1978
Van 21 tot 31 juli : Bivak Chiro-jongens te Loppem (bij Brugge)
De meisjes gebruikten dezelfde
locatie maar van 31/7 tot 10/8.
In
De Band van augustus 1978 beschreven twee aspirant-kookmoeders hun eerste
ervaringen op het bivak van de meisjes in Loppem :
Bivakmoeders
Na ongeveer 15 bivakken als
Chiromeisje en/of als leidster was het een prettige ervaring er nog eens te
mogen bij zijn als kookmoeder.
Samen met Liza en Jeanne
vormden we een prachtig team.Alhoewel
kookmoeder een grote benaming is voor wat wij, als groentjes, in Loppem
presteerden, hebben wij toch getracht ons mannetje te staan. Kortom wij hebben
een gratis cursus koken van 10 dagen gevolgd en er nog wat bij geleerd ook !
Een kop koffie maken kan iedereen maar dit geestrijke vocht drinkbaar maken
voor een bende van 80 is al een andere zaak.
Het was fabelachtig hoe Liza en
Jeanne de kunst verstonden alle spijzen op smaak te brengen en lekker warm op
tafel te toveren, wat soms een hele karwei was.
Onze dag vullen was nagenoeg
geen probleem. s Morgens werden de tafels gedekt met toespijzen zoals :
confituur, speculoos, peperkoek, Hollandse kaas, smeerkaas, hespenworst, saucis
en niet te vergeten de choco. De choco was het meest geliefde en gevraagde
leggertje tussen de boterham. Soms was het wel eens zoeken naar de boterham.
Maar, kom, ge zijt op bivak om eens iets te doen wat thuis niet mag. Nadat wij
de tafels gedekt hadden trokken wij naar de keuken waar Liza en Jeanne reeds
bezig waren met het schoonmaken van de soepgroenten. Wij hielpen dan in de
keuken met allerlei karweitjes zoals aardappelen schillen voor de soep, de
afwas, enz. Ondertussen waren Jeanne en Liza reeds duchtig in de ene of andere
kastrol aan het roeren. Het waren gedurende die 10dagen verschillende gerechten waaraan voor
het bivak gedokterd was met de leiding. Een ganse avond werd in beslag genomen
met de vraag : zullen ze het mogen ?
Na het middageten was het dringend
nodig de berg keukenafwas aan te pakken. Ongelooflijk maar waar, je kon bijna
geen plaats meer vinden om te staan. Verder moest je uitkijken om niet ten val
te komen op de glibberige vloer. Na deze karwei dweilden we de keuken.
In de namiddag gingen we
meestal inkopen doen en vlees en brood bestellen voor s anderendaags. Dit
laatste waren we wel eens vergeten. Maar dan was het de Pater die het zaakje
weer op zn pootjes hielp zonder dat onze magenen maagjes hiervan last ondervonden.
Na deze inkopen was het weer
eens tijd voor het vieruurtje dat om half vijf verorberd werd. En als slot van
de dagtaak het avondeten dat bestond uit pap en/of opgewarmd eten en/of specialiteiteke.
Omstreeks 10 u. werd er leidsterskring gehouden waarop ook wij tegenwoordig
waren.
Na deze 10 dagen hebben wij
niet alleen ontdekt dat onze broek of rok nauwer om het middel zat maar tevens
dat het een enorme inzet vraagt van de Pater, leiding en leden om er 10 dagen
te vullen met spel, sport en samenhang.
Van de groentjes Chris en
Linda.
1978
Zaterdag 12 en zondag 13 augustus : DORPSFEEST
Parochiehuis
Leest ten voordele van onze missionarissen : René De Laet, Jeanne De Boeck,
Marie Verbruggen en Melanie De Laet.
Programma :
Zaterdag
: openluchtmis om 19u30 opgedragen door René De Laet.
Nadien : ontmoetingsgelegenheid voor groot en klein met spijs en drank en
vlooienmarkt.
Zondag
: Vlooienmarkt Kunstkraam met plaatselijke en Afrikaanse kunstwerkjes
Snack-Bar Café Bodega Koffiebar en in de namiddag Ballonnenwedstrijd en
allerlei attracties.
Organisatie
: alle verenigingen van Leest.
(Folder)
1978
1 september : Kon. Fanfare St.-Cecilia op Mechels stadhuis ontvangen. (foto)
Omwille van de prestatie op de
Wereld Muziek Concours in het Nederlandse
Kerkrade, werd de Leestse fanfare op het
Mechelse stadhuis ontvangen en door
het Schepencollege gehuldigd.
1978
Zondag 10 september : Dorpsspel
In het kader van het drievoudige
chiro-jubileum organiseerde Vevoc een
dorpsspel.
1978
Zondag 10 september : Troubadour-Avond Vevoc.
Met het optreden van Miels Cools
en de Leestse Kleinkunstgroep.
Vermindering aan Chirogroepen vanaf 10
personen. (Advertentie)
Foto :
-Jan-Piet Leveugle dirigeert
St.-Cecilia op de Grote Markt te Mechelen.
Van l. naar r. : Rik Lauwens,
Luc Verschueren, Luc Vertommen, Christa Polspoel, Hendrik Verschueren, Edward
De maeyer, Juul Vloeberghen en uiterst rechts erevoorzitter Pol Piessens. (Foto
: Leest in Feest)
1978
Juni-nummer De Band : Een boek over Leest in wording.
De
werkzaamheden vorderen.
Elke dinsdagavond van acht tot
tien komt men wekelijks samen in het klooster.
Iedereen is er welkom en kan
er zijn steentje bijbrengen !
Wie nog oude familiefotos bezit
van voor de jaren 20 mag ze nog steeds
binnenbrengen in het klooster op
dinsdagavond of bij aalmoezenier Herregods,
Kouter 6.
1978
zondag 4 juni : Ceciliafeesten van de Kon.Fanfare St.Cecilia :
Belgische
Kampioenschap voor harmonieën en fanfares
Dit
werd in samenwerking met het Kon. Muziekverbond van België georgeniseerd.
In
de ere-afdeling werd de Kon. Fanfare St.-Cecilia Londerzeel Belgisch kampioen
voor de Société Royale Les Fanfares Reunies Dolhain-Limbourg. In de afdeling
uitmuntendheid werd de Kon. Fanfare De Onafhankeljkheid Wiekevorst kampioen
en in de lagere afdeling was dat de Socialistische Fanfare De Werker uit
Kapelle-op-den-Bos.
Vanaf 1978 had het
fanfarebestuur (zie foto) jaarlijks
de handen vol mt de organisatie van vooral de Ceciliafeesten en de
internationale muziekwedstrijd. Het secretariaat werd datzelfde jaar
opgesplitst. Stan Gobien zorgde voor het fanfaretijdschrift Toeters en
Trompetten dat in dat jaar voor het eerst verscheen, voor alle correspondentie
met muziekverenigingen of met officiële instanties en meestal schreef hij ook
de toespraken. Johan Vandeputte nam de ledenadministratie voor zijn rekening en
zorgde voor de correspondentie met de muziekbonden.
Vanaf datzelfde jaar waren er
eveneens twee penningmeesters : Albert Robijns en Jef Vloeberghen. Die waren er
beslist nodig want er waren toen jaarlijks veel inkomsten omwille van de
Ceciliafeesten. Daarnaast waren er ook hoge uitgaven.
(Stan
Gobien : Leest in Feest.)
1978
4 juni : Vijfde Volleybaltornooi Vevoc
Sinds
september 1977 was Vevoc ook actief in het volleybal in de KWB Falos
competitie.
In
De Band deed een vereniging een oproep om elke zondag om 10 uur in de
meisjesschool te komen supporteren. Er was immers altijd een ploeg die thuis
speelde, t.t.z. ofwel Vevoc ofwel de KWB.
Inschrijven
voor het tornooi dat plaatshad in de parochiezaal kon bij Erik Solie of Paul
Clymans.
Het
vijfde volleybaltornooi vond plaats op de speelpleinen van de meisjesschool.
Old Amigos Heffen speelde de finale tegen Vevoc I en trok aan het langste eind.
Na
de smoutebollen volgde de prijsuitreiking in tegenwoordigheid van schepen Van
de Sande.
Einduitslag
:
1.
Old Amigos Heffen
2.
Vevoc I
3.
KWB Kapelle o/d Bos
4.
KWB Leest
5.
Hanswijk
6.
Bochel Battel
7.
Milac Kapelle o/d Bos
8.
Vevoc II.
1978
19 juni : Vergadering stedelijke cultuurraad over nieuwe straatnamen.
In
het Jaar van het Dorp wilde de stad Mechelen enkele Leestse straatnamen
wijzigen.
De
voorstellen waren voor de Bist : Aland, voor de Lindelaan : Appellaan, voor de
Dorpsplaats
: Leestse Plein en voor de Scheerstraat : Wolscheerdersstraat.
Afgevaardigden
van Leest dienden hun eigen voorstel in :
Lindelaan : voorstel : Augustijneweg of
Bosweg of Kloosterhoeveweg.
Bist : Aland goedgekeurd.
Scheerstraat : voorstel : Koeistraat of
Pastoor De Heuckstraat.
Dorpplaats : voorstel : de naam behouden, anders Leest
Dorp.
(DB)
1978 2 juli : Kon.Fanfare
St.-Cecilia Wereldkampioen
Van
23 juni tot 16 juli werd het Wereld Muziek Concours in het Nederlandse Kerkrade
georganiseerd. Een wedstrijd voor amateurmuziekkorpsen die om de vier jaar werd
ingericht. In 1978 namen er muziekverenigingen uit 26 landen aan deel, o.a. de
beste uit Japan, de USA, Canada, de Scandinavische landen, Indonesië, de
Oostbloklanden e.a.
300
korpsen met een totaal van 12.500 muzikanten waren ingeschreven voor de
verschillende disciplines, docht slechts 228 raakten door de ultramoeilijke
voorselecties.
België
werd vertegenwoordigd door 19 korpsen, waarvan er 7 optraden in de afdeling
harmonie en fanfare.
In
de fanfare afdeling uitmuntendheid werd ons land vertegenwoordigd door de Kon.Fanf.
St.-Cecilia uit Leest. Het korps behaalde 311 op 360 punten in de afdeling. Dit
bracht hen de eerste prijs en de gouden medaille op.
Aangezien
het 4-jaarlijkse wereldkampoenschappen betrof, was de Leestse fanfare
gemachtigd de volgende 4 jaar wereldkampioen fanfareafdeling uitmuntendheid
als titel te dragen.
De
internationale jury had woorden van lof voor de fanfare uit Leest, voor het
klankgehalte, de algemene muzikale uitvoering, het samenspel, de ritmiek en in
het bijzonder voor de muzikale opvatting.
Dit
resultaat was vooral te danken aan het werk van dirigent J.P. Leveugle die
sinds hij de Kon.Fanf. St.-Cecilia dirigeerdeelk jaar een titel wist te behalen :in 1976 provinciaal kampioen 3de afdeling, in 1977
provinciaal kampioen 2de afdeling en dit jaar in één klap
wereldkampioen uitmuntendheid.
Voor
het opgelegde werk, de Salzburg Suite van F. Wright, kreeg St.-Cecilia Leest
156,5/180 punten. Het werk werd uitgevoerd in perfecte Mozart-stijl.
Als
uit te voeren vrij werk koos de jury Indian Summer van Eric Ball. Hiervoor
werden 154,5 op 180 punten toegekend. Naast een zeer verzorgd algemeen geheel
werden de solos voor tuba en cornet onberispelijk uitgevoerd.
Dirigent
J.P.Leveugle en ondervoorzitter Gust Lauwers waren niet weinig fier uit handen
van de Nederlandse premier Van Agt het diploma en de gouden medaille te mogen
ontvangen.
De
voorzitter van de fanfare Vic Verschueren (zie foto), moest verstek laten gaan,
aangezien 6 van zijn zoons meedongen naar de wereldtitel en hij thuis niet
gemist kon worden.
Foto s :
-Het bestuur van de Kon.Fanfare
St.-Cecilia in 78 bij een voorbereiding van de Ceciliafeesten.
Bovenaan van links naar rechts
:verslaggever Jef Lauwers, Rik Lauwens,
Jan Moons, Marcel Van Loo, secretaris Stan Gobien, materiaalbeheerder Antoon
Lauwens, Louis Schillemans en Hubert De Borger.
Onderaan van links naar rechts
: penningmeester Jef Vloeberghen, ere-voorzitter Leopold Piessens, voorzitter
Vic Verschueren, ondervoorzitter-feestleider August Lauwers en penningmeester
Albert Robijns.
-De voorzitter van de Kon.
Fanfare St.-Cecilia Vic Verschueren met zes van zijn zeven muzikale zonen. Van
links naar rechts : Emiel, Hans, Kamiel, vader Vic, Luc, Hendrik en Jan.
(foto : Leest in Feest)
1978 29
mei : Met o.a. 6.515 fr afkomstig van een dia-vertoning, vertrok zuster Jeanne
De
Boeck opnieuw naar Chili na een welverdiend verlof
in haar geboorteland.
Gazet van Mechelen :
Groeten van overzee : Jeanne De
Boeck
Enkele uren voor ze opnieuw (na een korte vacantie thuis) naar haar
missiepost
in Chili Conception vertrok, schreef zuster Jeanne De Boeck (Ursuline
van O.L.
Vrouw Waver) ons een kaartje dat o.m. het volgende vermeldt :
Ik vertrok op 19 december 1953 voor de eerste maal naar Kongo en
verbleef er
tot juli 1962. Door de omstandigheden werd ik genoodzaakt terug te
keren.
Sedert 1 maart 1969 werk ik in Chili in een Chileens werk Hogar de
Christo,
een werk dat reeds wereldberoemd is daar het vanuit Chili is uitgezaaid
in een
zestal landen van Zuid-Amerika en acht landen in Azië.
Ik ben zeer blij om het initiatief dat de Gazet van Mechelen nam om ons
werk
kenbaar te maken, niet om de eer voor ons zelf maar om de positieve
weerslag
die dat op onze Vlaamse mensen mag hebben.
Er is steeds zoveel droevig nieuws te melden dat de mensen de smaak van
schoonheid en goedheid verliezen.
Ik schrijf deze woorden voor mijn afscheid en mijn vertrek naar Chili,
een land
en een volk waar het aangenaam is en de moeite waard om voor te werken
ondanks alle ongunstige berichtgeving daarover.
Blij weer in dienst te mogen staan van de armen der armen, van de
daklozen,
de zieken en de oudjes groet ik u allenlijk.
Zuster Jeanne De
Boeck.
Geboren in de Winkelstraat trad Jeanne in bij de
zusters ursulinen van O.L.Vrouw-Waver (1947) en werd er regentes
wiskunde-wetenschappen (1948). Twee jaar later volgde haar professie als zuster
Aleydis.
Ze studeerde verder en behaalde het Diploma
Tropische Geneeskunde aan het Tropisch Instituut te Antwerpen (1952) en dat
van koloniaal verpleegster te Leuven (1953). In hetzelfde jaar vertrok ze
naar de missies, i.c. naar Belgisch Congo (Democratische Republiek Congo).
In de oostprovincie in de Uele te Titule werkte ze
bij de melaatsen : in de ziekenzorg (van 1953 tot 1960) en na de
onafhankelijkheid (tot 1962) als leerkracht. Die twee jaren waren bijzonder
moeilijk en ze kwam naar België.
Terwijl ze in Mechelen onderwees
(ursulineninstituut, 1962-1965) leerde ze Spaans aan het COPAL (Collegium pro
America Latina) te Leuven. Ze specialiseerde zich verder te Duffel en behaalde
een A1-diploma verpleegkunde voor de centrale jury (1967). Daaropverwierf ze een getuigschrift van de Dienst
voor Ontwikkelingssamenwerking te Brussel (1968).
Het jaar nadien vertrok ze naar het Chileense
Concepcion. Daar werkte ze in de Hogar de Cristo als madre Juanita in het
opvangtehuis, de polykliniek, het ouderlingengesticht of de hogar de ancianos
en in de huizen voor verlaten meisjes.
Ze leerde er met de computer werken en werd meer
dan eens voor haar inzet en werk
geëerd : zo ontving ze in Chili diplomas voor
jeugdzorg, drugbestrijding, gedragsverandering, bestrijding van HIV en vooral
werd ze ereburger van Concepcion (1984) ; bij ons ridder in
de Orde van Leopold II.
In 1962, 1976, 1978, 1980, 1982 en 1984 was ze op
verlof in België.
Na haar opruststelling kwam ze voorgoed naar ons
land terug (eind 1992) maar zat er evenmin stil. Een hele tijd (tot 2000) hielp
ze nog in de school in de Mechelse Hoogstraat en werd hulparchivaris van de
congregatie in O.L.Vrouw-Waver. Ook was ze (van 1992 tot 2003) één dag in de
week te vinden als verkoopster in de Trefzaal van het Pastoraal Centrum
te Mechelen.
(Wilfried
Hellemans : De Sint-Niklaasparochie in Leest,2009)
Jeanne De
Boeck was te Leest geboren op 3 maart 1928 als dochter van Alfons en Henriette
De Prins (een zus van burgemeester Pieter De Prins).
Met De Band
onderhield ze een intensieve briefwisseling en de meeste van haar brieven, die
ze steevast ondertekende met Juanita De Boeck,verschenen in het heimatblad. Over haar werk in Hogar de Christo
schreef De Band :
In Hogar de Christo waar zuster Juanita werkt is
er vooreerst een tehuis waar de mensen zonder dak kunnen komen slapen.
Ze betalen er een kleinigheid opdat ze de indruk niet zouden hebben dat ze
alles voor niets krijgen.
Dan is er de Polykliniek waar iedereen kan
verzorgd worden. Er wordt hen niet gevraagd : Waar woont gij ? De mensen
kunnen er terecht voor algemene geneeskunde, kinderziekten, vrouwenziekten en
tandheelkunde. Zuster Juanita doet de consultatie in de voormiddag, terwijl
studenten in de geneeskunde s middags komen inspringen. Van daar uit kunnen de
mensen doorgestuurd worden naar het groot hospitaal of naar een oogarts (die
zijn zeer zeldzaam). Er is ook reeds een klein laboratorium ter beschikking.
Verder is er nog een Ouderlingentehuis Hogar de Ancianos voor de oudjes die van de
straat worden opgeraapt en ook nog een wijkkapel(La Capilla El Carmen) die afhankelijk is
van de grote parochie : elke zondag komt de kapelaan, een Chileense Jezuiet, er
de mis opdragen.
Met 7 catechisten bereid zuster Juanita de mensen
voor op de eerste communie, het vormsel, het huwelijk en het doopsel. De
zondagsmis wordt speciaal verzorgd met zang, gitaar en castagnetten en er ook
een zangkoor actief.
Fotos :
-1946 : Jeanne De Boeck (18 jaar) nam afscheid van
haar familie en vertrok naar het klooster.
Van links naar rechts : tante Julie Brion-De Prins (een zus van haar
moeder), vader Fons De Boeck, Pastoor Coosemans, Jeanne, burgemeester De Prins,
moeder Henriette (Jette) De Prins, grootnonkel
Karel De Boeck (een ongehuwde oom van haarvader die deel uitmaakte van het gezin) en tante Marie De Prins, een
andere zus van haar moeder.
De derde Leestse wandelroute n.a.v
het jaar van het dorp werd samengesteld
door de Landelijke Gilde van Leest
en kreeg de benaming Hoevewandeling
mee.
Ze werd ingewandeld op zondag 7 mei
en nam een aanvang in de Bist.
Met deze route wou de Landelijke
Gilde waardering en begrip inwinnen voor het
landelijke.
De totale afstand bedroeg ongeveer
5 km.
De deelnemers konden zich, voor 10
frank, een speciale ontworpen brochure
aanschaffen, waarin naast
onderrichtingen en situatieschetsen ook
bezienswaardigheden werden
beschreven.
Om de wandeling aan te vangen
vertrekken we in de Bist. Deze is gelegen op de verbindingsweg
Leest-Kapelle-op-den-Bos. Teneinde U een richtlijn te geven stellen we voor de
serren langs de baan als vertrekplaats te beschouwen. Even verder vinden we een
parkeerplaats, zodat diegene die per wagen komen deze hier kunnen achterlaten.
We vangen onze wandeling aan en
volgen de betonbaan richting Leest. Voorbij het huis nr. 25 verlaten we de
betonbaan en gaan rechtsaf op De Renderbeekhoeve. Hier steken we de
binnenkoer over en gaan rechts de lange veldweg op. Aan de enkele bomen die er
achterbleven herkennen we de mooie dreef die hier was en die deze hoeve verbond
met het in de verte zichtbare Hof ten Olsen. De brede beek die we oversteken
is plaatselijk best bekend als Molenbeek of Aa-beek. We volgen het kleine
stromende veldbeekje tot we even verder aan de spoorlijn komen
Mechelen-St.Niklaas.
We kijken even langs de
spoorlijn en zien heel ver de brug van het kanaal te Willebroek.
Voor ons krijgen we een mooi
panorama van het dorp Leest, met links de Heide en verderop de watertoren.
Verborgen kunnen we de kerktoren van Leest bemerken. Om onze wandeling verder
te zetten gan we nog even langs de spoorlijn en stappen erover aan de
onbewaakte overweg, rechts is een kronkelende asfaltweg die we zullen volgen
tot even op Hombeek.
Wanneer we terug over de
spoorweg de asfaltbaan volgen, komen we even voor de andere spoorlijn aan de
Withoeve. Deze spoorlijn mogen we in geen geval oversteken. We zullen een
vijftigtal meter ervoor rechts afslaan en de veldweg om de Withoeve volgen tot
het einde. Dan gaan we linksaf, terug naar de spoorweg en volgen de weg tot aan
de historische waardevolle Stenenmolenhoeve. Nu is het opletten geblazen ! We
slaan de veldweg rechts in, docht onmiddellijk achter de hoeve zullen we links
de weg tussen de weide nemen.
We stappen recht op het
Kasteel de Mot af.
Onderweg ondervinden we wel wat
moeilijkheden want de veldweg is plots verdwenen. Met wat goede wil bereiken we
echter de meer links gelegen weg en komen zo naast een hoeve op de betonbaan,
die we even links opgaan. De eerste weg rechts leidt naar het kasteel. Hebben
we geen schrik van prikkeldraad, dan kunnen we links om het kasteel gaan en
vinden we langs de achterzijde nog een mooi stukje natuur. We raden anderen aan
om vanaf het kasteel de betonbaan rechts te volgen tot de plaats vanwaar we
vertrokken.
1978
Zondag 21 mei : Chiro-bedevaart en Chiro-familiereis.
1978
Zondag 28 mei : Vierde Grote Fietszoektocht Vevoc
Inschrijvingen en vertrek :
parochiezaal Leest van 11 tot 14 uur.
Deelneming en prijzen :
individueel vanaf 10 jaar en per gezin (min. 3 personen)
Afstand : 20 km.
Deelname : 50 fr. per persoon, 100
fr. per gezin.
Prijzen in natura ter waarde van
12.000 fr.
Voor de eetlustigen :
pannenkoeken. Voor dorstigen : drank (ook op controleposten)
In
totaal namen er 31 gezinnen deel en 151 losse deelnemers.
In
familieverband was Jeroom Verbruggen met de zijnen onklopbaar. Tweede werd de
familie van Frans Standaert, voor de familie Potoms-Verschueren, familie Bertha
Verbruggen en familie Tuyaerts.
Individueel
trok Machteld Verbruggen aan het langste eind. Voor respectievelijk Jan Van den
Heuvel, Koen Verbruggen, Jeroom Verbruggen, Marc Muysoms, Robert Verbruggen,
Lilian Van den Heuvel, Mia Lamberts, Tony Verbeeck en Geert Robijns die tiende
eindigde.
Bijgevoegd :
-Plannetje van de
Hoevewandeling.
-De Rendelbeekhoeve.
-Hof ten Holse (1981).
- De mooiste prijzen gingen
naar afgevaardigden van de vijf eerste families.
Bij het drieledig jubileum van
Chiro-Leest, werden door de Chiro en Vevoc
volksspelen ingericht op de
Chiroterreinen aan de Kouter.
Leest werd verdeeld in 6 groepen
(gehuchten) in in verschillende
leeftijdscategorieën. Elk gehucht
kreeg zijn eigen kapitein.
Om voorbereid te zijn op aprilse
grillen werden tenten voorzien.
De leeftijdsgroepen werden als
volgt ingedeeld : 10-11 jaar, 12-14 jaar, 15-17 jaar,
18-30 jaar, 30-40 jaar en 40 +
jaar
Om aan dit gebeuren een volks
karakter te geven werden oude volksspelen in ere hersteld. De gemeente was
verdeeld geworden in 6 gehuchten : Zennedal, Bleukens, Hogen Berg, Knip,
Deurpelput en t Hoogveld, waarbij de deelnemers in 6 verschillende
leeftijdsgroepen onververdeeld zijn. Als leidraad werd het principe Spel
zonder grenzen gehuldigd.
De Kon. Fanfare St.-Cecilia van
Leest opende te 14 u de manifestatie. De ploegen met hun respectievelijke
kapiteins werden voorgesteld.
De Knip met Louis Schillemans
als kapitein, kwam als beste pyramidenbouwer uit de bus.
Na het spel werd ook een
tussenspel (fil-rouge) gespeeld. De ploeg van Herman De Neve Zennedal werd in
het tweede spel, het spel met de repen, winnaar en door het inzetten van hun
joker kregen ze voor deze prestatie dubbele punten..
Het volgende spel was werkelijk
een parel voor toeschouwersogen. De spelers moesten namelijk een paling
overbrengen met een dubbel personen-kruiwagen, waarna het levend dier door een
dame in de hand overgedragen wordt. Dat dit spel voor de toeschouwers werkelijk
in de smaak viel was te zien en te horen. Dat dit gladde dier wel enkele malen
met de grond in aanraking kwam, kan ieder zich wel inbeelden. Voor Zennedal
werd dit de tweede opeenvolgende overwinning.
Het 4de spel, de
klokkenroof, was een spel waarbij de spelers (bijgestaan door een zegger) met
een vislijn klokken moesten opvissen achter de kerktoren. De Bleukens met Jef
Lauwers als kapitein, toonden zich de behendigste vissers.
Bij het plank-lopen
(duizendpoot) werden de 3 overige jokers ingezet.. De deelnemers van Hogen
Berg, met Georges De Laet, toonden zich hier de snelsten.
De deelnemers van Deurpelput,
waarvan Dolf Peeters als kapitein fungeerde, vonden de meeste snoepjes en
kregen het hoogste aantal punten in dit spel.
Als laatste spel kwam het
apotheose spel aan de beurt. Hier toonden de Bleukens zich nogmaals de
besten.
Met de punten van het
mastklimmen (fil-rouge) erbij werd Zennedal overwinnaar met 37 punten,
gevolgd door de Knip met 35 punten. Den Hogen Berg werd 3de met 34
punten onmiddellijk gevolgd door Bleukens met 33 en t Hoogveld met 32 punten.
Deurpelput sloot de rij met 27 punten.
De leden van de ploeg van t Hoogveld, met
Jos De Smet als kapitein, mochten, ondanks hun vele inspanningen geen
overwinning in de wacht slepen.
De juryleden Miel Dons en Miel
Polfliet en de vele medewerkers hebben hun taak tot een goed einde gebracht. De
deelnemers ontvingen allen een mooi bordje, geschilderd door aalmoezenier
Herregods.
Hiermee heeft de Leestse Chiro,
in samenwerking met Vevoc, bewezen dat een hechte gemeenschap blijft, ook al is
Leest gefusioneerd met Mechelen.
Deze volksfeesten werden een
zeer geslaagd initiatief om het Jaar van het Dorp meer luister bij te zetten
en vormden slechts een onderdeel van het Leests chirojubileum dat half november
besloten wordt met een chirofamiliefeest. (Krantenbericht,
krant onbekend)
Zennedal
bestond uit bewoners van de Kouterwijk en het voorste gedeelte van de Kouter
met als kapitein Herman De Neve.
De Knip
: Juniorslaan, Tisseltbaan, Rennekouter, Blaasveldstraat, Lindelaan en
Hertstraat met kapitein Louis Schillemans.
Den Hogen Berg :
Dorp, Molenstraat, Mechelbaan, Scheerstraat en Vinkstraat. Kapitein Georges De
Laet.
De Bleukens
: Kouter, Larestraat en Dorpstraat. Kapitein : Jef lauwers.
t Hoogveld
: Alemstraat, Kleine Heide, Bist en Kapellebaan. Kapitein : Jos De Smet.
Deurpelput
: Tiendeschuurstraat, Elleboog- en Winkelstraat. Kapitein : Frans Huysmans. (DB)
1978
16 april : Tweede wandeling en wandelroute n.a.v. jaar van het dorp.
Deze wandeling werd ingericht door
de werkgroep van het leefmilieu.
Ze wou de aandacht trekken op een
prachtig stukje natuurschoon van Leest :
deZennevallei.
De wandeling, 3 km lang, ging door
de beemden en bossen van de Bleukens
enmen kon er kennis maken met een gevarieerde dieren- en plantenwereld,
zoals de gele lis, de moerasspiree,
bereklauw, koekoeksbloem, pinksterbloem,
wespenorchies, vossenstaart,
fluitekruid, duizendblad en andere planten en ook
de koekoeken, vlaamse gaaien,
torenvalken, kraaien, blauwe reigers enz.
We vertrekken op het
dorpsplein waar we er tussen de huizen, rechts langs de kerk, naar het chiro
speelplein gaan. Hier begint de oude Kerkenblokweg. Vandaar hebben we een goed
zicht op de St.Niklaaskerk. Deze onderging in de loop der tijden heel wat
veranderingen. Aleen in de toren en in het priesterkoor merken we nog trekken
van de oorspronkelijke Romaanse bouwtrant. We zien ook de achtergevel van de
pastorij uit 1776.
We volgen de Kerkenblokweg en
komen aan de nieuwe wijk. Op t eind van deze wijkweg zie je links t Hof
Van den Broeck of wat er nog van overblijft van dit dorpshof uit de 13de
eeuw. Tegen de grote Zennebocht die rond 1900 werd recht getrokken lag dit
omwaterd hof met boerderij. Rond 1321 was Jan Van den Broeck heer van het hof.
Voorname families van Mechelen werden later eigenaar van de heerlijkheid Van
den Broeck. In 1873 werden de resten van de vroegere gebouwen afgebroken en de
vijvers gevuld. Een overblijfsel van de vroegere omwalling, een vijvertje, is
nu nog een toevluchtsoord voor de padden en kikkers uit de omtrek. Een rustige
plaats voor een eenzame reiziger. Hier is ook de woonplaats van de muskusrat.
Het jachtgebied van ransuil en kerkuil. Als we geluk hebben kunnen we door de
draadversperring heen het goed van Van den Berg binnengaan. Daar liep vroeger
de weg door de Bleukens. In het andere geval moeten we de gevaarlijke Kouter
op.
Driehonderd meter verder,
voorbij het bos, links afdalen naar de Bleukens. Het bos is een veilig
toevluchtsoord voor fazanten en koekoeken. Bij de oude knot hebben we een
panorama van dit gebied. Links een moerassig bos en verder de lage hooiweiden
ingesloten door dijken. Wilde eenden, vlaamse gaai, torenvalk en kraai zijn
hier algemeen.
We wandelen nu door beemden en
velden tot aan een serrebedrijf en slaan wat verder links af naar de Zenne toe.
We zijn hier op een plaats die eertijds Leliëndael heette. De Bleukens op de
grens met Hombeek en Leest verbergt de grondvesten van een vrouwenklooster De
Premonstreit van Leliëndael. Het klooster kreeg zijn ontstaan in het begin van
de 13de eeuw, dank zij een pastoor van Hombeek een zekere Lambertus.
Dit klooster bezat het visrecht op de Zenne. Op 18 april 1580 werd het door de
Geuzen verwoest en verbrand. Toen gingen de kloosterzusters zich in de stad
vestigen. Met het puin werden de grondvesten gelegd van de eerste pastorij van
Leest. Een kapelletje voor een meidoornstruik herinnert aan dit klooster. De
grote knotwilgen langs de beek knakken af onder het gewicht van hun zware
takken.
Aan t kapelletje nemen we een
paadje en beklimmen de Zennedijk. Volgens oude landbouwers zou hier een
heirbaan door de Zenne lopen. Deze werd lange tijd geleden nog gebruikt om met
gespan de Zenne over te steken naar Stuivenberg en Mechelen.
Op de Zennedijk heb je een mooi
zicht op Stuivenberg en Hombeek. Het fluitekruid groeit hier s zomers
overvloedig. Wij gaan verder langs de Zenne.
Het bos en de weiden worden
doorsneden met talrijke sloten. Hier komt de vlier veel voor. Merk je ook de
sluizen, die werden vroeger opengedraaid bij hoge waterstand zodat de
vloeibeemden blank stonden. De sluizen zijn nu onklaar en de beemden worden
niet meer bevloeid omdat het Zennewater te vuil is.
Over de dijk gaan we verder en
we krijgen nu een prachtig zicht op de Zennevallei met op de achtergrond het
Romaans torentje van de St.Niklaaskerk. In dit beemdengebied vind je zeldzame
plantensoorten zoals de gele lis, de moeresspiree, bereklauw, koekoeksbloem,
pinksterbloem, wespenorchies e.a. Vrij algemeen vinden we hier vossestaart,
fluitekruid en duizendblad. Heb je de verbllijfplaats van de torenvalk gevonden
?
Hier hoor je ook de groene
specht en de acrobatische kievit. Andere vogels zoals de boomvalk, de
houtduiven en de blauwe reiger komen hier ook voor. De laatste visarend werd
hier in 1956 neergeknald.
We wandelen verder tot aan het
Brughuis en de Zennebrug. We gaan weer links. Langs de pastorij zijn we vlug
aan de kerk en het dorpsplein.
Tijdens de wandeling hebt u
kunnen kennis maken met een stukje natuurschoon van Leest. Heb je je ook
geërgerd aan de opvallende natuurschendingen, het vuile Zennewater, de
clandestiene stortplaatsen ? Doe er iets aan. Wees milieubewust.
(Uit
de wandelgids van het Jaar van het Dorp)
1978
Maandag 17 april : Vergadering werkgroep Jaar van het dorp.
Punten die Leest op tafel gooide
waren :
1. De uitbreiding van het kerkhof.
2. Verfraaiing van het dorpsplein.
3. Oprichting van een dorpsraad.
4. Een algemeen groenplan van Leest.
5. Het klasseren van hoeven,
landschappen, pastorij en omgeving.
6. De woonuitbreiding achter Voet.
Volgens Mechelen was de uitbreiding
van het kerkhof noodzakelijk omdat er
teveelMechelaars te Leest wilden begraven worden.
De woonuitbreiding achter Voet met
een honderdtal woningen zou zich
opdringen. Waren er wel zoveel
woningen nodig te Leest ? Hoeveel aanvragen
1978
8 en 9 april : Voetbaltornooi
Oud-Chiro en Chiro-omliggende
1978
9 april : Inwandeling Kapellekenspad
Naar aanleiding van het jaar van
het dorp werden er ook drie wandelingen
samengesteld in de fusiegemeente
Leest.
De eerste wandel- of
fietsroutewerd ingericht en opgesteld
door de Leestse
Chiro en werd ingewandeld op zondag
9 april 1978.
De route bestond uit twee
trajecten, waarbij het vertrek voorzien was aan de
Sint-Annakapel.
Het eerste traject was 4 km lang en
het bijkomende 6 km.
Deze route liep langs vele Leestse
kapelletjes, zoals o.a.de Sint Appoloniakapel,
het kapelletje van de
boerinnengilde, t kapelleke van O.L.V. van Fatima, de
Sint-Jozefskapel...
Deze wandel- of fietsenroute
bestaat uit twee trajecten, vertrekt voor beide routes aan de Sint-Annakapel,
gelegen aan de grenslijn van Mechelen en Leest, langs de rechteroever van de
Zenne, langsheen de Leestsesteenweg Mechelbaan.
Het eerste traject, dat zowel
te voet als per fiets kan afgelegd worden, is ongeveer 4 km lang. Het
bijkomende traject is nog eens 6 km.
Vertrek aan de St.Annakapel aan
de Mechelbaan bij de Zenne. Hier is echter geen parkeergelegenheid. In 1913
werd op deze plaats een nieuwe kapel gebouwd. Tot voor drie jaar stond hier een
wondermooi houten St.Annabeeldje in typisch Mechelse stijl 16de
eeuw. Het werd echter laffelijk gestolen en is thans vervangen door een
Keramiekbeeld van de hand van aalmoezenier Herregods. Dit kapelleke was de
vertrekplaats voor de bedevaart naar Scherpenheuvel. Voor de gevel staat een
prachtige linde. Het wapenschild van Mechelen staat op het brugge-gewelf over de
St.Annakerk.
Langs de Mechelbaan togen we de
Zenne over. We volgen echter onze weg voorbij het Brughuis, een oude
dorpsherberg en stamcafé van veiling- en groentenboeren.
We trekken voorbij de pastorij.
De westergevel laat de ouderdom van dit gebouw aan belangstellenden kennen. Aan
de herberg t Hoekske draaien we de kasseibaan rechts in (de Molenstraat).
Langsheen de vloeibeemden van de Zenne bereiken we de St.Appolonia kapel. Deze
kapel werd door bereidwillige handen gerestaureerd in 1977. De keramiek
(Herregods) geeft de legende weer van Sint Appolonia.
Vervolgens wandelen we links de Vinkstraat in. Ter hoogte van de Scheerstraat
moet vroeger het Hof ter Moortele een hofstee- gestaan hebben. Bewonder
ondertussen, rechts van u de vallei van de Molenbeek. Aan het huisnummer 49
slaan we naast een boerderij rechts een veldweg in. Deze weg loopt naar de
Molenbeek. In deze omgeving werd eertijds in diepe greppels vlas geroot. We
volgen de weg verder langsheen het canadabos, naar het hoger gelegen Hertsveld.
Hier treft men echte zandgrond aan waarop voor 50 jaar vlas en graan op
verbouwd werd. Door bemesting en structuurverbetering wordt hier nu veelvuldig
aan tuinbouw gedaan. Het Hertsveld ligt 7 tot 9 m boven de zeespiegel. De
naam Hertsveld komt van Herdgang en Herdschap, beide woorden duiden op
een gebied van woeste grond (met bos, open vlakten, heide maar verwilderd gebied).
We volgen de aardeweg tot aan
het kruispunt (9 m hoogtepunt). Van op dit punt kan men de kerk van Heffen, de
kanaalbruggen van Willebroek, Tisselt en Kapelle-op-den-Bos waarnemen, achter u
is de watertoren van Leest. Hier kan men de keuze maken : ofwel de korte
wandelweg (links) nemen, ofwel de grote route volgen rechtdoor.
Voor de korte Kapellekensweg,
gaan we de weg links om op de Juniorslaan terecht te komen bij het kapelleken
van de Boerinnengilde. De verdere weg wordt straks beschreven (traject 1).
Aan voormeld punt (9 m) begeven
wij ons verder tot op een asfaltweg de Hertstraat genaamd. Deze weg moeten we
links inslaan. Aan het einde van deze weg draaien we rechts de Blaasveldstraat
in. Aan de driesprong gaan we rechtdoor. Rechts van ons ligt de hoeve van de
familie Bernaerts die het jaartal 1864 draagt. Zo bereiken we de kapel van
Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand. Deze kapel werd in 1901 opgericht door de
familie Bernaerts. Merkwaardig is wel dat de kruisweg in deze kapel in drie
talen is opgesteld (Engels, Spaans en Frans). Het klokzeel wordt nog steeds
getrokken bij het overlijden van een der buren.
Aan de kapel vervolgen we de
weg links, een aardeweg die uitloopt op de Blaasveldstraat en die we even links
opvolgen. Deze omgeving wordt Zuurbos genoemd, vanwege de zure grond in de
laagten en beemden. Op onze rechterkant merken we een dreef die we dan ook
inslaan. Eertijds liep deze dreef vanuit Blaasveld-Broek langs de
Rendelbeekhoeve naar het Ekspoelkasteel in Hombeek. Jammer genoeg is er op
de dreef een huis gebouwd, bij voornoemde kapel. Deze dreef bevat een mengeling
van bomen en planten, meestal eik, braam, els, berk, zelfs brem. Wie oog heeft
voor de grondsoort merkt dat die hier heel wat zwaarder is dan op het zandig
Hertsveldgebied. De dreef loopt uit op een baantje. Hier kan men een keuze
maken : ofwel de dreef blijven volgen, ofwel het betonbaantje volgen. Straks
komen beiden terug samen. Wanneer we de dreef volgen tot het einde kunnen we
rechts een weg volgen die uitkomt op de betonbaan.
We bevinden ons nu in het
gebied Geuzenhoek genaamd, officieel Grote Heide. We gaan een 100 m rechts
het betonbaantje op, waar we dan links het veld ingaan. De veldweg loopt over
de Zwarte beek en buigt om naar de grote baan voor Tisselt die we links in de
richting van het dorp opgaan. Op de linkerkant ontmoeten we het kapelleke van
t Hofland. De oudste gegevens hierover dateren van 1774. Daar is sprake van
O.L.Vrouw van t Hofland in een kapelleke dat aan een boom hing.
We volgen dan de Juniorslaan,
richting dorp, tot voor de spoorweg, waar we rechts indraaien in de Lindelaan :
na een kleine bocht in de baan zien we rechts een oud gebouw. Dit is een
resterend gedeelte van de Augustijnenhoeve, die toebehoorde aan de Orde er
Augustijnen en verpacht werd.
In de verte zien we de
Rendelbeekhoeve. We gaan links de spoorweg over en vervolgens de weg. We
bevinden ons hier op het gebied Rennekouter , een hoger gelegen plaats die
vroeger zandig en onvruchtbaar was. Op de veldweg nemen we de splitsing links
om langs een Lugustrum-haag de Juniorslaan te bereiken. We volgen deze laan
tot aan het kapelleke van de Boerinnengilde, dat in 1936 werd opgericht bij
gelegenheid van hun 25-jarig bestaan.
De kapel draagt de spreuk :
Langs deze weg zet gene voet, of zegt Maria Wees Gegroet.
Hier zijn we dan terug bij het
aanknopingspunt van Traject 1, over het Hertsveld.
(Wie enkel traject 2 wil doen,
vertrekt best van hier en gaat zo het Hertsveld op, het asfaltbaantje
ongeveer tegenover dit kapelleken in N.-O. richting)
Rechts van de kapel volgen wij
de Tisseltbaan. We gaan terug over de Molenbeek. Plaatselijke bijnamen doen er
aan herinneren dat eertijds het getij langs de Zenne ook hier waarneembaar was.
Voorbij de beek vervolgen we de weg op een betere asfaltbaan die rechts
afdraait. We komen op de Rennekouter. Rechts van ons staat een langgerekt
gebouw : de Jezuietenhoeve, wat eveneens een pachthof was. Voor 50 jaar was
hier een herberg De Wip genaamd. We nemen de eerste veldweg links die in de
Elleboogstraat komt en naar het Hof van Halen leidt. Dit was vroeger een
leenhoeve. De oudste documenten hieromtrent dateren van 1360, in het
Leenregister van het Leenhof van Brabant, onder Hertogin Joanna.
Wanneer we verder gaan komen we
aan een kruispunt, waar het mooi onderhouden kapelleke van O.L. Vrouw van
Fatima prijkt (1945).
De asfaltbaan rechts van het
kruispunt draagt de naam Tiendeschuurstraat. De gebruiker van een dergelijke
hoeve moest 1/10de van de oogst afstaan aan de eigenaar van het
pachthof. We volgen echter de Kouterweg links. We volgen dit baantje en volgen
links de doornhaag. Een kasseiweg brengt ons tot bij de Sint-Jozefkapel aan de
Dorpstraat. Deze kapel is wellicht de oudste van Leest, nl. van 1701. Deze werd
ook in 1977 heropgeknapt.
We kunnen nu de Dorpsstraat
volgen om het centrum en de kerk te bereiken. Het Dorpsplein is omgeven door
een stoere Romaanse kerktoren en een hoog-opgetrokken gemeentehuis van Leest.
Een pintje of frisdrank in het dorpscafé is nu wel zeer genietbaar.
Bijgevoegd :
--De wandelgids die uitgegeven
werd n.a.v. het Jaar van het Dorp.
-De Kappelekensroute.
-De kapel O.L.Vrouw van Bijstand
ligt op Blaasveld.
-De kruisweg is in drie talen
opgesteld : Engels, Spaans en Frans.
-Het kapelleke van t Hofland op
grondgebied Tisselt.
In
de editie van 26 maart 1978 vervolgde Gazet van Mechelen :
Achtergrond tussen Leestse Kouterwijk en de Zenne wordt
bouwvrij gehouden
CVP-raadslid Gust Emmeregs uit
de fusiegemeente Leest...heeft donderdagavond jl. kloek en robuust ten aanzien
van de ganse goegemeente het onomstootbaar en klinkend bewijs geleverd dat de
verwijten aan zijn persoon onverdiend waren.
(...)
Raadslid Emmeregs drukte het
besluit van zijn betoog zeer kernachtig uit. Al te best kan hij zich
voorstellen dat het schepencollege zeker niet opgetogen was toen het dit
erfgeschenk in de schoot kreeg. Hij stelde zijn volle vertrouwen in de
wijsheid waarmee het schepencollege aan het probleem een oplossing zal geven.
Doch hij wenste resoluut en
uitdrukkelijk te stellen dat deze oplossing te vinden is in een eerbiediging
van de bestemming opgelegd door het gewestplan. Wat neerkomt op een uitsluiting
van elke verdere woningbouw.
(...)
Raadslid Emmeregs gaf vooraf
een breedvoerige uiteenzetting van de feiten : ten oosten van de Kouter op de
Weg naar Hombeek, in de dorpskom van Leest, bevindt zich een wijk van 62
sociale woningen gebouwd door de maatschappij het Gelukkig Gezin. En tot
grote beroering van een aanzienlijk gedeelte van de bewoners worden aanstalten
gemaakt om 41 nieuwe woningen te bouwen.
(...)
BSP-raadslid Willem Carté
verdedigde daarop, als beheerder van het Gelukkig Gezin het standpunt van
deze bouwmaatschappij.
(...)
Volgens de burgemeester krijgt
het probleem van de Kouter te Leest een begin van oplossing.
Ingevolge het gewestplan werd
de kouter omgevormd tot agrarisch gebied en boszone. Wordt de vraag voor een
nieuwe bouwvergunning ingediend, dan zal het schepencollege gehouden zijn dit
ongunstig te adviseren.
Nochtans maghet Gelukkig Gezin geen schade lijden. Een
schadedossier moet ingediend worden bij de minister. Ook de voorziene kredieten
mogen niet verloren gaan en zo vlug mogelijk moeten andere gronden gevonden
worden.
Volgens de besprekingen door de
stad gevoerd met Streekeconomie zou de aankoop van de betrokken gronden door de
staat gebeuren die het terrein tot een boomkwekerij zou omvormen waardoor deze
ganse aangelegenheid tot ieders bevrediging een oplossing zou krijgen.
1978
Zaterdag 11 maart : Jaarlijkse Recolecte KWB
Een tachtigtal deelnemers
luisterden naar gastspreker Georges Herregods waarna
voorzitter Alfons Geerts het feest
opende.
Op het menu : stoofkarbonaden met
frietten, iedereen liet het zich smaken.
Daarna was het de beurt aan
discobar-man Janus van Lanus die iedereen op de
dansvloer kreeg.
1978
26, 27 maart Posse Leest : Gazet van Mechelen :
Leest feestte in eigen dorp.
Ondanks het slechte weer trof
men maandag geen enkele treurig of bedroefd gezicht te Leest. Op tweede paasdag
kon men in de fusiegemeente weer eens over de koppen lopen. Leest zag weer
zwart van het volk, want op deze dag wordt er traditiegetrouw Posse Leest
gehouden en is iedere huidige (en gewezen) Leestenaar in zijn heimat te vinden.
In de parochiezaal had voor de
achtste maal een tentoonstelling plaats, georganiseerd door de plaatselijke
Davidsfondsafdeling.
Deze tentoonstelling had dit jaar betrekking op 1978, Jaar van het Dorp.
Al de parochiale en culturele
verenigingen van Leest werden samengebracht om een tentoonstelling op te bouwen
rond het thema Het Verenigingsleven in Leest.
Evenals de vorige jaren was de
opkomst massaal.
Naast een dia-voorstelling,
handelend over alle verenigingen, werden de talrijke aanwezigen vergast op een
12-tal standen die hun geschiedenis en hun werkingen aan het publiek
bekendmaakten.
Zo was er de stand van de chirojongens met een jaarschrift, met als tekst :
Wat de heer De Schutter besloot; wanneer De Decker floot. Toen is voor
jongens, t chirovuur begonnen, alsook de standen van de 15 jaar oude chiromeisjesafdeling
en van de Vevoc.
Verder waren er ook de
aantrekkelijke standen van de Landelijke Gilde (die 130 leden telt), de KVLV,
de KLJ en de Rijvereniging St-Niklaas.
Ook de stand van de KVG kende heel wat belangstelling. Deze jonge vereniging (ontstaan
in 1970) telt op dit moment 66 gehandicapten en 69 vrienden leden.
Ook de standen van de KWB en de
KBG verstrekten heel wat nuttige informatie.
De K.Fanfare St.-Cecilia, die
dit jaar meedingt naar de wereldtitel in het Wereldmuziek
Concours te Kerkrade op 2 juli
a.s. en de toneelkring Rust Roest die reeds 88 verschillende toneelwerken op
de planken bracht, konden heel wat archiefstukken laten zien.
Natuurlijk had ook de
organizerende vereniging, het Davidsfonds, een stand ingericht.
Deze vereniging, die haar steentje wil bijdragen tot een meer bewust en
gelukkig samenleven van de mensen, heeft dit ook dit jaar bewezen door het
organizeren van deze tentoonstelling, die bij de vele bezoekers zeker in de
smaak is gevallen.
In de parochiezaal was een
maquette te bezichtigen van de dorpsplaats van Leest omstreeks 1900. De
modulering en de schildering van dit prachtexemplaar werd verwezenlijkt door
Stefaan De Laet, met de medewerking van F.Keulemans, A. Hendrickx, J.
Spoelders, G. en H. De Laet, T. en M. Peeters en G. Herregods.
De algemene leiding hiervan lag in handen van Frans Teughels.
Deze maquette was verwezenlijkt als inleiding op het volksboek Leest geweest,
dat in voorbereiding is.
Naast de maquette was een landelijke boerderij opgebouwd.
Onder leiding van aalmoezenier Herregods, met de medewerking van leden van de
Landelijke Gilde, de KVLV, de LRV en de KLJ, kwam deze boerderij tot stand.
Voetspoor
In de gymzaal van de Leestse
jongensschool werd op Paasdag en op paasmaandag een tentoonstelling gehouden
van de jonge kunstgroep Voetspoor.
Niet minder dan 52 kunstwerken
van 7 verschillende kunstenaars (Floriaan Meyers, Karel Soors, Frieda Willems,
Stefaan De Laet, Marc De Prins, Georges Herregods en Tony Baarendse) werden
tentoongesteld.
Dank zij de medewerking van het
Mechelse stadsbestuur konden de bezoekers ook nog kijken naar dias.
Een groepje Leestse jongeren
trok, in aangepaste kledij, al minnezangend het dorp rond.
Het liedje, volledig aangepast
aan Leest in het Jaar van het Dorp, heeft als laatste strofe de tekst :
Geeft mij maar mijn dorpken, al is het ook maar klein. We zullen er met ons allen
zeer gelukkig zijn, want het is het schoonste plekje dat ik ken, t vreedzame
dorpken aan de Zen.
De zanggroep mocht na elk
optreden applaus en bis-geroep in ontvangst nemen.
Begankenis
Aangezien er zowat 150 jaar
geleden in onze streken vele kinderen geplaagd werden door de stuipen, ging men
hiertegen de hulp inroepen van de Heilige Cornelius.
Dit gebeurde indertijd ook in
de gemeente Leest, waarna dit uitgegroeid is tot een echte begankenis.
Te Leest is deze traditie
blijven voortleven.
Zo waren er verleden maandag misvieringen waarin de Heilige Cornelius speciaal
werd opgeroepen en in de namiddag waren er lof en zegening van de kinderen.
Fotos :
-De dorpsplaats van Leest
omstreeks 1900 op schaal mocht op veel belangstelling rekenen.
-Leestse minnezangers : Geef
mij maar mijn dorpken, al is het ook maar klein...
Tijdens een vrij emotioneel
geladen persbijeenkomst maar het leek meer op een mini volksvergadering
woensdagavond in het Klooster te Leest, is een handjevol bewoners van de
Kouterwijk te Leest in onverbloemde termen van leer getrokken tegen de geplande
woonuitbreiding van haar wijk.
Dat protest steunt in eerste
instantie op de vrees voor een te hoge woningenconcentratie, het niet voorzien
van openbare ruimte en groen, de aantasting van het beschermd landschap de
Zennevallei en de ongeschiktheid als bouwzone van een vochtig en onhygiënisch
gebied.
Benadrukt werd woensdagavond
dat gans de actie a-politiek wil zijn. Maar toch werd verwezen naar de h. Gust
Emmeregs die als CVP-vertegenwoordiger in de Mechelse gemeenteraad zetelt en
o.a. tijdens de jongste verkiezingsperiode een actie voerde rond de geplande
woonuitbreiding. Maar nu blijkt dat de h. Emmeregs tijdens de bijeenkomsten van
de Mechelse gemeenteraad het mondje dicht moet houden.
Gust wordt gesust zeggen de
Leestenaren en zij voegen daar informatief aan toe dat het CVP-sectiebestuur de
Leestse spreekbuis verbod tot spreken oplegt.
Gans de historie omtrent de
geplande woonuitbreiding heeft een voorgeschiedenis van meer dan 4 jaar. Al die
tijd reeds ageren de bewoners van de sociale woonwijk Kouterwijk te Leest
tegen de geplande uitbreiding van die wijk.
De 28 sociale woningen op de
Kouter werden in de periode 66-67 opgetrokken.
Verscheidene van de nieuwe bewoners kregen de mondelinge belofte, ook van
gemeentelijke zijde, dat er beneden de Kerkenblokweg, t.o.v. de bestaande wijk,
niet meer zou bijgebouwd worden maar dat er wel gemeenschappelijke speelruimten
zouden komen.
Maar nu blijkt dat het tracé
van de Kerkenblokweg vroeger een landbouwweg aangelegd wordt op de eigendom
van ridder de Fontaine die zijn grond hiervoor gratis afstaat. In ruil nochtans
voor een belofte van aankoop van 2 ha gronden aan de Kerkenblokweg. Deze
gronden stonden op het gewestplan vermeld als landbouwgrond en werden door de
bouwmaatschappij het Gelukkig Gezin aangekocht voor vier miljoen, omgerekend
250 fr per m2.
De gronden waarop de huidige
woningen gebouwd werden, kostten destijds 20 fr per m2.
Actiegroep
Op 23 juli 1969 werd een
bouwvergunning aangevraagd en geweigerd. Men stuurde aan op een privé-verkaveling.
Op 15 januari 1973 volgde een ongunstig advies vanwege Stedebouw aan het
Gelukkig Gezin en gemeentebestuur, o.a. omdat de geplande bouwzone als
gedeeltelijk agrarisch gebied bestempeld is, te vochtig is en niet hygiënisch.
Daarbij komt nog dat bedoelde gronden te laag gelegen zijn en behoren tot het
beemdenlandschap. Bovendien, beklemtoonden woordvoerders van de Kouterwijk,
heeft de gemeente nog voldoende andere bouwrijpe gronden die meer geschikt
zijn.
In 1974 vernam de wijk het
nieuws over een verkavelingsaanvraag (een nieuwe door het Gelukkig Gezin) en
start een protestactie. 43 van de 52 toen bewoonde huizen ondertekenden in juli
een bezwaarschrift dat op 5 augustus aan de gemeenteraad werd overhandigd.
Steun kreeg men van de toenmalige CVP-oppositie.
Inmiddels verscheen het ontwerp
van gewestplan en tot grote verbazing werd vastgesteld dat de gronden aan de
Kerkenblokweg die in het voorontwerp gewestplan als agrarisch landschappelijk
waardevol gebied aangeduid staan, die door Stedebouw als vochtig en ongeschikt
voor bouwen werden bevonden, nu plots als bouwgrond staan vermeld.
Er volgen nieuwe
bezwaarschriften, door het actiecomité gericht aan de hh. Poma en Dhoore en aan
Mw. De Backer.
Sraatssecretaris Dhoore komt zich ter plaatse van de situatie vergewissen.
Wanneer het gewestplan Mechelen
bij K.B. definitief wordt worden de gronden als landschappelijk waardevol
bosgebied aangeduid.
Bouwvergunning
Maar op 4 juni 75 heeft ridder
de Fontaine alweer een verkavelingsaanvraag ingediend. De gemeente Leest stuurt
na enkele dagen de aanvraag, gunstig geadviseerd, naar stedebouw Antwerpen en
op 9 september 1975 levert Leest een verkavelingsvergunning af. Vervolgens gaat
alles razendsnel. Het Gelukkig Gezin krijgt reeds 24 september gunstig advies
op haar bouwaanvraag.
Het Koutercomité betwist het in
orde zijn van deze bouwvergunning.
Het Gelukkig Gezin zou op de
gronden 41 nieuwe sociale woningen oprichten.
Maar gezien de vergunning
slechts voor 1 jaar werd afgeleverd, is de toelating verstreken.
Gevaar voor overstromingen
Met een aantal
overstromingsrampen in een recent verleden, hebben de Kouterbewoners inmiddels
een nieuw argument tegen de geplande 41 sociale woningen.
Zij worden immers opgetrokken
dicht bij de Zenne, op percelen onder het vloedpeil, sommige delen zelfs onder
het gewone Zennepeil. Andere argumenten als in 74 worden herhaald : de te
grote concentratie van woningen, het niet voorzien van openbare ruimten en
groen het beschermde landschap van de Zennevallei en de ongeschiktheid van de
gronden als bouwgrond.
(...)
...Tijdens de hoge waterstanden kortgeleden
reden van s ochtends 5 u. af bestendig politiewagens met luidsprekers door de
wijk om de bewoners te waarschuwen. En wij liggen 2 meter hoger...
Infrastructuurwerken
Inmiddels worden op het betwist
grondgebied door het Gelukkig Gezin een aantal infrastructuurwerken
uitgevoerd. Daarop schoot het Koutercomité terug in actie.
De h. Jos Van Aken, voorzitter
van het Gelukkig Gezin vertelde recent in een vraaggesprek met een Antwerpse
krant dat men de zaak moet bekijken in het algemeen belang en niet enkel uit de
visie van de huidige wijkbewoners.
Een uitlating die te Leest
nogal kwaad bloed heeft gezet. Ook omdat men er meent dat de door het comité
aangehaalde argumenten precies dat algemeen belang dienen en dat men nergens
enig financieel voordeel bij heeft.
Tijdens een kortgehouden
CVP-bijeenkomst te Leest (maart jl.)waarop burgemeester Jos
Vanroy te gast was, werd de
Mechelse burgemeester over de situatie aan de tand gevoeld. De burgemeester zou
bij die gelegenheid publiek gezegd hebben dat wanneer nodig, de ganse
infrastructuur terug kan opgebroken worden...
En dan weten de Leestenaren ook
nog dat het schepencollege haar vraag inmiddels naar een latere
behandelingsdatum verdaagd heeft.
Nieuwe acties
In een ultieme poging om de
geplande wijkuitbreiding tegen te gaan plant het Koutercomité een aantal nieuwe
acties. Zo denkt men aan een affichenactie Hier bouwt het Ongelukkig Gezin,
plakaten met opschrift Wie maakt zich rijk ten koste van de wijk ?, een
info-stand op tweede paasdagen, een groen-wandeling op 16 april waarop ook het
stadsbestuur is uitgenodigd en het organizeren van een wijk-feest.
Concluderend zegden
woordvoerders van het actiecomité dat ze verhopen dat, in het jaar van het
dorp, elke mens belangrijk mag zijn, en over dat jaar van het dorp, zoals dat
in Mechelen wordt gezien, betreurden zij nog maar eens dat een en ander beperkt
dient te blijven tot het organizeren van een kermisje en een fanfare-uitstap, waar
het dan toch veeleer in de bedoeling moet liggen een hechte leefgemeenschap uit
te bouwen.
Fons Jacobs
Fotos :
-Met de infrastructuurwerken
werd reeds een aanvang genomen.
-De sociale woningen op de
Kouter te Leest. Uitbreiding kan niet meer, menen de bewoners.
Voor de Chiro van Leest was 1978
een bijzonder jaar. Niet alleen bestond de
jongensafdeling 30 jaar en kon de
meisjeschiro hun 15-jarig bestaan vieren. Ook
Vevoc had iets te vieren want zij
waren vijf jaar geleden gesticht.
Onder impuls van de leiding en
tevens van de proost, pater Karel Van Aken,
werdeen speciaal feestprogramma op het getouw
gezet.
Op 28 januari werd er een
feestavond ingericht voor de oud-leiders en leidsters,
proosten, kookmoeders en huidige
leiding.
Met Pasen 26 en 27 maart was er een
tentoonstelling gepland en op 30 april
werden grootse volksfeesten
georganiseerd.
Op zondag 21 mei vond een
Chirobedevaart en familiereis plaats en op 10
september een dorpsspel en kampvuur.
Chirogeschiedenis (Gazet
van Mechelen 24 januari 1978)
Vroeger was de Leestse jeugd na haar plechtige communie zowat verplicht
naar de catechismus te komen en
tevens het lof bij te wonen.
Vooraf werd gevoetbald of gespeeld.
Aangezien in Vlaanderen na de
bevrijding de Chiro als een spelende
jeugdbeweging ingang vond, achtte
onderpastoor De Schutter het ook geschikt
in 1948 met de Chiro-jongens van
wal te steken.
De eerste begeleiders waren Jan De
Decker en Frans Keulemans.
Jan De Decker werd de eerste
groepsleider.
De jongens vergaderden toen nog in
de huidige meisjeslokalen.
De grote verhuis naar de nieuwe
lokalen gebeurde in 1960, onder groepsleider
Louis Vloebergh en proost Verbiest.
Dank zij pastoor Coosemans en E.H.
De Decker werd dit Chiroheem opgericht.
Gegroeid vanuit de Landelijke
Jeugd kwam in 1963 de officiële start voor
de meisjes, onder leiding van Hilda
Silverans en Reinhilde Verbruggen.
Met de jaren groeide het aantal
leden van beide groepen.
Vevoc
Vijf
jaren terug werd deVereniging voor
Oud-Chiroleden gesticht.
Aanvankelijk gestart met enkele
idealistische oud-chiroleiders, is deze vereniging
uitgegroeid tot 190 leden.
Bedoeling van Vevoc was en is nog
steeds een morele en daadwerkelijke steun
te geven aan de plaatselijke
Chiro-afdelingen.
Als parochiale vereniging moet
Vevoc haar verantwoordelijkheid nemen.
Getracht wordt enkele aktiviteiten
te organiseren, waarbij zoveel mogelijk
Leestenaren kunnen betrokken
worden.
Het
Pasen-nummer van De Band over het CHIRO-JUBILEUM :
30
jaar jongens15 jaar meisjes5 jaar Vevoc.
Vermits in Vlaanderen na de
oorlog de Chiro als een spelende Jeugdbeweging ingang vond, achtte E.H. De
Schutter, onderpastoor, het dan ook geschikt om met jongens-chiro te starten in
1948. Hiertoe vond hij medewerking van Jan De Decker als eerste groepsleider.
Deze chiro-afdeling is
ingedeeld in leeftijdsgroepen zoals : Speelclub (7-9 jaar), Rakkers (10-11
jaar), Toppers (12-13 jaar), Kerels (14-15 jaar), Aspiranten (16-17 jaar) en de
leiding.
In 1963 startte de
meisjes-chiro, gegroeid vanuit de Landelijke Jeugd. Dit geschiedde onder E.H.
Coosemans, pastoor, en onder leiding van Hilda Silverans, Reinhilde Verbruggen
en als eerste groepsleidster Reinhilde Polfliet.
Onze meisjesgroep is ingedeeld
in volgende leeftijdsgroepen : Prutskes (7-8 jaar), Speelclub (9-10 jaar),
Kwiks (11-12 jaar), Tippers (13-14 jaar), Tiptiens (15-16 jaar), Aspiranten
(17-18 jaar) en de leiding.
Belangstelling voor chiroleven
komt er vanuit de activiteiten die kinderen en jonge mensen in hun eigen jong
leven aanspreken. Want de chiro en de leiding zorgen elke zondag en ook op 10
dagen jaarlijks bivak, voor de nodige activiteiten, zeer uiteenlopend volgens
de leeftijdsgroepen.
Jongens en meisjes trekken de
laatste jaren met 80 tot 85 leden op bivak.
Het spel blijft in de chiro
beschouwd en beoefend als een methode, als een samenleven, als een
opvoedingsmiddel, onder een bepaalde geest, met een bepaald perspectief om mekaar
te helpen volwassen en volwaardige mensen te worden. Daarop zinspelen de
jaarthemas en veelzijdige bivakspreuken.
-Binnenzicht
van de Empain-grafkelder met marmeren altaar. (Foto Wilfried Hellemans)
Vervolg grafkelder Empain.
Volgens Wilfried Hellemans zou het grafmonument
van de familie Empain dateren van ca. 1880 tijdens het pastoorschap van Joannes
Franciscus Vandercruysen. De eerste begraving erin gebeurde in 1887, de jongste
in 1971.
Het monument, in eclectische stijl, werd
getekend door architect N.J. Aert.
Een
frivool gebeuren waarbij onderpastoor
Pingnet (noot : Petrus Hendrik Pingnet was onderpastoor te
Leest van 1895 tot 1915) betrokken was, is de wijding van het
(tweede) jacht van de Battelse Edouard Empain (°1852, +1929). Na de Primavera,
een eerste gekocht in 1901, had Edouard zich in 1906 een groter stoomjacht
aangeschaft.
Het
werd gewijd door de pastoor van Battel en de onderpastoors van Heffen en Leest,
in casu Pingnet, op zaterdag 10 mei.
Zoals bekend had de familie Empain haar familiegrafkelder in Leest en uitzonderlijk
namelijk wanneer ze eens kwaad was op de pastoor woonde madame Denis,
geboren Louise Empain (°1871, +1971), zelfs de mis bij in Leest met haar
pachters !
(De Sint-Niklaasparochie in Leest,
Wilfried Hellemans, 2009)
1978
Februari : Papierslag Chiro
Vond plaats rond het
ontspanningsverlof van carnaval.
Deze papierslag zou voortaan vier
maal per jaar gebeuren.
1978
1 februari Gazet van Mechelen : Huisvuilmiserie te Leest-Mechelen
Huisvuil niet opgehaald ? Niet betalen
Raadslid Emmeregs betoogde dat bij
de bewoners van sommige fusiegemeenten
het aanslagbiljet van 900 fr. met
betrekking tot het ophalen van het huisvuil,
heel wat wrevel heeft opgewekt
wegens de slechte ophaalbeurt.
Bij sommige bewoners die bv.
achterin wonen, is de vuilniswagen niet eens
te zien. Bestaat de mogelijkheid
niet, om tegemoet te komen aan de wensen van
deze nieuwe Mechelse stedelingen ?
Schepen Albert Ribbens beantwoordde
de vraag van raadslid Emmeregs als
volgt : er bestond tijdens het
fusiejaar 1977 wel enige verwachting omdat precies
in deze fusiegemeenten de
ophaaldienst van het huisvuil door particuliere firmas
werd verricht. Feit is evenwel dat
vandaag geen beperking wordt opgelegd inzake
het kwantum van het op te halen
huisvuil. Bewoners die evenwel de gelegenheid
niet hebben gebruik te maken van
deze ophaaldienst mogen bij het stadsbestuur
een klacht indienen. Zij hoeven
desgevallend niet te betalen.
(DB,februari 1978)
1978
Woensdag 8 februari : Kinderfilm : Teresa de jonge chimpansee
In de parochiezaal van Leest om
14u30. Inkom : 20 fr.