1954 – November : Schildering van de kerk ten einde.
Het koor werd voorzien van dubbele ramen met kathedraalglas. Bedrag der werken : 124.570 fr. (DB-1956).
“De werken in de kerk zijn ten einde, en iedereen kan er zich van overtuigen dat de kerk van Leest terug veruit de schoonste is uit de ganse omtrek. Ze is terug helemaal nieuw van binnen. Door de flinke werkkrachten van de B.J.B.-meisjes werd er ook een grondige kuis gehouden van heel de kerk, en dat het nodig was kunnen ze u allemaal vertellen. Drie dagen lang werd er onverpoosd door een tiental werkkrachten gekuist, gekeerd, geboend, geterpentijnd, gewreven, gebruind, genageld, gekuist, geschuurd, geschrobd, geverfd. Alles heeft zijn beurt gekregen, van boven van onder. Zo werd heel de meubilering van de kerk vernieuwd. We danken hier al de B.J.B.-meisjes die hier zo flink hun best gedaan hebben om Gods tempel zo schoon te maken. Woensdag 17 november was de grote kuis gedaan, en allen hebben zich eens lekker te goed gedaan aan cacao met koeken. En ze hadden het verdiend ! Mensen van Leest, de kerk is nu in orde. Houdt ze in ere ! Voyageert niet rond met de stoelen van de kerk ! Eerbiedigt de schildering in de kerk ! Of is het niet wraakroepend dat er reeds enkele schrammen zichtbaar zijn in één der pilasters langs de mannenkant ?”(DB)
1954 – November : Schone daad.
“Pater Selleslagh meldt ons nog het volgende : werden gedoopt vanwege de familie Daelemans uit de Alemstraat : Leo Alfons Maria Nalimana en Maria Ferdinanda Ndikumana. Om ginder een doopkind te hebben wordt een vergoeding gevraagd van 50 fr. per kind. Moge het navolging hebben !” (“DB”)
1954 – November – “De Band” : Nog Nieuws van pater Jozef Selleslagh. (foto onderaan)
“Hier gaat het heel goed. We zitten hier op een broussepostje in wording, alhoewel het een post aan het worden is. We hebben meer dan 12.000 christenen. Maar voor hier in het land is dat nog maar een kleintje. De missiepost bestaat nog geen twee jaar, en al wat we hebben is een voorlopige kerk en een voorlopig huis, dat er door kan. Het is natuurlijk geen luxe, maar wat wilt ge, alle begin is moeilijk. We zijn begonnen een huis te bouwen voor de paters, daarna de kerk. Gelukkig zijn er nog goede zielen in België, die hun fortuin willen geven om een post te helpen stichten. Anders zouden we zo nog wel een tijdje kunnen blijven zitten. Ik ben jager geworden, en heb al enkele beestjes op mijn geweten. Het is niet uit plezier, maar voor de inwendige mens wat te verzorgen, en hem een stukje vlees te geven. En als het vlees bijna op is, ja dan trekken we er op uit. Gisteren ben ik bijna de hele dag weg geweest met een vijftien à twintig negers (het was congé hier). We hebben verschillende antilopen gezien, maar niets gedood. Mijn doel was feitelijk wilde varkens te schieten, maar die heb ik niet gezien. Er zit van alle wild, tot leeuwen toe. Enkele weken geleden hebben ze er ééntje geschoten. Ze hadden er twee gezien, doch ene er van wist te ontkomen. Het was wel niet dicht bij de missie, maar toch nog op het grondgebied van de missie, een dertigtal km hier vandaan. Gevaar is er eigenlijk niet, want zover in de wildernis ga ik toch nooit alleen. Pater J. Selleslagh.” (Meer over Pater J. Selleslagh in deze Kronieken n.a.v. zijn wijding : 10/4/1944)
1954 – November – “De Band” : Broeder Romain De Laet vanuit Canada.(foto onderaan)
“Het is suikertijd ! Jaja, ge hebt juist gelezen. Een zekere boom hier in Canada geeft in gegeven omstandigheden suiker. Hier in Oost-Canada hebben we 8 soorten suikerbomen. De meesten van die bomen kunnen in ons klimaat in de lente een gesuikerd sap geven. Gedurende het warme seizoen heeft de boom zijn voorraad zetmeel vergaderd, dat vrijgemaakt wordt door de lentevorst. Voor de blanken hier kwamen, gebruikten de Indianen het sap reeds als geneesmiddel. Ze kenden de manier om siroop te maken door verdamping, maar kenden waarschijnlijk het middel niet om er suiker van te maken. In hongersnood aten ze ook de schors. De suikerindustrie is maar plaatselijk hier in mijn streek. Einde maart en april begint de dikke sneeuwlaag te smelten. Sneeuwschoenen aan de voeten, en gewapend met een goede boor trekt de mens hier ten strijde tegen deze woudreuzen. We hebben er voor ’t wezenhuis een tweeduizend. Men boort een hol, en steekt er een buisje in, en aan dat buisje hangt men een emmer. Het beste weder is : vriezen, bij nacht , en zonneschijn en dooien in de dag. Goed “water” is helder, en valt in de emmer tegen 50, 70 tot 100 druppels per minuut. Eén boom kan 225 tot 200 l sap geven. Broeder Romain De Laet uit Canada.” (Noot : ik vermoed dat hij de esdoorn bedoelde, de producent van de “ahornsiroop”).
1954 – November : The Belgian Frankie Laineclub.
“De Frankie Laineclub telt in België reeds honderd leden. Voor de inschrijving twee zegels bijvoegen van 2 fr. Soldaten worden gratis ingeschreven. Alle brieven, inlichtingen en correspondentie te richten aan het adres : Beterams Alfons, Grote Heide 10, Leest-Mechelen. Frankie fans, we hopen u in onze grote club te kunnen inschrijven. U ontvangt dan meteen een foto en een lidkaart van Frankie Laine.” (“DB”)
1954 – November – “De Band” : Nieuwe dirigent voor “Arbeid Adelt”.
“De Koninklijke Fanfare “Arbeid Adelt” heeft ’n nieuwe dirigent : dhr Edward Tersago van Hombeek. Hij is 32 jaar. Een voornaam en bekwaam muziekbestuurder.”
1954 – November – “De Band” nr. 11 : Chiroleider Paul WILLEMS over een bivak in ’t leger.(Foto's onderaan)
“Zondag zijn we in vergunning geweest en kwamen om middernacht binnen van thuis. Allen maken dat ze in hun bed liggen, want het is morgen vroeg verzameling of appél om 5 u. Tringggg…”Zeg dat ze mijn voeten kunnen kussen” zegt er ene halfslapende, maar ineens horen we getier : “of hebt ge misschien geen goesting of zijt ge al te lang binnen om op te staan, of anders zal ik eens komen helpen !” Enkelen gingen niet eten omdat ze niet klaar geraakten. Dan verzamelen voor het “Spel van de Del”. Er zijn er nog een paar die half slapen op de inspectie. Onze ogen waren niet open maar die van de wachtmeester toch ook niet ! Eindelijk moesten we vertrekken, en na een flinke mars kwamen we op de plaats van bestemming. We gingen allen zitten, maar spoedig klonk het : “Peinsde gij dat ge gekomen zijt om hier te slapen ?” En dan vooruit, over heuvelen en beken, plasjes en plassen, totdat we helemaal goed wakker waren. We gingen eten, en dat smaakte opperbest zo in open lucht. Het leek of het kermis was ! De namiddag verliep wat kalmer. Om 6 uur opnieuw eten, niettegenstaande dat van ‘s middags nog niet verteerd was ! Om 8 uur spraken de jongens van niets anders meer dan van slapen gaan, maar dat pakte geen verf : “Nachtoefening” was de kreet ! De uitkijkposten werden uitgezet, en in het begin kon je een muisje horen lopen. Het kamp had een omtrek van 25 m. Onze taak was het niemand binnen te laten. Zo verliep die eerste dag en nacht van ons bivak.”
-Paul Willems vanuit Siegen, 1/5/1955 : “We zijn voor een maand op maneuvers geweest te Elsenborn. Het kamp van Elsenborn ligt nabij de Baraque Michel, de grootte ervan is niet te beschrijven, prachtige heide. Bij de terugkomst in de kazerne wachtte ons nog een divisie-oefening en ’n alarm ! Ge kunt u voorstellen dat er aan de autos te kuisen viel na al die lange oefeningen !”
-Paul Willems (“DB”, nr.6) : “Het is al lang geleden dat ik thuis geweest ben. Doch met al die kampen gaat de tijd toch snel vooruit. Eerst ons kamp in Elsenborn, en dan 14 dagen kamp in Vogelzang, dat kan al tellen. Te Elsenborn waren ontelbare oefeningen. Daartegen te Vogelzang was het enkel oefening van de Infanterie. Dat deed ons denken aan onze opleiding te Helchteren. Het beste was toch de dropping van 75 km.”
1954 – November – “De Band” : Brigadier Louis NUYTKENS over de maneuvers.
“Ik mocht mee met de voorwacht, maar ik heb me in die 4 dagen toch niet verveeld ! Veel hebben we niet gezien van de maneuvers, daar ik van de stadbatterij ben, en niet bij de vuurbatterijen behoor. Tijdens de maneuvers was ik hoofdcentralist van ons transmissiecentrum. Bijgevolg heb ik weinig geslapen, daar ik doorgaans de nacht plus een deel van de dag nam, en mijn helper in de dag de rest moest doen. Veel regen en koude hebben ons meer dan eens komen kwaad doen. Als ge zo ne ganse nacht aan een centrale zit zonder vuur, en een klein beetje licht moet men al niet veel rondlopen om zijn voeten te verwarmen. Daarbij, de tent was te klein om veel rond te lopen. In de plassende regen moesten we dan nog enkele lijnen bijleggen. ’s Zondags hebben we dan een openluchtmis gehad en daarna konden we weer aan het werk. In zulke momenten zien we niet of het zondag of werkdag is. Op het einde van de maneuvers ben ik dan eens kunnen meerijden met de S.D.S. en dan heb ik ook de kans gehad van eens een goeie snaps te drinken, wat me veel deugd deed, en daar ben ik van in ’t warm gekomen.”
1954 – November – “De Band” : Wieleruitslagen van Constant “Stanne” De Prins.(foto onderaan)
In “De Band” nr 11 van november1954 publiceerde Emiel Polfliet alle wieleruitslagen van dat jaar van Constant De Prins.
Plaats Aantal VertrekkersUitslag
Hombeek 45 1e (vooruit)
Ramsdonk 76 6e (spurt)
Leest 26 2de (met 2 vooruit)
Keerbergen twee maal plat
Leest 9 2de (met 5 vooruit)
Leest 74 2de (met 2 vooruit)
Hombeek 19 1ste (spurt)
Peulis 90 5de (spurt)
Niel 35 5de (spurt)
Weerde 34 1ste (met 2 vooruit)
Nieuwenrode 20 5de (spurt)
Leest 22 1ste (vooruit)
Zemst 47 3de (met 3 vooruit)
Kapellen 54 2de (met 2 vooruit)
Hombeek 41 3de (spurt)
Terhagen ? 5de (plat)
Jette 45 7de (spurt)
Steenhuffel 20 14e (gelost)
Kapellen 28 11e (gelost)
Wilsele 39 16de (met 16 in spurt)
Battel 22 5de (spurt)
Schilde 68 7de (spurt)
Brussel-Herent 43 5de (spurt)
Mechelen 43 11de (spurt)
Walem 43 14e
Weerde 22 1ste (vooruit)
Mechelen 22 5de
Moerzeke 18 2de
Borsbeek pech
Hombeek 27 15e (gelost)
“Stanne” was een zoon van beenhouwer Ferdinand De Prins. Zoals zijn broers en zijn vader zat hij in de vleessector, maar niet in onze streek, hij was actief in het Brusselse waar hij woonachtig was met zijn echtgenote Paula Heynderickx. Het echtpaar had geen kinderen. Hij was te Leest geboren op 16 juli 1937 en overleed na een tragisch ongeval met zijn fiets in het Academisch Ziekenhuis van Jette op 19 maart 2003.
Foto’s :
-Pater Jozef Albert Selleslagh.
-Broeder Romain (Karel De Laet) naast burgemeester Lauwers.
-Paul Willems als trompetter in de beginjaren van Chiro Leest en op oudere leeftijd.