1960 – Julinummer “De Band” : Te Lourdes op de bergen…de GROT zou er komen…
“Het moet zeker en vast niet meer onderlijnd worden hoezeer onze gemeentenaren een bijzondere eerbied koesteren voor O.L. Vrouw. Het schoonste bewijs daarvan is wel geweest de “kapellekens-actie”. Hoeveel ziet men er niet aan de huisgevels prijken ? Met welke eerbied togen des ’s morgens tijdens de “kruisdagen” onze mensen naar de onderscheiden kapellekens om daar te bidden tot de Heilige Moeder, troost der bedrukten en bijstand der kristenen ? Reeds bestaat er een huisje, opgesmukt en door zorgzame handen onderhouden, zoals b.v. O.L.Vrouw van Fatima, e.a. Thans is er groot nieuws ! Inderdaad, beste mensen, hoevelen onder ons hadden het voordeel en het voorrecht te gaan bidden in Lourdes, voor het genadeoord, en hoevelen zijn er niet die er naar hunkeren éénmaal bij en met O.L. Vrouw van Lourdes te zijn ? Voor de enen kan het werkelijkheid worden, voor de anderen zal het wellicht tot een verlangen blijven. Daarom werd er sedert geruimen tijd aan mogelijkheden gedacht in onze gemeente ook een “O.L. Vrouw van Lourdes” te hebben. Na heel wat zorgen en palabers zal dan toch de wens in vervulling kunnen gebracht worden. Dank zij de toestemming van de heer L. MOYSON, zal in dezes weelderige hof, gelegen in de Kouterstraat, een “GROT” oprijzen, gewijd aan O.L. Vrouw van Lourdes. Het is er nu om te doen er iets “schoons” van te maken. Het mag en zal niet alleen de “grot” van de straat zijn, maar zij moet uitgroeien met de andere kapellekens tot de grot van gans de gemeente. Het is vanzelfsprekend dat van buitenstaanders-bezoekers, Leest, één wandeling kan uitmaken naar de onderscheiden kapellekens met als slot DE GROT, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes. OVERAL WAAR MEN GAAT LANGS VLAAMSE WEGEN, KOMT MEN MARIA TEGEN ! Eenieders hulp is uiterst welkom. Materiaal, zoals stenen die zijn er reeds, zand en zavel zullen weldra aangekocht worden ; werkers zullen er ook zijn, maar hoe meer handen, hoe rapper de afwerking. Wie wil bijdragen, zorgt voor wat “zaad” in ’t bakske, steeds welkom bij de E.H. Onderpastoor met vermelding “VOOR HET BOUWEN DER GROT”. De Grot zou er komen, meer details in deze Kronieken : 30/4/1961 bij de inhuldiging. 1960 – Julinummer “De Band” : Bericht van het gemeentebestuur – DRINKWATERLEIDINGSNET “In het jaar 1961 zal er vermoedelijk met staatstoelagen overgegaan worden tot het aanleggen van een drinkwaterleidingsnet in de gemeente. Iedereen zal kunnen aansluiten op dit net. Ten einde de raming der kosten te kunnen opmaken is het wenselijk het aantal aansluitingen te kennen. Gelieve dan ook onderstaande strook ingevuld voor 26/8/1960 te laten geworden.”
1960 – 3 juli : Eerste Prijs voor Leestse Kon. Fanfare St.-Cecilia te Tisselt.
Door de K.F. “Concordia” van Tisselt werd ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan een Festival met Muziekwedstrijd in stapmarsen gegeven. St.-Cecilia Leest behaalde 599 op 660 punten of een 1ste prijs met lof van de jury.
1960 – 10 juli : vertrek “Lourdesbedevaart over Lisieux”.
Een reis van 7 dagen, zonder nachtrit. Vertrek 10 juli. Prijs : 2.475 frank, hotels en geestelijke leiding inbegrepen. Inschrijving bij weduwe Piessens Dorp of café bij de Croes in het Dorp. (Advertentie in “De Band”)
1960 – Zondag 10 juli : Nieuwelingenkoers te Leest.
27 Vertrekkers. – Uitslag : 1. Dourlens Maurice (bijgenaamd “Batske”), de 80 km in 2u29, 2. Janssens, 3. Selleslagh, 4. Caluwé, 5. Daniels, 6.Van Migro, 7. Caluwaerts, 8. Van Roost, 9. Borré, 10. Bernaerts. (G.v.A., 11/7)
De winnaar Maurits Dourlens was niemand minder dan Maurice Van Camp, ook “Jitte van den Bats” genoemd. Hij was op 15 november 1942 geboren als zoon van Karel Lodewijk Van Camp en van de Française Yolande Louise Hélène Dourlens die hem oorspronkelijk haar nationaliteit en familienaam bezorgde. Op 26 februari 1961 liet Maurice zijn nationaliteit en naam veranderen in de Belgische en de familienaam van zijn vader. Maurice was een uitstekend wielrenner en in de kranten kwamen zijn prestaties tot zijn naamsverandering onder zijn oorspronkelijke naam te staan.
1960 – 12 juli – G.v.A. : Ongevallen.
-In de Willem Rosierstraat te Mechelen werd de personenwagen van Alberti Ivo uit Leest aangereden door een andere wagen. De bestuurder van deze wagen vervolgde ongestoord zijn weg. De nummerplaat van deze auto kon echter genoteerd worden.
-Op de Koningin Astridlaan had een aanrijding plaats tussen een lichte vrachtwagen, bestuurd door Meysmans Jean uit Elewijt en de personenwagen gevoerd door Slootmans Eduard uit Leest.
1960 – 14 juli – G.v.A. : Hond doet bromfietser vallen te Leest.
Een loslopende hond heeft de bromfietser Verschueren Albert uit Leest in de Vinkstraat te Leest ten val gebracht. Verschueren werd erg gekwetst.
Foto’s:
-Maurice Van Camp op oudere leeftijd. -Zijn gedachtenisprentje.
Verslag van Jos Verlinden in “De Band” nr. 7 van 1960 : “Eindelijk is dan toch de dag aangebroken waar we reeds zo lang naar getracht hebben. De dag waarop er minstens 600 soldaten met een onverklaarbare gemoedsstemming de treinen opstapten, de trein die ons zou brengen tot het wereldbekende bedevaartsoord LOURDES, om aldaar voor Onze Lieve Vrouw te knielen, zoals de H. Bernadette dit deed 102 jaar geleden om er onze moeilijkheden met Onze Lieve Vrouw te gaan bespreken en om er te gaan bidden vooral de intenties die in ieders soldaat zijn hoofd geprent waren. We vertrokken ’s morgens omstreeks 8 uur uit Keulen met de bedevaarttrein, na eerst aldaar een H. Mis bijgewoond te hebben, omdat de reis voor ieder van ons goed zou mogen verlopen. Rond 11u30 kwamen we te Schaarbeek aan, waar we dan te samen met de soldaten die in België gekazerneerd waren om 12u30 te vertrekken. Onze militaire bedevaart was begonnen. De reis ging over Bergen, Quévy, Compiène, Poitiers, Bordeaux, Dax, Pau en dan tenslotte Lourdes. De reis verliep goed. We konden de reisweg goed volgen met zijn voornaamste bezienswaardigheden, waarvan we inlichtingen konden vinden in onze reisgids. Tegen de avond aan werd er dan op de trein een rozenhoedje gebeden met enkele speciale intenties. Er werd voorgebeden door een aalmoezenier, voor de zieke en gekwetste soldaten, om hun de zware en pijnlijke ogenblikken lichter te maken. Ook werd er voorgebeden door een meisje (verloofde) in naam van alle verloofde meisjes voor hun jongen, soldaat. Vervolgens door een moeder, in naam van alle soldatenmoeders voor het behoud van hun jongen in het leger. Tot slot werd er gebeden, opdat deze bedevaart voor ieder van ons vele vruchten zou mogen dragen. Alzo liep dan de eerste reisdag van onze bedevaart stilaan ten einde. De nacht werd in stilte doorgebracht, met de grote betrachting naar de donderdagmorgen, voor de ontmoeting met O.L. Vrouw. Na een lange nacht was dan toch de volgende dag aangebroken, en wanneer wij met onze nog slaperige ogen naar buiten keken, stelden we vast dat we reeds stilaan in de Pyreneeën begonnen te komen. Terwijl we het landschap bewonderden, wordt er ons medegedeeld dat we Lourdes naderden, en inderdaad, enige tijd later zagen we de Gave met haar kolkende water en in de verte de Kathedraal van Lourdes met de Grot. Van zodra we de Grot te zien kregen zongen we allen uit volle borst : “Te Lourdes op de bergen”. Onze reis was ten einde. Wanneer we in de voor ons aangeduide hotels aankwamen, stond er ons een smakelijk morgenmaal te wachten. Als de honger zo wat gestild was en opgefrist gingen we om 10u30 naar de H. Mis. Na de H. Mis was het de openingsplechtigheid van de Belgische Militaire Bedevaart aan de grot. Om 4 uur in de namiddag namen we voltallig deel aan de sacramentsprocessie. Onze eerste dag werd besloten met de deelname aan de kaarskensprocessie. Iedereen zong mee uit volle borst, dat zo eenvoudige, maar zo wondermooie lied : “Te Lourdes op de bergen”. Dat eenvoudige lied, dat onverpoosd herhaald werd en dat zo’n machtige indruk geeft dat men er van moet rillen als men het aanhoort. De dag van de ontmoeting met O.L.Vrouw was ten einde gelopen ; samen trokken we in een stille en tevreden stemming naar de hotelkamers, waar er ons een zacht bed te wachten stond. De 2de dag hadden we na de H. Mis, de kruisweg die werd gepredikt door Aalmoezenier Willems. In de namiddag, om 4 uur, hadden we dan ook nog de sacramentsprocessie en ’s avonds de kaarskensprocessie ; na deze was het H. UUR waarna we dan een middernachtmis bijwoonden. De zaterdag gingen we op uitstap met de autobus naar de Hoge Pyreneeën, o.a. Cantevets, waar de Gave stroomt in een diepte van 75 meter onder de autobaan. Vervolgens reden we naar Pont d’Espagne en kregen een machtige waterval te zien, ook van daaruit konden we een meer gaan zien “Lac de Gaube” een meer tussen de toppen van de bergen. Rond de middag reden we dan verder naar Gavernie waar we met ezels of paardjes het cirkus van Gavernier gingen bewonderen. Na aldaar enkele uren te hebben vertoefd werd het dan stilaan tijd om de autobus in te stappen voor het vertrek. Vermoeid van het klauteren in de bergen, kwamen we dan rond 19 uur terug in Lourdes. Intussen waren dan ook de legers van de andere landen te Lourdes aangekomen met een totaal van 40.000 militairen en ’s avonds was het dan ook een machtige kaarskensprocessie, waar er in alle talen werd gebeden en gezongen. De zondag hadden we dan de godsdienstige plechtigheden met het Nato-leger. In gans Lourdes wemelde het van soldaten, soldaten uit alle landen, men zag er alle soorten uniformen. Onze bedevaart had het hoogtepunt bereikt, het nato-leger was één blok geworden. Zo was dan ook de voorlaatste dag van onze bedevaart ten einde gekomen en spoedig was de maandag aangebroken. De dag dat het Belgisch Leger afscheid nam van O.L. Vrouw van Lourdes, afscheid van al die andere soldaten, die op die enkele dagen tijd allen onze broeders waren geworden. Omstreeks 3 uur vertrok de trein uit Lourdes en met de tranen in de ogen wierpen we een afscheidsblik door het venster naar de Basiliek, naar de Grot, waar we ons reeds zo goed thuis voelden. Alzo verlieten we Lourdes en meteen was de Belgische militaire bedevaart ten einde gelopen. Allen waren we getroffen van wat we gezien en gevoeld hadden. Die honderden zieken die men daar ziet, steeds met de glimlach op het gelaat ; die duizenden pelgrims die men daar ontmoet en die er allen komen met éénzelfde bedoeling. Wat men daar te zien krijgt, wat men daar aanvoelt, dat is niet met woorden uit te leggen. Jos Verlinden.”
Foto’s :
-De auteur van het verslag Jos Verlinden. -De rivier de Gave naast de Basiliek. -De waterval van Pont d’Espagne. -Het “Lac de Gaube”.
1960 – 21 – juni – G.v.A. : N.C.M.V tegen zondagnamiddagsluiting
“De N.C.M.V. afdeling Tisselt-Leest, heeft een actie gevoerd voor de zondagnamiddagsluiting welke tot een groot succes is uitgegroeid. Niet minder dan 96% van de handelaars-winkeliers hebben spontaan aan deze actie deelgenomen. Wij wensen het bestuur, onder de leiding van dhr Eeraerts Jaak, van harte proficiat met dit initiatief. Mogen de andere afdelingen hun voorbeeld volgen.”
1960 – Zondag 26 juni : Grote Voetbalmatch K.W.B.-B.J.B.
Dit naar jaarlijkse gewoonte en ten voordele van de Lourdesactie. De ploegen waren als volgt samengesteld :
KWB :
Jan Casteels, Leopold Bas en Louis Keulemans (invallers). Louis Vloebergh, Jozef Vloeberghen, Jozef Polfliet, Emiel Polfliet, Felix Polfliet, Louis Selleslagh, Hubert De Wit, Jan Geets, Th.De Prins, Désiré Van Winghe en Leo Hellemans.
BJB :
Jerome Verbruggen, August Peeters, Willem Slachmuylders, Achiel Van Winghe, Henri De Smet, August Verbruggen, Frans Verbruggen, Aloïs Bevers, Herman De Wit, Eduard Diddens en Louis Van Winghe. De uitslag is ons onbekend gebleven. (DB)
1960 – Woensdag 29 juni : Proclamatie en prijsuitdeling St-Romboutscollege
In de feestzaal van het St.-Rombautscollege vond de eindejaars-proclamatie en prijsuitdeling plaats voor de leerlingen van de Oude- en Moderne Humaniora. De feestvergadering, waarop heel wat voorname mensen aanwezig waren, werd ingezet met het vaderlands lied gevolgd door de uitvoering van enkele lente- en zomerliederen, waarna het tweede en het derde bedrijf van het toneelstuk ”Het nieuwe gewaad van de Groothertog” werd opgevoerd door enkele leerlingen. Vervolgens ving de proclamatie aan. Onder de vele namen troffen we die van twee Leestenaars aan : -Eduard Rottiers (Vierde Moderne B, 2e acc.) -Roger Silverans (Vijfde Moderne B, 1e prijs). (G.v.A., 30 juni)
1960 – Julinummer “De Band” : Ter bescherming van de jeugd
“In het Belgisch Staatsblad verscheen een besluit waarbij het vanaf 1 augustus 1960 verboden is aan minderjarigen tot 18 jaar toegang te verlenen tot danszalen, drankslijterijen, indien niet vergezeld van ouders of voogd of van wie het gezag uit te oefenen heeft. Strenge maatregelen zullen tegen de overtreders van hogervernoemd besluit getroffen worden.”
Foto’s :
-Twee keer Eduard Rottiers : op bezoek bij de Sint met zijn zusje Viviane en in zijn soldatentijd.