Wijzigingen - aanvullingen. Maria Van Dam, slechtoffer van het luchtbombardement in Mortsel.
Wijzigingen – Aanvullingen Kronieken van Leest.
1943 – 5 april : Maria VAN DAM slachtoffer van het luchtbombardement te Mortsel.
Op 5 april 1943 werd Mortsel het slachtoffer van het zwaarste bombardement ooit in de Benelux. Amerikaanse bommenwerpers wilden de Erla-fabriek, de voormalige Minerva-autofabriek, vernietigen. Op die locatie repareerden Belgische arbeiders onder de supervisie van de bezetters jachtvliegtuigen. Slechts enkele bommen troffen doel, de rest viel op de woonwijk Oude-God. De balans was gruwelijk : 936 doden, onder wie 209 kinderen onder de 15 jaar en Maria Van Dam, een 33-jarige vrouw uit Leest. Verder 89 vermisten en 1342 gekwetsten.
Maria Ludovica Van Dam was te Leest geboren op 29 maart 1910 en de echtgenote van Eduard Vloeberghen die haar twee kinderen schonk : Jozef en Paula. Zijzelf was opgegroeid in café “In den Bareel” tegenover de kerk. Eduard en Maria baatten een kruidenierswinkel uit in de Antwerpsestraat te Mortsel. De details van haar tragisch overlijden zijn hierna te lezen o.a. in de getuigenis van zoon Jos. Tijdens de vakanties kwamen hun kinderen Jozef “Jos” en Paula na de tragedie vaak naar Leest en dan logeerden ze in het café waar hun moeder was opgegroeid. Na de oorlog heeft Eduard de winkel heropgebouwd en verder uitgebaat met zijn kinderen.
Getuigenis van Jos Vloeberghen.
In het Nieuwsblad van 3/4/2004 en op de blog van Jasper Kuylen op 21/1/2011 verscheen de getuigenis van zoon Jozef “Jos” Vloeberghen. (https://www.nieuwsblad.be/cnt/gqj53tt8 en http://jasperkuylen.blogspot.be/2011/01/jos-vloebergen-77-overleefde-het.html) Daarin verklaarde Jos dat hij zich nog elk detail van die rampdag herinnert. Jos woonde toen met zijn ouders en zijn zusje Paula in de Antwerpsestraat in het centrum van Mortsel. Zijn ouders baatten samen een kruidenierswinkeltje uit. Zijn vader Eduard Vloeberghen was op 12 februari 1910 te Leest geboren en in 1932 gehuwd met Maria Ludovica Van Dam. Hij zou na haar overlijden hertrouwen met Margaretha Van den Veyver en in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen te Edegem overlijden op 30 april 1994. Die 5de april 1943, Jos was 9 jaar, stond hij ’s middags met zijn moeder aan de vaat tijdens de schoolpauze. Dat was de laatste keer dat hij zijn moeder zou zien. Om 13 uur wandelde hij terug naar zijn school in de Eggestraat, eigenlijk aan de overkant van de straat. Die dag was het turnles op de speelplaats, vertelde Jos, en hij hoorde gebrom en zag stippen verweg aan de hemel en die stippen veranderden in vliegtuigen. Dat was niet ongewoon omdat er voortdurend bommenwerpers overvlogen richting Duitsland. Maar plots kwamen die vliegtuigen hun richting uit en heel dichtbij. De leraren brachten de kinderen naar de veiligheidsgang en nog terwijl ze naar die gang liepen begonnen de eerste bommen te vallen. Alles begon te schokken en te daveren en de kinderen stonden stokstijf van angst en overdekt met stof. Het eigenlijke doelwit van de Amerikanen was de Erla-fabriek omdat daar onderdelen voor de Duitse luchtmacht werden gefabriceerd. Het bombardement bleef verder duren en niet alleen rond de fabriek. Ook rond de school van Jos. “Toen kwam er een pauze,” vertelde hij, “en heeft de leraar de kans gekregen om de tweede gangdeur te sluiten maar alles begon opnieuw en veel dichterbij…” Heel het centrum van Mortsel werd vernield. Eén bom viel op het klaslokaal naast de gang waar Jos zat, geen tien meter daar vandaan, maar het was gelukkig een blindganger. Na het bombardement overliepen de leraren de namen van hun leerlingen. Wie zich gemeld had, kon naar huis. Op de hoek van zijn straat met die van de school bleef hij met stomheid geslagen staan. Hun huis was verdwenen. Minutenlang stond hij daar wezenloos naar het gat te staren waar ooit hun huis en dat van hun buren gestaan had. Een paar straten verder woonde zijn tante Bertha maar ook haar huis was platgegooid. Even ging Jos er van uit dat hij alleen op de wereld achtergebleven was. Dat hij nog een zus had en familie in Leest kwam niet bij hem op. Niet wetend wat te doen keerde Jos terug naar de ruïnes van het ouderlijk huis en daar vond hij zijn vader, zoekend in het puin naar overlevenden. Eduard had zich gelukkig kunnen verschuilen onder de toonbank van zijn winkel en dat had zijn leven gered. Zijn vader kon niets anders uitbrengen dan dat moeder onder het vernielde huis lag. Ze stond achteraan in de winkel tijdens het bombardement en was door de luchtdruk weggeblazen met fataal gevolg. Vader Eduard overhandigde zijn zoon een zwarte zak met belangrijke documenten en stuurde hem om zijn zusje naar de Sint-Lutgardisschool in het centrum, amper 150 meter verder, maar de weg was bezaaid met puin en overal lagen dode lichamen. De school van zijn zusje was voor de helft verdwenen en hij kon haar niet terugvinden. In de consternatie is hij die papieren kwijtgespeeld maar gelukkig kon hij zijn zusje heelhuids terugvinden. Zij was gaan schuilen in de kelder van de dokter tegenover de school. Die avond brachten ze door in de schuilkelder, samen met hun buren die hun twee kinderen verloren hadden in dat bombardement. Daags nadien vertrokken ze naar Leest, naar familie van moeder. Daar zouden ze een jaar vertoeven en toen ze terug in Mortsel kwamen stierven daar nog steeds mensen aan de gevolgen van het bombardement.
In Leest werden ze goed opgevangen. De kinderen liepen er school en Jos mocht in het kerkkoor zingen, mocht zelfs de pastoor bijstaan bij het opnemen en noteren van aanwezigheden tijdens de catecheseles en hij kon ook terecht op de boerderij van de familie in de Tiendeschuurstraat waar hij soms een handje toestak. Ook het volgen van de nederlagen en overwinningen van de Duitsers en geallieerden behoorde vanaf dan tot de dagelijkse kost. Door dat bombardement was de oorlog plots veel dichter gekomen vertelde hij, en die ging hij van dan af veel bewuster volgen.
Vader Eduard startte zijn zaak al snel terug op want zijn stock was niet verloren door de bommen en ze verhuisden nog verschillende keren naar grote winkelpanden, allemaal in Mortsel. Die gruwelijke dag is voor altijd op het netvlies van Jos blijven staan en het hilarische wist hij achteraf, was dat de verantwoordelijken voor dit drama de bevrijders waren. Over goeie en slechte mensen in de oorlog had Jos volgend antwoord klaar : “Mensen die hun land verraadden, samenwerkten met de SS, die niet in hun land bleven om het draaiende te houden. Dat zijn de lafaards, de slechten. De Duitse soldaten waren niet slecht. Dat waren brave vaders en toffe kerels die gewoon orders opvolgden. Zij waren ook niet tevreden met die Hitler, maar hen werd geen keus gelaten.” Al bij al vond hij dat de oorlog voor hem redelijk vlot verliep. Natuurlijk was er het drama met zijn moeder maar veel tijd om verlies te verwerken was er niet. “Als je niet werkt, kom je nergens. Dus ik werkte altijd. Er was geen tijd om aan verwerking te denken. Het voorval heeft me alleszins zelfstandig gemaakt maar zal voor eeuwig op mijn netvlies gebrand staan.”
9 april 1943, de dag van de begrafenis.
Vier dagen na de luchtaanval werd het grootste deel van de 936 slachtoffers begraven. Tot vandaag herinneren de talloze witte kruisjes ons aan de doden. Het afscheid op die vrijdagochtend was een nationaal eerbetoon.. Na een mis voor tien vermisten in de kathedraal van Antwerpen, vertrok een stoet tot in Mortsel. Op het Gemeenteplein wachtten de andere slachtoffers in houten kisten geladen op camions. Er werd een ceremonie gehouden onder leiding van de kardinaal. Van daaruit ging de stoet met alle slachtoffers verder naar de begraafplaats.
Getuigen vertellen.
“Ze lagen in kisten zo dun als appelsienbakjes. Er waren spleten tussen, zodat je die mensen zag liggen. Ze werden op camions geladen, want alle lijkwagens waren al in gebruik.”
“Aan de begrafenis kwam precies geen einde. Wij stonden met onze school aan weerskanten, terwijl alle soorten vrachtwagens voorbijkwamen. Er waren duizenden mensen. Het duurde uren vooraleer die stoet het kerkhof had bereikt.”
“Voor het kerkhof op het plein stond een grote menigte te wachten. Telkens als er een camion stopte aan de poort, kwam er een ceremoniemeester. Hij had een zwart pak met een hoge hoed. Hij had een lijst en las telkens de naam voor van de persoon die afgeladen werd. Zo kon de familie het lichaam volgen tot aan het graf.”
Eremonument.
In 1954 werd een eremonument opgetrokken om de slachtoffers te herdenken. Ieder jaar organiseert de gemeente een herdenkingsplechtigheid om ervoor te zorgen dat de herinnering aan die tragische dag niet verloren gaat.
Op 5 april 2018 sneed het jankende geluid door merg en been in Mortsel. Veel mensen herdachten daar het bombardement van 75 jaar geleden. Met behulp van “Geef hen een plaats in je hart-doosjes” werden alle overledenen permanent herdacht op de begraafplaats in Mortsel-dorp. Heel wat familie en vrienden maar ook nieuwe generaties Mortselaren trotseerden lange rijen om hun doosje op te pikken. Bedoeling was dat zij iets persoonlijks in het doosje achterlieten en nadien een plekje gaven op de begraafplaats in Mortsel-dorp. De dag nadien werd het vernieuwde ereperk ingehuldigd. Intussen zocht Mortsel nog volop naar foto’s van slachtoffers want heel wat doosjes hadden nog geen gezicht.
Op zondag 8 april van dat jaar bezocht ik samen met mijn echtgenote het kerkhof van Mortsel-Dorp en we konden het graf van Maria niet terugvinden. Dat kon ook niet. Hugo Lauwens wist me nadien te vertellen dat Maria, onder massale belangstelling, te Leest was begraven. Zijn vader, Rik Lauwens, was misdienaar op 12 april 1943, tijdens de plechtige koorlijkdienst in de Sint Niklaaskerk te Leest. Haar graf is er weggehaald, gelukkig bezat Gerda De Laet er nog een foto van die ze met veel plezier wou delen. (Bronnen : Peter Serrien “Tranen over Mortsel”, Gerda De Laet, Hugo Lauwens en de websites : https://www.nieuwsblad.be/cnt/gqj53tt8 en http://jasperkuylen.blogspot.be/2011/01/jos-vloebergen-77-overleefde-het.html) .
Vervolgt met : 1943 – 29 juni : Overlijden van Clementina BRUGG(H)EMANS, religieuze uit Leest.
Foto’s :
-Maria Ludovica Van Dam.
-Huwelijksfoto van Eduard en Maria uit 1932.
-Haar gedachtenisprentje.
-Foto van het, intussen verdwenen, graf van Maria op het kerkhof van Leest.
-Eduard met zijn twee kinderen Jos en Paula in 1945.