Binnen een periode van negen maanden zullen we te maken hebben met twee verkiezingen, in oktober voor gemeente- en provincieraden, volgend jaar in juni voor een nieuwe federale regering. Het gevolg daarvan is, dat we gedurende die hele tijd eigenlijk één grote verkiezingscampagne gaan meemaken. Het is niet normaal dat kopstukken van zgz grote partijen zich nu al de naad uit hun hemd werken voor gemeenteverkiezingen. De achterliggende gedachte is dat de publiciteit tegelijkertijd ook meegenomen is voor de belangrijkere federale verkiezingen. Vorig weekeinde kwam de top van de SP.a bijeen in Bredene, voorstad van Oostende, de thuisbasis van Vande Lanotte, ex ti-ta-tovenaar op Begroting en sinds enkele tijd partijvoorzitter. Tot nu toe heeft hij al heel wat ideetjes geopperd, maar veel is daarvan niet overeind gebleven. Hij is tenslotte geen Steve Stunt gebleken, daarvoor is hij een te geleerde professor. Het nieuwste voorstel van Vande Lanotte is, dat we jongeren aan een nieuwe job moéten helpen. Hij noemt de jeugdwerkloosheid een schande. Om daaraan te verhelpen heeft hij een plan. Jongeren die van school komen en geen job vinden, krijgen in de eerste zes maanden een werkloosheidsuitkering. dat is een reeds bestaande toestand. Als ze ná die zes maanden nog geen job zouden hebben, dan vindt Vande Lanotte dat de overheid hen ofwel een baan moet aanbieden, ofwel een (betaalde) opleiding moet geven. Hoe ge het ook draait of keert, het voorstel van "de baard" gaat, als het zou worden aangenomen, veel geld kosten en weinig baten opleveren. Als de overheden werkloze jongeren gaan moéten aannemen, dan wil dat nog niet zeggen dat diezelfde autoriteiten daarvoor passend werk hebben. In vele gevallen zal het een verdoken vorm van werkloosheidsuitkering blijven. De vraag is trouwens, of jongeren die "job" zelf wel zouden willen In het tweede geval, de betaalde opleiding, zitten we in hetzelfde vaarwater. Wie zegt dat jongeren, eens dat ze zijn afgestudeerd, nog veel zin hebben om opnieuw te gaan leren? In een maatschappij als de onze, met tienduizenden vacatures allerhande, moeten jongeren zelf zien er te komen. Toen ik jong was en van school kwam, kon ik niet meteen een vaste job krijgen omdat men in die tijd nog een militaire dienst moest vervullen en men in veel jobs niet werd aangeworven vóór men die volbracht had. In die tijd was er ook geen vangnet van werkloosheidsuitkeringen. Men moest 200 dagen effectief gewerkt hebben alvorens men die kreeg. Welnu, ik en vele anderen moesten dan maar aannemen wat zich voor deed en zien er het beste van te maken. Daar hadden wij toen de overheid niet voor nodig. De vrije markt regelt zichzelf. Wie echter op voorhand de mensen gaat vertellen dat ze geld krijgen om weinig of niets te doen, vraagt om moeilijkheden en krijgt daarmee de werkloosheidsproblemen niet opgelost. Ook de geleerde professor uit Oostende niet.
|