake zullen moeten worden toegepast. Met de stemmen van het Vlaams Belang erbij, zal ook de E.U. moeten erkennen dat een meerderheid een meerderheid is, zonder rekening te moeten houden met de bevolkingsgrootten. Tot nu had de E.U. het gemakkelijk met volkeren zoals de Catalanen, de Schotten en andere Basken en Zuid-Tirolers, omdat het steeds om minderheden ging. De Vlamingen zijn echter een meerderheid in België en een meerderheid blijven negeren is gewoon ondemocratisch.
Ondertussen zijn we aanbeland bij de Nieuwjaarsrecepties van de politieke partijen, zoals ik al aankondigde in mijn blog van 3 dezer. Aan die van Groen (waar het alleen is te doen om de poen) en Pvda/PTB ga ik voorlopig geen woord vuil maken, om de eenvoudige reden dat dit voor mij geen Vlaamse, maar Belgische partijen zijn, die de voor Vlaanderen nefaste Belgische politiek alleen maar willen bestendigen.
Iets anders is natuurlijk de N-VA. Die partij wist aan te kondigen dat voorzitter Bart De Wever niets minder ambieert dat het Belgisch premierschap, als de partij in Vlaanderen als grootste uit de stembus zou komen. Dat is voorlopig nog wishful thinking, want in de laatste peilingen ter zake is de partij maar als tweede uit de bus gekomen, na het Vlaams Belang. Alleen als N-VA én Vlaams Belang bij de verkiezing van 9 juni a.s. bij de regionale verkiezingen een volstrekte meerderheid zouden behalen in het Vlaamse parlement en de soevereiniteitsverklaring voor een Vlaamse onafhankelijkheid zouden uitspreken, zal De Wever een kans maken.
Het zou de man sieren als hij zich daarover dan ook duidelijk zou uitspreken. Als dat niét gebeurt, kunnen we de N-VA-kiezers, van wie – volgens dezelfde peilingen - zo’n driekwart bereid zou zijn met het VB samen te werken bij een meerderheid in het eigen parlement, alleen maar aanraden op 9 juni – al was het alleen maar regionaal – op het VB te stemmen en zo Bart geen kans te geven iets anders uit te vinden waarbij Vlaanderen weer eens in de nationale oppositie geraakt met haar meerderheid van 60% van de bevolking, 70% van de economie en meer dan 80% van de export.