1978
Vrijdag 14 april : Vevoc- Kwisavondxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1978
16 april : Tweede wandeling en wandelroute n.a.v. jaar van het dorp.
Deze wandeling werd ingericht door
de werkgroep van het leefmilieu.
Ze wou de aandacht trekken op een
prachtig stukje natuurschoon van Leest :
de
Zennevallei.
De wandeling, 3 km lang, ging door
de beemden en bossen van de Bleukens
en
men kon er kennis maken met een gevarieerde dieren- en plantenwereld,
zoals de gele lis, de moerasspiree,
bereklauw, koekoeksbloem, pinksterbloem,
wespenorchies, vossenstaart,
fluitekruid, duizendblad en andere planten en ook
de koekoeken, vlaamse gaaien,
torenvalken, kraaien, blauwe reigers enz.
We vertrekken op het
dorpsplein waar we er tussen de huizen, rechts langs de kerk, naar het chiro
speelplein gaan. Hier begint de oude Kerkenblokweg. Vandaar hebben we een goed
zicht op de St.Niklaaskerk. Deze onderging in de loop der tijden heel wat
veranderingen. Aleen in de toren en in het priesterkoor merken we nog trekken
van de oorspronkelijke Romaanse bouwtrant. We zien ook de achtergevel van de
pastorij uit 1776.
We volgen de Kerkenblokweg en
komen aan de nieuwe wijk. Op t eind van deze wijkweg zie je links t Hof
Van den Broeck of wat er nog van overblijft van dit dorpshof uit de 13de
eeuw. Tegen de grote Zennebocht die rond 1900 werd recht getrokken lag dit
omwaterd hof met boerderij. Rond 1321 was Jan Van den Broeck heer van het hof.
Voorname families van Mechelen werden later eigenaar van de heerlijkheid Van
den Broeck. In 1873 werden de resten van de vroegere gebouwen afgebroken en de
vijvers gevuld. Een overblijfsel van de vroegere omwalling, een vijvertje, is
nu nog een toevluchtsoord voor de padden en kikkers uit de omtrek. Een rustige
plaats voor een eenzame reiziger. Hier is ook de woonplaats van de muskusrat.
Het jachtgebied van ransuil en kerkuil. Als we geluk hebben kunnen we door de
draadversperring heen het goed van Van den Berg binnengaan. Daar liep vroeger
de weg door de Bleukens. In het andere geval moeten we de gevaarlijke Kouter
op.
Driehonderd meter verder,
voorbij het bos, links afdalen naar de Bleukens. Het bos is een veilig
toevluchtsoord voor fazanten en koekoeken. Bij de oude knot hebben we een
panorama van dit gebied. Links een moerassig bos en verder de lage hooiweiden
ingesloten door dijken. Wilde eenden, vlaamse gaai, torenvalk en kraai zijn
hier algemeen.
We wandelen nu door beemden en
velden tot aan een serrebedrijf en slaan wat verder links af naar de Zenne toe.
We zijn hier op een plaats die eertijds Leliëndael heette. De Bleukens op de
grens met Hombeek en Leest verbergt de grondvesten van een vrouwenklooster De
Premonstreit van Leliëndael. Het klooster kreeg zijn ontstaan in het begin van
de 13de eeuw, dank zij een pastoor van Hombeek een zekere Lambertus.
Dit klooster bezat het visrecht op de Zenne. Op 18 april 1580 werd het door de
Geuzen verwoest en verbrand. Toen gingen de kloosterzusters zich in de stad
vestigen. Met het puin werden de grondvesten gelegd van de eerste pastorij van
Leest. Een kapelletje voor een meidoornstruik herinnert aan dit klooster. De
grote knotwilgen langs de beek knakken af onder het gewicht van hun zware
takken.
Aan t kapelletje nemen we een
paadje en beklimmen de Zennedijk. Volgens oude landbouwers zou hier een
heirbaan door de Zenne lopen. Deze werd lange tijd geleden nog gebruikt om met
gespan de Zenne over te steken naar Stuivenberg en Mechelen.
Op de Zennedijk heb je een mooi
zicht op Stuivenberg en Hombeek. Het fluitekruid groeit hier s zomers
overvloedig. Wij gaan verder langs de Zenne.
Het bos en de weiden worden
doorsneden met talrijke sloten. Hier komt de vlier veel voor. Merk je ook de
sluizen, die werden vroeger opengedraaid bij hoge waterstand zodat de
vloeibeemden blank stonden. De sluizen zijn nu onklaar en de beemden worden
niet meer bevloeid omdat het Zennewater te vuil is.
Over de dijk gaan we verder en
we krijgen nu een prachtig zicht op de Zennevallei met op de achtergrond het
Romaans torentje van de St.Niklaaskerk. In dit beemdengebied vind je zeldzame
plantensoorten zoals de gele lis, de moeresspiree, bereklauw, koekoeksbloem,
pinksterbloem, wespenorchies e.a. Vrij algemeen vinden we hier vossestaart,
fluitekruid en duizendblad. Heb je de verbllijfplaats van de torenvalk gevonden
?
Hier hoor je ook de groene
specht en de acrobatische kievit. Andere vogels zoals de boomvalk, de
houtduiven en de blauwe reiger komen hier ook voor. De laatste visarend werd
hier in 1956 neergeknald.
We wandelen verder tot aan het
Brughuis en de Zennebrug. We gaan weer links. Langs de pastorij zijn we vlug
aan de kerk en het dorpsplein.
Tijdens de wandeling hebt u
kunnen kennis maken met een stukje natuurschoon van Leest. Heb je je ook
geërgerd aan de opvallende natuurschendingen, het vuile Zennewater, de
clandestiene stortplaatsen ? Doe er iets aan. Wees milieubewust.
(Uit
de wandelgids van het Jaar van het Dorp)
1978
Maandag 17 april : Vergadering werkgroep Jaar van het dorp.
Punten die Leest op tafel gooide
waren :
1. De uitbreiding van het kerkhof.
2. Verfraaiing van het dorpsplein.
3. Oprichting van een dorpsraad.
4. Een algemeen groenplan van Leest.
5. Het klasseren van hoeven,
landschappen, pastorij en omgeving.
6. De woonuitbreiding achter Voet.
Volgens Mechelen was de uitbreiding
van het kerkhof noodzakelijk omdat er
teveel Mechelaars te Leest wilden begraven worden.
De woonuitbreiding achter Voet met
een honderdtal woningen zou zich
opdringen. Waren er wel zoveel
woningen nodig te Leest ? Hoeveel aanvragen
waren er ?
(De Band, april 1978)
|