1976
Maandag 19 april : Tweede Paasdag : Fototentoonstelling Davidsfonds
LEEST GEWEEST, Leest en zijn mensen
in oude prenten.
Davidsfonds
Leest houdt op tweede paasdag een fototentoonstelling Leest Geweest. Een
honderdtal fotos uit Leest vanaf 1900. Een wonderlijk groepsportret, arbeid, vroomheid, ontspanning zijn de
themas voor dit boeiend verhaal in woord en beeld.
De tentoonstelling wordt een ontdekkingstocht voor de mensen van nu die
kijken naar de mensen van vroeger.Iedereen welkom.
(Advertentie De Band)
1976
Zondag 9 mei : Leestenaar Rudy Van Hoof won juniores koers te Heffen. (zie
fotos)
In de voorlaatste ronde werd Rudi
door drie achtervolgers ingelopen :
zijn dorpsgenoot Marc Van Dam, Jean
Beimans en de Tisseltenaar Vik
Van Moer. Op het laatste raakte
Rudy Van Hoof toch nog weg en
behaalde zijn eerste palm van het
seizoen. (GvM)
1976 9 mei : Chirobedevaart
Scherpenheuvel
De
laaste nachtelijke autos vlogen om 3.30 uur door het dorp. Om kwart voor vier,
nog donker en menselijke geketter op de dorpsplaats. Zalige slapers die ervan
wakker werden, dachten natuurlijk aan de allerlaatste café-zitters. En op dat
ogenblik licht in de kerk ?!? Dat was de vertrekplaats van 29
chiroleden-jongens en meisjes van de oudste afdelingen die klaar en wakker
stonden om de bedetocht aan te vatten.
Zonder
veel tam-tam was dat verlangen : eens naar Scherpenheuvel te trekken,
voorbereid en geregeld de zondag voordien, onder de kundige leiding van
bedevaartlid uit Tisselt : de Cisse (Cooreman).
s
Maandags werd de tocht met de nodige voorraad- en rustkapellekes uitgetest.
De tocht kon beginnen. Vier uur in de morgen. Even een groet en een bede voor
het Mariabeeld voor een goed verloop van de tocht want zomaar op de baan in
groep. Om 4u10 de eerste stappen, voorafgebold door de auto van de Verschuerens
(voorraadwagen) en de groep gevolgd door de bezemwagen van J. De Smet. Autos
waren voorzien van driehoek met uitroepingsteken en vermelding : voetgangers.
In
de Battelse bergen kweelden de eerste vogelkes voor de moedige trekkers : de
dag kwam in de lucht.
In
Bonheiden onze eerste halte, goedwillige mensen wilden ons ontvangen om 6 u
voor een korte rustpauze.
t
Ging een warme dag worden, dat was reeds te vermoeden. Daarom in de frisse
morgenuren maar vlug en vrolijk doorgestapt naar Tremelo : onze eerste grote
afspraak met de knapzak. Wat denkt ge wel, zo maar eventjes een half uur op het
tijdschema voorop lopen.Gelukkig stond de koffie toch klaar. Alles ging fijn in
groep : daarvoor hadden we de nodige begeleiding van het paternostergebed, cassette-marsmuziek
en vooral onze eigen trekkersliederen. Stilaan werd Aarschot bereikt met een
felle brandende zon in t gezicht. Voor alle veiligheid verlieten we de
groepsvorm en de straat, om langs de voetpaden de rustplaats ons huis te
bereiken. En het bleef op een voorsprongtijd van 30 minuten.
Nu
nog Aarschot-Scherpenheuvel : golvend land, de kilometers die begonnen door te
wegen, en de voeten met blaren. We moesten wat meer op de tanden gaan bijten,
want we wilden er komen, temeer omdat al een paar autos van Leest langs de weg
opdaagden. De middag werd gebruikt te Rillaar in het zicht van de
basiliek-koepel. We gingen er dus geraken. Een drietal werd best tot
Scherpenheuvel gevoerd : een stramme spier, pijnijke knieën en lastige voetzolen.
EN Scherpenheuvel werd bereikt om 14 uur zowel met flinke stappers en hinkende
pootjes, vermoeid of bebladerd.
Stop
aan het Wit Huis, waar de Leest-bedevaarders gekend zijn, en waar we lekker
getrakteerd werden. Met de nodige zorgen en om er wat fatsoenlijk voor te
komen, sommigen genoten er de zachte of pijnlijke verzorging van het Rode
Kruis dat bij de basiliek stond opgesteld. Trouw aan de voorgenomen en
geschreven plannen, sloten wij ons aan bij de geleide Rozenkrans om 15 u. Het
werd een Kruisweg voor onze kilometers-lange stappen. Gelukkig konden wij
nadien in de Mariahal de Eucharistieviering wel-gezeten bijwonen, een
jeugdzangkoor van Vliermaal heeft ons tussen de vele aanwezigen wakker
gehouden. Onze proost was er de celebrant.
Om
17 uur kon eenieder zijn eigen vrije bedegang gaan, allen waren gelukkig de
autocar te zien opdagen om 18u20 en er werd stil gefluisterd : terug te voet
naar huis zou niet meer gaan, zelfs morgen niet.
En
om er volgend jaar opnieuw aan te beginnen : daar wilden we eerst eens over
slapen.
Geslapen
hebben wij, de een al wat meer dan de ander. En naar gelang de dagen die op de
bedevaart volgen, kwamen de stemmen los, en alles waaraan we deugd hadden
beleefd : wel ja, het volgend jaar opnieuw, het is de moeite waard, maar daarom
hadden en HEBBEN WIJ ELKAAR HARD (t) NODIG.
(De Band, Juni 1976)
1976 16 mei : Derde
Vevoc-Volleybaltornooi.
Fotos :
-Juniores
te Heffen : Marc Van Dam leidt de kopgroep voor zijn clubmaat Vik Van Moer uit
Tisselt, Jean Beimans en dorpsgenoot Rudi Van Hoof.
-Rudi
Van Hoof liet zijn medevluchters in de steek en haalde zijn eerste palm van
het seizoen binnen.
1976
Zondag 11 april : Huldeconcert Rik De Bruyn
De Kon. Fanf. St.-Cecilia organiseerde haar
jaarlijks muziekconcert. Het zou tevens een huldeconcert worden ter ere van RIK
DE BRUYN, 40 jaar dirigent en hulpdirigent.
Reeds om 19u15 was in de zaal geen enkele
zitplaats meer vrij. Van overal bleven de muziekliefhebbers toestromen, zodanig
zelfs dat ruim 100 mensen onverrichter zake moesten terugkeren omdat ze
doodgewoon niet meer in de zaal binnen konden.
Om 19u30 werd het concert ingezet. Eerst kwam de
fanfare aan bod met uiterst geslaagde uitvoeringen. Daarna begeleide het korps
het zangkoor in de Postkoets. Vlak voor de pauze bracht de jeugdfanfare, die
nog geen jaar oud is, nog een paar geslaagde werken.
Na de pauze speelde de fanfare o.m. Suite van J.
Segers en begeleidde het zangkoor in de Lustige Weduwe van F. Lehar. Het
jeugdkorps kwam dan nogmaals aan de beurt.
Toen het concert op zijn einde liep, werden
volgende verdienstelijke mensen in de bloemetjes gezet : Marleen Lauwers voor
de presentatie, Rik Lauwens, de leider van het zangkoor en Eduard De Maeyer, de
dirigent van de jeugdfanfare.
Karel De Muyer uit Battel ontving een tinnen
schotel omdat hij sedert de 2de wereldoorlog geen enkel
muziekconcert te Leest miste. Hij dankte daarop de vereniging, sprak lovende
woorden over de dirigent en zei nog het volgende : Leest wordt binnenkort bij
Mechelen gevoegd. Misschien bent u voor
of tegen. Een ding staat echter vast : Mechelen krijgt er in ieder geval een
goede fanfare erbij !
Daarna werd RIK DE BRUYN, de dirigent van de
fanfare, gehuldigd door de vereniging zelf om o.m. zijn 40jaren leiding, het opleiden van jonge
muzikanten (ongeveer 300 leerlingen) en de goede geest die hij er steeds wist
in te brengen. Het zangkoor en de beide muziekverenigingen uit Tisselt bleven
ook niet ten achter. Van de aanwezige toehoorders kreeg hij een daverend
applaus en van de muzikanten een daverende ovatie.
Met de pittige mars Engeland-Vaarders van W.
Schild werd het concert besloten. Iedereen was tevreden en kon blij en opgewekt
naar huis terug.
Na een periode van moeilijkheden gaat het terug
opperbest met de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Dit biedt dan weer gunstige
perspectieven voor de toekomst. Iedereen kan er gerust over zijn : de Leestse
fanfare zal nog lange tijd blijven bestaan ! (DB, mei 1976)
Het jaarlijks concert
Het eerste muziekconcert van de fanfare vond
plaats in 1945. Tot in 57 gaf St.-Cecilia haar jaarlijks muziekconcert in de
maand februari. Vanaf 1958 kreeg het een vaste plaats op de kalender en werd
het georganiseerd op Palmzondag. In februari was het te dikwijls slecht weer,
in buurgemeenten werd door bevriende verenigingen op dezelfde dag een concert
gegeven en er waren heel wat jonge muzikanten die zich moesten voorbereiden op
de examens op school. Door het concert te verplaatsen naar de zondag voor Pasen
werden een aantal van deze minder gunstige factoren vermeden. Het
Palmzondagconcert wordt beschouwd als de plaatselijke muzikale hoogdag voor de
fanfare.
Vroeger werd deze concertuitvoering voorbereid
tijdens de wintermaanden, dit wil zeggen vanaf het ledenfeest in november.
Gewoonlijk waren er toen in de wintermaanden niet zoveel festiviteiten en dan
kon er rustig maar doelgericht gewerkt worden aan een nieuw programma. In de
huidige tijd wordt er niet meer zoveel energie in dat concert geïnvesteerd
omdat de uitvoeringen meer gespreid zijn over het hele jaar.
Het Palmzondagconcert heeft wortels in de
vooroorlogse periode. Toen was het een namiddag-, avond- en nachtvullend
programma. Het concert begon in die tijd omstreeks 16 u. en er werd afwisselend
toneel en muziek gespeeld. Er was een grote pauze omstreeks 19 u. die moest
toelaten aan de landbouwers-muzikanten om hun koeien te gaan melken. Een goed uur
later werd het programma voortgezet en toen iedereen zijn nummer had ten beste
gegeven, volgde als slot een volksbal met een orkest dat werd samengesteld uit
muzikanten die het concert hadden gespeeld.
Na de tweede wereldoorlog werd het programma
ingekort. Het volksbal werd naar een andere dag verplaatst. Toneel spelen was
er niet meer bij. En toch oordeelden de mensen dat muziek alleen niet genoeg
was. Daarom werd op de jaarlijkse muziekconcerten in die tijd een conferencier
ingehuurd. Het was een humorist die tussen de muziekstukken door wat grappen
vertelde en die het volk probeerde te amuseren. Het blijkt nu dat de fanfare
destijds ook al eens een verkeerde keuze maakte en dat sommige humoristenna hun optreden werden betiteld als flauwe
plezanten.Toch hebben min of meer bekende namen hun medewerking verleend aan
het Palmzondagconcert. Ze noemden zich radio-vedetten omdat ze in een of andere
bonte avond op een gewestelijke zender ooit een mopje hadden mogen tappen.
Vooraan in de jaren zestig waren het zelfs tv-vedetten Zo traden Jos Kiebooms,
Jan en Jean, Kees Brug en Theo Van den Bosch op. Zij hadden succes en daarom
zijn ze nog niet vergeten. Ferdos, alias muzikant Ferdinand Meysmans (de
Ferre), was zo iemand. Ferdos kon zijn grappen en moppen beter aanpassen aan
de plaatselijke situatie en durfde ook al eens op een prettige manier
bestuursleden een veeg uit de pan geven. Maar het bleef beschaafd en het was
niet kwetsend zodat de geviseerden er zelf mee konden lachen. In die tijd werd
het concert altijd afgesloten met het Vaderlands Lied.
Later werden geen conferenciers meer ingehuurd.
Tot ongeveer 1975 zorgde de fanfare in samenwerking met het zangkoor dikwijls
zelf voor een plezante noot door een of ander komisch optreden op het programma
te plaatsen.
Vanaf 1975 was het helemaal gedaan met de komische
optredens op het Palmzondagconcert en was het uitsluitend muziek die de
boventoon voerde.
De programmas ondergingen door de jaren heen
grondige wijzigingen. In de jaren vijftig tot zeventig stonden er op het
programma doorgaans vier marsen. Elk deel werd met een mars begonnen en
geëindigd. Daartussen stonden dan de grote stukken waaraan de muzikanten
tijdens de wintermaanden hadden gezwoegd. Het waren echte kleppers : Epaminondas
van G. De Roeck, De Slag van Waterloo van Kessels, 1812, de Slavische Marsof Italiaans Capriccio van Tsjaikofski, Dichter
en Boer of Lichte Ruiterij van Frans von Suppé, Richard III of de Terugkeer
naar het Vaderland van P. Gilson, Symfonisch Gedicht van M. Poot, Moskwa
van Pieter Leemans. De stelende Ekster of de Barbier van Sevilla van
Rossini Zelfs de meest onmuzikale mensen konden van deze uitvoeringen genieten
indien er vooraf een waarschijnlijk verzonnen verhaal aan verbonden werd.
Concoursstukken maakten het programma toen extra
zwaar. Dit trok vrij veel toehoorders uit andere verenigingen. Zij wilden
nagaan of de Leestse Cecilianen dat wel aankonden en misschien vielen ze er
wel door.
Het gevolg was dat muziekverenigingen tegen elkaar
op werkten. Wat die kunnen, dat kunnen wij ook, was het motto. De muzikanten
deden voorstellen aan de dirigent om moeilijke stukken aan te pakken.
Op een slimme manier werd het programma
samengesteld. In het eerste gedeelte werd de zware en ernstige muziek gestopt.
Er werd verondersteld dat de muzikanten tijdens het eerste gedeelte nog goed
fris zaten en over al hun krachten beschikten om het labeur naar behoren aan te
kunnen. Tijdens de pauze kregen ze al commentaar van hun collega-muzikanten uit
andere verenigingen, de ene keer al positiever dan de andere keer. Het tweede
gedeelte zat vol met korte en ontspannende stukjes of met solo-optredens. Zo
bleven de toehoorders langer luisteren en het vergde van hen geen enorme
inspanningen net als van de muzikanten. De meeste luisteraars gingen toen met
een of ander deuntje neuriënd naar huis. Als dat het resultaat was van de
muziekavond, dan was die gelukt
De laatste vijfentwintig jaar werd er een meer
gevarieerd programma samengesteld. Alle genres komen nu aan de orde. Er wordt
een overwicht aan brassbandmuziek gespeeld en toch blijven de Vlaamse
componisten niet in de kou staan.
Omstreeks 1955 was het op muzikaal gebied gedaan
met de schlagers, de meezingers en stampers. De rock n roll deed zijn
intrede. Later werd er soulmuziek losgelaten op de jeugd. De bestuurders zagen
de toekomst van hun fanfares en harmonieën bedreigd want ze hadden schrik dat
de jongeren voor gitaarmuziek zouden kiezen.
In 1962 doet fanfaresecretaris August Lauwers op
het Palmzondagconcerteen emotionele
oproep om deze muziekverloedering te lijf te gaan. Hij zei het volgende : Ik
wil hier vandaag een dringende oproep doen op allen om eendrachtig samen te
werken, met onze eigen parochiale verenigingen enerzijds, met de besturen van
naburige en verder afgelegen muziekverenigingen anderzijds, hand in hand, om
tegenbezoeken af te leggen ten einde de volksmuziek en andere culturele
organisaties de wellicht verloren standing te doen herwinnen. Vergeet niet dat
de muziek, t zij fanfare of harmonie of koorzang, de zeden verzacht, daar waar
in onze moderne samenleving muziek wordt uitgevoerd en beluisterd omwille van
de zo prikkelende en verwilderde inhoud. Ik dring er op aan, opdat de ouders
die hier vandaag aanwezig zijn hun kinderen zouden laten muziek leren. Ik kan u
verzekeren dat zij door het bijwonen van de herhalingen en de uitvoeringen een
zeer degelijke opvoeding zullen genieten. Daar waar velen onzer jongens een
andere richting uitgaan, zelfs totaal verloren lopen, kunnen wij door samenwerking
en door het beoefenen van echte en goede muziek veel redden.
Ofwel hebben de woorden van de toenmalige
secretaris succes gehad en heeft de fanfaremuziek niet ingeboet ten opzichte
van vroeger ofwel is er zodanig eendrachtig en hard gewerkt dat de volkscultuur
haar toen verloren standing heeft weten te herwinnen. Misschien heeft de rock
n roll niet die verwachte negatieve gevolgen gehad. Maar het kan ook dat de
Leestse ouders toen hebben ingezien dat ze er goed aan deden en doen niet
alleen hun jongens naar de fanfare te sturen, maar later ook zelfs hun
meisjes
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Dat jaar
verscheen er ook een interview met Rik De Bruyn (zie ook 1938 en 1963) in De
Band, ditmaal met de focus op zijn artistieke kwaliteiten als houtsnijder : De Band interviewt Rik van t Kot
Louis XVI stoeltjes, kasten, tafeltjes, Sofas of
staande klokken zouden er niet zo degelijk mooi uitzien zonder hun komische
gedraaide pootjes. Beelden, schoteltjes, pijperekjes, steeds is de houtsnijder
erbij betrokken als een gewaardeerd vakman en zonder hem zou het er niet zo
waardevol uitzien.
Leest heeft zon houtsnijder : Rik De Bruyn. Zn
vader was chef van t Leests stationneke. In 1909 werd Rik geboren in
Ruthuisje (t Kot), vandaar : Rik van t Kot.
Rik heeft zijn atelier in de Dorpstraat. Hij weet
hoe hij de beitel moet houden om t hout te snijden en hij heeft het in zn
vingers om een welving of een inkeping een vloeiende lijn te geven. Ge moet
zeker eens naar de stukken gaan kijken bij mn dochter, zegt hij, daar staat
alles wat ik gemaakt heb. Dat zijn mijn schoonste werken, neemt daar maar eens
een fotootje van.
-Hoe ben je aan dit vak begonnen ?
-Al op 14-jarige leeftijd ging ik naar dacademie.
Samen met meester Meyers volgde ik de avondlessen. Ik had het voor t
beeldhouwen. Zoals elke jongen in mijn tijd begon ik als leerling-houtsnijder
bij Stevens in de Consciencestraat. Na 14 jaar joegen de vliegende bommen me
uit dit atelier. Ik kwam dan bij Van Linthoudt in dienst, daar ben ik 22 jaar
meestergast gebleven. Daarna werkte ik nog ongeveer 10 jaar bij Jacobs in de
Scheerstraat voor ik op mn eigen begon.
-Wat beeldhouw je zoal ?
Alles wat mooi is, bedden, zuilen, tafels, noem
maar op. Gelijk wat en alles met evenveel plezier, want ik moet geen hele
reeksen van hetzelfde maken. Kijk dit is De Wijsheid ruw gebeiteld, het beeld
moet nu afgewerkt worden. Laatst was ik op een begrafenis en in de kerk boven
het hoofdaltaar prijkte een grote adelaar. Verdomme dacht ik, das schoon,
dieje moet ik onthouden. Thuisgekomen tekende ik hem onmiddellijk na. Nu pronkt
hij boven mijn staande klok, één van mn laatste kunstwerken.
-En de klanten zijn die er ?
Er zijn er te veel. Ze vergeten dat ik voor mn
plezier werk en als tijdverdrijf. Ik heb tijd want ik ben op pensioen. Als
iemand aan mijn huis komt en zegt : da vind ik mooi, maak dat ook eens voor
mij, dan zeg ik : ge moet kunnen wachten ! Ik maak er geen handel van. De
schoonste stukken staan in het huis van mijn dochter.
-Kan alle hout voor houtsnijden gebruikt worden ?
Zeker, maar ik gebruik meestal oude eik. Ik weet
hoe ik eraan kan geraken. De mensen kennen mij. Eik is wel moeilijk te
bewerken. Linde is zachter en beter geschikt voor heel fijn werk. Op zekere dag
kwam P. Verbeeck hier aan met een eiken balk en zei : met dat stuk eik daar
kun je wel iets mee maken. Da stuk stutte de wip aan t wiphuis en t zat wel
100 jaar in de grond. Ik kon er alleen een grote zuil van maken met
druivenrankenmotief. Dien zuil is pikzwart uitgeslagen, schoon om te zien.
-Hoe ga je eigenlijk te werk ?
Ik doe het al zolang, dat ik er niet meer bij
stilsta. Kijk, de oude eik krijg ik meestal in rechthoekige stukken. Op t
balkje teken ik de figuur uit. Dan laat ik dat ruim uitzagen, en dan begint het
brutte werk van vormen en plooien , het ruwe kap- en beitelwerk. Daarna kan ik
de definitieve vorm uitsteken, met verschillende ronde en platte beitels in
alle maten. Daarna alleen nog maar even met schuurpapier erover, en het is
klaar.
De kleine motieven moeten ruw en wild blijven, dat
is juist het mooie van handwerk.
-Welke stijl heeft jouw voorkeur ?
Ik heb geen voorkeur voor stijlen. Ik werk wel
veel met Louis XIV. Mn beelden zijn voor Renaissance.
-Wat doet dat muziekinstrument in uw atelier, Rik
?
Ik ben lid van de Koninklijke Fanfare
St.-Cecilia. Ik ben al 57 jaar muziekmaker. Dit jaar ben ik 25 jaar
muziekmeester. In september geef ik de pijp aan Maarten. Jammer, maar ik ben te
oud en ik wil mijn plaats afstaan aan de jonge muzikanten.
Muziek maken, houtsnijden en er tussendoor op
uittrekken met de fiets dat zal ik blijven doen, daar kan ik niet zonder.
Twee maal Rik De Bruyn, tekeningen van Georges
Herregods.
Voetbal ten voordele van
sportverenigingen Ruisbroek en Walem
Het
bestuur van Heindonk, Heffen, Leest (VV) en Hombeek hebben de handen
in elkaar geslagen en zondag twee voetbalpartijen laten betwisten ten
voordele
van de getroffen voetbalclubs Ruisbroek en Walem.
De twee wedstrijden werden door een groot aantal toeschouwers bijgewoond
:
er was iets anders te zien dan anders.
1976 13
februari : Gezinswerking
Een 25 tal aanwezigen waren komen
opdagen op dit initiatief van de KVLV en de
Landelijke Gilde.
Onderwerpen : lang haar of niet,
meisjes moeten rokken dragen en geen broeken,
om hoe laat moet mijn kind
thuiskomen, roken toelaten of niet, naar de mis gaan
of niet... (DB, maart 1976)
1976
28 februari : Dropping chiro
18 kerels vertrokken met autos
naar een onbekende bestemming.
Op een 10-tal km van het uiteindelijke doel (de Chiro-meisjeslokalen te
Buggenhout Briel) werden ze rond
half tien s avonds gedropt.
De eersten kwamen toe om half
twaalf, de laatsten om half twee.
1976 6 maart : Bezoek aan
Psychiatrische Instelling te Lede
Op initiatief van de chiro en het
oudercomité werd een bezoek georganiseerd
naar een instelling voor
geesteszieken te Lede nabij Gent en toebehorend aan
de Congregatie van de Zusters
Marikollen.
30 Leestenaars werden hartelijk
ontvangen en rondgeleid door de zuster
directrice.
Na de rondleiding en een vieruurtje
droeg de pater een mis op in de kapel van de
instelling.
1976
Zondag 7 maart : KVLV-Vergadering
met spreekbeurt door Mevrouw Van
Beersel over Zin in het materiële en
streven naar geluk.
Dit jaar zal de 50ste
Lourdesbedevaart van Leest plaats hebben. De gelukkige
winnaars : de dames Teughels en Van
Aken. (plaatsvervangster was Mevr. Verbruggen)
1976
Vrijdag 19 maart : Filmavond Landelijke Verenigingen
In de Parochiezaal werd om 19u30
El Cid gedraaid met in de hoofdrollen
Sofia Loren en Charlton Heston. Het
betrof een initiatief van de Leestse Landelijke Verenigingen.
Inkom : 40 frank.
1976
april : Nieuwe lokaalhouders voor St.-Cecilia
Na het
overlijden van Jeanne De Bruyn (°Bornem 29/09/1906, +Bonheiden 23/04/1976)
werden haar zoon Pol Huybrechts en schoondochter Maria Buggenhout
lokaalhouders.
Tot dan toe
hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en wisten ze hoe zwaar het was
om van s voormiddags tot s nachts, soms tot het bijna terug dag was, ter
beschikking te staan van iedereen en nog wat.
Nu alles op
hun schouders viel, besloten ze te zoeken naar iemand die de zaak wou
overnemen, echter in het belang van de fanfare. In augustus 1976 was het
zover.
De nieuwe
lokaalhouders werden Emiel Mille Van Steen en Marcella De Jonghe.
Mille Van
Steen was te Leest geboren in 1933. Hij ging er altijd prat op dat hij geen
Ceciliabloed in zijn aderen had stromen, maar bloed van Arbeid Adelt van de
Sussen. Sommige Blekken namen daar aanstoot aan, maar voor de meesten was toen
al de dorpspolitiek afgelopen. Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar
maanden nadat de nieuwe lokaalhouders hun intrede deden. Mille en Marcella
hebben zich trouwens altijd ingezet opdat de fanfare het goed zou hebben in het
lokaal.
Ze hebben
er de goede tijden nog meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de
deelname van de fanfare aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in
het fanfarelokaal.
(Stan
Gobien Leest in Feest)
Fotos :
-Benefietmatchen op VV Leest. De thuisploeg
versloeg SK Heffen met 3-2.
Ten
behoeve van de inwoners werd het definitief goedgekeurde Gewestplan ter inzage
gelegd ten gemeentehuize. Het beantwoordt de behandelde punten tijdens de
gemeenteraadszitting van 16 december 1974, die we ten documentaire titel willen
mededelen. Ten einde evenwel te voorkomen dat klaarheid zou te wensen over
laten, geven we eerst de punten besproken in de bedoelde gemeenteraadzitting en
daaronder de beslissing van de Overheid,
vervat in het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, verschenen in het
Belgisch Staatsblad van 28 september 1976, numer 189.
Gemeenteraadszitting
Punt
1 : dat de woonzone met landelijk karakter wordt doorgetrokken over gans de Juniorslaan (tot begin Kl.Heide
en O.Tisseltbaan).
Staatsblad
: Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen. Gunstig advies echter
om de kleine open ruimten op te vullen en het woongebied aan de zuidzijde te
begrenzen met de Aabeek.
Punt
2 : de woonzone met landelijk karakter uitbreiden aan beide zijden
Blaasveldstraat tot begin grondgebied Heffen.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen. Niettemin gunstig advies voor de
kleine open ruimte aan de oostzijde
Punt
3 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, hoek Bist,
richting Hombeek uitbreiden tot de spoorweg.
Ongunstig
advies. De lintbebouwing zou toenemen.
Punt
4 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, Oxdonkstraat
Kapelle-o-d-Bos.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen.
Punt
5 : de woonzone met landelijk karakter aan Tisseltbaan uitbreiden tot
Rennekouter.
Ongunstig
advies.
Punt
6 : dat de woningzone achter de bestaande Kouterwijk, Kerkenblokweg zou
verminderd worden en slechts zou behouden blijven, wat het hogerliggend
gedeelte betreft, terwijl het laagliggend gedeeltedat tot de Zennevallei behoort zou opgenomen worden in
groenzone en beschermd landschap.
Dit
voorstel wordt met 5 stemmen voor en tegen aanvaard. Het voorstel van de
minderheid, houdende volledige opname van dezezone als beschermd landschap en supprimatie van de voorziene woonzone
wordt met 5 stemmen tegen en 4 voor verworpen.
Gunstig
advies voor het voorstel van de minderheid indien de gronden niet verkaveld of aangekocht
werden door de M.M.H.
Indien
dit laatste het geval is wordt het voorstel van de meerderheid bijgetreden. Het
laaggedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.
Punt
7 : dat het beboste gedeelte Kouter (Prinsenlaan richting Hombeek) zou worden
opgenomen in groenzone en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met
landelijk karakter, tot grens Hombeek, alsook overgebleven gedeelte links.
Ongunstig
advies, met dien verstande dat de tekenfout verbeterd wordt namelijk het woongebied
ten oosten van de Kouter moet westelijk gesitueerd worden. De gronden ten
oosten van de baan dienen als landschappelijk waardevol bosgebied aangeduidte worden in aansluiting met Hombeek.
Punt
8 : dat het laagliggend gedeelte Mechelbaan in groen zone zou worden opgenomen
en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter.
Gunstig
advies. Het laaggelegen gedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol
bosgebied.
Punt
9 : dat de vallei van de Zenne en Molenbeek, wat de laagliggende gedeelten
betreft in groenzone of beschermd landschap zou worden opgenomen, evenals
Dorpenpoelvelden.
Gunstig
advies met dien verstande dat de bestaande bossen aangeduid worden als
landschappelijk waardevol bosgebied. De vallei van de Molenbeek ten noorden van
de Juniorslaan aanduiden als landschappelijk waardevol natuurgebied.
Punt
10 : de Elleboogstraat aan beide zijden in woonzone met landelijk karakter op
te nemen.
Ongunstig
advies om gans de straat op te nemen. Gunstig advies om de goedgekeurde
verkaveling en de kleine open ruimte aan de noordzijde op te nemen en eveneens
gunstig advies om de kleine open ruimte aan de zuidzijde aan te duiden.
Punt
11 : dat de opvullingszone behouden blijft en eveneens van toepassing zal zijn,
zelfs tussen bestaande landbouwbedrijven en aan iedere verharde en uitgeruste
weg.
Gunstig
advies met dien verstande dat artikel 23 van het K.B. van 28 december 1972
behouden blijft.
Punt
12 : dat men een ambachtelijke zone van ongeveer 10 Hazou voorzien worden op een nader te bepalen plaats door de hogere voogdijoverheid.
Ongunstig
advies. In de omgeving zijn voldoende nijverheidsgebieden, geschikt voor
K.M.O., aangegeven. (DB 1976, enkel
jaartal gekend)
Zondag 22 januari speelde de plaatselijke
toneelkring Rust Roest zijn jaarlijks toneelstuk. De parochiezaal zat
barstensvol Leestenaren die een avondje uit in eigen gemeenten niet miskenden.
Deze keer hadden de Rust-Roesters een blijspel
gekozen. (Als reactie op die kritiek in de Band). De komische thriller speelde
zich af in het privé-kantoor van Mr Marshall, hoofd van een onderneming.
Het meubilair was sober zoals dat hoort in een
kantoor. De muren waren in n pasteltint en de deuren waren lichtblauw. Rechts
had men duidelijk een lege hoek gevuld door er nooduitgangsdeur op de wand te
schilderen.
Voor de mensen die het stuk niet gezien hebben,
even kort resumeren : er is een moord gepleegd in het gebouw waar Mr Marshalls
kantoor zich bevindt. De werkvrouw, Mrs Piper, ontdekt het lijk, maar vergist
zich en even later komt de dode weer tot leven. Later blijkt er dan wel iemand
vermoord te zijn, maar de vraag naar de dader blijft open tot het laatste
moment. Het spannende stuk is verwerkt met heerlijke gags en komische
situaties.
De verjongde ploeg, onder leiding van Guido
Hellemans die zijn vader opvolgde als regisseur, deed haar uiterste best om het
stuk tot een goed einde te brengen wat niet altijd van beroepsacteurs kan
gezegd worden.
De ervaring die Renild Polfliet als Mrs Piper de
werkvrouw, Guy Mollemans als Mr Marshall, Pierre De Wit als rechercheur en
Ferdinand Van der Hasselt als commissaris reeds hadden was duidelijk hoorbaar.
De nieuwelingen Monique Verschueren (18), Marleen Lauwers, Wim Baarenk en
Imelda Van der Hasselt moesten niet voor hen onderdoen. Zij beloven veel voor
de toekomst van onze Leestse Toneelvereniging.
M.V. (De Band, februari 1976)
1976 31
januari : Ledenfeest Vevoc
Het
jaarlijks teerfeest was ditmaal in Far-West-stijl. Er werd om 20u15 gestart met
een mis in de kerk speciaal voor Vevoc en om 21 uur werd iedereen verwacht in
de Parochiezaal in Far-West-klederdracht.
Op het menu
: steak met peper- of provinciale saus met frites, speciaal rijstdessert met
krieken en vervolgens voor iedereen nog kip met currysaus of salede +
boerenbroden.
Prijs : 200
fr. per persoon.
1976 6
februari : Start Vevoc Danscursus : de cursus bestond uit 6 lessen.