1983 4 maart : Gazet van Mechelen : Moeilijk (foto onderaan)
Onze
fotograaf was van dit verschijnsel zo geschrokken dat hij er een kiekje van
maakte. Een nieuw soort sportwagen met een extra brede achterband, kwestie van
de bochten te houden is het niet. Voor de formule I dus totaal ongeschikt.
We
dachten zelfs dat U met zon wagentje in het dagelijks verkeer wel heel veel
lawaai en ophef zou maken, maar tegelijkertijd ook heel veel geldboetes zou
inzamelen.
Toch
is het allemaal niet zo slecht gevonden, zodra u maar weet waartoe het
eigenlijk wel kan dienen. Het ding staat tegenover het voetbalveld van Leest
geparkeerd en blijkbaar doet het dus dienst om het terrein van de ploeg glad
te strijken.
Gemakkelijker
in elk geval dan zon wals te duwen. Hoe het karretje ooit door de technische
controle moet geraken is een ander paar mouwen. Dat wordt, om ht zachtjes uit
te drukken, heel moeilijk.
1983 5 maart : S.K.Ladies wonnen met 4-0 van Beerzel. (foto)
Als voorbereidingop de grote stap die men bij Leest wou zetten
ivm het
uitkomen in de provinciale
voetbalcompetitie, organiseerde S.K.een
vriendschappelijke wedstrijd tegen
de dames van Beerzel.
De S.K. Ladies schenen er
klaar voor.
Reeds in de 10de minuut
bracht Diana Van Beerzel de thuisploeg op voorsprong.
In de tweede helft stopte doelvrouw
Hilda Van Dam (de dochter van de
voorzitter) een strafschop en dikten
Ilse Pepermans en Sabine De Blezer (2x) de
voorsprong nog aan.
1983 6 maart : Op bezoek bij Stanne, onze honderdentwee jarige
(Ik publiceerde dit intervieuw in De
Mechelse Week van 17 maart 1983 en in De Band)
Het
is meer dan twee jaar geleden dat ik Stanne voor het laatst heb gezien.
Ik
vind hem gezellig achterover leunend in zijn armstoel bij de kolenkachel, in
gezelschap van Joeri, zijn trouw waakhondje, genoemd naar Gagarin, de eerste
mens in de ruimte.
Weer
word ik getroffen door zijn buitengewone vitaliteit, zijn meer dan gezonde
sense of humour en zijn bewonderenswaardige levenslust.
Deze krasse eeuweling met het voorkomen van een goeie zeventiger wordt in
september e.k. 103.
Alleen
de ongeneeslijke wonde beneden zijn onderlip, altijd zichtbaar op de vele
fotos van zijn eeuwfeest, is vergroot. Deze wonde zou zijn oorsprong gevonden
hebben in het vele pijproken. Op mijn vragende blik geeft Stanne te kennen dat
hij vroeger een verstokt roker is geweest. Geen sigaretten weliswaar, maar een
sporadisch sigaartje en bijna altijd de pijp. Zo intens dat zijn pijp zelfs
tijdens de dagelijkse scheerbeurt zijn mond niet verliet.
Scheerde
hij zich links, zijn pijp hing langs rechts, scheerde hij zich rechts, zijn
pijp verhuisde naar de andere kant van zijn gelaat.
Ook
bier heeft hij in twee jaar niet meer gedronken. Zijn huisdokter oordeelde dat
het voor hem beter was ook dit te laten.
Veel
spijt schijnt Stanne daar niet van te hebben : Vroeger bestond bier uit hop en
gerst, monkelt hij, nu is het bazaar, dat kan je geen bier meer noemen.
Op
mijn vraag hoe hij zoal de dag doorkomt weet hij te vertellen dat hij vandaag
nog tien keer de tuin heeft doorgewandeld. Verder leest hij nog elke dag de
krant en elke maand het plaatselijk Milac-blad De Band.
Kleindochter
Monique die met een drankje binnenkomt, voegt er aan toe dat Peter nog alle
dagen bakken kapot kapt, met een hamer van 5 kilogram, tot brandhout.
Van
al zijn herinneringen staan die uit de eerste wereldoorlog het diepst in zijn
geheugen gegrifd.
Ik
ben er in geloot, vertelt Stanne, en heb 28 maand dienst gedaan. Later kwamen
daar nog twee kampen bij. Eén van 40 dagen en het tweede van 28 dagen.
Toen
de oorlog begon had ik nooit gedacht dat ik vier jaar en een half van huis zou
zijn.
Toen wij in Antwerpen waren vluchtten wij te voet naar Frankrijk en daar
aangekomen werden wij verplicht onze klederen en geweren af te geven, dit om de
jonge mannen te kleden die onmiddellijk naar het front trokken.
Ik
was van de klas van 1900 en van de jongere klassen maakten ze compagniën om
tracees te graven enzo.
De
5de september 1914 ben ik dan aan t front gekomen. Daar heb ik
afgezien, vooral in t begin. Weet ge dat ik zes maand op blokken heb gelopen
en zonder kapootjas ?
En
wij waren ook soldaat. Kou geleden jong, kou geleden.
Jaak
De Croes, een andere Leestenaar die ik toevallig aan het front ontmoette, heeft
mij toen tenslotte een carabiniersvest bezorgd, alhoewel ik nochtans piot was.
Aan
t front heb ik veel meegemaakt, veel leed gezien.
Zelf
heb ik echter nooit geschoten. Wij werden dikwijls ingezet op strategische en
dus gevaarlijke punten. Zo heb ik eens twee kamions lijken moeten helpen
lossen, waarin per kamion toch zon 30 lijken, sommigen daarvan met gaten in
van een vuist groot, anderen totaal onherkenbaar.
Alle
dagen zagen wij lijken, gruwelijk !
Op
zekere dag, de Duitsers hadden de gehele dag geschoten, kregen wij opdracht de
gaten van bominslagen te dichten. Wij op weg van Veurne naar Nieuwpoort. Net
toen wij 1 put hadden gevuld kwamen er twee Duitse vliegers boven onze hoofden
cirkelen en begonnen ons te bestoken met hun mitrailleurs, ik denk dat het te
Wulpen was, in elk geval hebben wij ons kunnen redden door onder een brug te
kruipen.
Een
andere dag hadden wij in Veurne wacht aan een Frans schip. Plots zagen we aan
de hemel een bestuurbare ballon van de vijand opduiken maar we mochten er niet
naar schieten van onze superieuren. Ineens dropte de ballon bommen naar beneden
en één der bommen viel op een huis waar een vrouw werd onthoofd. Daar was ik
getuige van . Wreed !
Of
hij veel schrik had geleden ?
Schrik
? Daar waren er bij met meer schrik, antwoordt hij dromerig.
Natuurlijk
hadden wij momenten met water in ons ogen, vooral als wij aan thuis dachten,
maar wij waren wilde mensen... Bijvoorbeeld als wij s nachts gingen melk
halen...iedereen die ons dat zou belet hebben was eraan geweest, ook onze
officieren. Wij waren wilde mensen hé...
Wij
hadden ook geen medicijnen. Als je ziek werd of gekwetst aan het front was dat
dodelijk. Er waren totaal geen medicijnen. Eén keer ben ik licht gekwetst
geweest.
In
een bepaald dorp moesten wij een baan door het land trekken en ineens werden
wij beschoten. Wij vluchtten weg en ik liep op zon 300 meter van een inslag en
een stuk ijzer van een bom boorde zich in mijn bovenarm. Het was echter een
lichte kwetsuur.
Ik
stond veel liever op 10 meter van zon inslag. Immers die ontploffing vormt een
boekee en als je er kort genoeg bij stond had je alleen de beschermende
losgerukte aarde.
Het ijzer spatte verderweg uit mekaar.
Toen
den Duits terugtrok werden wij, de mannen van de Staat, naar Adinkerke
gestuurd.
Ik herinner me nog goed dat daar een plakkaat aan de muur hing. Op dat plakkaat
stonden de bevrijde gebieden aangeduid. De mensen uit die gebieden mochten dan
naar huis. Behalve wij van de spoorweg. Ik heb daar nog maanden moeten werken,
ook nog na de wapenstilstand. Immers, Duitsland was gestraft en moest locomotieven
naar Adinkerke overbrengen. Daar ik schilder van beroep was op t Arsenaal te
Mechelen, werd ik daar weerhouden om mijn werk daar verder te zetten tot
februari t jaar nadien.
Twee
dagen minder dan vier jaar en half ben ik van huis weggeweest.
En
hoe was het met de taal gesteld Stanne, alles in t Frans ?
Natuurlijk,
cinquante mille centquarentehuit, k was kweet nie hoe lang soldaat voordat ik
mijn nummer in t Frans kende, maar we lagen daar met Fransen, Walen en
Vlamingen op één kamer en ge komt daar op den duur in hé.
Eten, drank, de weg vragen, slapen vragen in t Frans dat ging, maar een
gesprek voeren dat was wat anders.
Wat
ik wel beestig vond, dat was enkele jaren geleden in Brussel. Ik vroeg er de
weg in t Vlaams aan een voorbijganger. Comprend pas, zei de man. Ik vroeg het
dan maar in t Frans en de man antwoordde me in t Vlaams. Beestig !
Vorige
zomer ben ik nog eens naar den IJzer wezen kijken, naar het graf van den Huys
op het militair kerkhof.
Ja,
ja, ik heb veel meegemaakt in mijn leven, zo heb ik in Leest vier gardes
gekend.
Den
eerste was de Vloa van Lier, later Isidoor Van Hoof, dan den Huybrechts en nu
Vic Van Hoof.
Mijn
laatste vraag betreft de dood.
Of
ik schrik heb om te sterven ?
Zeker
niet, ik weet dat ik over de helft ben, antwoordt hij met glinsterende oogjes,
en alle dagen zijn goed. Ik heb alleen schrik dat ik moet vragen om te
sterven, door veel af te zien. Neen, alle dagen zijn goed. Nu denk ik al aan de
zee, t is nog niet zeker dat ik daar nog geraak maar als alles goed gaat zit
ik de maanden juli en augustus in Westende. En dat brengt klandizie mee hé, aan
de zee. Die viering daar was een evenement.
Op
de comping (noot : Camping Westende,
100 m van Zon en Zee) kennen ze me
allemaal, ik mag gaan waar ik wil.
Vorig jaar met mijn verjaardag heb ik van een Hollander nog een kaart
toegekregen.
Maar
één ding jong. Ik zou meer van mijn pensioen moeten genieten, hé.
Op
mijn verwonderde blik antwoordt hij vlak : Ha ja hé, ik ben nog maar 45 jaar op pensioen...
M.E.Van Hoof
-De
fotograaf van GvM botste op dit vehikel tegenover het voetbalterrein van V.V.
Leest
-Het
elftal van de SK Ladies uit Leest. (Foto : DMW)
1983 Maart : Leestenaars treden zo uit de oude doos.(verzameling
Stan Huysmans)
Brief
van een moeder aan Meester De Leers, schoolhoofd. 1944.
Waarde
Meester,
Wil
zo goed zijn onze Frans en Jerôme eens goed onder handen te nemen, en ze maar
goed te straffen. Vanmorgen hielp ik ze bijtijds weg om naar de catechismus te
gaan. Jerôme moet zijn eerste communie doen. Geen van beiden heeft een voet in
de kerk gezet, alhoewel ze voor 8 uur in het dorp waren. Vandaag is het dees
morgen weer wat anders dat ik er van ondervind. Frans bijzonder wordt nen
deugniet. Daarom vraag ik u : help me er wat orde in te krijgen. Mijn dank op
voorhand.
Vrouw Edm. Verbruggen.
EN NU DE KOMMENTAAR want dit briefke
heeft ons wat te zeggen. Een zorgende moeder voelt aan en ondervindt, dat haar
sakkerse deugnieten-van-jongens trachten op te groeien volgens hun eigen
wilde willekeur en er reeds eigen princiepen en maatstaven over vrije
tijdsbestedling wensen op na te houden, wat helemaal niet strookt met hààr
gedacht van BRAVE jongens, die eens de huisdeur buiten, en weg van onder haar
waakzame moederogen, hun vrijbuitersinstinct op straat willen botvieren en die
saaie catechismusles in de kerk zo akelig vinden Liever dan maar spijbelen,
denken ze. En joepie ! Leve het vrije straatleven !...
Die moeder had haar man hierover al
gesproken, die haar daar zeker in beaamt.
EN DAT MOET GEDAAN ZIJN ! Maar als zijn
afstammelingen s morgens het huis verlaten, is hij, sedert het heel vroege morgenkrieken
reeds aan t ploegen op t Huyckensveld, en zijn Leontine al lang heel goed
kennende, weet hij, dat zij het allemaal wel kan en zal klaren.
Tevens herkent de brave man, als hij het
toch goed bepeinst, zichzelven stiekem in zijn dappere zonen, en ploegens
vlinderen zijn gedachten in glunderend heimwee naar zijn eigen verre
rakkerstijd DE JEUGD HERHAALT ZICH
Vandaar dan die S.O.S.-oproep van de
moeder aan meester De Leers, schoolhoofd.
Want als die twee schelmen Frans en
Jerôme, volgens haar mening klare verschijnselen van wildgroei vertonen, dan
wil zij er ineens en kordaat het snoeimes helpen inzetten. Daarvan getuige die
brief. We kennen de reactie van meester De Leers die hierop volgde niet. En of
het veel hielp, ook niet. Maar kom, zon dreigende vaart neemt het leven altijd
niet, en als het zaad goed en gezond is, en de kiem intact geborgen ligt, dan
is er ruime kans voor goede vrucht. En wat zien we NU ? VANDAAG ?Kennen we allen niet die twee deugnieten
van toen als werkzame huisvaders opgegroeid en gevestigd, die op hun beurt geen
scheve sprongen van hun spruiten zouden dulden.
Al met al, een pracht van een brief.
Proficiat thans, na vele jaren, aan de kordate moeder van toen. En de
schrijfster weet hiermee : WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT.
Gelukkige tijd van toen, met mooie
herinneringen
Wie is wie in de brief ?
Vrouw Edm. Verbruggen = Van de Vondel Leontine, geboren te Blaasveld op 9
november 1898, wonende Tiendeschuurstraat 6, weduwe en nog 9 kinderen in leven
: Maria, Magdalena, Godelieve, Alfons, Frans, Jerôme, Jan, Robert en Cyriel.
Frans - Verbruggen
Franciscus A., geboren te Leest op 28 mei 1936, echtgenoot van Lauwers Hendrika
G., wonende Tiendeschuurstraat 6, landbouwer, 4 kinderen : Bea, Ingrid, Patrick
en Hilde. (Noot : Frans overleed op 30 augustus 2010)
Jerôme Verbruggen Hieronymus, geboren te Leest op 25
september 1937, echtgenoot van Paula Bradt, Kouter 12, afdelingshoofd
groenten-fruit, 4 kinderen : Machteld, Koen, Frank en Veerle.
(De Band, maart 1983)
Maria Leontina Josephina Van de Vondel
was te Blaasveld geboren op 9 november 1898 en overleed te Mechelen op 9
januari 1989. Zij was gehuwd met Jaak Edmond Verbruggen, eveneents te Leest
geboren op 11 maart 1900 en aldaar overleden op 15 juni 1971.
Lieve
moeder, gedurende 90 jaar heb je stil, vroom en eenvoudig geleefd. Een leven in
volledigheid voor de anderen : echtgenoot, kinderen en kleinkinderen. Jij wees
ons de weg door je schoonmenselijkheid, de adel van je hart, de weelde van je
gemoed. Jij ging ons voor in edelmoedigheid, spontaan goedzijn,
vanzelfsprekende toewijding. Jij leerde ons houden van het leven door je blije
offervaardigheid, je werklust, je verlangen naar veel kinderen en kleinkinderen
: het gelukkige grote gezin waarvan jij de ziel was.
Je
levensmoed en je mildheid borrelden op uit een zeer diepe bron : jouw rotsvast
geloof, ook in moeilijke ogenblikken.
Je
hield van de natuur, van de mensen, van Onze Lieve Heer en zijn Moeder, die je
zo graag ging opzoeken in de vele Vlaamse bedevaartsoorden.
Zo
kon je het leven aan, zo kon je de eenzaamheid van de oudedag ombuigen naar levensoptimisme en
vitaliteit.
Moeder,
wie en wat je voor ons bent geweest is zo moeilijk in woorden te vatten.
We
hebben mooie en rijke herinneringen.
Moeder, voor alles, dank je wel !(Fraaie woorden uit haar bidprentje)
1983 3 maart : KVLV Kantklossen in het klooster te Leest.
1983 20 februari : Kindernamiddag Vevoc KVLV (foto)
Voor het derde jaar stond de
kindernamiddag van Vevoc-KVLV op het
programma.
Deze manifestatie werd jaarlijks
georganiseerd met als doel al de Leestse
kinderen tot en met 12 jaar de
gelegenheid te bieden om tot samenwerking te
komen tijdens geanimeerde
amusementsspelletjes.
In tegenstelling met andere jaren
werd er ditmaal uitzonderlijk veel aandacht
besteed aan de talrijk aanwezige
chiro-leden wat te danken was aan het
35-jarig bestaan van de
chiro-jongens en het 20-jarig bestaan van de chiro-
meisjes.
De kindernamiddag werd ingezet met
een inleidingswoordje van
gemeenteraadsliden voorzitter van Vevoc Louis Vloebergh.
Hij vertelde dat de kindernamiddag
in de toekomst soberder zal worden
georganiseerd, maar zonder de
kwaliteit te laten dalen.
De kinderen werden vervolgens
ingedeeld in drie leeftijdsgroepen waarmee ze de
ganse namiddag zouden doorbrengen.
Deze groepsindeling werd gedaan omdat
de activiteiten met een
doorschuif-systeem werkten.
Als eerste activiteit werd de film
geplaatst, gedraaid en geproduceerd door de
Leestenaar Pierre De Wit. Een volgend onderdeel van
deze namiddag was het volksdanshoekje.
Hier werden volksdansjes aangeleerd
door de geroutineerde Emilia Verbruggen.
Het grootste en sensatie bewustste
onderdeel van deze kindernamiddag was de
modeshow. De kinderen kregen de
gelegenheid om zich aan de hand van chiro-
verkleedkoffers om te kleden in
allerhande figuren.
Na te zijn omgekleed kregen ze nog
een laagje make-up op het aangezicht
gesmeerd. Met deze maskerade konden
ze dan de zaal betreden na een
naambordje in beslag te hebben
genomen.
Na de pannenkoeken te hebber
verorberd werd deze kindernamiddag afgesloten
met een epiloog door voorzitster
van kVLV Roza Plasqui.
(GvM,22/2/83)
1983 Zondag 20 februari : Samenkomst K.V.G. Zennevallei te Heffen
Er werden dias vertoond van de
werking en de diensten van het OCMW.
1983 24 februari De Mechelse Week in
de rubriek Mechelse Wielerploegen voorgesteld :
Vlug
en Vrij Muizen met nieuwe sponsor.
(foto)
Op hun supportersbal maakte de Muizense
club Vlug en Vrij van de gelegenheid gebruik om hun nieuwe sponsor (Rudy
Hendrickx uit Mechelen) en hun renners voor te stellen.
Bij de juniors vonden we de namen terug
van de Leestenaars Geert De Bruyn en Gino De Leeuw.
1983 26 en 27 februari : Jaarllijks Gelegenheidsrestaurant
St.-Cecilia
Een dag zonder koken en zonder
afwas die doorging in de zaal van Mille Van
Steen in de Dorpsstraat en dit de
zaterdag doorlopen van 18 tot 21 uur en de
zondag van vanaf 11u30.
Op het menu : aperitief Cecilia
(40 fr.) aaskroketten als voorgerecht (60 fr.),
Tomatensoep Toeters en Trompetten
(40 fr.), steak au poivre, steak natuur,
steak archiduc of steak Cecilia
(275 fr.), ½ kip natuur of een ½ kip archiduc (175 fr.).
Dit alles te verkrijgen met
frietjes. Nagerecht Leests gebak (40 fr.).
(Folder)
1983 Maartnummer De Band : ODE
AAN DE OUDE TIJD
Nu
niet, toch niet tot ongeveer halfweg januari, hebben wij, in menselijke termen
uitgedrukt, van de winter te klagen. Tot nog toe is het een hele platte winter
die niets, maar dan ook niets om het lijf heeft. Hij is zo flauw als die
deftige kale heertjes die indruk willen maken met hun kledij, met ongezouten
grapjes, hun uitgesproken fijne maniertjes en een taal om van te duizelen. Dit
is een strikt persoonlijk gedacht van mij.
Waar
is de tijd dat ik, kleine kerel nog, hen naar de barbier (kapper of coiffeur)
zag gaan !
Het
was die tijd op zaterdagavond dat die stoere bonken zich op stap waagden en
zich gingen laten scheren : met hun witte of geschilderde wilgenblokken, met de
traditionele floere vest en floere broek, een rode zakdoek met witte bollen
of een foulaar om hun hals, met een stoppelbaard van zaterdag tot zaterdag :
een kop om van te snoepen en een oud door-weer-en-wind verweerd gelaat. Dat was
altijd op zaterdagavond, tussen 6 en 9 uur.
De
dichtstbijwonenden kwamen s morgens voor de vroegmis van 8 uur. Dat was de
smid ne kop om te exposeren- met zijn grijswitte stoppelbaard (precies een
everzwijn of egel dacht ik dikwijls). Een zaterdagavond vol conversatie : over
het wel en wee in het gezin, op het land en in de stal. Het varken dat van zijn
poten ging van teveel korenmeel (rogge) en aardappelen. Over één van hun beste
koeien die miskalfd had. Of van hun paard met een kankerpoot. Over de dorpssmid
die een paardenhoef echt gelijk de veearts kon verzorgen, die zelfs slimmer was
dan de veearts en die nooit bang was om zijn handen vuil te maken.
Echte
mannen die met al hun tegenslagen en narigheden er nog het beste van maakten.
En
over hun vrouw die in het kinderbed was en een dag voordien nog onder de koeien
zat om te melken, of een ganse nacht bij een zeug gezeten had die moest werpen
(vigene), of nog een ovenbrood bakte omdat manlief haar zeker enkele dagen
moest missen en dan met heel de boerderij alleen zat. Want op de boerderij was
er geen moederke lief aan : daar moesten de handen uit de mouwen gestoken
worden. En als het dan zover was, lag de kleine boreling wel en warm
ingebusseld, op één van de gezondste matrassen (een haverkafzak) te slapen.
Het
was hard werken maar ze waren tevreden met wat ze waren en uitvoerden. Hoe meer
tegenslag men kende, hoe harder men werkte, en zonder naijver of schimpscheuten
hielp men elkander uit de nood. Toen werd nog met gesloten beurs gewerkt van
vroeg in de morgend tot laat op de avond, en men nam van elkaar afscheid met
die gedachte : Ik heb vandaag weer mijn best gedaan : Marie is geholpen of
Frans of Lowie kan morgen toch zaaien ! t Stuk op den veertienbunder ligt
klaar geploegd en geëgd, hij kan direct zaaien en inwerken, dan zal hij gerust
slapen, want alleen was die karwei toch te zwaar.
Ik
zie de boerinnen nog altijd tegen schaftijd naar het veld komen met hun rieten
of wijmen mandekes. Ze brachten versgesneden zelfgebakken tarwe- of roggebrood
met lies of goede boter geplet of naargelang het werk zwaar of licht was : met
achterhesp of speculaas. En als dessert (zeker in de perentijd) : een overrijpe
of groene dubbelflup dat het sap uit de mondhoeken droop, wat ze dan algauw
met de buitenkant van hun mouw van hun kin veegden.
En
onder de koffietijd werd er nog echt onder malkaar op een goeie gezonde manier
gelachen en gepraat, dat de tranen in de ogen stonden. Achteroverliggend werd er
naar de wolken gekeken die traag voorbij dreven, en die goed of slecht weer
voorspelden, wat dan de boer of de boerin warm maakte om nog wat rapper te
werken of vooruit te doen, want de aardappelen moesten droog binnen in de
kelder of devoorraadschuur. Hetzelfde
moest gebeuren met hooi en graan, want daar kwam teveel bij kijken.
s
Avonds was er vooral veel pret voor de kleine mannen, als de boer paard en kar
inspande om de vrucht van een ganse dag arbeid naar huis te voeren. Dan was het
telkens kermis voor de kleine mannen, als paard en kar door de kleine veldwegen
naar huis donderde en op de schoot van de kar gezeten, ieder enkele minuten het
paard mocht leiden. Het dier vond zelf zijn weg naar huis terug, maar voor de
voerman was het wel een belevenis.
s
Avonds zaten de kleine mannen dan schoon gewassen en gekamd met hun voetjes op
de Leuvense stoof, ze mochten zich nog wat opwarmen. Dan werd er naverteld over
de belevenissen van de voorbije dag : het wel en wee in de stal, van een hen en
haar manke poot en haar kleine kuikentjes, van de haan die in Trees haar benen
pikte als ze om melk kwam, van de spekpater die op jaarlijkse bedelronde was en
over de verre landen vertelde.
Dan
zaten de kleine mannen met pientere oogjes te kijken : want de spekpater had
heel wat meegemaakt in de brousse met zijn leeuwen en tijgers en olifanten. Dan
waren de kleine mannen wel wat onderste boven van al die krachtpatserijen,
zodat ze zelfs nog in hun bedje er over navertelden en dan in slaap vielen van
de opgedane gezonde emotie van die dag en ze sliepen als rozen.
Want
toen waren ze nog niet moegekeken naar die wrange wereld die thans op de
beeldbuis komt, met haat, nijd, naijver en bedrog, en met volle emmers siroop,
die zelfs voor de volwassen mens een moeilijk obstakelvormt, om in de wereld van vandaag nog een
echt lichtpunt te vinden. Een wereld van klatergoud, die niet te nagesproken,
de ondergang zal betekenen van vele mooie vaste waarden.
Want wie het meest lawaai maakt, krijgt dikwijls gelijk !
Op
uw gezondheid !
Toon
(Toon Lamberts in De Band maart 1983)
De
auteur vind je ook terug in deze Kronieken bij 2/11/1982 : Reuzenbietenoogst.
-De
Kindernamiddag van Vevoc-KVLV : wat is er leuker dan zich te verkleden
-De
juniors van Vlug en Vrij Muizen, waaronder twee Leestenaars.
1983 17 februari De Mechelse Week : OUDE GLORIEN AAN HET WOORD
V.V.-LEEST
VEDETTE HANS SCHÖNING Een trainersloopbaan in zicht. (foto)
Hans
Schöning is een gekende en gewaardeerde sportfiguur in het Mechelse. De
gebaarde Duitser is meer dan 15 jaar vertrouwd met het dagelijkse leven in de
Dijlestad. Samen met zijn echtgenote en zijn brave dochter Sandra woont hij nu
in de deelgemeente Hombeek.
De
familie Schöning is volkomen ingeburgerd en Mechelen heeft voor hen geen
geheimen meer. Hans vertelde ons over zijn uitzonderlijke carrière als actief
voetballer en verklapte ons zijn ambities, die hij in de toekomst wil
verwezenlijken.
In
zijn rijk gevulde loopbaan heeft Schöning zowat alles meegemaakt. Op 9-jarige
leeftijd bond hij de schoenenaan en het
werd meteen de start van een voetballer, die 10 jaar lang het mooie weer bij
Racing Mechelen zou maken. Hij sloot aan bij V.F.R. Neumunster, de vereniging
uit zijn geboortestad, gelegen in de omgeving van Hamburg. Hij doorliep er de
jeugdreeksen om op 18-jarige leeftijd zijn debuut te maken in het fanionelftal.
Schöning werd dra de gevreesde linkerspits, die scoorde met de regelmaat van
een klok. Een scherpe demarrage, een uitzonderlijke loopsnelheid en een
staalhard schot waren zijn voornaamste wapens, die menig verdediger de wanhoop
nabij brachten.
Drie
succesvolle seizoenen maakte hij rond bij Neumunster en 15 selecties als
amateur-internationaal vormden een bekroning en tevens een eervol afscheid aan
de Duitse competitie.
Racing
Mechelen had immers lucht gekregen van de kwaliteiten van Schöning en in 68
tekende hij een verbintenis met de groenwitten, die toen nog in derde afdeling
uitkwamen. Aanpassingsproblemen heeft hij praktisch niet gekend en verbazend
snel maakte hij zich de Mechelse mentaliteit eigen. Een decennium lang bleef de
Duitse maneblusser een onmisbare pion in het team en werd hij een waar
boegbeeld voor de club.
Hans
maakte met Racing twee promoties en één degradatie mee. Zijn eerste seizoen was
direct midden in de roos. De groenwitte club behaalde onder trainer Rik Matthys
het kampioenschap van derde afdeling A en heroverde aldus zijn plaats in de
Liga.
Racing
begon van toen af de zaken grootser in te zien en men zocht verder over de
grenzen naar mogelijke versterking. Zo kwamen en gingen spelers als Kvasnak,
Iversen, Sunde, Hüssner, Schönberger en Posthumus. Hoogtepunt werd er bereikt
midden de jaren 70 toen Racing de poort tot de hoogste nationale afdeling
forceerde en zijn blazoen weer opsmukte.
Meer
dan een verblijf van één seizoen in 1ste klasse was er echter niet
weggelegd en een degradatie was onvermijdelijk. Schöning werd desondanks
topscorer van de ploeg met 9 doelpunten. Hij had het vertrouwen, in hem
gesteld, geenszins beschaamd. Hij bleef dan ook enkele seizoenen bij Racing in
2de klasse op de linkerflank evolueren. Dan volgde het afsluiten van
zijn periode in het traditioneel gestreepte shirt. Na tien jaar dienst nam
Schöning afscheid van zijn trouwe fans tijdens de benefietwedstrijd tegen
stadsgenoot K.V.M. Een tijdperk werd als het ware beëindigd.
Racing
Jet, de ambitieuze derdeklasser bleek geïnteresseerd en Hans ging scheep met de
Brusselse club. Een goede keuze ogenschijnlijk want het eerste seizoen werd er
direct gepromoveerd naar tweede onder leiding van trainer Jean-Paul Colonval.
Het tweede jaar kwamen er echter problemen en na enkele strubbelingen met
Colonval besloot Schöning na afloop van het seizoen de Brusselse club de rug
toe te keren.
Zijn
carrière nam toen een volledig nieuwe wending want F.C. Lebbeke, een
Oostvlaamse eerste provincialer, polste hem voor het spelers-trainer-ambt.
Schöning kon terugblikken op zijn ervaring en voetbalkennis, hij aanvaardde het
voorstel. Samen met ex-Racinger Dèsiré Rappoort (speler-trainer bij F.C.
Nieuwendijk) maakte hij het goede weer bij Lebbeke.
Daarna
verhuisde hij naar Brabant en werd speler-trainer bij Daring Leuven, uitkomend
in tweede provinciaal. De jonge ploeg kon Schönings ervaring best gebruiken.
Het werd een succesvol jaar en Daring Leuven eindigde tweede in de competitie
op enkele luttele punten van de kampioen. Inmiddels was Hans begonnen aan de
Heizelschool om het trainersdiploma te behalen. Samen met Georges Leekens, Bo
Braem, Carl Engelen en Jos Volders beëindigt hij dit jaar de Heizelstudies en
een trainersloopbaan wenkt.
Toch
is de 37-jarige nog niet aan het einde van zijn actieve spelersloopbaan. De
huidige competitie is hij immers één van de peilers van V.V. Leest, dat ook nog
werd versterkt met ex-K.V.M-ers Slachmuylders en Selleslagh. De hoge
verwachtingen, in het Leestse elftal gesteld, zijn tot op heden niet ingelost
geworden. Hoewel de ploeg voetbaltechnisch zeker bij de besten uit de reeks
behoort, slaagt Leest er niet in zijn stempel op de competitie te drukken.
Met
een Heizeldiploma op zak en een rijk voetbalverleden achter zich mag men de
toekomst rooskleurig inzien. Zijn directe ambitie is dan ook het trainersambt
te vervullen bij een derde klasser of bevorderingsclub. Met de wilskracht en
volharding, Schöning eigen, mogen we er van overtuigd zijn dat hij ook deze
opdracht tot een goed einde zal brengen.
1983 19 februari : Chirobal
In de parochiezaal. Normaal zou het
orkest van Johnny Maes de muzikale noot
verzorgen, maar wegens ziekte van
de zanger liet het orkest verstek gaan.
Donderdag
19 februari jongstleden zaten de S.P. leden van afdeling Leest in zaal Cecilia
met de beentjes onder tafel voor hun jaarlijks teerfeest. Dit in aanwezigheid
van Dhr. Joris, SP-voorzitter Mechelen. Dhr. Suykens, secretaris, plaatselijk
SP-voorzitter Dhr. Jef Vloeberghen en een 120-tal plaatselijke partijleden.
Deze
talrijke opkomst dit jaar mag terdege een succes worden genoemd. Van amper een
40-tal deelnemers in 1976 groeide het aantal gestadig uit tot 98 deelnemers in
1982 en dit jaar werd tot op heden een record met 119 inschrijvingen.
Ook
het aantal leden van de plaatselijke SP-afdeling kende een parallelle groei,
tot méérdan 200 leden dit jaar. De
Leestse afdeling heeft dan ook het ganse jaar door verscheidene activiteiten op
haar agenda. Het bestuur, bestaande uit 13 mensen, waaronder negen mannen en
vier vrouwen, mag dan ook zeer dynamisch worden genoemd, wat zich ongetwijfeld
weerspiegeld in dit gestadig groeiende ledenaantal. De SP-afdeling neemt
bijvoorbeeld deel aan de Mechelse C.S.C.-kwis voor de wisselbeker Jef
Ramaekers. Deze kwis bestaat uit drie reeksen : A, B en C, waarin de Leestse
SP-afdeling nu reeds eerst gerangschikt staat in de reeksen A en C.
Uit
het jaarverslag 1982, naar voren gebracht door de secretaresse Mevr.
Vloeberghen, blijkt niet alleen dat 1982een vruchtbaar jaar was op gebied van activiteiten, maar 1983 belooft
nog beter te worden : een wandeltocht door Mechelen op 13 maart, een natuurwandeling
door Leest op 20 maart, optocht 1 mei, tornooi op 21-22-23 mei, fietstocht op
29 mei, derde prijs Jef Vloeberghen op 4 juni, en de jaarlijkse reis naar de
Ardennen (Annevoie, Spontin, Lessive, La Roche).
Uitgerekend
op de dag, dat het teerfeest van de Leestse SP-afdeling werd gehouden, kreeg
Dhr. Joris tevens schepen van onderwijs voor de stad Mechelen, het Peterschap
over de gemeente Leest aangeboden. Na een paar korte toespraken van de
ere-genodigden, konden de deelnemers zich overgeven aan enkele culinaire
delicatessen, en diegenen wiens broeksriem nog niet al te strak was
aangespannen, konden daarna nog enkele pasjes wagen opde dansvloer, omdit samenzijn in gezellige
sfeer af te ronden. (em).
-Hans
Schöning, hier hard aangepakt tijdens een wedstrijd tegen FC Walem.
-Talrijke
opkomst tijdens het teerfeest van de Leestse S.P..
1983 Vrijdag 11 februari : Carnaval in de Stedelijke Lagere School
De leerlingen van de vijfde klas van de
Stedelijke Lagere School noteerden hun belevenissen in hun
waarnemingsschriftje :
Steven Bernaerts : Op elf
februari vierden we carnaval in onze school. We maakten zelf een masker. We
mochten ons ook verkleden in kleren die we zelf meebrachten. Dan mochten we
dansen en keken naar tekenfilms. We kregen ook nog appelsap.
Raymond De Winne : We hebben
carnaval gevierd. Velen konden we niet herkennen. De juffrouw was verkleed als
Arabische. Ik had judokleren aan. En Geert was een vrouw. We hebben ons goed
geamuseerd.
Guy De Wit : Op 11
februari is het in de school carnaval geweest. Er was veel te doen. Ik was
verkleed in robot. Er was ook film en we hebben mogen dansen. We kregen ook nog
drinken. Dan zagen we films van bij ons thuis, zoals Baby vlucht.
Stefan De Wit : Het is
carnaval geweest. Toen hebben we in de klas een masker gemaakt. Ook hebben we in
de namiddag twee tekenfilms gezien. En daarna was het tijd om naar huis te
gaan.
Ben Haemhouts : We vierden
carnaval in onze school. We mochten zelf een masker maken. Maar ik had er thuis
al een gemaakt van een lege waspoederton. De juf was ook verkleed. We zagen
films en dronken appelsap.
Hans Simons : Op elf
februari was het carnaval. We kregen één uur les en daarna mochten we ons
verkleden in de kleren die we zelf meebrachten. Dan gingen we dansen en dan
drinken. Tot slot zagen we nog enkele tekenfilms.
Noël Teughels : Op elf
februari was het carnaval. Iedereen was verkleed, zelfs de juffrouw was
verkleed. In het begin dansten we wat. Daarna gingen we naar enkele filmpjes
kijken. Eén ervan was Baby vlucht, erg grappig was dat ! Daarna mochten we drinken
en het prettige feest was voorbij.
Ivan Van Damme : Op vrijdag
elf februari vierden wij carnaval. Wij hebben zelf een masker gemaakt. We zijn
begonnen met een G.B.-zak om te draaien, dan de ogen uitknippen en dan kwam het
schilderwerk. In de namiddag was het veel prettiger !
Dominiek Van Laenen : Vrijdag elf
februari was het carnaval in onze school. Wij hadden ons masker zelf gemaakt.
De andere klassen niet. Ik was verkleed in een cowboy. We hebben ook filmpjes
gezien; onder andere De schone en de vagebond.
Daniëla Verheyden : Op elf
februari gingen we in de school carnaval vieren. We moesten ons verkleden en
een masker opzetten. We hadden ook een zelfgemaakt masker. Dat hadden we in de
voormiddag gemaakt. In de turnzaal mochten we ook dansen. We konden drinken
krijgen. We keken ook naar films. Spijtig konden we niet gaan zwemmen.
Gery Verschaeren en Geert Verschueren
: Als
het carnaval was op school, was ik verkleed als detective en Geert als vrouw.
Ik had een assistent, Steven. Want die was agent. Vele jongens waren goed
verkleed, zoals Ben : die had een schild bij en een helm op. Die dacht zeker
dat ik op zijn hoofd zou timmeren. Stefan was een oud vrouwtje. Die had net een
casette-recorder in zijn buik, die alsmaar zei : De jeugd van tegenwoordig!
Dan dronken we ook appelsap. Het was een fijne dag !
(Schoolkrant nr.2, jaargang 3)
1983 13 februari : Pensenkermis Chiro en Volksdans door
Aspis in Parochiezaal.
1983 16 februari Gazet van Mechelen
: Mechelse scholen en hun problemen-
Van het Huis van Prant tot het
Huis van Pitzemburg
I. Grote hof, te weinig
kinderen.
Met
welke zorgen van elke dag krijgen schoolhoofden, leerkrachten en
verantwoordelijken van de Mechelse onderwijsinstellingen te maken ? Welke
problemen bezorgen hen soms al eens slapeloze nachten ? Waarmee zitten ze in
hun maag ?
Met
deze en andere vragen trokken wij naar enkele scholen in de onderwijsstad
Mechelen, in een poging een algemeen beeld op te hangen van de scholen en hun
bekommernissen van elke dag en van elk schooljaar.
(...)
Wij
beginnen onze rondvraag aan de rand van Groot-Mechelen, in het landelijke
LEEST.
Bij
ons hebben de kinderen haast nooit aanpassingsmoeilijkheden. De vriendjes van
de straat zijn immers de vriendjes van de school. Iedereen kent iedereen. En
dat maakt het hier aangenaam, ook om les te geven. En wij hebben bovendien een
grote hof, maar misschien wel te weinig leerlingen.
Zo
formuleert Paula Bradt, schoolhoofd te Leest, de voordelen van een kleine
school in de dorpsgemeenschap. De fusie van Leest met Mechelen heeft aan die
voordelen en aan de situatie in haar geheel nagenoeg niets veranderd. Het enige
verschil met vroeger is dat de school nu gemengd is, net als de naburige
gemeenteschool.
Vroeger zaten in de vrije school enkel meisjes en in de gemeenteschool de
jongens, wat overigens in vele dorpen nog het geval is.
Een
jaar of vier geleden is dat in Leest veranderd.
Nu zijn der dus twee gemengde scholen. Voor zover wij dat kunnen beoordelen
heeft dat niet geleid tot een concurrentieslag.
De uitdrukking gezonde naijver is misschien beter van toepassing.
Een
kleine dorpsschool dus, met 83 kleuters en 72 kinderen in het lager onderwijs,
samen genoeg voor drie kleuterklassen en vier in de lagere school.
Bij uitzonderingsmaatregel van het ministerie kreeg de school een stagiair
toegewezen.
In
totaal zijn er dus acht leerkrachten die alle bijkomende taken en klusjes onder
mekaar moeten opknappen.
Daar zit al een eerste probleem. Een probleem waarmee alle kleine scholen
hebben af te rekenen en eigenlijk alle lagere scholen omdat er geen
hulppersoneel is voorzien.
Tweede
zorg van de leerkrachten is het leerlingenaantal dat nogal eens benauwend dicht
de minimumnorm voor een bepaald aantal klassen benadert.
Een
paar kinderen minder op 1 oktober kan fataal zijn voor een betrekking.
Vandaar
ook dat Paula Bradt het had over die grote hof en te weinig kinderen.
Ter
illustratie kunnen wij onderstrepen dat vorig jaar in Leest 18 kinderen op de
wereld werden gezet. Die moeten dus over een jaar of drie verdeeld worden
tussen de twee scholen. Een weelde is dat alvast niet. Komt daar nog bij dat in
de wijk De Kouter de kinderen de lagere school bijna zijn ontgroeid. Er rijst
nu wel een nieuwe wijk uit de grond in de Vinkstraat en er zouden ergens
plannen in de schuif liggen voor nog een woonwijk in Leest.
De
grote bekommernis van de schoolgemeenschap draait echter rond de centen.
En
dan vooral rond de verwarmingskosten en het leerlingenvervoer.
Van
de jaarlijkse rijkstoelage van rond de 550.000 frank gaat bijna 200.000 frank
door de schouw. De lokalen zijn immers zeer ruim, met veel vensters en
buitenmuren.
Prettig in de zomer, dat wel. Maar het kost stukken van mensen om ze s winters
warm te stoken.
En
dan is er het leerlingenvervoer, dat vorig jaar 230.000 frank opslorpte.
Gelukkig
is er nog een overeenkomst met de stad dat ieder de helft betaalt.
Dat contract dateert nog van voor de fusie. Maar eigenlijk zou de vrije school
nog meer
moeten
betalen omdat zij meer kinderen op de bus heeft.
Paula Bradt zegt dat het plafond echter is bereikt.
Het
oudercomité moet nu al scharrelen op bals, schoolfeesten en andere
manifestaties om het vervoer te kunnen betalen.
Ik
vind het vooral erg, zo rondt zij dit aspect af, dat er zoveel energie moet
gestoken worden in het verdienen van dat geld. Wij zouden die tijd maar wat
graag aan andere acties besteden.
Gelukkig
Ondanks
al die beslommeringen prijst Paula Bradt zich toch gelukkig dat ze in zon
dorpsschool kan werken.
Een beetje bevreesd dat haar woorden al te negatief en te beklagenswaardig
zouden overkomen, doet zij beroep op haar overtuigingskracht om de voordelen
van zon school aan te prijzen. Zie hiervoor de aanhef van dit stuk.
Zon
schooltjes in de wijk en in het dorp moeten er blijven, zegt zij, zowel voor
de kinderen als voor de leerkrachten.
Vooruit zonder Vrees koninklijk met Leestse dirigent
De
Koninklijke Liberale Harmonie Vooruit zonder Vrees is aan haar 105e
speeljaar toe. Meer dan een eeuw diende deze Nielse harmonie te wachten om,
zoals dat heet, gemachtigd te worden de naam van koninklijke maatschappij te
voeren. (...)
Theo
Fierens (foto)
Na
14 voorzitters en 13 secretarissen is Theo Fierens nu de 7e dirigent
van de Koninklijke Liberale Harmonie Vooruit zonder Vrees Niel.
Zowat
een viertal jaar hanteert hij de dirigeerstok te Niel hoewel hij afkomstig is (en er steeds gewoond heeft en woont) van Leest.
Hij behaalde een eerste prijs trompet en is momenteel nog tweede trompet bij de
Philharmonie
van Antwerpen.
Het
muzikaal niveau ging merkelijk de hoogte in.
Een
bewijs dat Theo Fierens erg begaan is met de muzikale kwaliteit van de
uitvoering.
Misschien
wel erg streng tijdens de herhalingen hij schrikt er niet voor terug om een
partij alleen te laten spelen- schijnt dit de gulden weg te zijn om van tweede
afdeling hopelijk in 1984 naar eerste te promoveren.
De
repetities in Ons Huis de donderdagavond van 19u30 tot 21u30 bewijzen dat er
flink gewerkt wordt.
De
ambitie blijft dan toch dat de Koninklijke Liberale Harmonie Vooruit zonder
Vrees Niel in haar koninklijk jaar zou promoveren naar de eerste afdeling.
Een
petitielijst helpt hier niet.
Dat moeten de muzikanten waar maken en Theo Fierens weet dat.
Freddy Dubois.
1983 Zaterdag 5 februari : Eerste Dansavond van Radio Dynamite
in de parochiezaal Kouter Leest.Aanvang 20u00, met alle djs van Radio
Dynamite.
Inkom : 80 frank
1983 Zaterdag 5 februari : Jaarlijks Teerfeest Boerenfront Leest
Programma
-12 u. : samenkomst in de zaal
St.-Cecilia voor de traditionele biefsteak en nadien bezoek aan de leden
herbergiers tot 18u.
-Om 18 u. Mis voor de overleden leden en om de zegening te vragen opdat onze
akkers en velden dit jaar overvloedig zouden mogen voortbrengen.
Nadien aan tafel waar gestart werd met
een koude schotel, gevolgd door feestelijke soep, boerenfrontkorfjes en de
hoofdschotel : groentenkrans met aardappelen en gebraad van de koe of het
varken. Nadien volgde nog een dessert met koffie.
Na dit alles volgde nog een gezellige
dansavond. (Folder van 3/1/83)
1983 7 februari : Overlijden van Gerarda Maria RHEINHARD (foto)
Geboren te Mechelen op 30 juli
1906, kwam ze naar Leest toen haar vader er koster
werd (1916). Ze werd regentes snit
en naad (bij de Ursulinen te Mechelen) en gaf
achtereenvolgens les te Willebroek
en te O.L.Vrouw-Waver.
Ze trad in in de karmel van
Dendermonde (1936) waar ze een jaar later gekleed
werd als zuster Godelieve van de H.
Eucharistie.
Bij de verhuis van deze karmel naar
Moerzeke, verhuisde zuster Godelieve mee.
Ze vervaardigde er wassen
O.L.Vrouwbeelden onder stolp.
Ze overleed te Moerzeke op 7
februari 1983 en werd er ook begraven.
(De Sint-Niklaasparochie in
Leest, 2009, Wilfried Hellemans)
1983 10 februari De Mechelse Week : Mechels Parochieleven
Dhr. Lornoy uit Leest : TUSSEN
HET VOLK.(foto)
Naar
Leest rijden met de fiets is een belevenis. Eens Hombeek achter de rug lijkt
het precies of er geen autos bestaan. Twintig minuten lang hoor ik alleen het
gezoem van mijn banden. Lang geleden.
In
Leest aangekomen valt me op dat Sint Cecilia hier nog leeft.
En de naam van een café op een straathoek stemt tot nadenken : De Drij
Gapers.
Op
de Mechelbaan, achter een muurtje, een paar bomen, en dan de pastorie.
Hier
huist pastoor Lornoy, die me ontvangt in zijn klein kantoortje.
Aan
de muur een foto van paus Johannes-Paulus de tweede.
Pastoor
Lornoy vindt dat elke evolutie goede en minder goede kanten heeft.
Vroeger,
toen de pastoor mensen voor besturen moest aanstellen, moest hij er zelf op uit
trekken, het zelf aan Jan en Fien gaan vragen.
Nu
doen de mensen van het bestuur dat allemaal zelf. Zoiets voelen zij goed aan,
vindt de heer Lornoy.
Zijn
parochie is uitgebouwd volgens het gewone stramien van de landelijke parochie.
Er
is een chiro, Landelijke Gilde, het KVLV, een KWB en een gepensioneerdenbond.
De
parochianen zijn vooral mensen die gaan werken in Kapelle op den Bos (bij
Eternit), en in Mechelen bij Lamot en Acomal.
Het
parochiaal werk noemt dhr. Lornoy levendig.
Hier is het gemeenschapsleven nog in trek. Er is meer samenhang onder de
mensen. Zij weten nog meer van mekaar.
Waaraan
wijt dhr. Lornoy het feit dat de aanwezigheid in de eucharistievieringen
achteruit gaat ?
Hij
is van mening dat de welvaarts- en consumptiewereld alles teveel opslorpt.
Vroeger gingen ook de rijken trouw naar de kerk.
In
de derde wereld krijgen de mensen geen kansen om te studeren, en toch zijn ze
geloviger dan wij.
De
vieringen in de Leestse parochie van dhr. Lornoy blijven nogal aan de klassieke
kant.
Het is een kleine leefgemeenschap van zowat 2.000 mensen. De chiro telt zon
100-tal jongens en een honderdtal meisjes, het is een volkse vereniging.
KSA en scouts doen het niet zo schitterend.
Ondertussen
komen er een paar mensen op bezoek. In een andere kamer kan ik dhr. Lornoy op
een vaderlijke toon met hen horen praten. Ze zijn dit jaar 50 jaar getrouwd, en
willen de parochiezaal afhuren voor een feest.
Dat
kan, alhoewel het even schipperen is met de data.
En
de wijn, daar moet zelf voor gezorgd worden.
Dhr.
Lornoy vindt dat traditie nog een waarde heeft, alhoewel alles verandert.
Vroeger over de rol van de pastoor- was de pastoor de motor van alles.
Nu moet hij het meer bescheiden aan doen. Meer als een bezieler.
De mensen werken ook actiever mee, in vergelijking met vroeger. Maar dhr.
Lornoy zelf bezoekt zijn zieken nog wel, en tracht ook diegenen met
moeilijkheden te helpen. Maar een biechtvader, neen. Vroeger stond de priester
boven zijn volk, nu staat hij tussen het volk.
Rob Muyldermans
-Theo
Fierens tijdens een repetitie van de Koninkl. Liberale Harmonie Vooruit zonder
Vrees.(Foto : Koerier)
-Advertentie
van het Radio Dynamite-Bal.
-Gerarda
Rheinhard tussen haar familie ter gelegenheid van haar intrede bij de
slotzusters van Dendermonde.
Van
links naar rechts : Maria Rheinhard (was onderwijzeres te Leest), Moeder
Diedens, Jos, Gerarda, Hilda, koster vader Jef Rheinhard en Pauline (werd
zuster Beatrijs bij de zusters Dominicanessen).
Zittend
: Lizeke en Herman. (foto : LG)
-Pastoor
Lornoy niet boven maar tussen het volk. (Foto
: DMW)
1983 Februarinummer De Band : Leestenaars
treden zo uit de oude doos.
Verzameling Stan Huysmans een
opstel van Frans Vloeberghen op 4 februari 1956
Winterpret
Voor
een veertiental dagen, toen ik s morgens eens door het raam ging kijken, zag
ik verrast dat er buiten een grote sneeuwmat lag. Ik trok gauw mijn kleren aan,
at zeer vlug enige boterhammen en snelde naar buiten.
Er
was voor ons huis al heel wat pret te beleven. Er waren al een paar jongens
druk bezig in de sneeuw. We hadden samen rap een baantje aangelegd, en dan maar
glijden. We waren al enige malen gevallen, maar dat voelden we immers niet. We
stonden gauw recht en deden maar voort. Als we er moe van werden, besloten we
een sneeuwman te rollen. Iedereen nam wat sneeuw en rolde maar en rolde maar ,
tot stilaan een grote sneeuwman ontstond. Ik ging de mijne op de graskant
rollen, omdat er daar meer sneeuw aaneen plakte. Ik kreeg mijn sneeuwman bijna
niet meer vooruit gerold, en baf ! Ineens lag hij in de gracht. Ik trok,
stootte en duwde maar met alle macht, ik kreeg hem er niet uit. Ik begon dan
maar opnieuw, helemaal opnieuw, ach De anderen hadden al een heel dikke bol. We
zouden die van mij dan maar voor de kop gebruiken. We plaatsten de sneeuwbollen
opeen. Een lastig werk. Nog wat sneeuw aanplakken en onze witte man was klaar.
t Was precies een dikke nieuwe Leestenaar die daar stond, zonder hemd in de
kou.
Het
was nu al bijna noen geworden en wij trokken naar huis.
In
de winter is het plezierig op het ijs en in de sneeuw. Voor ouden van dagen en
voor vogeltjes is het een droevige tijd. Maar ik zeg ook : in de zomer is het
toch nog plezanter. Geef mij maar een lekker warm zonnetje.
De schrijver Vloeberghen Frans (foto
onderaan) :
-tijdens het schooljaar 1955/56
leerling in het achtste leerjaar.
-geboren te Leest op 12 augustus 1943.
-zoon van Vloeberghen Eugeen en
Kerremans Rosalie, Scheerstraat 3.
-bediende, gehuwd met Tuyaerts Charlotte
(Mechelen) en wonende te Hever.
-kinderen : 1 Edwin (9 jaar)
-studies na de 4de graad :
Technisch onderwijs (dagschool) te Mechelen A3, daarna avondonderwijs B2 en B1.
-hobbys : tuinieren, vissen, lopen en
trimmen.
Van Leest geweest, maar in geest en hart
ermee nog verbonden, groet Frans langs deze weg zijn Leestse kennissen, vooral
zijn medeleerlingen uit het achtste leerjaar, met name waren dat : Dourlens
Maurice, Van Camp M., Fierens Constant, Somers Herman, Van Moer Louis.
Gelukkige tijd van toen
Meester Stan Huysmans was te Leest
geboren op 22 april 1915 en hij overleed in het Sint-Norbertusziekenhuis te
Duffel op 13 juli 1988. Meer over deze populaire meester in deze Kronieken : 2
juli 1961.
1983 Woensdag 2 februari : Opening Eethuis t Seel
Op O.-L.-Vrouw Lichtmis opening
Eethuis t Seel bij Tony Baarendse,
Juniorslaan 114 Leest, Tel. 015/71
10 21 :
PANNENKOEKENAVOND vanaf 16 uur en
ter gelegenheid van de opening
aan een speciale prijs : pannenkoeken
+ 1 tas koffie
25 frank voor kinderen (onder de 12
jaar), 30 frank voor andere personen.
(folder)
In mei 83 (zie verder) werd de vzw
t Seel opgericht.
-Frans
Vloeberghen tijdens zijn Plechtige Communie.
-Meester
Stan Huysmans in 1942 en op latere leeftijd.
-Advertentie
in De Band van de opening van Eethuis t Seel.
1982 Februari : De Band nr.2 : De
Selleslaghs. De boerkes van Leest
Waar
je ook komt langs Vlaamse wegen overal kom je de Selleslaghs tegen. Een familie
met faam. Laatst nog een broeder van Scheppers Broeder Vianney : mijn
familie komt ook uit Leest. Een grootmoeder woonde recht over de kerk en was n
Selleslagh. Ze hadden daar een café met danszaal in de 17de eeuw.
Als
je de Band leest over die gezonde boerkes van Leest dan weet je dat de
Selleslaghs kroostrijke gezinnen waren, die meer dan acht generaties lang de
Witte velden bewerkt hebben nabij de Bist. Daarover hadden we het met Aegied
van Boerekes (Selleslagh) en Cecile Teughels. Samen met hun jongens Walter, Jos
en Luc vonden we ze bij de spruitenkuis.
Aegied
en Cecile vertellen : zolang we weten heeft ons familie van vader op zoon het
Witte veld bewerkt. Het werd eerder Bosveld of Hoogveld genoemd. Waarvan de
naam Witveld komt kan Joost weten. Misschien is het witte heidegrond die later
door bemesting verrijkt en donkerder werd. In de zomer is de grond steendroog
en slaagt wit uit. Of misschien de nabijheid van de Withoeve ?
Vroeger
kwam hier een oude schrijnwerker wat karweitjes opknappen en die vertelde dat
voor 1914 hij facteur was op de Bist. Dan woonde hier wat verder in een oud
boerderijtje een jonkman en twee dochters. Die kwezels gingen elke week te
biechten in Mechelen, ze wasten hun handen in botermelk om schoon wit te zien.
De facteur vertelde dat de deur nooit verder open ging dan op een spleetje en
zo namen ze de post in ontvangst. Ze lazen veel heilige boekjes. Komt daarvan
misschien de naam Wittevelden ? Waar nu Cyriel De Smet woont daar had de
broer van ons grootvader (Kobe van Boerekes) een café. Den Baas noemden de
mensen hem. Een wreed man moet dat geweest zijn. Hij ging s avonds naar
Scherpenheuvel als de anderen daags tevoren vertrokken waren. s Morgens kwam
hij aan en zong heel Scherpenheuvel wakker en kwam daarna met het volk van
Leest weer terug.
Een
tante van mijn vader (de Lodde van Boerkes) is in Gent getrouwd met een
bloemist. Philomene heette ze.Ze zijn
daarna in Berlijn gaan wonen.Ik heb
vroeger horen zeggen dat de naam Selleslagh van Duitsland is gekomen. Meester
Selleslagh goed gekend in Leest was een kozijn van mijn vader. Monica, de
moeder van meester Selleslagh, had winkel en café daar waar nu den Telstar
is. De vader van de meester heette Tor van de Witte van Boerekes.
Vroeger
stond er, daar waar nu den mesthoop ligt, een grote lemen schuur met een
strooien dak tot bijna vlak tegen de grond. In 1876 hebben ze met de eiken
balken een nieuwe schuur gebouwd. Het woonhuis is er tegenaan gebouwd. Kobe van
Boerekes heeft die nieuwe schuur nog laten bouwen voor 4.000 fr. Het oud
bakhuis is na 1914 afgebroken.
Ik
ben nog verre familie van de Teughels, en zelfs van Aegied ben ik familie. Mijn
grootvader is met een Theresia Selleslagh getrouwd van deze boerderij. Mijn
tante wist dat nog te vertellen. Ze ging in hare tijd in de Rozelaer dansen
en stak dan een handje toe.
De
broer van Aegied is witte pater geweest in Urundi. Die kende de broeders van
Scheppers goed want hij heeft ze daar wel eens ontmoet in Urundi. Later is hij
in ziekenverlof gekomen. Hij fotografeerde en filmde. Hij heeft enkele knappe
films gemaakt over het Boerenleven.
Zo
zie je maar dat de Selleslaghs hun beroep als boer nooit vergeten.
De wens van Aegied en Cecile is dat hunne Luc de traditie van de Selleslaghs
zal voortzetten.
We
wensen hun en hun kinderen het beste.
De Band, K. Soors
Op 6 maart 2004 vierden Egied en Cecile
hun 50ste huwelijksverjaardag.
Egied Selleslagh was te Leest geboren op
3 februari 1922 en hij overleed in het woonzorgcentrum Akapella te
Kapelle-op-den-Bos op 25 juli 2009.
De Band van januari 83 :
Als
we van de Steynemolenhoeve langs Capellebaanveldweg naar de Biest toe wandelen,
zien wij bij het bereiken van de Bieststraat aan de linkerzijde van de weg, de
hoeve van SELLESLAGH (noot : 9de
kaartbladnr.25 van Jan Van Acoleyn
1723) .
Een
bijna gewijde grond : want sinds zeven of acht generaties (bijna 300 jaar)
woont hier de familie Selleslagh van vader op zoon.
De
oudste generatie die we er aantroffen was het gezin :
1.Adriaen SELLESLAGH (°Kapelle-op-den-Bos
13/3/1672) gehuwd met COECKELBERG Anna
in 1702. Acht kinderen : Jacobus (1705), Jeanne(1707), Jan (1712), Willem
(1713), Hendrik(1715),
Antoon (1717, Maria (1720) en Aegied (1721).
In
1723 was Adriaen Selleslagh nog niet lang gestorven en Anna Koeckelberg
hertrouwde met Peter DE LAET (die in 1766 zou overlijden op de gezegende
ouderdom van 91 jaar).
2. Henri SELLESLAGH(°1715), zoon
van Adriaen, was ondertussen gehuwd met SLEUBUSJoanna Maria(1731) en had de
hoeve overgenomen. Zij hadden verschillende kinderen : Joanna Maria (1757),
Petronilla (1758), Anna-Marie (1762), Maria Theresia (1765), Anna Katrien
(1767) en Peeter(°24
april 1770).
Henri
Selleslagh overleed op 19 november 1794. Zijn vrouw Jeanne Sleubus stierf op 7
februari 1811.
3. Peeter SELLESLAGH (°1770)
trouwde in 1796 met VAN DER ELST
Maria Carolina uit Eppegem. Zij hadden 7 kinderen : Jeanne (1797),
Hendrik (1799), Anna (1800-1886), Philippa (1803), PEETER-JAN (°8 maart 1805), Teresia (1806) en Domien (1809).
Peeter
Selleslagh overleed te Leest op 21 december 1847.
4.Peeter-Jan SELLESLAGH (°1805) huwde
in 1837 met PEETERS Philipine-Henrica
uit KaPelle-op-den-Bos. Zij
vormden de volgende generatie op de boerderij en gaven het leven aan elf
kinderen : Peeter-Antoon (1838), Marie-Rosalie (1839-1849), Philomena (1841),
Jozef (1844-1921),Francisca (1845),
Domien (1847), Josefien-Ida (1849-1920), Eulalie (1852),
Jacobus-Jozef (°28 augustus
1854), Irène (1856-1864) en Jan-Frans (1857-1896).
Peeter-Jan
Selleslagh overleed te Leest op 6 februari 1870.
5.Jacobus SELLESLAGH (1854) huwde
in 1882 met VERSCHUEREN Maria-Coleta (1855)
uit Kapelle-op-den-Bos. Op de boerderij werden van hen zeven kinderen geboren :
Corneel-Hendrik (1883-1885), Jozef (1884), Adilia-Eulalie (1885), Ivo (1886), Lodewijk (28 augustus 1887),
Jan-Frans (1889), Aegied (1893) en Irma-Dominica (1894).
Jacobus
Selleslagh overleed te Leest op 25 mei 1909.
6. Lodewijk SELLESLAGH (1887 de
Lode) huwde in 1915 met VERBERGT
Leonie (1888) uit Hombeek. Ook zij hadden een kroostrijk gezin : Jan (1916),
Jozef (1917, werd Witte Pater in Afrika), Jules (1919), Amelie, Aegied (3 februari 1922), Irma,
Wieske, Vivtoire en Celine.
Leonie
Verbergt overleed in 1966 en Lode volgde haar drie jaar later op 31 augustus
1969.
7.Aegied SELLESLAGH(1922) gehuwd
met TEUGHELS Cecile.
Ze
hebben vijf kinderen : Lucia, Paul, Walter, Jos en Luc.
Tot zover de Leestse stam van deze
familie.
Rafke Selleslagh bezorgde me volgende
gegevens over de voorgangers van deze tak, afkomstig uit de streek
Puurs-Ruisbroek.
1.Jan SELLESLAGH
2.Willem SELLESLAGH wijlen
Janssoene, inwoner Puers, pachter ende lantman van sr. Guilliam Maes, coopman
tot Antwerpen.
Gehuwd
met Catharina LUYCKX.
-Jan gehuwd met Digna Thys Cools
-Catharina
gehuwd met Jan Thys Cools
-Anna
gehuwd met Marcus Segers (scheiding : 7/8/1670, G.A. Willebroek, nr.67)
(G.A.
Willebr. Nr. 1 : 18/5/1615, 14/12/1615)
2b.
Jan THYS alias COOLS - Cathelyn van Yperen
-Godevaert, Jan x Catharina
Selleslagh, Digna x Jan Selleslagh,Maycken, Anneken.
(G.A.
Willebr. Nr. 1 : 20/10/1626 Not Gaspar
Beckx nr. 3696 : 21/5/1665 : testament)
1983 27 januari De Mechelse Week
:William
Selleslagh :
Ik
zou nog drie jaar in Leest willen blijven voetballen.
Zoals
de lezers zeker weten doorliep Willam Selleslagh alle jeugdreeksen bij K.V.
Mechelen en in 1972 dwong hij een vaste plaats af in het eerste elftal. Twee
jaar geleden ging hij over naar Racing Jet Brussel en sinds dit jaar speelt hij
voor V.V. Leest.
D.M.W.
: Waarom ben je uiteindelijk naar Leest gekomen ?
William
: Dat heeft ook veel met mijn werk te maken. Verder woon ik vlakbij en de
sfeer is er goed. De mensen kennen je allemaal. Er blijven veel spelers en
supporters hangen na de match. Het bestuur werkt hard, organiseert feesten en
werkt aan de jeugd. Toch hangt er erg veel van de resultaten af.
D.M.W.
: Ben je tevreden over die resultaten ?
William
: Het had beter gekund ! In het begin van deze competitie speelden we erg
goed, maar we haalden er geen punten mee. Je kan er moeilijk uit wijs raken.
Tegen kopploegen spelen we goede wedstrijden en op verplaatsing halen we de
meeste punten. Hoe dat
komt
? Het speelveld van Leest is erg klein, zodat het moeilijk is in de diepte te
spelen. We hebben het altijd moeilijk als we geen ruimte krijgen !
D.M.W.
: Je bent nogal eens het mikpunt van kritiek bij Leest. De supporters
verwachten van jou en Schöning dat jullie meer je stempel op het spel zouden
drukken.
William
: Ze verwachten alles van ons, en juist daardoor wordt het zo moeilijk voor
ons. We krijgen al eens een persoonlijke lijkwacht mee en we worden extra in
het oog gehouden. Bovendien is het verschil met nationale op conditioneel vlak
veel kleiner geworden. Ik was steeds het type dat er negentig minuten
conditioneel hard tegenaan ging, maar in provinciaal zitten er zo veel meer dan
in eerste ! Ze zeggen ook dat we niet kunnen vechten !
Maar
in eerste stond ik ervoor bekend een vechter te zijn. De mensen vergeten ook
dat Schöning er reeds 36 is en ik ben ook al 31 : we maakten al veel mee, aan
kwetsuren en we zijn allemaal geen Jean Janssens !
D.M.W.
: Men verwijt je ook wel dat je veel boekingen krijgt en dus ook regelmatig
geschorst wordt ?
William
: Bij K.V.M. kreeg ik ook vele kartons te zien, maar nooit een rode ! Dat zit
nu eenmaal in mijn karakter. Het gebeurt, en pas daarna denk je na ! Als je een
duel dreigt te verliezen, laat je al eens vlug een beentje hangen. Met al die
nieuwe reglementen zal het er niet rustiger op worden op het veld.
D.M.W.
: Wat vind je van het transfer gerichte beleid van het Leests bestuur ?
William
: Er zit nog niet genoeg in onze eigen jeugd. Om hogerop te geraken moeten ze
wel transfers afsluiten ! Toch is de jeugdwerking prima. Bovendien trekt de
eigen kweek meer volk ! Een Ludo Goossens brengt elke week30 mensen mee ! Die komen voor hem kijken en
dat heb je niet met vreemden. Eigen spelers is ook goedkoper natuurlijk, maar
zoals gezegd, Leest heeft er nog niet genoeg die het kunnen doen in het eerste
elftal. De transfers worden goed opgevangen, met de feesten en zo. Dan staan er
10, 15 man achter de tapkast ! Daar heb ik bewondering voor, zoals die zich
inzetten
D.M.W.
: Wat zijn je plannen voor de toekomst ?
William
: Die zijn er niet ! Ik zal alleszins aan sport blijven doen en dat liefst in
Leest ! De sfeer is hier goed en ik ben hier thuis. Ik zou liefst nog een jaar
of drie vier in het eerste elftal van Leest blijven spelen en daarna ga ik de
plaatselijke veteranen versterken !
1983 29 januari : Jaarlijks Boerenfrontbal
In zaal St-Cecilia. Aanvang 20u30,
eerste dans 21u00.
Orkest : The Roland Boys.
Kaarten in voorverkoop te bekomen
bij Constant Van Alsenoy of Henri Van den
Heuvel. Er was een tombola voorzien
met een totale waarde van 75.000 fr.
(Toeters en Trompetten)
1983 29 januari : Dansavond Vrije School in het parochiehuis
1983 19 januari : PVV Wijkcomité voor Heffen, Hombeek en Leest
Op 19 januari greep een vergadering
plaats te Leest met 2 PVV-afgevaardigden uit Heffen, de heren Nuytkens en
Moens, en drie van Leest, de heren Veiller, Diddens en Vloebergh.
Doel van deze bijeenkomst was een
gemeenschappelijk wijkcomité op te richten voor deze drie deelgemeenten.
Na het succes dat de wijkcomités reeds
boekten in Mechelen stad dankzij de werking van de wijkafdelingen, meenden de
afgevaardigden van de randgemeenten niet te mogen achterblijven om hun
dienstbetoon tot deze gemeenten uit te breiden.
Na deze eerste stichtingsvergadering zou
op 23 februari een tweede vergaderingplaatsvinden waarop alle details en practische punten werden besproken.
Het initiatief voor de oprichting van
wijkafdelingen berustte bij Luc Van de Velde, die op deze manier een actieve
vorm van dienstbetoon wou stimuleren,en hierdoor de politiek en de PVV in het
bijzonder dichter bij de volksmens wou brengen.
Einde maart zouden alle inwoners van
Heffen, Hombeek en Leest de folderPVV bouwt in hun bus toebedeeld krijgen,
met een extra info over de afdeling in hun wijk, en enige practische
richtlijnen voor het dienstbetoon.
PVV dienstbetoon bestond al te Leest in
de persoon van Georges Veiller welke elke vrijdag zitdag hield van 14 tot 16
uur in het lokaal bij Vic De Maeyer, Dorpstraat 1 en waar eveneens mevrouw
Winckelmans de uitbetaling regelde van de mutualiteit.
(DMW, 17/3/83)
1983 Donderdag 20 januari : Kaas-
en Wijnavond van SVV Leest (foto)
SVV Leest richtte en bijzonder
geslaagde kaas-en wijnavond in.
1983 22 januari : Jaarlijks Bal van SP-Leest
In de zaal Sint.-Cecilia, aanvang
20u30.
Orkest : Edwin Anderson an the
Shallows.
Kaarten
waren te bekomen bijJef Vloeberghen en
er was een tombola
met prachtige prijzen. (Voor-Allen en Toeters en Trompetten)
1983 22 januari : Viering Tienjarig bestaan Vevoc
Programma :
18 u : H. Mis voor gestorven leden met
zang en teksten (parochiekerk)
19 u : Aperitief in de parochiezaal
19u15: Gelegenheidsbuffet
21 u : Ontspanning en dans.
Het ledenfeest verliep volgens het
stramien van voorgaande jaren met dezelfde kooksters, dezelfde discobar (John
Lions)en de Aspimeisjes zorgden voor de
drankbediening.
Deelnameprijs : 500 frank. (Foder Vevoc)
De Mechelse Week (27/1/1983) over de
Viering :
Het
bestuur samen met een groot deel van haar leden, chiroleiding van Leest en
enkele genodigden namen deel aan deze viering.
Het
huidig bestuur is als volgt samengesteld : Pater Van Aken, Louis Vloebergh,
Paul Willems, Gert De Prins, Magda De prins, Lief De Smet, M. De Raad, Wis
Lauwers, Jan Van den Heuvel, Vic Smets, Alfons Huysmans, Eddy Moortgat, Frans
De Decker, Frans Spoelders, Jos Lamberts, Patrick Van Praet, Paul Lefever en
Danny Polfliet.
Vevoc
telt momenteel zon 250 leden
Gazet van Mechelen (24/1/83) :
Tien
minuten voor zes. Een massa publiek stroomt samen op het Dorpsplein om samen de
eerste tien jaar van VEVOC te vieren.
Vevoc
is dan ook de grootste, rijkste en populairste vereniging uit Leest. De
grootste vereniging werd het door het aantrekkelijke overkomen bij de
buitenstaander.
Zo
hebben zij de jaarlijkse massa-jeugdcross, fietsenrally, bal, enz. teveel om op
te noemen.Vevoc blijft niet bij de pakken zitten. Men richtte in deze tien jaar
een vrouwelijke en mannelijke basketbalploeg op alsook verscheidene afdelingen
van vrouwelijke en mannelijke volleybalploegen.
Niet alleen Vevoc-leden namen deel aan de feestelijkheden van zaterdagavond.
Ook de Chirojongens die hun 25-jarig bestaan en de meisjes hun 15-jarig bestaan
vierden waren er bij. De feestelijkhedenwerden ingezet met een eucharistieviering in de parochiekerk. Hierop
volgde een receptie. Voorzitter Louis Vloebergh en bestuurslid Jan Van den
Heuvel brachtten enkele grappige anekdotes naar voor van tijdens hun voorbije
chirojaren tot 1973.
Dat
jaar zijn zij tot het starten overgegaan van Vevoc.
1983 24 januari Gazet van Mechelen :
In Leest en Muizen VOETBALCLUBS
IN HET SUKKELSTRAATJE
Algemeen
wordt verwacht dat vanavond de Mechelse gemeenteraad zal gekenmerkt worden door
meer dan gewone interesse van een aantal sportievelingen die begaan zijn met de
verdere toekomst van de voetbalverenigingen uit Leest en Muizen.
CVP-gemeenteraadslid
Gust Emmeregs heeft aangekondigd dat hij de problematiek rond de voetbalvelden
van VV Leest en KFC Muizen grondig zal doorlichten en het nieuwe college zal
verzoeken een oplossing voor beide actieve sportverenigingen te zoeken.
Voor
VV Leest begonnen de problemen vorig jaar toen de eigenares van de
voetbalgronden die thans als parking gebruikt worden, overleed.
De
erfgenamen hebben intussen een verkavelingsplan laten opmaken waarbij gans het
perceel in 7 bouwstukken werd verdeeld met achtergelegen nog landbouwgronden.
In totaal gaat het om 30 are bouwgrond en 12 are landbouwgrond. Over die
volledige oppervlakte situeert zich thans het parkeerterrein rond VV Leest.
Gust
Emmeregs stelt het overduidelijk : Zonder die gronden is het gedaan met
voetballend Leest. Op uitzondering van een kleine privaatgrond snijdt de
verkaveling elke toegang tot de voetbalterreinen af.
Het
Mechelse stadsbestuur van de oude legislatuur keurde het verkavelingsplan goed
en de goedkeuring van de hogere overheid mag elke dag worden verwacht.
Het
Leestse gemeenteraadslid steekt een beschuldigende vinger in de richting van
het vroegere schepencollege dat hij een gebrek aan politieke wil verwijt.
Het
gevaar is groot dat al wat in 10 jaar rond VV Leest werd opgebouwd in één keer
kan vernietigd worden.
Er
is trouwens niet alleen het voetbalprogramma rond VV Leest maar ook de steeds
even succesvolle Leestse volksfeesten en de handelsbeurs.
Als
oplossing wordt gesuggereerd dat de stad de te koop gestelde gronden in zijn
geheel zou aankopen of, als die aankoop te zwaar op de stedelijke financiën zou
drukken, een toegangsweg en achtergelegen landbouwgronden zou aanschaffen.
Slechts
op die wijze kan het sportgebeuren te Leest nog toekomst hebben.
(...)
FOJ
1983 24 januari : KVLV bezocht Intercom
1983 27 januari Het Laatste Nieuws :
Mechels stadsbestuur gaat problematiek
aanpakken.
VV Leest en FC Muizen in voortbestaan
bedreigd
Tientallen
supporters van voetbalclub V.V.Leest en F.C. Muizen, getooid met blauw-gele
sjaals, hebben tot een stuk in de nacht op de raadsbanken vertoefd.
Gust
Emmeregs (CVP) had aan de agenda twee punten toegevoegd in verband met een
dringend probleem dat zich te Leest en Muizen stelt over de gronden van beide
plaatselijke voetbalclubs. Indien de stad niet snel deze gronden verwerft,
aldus interpellant, komt het voortbestaan van deze voetbalclub erg in het
gedrang.
VV
Leest voetbalt in de KBVB en komt dit seizoen uit met acht ploegen in
competitieverband. In totaal zijn er 71seniores, 68 jeugdspelers en 25 dames
aangesloten. Bestuursleden, trainers en vele helpers, ongeveer een 200-tal
mensen, zijn wekelijks bij het sportgebeuren betrokken, betoogde Emmeregs.
Dank
zij de onverdroten werking van vele belangloze medewerkers kon men, met eigen
middelen, op de in huur genomen gronden met een totale oppervlakte van 2,7 ha,
het volgende realiseren : aanleg van twee voetbalvelden, bouw van een groot
chalet, 5 kleedkamers met stortbaden, een ingerichte keuken en een bergplaats
en een verlichting op het tweede terrein. Dit alles kostte de gemeenschap geen
frank. Alle kosten werden gedekt door het resultaat van een actieve werking en
de organisatie van de Leestse Volksfeesten en een Handelsbeurs. In 1982 kreeg
V.V. Leest zo maar eventjes 20.000 bezoekers op haar terrein.
Overleden
Emmeregs
zei dat de club nu in haar bestaan wordt bedreigd. De eigenares van de gronden
is overleden. De gronden zijn vererfd en door de erfgenamen is een
verkavelingsplan ingediend.
De
CVP-er vroeg dat de stad de parkinggronden zou aankopen. De kosten worden
hiervan geraamd op 4 miljoen frank. Mocht dit te zwaar zijn, dan is het ook
mogelijk de toegangsweg en achterliggende gronden aan te kopen voor slechts
600.000 frank.
(...)
Verdaagd
Schepen
van Sport en Cultuur, Raymond Vanderwaeren (PVV), repliceerde dat Emmeregs de
aangehaalde problemen reeds voorlegde aan het vorige schepencollege, waarin
zijn fractie het burgemeesterschap had. In juni vorig jaar antwoordde het
college niet te kunnen ingaan op de voorstellen van Emmeregs om de
parkinggronden te Leest aan te kopen.
Emmeregs
drong in augustus nogmaals aan bij het college.
Uit
de commentaar van Vanderwaeren blijkt dat deze problemen telkens door het
college werden verdaagd, een laatste collegebesluit hier omtrent spreekt zelfs
van onbepaalde tijd verdaagd.
(...)
Fotos :
-Lachende
gezichten bij het Leestse SP-bestuur. De kaas- en wijnavond was geslaagd. (DMW)
-C.V.P-er
Gust Emmeregs : bezorgd om voortbestaan van VV Leest en FC Muizen.
Ter
gelegenheid van 25 jongens- en 15 jaar meisjeschiro werd op zondag 15 april
1972 in Leest voor de eerste maal een cross, een initiatief dat intussen grote
weerklank heeft gevonden, ingericht.
Op die gedenkwaardige dag kwamen vele oud-leiders en leidsters opnieuw samen,
en worden de eerste plannen gesmeed om een Leestse vereniging voor
ex-chiromensen op te richten.
Het
duurde tot november 72 vooraleer de idee weer ter sprake kwam.
Louis Vloebergh, Paul Willems, Eddy Beterams en Marc Leemans sloegen de handen
in elkaar en op zaterdag 28 januari 1973, tijdens de eigenlijke jubileumviering
van de chiro, zag VEVOC het levenslicht.
Eric
Bradt, de eerste secretaris, stelde voor de eerste letters van Vereniging van
oud-Chiro te nemen en dat werd dan VEVOC.
Walter
Lefever en Frans De Borger voegden zich bij de initiatiefnemers en het bestuur
was klaar. Pater Van Aken werd natuurlijk proost en Louis Vloebergh werd de
eerste en tot heden enige voorzitter van Vevoc.
Ten
slotte nam Willy Van Praet de functie van kassier voor zijn rekening.
Ook
de oud-leidsters lieten zich niet onbetuigd. Chris Standaert Verbeeck en
Rosette Serdongs Verschueren werden onmiddellijk mee in het bestuur
opgenomen.
Snelle
groei
In
de beginperiode wenste het bestuur enkel oud-leiders en leidsters in de
vereniging op te nemen.
Vroegere
Leestse chiroleden drongen aan om ook hen toe te laten, en daar had niemand
bezwaar tegen. Men ging zelfs nog verder. Voortaan sluit men alle
oud-chiroleden aan, die ofwel in Leest actief waren ofwel in Leest zijn komen
wonen. Deze nieuwe formule joeg het ledenaantal snel de hoogte in.
Momenteel
is Vevoc uitgegroeid tot een superfamilie van liefst 250 leden.
Om
aan al de wensen van de leden tegemoet te komen, tracht het bestuur een zo
breed mogelijke waaier van activiteiten te bedenken.
Een
kort en zeer volledig overzicht geeft een idee wat Vevoc tot heden al te bieden
had : culturele avonden met Nand Baert, dorpskwissen en spelavonden,
kleinkunstavonden met o.m. Miel Cools en Jef Elbers, optredens van andere
groepen, kindernamiddagen, bivakken, fietsrallys en andere uitstappen.
Ook de sportactiviteiten, steeds in de oranje-zwarte verenigingskleuren, mag
men niet vergeten. Er wordt volleybal, basketbal en voetbal gespeeld.
En
last but not least is er de jaarlijkse jeugdcross onder het motto deelnemen is
even belangrijk als winnen.
Deze
cross is uitgegroeid tot een groots evenement maar zal stilaan terug meer chiro
gericht worden.
Tienjarig
bestaan
De
lezer heeft natuurlijk al lang door dat we naar het tienjarig bestaan van Vevoc
heen willen. Het eerste decennium zit erop, en men mag gerust stellen dat Vevoc
zich in deze relatief korte periode tot de meest dynamische vereniging van
Leest heeft opgewerkt.
Daarom
genoot de bestuursvergadering van vrijdag l.l. speciale aandacht.
Naast
het jaarprogramma werden ook de festiviteiten n.a.v. het tienjarig bestaan
bekendgemaakt. Die hebben plaats op zaterdag 22 januari.
De
feestviering, waaraan alle leden, plus genodigden en de huidige chiroleiding
mogen deelnemen, begint traditiegetrouw met een aangepaste eucharistieviering
in de parochiekerk.
Om 19 uur volgt een gelegenheidsdrank met daarna een etentje, en zoals
gebruikelijk zullen de opgehaalde herinneringen weer een extra sfeertje
scheppen.
De huidige chiroleden zullen in het hele gebeuren mee worden betrokken.
(mr)
De Band Hoera.
Noemenswaard in de geschiedenis van
Chiro-Vevoc is het muziekgroepje HOERA.
Tijdens het kampvuur van het chiro-bivak
te Neerpelt (1980) entertainden drie leden hun makkers met een muzikaal
optreden en de sfeer zat er meteen goed
in.
Door de vonk die daar ontsproot werd de kiem gelegd voor een rockbandje.
Stuwende kracht en mentor was Erwin Van
Nobelen. Hij speelde gitaar.
Hugo Lauwens speelde ook wat gitaar en
orgel en nam de zang voor zijn rekening.
Bart Lauwens werd de drummer.
Tijdens hun eerste repetitie in de
chirolokalen werd nagedacht over een groepsnaam.
Deze werd vrij vlug gevonden toen iemand
spontaan uitriep : HOERA, we zijn een band !
De groep teerde vooral op de smartlap
Mn lieveling, eigen werk van Erwin.
Een heel melodieus liedje dat mits de
nodige ondersteuning de hitlijsten zou kunnen halen.
Hoera nam deel aan Ontdek de
Ster-wedstrijden met een gevarieerd oeuvre en won zelfs de Prijs van het
Publiek tijdens de Leestse Volksfeesten, toen gepresenteerd door Jan Theys.
De tango en Mn Lieveling werden met
zoveel bravoure gebracht dat de helft van het publiek op Hoera stemde. Enkel de
prijs viel toen wat tegen, een haardroger was aan de mannen niet besteed.
Zoals in die tijd gebruikelijk was
hadden ook de bandleden een bijnaam.
Erwin was De Smalle, allusie op zijn
figuur. Hugo was De Vennekes omdat hij als kind zo genoemd werd door zijn
familie en Bart was Den Ted naar zijn idool Ted Nugent.
Tijdens een knotsgekke repetitie werden
er voor de vuist weg wat bluesnoten gespeeld en De Vennekes moest dringend
plassen. Hij vond er niet beter op dat zijn ongemak te verwerken in de tekst.
Hij zong : Ik moet gaan pissen en voegde de daad bij het woord.
De anderen speelden nietsvermoedend
verder en toen de zanger terug kwam veranderde hij de zin in ik zn gaan
pisssen. Algehele hilariteit en er werd een lang liedje van gemaakt met een
passende tekst. Dit lied werd het uithangbord van Hoera.
Op free podia was de groep heel
populair. Zalen liepen letterlijk vol in Klein-Brabant wanneer hunnaam op de affiche stond.
De specialiteit van Hoera was vooral de
samenhang tussen muziek en cabaret. Het was lachen geblazen met de fratsen van
den Ted en de reacties van de Smalle en de Vennekes.
Later werd uitgekeken naar een andere
zanger omdat Hugo zich ging toeleggen op basgitaar en de combinatie zang/bas
niet zag zitten. Korte tijd werd Paul Lambert uit Schelle leadzanger maar de
afstand was er te veel aan.
Zijn opvolger was een voor de hand
liggende keuze. Paul De Polle Van Roy was een goede vriend van de bandleden.
Hoera speelde zijn voorlopig laatste
reünie samen met Glenn Degendt, oud lid van de jongensband Get Ready. Dit
concert, Leest Zingt, vond plaats in 2005 op het Leestse Dorpsplein en was
georganiseerd door de Dorpsraad. Naast Hoera traden nog andere Leestse
muziekuitvoerders op : de Kon. Fanfare St.-Cecilia, Erwin Vloebergh & Band,
Bedford Piessens en BEEB.
Hoera is een tijdloze groep, momenteel
spelen ze nog zelden maar af en toe volgt er toch een verrassingsoptreden
(Info : Hugo Lauwens-Erwin Van Nobelen)
Fotos :
-Het
bestuur van Vevoc. Links onderaan voorzitter Louis Vloebergh.
-De
kiem van Hoera werd in 1980 gelegd tijdens het bivak te Neerpelt. Links De
Smalle, rechts de Vennekes. (Foto
: Hugo Lauwens)
-Hoera
tijdens een concert. Van links naar rechts : Hugo Lauwens, Paul Van Roy, Erwin
Van Nobelen en Bert Lauwens. (Foto :
Hugo Lauwens)
1983 Zaterdag 15 januari : Wandeling in de Hoge Venen met het
Davidsfonds
Sfeervolle
winterwandeling met deskundige begeleiding door de Hoge Venen, had het
Davidsfonds afgekondigd. De prijs bedroeg 600 frank en die omvatte het vervoer,
een gids uit de streek, het avondeten en de verzekering. De trip zou alleszins
memorabel blijven. Hieronder verslagen van respectievelijkKarel Soors en Susse Teughels :
Met
Davidsfonds ploeteren door het Hoge Veen
Het
was een eerder rustige busreis : naar de Botrange 692 m boven de zeespiegel,
het hoogste punt van België. Wat onmogelijk leek was toch waar : het sneeuwde en iedereen kwam in beste stemming. De
wandeling door het veen kon van start gaan. Iedereen had zich warm aangekleed
en de gids loodste ons naar de vertrekplaats. Hij vertelde ons eerst wat hij
gedurende 25 jaar, die hij al door het bestuur van Waters en Bossen was
aangesteld, niet had meegemaakt. Een tocht door de Hoge Venen is erg
gevaarlijk. Elk jaar verdwalen er mensen en anderen komen zich hier het leven
benemen. De gids gaf ons enkele raadgevingen en we trokken op pad. Dat het niet
makkelijk is hebben we daarna wel aan de lijve ondervonden.
Een
koude wind vergezelde ons door t veen en sloeg sneeuw en ijswaterbuien in ons
gezicht. Heel de tijd moesten we uitkijken naar de houten vlondertjes die als
paadjes door het moeras slingerden. Naast de houten gaanpaden zakte je in het
natte veen tot aan je enkels (knieën). Waar er geen pad lag moest je op de
hobbelige bulten of doodskoppen lopen. Zo ploeterden we door het eindeloze veen
en werden doornat. Bij een sparrenbos aten we onze natte boterhammekes en
daarna trokken we verder door de godsverlaten streek. De ene keer goed
doorstappend langs de bosrand, de andere keer kijkend en zoekend waar je best
je voeten zou plaatsen opdat je laarzen niet het ijskoude veenwater zouden
binnenscheppen.
Wat al moeite om droog te blijven, niemand bleef gespaard en al vlug werd het
een tocht van doornatte mensen, die niet beter vroegen dan dat ze zo snel
mogelijk het einde van deze overlevingstocht zouden zien. t Was een hele
opluchting toen we de rotte veengrond achter ons hadden liggen en we weer in de
bewoonde wereld kwamen na plus minus 5 uur veenploeteren. Na een lange
droogpartij in het restaurant en een warm drankje werd het warme avondmaal
gretig aanvaard.
Nog
nabibberend op de terugreis werden reeds plannen gemaakt voor een volgende
lekkere, natte, moeilijke uitstap naar het Verdronken land van Saftinge. Tot
dan !
K. Soors.
(De Band, maart 1983)
Ook Susse (noot : Frans Teughels) schreef
als reporter ter plaatse zijn ervaringen neer :
Blib,
Blab en Blubber of De Mop van het Jaar
Blib-blab
en blubber zou een reuzetitel kunnen wezen voor één of ander stripverhaal, doch
voor velen van onze lezers zal het eerder lijken op een soort Chinese
vertelling.
Een
kleine wandeling in de door zon overgoten sneeuw in het beschermd natuurpark
van de Hoge Venen was de aankondiging gedaan door het Davidsfonds. Gelieve
gazet mee te brengen om de klederen niet te bevuilen bij stemmige picknick op
gevelde boomstammen in het bos luidde het verder. Daarna etentje en gezellig
samenzijn in sfeervol restaurant ter plaatse. Allen op post stond in de
mededeling.
Even
na de afgesproken tijd zaten alle deelnemers welgezind en knusjes in de autocar.
Via Leuven bracht die de inzittenden naar de hoogvlakte op de Botrange. De
stemming was reuze. In een minimum van tijd stonden we op de grote besneeuwde
vlakte terwijl kleine witte vlokjes langzaam naar beneden dwarrelden. Haastig
werden skipakken, anoraks en regenjassen aangetrokken en bergschoenen
dichtgerijgd. De meesten trokken echter rubberlaarzen aan. Voor de inwoners van
de streek moet het wel een koddig zicht geweest zijn wanneer ze die kleine
karavaan blijgemutst over de weg zagen trekken. Er liep zelfs iemand met een
parapluken tussen.
Op
de plaats van afspraak wachtte een gids ons op. Een korte verwelkoming en een
kleine uiteenzetting over de fauna en flora van het gebied ging deze wandeling
vooraf.
Wij
zullen het voetpad nemen, zei de vent, dat is de gemakkelijkste weg !
Als
officier, de SS-ers van in de oorlog waardig, stapte hij op kop van de troep.
De zachte sneeuwval bij een temperatuur van plus minus nul graden dreef de
stemming op.
Eens
van de verharde weg af werd het zelfs prettig om zien. Af en toe was er wel
iemand die zich mistrapte en met de voet terechtkwam in het klare water onder
het sneeuwtapijt, tot groot jolijt van de anderen. Elkeen kwam zowat aan de
beurt, want die zachte zuigende turfgrond was onberekenbaar. Bij de eerste
halte met uitleg, waren er zelfs al mensen bij die over natte voeten spraken.
Weer ging de tocht verder. Ondertussen was de vallende sneeuw veranderd in
ijskoud water dat door de opkomende wind lustig in ons aangezicht gestriemd
werd. Meer en meer verrassingen zaten in de grond. De mensen zochten de boven
de sneeuw uitstekende graszoden op om minder gevaar te lopen in het nat te
trappen. Af en toe plooide het grasbosje echter naar beneden, juist diep genoeg
om zelfs de rubberlaarzen te laten vollopen. De vallende druppels varieerden
van regen over sneeuw naar hagelbollekens en dan kwam er nog stormwind bij te
pas. De lucht werd alsmaar grauwer en grijzer. Alleen de drassige witte vlakte
waar men op stappen moest, was nog zichtbaar en daar hadden die steppetrekkers
meer dan genoeg aan. Plomp pladderen en pletsend, ploeterden ze verder, af en
toe klimmend kletschten ze klagend voort door die kleverige kletsende klare
klatsch.
Erger
en erger werd de tocht, dieper en dieper de plassen en grachten onder de verraderlijke
liefellijke witte vacht.
Op
een gegeven ogenblik verwijderde iemand zich een beetje en plaatste zich met de
rug naar de anderen : kwestie van een kleine behoefte te doen.Dat zou ik niet doen, hoorde ik achter mijn
rug zeggen, dan had ik er tenminste zelf nog een tijdeke warmte van !
Eindelijk
kwamen ze in de bossen waarin er zou gepicknickt worden. Stemming was er
genoeg, vooral toen Karel, als reserveofficier zulke knepen kennende, met een
fles Bols voor de pinnen kwam. Elkeen mocht een teug nemen, zelfs Elvire sloeg
het aanbod niet af, plaatste de fles aan de mond en dronk ervan alsof het
zuiver was.
Het
woord zelf durf ik niet meer te noemen want dat goedje was in de hemel, op de
aarde en op alle plaatsen. Haastig trok de milde schenker die fles van tussen
haar saamgeperste tanden kwestie van ook een beetje te hebben, replikeerde
hij. Sommigen hadden nog het lef om hun geheel doorweekte dagbladen over de
boomstronken te spreiden ; anderen konden doodgewoon de moeite niet meer doen.
Toen ze weer opstapten voegde zich een nieuw element bij de groep : HOUD BOOM
REIN stond er op haar buik te lezen. Het kind bekloeg er zich over, er niet
eerder aan gedacht te hebben, die plastieken zak, meegebracht om op te zitten,
over het hoofd getrokken te hebben. Nu bleef ze tenminste droog.
De
gezwollen voeten van de zwaksten zwalpten weer zwoegend door de zwoele zwam,
terwijl de zwetende lichamen zwijgend over de als zwarte klauwen uitstekende
boomwortels voortzwabberden.
Wij
zijn er bijna, sprak de gids plots. En, inderdaad, ongeveer een half uur later
zagen ze in de verte een auto rijden. Dat moest een verharde weg zijn. Velen
begonnen zich warmer te voelen, wetend dat daar ergens het beloofde land zou
zijn. Sommigen lieten zich van geluk vallen, zich niet bekommerend of het
sneeuw of water was waarin ze terechtkwamen. Het laatste deel was moordend,
doch allen zijn veilig aangeland. Wie nog kon, liep het laatste eind naar de
autobus. Daar kapten ze het resterende water uit hun botten, wrongen hun klederen
uit en spoedden zich naar het warme hotel. Op de hete luchtroosters daar was
het een drukte van belang. Wel tien personen heb ik daar geteld, op een
oppervlakte van één vierkante meter. Het eetmaal was perfect, gezellig en
gemoedelijk en ondertussen lagen op de warme luchtroosters alle soorten
klederen te drogen, broeken, hemden, kousen enz
Wanneer
de schatbewaarder betalen wou, was het eerste wat de patron uit die
portefeuille in handen kreeg, een gulp water uit zijn eigen Hoge Venen !
De
terugreis verliep in alle stilte. Iedereen koesterde zich in de zachte warme
zetels.
Tot
slot : de reis was heel leerrijk en nooit meer kon iemand die erbij was nog
natter worden en dat bij een temperatuur van tegen het vriespunt !
We
zullen het voetpad nemen, had de gids gezegd, van bad had hij
niet gesproken !!!
1983 Zondag 16 januari : Eerste Nieuwjaarsconcert van
Sint-Cecilia
In de parochiezaal had voor de
eerste maal een nieuwjaarsconcert plaats,
uitgevoerd door de Koninklijke
Fanfare St.-Cecilia uit Leest.
Dit kwam in de plaats van het
Kerkconcert.
Achter het initiatief zat de
Leestse kerkfabriek onder voorzitterschap van
Fons Verbruggen en met als leden
Maria Lamberts, Modest Van Steenwinkel,
Jules De Smet, Jules
Geens en pastoor Lornoy.
Bedoeling was om dit jaar alle
Leestse verenigingen samen te brengen en
in een geest van verbroedering
samen een nieuwjaarsreceptie te houden.
De integrale opbrengst van dit
concert kwam ten goede aan de verwarming van
de kerk.
In aanwezigheid van een 200-tal
muziekliefhebbers, afgevaardigden van het
Leestse verenigingsleven, schepenen
Raymond Vanderwaeren en Kris Van
Esbroeck, raadsleden Gust Emmeregs,
Louis Vloebergh en Lea Clarijs-Pauwels
bracht de Leestse fanfare een
uitstekende uitvoering en deed haar naam van
wereldkampioen in haar afdeling,
eer aan.
Onder de leiding van J.P.Leveugle
werd het publiek zodanig begeesterd
dater spontaan werd mee geklapt en om bisnummers verzocht.
Na afloop van het concert werd een
receptie gegeven door de kerkfabriek
aan de vertegenwoordigers van de
Leestse verenigingen en de afgevaardigden
van het stadsbestuur.
Pastoor Lornoy betuigde zijn dank
aan de verenigingen die zich een gans jaar
onbaatzuchtig ten dienste stelden
van de Leestenaars en aan dirigent Leveugle.
(DMW, 20/1/83 en DB, februari
83)
Het lidgeld voor 83 werd door de
Kon. Fanfare St.-Cecilia vastgesteld op 35 fr. per
maand. Dat is een verhoging met 5
fr. per maand of met 60 fr. per jaar.
Jaarlijks dus 420 fr. (Folder
4/2/83)
-Het
programma van het eerste Nieuwjaarsconcert van de Kon. Fanfare St.-Cecilia.
-Boven
: de Leestse fanfare tijdens het optreden. Onder : de prominenten zaten
vooraan. (fotos : DMW)
1983 Zondag 9 januari : De Dijletrotters wandelden nieuwe jaar
in te Leest
De Mechelse wandelclub De
Dijletrotters wandelde het nieuwe jaar in te
Leest, meer bepaald het 6 km lange
Kapellekenspad werd aangepakt.
Het vertrek werd gegeven aan de
St-Annakapel en er werd gewandeld langs
het Brughuis, de pastorie, de
vloeibeemden van de Zenne tot aan de
St.-Apolloniakapel, Hof ter
Moortele, vallei van de Molenbeek, het
Hertsveld, het kapelletje
Boerinnengilde, de Augustijnenhoeve,
Rendelbeekhoeve, naar de
Jezuïetenhoeve tot aan het Hof ter Halen,
Tiendeschuur, Kouterweg en
gemeentehuis van Leest.
De leiding was in handen van
W.A.Muyldermans.
(GvM,3/1/83)
1983 Dinsdag 11 januari : De K.F.St.-Cecilia luisterde begrafenis
van lid op.
Van Toeters en Trompetten, januari 83
:
Jef
Aerts, één van onze basspelers, is niet meer
Jef
Aerts werd geboren op 22 mei 1927. Hij woonde in Ruisbroek en was seders 1980
muzikant geworden van onze vereniging. Hij kwam steeds naar de repetitie ook al
woonde hij niet zo dicht bij Leest. Hij was een vriendelijk mens, een goede
kameraad, een uitstekend muzikant. De laatste maanden kwam hij niet meer
opdagen. Wij hadden verno
men
dat hij zich niet zo best voelde, maar dat het van voorbijgaande aard zou zijn.
Om die reden kon Jef ook niet mee naar het Nationaal Tornooi van de stad
Brussel.
Maar
niemand van ons had gedacht dat Jef zo vlug van ons zou weggaan.
Op
vrijdag, 7 januari ll. werd ons meegedeeld dat Jef Aerts overleden was aan de
gevolgen van zijn ziekte.
Op
dinsdag, 11 januari ll. werd Jef verast. Met muziek van onze fanfare werd
afscheid genomen. Op de tonen van Spartacus, een van de werken die hij het
liefste hoorde, werd zijn as uitgesprooid
Wij
bieden de familie onze innige deelneming aan langs deze weg.
1983 11 januari Gazet van Mechelen :
Remy Spoelders is al vijftig jaar mandenvlechter.
(Foto boven)
Na
de Kouter te zijn ingereden en de Leestse grot te zijn voorbijgereden,
kwamen we terecht in het huis naast het Kouterkasteeltje waar Remy Spoelders en
zijn vrouw wonen.
De
71-jarige Remy Spoelders beoefent de kunst van het mandenvlechten nu reeds 50
jaar lang zonder dit ook maar vijf minuten tegen de zin te hebben gedaan.
Het beoefenen van de mandenvlechterij leerde hij destijds op jonge leeftijd van
grootvader. Deze leermeester was erg bedreven in die kunst zoals toen veel van
zijn leeftijdgenoten.
Op
dit moment, vertelt Remy, zijn er in deze streek niet al te veel mensen meer
die de oude methode van het mandenvlechten machtig zijn. Waar men dit nog vrij
veel ziet, is in de omgeving rond Puurs.
In
het Mechelse zelf is mandenvlechten bijna zo goed als uitgestorven.
De
mandenvlechterij komt nog wel vrij veel voor in verenigingen voor
kunstambachten maar de methode van deze mensen is niet helemaal in
overeenstemming met de traditionele, zoals Remy deze handig demonstreert.
Op
de vraag of hij er nooit aan gedacht heeft om bij één of andere club als
leermeester te fungeren, antwoordt hij prompt nee, en verklaart dat deze
bezigheid louter voor zichzelf is bedoeld.
Zichzelf
met zijn bezienswaardige kunstvoorwerpen tentoon zetten op folkloredagen of op
kunstambachtententoonstellingen wil hij eveneens niet tot de mogelijkheden
rekenen.
Maar
daar er op alle regels uitzonderingen zijn maakte Remy voor éénmaal een
uitzonderingetje en ging voor het eigen Leestse publiek de mandenvlechterij
voorstellen in het parochiehuis te Leest.
Buiten
die brachten zelfs scholen een studiebezoekje bij hem.
Geen
beroep
Alhoewel
Remy Spoelders het mandenvlechten keurig en precies uitvoert, heeft hij er
nooit aan willen denken om van zijn hobby een beroep te maken.
Hij
houdt zich eraan alleen manden te vlechten voor zichzelf en voor zijn kinderen
en vrienden.
Eénmaal
heeft hij enkele aardappelmanden te koop aangeboden op een rommelmarkt in het
Volksbelang te Mechelen. Lang heeft hij niet moeten wachten op eventuele
kopers. Op een minimum van tijd had hij de manden aan de man gebracht.
Remy
vlecht niet alleen de manden, maar kweekt eveneens zelf het nodige materiaal.
Achteraan
in de tuin staan de wilgen waarmee hij de donderkleurige aardappelmandjes en
fruitmandjes in mekaar knutselt.
Voor
de lichtkleurige manden worden wijmen gebruikt.
Het pas geoogste hout wordt één maand te drogen gelegd in de handig ingerichte
werkplaats.
Indien
het hout langer dan drie maand ongebruikt blijft liggen, kan men het wel vergeten.
Dan is het hout reeds veel te hard en kan er niet meer mee gevlochten worden.
Dus
Remy vlecht helemaal niet zoals de echte beroepsvlechters.
Deze
mensen leggen het hout eerst een jaar in water en gebruiken het pas dan, zodat
krimpen van de wijmen is uitgesloten.
Landbouwer
Naast
deze hobby is Remy altijd landbouwer geweest als broodwinning.
Met
dit beroep was zijn hobby prachtig te combineren, daar er in de winter toch
niet kon worden gewerkt op het land.
Niet
alleen landbouwer en mandenvlechter was Remy, hij is eveneens boswachter over
het gebied van de Bleukens te Leest. Deze job oefent hij reeds uit van in het
jaar 1952.
Drie
uur vlechten per mand, het eigen tuinmateriaal in mekaar knutselen en de
functie van boswachter uitoefenen, bezetten gans het drukke tijdschema van Remy
Spoelders.
Maar dit wil niet zeggen dat er geen tijd kan worden vrij gemaakt om af en toe
in het dorp een stevige pint te gaan drinken.
D.D.S.
1983 Vrijdag 14 januari : Start danscursus KVLV
Eerste van acht vrijdagavonden
waarop KVLV voor jong en oud danscursussen
organiseerde.
Start telkens om 20 uur in het
parochiecentrum aan de Kouter.
Info kon verkregen worden bij Roza
Plasqui, Aland 7.
1983 Zaterdag 15 januari : Teerfeest Landelijke Gilde