1942 – 10 april : Grondvergunning voor Clement De Rooster.
Aan Clement De Rooster (toen woonachtig in Boom) werd op het kerkhof van Leest een grondvergunning toegestaan van 59 vierkante meter. Op die plaats liet hij een monumentale grafkelder bouwen. In “De Band” van juli 1982 haalde Anselms Jedrie (synoniem van Albert Huysmans) onder de titel “Pinksteren soldaatjes” herinneringen op aan de Heffenaar Clement De Rooster. Albert was, in zijn soldatenperiode, ordonnans van Luitenant Generaal De Longeuville te Woluwe St. Pieter. Wij laten hem zelf aan het woord : “De generaal die sprak geen Vlaams...Eens in het salon, waar ik siermeubels borstelde, vroeg onze in haar zetel toeziende Madame, tussen ’n babbeltje met mij : “Albert, daarstraks heeft een bode twee kistjes tomaten, selder en porei binnengebracht, vanwege een zekere heer Clement, directeur van de groentekweek tuinschool te Heffen, ik ben wel geboren en getogen in ons kasteel te Zemst, doch ik ben in uw dorp en die buurt nooit geweest, kent gij die daar bestaande instelling ?” Ik zei zulks al wel gehoord te hebben maar nog niet gezien... Ik wist wel dat die Clement, van als hij pas uit de korte broek was gegroeid, reeds in meerdere handelsavonturen was verwikkeld, en de laatsten tijd trachtte hooileverancier te worden voor het leger... (Ergens in een boek heb ik nog een oude snipper dagbladnieuws, van na den oorlog 1940-’45, over dien waaghals : alsdat hij wegens collaboratie met de Duitsers tot de doodstraf werd veroordeeld, plus ’n te betalen schadevergoeding van 90 miljoen frank. Hij was de hoofdaannemer geweest voor het roven van duizenden bomen en die als palen te plaatsen in beemden en open velden in onze streek, om mogelijke vliegtuiglandingen der geallieerden te verhinderen.) Toch bleef hij nog jaren de kasteel hereboer van Heindonk...Nu rust hij in zijn familiepraalgraf, vooraan links bij de Leestse kerk...”
In “Oorlogstribulaties” gepubliceerd in De Band van december 1981 had Frans “Susse” Teughels het ook over Clement De Rooster : “…Spoedig werden plannen ontworpen om ons land tot landingsvrije zone te maken. De rest van Europa lieten ze min of meer ongemoeid. De heer De Rooster uit Heindonk was eigenlijk een boerenzoon, gewonnen en geboren op de Warande en bij ons beter gekend als Clementje. In het begin van de oorlog begon hij met opkopen van strooisel en van paardenvoeder voor de bezetter. In minder dan vier jaar tijd had hij zich opgewerkt tot één der grootste aannemers van gans Europa. Daarom werden die grootse verdedigingswerken tegen zijn eigen wil aan hem opgedragen. In een minimum van tijd werden ook de boerenzoons en de resterende paarden opgeëist. Onze nog weinige bossen werden ontgonnen, de bomen van takken en bladeren ontdaan en dan weggesleept naar de vlakten van beemden en landerijen. Vele boeren hebben toen hun eigen bomen moeten vellen en als staken gaan planten op het eigen veld. In minder dan veertien dagen zag ons land er uit als de rug van een oud stekelvarken ; hier en daar stak een kale, bovenaan gepunte boomstam als piek de hoogte in. Op die manier wilden de Duitsers de kartonnen zweefvliegers beletten aan de grond te komen…”
In “Mechelen blogt” publiceerde Jan Smets op 20 oktober 2017 een vraaggesprek met Clement De Rooster van de Warande, naamgenoot en neef van de collaborateur. Over deze laatste wist hij het volgende te vertellen : “mijn overgrootvader Willem die van Duffel naar Leest was gekomen, had vier zonen waarvan mijn vader Victor er één was. Er was ook nog een andere zoon: Jacob - Tist' , en die had dan weer een zoon: Jan Baptist - Clément De Rooster. Hij was rijk geworden, en dat kwam vooral ook doordat hij collaboreerde met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. Hij kocht het Kasteel De Borcht aan de Rupeldijk in Heindonk, en bewoonde dat vanaf 1941. In 1944 stierf zijn eerste vrouw Maria Sels op de leeftijd van amper 37 jaar. Hij zou nadien trouwen met z'n schoonzus. Maar de zaakjes die hij deed met de bezetter brachten hem na de oorlog in nauwe schoentjes en zijn kasteel werd verbeurd verklaard. Het is deze De Rooster die een concessie aanvroeg voor dit grote grafmonument dat we nu nog kennen. Alles van deze Clément De Rooster werd aangeslagen, behalve de grafkelder. Heel de stam van Tist De Rooster ligt daar begraven. Met Allerheiligen wordt die kelder nog eens opengelegd. Clément stierf in 1963 in Heidelberg. Af en toe kwam hij wel eens op bezoek op de boerderij, bij zijn neef, mijn vader. Maar ik vond het wel 'ne speciale'...
Jan Baptist Clement De Rooster was te Mechelen geboren op 10 september 1904. Clement was achtereenvolgens gehuwd met Maria en met Florine Sels. In 1941 werd hij eigenaar van het kasteel de Bocht te Heindonk. Dit kasteel aan de Rupeldijk was oorspronkelijk een jachtpaviljoen van de Graven van Hoorn, in 1698 vermeld als speelhuis en vervallen kasteel. Het huidig classicistisch kasteel werd circa 1797 opgericht voor de familie de Meester. De neogotische toren dateert van de jaren 1850-1860 . Clement De Rooster overleed na een kortstondige ziekte te Heidelberg (Duitsland) op 3 oktober 1963. Op zijn doodsprentje stonden volgende veelzeggende lijnen : “Hij was een trouwe zoon van zijn Volk, een Vlaming uit één stuk. Hij was een noeste, taaie werker, een rusteloze, ondernemende geest. En bij dat alles was hij een goed, een edelmoedig mens, die in de meest beproefde omstandigheden met raad én daad zijn evenmensen geholpen heeft. Zelf zwaar getroffen, was hij nog steeds tot hulp bereid. Hij heeft zijn Volk en zijn overtuiging in alle oprechtheid gediend, ook waar sommigen hem niet begrepen hebben. Doch dit laatste is steeds het lot van zeldzame mensen. Dat hij zou sterven in een door hem geliefkoosd landschap, waar hij een nieuwe taak gevonden had, buiten de grenzen van een klein land, in het hart van Europa, was als een speling van het lot, dat hem als Vlaming ook tot Europeër had gemaakt. Zijn werk, zijn leven, getuigen voor hem over het graf en de dood heen. Zijn dierbare vrouw en kinderen verliezen een voorbeeldige en edele man en vader. Zijn vrienden verliezen een van de getrouwsten en de besten. Wie hem gekend heeft, zal hem blijven eren en gedenken...”
Vervolgt met het aardappelcontract van Frans Geerts van 1942.
Foto’s :
-De monumentale grafkelder van de familie De Rooster op het kerkhof van Leest.
-Clement De Rooster kocht het kasteel de Bocht aan de Rupeldijk te Heindonk in 1941