Louis Verbruggen, secretaris van de Commissie van Openbare Onderstand :
(...)..na de weken van aarzeling die uwe benoeming hebben voorafgegaan, heeft de hogere Overheid niet anders kunnen besluiten, diende rekening te houden met de uiting van de volkswil op 12 oktober ll., en heeft ten slotte de ware democratie gezegevierd.(...) Gedurende uw eerste ambtsaanvaarding, heeft de Commissie nooit tevergeefs beroep op u gedaan ; de laatste zes jaren hebt gij gezeteld in het Komiteit van verzoening, opgericht in de schoot van de openbare onderstand ; wanneer de vergadering geen éénparig besluit kon treffen, hebt gij welbewust van uwe verantwoordelijkheid als voorzitter van dit organisme, steeds voor alle gevallen een minnelijke schikking weten voor te stellen, welke altijd voldoening heeft geschonken aan de noodlijdenden van de gemeente.
Door uw vorig Burgemeester- en Schepenambt, waart gij gedurende al die jaren de plichtbewuste toezichter over de werking van de C.O.O. ; geen enkel behoeftig gezin heeft ooit uiting gegeven van ontevredenheid wegens onvoldoende ondersteuning ! Het schoonste bewijs daarvan is, dat bij de voorgaande gemeenteverkiezingen, de C.O.O. nooit in het gedrang werd gebracht. (…) Uw eerstvolgende taak in de maand april a.s. zal dan zijn voor de vernieuwing van de C.O.O. te zorgen ; zij durft dan hopen dat u zoals de vorige maal, plichtbewuste personen zult aanstellen die hun opgedragen taak gewetensvol en in onpartijdigheid tot een goed einde zullen brengen. (…)
Grote moeilijkheden en tegenkanting zult u in uw aanstaande bestuursambt nog ontmoeten, maar gesteund door rechtgeaarde medewerkers, kunt gij altijd het Vlaamse spreekwoord toepassen : “DOE WEL EN ZIE NIET OM !” (…)
Francois Van der Taelen, namens de Oudstrijders :
(…) Van heden af staat ge weer aan ’t hoofd van uw gemeente, waar gij het hoogste gezag in het land vertegenwoordigt. Gedurende zes jaren zal het een onafgebroken komen en gaan zijn van alle Leestenaren. Men zal u raad en bijstand komen vragen. Maar de taak, die nu op uw schouders rust, zult ge met veel plichtsbesef volbrengen. Al degenen, die bij u zullen aankloppen, zullen niet teleurgesteld vertrekken. Integendeel, waar het u mogelijk is en waar het u wettelijk verantwoord is, zult gij zeker helpen. Maar ieder wil geholpen worden. Altijd gaat dit niet. U zijt gebonden door wetten en reglementen en niet altijd zult ge aan de verzuchtingen voldoening kunnen schenken. Zo ontstaat er soms wel misnoegdheid. Voor iedereen goed doen is niet altijd gemakkelijk en dat is dan ook de schaduwzijde die aan uw taak verbonden is. Die kleine gevallen zullen u zeker niet ontmoedigen en wij delen de vaste overtuiging dat ge het in de toekomst even goed zult doen als in het verleden en dat gij alleen om het algemeen welzijn bekommerd zult wezen.
Moge uw kranig gestel het u nog lange tijd mogelijk maken een reikende hand te schenken aan al degenen die e’r u zullen om verzoeken. Dat is dan ook de wens die ons allen bezielt.
Jan De Decker, namens al de parochiale organisaties:
(...) Samen met heel onze dorpsgemeenschap, feliciteren wij u van harte voor uw benoeming tot burgemeester van Leest. Heel oprecht wensen wij u alle nodige kracht en moed, vastberadenheid en trouw om uw niet altijd gemakkelijke taak naar uw beste vermogen te vervullen, en dit tot stoffelijke welvaart en bloei van de gemeente die u de eer en de last heeft te besturen. Het is onze vurige wens dat u eendrachtig zult samenwerken met de geestelijke overheid, tot welzijn van al de inwoners, voor wie u wéér de titel van burger/VADER moogt dragen. (…)
Door het Feestcomité werd ons, naar ons bescheiden oordeel, in het koor van huldewensen dat nu tot u opstijgt, de gepaste plaats toegewezen. Immers, wij mogen onze gevoelens en wensen vertolken na Zeer Eerwaarde Heer Pastoor, geestelijk hoofd van de parochie, en na een afgevaardigde van het onderwijzend personeel. In dit kader komt het sprekender tot uiting dat de parochiale werken de vormende taak van de school verder zetten bij onze opgroeiende jeugd en bij de volwassenen. Het zijn wij die, als leken, uit en tussen ons volk, naar ons beste vermogen en onder leiding van onze priesters, de Kerk mogen helpen om hier ter plaatse Haar heiligende zending te volbrengen en om onze dorpsgenoten te helpen worden : voorbeeldige, strijdende katholieken, vooraanstaande, sociaal-gevormde mensen en, sta het ons toe, eersterangsburgers van ons duurbaar Leest. Als katholiek mandataris en als katholiek burgemeester van een katholiek dorp, Heer Burgemeester, zult u weten dat een gemeentebestuur dat aan zichzelf overgelaten wordt en louiter is toegericht naar de triomf van het louter stoffelijke en naar een zelfgenoegzame bevrediging van menselijke passies, -slechts een grof failliet wordt op elk gebied van de menselijke bedrijvigheid. Ook burgerlijk bestuur en beleid moeten doordrongen worden met de geest van God en de adem van een levend en strevend Kristendom. Daarom moet deze feestelijke dag overstemd worden met de bezielende gedachte dat u door uw radicale kristelijke persoonlijkheid wil en zal ijveren opdat aan onze parochiale organisaties met hun honderden leden de plaats zal toegekend worden die hun in het dorpsleven in rechte toekomt. (…)
Met een bijna kinderlijk vertrouwen richten wij ons tot u om u te zeggen dat wij zo vrij willen zijn, op u en op uw gezag beroep te doen om op tijd en stond een hulp te zijn voor onze parochiale werken. Het is toch ook een zegen voor de burgerlijke overheid als het op alle gebied goed gaat in de gemeente en daaraan werken wij toch ook krachtdadig mee. (...)
Heer Gemeente-bestuurder, het gezag dat u zult uitoefenen is een DIENST die moet : voorzien, organiseren, gebieden, coördineren, controleren en besturen. Dat gezag en deze dienst betekenen dat u zoveel mogelijk uitgaat van het genomen initiatief, dat u waardeert waar het openbloeit, aanvult waar het, vooral FINANCIEEL, ontoereikend is, richt en leidt waar het in gebreke blijft, vormt en bevordert waar het vatbaar is voor verrijking, beveelt waar het verkeerd loopt en terechtwijst waar het stremt in onwil. Vooral zult u in al die delicate schakeringen open oog en nog meer open hart hebben voor het eigen karakter, de eigen gevoelens en de levensproblemen van hen die u te leiden en te besturen heeft. Samen met onze hulde en onze diepgemeende gelukwensen, hopen wij dat het u mag gegeven zijn er het uwe toe bij te dragen opdat uw burgers geestelijk-schoner en cultureel-rijker kunnen “gewonnen en getogen” worden in een Leestse atmosfeer waarin het goed is te leven –soms-, soms ook bitter... (...)
August Lauwers, secretaris van de Kon.Fanfare St.-Cecilia :
(...) Uwe benoeming, heer burgemeester, mag om verschillende redenen verdiend genoemd worden. Zo zal het dan in 1959 zestig jaar geleden zijn dat uw vader, Theofiel Verschueren zaliger, de basis legde aan het tot stand komen van onze vereniging en wel als de stichter van de fanfare Sinte-Cecilia mag genoemd worden. En gij, heer burgemeester, die toen nog uw kinderjaren doormaakte, u was er zich wellicht niet van bewust welk een edel werk vader zaliger daarstelde, en wat een schitterende loopbaan u als politieker te wachten stond. Wanneer we de geschiedenis van onze vereniging doorbladeren, dan komt de naam Verschueren vanaf ons ontstaan tot op heden veelvuldig voor. Wij waren er ons van bewust dat u er prijs op stelde, al was het dan nog in de herft van uw levensdag, nog eenmaal als hoogste burgerlijk gezagsdrager in onze gemeente te worden aangesteld : deze wens is thans in vervulling gegaan. Driemaal hebt gij uw kandidatuur gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen, driemaal de lijst “St.-Cecilia” de overwinning helpen bezorgen en driemaal wist gij het hoogst aantal voorkeurstemmen te behalen vandaar dat uw benoeming gewettigd is. Uw heraanstelling als burgemeester is ook een bewijs dat uw houding en handelingen gedurende de laatste 20 jaar onaanvechtbaar en onberispelijk waren. Een reden te meer dat gij het ambt van burgemeester waardig zijt.
Onze gedachten gaan vandaag ook naar uw voorganger, onze voorzitter, de heer Pieter De Prins, die ondanks zijn wankele gezondheid steeds trouw op post is geweest, en de belangen van alle Leestenaren op een eerlijke manier heeft gediend. We zullen hem er immer dankbaar voor blijven.
Uw hoofdbekommernis, heer burgemeester, zal er in bestaan de goede verstandhouding en vriendschap onder allen te bevorderen ; iedereen zonder uitzondering en van gelijk welke opinie, zal bij u op het gemeentehuis welkom zijn. U zijt burgemeester van alle Leestenaren, de vriend van alle mensen van goede wil. Reik de hand vandaag aan allen om in samenwerking met de geestelijke overheid, onze collega’s van schepencollege en gemeenteraad, verder te bouwen naar een groter en schoner wordend Leest. Dat God u van alle onheil spare, tot vreugde van uw familie en tot welzijn van onze gemeente. Ik sluit nu met mijn hartewens : “LANG LEVE EMIEL VERSCHUEREN !”
De Burgemeester dankt :
Zeer Eerwaarde Heer Pastoor, Eerwaarde Heer Onderpastoor, Eerwaarde Zusters, Mevrouwen, Mijneheeren, Beste medeburgers en vrienden, Ik dank u allen oprecht voor de vele blijken van genegenheid en aanhankelijkheid die ik in het verleden en bijzonder vandaag mocht in ontvangst nemen. Het is zeer schoon, maar zoveel was wel niet nodig. Het doet mij genoegen dat omzeggens de ganse gemeente zich bij deze hulde heeft aangesloten en aldus haar tevredenheid over mijn benoeming uitdrukt. Onze kleine landelijke gemeente telt zovele verenigingen die mij allen hun beste wensen toestuurden : ik dank ze allen voor de eer mij aangedaan. Ik heb nooit mijn verantwoordelijkheid ontweken ; gelijk ik in het verleden geweest ben, zal ik in de toekomst zijn.
En als laatste, maar niet het minste, gaat mijn dank naar hen die vele jaren naar best vermogen onze gemeente hebben gediend : als schepene, mijn vriend Prosper Busschot en als burgemeester, mijn vriend Pieter De Prins. Hij zorgde voor de aflossing van de wacht, als ik mij zo mag uitdrukken. En nu zijn gezondheidstoestand de taak voor hem te zwaar maakt, heeft hij mij terug de wachtpost toevertrouwd, ons daarbij de jonge steun van zijn zoon als schepene toezeggend. Ik wil onder U staan als uw gelijke, als iemand die de vriendschap en het vertrouwen waard is van alle eerlijke mensen.
Ik dank u nogmaals allen, nu ik weet dat ik tussen alle rangen, boven alle persoonlijke meningen uit, vele vrienden tel. Ik dank ook de nieuwe schepenen en gemeenteraadsleden voor het vertrouwen in mij gesteld. En als O.L.Heer mij temidden van mijn brave vrouw, kinderen en kleinkinderen nog enkele jaren gezondheid wil schenken, laat ons dan samenwerken voor een steeds schonere en welvarende gemeente onder de nationale leuze : “Eendracht maakt macht” en Leest ten bate. Ik dank U.