Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    04-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto’s :

    -Van l. naar r. : Paula Soli (“Paula van de Fijne”), Vic Van Hoof, Frans Geerts, Leonore Mees, Louis Van Hoof en zijn echtgenote Elodie Selleslagh.

    Zittend : Klara Van Beveren, Yvonne Van Hoof, Greta Geerts, Eddy Van Hoof, Marcel Van Hoof, Maria Busschot (de echtgenote van Rik Van Beveren) en Celine Van Beveren.

    In de draagstoel de kleine Rudi Van Hoof, de jongste van veldwachter Vic

    -De garde met zijn “Renauke”. Op de foto ook zijn twee oudsten Marcel en Yvonne.

     

    1955 – Buren uit de Scheerstraat naar het Nederlandse Zundert.

                Niet iedereen bezat in 1955 zijn eigen wagen en de mobiliteit was toen nog erg

                beperkt.

                Een reis naar de Belgische kust was nog een heuse reis en dikwijls een avontuur.

                Zo ook het bezoek aan de bloemenstoet van Zundert in 1955 van de families

                Vic en Louis Van Hoof en hun vrienden/buren uit de Scheerstraat.

                Met zijn “Renauke” 4cv, een model uit 1946, trok de garde naar Lourdes,

                verkende er Duitsland en Zwitserland mee en bracht jaarlijks minstens een bezoek

                aan Nederland (winkelen in Breda) of Luxemburg (Viande, Echternach).           

     

    1955 – 4 januari : Bonte Avond van St.-Cecilia

                “uitgezonden langs studio Antwerpen op 17 januari.

                Medewerkers : animator Jaak De Vocht, pianiste Emmy Van Loo, Julien Vrints

                met een radiospel, het gekende filmduo Charel Janssens en Co Flower met als

                gast Hans Verne en uit Leest Theo Fierens als trompettist en de fanfare

                St.-Cecilia.”

     

    1955 – Zondag 16 januari : Toneelavond van de Chiro.

                “Na een openingsformatie door heel de groep, met een flinke muziekkapel

                en kleurige Chirovaandels, volgde onmiddellijk het detectivestuk : “Het Rode

                Paspoort”, een zeer geheimzinnig stuk, met spanning tot het laaste ogenblik.

                Na de pauze volgden er nog verschillende korte nummertjes, die zeer in de

                smaak gevallen zijn.

                Vlak voor de pauze hield Z.E.H. Engelen, gewestproost voor Brussel, een mooie

                rede over het wezen en doel van onze Chirobeweging. (DB,nr.1,1955)

     

    1955 – Op zondag 23 januari trad de Leestse toneelgroep “Rust Roest” op te Heffen

                met het stuk “Amor is wispelturig, Fortuna is wreed.”

     

    1955 – Maandag 31 januari : KWB Filmavond.

                In “Ons Parochiehuis” richtte de KWB een filmavond in die aanving om 19 uur.

                Het programma zag er als volgt uit :

                -Nieuws uit de wereld.

                -Kluchtfilm met Charlie Chaplin.

                -Tekenfilm.

                -Hoofdfilm “Kinderen van de Straat”, een ontroerende kwajongensfilm.

                Toegansprijs : 15 frank.   (DB,nr.1,1955)

     

    1955 – 31 januari : Aanvang van de “30-urenleergang”, een lessenreeks over

                mechanisatie en electriciteit op de hoeve.

                De lessen werden gegeven door leraars uit Technische scholen van Mechelen.

                Het betrof een initiatief van de B.J.B.





    04-03-2012 om 18:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    Kapel O.L.Vrouw van Fatima. Op de achtergrond het Hof ter Haelen.

     

    1955 – Bouw van de kapel van O.L.Vrouw van Fatima

     

                                   KAPEL van O.L. VROUW VAN FATIMA

    De kapel van O.L.Vrouw vanFatima op de wei van de familie Verschueren in de Elleboogstraat dateert van 1955.

    Ze werd ingezegend door Mgr. Suenens, die in die tijd nog hulpbisschop was.

    Tot bekostiging van deze kapel werd toen in de parochie 22.500 frank rondgehaald.                         

     

    1955 – In 1955 werd er te Leest een “Korps voor burgerlijke bescherming” opgericht.

     

    1955 – Tarieven van taksplaten :

                Rijwielen : 100 fr.  Bromfietsen : 135 fr. Landbouwvoertuigen en handkarren :

                105 fr. Handelsvoertuigen : 420 fr. Gareel : 1.050 fr.

                Belasting op de honden : 200 fr. (DB-nr.33)

     

    1955 – Militianen van de klas 1955 : Gaston Croon, Jean De Smedt, Frans Fierens, Theo

                Fierens, Maurits Huysmans, Louis Keulemans, Antoon Lauwens, Henri Moons,

                Marcel Neefs, Edmond Polspoel, Hubert Selleslagh, Henri Simons, Frans

                Verbruggen en Louis Vloebergh.

     

    1955 – Verspreiding der familienamen te Leest

                Onder de meerderjarigen kwamen volgende familienamen te Leest het vaakst

                voor en in die volgorde :

                1. Geerts, 2. Verbruggen, 3. Fierens, 4. Selleslagh, 5. De Prins, 6. De Wit,

                7. Jacobs, 8. Verbeeck, 9. Van Den Heuvel, 10. Verschueren.

                (DB,nr.1,1955)

     

    1955 – “Gedurende een ruime tijd zal de bus niet meer rijden over Hombeek, daar tussen

                Mechelen en Hombeek wegeniswerken aan de gang zijn.

                Ze zal dus de weg nemen over de “goede Battelse bergen”. (DB,nr.3,1955)

    04-03-2012 om 17:55 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                In “De Band” nr. 3 van 1955 kreeg de Leestse afdeling van het “Comite voor

                Vrijheid en Democratie” een forum :

     

                “Aktie van Comite voor Vrijheid en Democratie:

    In haar eerste fase heeft het comiteit er voor gezorgd dat onze mensen op de hoogte werden gebracht waarover het feitelijk gaat in deze schoolstrijd. Immers vele mensen waren nog in de mening dat het hier enkel gaat om een geldkwestie : nl. over de wedden van de onderwijzers.

    Het gaat hier om oneindig veel meer !

    Het gaat hiet over het grote beginsel dat de ouders zelf het recht hebben het onderwijs te kiezen voor hun kinderen.

    Niet-katholieke ouders die hun kinderen willen sturen naar niet-katholieke scholen moeten die mogelijkheid hebben, maar katholieke ouders die hun kinderen katholiek willen laten opvoeden moeten diezelfde mogelijkheid hebben.

    Wel, door de Nieuwe schoolontwerpen worden onze ouders verplicht hun kinderen te sturen naar niet-katholieke scholen. De katholieke scholen worden verplicht om de poorten te sluiten, omdat ze absoluut niet de minste bestaansmogelijkheid meer ontvangen van de staat.

    Als die schoolwetten gestemd worden, dan is het gedaan met de katholieke opvoeding van de jeugd en met de katholieke scholen, dan is het binnen onafzienbaren tijd gedaan met de godsdienst !

    Daarom is het de plicht van elke katholiek deze goede zaak te verdedigen.

    In verband hiermede werd er een VERGADERING VOOR DE LANDBOUWERS gehouden op zondag 13 maart.

    Voor een 110 boeren van Leest heeft volksvertegenwoordiger Van Hamme een klare uiteenzetting  gegeven over de toestand.

    In zijn fijne spreekbeurt heeft hij aangetoond hoe deze regering een regering is van sociale afbraak : afschaffing van “Moeder aan de Haard”, van de “Wet De Taye”, van de vrijheden van onze Gemeente- en Provinciebesturen en tenslotte afschaffing van de vrijheid van onze ouders in het kiezen van de opvoeding voor hun kinderen.

    Na een bedankingswoord van Voorzitter Jan De Prins en een dreunende “Vlaamse Leeuw”, gingen onze mannen geestdriftig naar huis.

    Diezelfde zondag in de namiddag kwam mevr. Cools-Tambuyser, lid van de

    Mechelse gemeenteraad, de toestand uiteenzetten aan onze vrouwen van Leest.

    Meesterlijk en meeslepend heeft ze onze moeders warm gemaakt voor de goede zaak.

    Ze heeft al de bedoelingen van de fanatieke anti-godsdienstige regering naar voren gebracht.

    “Wij kunnen niet dulden dat de belastingen die wij betalen moeten dienen om de leerlingen van niet-katholieke scholen te laten studeren en daarenboven

    dienen om onze katholieke onderwijsinstellingen kapot te helpen !”

    De volgende dag kwam de Heer Vercammen spreken voor de loontrekkenden  van de

    parochie. Hij onderstreepte hoe al onze katholieke werknemers zich als één man moeten te weer stellen tegen de politiek van de huidige regering.

    Diezelfde week trokken verschillende bestuursleden op toer voor de verkoop van

    steunkaarten. De opbrengst van deze kaarten bedroeg 6.835 frank en zal dienen

    om de geweldige financiele inspanning te steunen van de katholieken.

    Terzelfdertijd werden er een 85 inschrijvingen genoteerd voor de algemene

    protestdag te Brussel.

    We danken al diegenen die hun steun verleend hebben en daardoor laten zien

    hebben dat ze weten waarover het gaat !

    De plakkers en schilders waren die dagen of tenminste die nachten ook in form.

    Gans Leest rond zag men de plakbrieven over de schoolvrijheid, en de macadam

    was duchtig bekalkt.

    Kwam dan tenslotte de ALGEMENE PROTESTDAG te Leest.

    Rond 4u verzamelden zich de muzikanten van de beide fanfares, en een ganse  hoop

    deelnemers. Even na 4u zette de optocht zich in beweging, en met veel

    geestdrift , onder het spelen van lustige stapmarchen en het zingen van strijdliederen en geestdriftige uitroepen volgde de optocht heel de Juniorslaan.

    Onderweg sloten zich nog voortdurend mensen aan.

    Verschillende plakbrieven en spotprenten werden meegedragen.

    Aan de eerw. Zusters werd even halt gehouden. De fanfares brachten er een serenade, bloemen werden aangeboden en de zusters, die ten zeerste ontroerd

    waren door deze hulde, en liever met veel verduldigheid hun schoon werk   uitoefenen, dan zich te laten vieren.

    Op het Dorpsplein werd rechtsomkeer gemaakt, en “Ons Parochiehuis” vulde

    zich met een enthousiaste menigte.

    Luidkeels werd er gezongen en gebruld, doch de muren hielden gelukiglijk stand.

    Jan De Prins dankte van harte al de deelnemers aan de optocht. Hij wees er op

    hoe alle katholieken van Leest naar eensgezindheid moeten streven.

    Alle dorpspolitiek moet wijken voor de verdediging van onze rechten als katholieken. Vervolgens gaf hij het woord aan Jef Van der Kuylen.

    “De huidige regering is noodlottig voor de boerenstand. Al de

    veiligheidsmaatregelen voor prijzen en invoer zijn afgeschaft. De boeren hebben

    reeds één miljard schade door de huidige regeringspolitiek.

    Daarna nam advocaat Smets het woord. Zijn vierde spreekbeurt die dag en

    verschillende werd deze spreker onderbroken door luidruchtige toejuichingen

    van het publiek. De Vlaamse Leeuw werd rechtstaande gezongen en...naar huis.

    Nu ging de aandacht van heel het katholiek België naar de NATIONALE

    PROTESTDAG te Brussel op zaterdag 26 maart.

    Alles werd gedaan om deze betoging te doen mislukken : staat van beleg,          samenscholingen verboden, een driedubbel ijzeren gordijn rond Brussel, heel de gendarmerie van gans het land opgeroepen, het leger geconsigneerd, de over de 100 speciale treinen afgeschaft, verbod coupons te geven in de staties voor Brussel, treinen die niet wilden stoppen enz...

    Niettegenstaande dat allemaal waren er een 100.000 betogers te Brussel.

    Een 100-tal Leestenaren die hieraan hebben deelgenomen, gedroegen zich kranig.
    We vermelden enkelen onder hen :

    De voorzitter Jan De Prins heeft de eer gehad tot ’s nachts 11u. in de bak te kunnen zitten ! Proficiat !

    Fons De Smet, Julien Piessens en Felix Polfliet hebben van de sabel of de matrak gekregen, en verschillende malen kunnen ontsnappen uit de handen van de gendarmen. Een voet van een paard van een gendarm kwam per ongeluk op de poot van Frans Van Necke.

    Miel Polfliet was even zijn vest opengescheurd door de sporen van een gendarm, en door die opening waren ze erin geslaagd hem kletsnat te spuiten, enz...

    Allen hebben zich kranig gedragen, en Leest alle eer aangedaan.

    Hun geestdrift was niet te blussen en bij hun terugkeer stapte al het volk uit de bus te Hombeek en vandaar te voet naar Leest ! En of er gezongen en geroepen werd !!!

    Te Leest stonden alle mensen buiten om hen te verwelkomen.

    Een Collardpop werd verbrand in het dorp.

    Zo is de eerste fase besloten in de schoolstrijd.

    Met Pasen zal er kalmte zijn, maar de 16e april zullen de richtlijnen gegeven worden van de tweede fase. Want de schoolstrijd gaat verder !

    Welke zijn de wachtwoorden ? We weten het nog niet juist, maar past deze richtlijnen steeds toe :

    -GEEN SCHOOLSPAREN !

    -GEEN LINKSE DAGBLADEN MEER , zoals “Het Laatste Nieuws” en “Volksgazet”.

    -Onze katholieken laten zich niet inschrijven in linkse Mutualiteiten en Vakbewegingen !

    -We nemen geen producten meer van de firma’s die behoren aan leden van de linkse regering of deze regering steunen.

    -Op 17 april zijn we te Antwerpen, voor een betoging van heel de PROVINCIE ANTWERPEN !!!

    -De schoolstrijd is nog niet gedaan. Dus elke katholiek blijft verder het kenteken dragen van de schoolstrijd.”    

     

    In dezelfde periodiek maar in het nr. 5, verscheen volgende oproep

    “aan alle katholieken van Leest :

    We weten dat er op Leest in verschillende huisgezinnen nog steeds Het Laatste Nieuws gelezen wordt, ook bij brave katholieke mensen.

    Dit dagblad noemt zich neutraal, maar wordt in feite uitgegeven door de Liberalen, die nu samen met de socialisten de kerk bestrijden.

    Daarom, in elk katholiek gezin een katholiek dagblad !!!

    Onze katholieke dagbladen zijn zeer degelijk : we noemen hier maar “De Gazet van Antwerpen”, “Het Nieuwsblad” en “Ons Volk”. Ook op gebied van sport kunnen ze met al de andere dagbladen wedijveren.

    Neem een abonnement op een katholiek dagblad !

    OUDERS, KIEST EEN KATHOLIEKE SCHOOL VOOR UW KUNDEREN.

    Een eerste punt : stuurt uw kinderen niet te rap naar een andere school !

    Het wettelijk leerprogramma dient overal gevolgd te worden zowel te Leest als te Mechelen. Dus de stof voor het leeronderwijs is overal dezelfde !

    De gewone te volgen weg is dus : te Leest hun klassen uit te doen.

    Een tweede punt : voor zeer begaafden staat de weg open van moderne of oude humaniora. Deze uitzonderlijke gevallen moeten om goed te zijn deze studies beginnen vanaf 11 jaar. Hier zijn er genoeg degelijke katholieke onderwijsinrichtingen te Mechelen : College, Broeders van Scheppers en verschillende zusterscholen.

    Voor verder naschools onderwijs is er keuze genoeg tussen katholieke scholen te Mechelen :

    -Voor vakkundig en technisch onderwijs : de Technische Scholen van de Melaan waar alle vakken kunnen aangeleerd worden.

    -Voor land- en tuinbouwkundige studies : de Tuinbouwschool te Mechelen, met een bijgevoegde zondagsschool.

    -Voor onderwijzer : de Katholieke Normaalschool van Mechelen.

    -Voor kook-, naai- en huishoudkundige lessen zijn er de verschillende scholen der Eerw. Zusters.

    Dus ouders, let op uw zaak ! U staat verantwoordelijk voor een katholieke opvoeding van uw jongens en meisjes.
    Het is niet omdat er een paar keren per week een pater in een school komt dat het daarom een katholieke school is !

    Heel de geest en al de leerkrachten moeten er katholiek zijn !”

     

    04-03-2012 om 17:46 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1955 – De Tweede Schoolstrijd

                1955 was een turbulent jaar op politiek vlak niet enkel voor België, ook voor

                de gemeente Leest en ditmaal waren het niet de Sussen tegen de Blekken, maar

                katholieken eensgezind tegen socialisten en liberalen.

                Nadat in 1919, met instemming van alle politieke partijen, een wet de gelijke

                subsidiëring bezegelde, was er een einde gekomen aan de eerste schoolstrijd.

                Van 1950 tot 1958 heerste er opnieuw onrust.

                De katholieke onderwijsminister P. Harmel (1950-54) diende verschillende

                wetsontwerpen  in, die o.m. betrekking hadden op de erkennings-, en dus de

                subsidiëringsnormen voor het vrij onderwijs. Bij de socialisten en liberalen deed

                dit een hernieuwd enthousiasme voor het officieel onderwijs oplaaien : in 1954

                herzag de socialistische minister Collard de hele onderwijspolitiek.

                Het stond de staat voortaan vrij eigen scholen op alle niveaus in te richten waar

                dit noodzakelijk bleek. Staatssubsidies werden aan de vrije scholen verleend voor

                zover ze voldeden aan dezelfde voorwaarden als het officieel onderwijs

                (gediplomeerde leerkrachten, leerlingennormen per klas of afdeling, erkenning

                van de diploma’s door de staat).

                Eén van de maatregelen die Collard wilde nemen was de afdanking van 110

                katholieke interimarissen.

                Het protest van kerkelijke zijde tegen de wet-Collard was zeer hevig en er kwam

                zowel in het parlement als op de straat een hevige oppositie op gang.

                Plechtigheden waaraan ministers deelnamen, werden verstoord, officiële scholen

                belegerd en overal werden protestaffiches opgehangen.

                Behalve deze dreigingen organiseerde de oppositie ook massale manifestaties.

                De meest spectaculaire waren die van 26 maart en 10 juli.

                De verdedigers van de “ziel van het kind”, gesteund door de CVP, waren

                woedend.

                De Liga van het onderwijs en andere groeperingen die het onderwijs gunstig

                gezind waren, organiseerden op hun beurt tegenmanifestaties.

                Het protest en het tegenprotest duurden maanden.

                De CVP maakte van de schoolkwestie het hoofdpunt voor de

                parlementsverkiezingen van 1958, van waaruit ze als overwinnares naar voren

                trad.

                In datzelfde jaar zochten de drie zgn. nationale partijen  (CVP, BSP en Liberale

                Partij) naar een blijvende oplossing van het geschil.

                Op initiatief van de onderwijsminister Van Hemelryck zou in november 1958

                het Schoolpact tot stand komen en meteen ook het einde van de schoolstrijd.

                Dit zgn. Schoolpact was een overeenkomst tussen de drie partijen en de

                voornaamste bepalingen ervan waren : kosteloos voortgezet onderwijs tot 18 jaar,

                gelijke wedden voor alle gediplomeerde leerkrachten en oprichting van een fonds

                voor de financiering van de schoolgebouwen, zowel voor het rijks- als voor het

                vrij onderwijs.  

                (Kroniek van België en Nederlandse Larousse Encyclopedie)

     

                Gevolg gevend aan de oproep van het “Comité voor Vrijheid en Democratie”

                om in elke gemeente een plaatselijk comité op te richten, kwamen de voorzitters

                van de verschillende Leestse katholieke organisaties op 1 maart 1955 samen.

                Doel van dat comité : “de Leestse bevolking in te lichten over de toestand inzake

                schoolpolitiek zoals die door de huidige regering was geschapen en tevens onze

                mensen warm te maken voor een krachtdadig verzet, voor het behoud van onze

                vrijheid en godsdienst.”

                Het plaatselijk comité diende te bestaan uit de geestelijkheid van de parochie en

                uit de voorzitters van de verschillende plaatselijke katholieke groeperingen.

                “Een werkcomité werd samengesteld, met het doel de bevelen, ons door de

                Arrondissementsbond verstrekt, stipt uit te voeren.”

                Het Leestse comité was als volgt samengesteld : voorzitter en verbindingsman :

                Jan De Prins, secretaris : Cyriel Selleslagh, leden : Maria Rheinhard en Louis

                Solie.

     

    Het “Comiteit voor Vrijheid en Demokratie, Afdeling Leest” stuurde volgende omzendbrief rond in de gemeente :

    “Aan alle katholieke Leestenaren,

     

    Morgen 20 maart heeft op Leest de algemene PROTESTBEWEGING plaats, met grootse optocht, fijne marsmuziek, dreunende strijdliederen, en met ALLE LEESTENAREN mee in de optocht, en daarna in “Ons Parochiehuis”, waar we allen met de grootste aandacht en belangstelling zullen luisteren naar Advocaat Smedts en Heer J. Van der Kuylen.
    Ziehier dan de laatste schikkingen voor deze dag :

    -Alle Leestenaren, van boven de 14 jaar en onder de 100 jaar komen samen tegen kwart voor vier aan Charel Van Praet. Te 4 uur stipt moet daar de optocht kunnen beginnen. Een 6-tal commissarissen zullen er instaan voor de orde. Volgt stipt hun bevelen !

    Tegen 5 uur begint de Protestvergadering. We nodigen langs deze weg alle Leestenaren uit om hieraan deel te nemen : al de leden der beide Kon. Fafaren, alle mannen en vrouwen, heel onze mannelijke en vrouwelijke jeugd boven de 14 jaar.

    Ouders kunnen bij die gelegenheid hun klein pagadders toevertrouwen aan de zusters, die er goed zullen voor zorgen !

    De optocht volgt de Juniorslaan tot op het Dorpsplein. Daar rechtsomkeer naar “Ons Parochiehuis”. Allen stappen in de optocht op rijen van vier, flink in orde. De mannen en mannelijke jeugd in gesloten groep, de vrouwen en vrouwelijke jeugd insgelijks.

    Er worden geen vlaggen meegedragen !

    LEEST,  NIET ALLEEN WIJ, MAAR GANS ONS VOLK EN DE KERK REKENT OOK OP U !!!

    WIJ EISEN ONZE RECHTEN ALS KATHOLIEKEN ! WIJ STAAN IN STAAT VAN WETIGE ZELFVERDEDIGING ! HEILIGSTE RECHTEN EN VRIJHEDEN STAAN OP HET SPEL ! WIJ WILLEN GEEN RUSSISCH REGIME !

    DAAROM, SLUIT AAN BIJ HET GROEIEND PROTEST EN GANS HET LAND TEGEN DE GODDELOZE VRIJMETSELAARS, DIE ONS VOLK WILLEN VERKNECHTEN !

    Langs deze weg danken we al degenen die ook financieel zo mild hebben bijgedragen om deze strijd te steunen.

    Er komen ook veel inschrijvingen binnen voor de Mars op Brussel op zaterdag 26 maart. Flink zo !!! Geen onverschilligheid meer, maar overtuigde katholieken die strijden voor het Geloof hunnen voorvaderen, en voor het Geloof van hun nakomelingen.

    Zij die nog zich willen inschrijven voor Brussel, kunnen nog altijd inschrijvingskaarten bekomen bij de leden van het Komiteit, die in hun straat zijn rondgeweest.

    De nodige inlichtingen zult U wel op tijd en stond vernemen.

    -Op 24 maart houden alle ouders hun kinderen thuis van ’t school !

    -Het wachtwoord van alle Katholieke ouders in deze strijd moet ook zijn : “GEEN SCHOOLSPAREN MEER”! We steunen er door de huidige regering in haar strijd tegen de Kerk en de godsdienst.

    Eens deze schoolstrijd voorbij, kunt U terug normaal spaargeld meegeven.

    Beste mensen, we hopen en we durven er op betrouwen dat alle mensen van Leest deze richtlijnen zullen volgen, en eendrachtig en geestdrifitig als Katholieken zullen samenwerken.

    Namens het Komiteit, de secretaris C. Selleslagh, de voorzitter J. De Prins.”

     

                Het comité slaagde erin om voor de betoging te Antwerpen van 17 april 170

                Leestenaars mee te krijgen, evenals de fanfare Arbeid Adelt , die dit op eigen

                kosten deed. Dat was niet altijd evident : zo kregen muziekmaatschappijen bij

                deelname aan die manifestaties een premie van 1.000 fr voor de aanwezigheid

                van 30 muzikanten en 1.250 fr indien ze met meer aantraden.

     

    04-03-2012 om 17:44 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1954 – In “De Band” nr 11 van november1954 publiceerde Emiel Polfliet alle

                wieleruitslagen van dat jaar van Constant De Prins.

     

                Plaats              Aantal Vertrekkers                 Uitslag

                Hombeek                    45                               1e (vooruit)

                Ramsdonk                  76                               6e (spurt)

                Leest                           26                               2de (met 2 vooruit)

                Keerbergen                twee maal plat

                Leest                           9                                 2de (met 5 vooruit)

                Leest                           74                               2de (met 2 vooruit)

                Hombeek                    19                               1ste (spurt)

                Peulis                          90                               5de (spurt)

                Niel                             35                               5de (spurt)

                Weerde                      34                               1ste (met 2 vooruit)

                Nieuwenrode             20                               5de (spurt)

                Leest                           22                               1ste (vooruit)

                Zemst                         47                               3de (met 3 vooruit)

                Kapellen                     54                               2de (met 2 vooruit)

                Hombeek                    41                               3de (spurt)

                Terhagen                    ?                                  5de (plat)

                Jette                           45                               7de (spurt)

                Steenhuffel                 20                               14e (gelost)

                Kapellen                     28                               11e (gelost)

                Wilsele                       39                               16de (met 16 in spurt)

                Battel                         22                               5de (spurt)

                Schilde                        68                                7de (spurt)

                Brussel-Herent           43                               5de (spurt)

                Mechelen                   43                               11de (spurt)

                Walem                                   43                               14e

                Weerde                      22                               1ste (vooruit)

                Mechelen                   22                               5de

                Moerzeke                   18                               2de

                Borsbeek                    pech

                Hombeek                    27                               15e (gelost)

     

                “Stanne” was een zoon van beenhouwer Ferdinand De Prins.

                Zoals zijn broers en zijn vader zat hij in de vleessector, maar niet in onze streek,

                hij  was actief in het Brusselse waar hij woonachtig was met zijn echtgenote

                Paula Heynderickx. Het echtpaar had geen kinderen.

                Hij was te Leest geboren op 16 juli 1937 en overleed na een tragisch ongeval met

                zijn fiets in het Academisch Ziekenhuis van Jette op 19 maart 2003.

     

    1954 – Op maandag 13 december brak er brand uit in de woning van het bejaarde

                echtpaar Louis Solie-Moons. De brandweer was snel ter plaatse.         

     

    1954 – Op 31 december telde Leest 1834 inwoners, waarvan 950 mannen en 884

                vrouwen. (Belgisch Staatsblad 18/8/1955)

     

    04-03-2012 om 17:36 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto's :

    -Fier toont Remi Spoelders de vangst van zijn leven.

     Rechts zoon Jan.

    -Alfons De Schouwer, secretaris van de “Croons-vrienden”.

    -Albert De Smedt, beschermeling van het nieuwe wielertalent Soï Croon.

     

    1954 – 2 november : Op dinsdag 2 november schoot jachtwachter Remi Spoelders een

                zeearend neer. De roofvogel had een vleugelbreedte van 1,60 m en in zijn

                klauwen hield hij een karper van 800 gram. De vis, afkomstig uit een vijver in het

                Vrijbroekpark, leefde nog.

                De zee-arend was neergestreken achter het huisje van Spoelders die hem vanop

                zo’n vijftig meter neerschoot.

                Nadien werd de vogel een tijdlang ten toon gehangen voor honderden

                nieuwsgierigen. (DB, nr.11-1954 en LG, blz.329)

                Remi Jan Spoelders was te Leest geboren op 4 december 1911, hij was

                landbouwer en woonde op de Kouter nr. 50.

                In 1955 was hij tot jachtwachter aangesteld in dienst van Hombekenaar

                Jan Van Doren en twee jaar later bij Jan Mertens eveneens uit Hombeek.

                (VVH)

     

    1954 – “Op zondag 14 november vierden de echtgelingen Robijns- De Hondt uit de

                Dorpsstraat, beter gekend als “Jommeke en Christine uit de Root”, hun

                gouden bruiloft.

                Tegen 9u30 kwam een ganse optocht aan de kerk om er de Hoogmis bij te

                wonen. En daarna begon een echte feestvreugde.

                De huizen waren allen bevlagd en velen hadden hun handen uit de mouwen

                gestoken om boompjes te planten en kunstige versiering aan te brengen.

                Na het gezellige feestmaal kwam de Kon. Fanfare St.-Cecilia nog enkele

                lustige wijze ten gehore brengen.”  (DB, nr.11,1954)

     

    1954 – 18 november : Stichting van de wieler- en supportersclub “de Croons-vrienden”.

                Het eerste bestuur bestond uit de voorzitter Juul Boey, ondervoorzitter Gustaaf

                Bradt, secretaris Frans Verschueren, schatbewaarder Vik Croon en technisch

                leider Albert De Smedt.

                Alfons De Schouwer over de stichting in 1956 in “De Band” :

                “...Op de Heide begon er een nieuwe crack, Frans Croon en Albert De Smedt

                nam het lot van deze renner op zich, hetgeen voor deze renner een schone

                toekomst voorspelde want hij viel in handen van een man die 26 jaar in de

                wielerbeweging staat en steeds zijn beste krachten gaf aan jonge renners.

                Onze club startte met een 20-tal leden.

                In 1955 richtte onze club twee wielerwedstrijden in voor renners buiten de

                Belgische Wielerbond alsook een sportavond die een succes is geworden.

                In 1956 werd de eerste grote prijs “Croonsvrienden” gegeven voor nieuwelingen

                BWB, wat op zo’n korte tijd van het bestuur onzer club een prestatie mag

                genoemd worden, met daarbovenop de steun aan de renners, want in 1955

                hadden wij twee renners in onze club : Frans Croon en Louis Selleslagh, die

                wij geldelijk steunden.

                Samenstelling van het huidige(1956) bestuur : voorzitter: Juul Boey,

                ondervoorzitter : Antoon Van Paesschen, secretaris : Alfons De Schouwer,

                schatbewaarder : Frans Verschuren, technisch leider : Albert De Smedt,

                commissaris : Vik Croon. Lokaal : weduwe Van Camp.

                Ledenaantal : 43, waaronder 15 ereleden.

                Doel van de club : de jonge en opkomende renners geldelijk en moreel te

                steunen, van hen faire kampers in koers maken en daarbuiten deftige en

                eerlijke burgers. En als wij dan later het genoegen mochten beleven van een

                der renners te zien opklimmen tot het hoogste in de wielersport, dan zullen

                wij, het bestuur en de supporters, fier zijn aan deze schone taak te hebben

                mogen meewerken.”

     

                Datzelfde jaar, maar begin 1954,  werd ook de supportersclub “De Sportvrienden”

                opgericht, onder de naam “HET VLIEGEND WIEL”.

                Ook zij begonnen met een 20-tal leden.

                Hun lokaal(len) : Frans Huybrechts, Frans De Laet, Wwe De Mayer en Alfons

                Verbruggen. 

                Bestuur : Jan Van Cauwenberg en Pieter Ceuppens.

                (DB,1954)

     

    1954 – November : Herschildering van de kerk. Het koor werd voorzien van dubbele

                ramen met katedraalglas. Bedrag der werken : 124.570 fr. (DB-1956)

                De kerk kreeg ook een flinke beurt.

                Door de B.J.B.-meisjes werd er een grondige kuis gehouden in heel de kerk.

                Drie dagen lang werd er onverpoosd door een tiental vrijwilligers gekuist,

                gekeerd, geboend, geterpentijnd, gewreven, gebruind, genageld, geschuurd,

                geschrobt, geverfd...

                Op woensdag 17 november was de grote kuis gedaan, en allen hebben zich

                eens lekker te goed gedaan aan cacao met koeken.” (DB nr.11- 1954)

     







    04-03-2012 om 17:33 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    Bruidspaar Constant Busschot-Maria Neutiens.

     

     

    1954 – 8 september : Huwelijk Constant Busschot – Maria Neuttiens

                Te Battel huwde die dag de uit Leest afkomstige Constant Busschot met Maria

                Neuttiens, dochter van Albert Neuttiens en Philomena Polspoel (eveneens uit

                Leest afkomstig).

     

                Hun spijskaart zag er als volgt uit :

     

                Keurig voorgerecht - Koninginne Krachtsoep –

                Liefdegondels “Maria – Constant”

                Gebraad met Groentenkrans en Croquetten -  Vogelnesten met Tomattensaus

                Gemengd Fruit - Vethaantjes met Salade en Appelmoes - Crème vijftien onder nul

                Praalgebak – Fruit - Wijnen – Likeuren - Nagerecht

                Vrouwentroost en Mannenlust

     

    1954 – September : In “De Band” van september deed pater De Laet een oproep

                “om prentjes, heiligenbeeldekens van alle slag en soort te verkrijgen...

                U kunt zich niet indenken hoe schooljongens, zelfs grote, in verwondering staan

                als men een deel prentjes voor hen openlegt. En als ze dan moeten kiezen :

                de moeite waard om te zien.”

                Pater Rene De Laet was missionaris in Badiya, in het toenmalig Belgisch Congo.

                (DB, nr.9, 1954)

     

    1954 – In september ging de fanfare St.-Cecilia over naar eerste afdeling.

     

    1954 – 15 september : Klacht wegens grafschennis

                Jan Frans De Ruysscher (°Kapelle-op-den-Bos 14/7/1899), echtgenoot van Maria

                Anna De Schauwer, ketelmaker van beroep en wonende te Mechelen Hogeweg

                93, diende een klacht in bij veldwachter Van Hoof :

                “Mijn zoon Jan De Ruysscher is overleden op 14/6/1950 en ligt begraven te Leest

                op het kerkhof. Wij hadden op het graf plaatjes met opschriften “aan onzen

                betreurden broeder” en “aan onzen betreurden zoon” geplaatst en bij herhaling

                hebben we vastgesteld dat deze verdwenen of ter plaatse stukgeslagen waren en

                dit is nu de derde maal dat wij dit hebben bestatigt. In het geheel zijn er dan al

                vijf gestolen of kapotgeslagen, de laatste maal is waarschijnlijk zondag 13 dezer

                gebeurd, aangezien het er nog stond op zondagmorgen en maandagavond was het

                verdwenen.

                …

                Deze platen zijn in witte steen en kosten 145 fr.tot 180 fr. per stuk.” 

                (VVH)     

     

    1954 – Oktober : Werkloosheid Leest : die maand waren er 2 mannen volledig en 6

                tijdelijk werkloos. 1 vrouw volledig en 1 vrouw tijdelijk werkloos.

                (DB-nr.11-1954)

     

    1954 – Feest van Kristus Koning : “Op de laatste zondag van oktober werd er een

                optocht gehouden van de organisaties onzer parochie, dit ter gelegenheid

                van het Kristus-Koningfeest.

                Na het lof had er in de parochiezaal een familiefeest plaats van de Chiro

                waarbij ook de ouders van de leden aanwezig waren.

                (DB, nr.11-1954)

    04-03-2012 om 17:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    -Louis Vloebergh, ex-chiroleider, stichter van oud-chiro Vevoc, ex-gemeenteraadslid, manusje-van-alles in het Leestse verenigingsleven…

     

    1954 – 16 augustus : Louis Vloebergh over een Chiro-Bivak (De Band, nr9, 1954)

     

    “Maandagmorgen 16 augustus wekte het morgenzonnetje ons vroeg uit de veren.

    Na ons een duchtige schrobbing te hebben gegeven en ons streuvelhaar flink geroskamd, werd het piekfijn gestreken en gewassen uniform aangetrokken.

    Want alles moest piekfijn inr orde zijn vanaf de eerste dag van het bivak.

    Wij woonden met de ganse groep  de H.Mis bij, en allen naderden zonder uitzondering ter H. Tafel.
    Zon over de velden en zon in ons hart, en acht dagen van echt fijn chiroleven in volle vrije natuur in het verschiet.

    We smeekten de H. Geest om genaden en gaven over ons bivak.

    Een stapel boterhammen lagen gereed toen we thuis kwamen. Maar op zulke ogenblikken smaakte het minder goed. Onze verwachtingen waren te hoog gespannen !

    Dikgevulde rugzakken en grote kartonnen dozen, met een stevig bindzeel rond werden binnengebracht tegen 8u30, en werden gevoegd bij het leger van potten en pannen en telloren en zakken patatten en groenten die daar reeds opgestapeld lagen van de dagen er voor.

    Stipt te 09u30 werd het vertreksignaal gegeven voor een deel der leiding en kerels, die per fiets vertrokken naar Holland.

    Tegen de middag aan stapten we af in Zoersel-Hof, waar we de innerlijke mens versterkten, en na een uur inspanning ook een vlot op de vijver konden bemachtigen, om wat te varen.

    Om 14 uur stonden we terug gereed voor de laatste etappe : Zoersel-Holland.

    De reis van 75 km verliep als een fluitje van een cent : er werd regelmatig gereden, zonder koersen, volledig in groep, in een goede snelheid.

    Een paar km voor de grens, een uitstekende steen, een val en lekke band voor Rik Muysoms. Mr de onderpastoor kreeg 45 kg extra gewicht op zijn bromfiets en broer Juul moest de gehavende fiets meevoeren. 

    Rond 15 u waren we ter plaatse en rond kwart over vier zagen we eindelijk de groene camion van Rik Verschueren aankomen, begeleid door luidkeels zingende chirojongens en waartussen Stinne en Marie als bivakmoeders troonden.

    En dan was het een half uur lang een echte mierennest : een grote bedrijvigheid om heel die verhuis af te laden en te installeren. Alles ging vliegensvlug en toch zonder stukken, en op korte tijd stonden er een paar water te koken op de butagazzen en sneed het broodmachien de lekkere inlandse melkbroden vaneen.

    De burchtknapen trokken vervolgens op tocht, en ook de knapen deden hun eerste spel, en ondertussen zwoegden de kerels aan grote pakken stro, om de “bedden” voor een 40-tal jongens gereed te maken.

    De duisternis neeg over de aarde neder, en in doodse stilte staan de chirojongens in formatie, rond de vlaggenmast. Daartegenaan is een stemmig Mariakapelletje in takken aangebracht. Allen staan daar geschaard rond Maria, de flikkerende kaarskens in de handen. Marialiederen weerklinken in de vredige avondstond en elke afdeling knielt neer, en wijdt zich aan Maria. We bidden een tientje voor thuis, dan één voor de thuisgebleven chirojongens, voor onze soldaten, enz.

    Langzaam daalt de chirovlag neer en in de verte klinken de trage plechtige trompettonen van de avondsonnerie. In volledige stilte gaan allen te ruste en om 22u30 was alles in diepe slaag gedompeld.

    Hoe verloopt nu zo’n dagje in ons bivakleven ?

    ’s Morgens om kwart over zes stappen de leiders moeizaam uit hun bed en maken zich vlug kant en klaar.

    Om 6u30 klinkt het signaal van opstaan voor de jongens. Zij zullen de volledige stilte bewaren tot na de H. Mis. De leiders doen hun ronde en moeten er elke morgen een serei wakkerschudden. Alle jongens knielen neer voor hun bed. Ze bidden hun morgenopdracht samen alsook hun drie weesgegroeten.

    Vlug doen ze hun sportuniform aan, en in openlucht doen ze dan een kwartiertje morgenturnen.

    Ze nemen hun handdoek en zeep, en wassen zich buiten in emmers en kommen. De hemden goed openen en dan maar flink geschrobt ! De leiders houden toezicht en kijken erop toe dat niemand schrik heeft van het water !

    Nu nog fijn hun uniform aan, en daar klinken reeds de trompetten voor de openingsformatie.

    In een fijne vierkantformatie staan de jongens opgesteld rond de vlaggenmast. De frisse vendelkreten weerklinken, en elke vendelleider doet de naamafroeping van zijn vendelleden. De leiders inspecteren elke chirojongen om te zijn of zijn uniform in orde is, goed gewassen en goed gekamd. Zoniet : herbeginnen.

    We dragen elke dag ons gebed op tot een bijzondere intentie en dan wordt traag de vlag gehesen. Trompetten schetteren, want de vlag is het zinnebeeld van Christus, die tussen ons verblijft.

    Elke dag wordt ook een ander wachtwoord gegeven : de blijdschap, de kameraadschap, de kranigheid, enz. Daar willen we die dag bijzonder op werken.

    De erewimpel wordt geschonken door E.H.onderpastoor aan het vendel dat zich de dag tevoren het beste onderscheiden heeft door tucht, spel, stijl.

    Alle chirojongens stellen zich op in marsorde en nu gaat het in stille mars naar de kerk, ongeveer een kwartier ver. De H. Mis, opgedragen door E.H. onderpastoor en gediend door twee chirojongens, wordt uitgelegd en samenmeegebeden door alle jongens.
    Na H.Mis en communnie nog een Marialied of een Christus-Koninglied en om 8u30 gaat het terug naar de bivakplaats. Met roffelende trommels en zinderende trompetten op kop, daarachter de groepsvlag en de vendelvlaggen, marcheren we terug.

    De muziek en de frisse chiroliederen lokken de mensen elke morgen buiten om dat schouwspel van die schone jeugd te bewonderen.

    In stilte aan tafel, een gebed en dan schuiven de boterhammen naar binnen in groot getal.
    ’s Morgens is er altijd vlees bij de boterham, ’s vrijdags Hollandse kaas.

    Het gaat er luidruchtig toe nu, want het is de eerste keer dat ze tegen mekaar mogen babbelen sinds 9 u van de vorige avond !

    Na het morgenmaal bedden maken, alles in orde brengen en inspectie.

    De lakens moeten schoon liggen, de dekens netjes geplooid er bovenop, dan hun uniformhemd en das. De groepsleider ziet bij elke jongen na of het fijn in orde is, en dan trekken de jongens per afdeling naar het bos of plein. Zij dragen hun spelkledij.

    De kerels hebben gewoonlijk nog enkele diensten : mee afwassen, patatten schillen, alles opkeren, enz.

    Terwijl al het jong volk aan het spel is, of stijloefeningen doen, zijn onze brave bivakmoeders al naarstig bezig met een lekker middagmaal te bereiden. En ze hebber er verstand van, dat kunnen al onze jongens getuigen.

    11u30 : de jongens komen terug. Handen wassen en in stilte terug naar binnen.

    “Angelus” gebed en dan eten.

    Een goei dikke tomatensoep, patatten met groenten en saus en één of meerdere stukken vlees. Koekjes als dessert. Buikje vol, harteke rust.

    Tot 13u30 ligt iedereen op zijn bed en kan in stilte wat beeldekens zien in de Zondagsvriend en rusten.

    Om 13u30 zangoefening en herhaling van kampvuurnummers en dan met heel de groep terug de bossen in om een groot groepsspel te doen.

    Tegen 16u30 komen ze als uitgehonderde wolven terug en heelder broden verdwijnen als sneeuw voor de zon. De boterhammen worden aangeengeplakt met confituur of jam. Soms zijn het al eens gestoofde peren of rabarber.

    En weer gaan ze op tocht. Ze ontcijferen moeilijke spoortekens of trekken naar de pleinen bij de paters of ze nemen een modderbad in de vijver van de paters.

    Om 19u45 Angelus en avondmaal, nog een korte avondwandeling terug in uniform en rond 21 uur staan ze terug in slotformatie rond de vlaggenmast en het Mariakapelletje, dat stemmig verlicht is door een flikkerend kaarsvlammetje.

    Wij bidden daar een tientje voor allen die ons duurbaar zijn. E.H. Proost geeft een kort avondwoordje, de groepsleider drukt op de volledige stilte tot de volgende morgen na de H. Mis. In de duisternis klinkt heel gedempt het avondlied : “Daal in d’ avondzon o vlag. Kristus-Koning goede nacht”. En langzaam daalt de vlag neer. Een lichtstraal van een straffe pillicht volgt langzaam de vlag. Alles is roerloos en stil : gans de natuur zwijgt, en de uitstervende trompetklanken vanin de verte doet die stilte tot in ons hart doordringen.

    Geluidloos gaan allen binnen en blijven rechtop staan voor hun bed.

    De completen worden gebeden en gezongen door de jongens.

    Ze knielen neer voor hun bed en bedanken Maria voor al het schone dat ze die dag ondervonden hebben, voor dat grote geluk dat ze gekend hebben, en dat zovelen niet kennen.

    Ze liggen op het harde stro maar spoedig zullen ze slapen als echte marmotten.
    De leiders dekken hen nog eens goed onder, en weldra ligt alles in rustige slaap.

    De leiders waken nog een tijdje over hen en zullen dan samenkomen om de afgelopen dag te bespreken, en de volgende dag voor te bereiden.

    Zo verloopt daar elke dag van het bivak, in geest van tucht en stijl en gebed.

    Zo moeten onze chirojongens thuis ook leren van diezelfde chirogeest mee te dragen, die geest van flinke, christelelijke chirojongens.

    Ze zijn niet alleen chirojongens op het bivak of ’s zondags namiddag, ze moeten chirojongen leren worden elke dag : blije jongens, kranige jongens, christelijke jongens !

                Louis Vloebergh.”

    04-03-2012 om 12:22 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto’s :

    -Twee keer de B.J.B.-meisjes van Leest in vroeger tijd.

    -De bedevaarders van Leest naderen de eindmeet. Rechts het ‘fabriekske’ van Battel waar nu Happyland is gevestigd. De foto dateert van midden jaren ’50.

     

    1954 – 15 april : Die dag deden te Leest 32 kinderen hun Eerste Communie.

     

    1954 – 25 april : Bedevaart naar Scherpenheuvel van Boerengilde en B.J.B.

     

    1954 – 2 mei : B.J.B.-meisjes naar Scherpenheuvel.

     

    1954 – 9 mei : Nationale Meivaart voor de Chiro te Scherpenheuvel en in het Leestse

                parochiehuis Maria-avond.

     

    1954 – 14 mei : De Boerinnengilde bezocht Oostakker.

     

    1954 – 24 mei : Boerinnengilde en B.J.B. naar Lourdes.

     

    1954 – 27 mei : De Fanfare Arbeid Adelt stapte mee in de Rerum Novarumstoet te

                Mechelen.

     

    1954 – 29 mei : Voettocht van de “Compagnie” naar Scherpenheuvel.

     

    1954 – 30 mei : De K.W.B. naar Scherpenheuvel.

     

    1954 – 11 juli : Friscodag van de Chiro.

     

    1954 – 19 juli : De K.W.B. naar Lourdes.

     

    1954 – 29 juli : De V.K.S.J. naar Lourdes en de B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs

                Zomerfeest Duffel.

     







    04-03-2012 om 12:17 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto’s :

    -Victor Van Hoof in ’57 met echtgenote Maria “Leonore” Mees en Duitse herder Mirra.

    -De garde tijdens zijn dienst. Achteraan café De Zwaan.

    -Victor op het einde van zijn loopbaan. De garde werd politie-inspecteur onder Mechelen.

     

    1954 – 1 april : Victor Van Hoof volgde Jan Theodoor Huybrechts op als veldwachter

                te Leest.

                Victor was op 1 januari 1926 te Leest geboren als zoon van Jan Edward en

                Florentina De Schoenmaeker.

                Die geboortedatum bezorgde hem veel nadeel vertelde hij vaak : “Ik heb nooit

                ten volle kunnen genieten van een echte verjaardag, steeds waren er de

                naweeën van oudejaarsavond en het vieren van nieuwjaar zelf.”

                Gelukkig voor hem mocht hij op school de lessen volgen met de jongens van

                1926, zodat hij eigenlijk wat vooruit was op zijn tijd.

                Na de Leestse gemeenteschool liep Vic school te Mechelen in de “Oefenschool

                onder den toren”, om er onderwijzer te worden. Zover kwam het niet.

                Op 14-jarige leeftijd hield hij het voor bekeken en ging werken in garage

                De Baere aan de Leuvensesteenweg te Mechelen (de latere Hanswijk –Renault

                garage).

                Het was inmiddels oorlog geworden en de dag dat Victor 18 werd stonden de

                Duitsers aan de deur. Victor werd verplicht te gaan werken in de wapenfabrieken

                FN te Luik.

                Na 14 dagen muisde hij er vanonder en hield zich ondergedoken bij landbouwer

                en  schepene Henri Van Den Heuvel in de Hertstraat te Leest, tot en met de

                bevrijding in september 1944. Hij zou Henri eeuwig dankbaar blijven voor het

                enorme risico, het gulle onthaal en het zachte stro-bed.

                In  october 1944 bood hij zich aan als oorlogsvrijwilliger en diende tot juni

                1946 onder Engels commando in het Duitse bezette gebied (8e Bataljon Fuseliers

                3de Cie).

                Nadien keerde hij terug en hervatte zijn werk in de garage.

                Op 3 april 1948 huwde hij met Maria “Leonore” Mees uit Blaasveld.

                Toen in 1953 een examen uitgeschreven werd voor veldwachter waagde Victor

                zijn kans.                                

                Zijn grootvader, Isidoor Constant, beoefende de functie van 1900 tot 1924

                en ook zijn vader ambieerde die, maar hij moest het afleggen tegen Jan Theodoor

                Huybrechts, onder meer omdat laatstgenoemde oud-strijder was.

                Begin november 1953 werd hij opgeroepen voor het examen dat werd afgenomen

                in de raadszaal van het gemeentehuis te Leest. Dit samen met een twaalftal andere

                kandidaten waaronder nog een drietal Leestenaars. Na enkele weken kreeg hij

                bericht dat hij geslaagd was, een éénparige gemeenteraad steunde zijn

                kandidatuur en in maart 1954 volgde zijn benoeming.

                Op 1 april 1954 trad Victor in dienst en over wat volgde lieten wij hem zelf aan

                het woord : “De eerste dagen voelde ik mij werkelijk als uit een zak geschud en

                kon zeer moeilijk mijn draai vinden. Doch ik werd op het gemeentehuis door de

                toenmalige secretaris Bradt zeer goed opgevangen. Ook burgemeester De Prins

                viel geweldig mee en van deze mensen verkreeg ik alle mogelijke medewerking.

                Als veldwachter heb ik met drie burgemeesters in de beste verstandhouding

                samengewerkt. Eerst Pieter De Prins, dan Emiel Verschueren en als laatste

                August Lauwers. Zonder aan de twee anderen iets te kort te doen, heb ik aan

                August Lauwers de beste herinneringen. Die viel niet alleen op door zijn

                werkkracht maar ook door zijn totale inzet, in dienst van de ganse Leestse

                bevolking ongeacht politieke kleur. Blek of Sus, iedereen was welkom bij hem.

                Hij had de moed en de ambitie om van Leest een mooie gemeente te maken.

                Met een minimum aan mogelijkheden heeft hij er het maximum uitgehaald.

                Dan volgde in 1977 de fusie met Mechelen.

                Met vijf veldwachters werden we bij het Mechels politiekorps ingelijfd.

                We werden er goed opgevangen.

                Terugblikkend op mijn loopbaan mag ik stellen dat ik een goede tijd heb gehad.

                Steeds een goede samenwerking met de overheid en een, op enkele uitzonderingen

                na, goede bevolking. Alhoewel men het als enig politieman op een gemeente,

                soms wel zeer moeilijk heef. Automatisch wordt men dagelijks geconfronteerd

                met het wel en wee van de inwoners.

                Soms met de meest tragische, doch ik heb mij voorgenomen enkel de meest

                plezierige te onthouden. Zo kreeg ik op een bepaalde dag een vrouw bij mij die

                haar beklag kwam maken over het wangedrag van haar echtgenoot.

                Deze sloeg haar, gaf haar geen geld en zo meer. Ondanks alles vernam ik dat ze

                nog steeds op hem verliefd was. Na haar jeremiade te hebben aanhoord, kon

                ik haar laten plaats nemen op een stoel. Met de belofte een tas koffie voor haar te

                laten klaarmaken, kon ik mij even verwijderen en kon ongezien een buurman

                vragen om haar echtgenoot naar mij te laten komen.

                Terwijl ze haar koffie opdronk leek ze volledig gekalmeerd. Toen ging de bel,

                ik opende de deur en wat een toeval, daar stond haar echtgenoot. Ik bereidde hem

                op de nakende confrontatie voor, doch toen ze elkaar zagen brak de hel los.

                Ik kon, buiten mijn verwachting, de gemoederen bedaren, ze spraken met mekaar

                en enkele minuten later vielen ze in elkaars armen.

                Hij met de belofte nooit meer te drinken en zij zou steeds tijdig het eten

                klaarmaken. Het mooiste was hun vertrek, zij was te voet gekomen, hij per fiets.

                Hij nam zijn vrouwtje in zijn armen, plaatste haar vooraan op zijn fiets en zo

                zijn ze samen naar huis gereden. Ik heb haar nooit meer over de vloer gekregen

                met klachten over haar man...

                Zo kan ik nog tientallen herinneringen ophalen...”

     

                Vic en Leonore kregen drie kinderen : Marcel (°23/8/48), Yvonne (°1950) en

                Rudi (°1954).

                Bij Koninklijk Besluit van 15 mei 1985 ontving Victor de Zilveren Palm in de

                Kroonorde.

                Na de fusie kreeg hij de graad van politie-inspecteur en in 1987 ging hij met

                pensioen na 35 jaar dienst.

               

                Victor Van Hoof overleed te Leest op 26 november 1998.

                Hoofdcommissaris en Korpschef F. Buelens schreef in zijn rouwbetuiging :

                “Bij de fusie van gemeenten in 1977 was hij blij dat hij in “zijn gemeente” en bij

                “zijn mensen” mocht blijven. Alzo behield hij als inspecteur een grote

                zelfstandigheid, ver weg van dat grote politiekorps. Tien jaar lang hebben wij met

                Victor samengewerkt en hem leren kennen en waarderen als een verdienstelijk en

                integer politieman, zowel naar zijn collega’s als naar de bevolking toe. Ook al is

                Victor Van Hoof nu gestorven, hij blijft steeds in onze gedachten.”

                Op zijn bidprentje stonden deze representatieve lijnen : “...Bescheiden, minzaam

                en rechtvaardig, zo hebben we je altijd gekend. Steeds klaar met raad en daad

                en immer bezorgd voor je kinderen en kleinkinderen...”   







    04-03-2012 om 08:49 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto’s :

    -KWB voorzitter Louis Solie (°Leest 9/4/1925, +Mechelen 7/10/2005).

    -Yvonne Verschueren (zuster Imelda).

    -Yvonne op de dag dat ze geprofest werd in het gezelschap van haar B.J.B.-vriendinnen.  

     

    1954 – Samenstelling Gemeenteraad :

                Burgemeester : Pieter De Prins.

                Schepenen : Emiel Verschueren, Prosper Busschot.

                Raadsleden : Ferdinand De Prins, Ernest De Win, Frans Van Der Hasselt, Pieter

                Verbeeck, Frans Verwerft en Lode Wuyts.

     

                Samenstelling Commissie van Openbare Onderstand :

                Voorzitter: Frans Piessens. Secretaris : Louis Verbruggen.

                Leden : Pieter De Prins, Jozef De Decker, Ferdinand De Prins, Edward De Smet,

                Louis Lauwers. (DB-1954)

     

    1954 –  “Als bekroning van de Mariamissie in 1954 werden in de kerk heel wat

                 huiskapellen gewijd (type “Belgium Mariae”) en nadien aan de huisgevels

                 opgehangen. Een enkele hangt er nog.

                In hetzelfde jaar wijdde hulpbisschop L.J.Suenens de O.-L.-Vrouw van

                Fatimakapel in.”

                (Wilfried  Hellemans, 2003 – “Negen eeuwen Sint-Niklaasparochie”)

     

    1954 – The Belgian Frankie Laineclub.

                De Frankie Laine fanclub telde in België een honderdtal leden. Leestse fans

                moesten zich wenden tot Alfons Beterams, Grote Heide 10 Leest.

                (DB, nr. 11-1954)  

     

    1954 – In 1954 kwam er een betonbaan in de Grote Heide, in de Scheerstraat en de

                Vinkstraat.

     

    1954 – De Koninklijke Fanfare “Arbeid Adelt” kreeg een nieuwe dirigent, de 32-jarige

                Edward Tersago uit Hombeek.

     

    1954 – Dat jaar noteerde men 312 abonnementen op “het Parochieblad”.

     

    1954 – Het  K.W.B.-Bestuur zag er dat jaar als volgt uit :

                voorzitter : Louis Solie, ondervoorzitter : Juul Geens, secretaris : Louis

                Verbruggen, verslaggever : Richard Van Praet en schatbewaarder : Edward

                Coeckelbergh.

     

    1954 – De Boerenjeugdbond (B.J.B.) :

                Voorzitter : Juul De Smet, Proost : E.H. De Decker, schrijver : Frans Van Linden.

                Ruitercommandant : Jan De Prins.

                Turnverantwoordelijke : Jozef Vloeberghen.

                Technisch leider : Clement De Rooster, verslaggever : Marcel Diddens.

                Overige bestuursleden : August Peeters en Joris Verbruggen.

                Deze vereniging werd gesticht in de jaren 1935 – 38.

                De ledenverdeling zag er als volgt uit :

                12 leden waarvan de vader arbeider was, 5 leden arbeiders maar met een vader

                landbouwer, 32 leden landbouwers evenals hun vaders,7 leden liepen

                landbouwschool.

     

                De Boerinnenjeugdbond (B.J.B.-Meisjes)

                Voorzitster : Leonie De Smet, Proost : pastoor Coosemans.

                Ontspanningsleidster en schrijfster : Mariette Coekelberg.

                Hoofdmeisje van “Jong-BJB” : Leonie Muysoms.

                Lesgeefster : Mariette De Prins.

                Overige bestuursleden : Georgette Daelemans, Jozefine Diddens, Augusta

                Polfliet, Maria Verbruggen, Louisa Vloebergh.

                Stichting : 1928.

                Leden : 39.

                Ledenverdeling : 27 waarvan vader landbouwer was (4 liepen school, 4 gingen

                uit werken), 12 leden waarvan vader arbeider was (3 liepen school en 4 werkten).

                (DB,1954)

     

                De Boerinnengilde(de latere KVLV)

                Had in 1954 175 leden.

                Proost was pastoor Coosemans en voorzitster-schrijfster : Maria Rheinhard.

                Wijkmeesteressen : L. Selleslagh-Verbergt uit de Bist, C.Brugghemans

                Alemstraat, S.Vloeberghen-De Maeyer Kleine Heide, M.Absillis Blaasveldstr.,

                J.Peeters-Lamberts Tisseltbaan, P.Huysmans-De Hondt Elleboogstraat,

                P. Verbruggen-Van Boxem Tiendeschuurstraat, M. Diddens-Vloeberghen

                Dorpsstraat, M. Piessens-Robijns Dorpsstraat, M. Van Beveren-Busschot

                Scheerstraat, A. Hellemans-Scheers Dorp, M. Keulemans-Rochtus Kouter en

                J. De Rooster-Somers Oude Leestse Battel.

                (DB,1954)

     

    1954 – 10 januari : De Chiro voerde “Verwoeste Levens” op. (DB-1954)

     

    1954 – 18 januari : Boteractie Oostpriesterhulp bracht 12.000 fr op. (DB-1954)

     

    1954 – 2 februari : Yvonne Verschueren (°Leest 30/4/1931) naar ’t klooster te O.L.V.Waver.

                  (DB-1954)

     

    Kleding van Yvonne Verschueren bij de zusters ursulinen te O.L.Vr.Waver

    “Op de 8ste september werd Yvonne Verschueren gekleed te Waver bij de zusters Ursulinen.

    Vele Leestenaars hebben nog nooit in hun leven zulk een plechtigheid bijgewoond. Daarom geven we hier, aan de hand van één der aanwezige B.J.B.-meisjes, een ooggetuigenverslag over die schone plechtigheid :

    ‘Op woensdag 8 september was het in het Instituut der E.E.Z.Z. Ursulinen een hoogdag. Ook voor ons B.J.B.-meisjes was het een dag die we nog lang zullen herinneren, want één van onze beste zusjes, namelijk Yvonne Verschueren, zou plechtig het kloosterkleed ontvangen. Een langverwachte droom werd voor haar werkelijkheid.

    Om 9 u ’s morgens vertrokken we met elf per fiets naar O.L.Vr.Waver. Alles was daar in feeststemming, de kapel was prachtig versierd met bloemen en tapijten. Even na 10 u kwam Yvonne, met begeleiding van triomfantelijke orgelmuziek, de kapel binnen, als een bruidje, wit kleed met sleep en een tullen sluier met kroontje. Nadat ze plaats  genomen had kwam Z.E.H. Deken, omringd door zijn assistenten, tot bij haar, en gaf haar een kruisbeeld dat ze tijdens de hele plechtigheid in handen zal houden, en later haar kamertje zal versieren als blijvend aandenken aan die onvergetelijke dag.

    Daarop begon de Plechtige H.Mis, die gezongen werd door het koor der E.E.Zusters.

    Op het einde van de Mis ging Yvonne tot op de trappen voor het altaar, waar Z.E.H. Deken en de Directeur van het Instituut hadden plaatsgenomen. Daar heeft ze dan aan de vertegenwoordiger van Zijne Eminentie de Kardinaal, de drie geloften uitgesproken van gehoorzaamheid, zuiverheid en armoede, en de belofte gedaan van de Regel der E.E.Z.Z. Ursulinen stipt na te leven.

    Daarop ging Z.E.H. Deken over tot de wijding van het kloosterkleed, waarop Yvonne de kapel verliet om haar blanke bruidskleed te verwisselen voor het zwarte kloosterhabijt.

    Getooid met haar nieuw kleed en een brandende kaars in de handen, omringd door vier medezusters, die elk een lantaarn droegen, kwam Yvonne terug tot het altaar, waarop Z.E.H. Deken, omringd door de zusters haar de witte doek omhing, die ze heel de duur van het Noviciaat zal dragen, namelijk twee jaren. Van dat ogenblik af werd ze opgenomen in die grote kloostergemeente der Religieuze Ursulinen.

    Onder de naam van SOEUR IMELDA zal zij zich geheel en gans wijden aan de dienst van God.

    Soeur Imelda, we zijn fier op U, en gelukkig om de schone roeping en het groot geluk dat u is te beurt gevallen. We vragen U dan ook dat U zeker in Uw gebeden Leest niet zou vergeten, en ook ons niet, uw vriendinnen in de B.J.B., waar we samen zulk een schone vorming en opleiding hebben genoten.

    (Mariette Coeckelbergh in De Band nr.10 van 1954)

     

     

    1954 – 14 februari : De Leestse B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs in een

                gewestelijk zangtornooi. (DB-1954)

     

    1954 – 16 maart : Filmen over Fatima in de parochiezaal. (DB-1954)







    04-03-2012 om 07:27 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Bij de foto’s :

    -zuster Annuntiata

    -zuster Gonzaga

    -zuster Alberica

    -zuster Adelwina. Zij stond in voor de keuken, de tuin en het wassen en plassen…

      

    1953 – November : Zuster Annuntiata kwam te Leest in dienst.

                  Bij de jongens en meisjes van mijn generatie werd ze de “dikke zuster” genoemd.

                  Ze stond in het eerste kleuterklasje en was naar mijn herinnering zeer streng.

                  Nog veel strenger was de “lange, smalle zuster”, zuster Gonzaga  van de volgende

                  klas. Eén van die twee heeft ooit mijn hoofd onder een koude waterkraan

                  gehouden omdat ik “gebabbeld” had…

     

    De zusters Annonciaden (zie ook 1962)

    De zusters Annonciaden namen te Leest hun intrek in het nieuwe klooster naast de meisjesschool op 6 januari 1938.

    Sinds september 1932 waren reeds  zusters Gonzaga en Wivina van het klooster te Hombeek hier werkzaam in de kleuterklasjes. De meisjesschool telde toen drie leken-onderwijzeressen.

    In februari 1933 kwam zuster Alberika aan, in 1937 zuster Virginie die schoolbestuurster werd.      

    Bij het “herstructureringsplan” der zusters Annonciaden, werden school en klooster in 1973 overgenomen door de parochie.

    De drie laatste zusters : Michelina, Annunciata en Adelwina verlieten Leest om hun splinternieuw rusthuis in Hadschot (Geel) te vervoegen.

    “Al die jaren hebben de zusters hun beste krachten gegeven aan de opvoeding van de hun toevertrouwde kinderen. Een paar jaar terug werden nieuwe kleuterklassen gebouwd. Zusters Gonzaaga en Annuntiata wisten deze om te toveren in een waar ‘kinderparadijs’. Wie komt niet onder de indruk van die joviale lach van zuster Alberika ? En aan hoeveel parochiale verwezenlijkingen hebben onze zusters al niet meegewerkt in de serene atmosfeer van hun klooster ? Hoevele Leestenaren zijn er komen aankloppen voor gebeden in alle nood. Zij verdienen onze eerbiedige achting en waardering.”

    (De Band-1956)  

     

    1953 – 1 oktober : Grote missie tot 11 oktober. Drieduizen kommuniën werden uitgereikt

                op 10 dagen. (DB-1956)

     

    1953 – Eind 1953 telde Leest 1851 inwoners, waarvan 963 mannen en 888 vrouwen.

     









    03-03-2012 om 11:57 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De twee daaropvolgende jaren serveerde Milac de “Lach-Express” van Johnny Steggerda.. Deze bonte avond bestond in ’67 uit Animal, een “musical comedian”, fantaisiste Sylvia Van Loo, “showman” Rikky Perl, charme-zanger Victor Winne, parodist Marcel, “teenage-zangeres”Dany, drum solist Benny Permentier, parodist Fakir Patat, chinese act Ye Yin Ti en het vermaarde succes orkest The Beatmixers. Een avond vol afwisseling met “humor, muziek, zang,, sketchen, varieté, pret, spelen enz,.” en met de medewerking van de sigaretten St.Michel en Het Nieuwsblad – Sportwereld.

    De opkomst dat jaar was minder, omdat het evenement uitzonderlijk op een zondag plaatshad en samenviel met de Mechelse bloemenstoet.

     

    Mogelijk was dat de reden dat men in ’69 overstapte naar een dansavond.

    Op zaterdag 27 september werd een eerste Milac-Bal georganiseerd in zaal St-Cecilia in de Dorpsstraat. Dit met toelating van het gemeentebestuur. Aanvang 20 uur, inkomgeld : 40 frank. De muzikale omlijsting werd verzorgd door “The Lords”.

     

    In 1970 en ‘71 werd  zaal Sint-Cecilia opnieuw afgehuurd en tot  2 uur in de ochtend werd in ’71 gedanst op de muzikale tonen van “The Sunbeats”.

    De bonte avond ging ook dat jaar door en werd opnieuw verzorgd door het gezelschap van Steggerda. “Mini-Maxi” heette zijn nieuwste show die werd voorafgegaan door

    een inleiding van een legeraalmoezenier en een publiekspel van de sigaretten St-Michel.

    De reuzentombola met ruime prijzentafel kende een enorm succes.
    De sponsors werden in de periodiek uitvoerig  bedankt : Nuytkens (’t Hoekske), Van Hoof (garage), Schoeters (bakker), Piessens (schoenhandel), Feremans (pantoffels), Huyghe (textiel), coiffeuse Paula, Hellemans (bakker), Huybrechts (voedingswaren), Croes (beenhouwer), Walschaerts (textiel), café Telstar, ca         fé Duivenlokaal, W. De Prins (beenhouwer), Gobien (kruidenierswaren), Leemans (Centra-winkel), De Laet (café), ’t Stockske, coiffeuse Celine, Van den Eede (kruidenierswaren), Vloeberghen (café), V. Verschuren (café), E. Van Praet (kruidenierswaren), Atlasbieren, A. Lauwers (maalder), Dr. Van Medegael, De Mayer (Hombeek), Piessens L. (Mechelen), De Monte (Mechelen), Standaard (Brussel en Mechelen), Fort (Itegem), Huyghebaert (Mechelen), Tonny (coiffeur Battel), Kerremans (Heffen), Huyghe M. (Heffen), Candico (Antwerpen) en coiffeuse Vivianne.

     

    In 1972 werd de openingstoespraak gedaan door legeraalmoezenier George Herregods.

    Dat jaar werd ter gelegenheid van de “Camouflageweek” een beroep gedaan op het gezelschap “De Klaverkens” dat voor een genoeglijke avond zorgde.

     

    Omdat de opkomst beter kon opteerde het bestuur het jaar nadien opnieuw voor Johnny Steggerda en zijn Festival-Show. Met de Toka’s “Chinese fantasie”, zangeres Ingrid en Little John, de jongste jongleur van België had die voor nieuw bloed gezorgd.

     

    In ’74 besloot men het opnieuw over een andere boeg te gooien en op 11 mei bracht de Mechelse toneelkring “Jong maar Moedig”  “Het gezang van de Lusitaanse Bullebak”, een politiek geëngageerd stuk van de Duitse auteur Peter Weiss in een regie van de bekende acteur Ugo Prinsen. 

     

    Om haar verwende en steeds veeleisender publiek voldoende afwisseling te bezorgen nam het bestuur van Milac het Artistenburo “Atlantis” onder de arm en Leest kreeg in ’75 de “Atlantis-Drive-Inn-Show voorgeschotel.

     

    In 1978 stond opnieuw een filmvoorstelling op het programma : “Jesus Christ Superstar” in technocolor.

    Aalmoezenier Herregods heette de talrijke aanwezigen welkom en wees er in zijn toespraak op dat Milac-Leest, van Leest blijft. “De mensen van de Milac organisatie van de grootstad Mechelen, hoe goed ze het ook bedoelen, blijven met hun pollen van onze Milac af.”  Ogenschijnlijk wou Mechelen de Leestse afdeling impalmen.

    De aalmoezenier onderstreepte ook het belang van degelijke informatie. De legerdienst was sterk ingekort en de verloven veelvuldig. Er bleven vragen rijzen, o.a. over uitstel en ontslagen van legerdienst. Het doorspelen van die informatie was volgens hem de hoofdbekommernis van Milac geworden en de filmvoorstelling moest ertoe bijdragen om de kas in evenwicht te houden.

    De Band riep in ’78 alle Leestse miliciens op om deel te nemen aan de Internationale Militaire Lourdesbedevaart die plaatsvond van 24 tot 31 mei.

    Kostprijs voor het treinticket 2de klas en hotelverblijf : 5.000 frank. De soldaten dienden slechts 3 dagen verlof op te nemen, de rest kregen ze toe.

    De bedevaart was speciaal opgevat voor jonge mensen en stond in het teken van de vrede en verbroedering tussen soldaten van verschillende legers.

    Deze bedevaart zou nog enkele jaren georganiseerd worden.

     

    Eén van de populairste komische acteurs eind jaren ’70 was Louis De Funès.

    Het bestuur van Milac aarzelde niet en bracht op 9 februari 1979 “De avonturen van Rabbi Jacob”naar de parochiezaal. Inkom 50 frank.

    Schijnbaar met succes want het jaar nadien stond dezelfde acteur geprogrammeerd samen met Bourvil in “De Snul”.

     

    Op 26 februari 1982 werd in de parochiezaal “Monsieur Jo” vertoond, een komische film alweer met De Funès, inkom 50 frank en dat jaar stond ook een “Hypnoseavond” op het programma.  Bij mijn weten het laatste grote evenement van Milac-Leest.

    Het werd alsmaar moeilijker om zalen te vullen, de meeste mensen waren mobiel, in ’t bezit van een eigen wagen en haast iedereen had televisie. Bovendien was er de concurrentie van  andere Leestse verenigingen die niet bij de pakken bleven zitten en zelf dansavonden, kwisavonden of toneelvoorstellingen organiseerden.

     

    Volgens Karel Soors was Luc Beterams de laatste voorzitter van de vereniging.
    Nadien bestond het bestuur uit een werkgroep, lang optredend onder de leiding van aalmoezenier Herregods.

    Na diens vertrek nam Robert Verbruggen de fakkel over maar de animo was eruit en alles verwaterde om uiteindelijk een stille dood te sterven.

    Volgens Wilfried Hellemans verscheen “De Band” voor het laatst in december 1987.

    Jos Vanlaerhoven uit Battel heeft nog getracht de Bandlezers te strikken voor zijn “Willen is Kunnen” maar zonder succes.

     

    Milac-Leest heeft voor een prachtige nalatenschap gezorgd via het maandblad “De Band”. Niet alleen als spiegel van de manier van leven in het dorp aan de Zenne gedurende heel de bestaansgeschiedenis van het blad, maar ook met de vele onschatbare historische en andere bijdragen.

                     Marcel E. Van Hoof – Blaasveld 2009.

     

    Foto’s affiches eigendom Eddy Apers.

     





    03-03-2012 om 10:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                                      Filmvoorstellingen en Bonte Avonden

     

    De vereniging zorgde ook voor cultuur. Nog niet veel mensen bezaten een televisietoestel in de beginperiode van Milac en de filmvoorstellingen  en Bonte Avonden kenden enorm succes.

    Zo bestond de  “Derde Bonte Avond van Milac”  in 1957 (4 februari) uit optredens van de fanfare Arbeid Adelt o.l.v. Jozef Van der Taelen en het gezelschap “Fantasia” met  o.a. de zangeres Nelly Spriet en het Dynamo Orkest van Jean Boeckx..

    De toespraak van aalmoezenier Mercelis mocht niet ontbreken.

     

    Datzelfde jaar (14 oktober) was Leest getuige van “De Laatste Brug” een film met Maria Schell. Locatie : de parochiale feestzaal, toegansprijs 15 frank.

     

    De bonte avond van februari 1958 werd opgeluisterd door het cabaretgezelschap “De Poolster” uit Mechelen met zanger-gitarist Ludwig Könner,  droogkomieken “de Sun Spots”, clowns “Flup & Flap”, accordeoniste Simonne Van Roy en conferencier Bert Verelst. Toegang 20 frank.

     

    Datzelfde jaar kon Leest kennismaken met “de verrukkelijke” kleurenfilm “De Familie Trapp”  en met “Sissi”.

     

    In 1959 stond “De Boerenkapel van Leest” o.l.v. Theo Fierens op het programma, samen met de muzikale clown Pieke Puk, de zanger-imitator Lou Bex, het electronisch wonder Jaakske en de 9-jarige accordeonvirtuoos Rene Verholen.

     

    In ’60 kreeg humorist-conferencier Flup Van Marke assistentie van de Leestse verenigingen Landelijke Jeugd en de fanfare Sint-Cecilia en haar gemengd zangkoor.

    Datzelfde jaar bracht Rust Roest het “soldatenspel” “De ongelukkigste piot van ’t leger”.

     

    Op 30 oktober 1961 werd “Lenteparade” vertoond, de film werd voorafgegaan door een inleidend woord van de proost van Milac.

    Accordeonist Jean Everaert, Carlo Bertels, Flup Van Marken en Prosper en Miel fleurden datzelfde jaar de Bonte Avond op.

     

    Het jaar daarop serveerde Johnny Steggerda Leest zijn nieuwste cabaret-revue “Fantastisch” met medewerrking van “de zangrevelatie van ‘61”Ankie Ritzy, de internationale clowns Vussy & Baba, “België’s fantaisiste nr.1” Sylvia Van Loo, de xylophoon virtuoos Leon Dongenaers, de “papodisten” Ronny & Tonny en het orkest van Bob Poortmans.

     

    Deze show was zo goed onthaald dat Johnny Steggerda in 1963 opnieuw mocht aantreden ditmaal met  de Framatellis, een moderne illusie, met Frank Pola “de jonge zanger-fluiter en jodelaar met z’n wondergitaar”, The Barleys “fantasie in technicolor”,

    Lina Carina “de teenager zangrevelatie” en diverse sketchen..

    Datzelfde jaar werd Leest vergast op Jo Nell een zangeres bekend van televisie.

    In ’64 maakten Theo Van den Bosch en Suzy Marleen hun opwachting, geëscorteerd door de conferencier-animator Bert Joris, “de nieuwe radio en tv-ster” Rik Piers, zangeres Jetty Ost, de internationale muzikale fantaisist Stanny Stijn en het orkest Univers. 

    Toen Kees Brug datzelfde jaar met zijn gezelschap optrad was de opkomst enorm, velen moesten met een staanplaats tevreden zijn. Over de fratsen van de kleine komiek Lowieke Staal werd nog maanden nagepraat.

     

    In 1965 bestond het programma uit Dr.Gilberto & Gisela, conferencier Jos Kiebooms, evenwichtsman Julito, wervelwind Andre Belga, de clowns Rossi en Julo, Billy West en als  hoofdact country-zangeres Texas Kitty Prins, die later een eigen radioprogramma op  BRT-2 zou presenteren..

     

    Diezelfde zangeres mocht het jaar nadien terugkomen en werd geassisteerd door Joe de Fietsendief, een komisch acteur, door de wervelwind-jongleur Andre Belga, Julito “evenwicht op de fiets”, Billy West, “cowboy-spelen”, conferencier Jokie Booms en muzikaal begeleid door Jos Termonia. De inkom bedroeg toen 30 frank.

    Later werd in “De Band” opgemerkt dat de conferencier te “langdradig” geweest was en dat de verlichting te wensen overliet.

     

     

     









    03-03-2012 om 10:36 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     Foto’s

    -Georges Herregods naast één van zijn werken.

    -Christine De Laet (zuster Melanie). 

     

    Op hetzelfde moment nam verantwoordelijk uitgever Marcel Spoelders, om persoonlijke redenen, ontslag.

    In ’78 werd een nieuwe stencilmachine aangekocht, het oude had meer dan 25 jaar dienst gedaan en was tot op de draad versleten.

    Het lidgeld voor De Band bedroeg dat jaar 120 frank.

    In 1980 was dit opgelopten tot 150 frank. Dat jaar werd er een bijzonder nummer uitgegeven, een Band volledig gewijd aan de Leestse eeuweling Stanne Van Den Broeck.

     

                                        Zilveren Jubileum

     

    Naar aanleiding van het  25-jarig bestaan van Milac publiceerde De Band in 1978 bevindingen van de mensen van het eerste uur.

     

    Stichter Stany De Decker :

    Mijn goede vrienden van Leest, uw secretaris van de bloeiende Milacwerking te Leest vroeg me een korte bijdrage te schrijven, dit ter gelegenheid van het Zilveren Jubileum van Milac-werking Leest en natuurlijk van “De Band”.

    Ja, het was in het jaar 1953 als onderpastoor te Leest dat er gestart werd met het maandelijks uitgeven van “De Band”.

    De jaren voordien beperkte de Milac-werking Leest zich uitsluitend door jaarlijkse bijeenkomsten van alle kandidaat-soldaten op een voorlichtingsavond.

    Hier kwamen dan een drietal sprekers de toekomstige soldaten voorbereiden op hun komende legerdienst. Als dokter was het toen in het algemeen Dr. Stuyck die kwam spreken, op een zeer realistiche manier, zodanig dat het een paar keer voorviel dat die stoere bonken onwel werden, en een appelflauwte kregen of ’t scheelde niet veel.

    Als andere sprekers waren er : een aalmoezenier en een militiaan. Die avonden werden druk bijgewoond. Maar een Milac-werking die zich beperkte tot één avond per jaar vonden we wel een mager beestje !

    In 1953 waren we dan zover dat we de werking verder gingen uitbreiden, mede onder impuls van Jan De Decker.

    Het plan was gerijpt om een maandelijks tijdschrift uit te geven, dat bedoeld werd als een echte band tussen de soldaten en mensen van Leest. Daarom werd als naam gekozen “De Band”.

    De bedoeling was ook dat in De Band alles zou inkomen wat zich afspeelde te Leest, in de parochie, in de gemeente, in de verschillende organisaties van de parochie, van sport tot cultuur. De Band zou een tijdschrift worden van en voor alle Leestenaars.

    Zo gezegd...zo gedaan. Van in ’t begin een goed voornemen : eenvoudig bescheiden. Maandelijks niet meer dan 20 bladzijden. Maar ja...de hel is geplaveid van goede voornemens...Wij vreesden geen 20 bladzijden vol te krijgen. Elke maand was er kopij te veel ! Zo werden er nummers uitgegeven tot 40 bladzijden ! Zoveel kopij kwam er telkens binnen...Allemaal nieuws van Leest, brieven van soldaten, enz...

    Ik herinner me nog goed, die vele gezellige avonden of...nachten dat De Band moest klaarkomen. Mijn kamer van onderpastoor was veel te klein.

    We zaten daar dan dikwijls met een 10-tal mannen te werken : Jan De Decker het sorteren van alle teksten en het nazien, een tweetal om de teksten op stencil te zetten, een paar anderen, waaronder Eddy Beterams om tekeningen en opschriften aan te brengen. Emiel Polfliet aan het oude Gestetner-machine om door te draaien, dan alles bijeenrapen, pinnen, klaar maken om op te sturen naar de soldaten, enz...

    Mensen, wat werd er dan gewerkt ! Een samenwerkende vennootschap of een lopende band systeem ! Uren aan een stuk, tot na midernacht of soms tot in de vroege morgenuurtjes. Maar...De Band kwam klaar !

    De eerste maanden warern er nog maar een 100-tal abonnementen, na een jaar al een 150 en nog een tijdje later kwam De Band bijna in elke Leestse brievenbus met de regelmaat van een klok.

    ... Ik herinner me nog zeer goed dat onze vriend Jan De Decker aan ’t sakkeren was dat de kopij te laat binnenkwam, of dat hij sommige organisaties moest te voet vallen om toch maar hun tekst binnen te sturen, maar uiteindelijk kwam het toch steeds in orde !

    ...”

     

    Onderpastoor J. Verbist :

    “Van de jaren 61-66 Milac-Leest herinner ik mij dat maandelijks een uitgebreid blad “De Band” verscheen dat toen in zijn geheel uitsluitend door Luc Beterams werd verzorgd.

    Met veel nauwgezetheid en zin voor efficiëntie bracht hij maand na maand, jaar in, jaar uit, het blad bij de abonnenten. De soldaten en sympathisanten konden er het wel en wee van de parochie in volgen. Ook toekomstige soldaten werden op de hoogte gehouden van de voortdurende wijzigingen in de wetgeving.

    Jaarlijks werd er een Milac-avond gegeven die telkens een enorm succes kende bij de bevolking...”

     

    Pater Clementiaan :

    “...Het was rond 20 oktober 1958 dat ik te Leest aankwam als onderpastoor. En U weet het : ik heb er me onmiddellijk thuis gevoeld. En aan iedereen zeg ik het wanneer het te pas kom, bij die goede mensen van Leest ben ik echt gelukkig geweest. Maar ja, schone liedjes duren niet lang. Na twee jaar en half kon ik verhuizen naar St.Niklaas.

    ...

    En dan had ge daar de MILAC, er ging een paar maanden voorbij meen ik, vooraleer ik ook in die beweging als proost werd aangeduid. Alhoewel ik nooit soldaat was geweest en weinig afwist van het soldatenleven heb ik toch getracht met hart en ziel me in te zetten, om iets voor onze jongens in ’t leger te doen. Mijn taak was vooral als priester ’n morele steun te verlenen aan de voorzitter van de Leestse Milac-beweging. En, goede vrienden, dan denk ik hier heel in het bijzonder aan mijn goede vriend Jan De Decker.
    Wat heeft die man gewerkt en gezwoegd om het allemaal in elkaar te krijgen en...te houden. Nachten heeft hij gewerkt om te typen en te stencileren, uren van geduld beoefend om de kopij in handen te krijgen want De Band moest klaar zijn tegen een bepaalde datum. Het liep niet altijd van een leien dakje. Maar hij wist dat ik als proost naast hem stond en hij waardeerde dat en...hij zwoegde voort tot hij het in handen gaf van een andere vriend van mij : Luc Beterams.

    Ik wist waarvoor hij stond, hij besefte het wellicht nog niet die eerste dagen dat hij er aan begon, en hij mij op de pastorij kwam vragen om alles bij hem thuis te mogen doen.

    (Tussen haakjes : een gedeelte van het drukken werd tot nu toe op mijn kamer in de pastorij gedrukt) Ook deze man heeft enorm veel werk verricht en werkt nu nog dag en avonden en wellicht nachten eraan om van De Band iets te maken dat het lezen waard is, zowel voor het thuisfront als voor de jongens in het leger.

    Elke keer dat De Band bij mij toekomt in Lokeren, waar ik nu zeven jaar pastoor ben, kijk ik hem onmiddellijk in want hij intresseert me zoals de mensen van Leest me nog allemaal nauw aan het hart liggen...”

    Clement De Wilde (pater Clementiaan) werd in 1916 te Laarne geboren. Gedurende de periode 1947-1952 was hij als missionaris werkzaam in China. Nadat hij daar door de vervolging van de kerk uitgedreven was ging hij naar Zaïre waar hij zich achtereenvolgens in Luabo, Kamina en Kanzenze gedurende een vijftal jaren inzette voor de opleiding van de jeugd. In ’58 keerde hij naar ons land terug en kwam terecht in de Leestse parochie als onderpastoor. Van hieruit vertrok hij in 1961 naar de H. Hartparochie te St.Niklaas. Tenslotte werd hij pastoor op de Sint Antoniusparochie in Lokeren, waar hij tegelijkertijd overste was van de Paters-Minderbroeders aan de Luikstraat. Getroffen door een hartinfarct overleed hij op 6 november 1981.

     

    Christine De Laet (Zuster Melanie) vanuit Heverlee :

    “...Hartelijk gefeliciteerd met het zilveren jubileum van Milac en het vruchtbaar en schoon werk verricht gedurende 25 jaar !

    Geprezen om het ZILVER van DE BAND.

    Bedankt om het innig meeleven met lief en leed van allen, om de met gulle humor gekruide artikelen, om al de nuttige informatie en kostelijke illustraties, om het geduldig vorsen in eeuwenoude archieven.”

     

    In ’83 werd Georges Herregods benoemd tot hoofdaalmoezenier van Duitsland. Alhoewel zijn domicile in de Kouter behouden bleef, verbleef hij de meeste tijd van het jaar in Keulen. Georges had het Leestse maandblad  een onschatbare meerwaarde meegegeven, niet alleen met zijn genealogische en heemkundige bijdragen.

    De Band dankte hem op haar manier :

    “Beste Georges, wij danken u van harte voor uw inzet. Als grote bezieler en motor van De Band hebt u zich gedurende meer dan acht jaar met hart en ziel ingezet voor ons dorpsblad. Duizenden tekeningen van uw hand brachten een persoonlijk cachet aan de Band. De vele bandwerkavonden in een geest van samenwerken hebben van de Band een fijn verzorgd en veel gelezen blaadje gemaakt. Wij zijn daar fier op.

    De goede samenwerking heeft veel mensen dichter bij elkaar gebracht.

    De ontelbare keramieken die we hebben zien groeien en die je overal tegenkomt zijn als zoveel geesteskinderen waarbij men even ernstig wordt of moet lachen. Ze geven een blijk van uw mensenkennis en kunstzin.

    Georges, wij kijken uit naar uw Keulse brieven en als het kan, willen we blijven hopen op uw medewerking.”

    Aan hem werd ook nog een stukje poëzie toevertrouwd :

    “De Heiland had U lang bewaard,

    om zonneschijn te brengen

    of mensen bij elkaar te brengen.

    Nu gaat ge weer te naaste bij

    de sporen van ons Heer.

    De bloesems door U opgespaard

    zullen bloeien, telkens weer.

    Al gaat ge Georges tot ieders spijt,

    de vrienden van “de Band” geraakt ge nimmer kwijt.”

     

    Het wegvallen van George Herregods werd dat jaar op de redactie opgevangen door de nieuwkomers Luc Verelst en Karel Duysburg.

    Robert Verbruggen en Karel Soors waren de coördinators.

     





    03-03-2012 om 10:22 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Bijvoegsels onderaan :

    -Georges Herregods

    -pittoresk werk van Georges.
    -peter Clementiaan.

    -Luc Beterams.

     

    In ’60 werd Leopold Bas, na het ontslag van Jan De Decker, voorzitter en verantwoordelijk uitgever, dit tot zijn beroepshalve verhuis naar Buggenhout. 

    Pater Clementiaan (Clement De Wilde) was proost, Cyriel Verbruggen secretaris-schatbewaarder en bestond het bestuur verder uit de leden Lucien Beterams, Louis Ceulemans, Alfons De Smet, Frans Selleslagh, Louis Solie, Richard Van Praet, Frans Verbruggen, Jozef Vloeberghen en Louis Vloebergh.

    In ’61  en dit tot  1964 werd de nieuwe onderpastoor J.Verbist proost.

     

    In ’66 deed Milac een oproep aan de Leestse missionarissen op de vremde om af en toe wat nieuws te mogen ontvangen.

    Van dan af  publiceerde het maandblad ontelbare brieven van overzee.

    Jeanne De Boeck (zuster Juanita) vanuit Concepcion in Chili, Melanie De Wit (zuster Dominica), Rene De Laet en Marieke Verbruggen vanuit Zaïre. Christine De Laet...

     

    In 1970 vonden we Eddy De Smet als voorzitter terug en vestigde Georges Herregods zich te Leest.

    Het blad kreeg een heel ander aangezicht toen hij zich met de redactie begon te bemoeien.

    Naast aalmoezenier was hij ook een begenadigd en veelzijdig kunstenaar : keramist, schilder, tekenaar en auteur.

    Een vlugge gedachte en een paar rake lijnen met zijn vlotte hand volstonden om de sierlijkste pittoreske tekeningetjes op papier te toveren en De Band zou nooit meer dezelfde zijn.

    Had Jan De Decker zich al voorzichtig gewaagd aan geschiedkundige bijdragen over de gemeente, de aalmoezenier nam het hele kerkarchief onder de loep.

    Zijn historische bijdragen werden door iedereen gesmaakt : stambomen van de oudste Leestse families, de historiek van de eeuwenoude herendoeningen, van de kerk, van de pastorij, de kapellekens...

    Op 1 juli 1975 overleed te Berchem medestichter en stuwende kracht van Milac en De Band Jan De Decker. Jan was amper 43 jaar. Hij werd  te Leest geboren op 27 februari 1932. Jan stond ook aan de wieg van de jongenschiro in Leest, in 1948.

    In 1960 had hij zijn ontslag ingediend als voorzitter van Milac en De Band. Hij  kon deze functies niet langer cumuleren met zijn beroep als verantwoordelijke op het bureel van de Kristelijke Bedienden Centrale te Antwerpen.

     

    Na de fusie met Mechelen in ’77 vreesde men in Leest om opgeslorpt te worden door de stad en in ’79 gaf de redactie aan dat De Band “gestart als soldatenblad,  principieel een soldatenblad zou blijven, maar omdat na de fusie met Mechelen het gevaar bestond de eigenheid te verliezen zou het blad een tweede taak op zich nemen. Niet enkel een band vormen tussen de miliciens en hun thuis maar ook een band tussen haar lezers en hun heimat “ons Leest”.

    Er werd de lezers verzocht om intressante, originele en liefst streekgebonden verhalen en die kwamen er ook..

    Anselms Jedrie (Jacob Albert Huysmans) puurde uit zijn machtige geheugen en schreef de prachtigste proza neer. De “Sussen “en de “Blekken” kwamen weer tot leven en zijn herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog spraken tot de verbeelding.

    Ook Frans “Susse”  Teughels liet zich niet onbetuigd en toonde het tijdsbeeld van het interbellum, de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende periode.

    De poëzie van Kamiel De Wit kleurde De Band en Guido Hellemans zorgde voor literaire bijdragen : Guido Gezelle, Rodenbach, Timmermans, Elsschot, allemaal kwamen ze aan de beurt.

    Er verscheen een “hoekje van de tuinman”, verzorgd door Toon Lamberts en Karel Soors leverde menig belangwekkend intervieuw af en stond in voor vele natuurbijdragen.

    Gelegenheidsauteurs waren ook o.a. Marcel Van Hoof, Wilfried Hellemans, Stan Huysmans, Katelijne Duysburgh, H.Labio, Georges Veiller....

    Vevoc, Chiro, SK en VV-Leest, Voetspoor, Het Rijke Nest, NSB-Leest, Davidsfonds, KVLV, KLJ, Rust Roest, KWB, Boerengilde, KVG Zennevallei, dansgroep Korneel, Leefmilieu Leest, de Landelijke Rijvereniging, de gepensioneerden...leverden hun eigen bijdragen en ook de rubriek Burgerlijke Stand mocht niet ontbreken.

     

    Jarenlang zou Luc Beterams het secretariswerk van Milac en ook de redactie van De Band op zich nemen tot hij in 1978 wegens gezondheidsproblemen ontslag nam.

    Luc werd meteen de eerste en enige Ere-Voorzitter.  

     









    03-03-2012 om 10:03 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    bezoek aan de Belgische kazernes in Duitsland.

    Van l. naar r. : Jan De Decker, Sophie De Schoenmaecker, Jang Mees (schoonouders van Vic Van Hoof), onderaan Marcel Van Hoof.

     

    Onder de titel “Zij trokken een spoor”  liet de redactie dat eerste jubileum ook enkele oud-onderpastoors aan het woord.

    Ex-proost Stany De Decker :

    “...Regelmatig ontvang ik hier nog DE BAND, en ik moet zeggen, ik ben steeds nieuwsgierig...zo gauw die binnenkomt moet alle werk maar een beetje wachten, de gazet wordt opzij geschoven en D.B. doorbladerd. Zo kan ik nog echt meeleven met mijn vroegere parochie. Al die namen die men leest, zijn er nog allemaal die zoveel zeggen ; al die verslagen die men leest getuigen van die echt goede geest die er te Leest heerst.

    Bij de aankondiging van het JUBILEUMNUMMER heb ik nog eens een groot pak bovengehaald : al de nummers van De Band van nummer één af, en ik zeg : het is een groot pak. Als men nu dat eerste nummer beziet, wel, het is om compassie mee te

    hebben : zo dun, zo schamel, zo primitief, zo’n artistieke tekeningen en een stijve soldaat die met een stuk geweer met een scheve-schele loop de wacht houdt bij een invallensgereed huis... En nochtans, toen dit eerste nummertje geboren was, waren we fier : HET WAS ER ! We konden nu verder bouwen. En dat verder bouwen heeft voortgeduurd, en het is er steeds op vooruitgegaan. De Milac-werking van Leest kreeg vaste vormen, meer en meer personen werden eraan geïntresseerd. En zo kwam het tot een grote ploeg medewerkers.
    De medewerkers van voor een paar jaar, kunnen zeker getuigen dat we zo bij volle activiteit graag eens een foto zouden genomen hebben van mijn kamer ! Het was een warboel in de hoogste graad, maar er werd gewerkt en gezwoegd om tijdig een nummer klaar te krijgen. Aan mijn bureel zat er één de stencils te typen, aan de andere kant waren er een paar bezig te illustreren : hier een opschrift, daar een tekening. Aan de drukmachine werd er aan een geweldig tempo de ene stencil na de andere doorgedraaid. Het was van “draaien altijd maar draaien”, maar ook van “zweten altijd maar zweten”. Er zijn avonden geweest dat we er zo maar een 12.000 bladen papier doordraaiden : een speciaal Paas- of Kerstnummer ging tot 40 blz, en werd gedrukt op 300 exemplaren !

    Maakt de vermenigvuldiging en ge zijt er ! En aan mijn tafel zaten intussen een paar medewerkers ijverig de adressen van de abonnenten op de eerste bladzijde te schrijven, of likten hun tong droog aan de adresbandjes.

    Eens het typen gedaan, alsook het tekenen en illustreren, adresseren en tourneren, begon het werk van het samenbundelen. En dat ging aan de lopende band ! Een drie tot vier man koersten de tafel rond, waarop al de bladen schoon in hoopjes bijeen lagen.

    Al lopens werd er van elke hoop een blad geritst en al die bladen kwamen samen bij iemand die ze gelijk legde, een volgende sloeg er haakjes in en de stapel “Banden” groeide gestadig. Dat werk gedaan werden ze gesorteerd per straat en de volgende dag meegesleurd naar de Meisjesschool waar onze flinke helpsters steeds zo goed hun best gedaan hebben om die maandelijks rond te doen, nieuwe abonnenten te winnen, geld te ontvangen, enz.. De Eerwaarde Zusters hebben er dikwijls veel last mee gehad...

    De grote hoop “Banden” was nu weg, maar nu dienden er nog pakjes gemaakt voor de soldaten, de zusters en paters in de Missie en voor al de lezers buiten Leest.

    Hiermee kon ik dan de volgende dag naar de post geladen als een muilezel (meer muil dan ezel...) 

    ...”

    In 1956 zag het Milac-comité er als volgt uit :

    Proost : onderpastoor Leo De Schutter, voorzitter en hoofdopsteller van De Band : Jan De            Decker. Leden : Fons De Smet, Fons Polfliet, Louis Polfliet, Frans Selleslagh,

    Voor de KWB : Louis Solie en Richard Van Praet.

    Voor B.J.B. : Juul De Smet en Frans Verbruggen en voor de Chiro : Emiel Polfliet.

    Twee jaar later kreeg het versterking van Alfons Geerts, Gaston Keulemans, Cyriel Verbruggen, Louis Vloebergh en Victor Van Hoof.

     

    In 1957 ontvingen de Leestse miliciens met Kerstmis elk een pakket van Milac Leest, bestaande uit : “De Witte” en “Jeugd” van Ernest Claes, series kerst- en nieuwjaarskaarten, humoristische en artiestieke kaarten, sluitzegels, een bloc briefpapier en 100 omslagen, een foto-album, een wandplaat voor kamerversiering en een pak tijdschriften.

     

    Het jaar nadien kregen de in Duitsland gelegerde Leestse miliciens eigenhandig hun geschenken overhandigd van Jan De Decker. (zie foto)

    Samen met garde Victor Van Hoof, diens schoonouders en zoon Marcel, werd kazerne na kazerne bezocht.

     

     

    03-03-2012 om 09:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In augustus 1957 werd het vijfstigste nummer van “De Band” uitgegeven. Van die gelegenheid maakte de redactie gebruik om een speciale oproep te lanceren aan alle Leestse handelaars en “neringdoeners” om dit jubileumnummer te voorzien van reclame. Alle huizen van Leest kregen  toen het maandblad in hun bus gestopt.

    “Indien de Leestse handelaars en neringdoeners deze maal met hun reclame zouden achterwege blijven, zullen wij ons moeten wenden tot winkels UIT HET OMLIGGENDE”.

    U zelf zult er over beslisen welke weg wij zullen moeten kiezen ! Dergelijke plaatselijke publiciteit kan niet zonder vruchten blijven voor u !!!!!”

    Aldus de oproep...

     

    Milac had het in de beginperiode schijnbaar niet makkelijk om au sérieux genomen te worden bij de Leestse bevolking.

    In hetzelfde jubileumnummer plaatste Jan De Decker toen volgende kanttekeningen in zijn periodiek :

    “Wij hoeven zeker niet te zeggen dat én onze soldatendienst én de uitgave van ons maandblad vijf lange jaren vele moeilijkheden hebben meegebracht :

    geldnood, tegenkantingen, onbegrip, onverschilligheid (vooral van die mensen

    die door hun ambt of functie de eersten zouden moeten zijn om ons werk te steunen en aan te moedigen...), gebrek aan medewerking, afbrekende kritiek,  kwaadwilligheid en zo meer...

    Spijts dit alles, hebben wij kunnen volhouden en al die uren, uren en uren die ons werk heeft gekost, hebben wij niet gewogen noch geteld.

    Hetgeen wij hebben gedaan én door ons MILAC-werk én door ons blad, gebeurde steeds met de betrachting : goed te doen. Mogelijk zijn we er niet altijd in geslaagd.

    Wij betuigen onze erkentelijke dank aan al degenen die, onder welke vorm ook, ons werk hebben helpen in stand houden en uitbreiding te doen nemen. Dank aan de vele sympathisanten van MILAC die zo massaal onze bonte  avonden hebben bijgewoond.

    Dank aan al die soldaten die ons regelmatig geschreven hebben, vaak ook       persoonlijke brieven waarin zij openhartig hun moeilijkheden bloot legden en

    waarin de schrijnende behoefte merkbaar was aan een zacht gebaar en een warm

     woord. De meesten in deze categorie hebben wij kunnen helpen door onmiddellijk

     contact te nemen met officieren, aalmoezeniers en hooggeplaatste personen.

    Wij laten aan anderen over om te zeggen wat die vijf jaar MILAC voor een honderd soldaten hebben betekend.

    Wij hebben bijna voortdurend onze soldaten met kleine attenties bedacht, hen er aan herinnerd dat er nog iemand aan hen dacht, dat het thuisfront hen niet vergeet.

    Het weze ons hier toegelaten, er –met pijn in het hart- op te wijzen dat 8 op de 10  jongens, na hun militaire dienst ons blijkbaar niet meer kennen of misschien nooit gekend hebben, ook al hebben ze vroeger wel geschreven “ik zal niet vergeten wat ge voor mij hebt gedaan...” Acht op de tien lopen ons na hun soldatentijd “stoemmelings” voorbij, een paar zeggen (mompelen) nog “iets”, anderen zeggen helemaal geen bakkes meer.

    Merci mannen...

    Sommige soldaten laten GEDURENDE MAANDEN GEEN SIKKEPIT  van zich horen.
    Het is gebeurd dat dergelijke “zware gevallen” dan nog op de koop toe, achter onze rug (natuurlijk...), babbelen :  “ik krijg van de Milac niets meer, nu kunnen ze ook ontploffen”, zonder er bij te voegen dat ze nog niet eens hun nieuw adres hadden laten weten.

    Wij halen deze treurige feiten hier aan om U een beeld te geven van de omstandigheden waarin wij vaak moeten werken (en volhouden...).

    Nog dit : een paar bewegingen en bonden geven nog de indruk dat MILAC ten slotte maar een “boekske” (sic...) is of “iets” dat niet veel te betekenen heeft. Wij hebben het inderdaad beleefd dat leden uit parochiale organisaties zich lieten ontvallen : “wat hebben wij toch met die Milac te maken”...

    Vergeten wij niet dat de nationale MILAC de soldatendienst is van het JEUGDVERBOND VOOR KATHOLIEKE ACTIE en als dusdanig door het Belgisch Episcopaat werd herkend, elf jaar geleden.”

    Jan zou in zijn maandblad nog vaak van leer trekken tegen alles en iedereen wanneer hij of zijn vereniging tekortgedaan werd.

     

    Hij was ook een fel verdediger van morele waarden. Zo publiceerde hij in het kerstnummer van ’56 volgend markant artikel onder de titel “Einde legerdienst”.

    “Einde januari zullen volgende soldaten afzwaaien : Theo Fierens (gekazerneerd te Neheim bij de Artillerie), Maurice Huysmans (Siegen-Infanterie), Antoine Lauwens

    (Mechelen-Transmissie) , Hendrik Moons (Brasschaat-Artillerie), Hubert Selleslagh

    (Brasschaat-Artillerie), Louis Keulemans(Aken-Artillerie), Henri Somers (Ossendorf-Artillerie).

    Wij wensen hen nog veel plezier de laatste dagen van hun legerdienst en hopen dat zij plezant maar deftig zullen AFZWAAIEN en zij niet zullen aanlanden thuis : bezopen....

     

    Het is werkelijk treurig om zien hoe sommige soldaten afzwaaien...

    De sjerp om de hals, de pots in de nek, de kittbag na zich sleurend en hees brullend het “en we zijn d’er van de klas...” Triestig wanneer men hen gedurende de reis over hun braspartijen hoort vertellen... Triestig wanneer men hen van de ene naar de andere café ziet waggelen...Triestig wanneer men sommigen stomdronken langs de straat vindt...

    Triestig wanneer men bij het afzwaaien van een ongeluk hoort...

    Triestig wanneer soldaten de laatste dag, de dag van hun afzwaaien, stommiteiten doen, dingen die ze gedurende hun legerdienst nooit hebben gedaan...

    Triestig voor de vader, de moeder, de verloofde...

    “Iedereen doet het”. –“Een mens zwaait maar eens af en ’s anderendaags begint een nieuw leven !”

    Ja, ’s anderendaags begint een nieuw leven voor Jan Klaassen, die zonder werk zit en moet gaan stempelen. Had hij maar de 1.500 frank de laatste acht dagen van zijn troep niet verdronken...

    ’s Anderendaags begint een nieuw leven voor Piet Pieters, die nog in een nachtkroeg is aangeland op de vooravond van zijn afzwaaien en stommiteiten heeft uitgestoken...

    Was hij ook maar de laatste avond trouw gebleven aan zijn meisje...

    ’s Anderendaags begint een nieuw leven voor iedere afgezwaaide, een leven van “burger” en enkele maanden nadien zien zij vol afkeer neer op de soldaten die zo smerig afzwaaien.
    WIJ VRAGEN GEEN LIJKDIENST : wij zijn de eersten die zeggen dat er moet gefeest worden wanneer een jongen met zijn legerdienst gedaan heeft. Feest moet er zijn maar geen BRASPARTIJ.

    OUDERS, helpt hen plezier maken, niet onderweg, niet in cafés, maar THUIS.

    Op de dag van afzwaaien moet het een feest zijn van de “blijde thuiskomst”.

    SOLDATEN, gij hebt in houding gestaan, gedefileerd, gemarsjeerd voor hogere en lagere officieren. Gij waart fier toen zij u een blik van waardering gunden. Méér dan alle officieren is UW MOEDER. Komt niet thuis met een ferm stuk in uw botten en met bezopen ogen, maar komt naar huis : fier, rein en blij en gaat dan nog eens in houding staan voor uw moeder en kijkt haar in de ogen. Meer dan een blijk van waardering zal zij u gunnen, zij zal u aankijken met liefde en al haar zorgen zullen vergeten zijn, daar zij weet dat gij teruggekomen zijt, fier, rein en blij, beter dan toen gij ging.

    En toont uw militair zakboekje aan vader. Hij zal fier zijn als hij kan zien dat gij een goed soldaat zijt geweest.

           Uw vriend Jan.”

     

    Bijvoegsels:

    -Zo zag het schutblad van De Band er toen uit.

    -Het 50ste nummer.

    -Jan De Decker







    02-03-2012 om 16:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    Sooi Willems in actie. Een archieffoto uit de beginjaren van Milac.

     

    Bezieler Aalmoezenier Sooi Willems vertelde in ’85 :

     

    “Bij de bevrijding in september 1944 werden de klassen 1941-1942 gemobiliseerd en voor opleiding naar Engeland en Noord-Ierland gestuurd, met de bedoeling desgevallend ingezet te worden bij de krijgsverrichtingen in Duitsland. Want de oorlog was nog niet gedaan. Bij die gemobiliseerden is de idee gegroeid dat er iets moest gebeuren voor de soldaten : een uitbreiding van wat K.A.J. en B.J.B. als dienst voor de soldaten  hadden voor de oorlog. Toen Duitsland was gevallen, hoorde men van het bezettingsleger en het verwoeste Duitsland de wildste verhalen : over de miserie van de bevolking en de sexuele avonturen van de soldaten.

    Kortom, Duitsland was gevaarlijk voor onze brave jongens. 

    Onder impuls van Kan. Dubois in Roeselare zijn leiders van jeugdbewegingen samengekomen. Het echte idee is daar geboren : er werd een actie opgezet in West-Vlaanderen. Heel vlug werd het idee overgedragen naar het Nationale Jeugdverbond van Katholieke Actie, waarvan Mgr. Cruysberghs algemeen proost was.

    Gedelegeerden van de diverse jeugdbewegingen, o.a. De Schuyffeleir van K.A.J., besloten om als gezamelijke dienst van het J.V.K.A., een katholieke actie voor toekomstige soldaten op te richten. Inmiddels was ook in Limburg, onder impuls van Kan. Claes, een actie voor soldaten op gang gekomen.

    Omdat het college van Seraing, waar ik leraar was, stukgeschoten was, was ik dus werkloos. Die kunnen we dus gebruiken dachten ze in Limburg, want ik ben tijdens de slag aan het Albertkanaal ook nog waarnemend aalmoezenier geweest. En zo is het gekomen. Ik ging voorlichting geven in Limburg : op 23 vergaderingen bereikte ik 3.000 jongens. Niet omdat ik het was, want ik was totaal onbekend, maar omdat de tijd er rijp voor was : men was bang van Duitsland.

    Door dit succes werd ik naar Brussel geroepen (J.V.K.A.).

    Zo werd ik proost van Milac...”

                (Kerk en Leven, 20 juni 1985)

     

                                         MILAC-LEEST en DE BAND

    Op een bijeenkomst van bestuursleden in 1953 van KWB, BJB en Chiro werden definitieve plannen gesmeed tot de oprichting van een “Soldatendienst”.

    Onderpastoor Stany De Decker werd proost en Jan De Decker voorzitter.

    Er werd besloten een soldatenblad uit te geven waardoor de miliciens op de hoogte

    zouden blijven van het dorpsleven, een “band” tussen thuis en de kazerne.

    Het eerste nummer van “de Band” was zeer povertjes, telde slechts zes  bladzijden en had een oplage van 30 exemplaren.

    Vijf jaar later, bij het eerste jubileum, was de oplage gestegen tot 550 exemplaren.

    In de loop van die eerste vijf jaar kregen de Leestse miliciens van  Milac 32 kg chocolade, 19 kg pralines, 48 kg koekjes, 258 boeken en 12.331 tijdschriften toegestuurd. Waaronder Het Goede Zaad, Zondagsvriend, De Band, Ons Land, De Haardvriend, Humoradio, Ons Volk, Bevrijding, Toren, Vlaamse Filmkens, Doorbraak, Kompas, Mardijck, Raak, Africa Cristo, Ons Zondagsblad... De meeste uitgesproken katholiek.

     

    Op voorlichtingsvergaderingen kregen de toekomstige soldaten een beeld van wat hen te wachten stond via films en uiteenzettingen door selectieofficieren.

    Vaak hield dokter Stuyck zijn spreekbeurt over venerische ziekten... 

     

    De eerste proost, onderpastoor De Decker, werd reeds in het stichtingsjaar overgeplaatst naar Coloma te Mechelen waarna zijn werk werd overgenomen door Jan De Decker, die de kar zou trekken tot de dag dat pater Omer als onderpastoor te Leest werd aangesteld.

     

    02-03-2012 om 15:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1953 – Dat jaar werd er te Leest een veldrit voor beroepsrenners georganiseerd.

                Exacte datum is ons niet bekend. Wel dat Roger De Clercq winnaar werd voor

                Firmin Van Kerrebroeck en de plaatselijke vedette Rene De Rey.

                Roger De Clercq is de vader van de latere wereldkampioen veldrijden Mario.      

     

    1953 – 15 maart : Stichting van Milac Leest en het plaaselijke soldatenblad “De Band”.

     

                                                  MILAC

     

    Milac (Miliciens-Actie) ontstond in 1945 binnen de Vlaamse katholieke jeugdbeweging.

    Men wilde wat doen voor de scouts- of chiroleider die opgeroepen werd voor het bezettingsleger in Duitsland.

    Eigenlijk groeide Milac uit de KAJ-beweging en wilde toekomstige miliciens beter voorbereiden op hun legerdienst. Kort na de bevrijding duurde de legerdienst nog meerdere jaren, en werden heel wat jongens in Duitsland,  ver van huis ingekwartierd.

    Daarnaast ontwikkelde Milac ook een “kazernewerking”.

    In navolging van Jozef Cardijn werkte men met “Kazerne, Kameraadschap, Kamer” om solidariteit te bevorderen. Men wou hen ondersteunen op moreel en sociaal gebied, aanvankelijk gericht op de gevaren van het gebrek aan moraliteit in het leger, later ook als vormings- en ontspanningsinitiatieven binnen de kazerne.

    Grote bezieler was Francois (“Sooi”) Willems, de latere nationale proost, die kon beroep doen op een groot aantal vrijwilligers. Hoewel totaal onafhankelijk was er toch meestal een goede samenwerking met de aalmoezeniersdienst van het leger.

    Onder impuls van Milac werd vanaf 1948 jaarlijks de “week van de soldaat” ingericht, o.m. om ook het “thuisfront” bij de problematiek van de miliciens te betrekken.

    Ook een eigen tijdschrift (eerst “Marsch” later “Extra Rantsoen”) was een vormings- en bindingsinstrument. Daarnaast verschenen ook de “Milac-cahiers” waar telkens één thema werd in toegelicht. Deze meer technische publicaties moesten vrijwilligers ondersteunen in hun begeleidingswerk in de kazernes, maar ook het thuisfront informeren over de rechten en plichten van de miliciens, o.m. de ingewikkelde –vaak wijzigende- regels van vrijstelling en uitstel van legerdienst.

    Met de afschaffing van de verplichte legerdienst in 1994 kwam ook een einde aan Milac.

    Het archief van de beweging wordt thans beheerd door het KADOC te Leuven.

    (Wikipedia)

    De dienstplicht gold in 1984 voor slechts één vierde van de Belgische jeugd. De meisjes vielen er buiten en van de jongens moest amper 48 procent soldaat worden.

    (GvA,4/3/1984)

     

    Foto’s :

    - Firmin Van Kerrebroeck leidt voor Roger De Clercq die later zou winnen.De renners haspelen

       hier een stuk parcours af op de beemden langs de Zennedijk.Op de achtergrond enkele

       huizzen van de Molenstraat.

    -Roger De Clercq haalt het voor Firmin Van Kerrebroeck en René De Rey.





    02-03-2012 om 15:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    Theofiel Fierens, oud-muzikant en oud-dirigent van St.Cecilia, uit de Scheerstraat. (Ten Moortele)

     

    Theofiel Fierens, oud-dirigent van St. Cecilia in 2009 :

    “...mijn geheugen is niet meer zo goed, maar ik herinner mij nog dat ik toen de Sussen uit mekaar gevallen waren (noot : in 1964), ik was toen nog dirigent van de Blekken, alle Sussen-muzikanten contacteerde om over te gaan naar onze fanfare. Slechts één muzikant is daar toen op ingegaan, ik geloof dat het een Van den Brande was, hij speelde alt-hoorn en zijn vader was een hevige Sus...

    Later, ik had toen al mijn ontslag gegeven als dirigent, werd ik gecontacteerd door Gust Emmeregs, een Sus, om  enkele oud-muzikanten van de Sussen te dirigeren ter gelegenheid van een nationaal of Vlaams feest hier op het dorp. Na enkele repetities hebben we toen gespeeld in een kiosk op het dorpsplein en daar is ernorm veel volk op afgekomen. Dat werd me door de Blekken uiteraard niet in dank afgenomen.

    Ik gaf toen nog naschools muziekonderricht, hier in de jongensschool. Zeer vrijblijvend en zonder verplichtingen. Bij mijn 28 leerlingen waren er bij met blokfluiten en melodikas maar dat was voor mij geen probleem. Dan schafte ik me boeken aan over die instrumenten en zo trok ik mijn plan, maar de Blekken namen me dat kwalijk en ze trokken al hun kinderen terug. Ik bleef alleen achter met de kinderen van de Sussen...

    Tijdens de telling van één van die beruchte gemeenteraadsverkiezingen stond ik met “Heinke van Tien” (Henri Van den Heuvel) paraat bij een walkie talkie. De andere was in handen van de Garde, die af en toe naar de kelder van het gemeentehuis verdween en ons van daar de laatste stand van zaken doorgaf...

    Bij velen van mijn generatie zit dat er nog diep in, Blek of Sus.

    Ik herinner mij ook nog dat ze bij elkaar stront aan de voordeur smeerden en dat de twee fanfares elkaar soms kruisten in de Dorpstraat, dan werd er door de twee verenigingen geblazen alsof hun leven ervan af hing, die rivaliteit kwam ook tot uiting op de processies, waar beide fanfares meeliepen....”

     

    1952 – 16 december : Hombeek : de echtelingen Edward en Coleta Verbergt – Diddens

                vierden hun gouden bruiloft. Edward was geboren te Hombeek op 21/12/1886,

                zijn echtgenote te Leest op 1 mei 1879. Ze kregen zeven kinderen. (KH)

     

    1952 – Op 31 december telde Leest 1853 inwoners.

     

    1952 – Edward Fierens (° 1930) nam de kosterfunctie over van Antoon Teughels.

                Hij bleef dit doen tot 1956.

                (Wilfried Hellemans, 2003 – “Negen eeuwen Sint-Niklaasparochie”.)

     

    02-03-2012 om 15:12 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Diverse verkiezingsuitslagen

     

    In 1964 viel de fanfare Arbeid Adelt bij gebrek aan eensgezindheid uit elkaar en hadden de Blekken af te rekenen met de socialisten (BSP lijst nr 1) die opkwamen met L. Lauwers, A. De Schouwer, Fierens, A. De Smedt, G. Van der Elst, F. Put, F. Van Baelen, Verbist en J. Verbergt en de Gemeentebelangen (lijst nr 3) met : F. De Prins, R. Van der Hasselt, L. Selleslagh, L. Hellemans, K. Leemans, Van den Brande, E. Lamberts, F. Huys en A. Verbruggen.

    De Blekken, lijst St. Cecilia nr 2, kwamen op met E. Verschueren, F. De Prins, J. Geens, Henrik Van den Heuvel, A.F. Lauwers, F. De Decker, J. Huyghe, J. Vloeberghen en V. Robijns.

    De Blekken haalden 5, Gemeentebelangen 3 en de socialisten 1 zetel.

    In ’70 verscheen nam de CVP voor het eerst deel aan de gemeenteverkiezingen. (11/10)

    Wij konden enkele verkiezingsuitslagen op de kop tikken.

     

                St. Cecilia             Arbeid Adelt                      BSP               Andere

                 Blekken               Sussen                                           Onvolledige   

     

    1946   603-2/9 : 5 zetels    437-3/9 : 4 zetels                  --       17-5/9 : 0 zetels

    1952   667  :      6 zetels     438-6/9 : 3 zetels                 --              ------

    1958* 719 :       7 zetels     273 :       2 zetels                 --        132 :      0 zetels

    1964* 513-2/9 : 5 zetels     418 :       3 zetels    203-6/9 : 1 zetel     ------

     

                Gemeenteverkiezingen 1958 (12 oktober)

     

    Voozitter was meester Flor Meyers en getuigen waren August Potoms, Egied Bradt, August

    De Prins en Benedikt Polspoel.

     

                Aantal stemmen:

                Blanco en ongeldige : 12

                Geldige                   1087

                Gepanacheerde           63. Totaal aantal stemmen : 1162.

     

                Naamstemmen:

                Lijst nr. 1        Onvoll.lijststembr.      Gepanach.      Totaal

                De Prins Frans            187                        23              210

                Verschueren Emiel    205                        19               224

                Verbeeck Pieter         98                         12              110

                De Prins Ferd.            166                        17               183

                Geens  Jules                121                         16               137

                Polspoel Benedikt        61                           6                67

                De Bruyn Henri          149                         19              168

                Van den Heuvel Henri 174                       14               188

                Lauwers August          128                          7               135

                Lijst nr. 2

                Van der Hasselt          62                            29               91

                Buelens                      63                            23               86

                V.D.Branden A.          23                            20               43

                V.D.Branden F.          39                            20              59

                Huys                           14                            13               27

                Somers                       11                            19               30

                Peeters                                   26                            17               43

                De Smet                     13                              8               21   

                De Laet                       32                              9               41

                Lijst nr. 3

                Muysoms                    41                              22             63

                Wuyts                         73                              27            100

                Coosemans                 11                                6              17

     

                Verdeling zetels

                Lijst nr. 1 (Blekken) : 7,  lijst nr. 2 (Sussen) : 2, lijst nr. 3 : 0.

     

                Werden verkozen :

                De Prins Frans, Verschueren Emiel, De Prins Ferdinand, Geens Juul, De Bruyn

                Hendrik, Van den Heuvel, Lauwers, Van der Hasselt Frans en Buelens Constant.

                (DB-november 1958)

     

                Op 17 januari 1959 werd de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd.

                Eerste schepen werd Frans De Prins, tweede schepen Ferdinand De Prins.

                Emiel Verschueren zou Pieter De Prins opvolgen als burgemeester.

     

               Verkiezingsuitslagen 1964 (Gazet van Antwerpen)

     

                                  Leest

                            1958       1958            1964         1964          

                         Stemmen  Zetels        Stemmen    Zetels

     

    Soc.                  ---                               203            1

    De Prins          719           7                 418            3

    V. d. Hasselt   273           2

    Meysmans      132            -

    St. Cecilia                                            513           5

     

                Verkiezingsuitslagen 1970          

     

                Lijst nr. 1 “Ste Cecilia”

                Namen                                       Voorkeurstem. Gepan. Totaal

                Lauwers Frans August        335                 49        384

                De Prins Ferdinand             111                 1          130

                Geens Felix Jules                129                 23        152

                V.D.Heuvel Henri               189                  23        212

                Vloeberghen Jozef              137                 20        157

                Huyghe Jozef                        34                   7          41

                Lauwers Jozef                       39                 69        109

                Verbeeck Jan                       107                 12        119

                Polspoel Edmond                216                  30        246

     

                Lijst nr. 2 “B.S.P.”

                De Schouwer Alfons             41                  23          64

                Nuytkens Daniel                     6                    5          11

                Verhoeven Jan Herman         15                  11         26

                V.Baelen Jozef Frans              17                   9           26

                Marque Hubert                       2                    3            5

                De Winne Raymond               3                    2            5

                Schelkens Leopold                 0                    0            0

                Mertens Pieter                       1                    4            5

                Van Paeschen Antoon            5             5          10

     

                Lijst nr. 3 “C.V.P.”

                Duysburgh Karel                    167          24           191

                De Prins Frans                        118          32           150

                Verbruggen Alfons                 120          25           145

                Emmeregs August                 131          29           152

                Slachmuylders Willy               84           23           107

                Leukemans Denise                 30             9            39

                Peeters Emiel                         24             7            31

                Boonen Marie-Louise             36            15           51

                Solie Louis                               60             9            69

     

                Werden verkozen

                Lijst 1 Ste Cecilia                               Lijst 2 B.S.P.

                Lauwers augustus                              Niet verkozen : De Schouwer A.

                Geens Jules                                       

                Van den Heuvel Hendrik                   Lijst 3 C.V.P.

                Vloebergh Jozef                                 Duysburgh Karel

                Polspoel Edmond                               De Prins Ferdinand

                                                                                  Verbruggen Alfons

                Niet-verkozen: De Prins Ferdinand.   Emmeregs August.   

     

                Op de eerste vergadering van de nieuwe gemeenteraad werd na de eedaflegging

                van de gemeenteraadsleden overgegaan tot de verkiezing van de schepenen.

                Werden voorgesteld voor het ambt van eerste schepen en meteen ook van

                Openbare Werken : Hendrik Van den Heuvel en Ju

    02-03-2012 om 15:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :

    Theofiel (Fille) De Prins, °Leest 17/3/1926, +Mechelen 3/11/2006.

     

    Sussen en Blekken in de media

     

     In 1970 distancieerde het bestuur van de KWB zich bij al haar leden over een verschenen artikel in “De Volksmacht” :

    “Leest, 9 october 1970      Beste KWB-ers en sympathisanten,

    Betreft “De Volksmacht” van 10 october 1970.

    U zult zeker opgemerkt hebben dat op bladzijde 17 onder LEEST twee rubrieken verschenen : één onder KWB en een ander onder ACW.

    Hierover is in ons dorp enige deining ontstaan betreffende de tekst van het artikel verschenen onder het ACW en er werd zelfs vermoed dat ze van één en dezelfde steller zouden uitgaan.

    Ten einde alle misverstanden uit de weg te ruimen verzekeren wij U, dat beide artikels los van elkaar staan en dat de eerste rubriek werd ingestuurd door onze sympathieke voorzitter van de KWB Fille De Prins. Het ander artikel werd ingestuurd door een ander persoon van wie de naam ons door de uitgever van “De Volksmacht”, bij navraag, niet werd genoemd.

    Het bestuur van de KWB-Leest onder de leiding van de genoemde voorzitter laat iedereen vrij van te stemmen voor wie ze wil en hoopt hartelijk in de toekomst haar huidige leden, zonder politiek onderscheid, met dezelfde sympathie te mogen ontvangen zoals dit tot nog toe gebeurde.

            Het bestuur van de KWB-Leest. 

     

    In december 2003 publiceerde het Hombeekse blad “De Schacht” (nr 674) :

                “In het land van Sussen en Blekken

    Voor vele Mechelaars zal het onwaarschijnlijk klinken maar sinds mensenheugenis is de fusiegemeente Leest verdeeld en verscheurd in Sussen en Blekken.

    Van waar deze benamingen komen zal u geen mens nog weten te vertellen maar in feite komt het hier op neer dat men voor de Sussen de link kan leggen naar de vroegere katholieken en voor de Blekken naar de socialisten.

    Of het in Leest nu gaat om een fanfare of om een toneelgezelschap of om een voetbalclub, om het even, wanneer de Sussen wat deden konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Zij hebben zowaar hun eigen kroegen.

    In tijden van verkiezingen hebben Sussen en Blekken heroïsche veldslagen geleverd die niet altijd zonder schram of stoot zijn verlopen.

    De wit-zwart tegenstellingen die de laatste decennia een beetje zijn afgezwakt door de kleurloosheid van de politiek zijn nu plots weer sterk tot uiting gekomen en de broederstrijd is weer in alle hevigheid losgebarsten.

    Wat is er dan opeens aan de hand zult u denken ?

    In Leest zijn twee scholen, en wat dacht u, jazeker een van de kant van de pastoor en een van de andere kant zoals het hoort in het land van Sussen en Blekken. Tot daar niets mis en perfect volgens het aloude stramien.

    Gezien dat wij ons bevinden in het land van Sussen en Blekken en daarenboven in de 21ste eeuw zou het niet meer dan normaal zijn dat beide scholen over een bus beschikken om hun kinderen van en naar de school te brengen.

    Helaas, hier loopt het spaak want de Sussen hebben van Sinterklaas geen bus gekregen en zijn aangewezen op hulp van buiten huis om hun kinderen te vervoeren.
    Tot daar niks mis zou u denken.

    Helaas, de directrice van de vrije school, die waarschijnlijk nooit in haar leven heeft gehoord van Sussen en Blekken, vraagt aan haar collega van de gemeenschapsschool of het niet mogelijk zou zijn om ergens op de boerenbuiten enkele kinderen op te pikken om mee naar de vrije school te brengen.

    En plots duikt de kwelduivel weer op.

    U weet wel, Sussen en Blekken. Het antwoord van het gemeenschapsonderwijs is hard maar voorspelbaar “neen” en als gevolg hiervan wordt de directrice van het vrij onderwijs razend kwaad en spuwt haar gal via diverse plaatselijke kanalen uit richting vijand.

    Woede alom tot in de hoogste regionen van de beide onderwijsnetten.

    Wijze mensen uit de stad proberen om de plooien weer glad te strijken.

    Of dit ook lukt met Sussen en Blekken is af te wachten.

    Wat is nu echter de moraal van dit verhaal ?

    Sinds de overdracht van de stadssscholen naar het gemeenschapsonderwijs, zijn de twee onderwijsnetten verenigd in een gezamenlijk overlegorgaan genaamd OOM.

    Zij zijn vragende partij voor een netoverschrijdend leerlingenvervoer voor “alle” Mechelse kinderen waarbij de kosten evenredig zouden verdeeld worden tussen enerzijds de ouders en anderzijds de stad. De stad slaagt er echter niet in de broodnodige financiële middelen vrij te maken om bovengenoemd project tot stand te brengen, ondanks vele beloften en schijnmanoeuvres.

    Daarmee weet u dan weer waarom in Leest Sussen en Blekken de strijdbijl tot nader order weer hebben opgegraven.

             Goovaerts Louis.”

    Noot : de Sussen en de Blekken waren beiden katholieke “fanfare-partijen”.

     

    De Mechelse Vlaams Blok senator Frank Creyelman daarover datzelfde jaar :

    “...er is ambras in het land van Sussen en Blekken.”

    “ Sinds mensenheugenis,”  vertelt deVlaams-Bloksenator, “is de Mechelse fusiegemeente Leest verscheurd door Sussen en Blekken. Van waar deze benamingen komen, weet geen mens nog te vertellen, maar het komt erop neer dat de Sussen model staan voor de vroegere katholieken en de Blekken voor de socialisten.

    Of het in Leest nu gaat om een fanfare, een toneelgezelschap of een voetbalploeg, maakt niet uit, want wanneer de Sussen wat deden, konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Kortom alles is verdeeld in twee kampen. In verkiezingstijden leverden Sussen en Blekken heroïsche veldslagen die niet altijd zonder slag of stoot verliepen. Al die tegenstellingen zijn de laatste decennia wat afgezwakt, maar recente feiten haalden de aloude broederstrijd weer van onder het stof. Wat is er aan de hand ?

    In Leest zijn er twee basisscholen, jazeker, één van de Sussen (het vrij onderwijs) en één van de Blekken (het gemeenschapsonderwijs). De logica van Sussen en Blekken doortrekkend, zouden beide scholen over een eigen bus moeten beschikken om de kleine Suskes en Blekskes van en naar de school te brengen, jammer genoeg hebben de Sussen van Sinterklaas geen bus gekregen en zijn ze aangewezen op hulp om hun kinderen te vervoeren....”

    02-03-2012 om 15:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    “Aan de Kiezers en Kiezeressen van Leest

    In 1946 “beloofden” de BLEKKEN :

    1. Vermindering van belastingen.

    2. Zuinig en doelmatig beheer van ONS geld.

    3. Aanleg van nieuwe WEGEN voor de boeren en FIETSPADEN voor de werklieden.

    4. Iedereen gelijk, onpartijdig en rechtvaardig behandelen.

    5. Gemeentelijke zelfstandigheid en GEEN verknechting aan Heren uit andere steden en

        gemeenten.

    Wat “deden” ze intussen ?

    1. Belastingen hoger dan in de omiggende gemeenten.

    2. Kwistig het geld rondstrooien en het ondoelmatig aanwenden.

    3. De WEGEN laten ten onder gaan, de FIETSPADEN omvormen tot modderpoelen en

       visvijvers.

    4. Vriendjespolitiek en eigen bevoordeling.

    5. Verknechting en de zelfstandigheid van LEEST opofferen aan het Volkshuis van

        Mechelen.

    Kiezers en Kiezeressen beziet uw belastingsbrieven en taksbriefjes.
    Gaat eens na waar er gebrast, gezwierd en gezopen wordt.

    Rijdt voor uw plezier of tegen uw plezier eens langs de Geuzenhoek, Kleine Heide, Bist, Kapellebaan en veel andere straten en wegen.

    Onderzoekt wie er aan en voor rekening van de gemeente mag werken en leveren en wie er de profijten en percenten opstrijken.

    Telt eens na waar de Heren van Mechelen “bevolen” hebben dat HUN kandidaat minstens MOET staan !

    DE SUSSEN waarschuwden...

    DE BLEKKEN “beloofden”... OORDEELT ZELF en STEMT voor de SUSSEN !”

    (Drukkerij J. Van Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)

     

    “AAN DE KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST.

    Zondag 12 october, de meest beslisende dag voor Uw gemeente.

    Zullen de socialisten voortaan zetelen in Uw gemeentehuuis ?

    Zal de tweede schepen voortaan een socialist zijn ?

    Zullen de socialisten U in de toekomst de les spellen in al Uw doen en laten ?

    Ja, indien Ge stemt voor nr. 1.

    Neen, indien Ge stemt voor Nr 2.

    Kiezers en Kiezeressen, bezint U en weest bewust van Uw verantwoordelijkheid !

    Als één man stemt op de lijst Nr 2

    Uw geweten gebiedt het !

    De eer en het belang van uw gemeente eisen het !

    Een buitenstaander, die het beste wil voor Leest”.

    (Drukkerij Vermeulen)

     

    “In antwoord op de laster en LEUGENS van de “Ware” Leestenaar verklaard ik de ljst Nr 2 (twee) van de Sussen te Leest van ganser harte te steunen.

    STEMT ALLEN ONDER Nr 2 van de SUSSEN

                Jan Van Riet

                Kapellebaan, 16

               Leest.”

    (Drukk. J. Van Rompaey, Brusselse stwg Mechelen)

     

    De Sussen waagden zich ook aan poëzie :

     

    “Mens van Leest

    waar is de geest

    van zoet ontsponnen dromen

    wanneer zal er eindelijk RECHT in Leest komen.

     

    Want Cecilia, lieve maagd

    als je mij vraagt

    om iets te doen voor haar Leestse zonen

    was ze beter niet opgekomen

     

    Een partij die alleen steunt op het verleden

    en niets zegt van het heden

    laat merken dat alleen oude Heren

    Leest mogen regeren

             Pff...”

     

    “Groot is Uw verantwoordelijkheid !

    Het socialisme wil heimelijk Uw gemeentebestuur in handen nemen !

    Gedenkt dat Ge afstammelingen zijt van de helden uit de Boerenkrijg, die hun leven gaven voor het behoud van hun kristelijk geloof.

    Op de plaats waar ze eens, ondergedoken, leden en baden, heeft nu een vreemde ellendeling, die de schande is van zijn kristelijk Kempenland, zijn tenten opgeslagen.

    Is het toeval of duivelsbeleid , Wie weet ! !

    Hij wil hier het zielsdodend socialisme planten !

    Hij heeft zijn eerste slag gewonnen ! Derde plaats op lijst nr. 1.

    Indien de lijst wint, wint hij ook.

    Daar is niets meer aan te doen, wat men ook moge zeggen !

    Het laatste woord is aan U !

    Kiezers en Kiezeressen van Leest weert U !

    Gelijk de helden van de Boerenkrijg zult Gij op dit gewichtig ogenblik alle kleinzielige twist vergeten om het gevaar te weren en te stemmen voor Altaar en Haard onder

    Nr 2.

    Mannen en vrouwen van Leest, er is ditmaal maar één lijst voorU en die is lijst

    Nr 2.

    Een buitenstaande die bekommerd is om de godsdienstige belangen van Leest”

    (Drukkerij Vermeulen)

     

    “Laatste Waarschuwing

    De kiesstrijd loopt ten einde. Wij hebben U in volle daglicht de waarheid gezegd.

    Nog een waarschuwing !

    De Blekken, hun gewoonte getrouw, zullen de laatste nacht voor de verkiezing de straat opsturen al wat ze hebben aan laagstaande mensen. Gelijk een dief in de nacht zullen zij sluipen langs deuren en vensters.

    De leugen verdraagt geen licht.

    Zij zullen hun laster en leugens uitspuwen naar hun slachtoffers op het laatste ogenblik, om aan de waarheid geen tijd meer té gunnen.

    Zo b.v. de grove leugen dat De Laet burgemeester zal worden, waar geen schijn of gedacht van is. Misschien zal drukker Lafosse het niet willen drukken zonder naam, dan zullen ze hun vuiligheid ergens anders laten drukken, niettegenstaande hun verklaringen.
    Wij zijn verwittigd !

    Gij nu ook !

    Het moet voor U een spoorslag zijn om nog met meer overtuiging te

    Stemmen onder No 2.”

    (Drukkerij J. Van Rompaey, Brusselse stwg 199,Tel 15186, Mechelen)

     

    02-03-2012 om 14:50 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                                            “GEMEENTE LEEST

    AAN DE LEDEN EN VRIENDEN VAN DE MAATSCHAPPIJ STE CECILIA !

    Mannen en Vrouwen, hoe hard U ook moge vallen, ditmaal kunt U niet stemmen op lijst nr.1.

    Uw kristen geweten verbiedt het !

    Waarom ?

    De derde plaats van die lijst is gegeven aan de socialist Frans Verwerft. Zo die lijst triomfeert is hij er steeds bij. Niet enkel door de stemmen van zijn volgelingen, maar ook door de lijststemmen, Uw stem dus, waar Ge ze ook op de lijst mocht plaatsen, want steeds gaat het overschot van stemmen naar boven.

    Spaart die schande aan Uw maatschappij en Uw schone gemeente !

    Uw maatschappij zal er wel bij varen. Dan zullen de roden, die U zo dikwijls reeds de les hebben gespeld, weten dat ze voortaan zullen stoten op Uw onwankelbare trouw aan Uw kristen geweten.

    Weg dus met alle kleinzieligheid ! En ditmaal alleen Uw stem op lijst Nr 2.

    Een buitenstaander, bekommerd om Leest.”

    (Drukk. Vermeulen)

     

    “Gemeenteverkiezingen 12-10-52 te Leest

    En zo is het beste Leestenaren, dat U werd opgeroepen om op 12 oktober uw stem te gaan uitbrengen. Om de kandidaten te verkiezen die in de eeerstkomende zes jaren de Gemeentebelangen, Uwe belangen, zullen behartigen en verdedigen, die zullen beschikken over Uwe centen die gij, onder de vorm van belastingen aan de gemeentekas zult afdragen.

    Dat zelfde gemeentebestuur zal in grote mate beslissen hoeveel U zult betalen, want ook dit gemeentebestuur stelt de gemeentelijke opcentiemen vast.

    Uwe stemming is dus tevens de goedkeuring of de veroordeling van het beleid van het gemeentebestuur en in hoofdzaak van de meerderheidspartij die in de voorbije periode onze gemeente heeft bestuurd.

    Het gaat er niet hoofdzakelijk om of in dit gemeentebestuur Blekken of Sussen zullen zitten, of de meerderheid Blek of Sus zal zijn.

    Het gaat er in de eerste plaats om, of onze gemeente zal bestuurd worden door mensen die hiervoor de nodige bevoegdheid zullen hebben.

    We nemen aan, dat onze burgemeester, onze schepenen en ook al de andere Blekken gemeenteraadsleden, brave mensen waren, maar...dit volstaat niet, beste mensen.

    Het gemeentebestuur moet opgewassen zijn voor zijn taak, moet zelf de nodige bevoegdheden bezitten, om eigenmachtig een gemeente te besturen.

    Het bestuur van een gemeente mag niet berusten in handen van een gemeentebediende, die de ondergeschikte moet zijn van het bestuur.

    Was dit soms het geval voor onze gemeente in de afgelopen periode, en zelfs in voorgaande periode, toen de Blekken meester waren ?

    NEEN – DUIZENDMAAL NEEN.

    Dit feit op zichzelve waren nog niet zo erg, indien de persoon, in wiers handen alle machten werden overgedragen oprecht-rechtvaardig en eerlijk ware tegenover iedereen.

    U weet allen, beste kiezers, wien wij bedoelen.

    Het is zelfs niet nodig dat wij zijn naam zullen noemen.

    Bij nazicht van de laatste gemeenterekening is gebleken, hoe dit heerschap zich met de centen van de gemeente laat betalen :

    10.000 frank voor de opmeting van het gemeentekerkhof.

    27.000 frank voor de opmeting van de steenwegen der gemeente ; zonder te spreken van al die andere onwettige en onregelmatige commissielonen en percentages die hij zich laat of beter gezegd, doet betalen.

    Het is niet zonder rede, dat steeds en altijd dezelfde aannemer de werken op onze gemeente uitvoert.

    Het is niet zonder rede, dat steeds en altijd de zuster van onze sluwe secretaris, alle mogelijk en onmogelijk vervoer, alle mogelijke en onmogelijke leveringen doet voor de gemeente.

    Het was ook niet zonder rede, dat een schepene van de Blekken slechts korten tijd geleden, klacht neerlegde bij de heer Arrondissementscommissaris, tegen al deze misbruiken.

    Hij zal zijn straf niet ontlopen.

    Let wel op, dat al die opmetingen, én van het kerkhof, én van de steenwegen, volstrekt niet noodzakelijk zijn, zelfs niet nodig waren, dat vele van die leveringen van dat vervoer nutteloos zijn gebleken.

    Dat al die werken die werden uitgevoerd aan geen bepaalde voorschriften of vereisten werden onderworpen.

    Dat al deze werken niet werden gecontroleerd.

    Wel integendeel, om speciale redenen werden die werken met minderwaardige materialen uitgevoerd, werden zelfs de normale hoeveelheden van bepaalde grondstoffen niet gebruikt. Daarop komen wij straks meer bepaald terug.

    Dit alles, beste kiezers, werd door onze gemeenteoverheid door de vingers gezien, niettegenstaande wij minderheid, en zelfs andere gemeentebedienden de heer burgemeester, het schepencollege en meerderheidsgroep hierop herhaalde malen hebben gewezen.

    Maar hoe kan het anders, de burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden liggen met handen en voeten aan dit onbetrouwbaar en bedrieglijk personnage gebonden.

    Uit hun eigen, zijn ze veel te dom. Al denken sommigen, dat zij het verstand in pacht hebben hé Nante.

    Spijtig dat ge met Uw veel geld ook niet wat meer gezond verstand kunt kopen.

    Hoe, waar en wanneer U dit geld verdiende, laten wij hier liever onbesproken. Die tijd is lang voorbij.

    Toch dient gezegd, dat het wegeltje, achter het Patronaat er niet vreemd aan was.

    Daarom hebt ge natuurlijk graag gehad, dat wij met de gelden van de gemeente te Uwen bate de Zeereerwaarde Heer Pastoor een proces hebben aangedaan.

    Gelukkig zijn toen de ogen van een Uwer schepenen opengegaan.

    Maar sindsdien werd deze man geweerd, en aasdet gij op middelen om hem te NEKKEN.

    Toen hebt gij de “SUSSEN” op Uwe weg gevonden.

    Die alleen –rechtvaardigheidshalve- de verdediging van het slachtoffer dat u had uitgekozen, op zich hebben genomen.

    En zij zullen voortgaan met te strijden om recht te doen waar het behoort.

    Het kon destijds geen kwaam hé NANTE, lid te zijn van het V.N.V, of op goede voet te leven met al wat pro-Duits was, al was het maar om, in geval van moeilijkheden bij de uitoefening van dit winstgevend, maar gevaarlijk stieltje, op hun steun beroep te kunnen doen.

    Voor onze ogen leeft nog duidelijk het beeld, hoe NANTE de Oostfrontstrijder Cyriel VERSCHUEREN, bij zijn eerste verschijnen op de gemeente in Groot Uniform, midden op het Dorp tegemoet liep, en hem stevig en welgemeend de hand drukte.

    Jammer dat wij toen niet konden horen, welke aanmoedigende woorden, en wat al felicitaties misschien, wat lofbetuigingen er aan het adres van deze Duitse soldaat werden geuit.

    En zeggen dat dezelfde NANTE, enkele jaren nadien, de voorstander nummer 1 was, om bij het gemeentebestuur de schorsing van dhr DE LEERS te vragen en te bepleiten, wegens zijn onvaderlandse houding, en zijn Duitsgezindheid ; want..., dit waren de redenen die door de burgemeester DE PRINS bij de voorstelling van de Tuchtstraf werden opgegeven.

    Knoop het goed in uw oren Meester DE LEERS.

    Van de Vaderlandslievende houding van secretaris Bradt, zweeg men zich liefst dood op het gemeentehuis.

    Wij hebben geen twee maten en gewichten. Het wapen van de meerderheid waarvan gij U in alle omstangdigheden vaak ten onrechte hebt bediend, kan zich vroeger dan dat gij het verwacht, tegen U keren, en U ten ondergang brengen.

    Behandelen wij nu wat nader, het doen en laten van onze laatste gemeenteraad, die op alle gebied een mislukking is gebleken.

    Bij de vorige verkiezing werd ons het verwijt gemaakt dat wij ons verknechtten aan vreemde heren. Bedoeld werden, de leiders van de C.V.P.

    Wat wij toen reeds vermoedden, is na de verrkiezing werkelijkheid gebleken.

    Een hunner kandidaten, wij zullen niet zeggen een socialist, maar toch iemand die handelde onder de invloed van de RODEN, werd toen reeds onder de druk van de socialisten, en een handige beroepspolitieker, die SPINOY heet, op een betrekkelijk goed verkiesbare plaats op hun lijst opgenomen.

    Immers, voor de eenheid van hun Blekke-maatschappij, hebben zij alles veil, en zouden zelfs het heiligste opofferen.

    En toch staken zij deze kandidaat schonekens op zak.

    Zij bewogen hemel en aarde, om de kiezers te overhalen achter hunne naam te stemmen met het gevolg dat U allen kent. De beschermeling van SPINOY was gevallen.

    Zal het ditmaal nog zo gemakkelijk gaan. Zullen de socialisten nog langer willen toezien dat hun kandidaat als proefkonijn moet dienst doen. Dat hun kandidaat de positie van de Blekken moet redden, zonder er evenwel zelf iets voordeel bij te halen.

    Wij denken van niet. En het blijft niet alleen bij denken. In deze verkiezing zien wij dat de socialisten meereisend zijn geworden. Dat zij hun “PION” een plaatske hebben verschoven. Misschien hopen zij nog wel, dat hij zal vallen en dan is de situatie weer voor zes jaar gered. Maar...zij vergeten dat zij de zaakjes hebben gestrooid, die eens tot kiemen komen, die eens vruchten zulen dragen.

    Zijn zij zich ten volle bewust van hun handelswijze ?

    Wij geloven dat de stommerikken niet eens zover zien.

    En bovendien...de socialisten hebben bij de vorige verkiezing geleerd en zullen de opgedane ondervinding nuttig gebruiken. Moesten zij uit hun eigen geen raad weten, dan zullen die heren van Mechelen hen wel voorlichten.

    Dat is verkrachting Blekken. In de volle zin van het woord.

    Was dat misschien onder de invloed van de Socialisten, dat onze Z.E.Heer Pastoor bergen heeft moeten verzetten, om het dak van de kerk, dat steeds slechter en slechter werd, waarvan de herstellingskosten steeds hoger en hoger liepen, toch maar gemaakt te kunnen krijgen.

    Was het misschien onder de invloed van de Socialisten dat U weigerde de nodige herstellingen uit te voeren ?

    Waren het misschien de Socialisten die U wijsmaakten dat de pastoor zelf moest instaan voor gans de onderhoud en de herstellingen van de kerk, ter uitzondering van de toren.

    Deze theorie werd ook door dik en dun voorgestaan door onze slimme secretaris. Maar aan de uitvoering van dat werk was voor hem niets verbonden. Geen van die zeer begeerde commissielonen. En toch heeft hij er zijn profijt uitgehaald. De voorraad van zijn brandhout werd voor jaren lang aangelegd. Ook die van zijn vrienden. Natuurlijk mits...”pinten”, en van de rest spreken wij niet.

    En toch is het gebleken dat de Blekken het ook dit maal verkeerd voorhadden, want de toren werd hersteld op kosten van de gemeente, en door hun schuld uitsluitend op kosten van de gemeente.

    Want...de Kerkfabriek die in den beginne beloofd had, dat de Kerkfabriek voor ruim 75.000 frank zou tussenkomen in de kosten heeft omwille van de hardnekkige koppigheid en moedwilligheid van de Blekken zich tenslotte teruggetrokken en de arme gemeentekas kon het dus verduren.

    Wat moeten onze Socialisten in hun vuist gelachen hebben. Was dit soms geen graan op hun molen ?

    En vermits de Socialisten toch zo voor de armen werkman zijn en bijzonder voor den werkman van Leest leggen ze zulke prachtige steenweg van aan Leest Dorp tot aanLint te Battel. Natuurlijk kunnen de Blekken zeggen dat ZIJ de steenweg niet kunnen leggen te Battel doch de onderhandelingen met Mechelen hebben ze niet doorgedreven (Er is niets aan verdiend) en altijd uitvluchten gezocht om niets te moeten doen. Ze hebben dan ook maar niets gedaan om de steenweg van in het Dorp tot op de grens van de Warande te leggen. Ze zijn natuurlijk bang om een paar onteigeningen te moeten doen. Dat kan hun stemmen doen verliezen. Dan nog liever GEEN nieuwe weg leggen , om toch maar die stemmen te behouden. En onze voornaamste Blekkken rijden toch allemaal per auto.

    ’t Kan  hen niet veel schelen. In het diepste binnenste van hun hart verachten ze een werkman en daarom moeten die dan ook maar door modder en slijk, door regen en sneeuw rijden terwijl onze Blekken met hun veel geld de werkman op hun manier verdedigen in de cafe’s.

    Ze leggen liever OP KOSTEN VAN DE GEMEENTE , dus van u belastingbetalers een vuil waterleiding tot bij Nante voor de deur. Die mens heeft het ach arme nodig.

    Als hij buiten komt met zijn auto mag die auto toch in geen plassen staan doch moet er schoon en proper voorkomen. Men is toch gemeenteraadslid voor iets en men bestuurt de gemeentebelangen toch in zijn eigen voordeel en niet in het belang van het ALGEMEEN !

    Zelfs als men gaarne Burgemeester zou worden !

    En het belang van de gemeentelijke belastingsbetalers is toch van zo’n ondergeschikte orde. Er wordt toch met het geld gegooid en gesmeten. Hoofdzakelijk is dat er wat afvalt, een klein profijtje voor de ene of andere arme... zuiper ! Zo werd er in de Scheerstraat, in de Grote Heide wat steenslag geleverd. Hoeveel ? En hoeveel betaald ? In plaats van die zaken grondig te doen, is het wat zandstrooierij, wat kontenstellerij en boerenbedrog.

    Zo hebben we ook de aannemer die de werken nabij de grens Tisselt-Leest-Kapelle niet kan uitvoeren die 10.000 fr. per maand schadevergoeding vraagt wegens de tegenwringerij van LEEST.

    WIE ZAL DAT BETALEN, belastingsbetalers ? Toch niet degenen die profijtjes en percenten in hun zak steken, doch GIJ.

    Allemaal in het belang van de gemeenschap.

    De aannemer die de waterleiding doorheen de gemeente legde moest dat doen langs de kant waar de electrische kabel ligt. Doch dan dient er voorzichtig gewerkt te worden, handenarbeid in plaats van machinewerk. Dat kost die aannmer enkele duizenden meer.

    Daarom wordt het langs de andere zijde gelegd met toestemming van het College. Indien nu de gemeente later steenweg of fietspaden moet leggen zal zij de nodige bijkomende uitgaven moeten doen bij gebeurlijke herstellingswerken en weer eens op Uw kap, belastingsbetalers. Of ge nu boer of werkman zijt, betalen zult ge evenals de neringdoeners.

    Iets dat nog van bijzonder belang is voor de kleine man, dus voor de werkman in eerste plaats, dat zijn de GOEDKOPE WONINGEN EN BOUWPREMIES. In de omliggende gemeente werden er maatschappijen van goedkope woningen opgericht en huizen gebouwd. Bij ons NIETS. Wat zitten zij met een werkman in ? Alleen hun eigen persoontje telt. De Maatschappijen van Goedkope woningen hebben hun eigen architecten die zeer goedkoop werken. Begrijpt ge ? Dan valt er niet meer naar willekeur te handelen en te rekenen. Dat zou natuurlijk in ’t voordeel van den werkman zijn doch in ’t nadeel van iemand die al een zeer behoorlijke en zeer benijdenswaardige pree verdient op kosten van de belastingsbetalers van onze gemeente LEEST. Doch die pree schijnt maar bijzaak te zijn, alhoewel er geen enkele werkman is die zulk loon verdient.

    Dan maar tegenwerken tegen al wat vooruitgang en maatschappelijke bescherming heet. Liever honderden werkmensen tegenwerken als er maar voor hem genoeg te halen blijft, zelfs ten koste van die werkende mensen die in zulke harde arbeid hun dagelijks brood moeten verdienen, en die dan als ze op het gemeentehuis moeten zijn daar zatte en bezopen gezichten vinden of...ze in de herbergen moeten gaan zoeken en dan tevens nog moeten horen : “awel joeng, betaalt ge geen pint ? ’t Kan er bij u toch af en ik heb nog dorst zulle”.

    Gemeentelijke bouwpremies die zijn te LEEST nog niet geboren omdat onze meerderheidspartij zo zeer begaan is met de belangen van den gewone man.

    Burgemeesters die per auto rijden en beenhouwers die niet weten wat ze met hun geld moeten aanvangen, kunnen toch niet begrijpen hoe een werkende mens met een gezin het moet aanleggen om een eigen dak boven het hoofd te krijgen.

    Het blijft altijd hetzelfde. Zij zijn baas en zij profiteren. De anderen, dat zijn wij allemaal, wij moeten betalen.

    Wel mensen van Leest, van welke stand ge ook zijn moogt, ge hebt nu de kans er de bezem eens in te zetten. Doe het. Keert het gemeengehuis eens proper. Het zal wat moeite kosten want het vuil is tot in alle spleten doorgedrongen ven heeft zich goed vastgezet.

    Doch gij kunt met dat klein zwart potloodje in het kieshokje dat vuil doen opstuiven en verjagen en verdrijven.

    Stemt tegen willekeur en eigen belang voor orde en welvaart

    ONDER NUMMER 2

    NUMMER 2 TER ZEGE !”

    (Drukkerij J. Van Rompaey, Brusselse Steenweg 199, Mechelen)

    02-03-2012 om 14:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     “Geachte Kiezers en Kiezeressen van Leest

    Misschien wel een der oudste kiezers van Leest, heb ik mij nooit met gemeentepolitiek bemoeid, omdat het altijd maar een strijd was tussen kristene mensen.

    Maar wat nu gebeurt, zal ieder weldenkend mens doen huiveren !

    Het kopstuk der Socialisten van Mechelen komt hier aan ons gemeentebestuur de les opleggen. Zijn kandidaat moet van voren op de Socialistische lijst staan, en moet, bij overwinning ALS SCHEPENE aangenomen worden. Zodus, hijzelf betitelt de lijst van de Blekken als De Socialistische lijst;

    Gij Burgemeester De Prins en Schepene Busschot, gij zijt daarmede ’t akkoord. Gij laat U leiden, en uw gezag ontnemen door een andersdenkende. Gij Nante en Peerke Verbeek, gij zijt daar ook al mede kontent en moet uwe plaats ruimen voor dien socialist.

    Nu is hij nog socialist. Wat zal hij binnen zes jaar zijn ? Dan zult ge misschien uwe missing van heden inzien, maar dan zal het te laat zijn. En gij Miel Verschueren, gij wilt als Blek uitblinken maar de roest zal er toch nog doorkomen.

    Beste kiezers en kiezeressen van Leest, ik wil U waarschuwen voor de droevige gevolgen die deze verkiezing kan hebben. Wat zien we gebeuren in landen rondom ons. Dat is daar ook niet ineens gekomen. Maar dat begint in kleine groepjes, daarna de gemeenteverkiezingen, en zo in provincie- en kamerverkiezingen : eerst geslepen socialist, daarna steeds erger en erger tot er geen tegenhouden meer aan is.

    Gij mannen van de Blekken, en gij moeders en vaders, die het geluk van uw kinderen betracht, stemt voor diegenen die strijden voor recht en eerlijkheid, en gesteund worden door onze hogere geestelijke overheid.
    Geeft uw stem niet verloren, want binnen enkele jaren misschien, zult ge met pijn aan ’t hart moeten zeggen : ja met de kiezing van 1952 heb ik ook die PLATBROEKEN nog gesteund met mijn stem, en nu voelen ik en mijn kinderen er de gevolgen van.

    Duurbare kiezers en kiezeressen van Leest, laat U niet misleiden, nu is ’t geen onnozele gemeentepolitiek.

    En gij Blekken en Sussen, legt de handen in elkaar en werkt samen voor de vrede en de welvaart in de gemeente.

    Wanneer ge op 12 Oktober in het kiesbureeltje zult staan, luistert dan naar de stem van uw geweten en stemt voor de lijst van Vrijheid en Recht.

    VOOR KERK EN KRUIS ONDER Nr 2.

    (Een boerke van Leest)”

        (Drukkerij Plasqui-Dierckx Hombeek)

     

    “Waarschuwing en Mededeling

    Een vooraanstaande Blek deelde ons mede: “Ik ben geboren Blek, doch wat er nu gebeurt gaat te ver.

    De leugens, de laster en het venijn die de Blekken nu tegen en op de Sussen uitspelen en uitbraken en vooral de laatste uren nog zullen uitkramen, overtreft alle fatsoen.

    IK WALG ERVAN. Als protest er tegen ben ik en mijn ganse familie, voor de Sussen, alhoewel dit mij pijn aan het hart doet.”

    Zonder U naam te noemen danken wij U, vooraanstaande Blek, in het openbaar.
    Kiezers en Kiezeressen, ge kunt zelf vaststellen dat onze “Laatste Waarschuwing”

    dit overbodig was.

    ALLE FATSOENLIJKE MENSEN STEMMEN OP LIJST Nr 2.”

    (Drukk. J. Van Rompaey. Brusselse steenweg 199, Mechelen)

     

                                                          “LEEST

                                            Gemeente verkiezing 1952

     

    Een ernstige waarschuwing die het overwegen waard is.

    In een pamflet uitgegeven door een onbekend buitenstaander, werd er gewezen op een werkelijk gevaar : voor Leest moest er in onze gemeente een SOCIALIST gekozen worden.

    Immers, wat zal er gebeuren bij benoemingen die voor de deur staan.
    De Blekken zullen hun zelfstandigheid niet kunnen behouden tegenover de OPDRINGERIGE socialisten van Mechelen. Zijn de Blekken vergeten, dat voor zes jaar zij ook zulke zware toegevingen hebben moeten doen aan deze socialisten en hun kandidaat moesten opnemen op hun lijst, die dan, gelukkig voor Leest niet gekozen was ? Zullen de Blekken nog kunnen verkrijgen dat Verwerft valt ?
    Iemand die ter wille van het smeer de kandelaar likt is erg en overal te vrezen.
    ’t Zullen de socialisten van Mechelen zijn die bevelen uitdelen.

    Gij weet het toch ook Heren Blekken dat uw lijst voor 6 jaar bekend stond als DE socialistische lijst en er zelfs langs de Radio en op de Botermarkt te Mechelen verteld werd dat de Socialisten te Leest de overwinning behaalden. Of is uw geheugen in de

    war ? Anders kunnen we dit nog eens even opfrissen.

    En gij K.W.B’er vindt gij uw plaats goed ACHTER de socialistische kandidaat ?

    Kunnen de echte K.W.B.ers, al zijn dat zelfs Blekken, hun stem in geweten geven aan zulke lijst waarop de socialisten hun radicale tegenstrevers op sociaal en cultureel gebied fungeren ?

    Daarom stemt allen voor de lijst nr 2 van de Sussen waar er echte K.W.B.ers (Algemeen Christelijk Vakverbond) op voorkomen waarvan geen enkele kandidaat afbreuk zal doen aan de zedelijke begingselen en Rechten van de Kerk. (zie Parochieblad nr 40 van 5-10-1952) en die uw werking in Leest zullen steunen.

    STEMT dus allen onder No 2 en... ALLEN FEESTEN MEE TER ZEGE No 2.”

    (Drukk. J. Van Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)

     

    “Antwoord aan de WARE Leestenaar Nr 2 aangaande de gemeenteverkiezingen van 12 Oktober 1952

    Kiezers en Kiezeressen van Leest,

    Deze week hebt ge allen “VOOR ALLEN” ontvangen. Sommigen onder u hebben de vieze vuiligheid waarschijnlijk zelfs niet gelezen. Doch ook zonder te lezen kunt ge zien hoe daarin de Kristelijke principes verdedigd worden. De ALLEREERSTE SPOTPRENT is een geestelijke – is het misschien geen kloosterling bij de Picpussen ? Is dat de kristelijke geest uit ons schoon Kempenland ?

    Spijtig dat de lessen in kristelijke principes die kandidaat no 3 op lijst nr 1 – Verwerft- van huis meegekregen heeft, door hem te Mechelen EN TE LEEST overboord geworpen, vergruisd en vertrapt werden ; dat hij in de plaats daarvan gesteld heeft het onterende mensvernederde marxisme – socialisme.

    Te betreuren dat ook Frans niet naar de Missies gegaan is om DAAR het goede zaad te zaaien in plaats van te LEEST het onkruid te komen zaaien, te kweken en te verzorgen !

    Mogen de verdiensten van zijn broeder kloosterling bij de Picpussen in de Missie, hem spoedig zeer spoedig, terugbrengen tot de kristelijke geest van huis meegekregen en hem het verderfelijk socialisme te Mechelen en te LEEST opgeraapt, doen afzweren.

    ALTAAR en HAARD zijn begrippen die door IEDER kandidaat van Lijst Nr 2 bekend zijn, voor ieder van hen meer zijn dan WOORDEN doch NIET misbruikt worden, omdat ze daarvoor te edel zijn.
    Hoevelen zijn er bij de BLEKKEN  -ook bij de kandidaten op Lijst Nr 1 – die de kerk van binnen dikwijls gaan bezien, doch hoofdzakelijk OM ZICH ZELF te laten zien ?

    Dat pleit wel niet voor oprechtheid maar wel voor een scherp jagersinstinct, voor een goede handelsgeest, voor een nauwkeurige berekeningskunst en vooral voor GESJACHER met iets heiligs !

    Herinnert ge u nog –’t is bijna 2000 jaar geleden – dat er iemand was die de sjacheraars en de huichelaars MET DE ZWEEP de tempel uitjoeg ?

    Waren die “SCHIJNHEILIGEN” bang dat er een stuk plafond, in plaats van de zweep, op hun hoofd zou neerkomen en hebben ze slechts daarom, na jaren tegenwringen om hun socialistische stemmen niet te verliezen, het dak der kerk laten herstellen.

    Iemand die het Parochieblad tot het einde toe leest en ook “VOOR ALLEN” tot het einde toe leest die op zoek is naar oprechte en goede kandidaten.
    Die op geen van beide lijsten volmaakte mensen vindt, doch mensen met menselijke gebreken en hoedanigheden, die op de lijst van de Sussen, Nr 2, de beste kandidaten vindt, die daarom AAN IEDEREEN te LEEST aanraadt te stemmen onder nummer 2, de lijst van de SUSSEN.”

    (Drukk. J. Van Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)

     

    02-03-2012 om 14:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    “Kiezers en Kiezeressen van Leest

    De laster aan het adres van onze achtbare kandidaat Ernest DE WIN is niet ten einde.

    We hebben kunnen onderscheppen langs een van de zeldzame eerlijke Blekken om, die niet gediend is met de schandalige lastertaal dat ze volgende leugens zullen verspreiden.

    “Van zwart gesproken Nestje herinnert ge u nog waar ge uw zwarte fiets gratis cadeau hebt gekregen, was dat niet bij Van Goidsenhoven te Hombeek. Om zijn zwarte zaken uit de voeten te doen ?

    Durft u Heren lafaards de juiste schrijfwijze van de naam van de heer DE WIN gebruiken.

    De waarheids is dat hij door het Ministerie van Financiën “Dienst van het Sekwester als officieel handelsmandataris”  werd aangesteld.

    Dat hij zelf, de wettelijke vergoeding aan de uitoefening van dit mandaat verbonden was geweigerd heeft in ontvangst te nemen.

    Het is met de uitdrukkelijke toelating van de Heer Maurits Van Goidsenhoven van

    Hombeek  dat wij deze valse beschuldiging officieel logenstraffen die formeel en op zijn woord van eer dat hij nooit, wat ook, de Heer DE WIN ten geschenken heeft gegeven.

    Gaat voort Heren leugenaars. De waarheid zal Zegevieren.

    Wat de zaak Spruyt aangaat spreekt duidelijke taal Heren, verdraai geen namen als u voor de gevolgen niet afschrikt.

    De heer veldwachter zelf heeft met de zaak Spruyt niets te maken, het was de heer Frans Spruyt alleen die het recht had te verkopen en te verhuren.

    De huur kan de Heer veldwachter en zijn vrouw misschien zwaar op de maag gevallen zijn, maar het was de uitdrukkelijke wil van zijn broer die ALLEEN over zijn eigen eigendom beschikte.

    De heer DE WIN is in de onderhandelingen van de verkoop of de verhuring NIET tussengekomen.

    Terwijl de Heer Joannes Spruyt persoonlijk bij het verlijden der akten van verkoop en verhuring aanwezig was.

    Waarom heeft deze zich dan niet verzet ? Of waarom als de Heer Frans Spruyt werkelijk onbekwaam was stelden zij hem niet in interdictie en gingen de Garde en Serafien ’t akkoord over de verkoop en niet over de verhuring.

    Als men onbekwaam is voor ’t een is men ook onbekwaam voor het ander.

    Met welke leugens zult ge de Heer DE WIN nu nog trachten te treffen. Dit alles bewijst hoezeer ge hem op het gemeentehuis vreest.

    Indien u het thans aandurft de naam van de heer De Win niet te verdraaien dan geven we afspraak op het Gerechtshof te Mechelen.

    Doet u het toch dan bewijst u dat gij liegt.

    Stem voor eerlijke kandidaten op lijst Nr 2”

    (Drukkerij J. Van Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)

     

    “Aan de Bevolking van LEEST

    Ten onrechte  word ik betrokken in een kleinzielige verkiezingsstrijd op een gemeente waar ik in ’t geheel niets te maken heb.

    Toch zie ik mij verplicht te verklaren dat de Heer Emiel De Win door het Bestuur van het Sequester als handelsmandataris WETTELIJK werd aangesteld en dat hij dat ambt NAUWGEZET EN PLICHTSBEWUST tijdens mijn afwezigheid heeft uitgeoefend.

    IK BEVESTIG DAT IK HEM HIERVOOR NIET HET MINSTE GESCHENK OF VERGOEDING HEB GEGEVEN OF UITBETAALD, EN DAT HIJ ZELFS DE WETTELIJKE VASTGESTELDE VERGOEDING GEWEIGERD HEEFT TE AANVAARDEN.

    DE WETTELIJKE BEWIJZEN van bovenstaande verklaring kan ondergetekende voorleggen en kunnen in geval van twijfel OFFICIEEL DOOR DEN DIENST VAN HET SEQUESTER GELEVERD WORDEN.

    Zonder partij te willen kiezen in de verkiezingsstrijd te Leest en ten einde rechtvaardig te zijn tegenover de Heer Ernest De Win en gemene laster het hoofd in te drukken zie ik mij verplicht als rechtschapen man dit aan de bewoners van Leest, zowel Blekken als Sussen, bekend te maken.

               MAURICE VAN GOIDSENHOVEN, Kriekerijveld – Hombeek.”

     

    Ernest De Win (“Nestje De Wind”) reageerde persoonlijk :

     

    “Geachte Kiezeressen en Kiezers van Leest.

    Ten aanzien van de persoonlijke aanval welke de heren Blekken tegen mij hebben gericht, acht ik het noodzakelijk deze valse aantijgingen terecht te wijzen.

    Dat de C.V.P. in Leest nooit tot stand kwam is zeker mijn schuld niet. Ik denk tot de laatste man in de bres gestaan te hebben en het mijne te hebben bijgedragen van het welgelukken van de C.V.P. in Leest.

    Spijtig dat haast alle Blekken meer begaan waren met de belangen van hun muziekmaatschappij dan met de hogere belangen van onze gemeente. Hun aanwezigheid op sommige vergaderingen was meestal hinderend voor de goede gang van zaken. Terwijl Blekken mijn persoontje niet konden dulden en mij systematisch weerden.

    Kwestie dat hun LICHTJE zou kunnen schitteren.

    Van mensen van buiten deze gemeente gewaag ik liefst niet. De gemeenteverkiezing gaat om gemeentelijke belangen in de eerste plaats. Daar hebben vreemdelingen niets mee te maken.

    Gaat de gemeenteverkiezing soms om mijn vrouw of om mijn schoonvader ?-Zijn die soms kandidaat ?

    Nu dat diegenen die mijn vrouw in de kerk niet zien hun ogen te goei opentrekken of hebben ze soms mijn vrouw voor Verwerft genomen ?

    Ik wil er echter aan toevoegen dat NIEMAND of NIETS ter wereld (ook geen goed betaald baantje)mij van mijn kristelijke en katholieke principes noch van mijn politieke opvattingen zal afbrengen. Dacht U soms dat ik hier niet zou durven op antwoorden.

    De kristelijke principes die ik van huis heb meegekregen –misschien wel in mindere mate als sommige Blekken-kandidaten zijn niet ontaard.  Die zijn geschoeid op een leest van warme naastenliefde en geschraagd door de drang om goed te doen voor iedereen.

    Deze worden nog niet aangevreten door schraapzucht of plaatskesjagerij. De positie die ik verworven heb dank ik aan niemand of niemand anders dan mij alleen. Dank zij mijn noeste arbeid. Ik hoef voor niemand geen zaakjes te jagen. Het zou erg lastig vallen

    als men ganse dagen tot laat in de avond de volle maat heeft gegeven.

    Indien de heren lasteraars soms enkele cijfers verlangen kunnen zij gerust eens aanlopen. Zij zijn voor velen benijdens waard.

    Het behoort niet tot mijn taak de handelswijze van een gemeentebestuur van voor haast 20 jaar te controleren.

    Van die riolering gesproken , ik ben op verre na niet afgunstig en als ik het gepast oordeel deze (onleesbaar) deur op eigen kosten wel aanleggen. Ik ben zo fier hier te kunnen zeggen dat ik daarom in de gemeentekas niet moet gaan putten of dit ook geenszins op de rug van de gemeente wens te schuiven. Dit is duidelijke taal nietwaar, Nante. En weer komt de waarheid boven. Weer gaan zij de zaken verdraaien. Bij mijn weten werd er nooit op klacht van de Sussen een onderzoek ingesteld tegen onze geachte veldwachter, die mij persoonlijk, als veldwachter alle eerbeid waardig is.

    Diegene die kan bewijzen dat er door de Sussen tegen de veldwachter ooit klacht werd neergelegd krijgt 100.000 fr beloning van de Sussen.

    Waarom spreken de heren lasteraars niet van het onderzoek dat werd ingesteld tegen een zuiplap van een Secretaris.

    Ik speel geen struisvogel politiek en durf uitkomen voor al mijn doen en laten.

    Het was naar aanleiding van het onderzoek dat tegen dat achtbaar (?) individu werd ingesteld dat niet alleen dhr De Laet en ik zelf, doch tevens dhr Remi Spoelders en Jan Van Riet samen met schepene Maes, op het gemeentehuis werden ontboden.

    Het was te dier gelegenheid van de heer Arrondissementscommissaris mij onomwonden verklaarde :

    HET SLECHTSTE GEMEENTEBESTUUR DE SLECHTSTE SECRETARIS van gans mijn

     arrondissement, zijn deze van Leest.

    Het is niet zonder reden dat de Blekken op de eerste plaats Nestje DE WIND aanvallen, hij snuffelt werkelijk te veel in donkere pottekens die best gedekt bleven.

    Zien zij soms in Nestje DE WIND de opvolger van De Laet, krijgen die sterke bonken dan toch schrik ? Voelen zij soms hun troon wankelen ?

    Recht geschiede aan wie recht toekomt ook aan diegenen die onrecht begaan.

    Eerlijkheid eist dat tenonrechte ontvangen procenten terug in de gemeentekas gestort worden, zoals dit geschiedde in 1933, door toedoen van oud-secretaris Wuyts.

    Waarheid is dat men in Leest steeds met de handen openstaat, meer dan de helft van den tijd bezopen rond loopt.

                Uw dienstwillige Ernest De Win

    Kiezers en Kiezeressen van LEEST, stemt voor waarheid. Stemt voor recht, stemt voor eerlijkheid onder nummer 2.”

     

    02-03-2012 om 14:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  

    Frans Verwerft (°Massenhoven 9/1/1919, + Mechelen 14/4/2007), de pispaal van de Sussen.

     

     

                Propaganda van de “Sussen” – Arbeid Adelt

     

    “Kort antwoord aan Lijst Nr. 1 op de leugens van de “Ware”(?) LEESTENAAR

    Waarde Kiezeressen en Kiezers,

    Wat uw kandidaat nr.3 Frans Verwerft betreft, hij is een oud muzikant van ons, de Sussen. En hij is een goede muzikant, maar dat is de enige lofwaardige getuigenis die wij van hem kunnen geven.

    Wanneer hij ons verlaten heeft, verklaarde hij, en toen was hij nog rechtzinnig, dat het hem speet, dat hij ons verlaten MOEST,  maar dat hij niet anders kon.

    Zijn vrouw voegde er achteraf aan toe : dat hij niet meer MOCHT van Mechelen.
    Kort daarop was hij op het stembureel bij de wetgevende verkiezingen getuige voor de Socialisten. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

    Het is niet voor niets dat Burger  SPINOY uren lang komen dicteren is bij hem thuis. Het heeft weinig gescheeld of de socialisten kwamen nu met een afzonderlijke lijst op.

    Want hun lijst was klaar. Na veel wringen, schuiven en ronselen, hadden de Blekken akkoord, maar Frans Verwerft MOEST derde man op hun lijst, als socialist.

    Dat noemen zij geen dwang van Mechelen. Wij heten dit verknechting.

    In 1946 riepen de Socialisten van uit het Volkshuis te Mechelen, door de micro : te Leest overwinning van de socialisten 5 tegen 4. Nu maakt de socialistische gazet “Voor Allen” bekend : te Leest in Lijst nr 1 staat onze kandidaat.

    DAT IS WAARHEID. WAARHEID ALLEEN EN NIETS ANDERS.

    Zegt nog wat ge wilt over kleurenpolitiek. Of denkt ge dat de boerkes van Leest kleurenblind zijn.

    Niemand zal beweren dat op onze lijst, zomin als op de uwe, volmaakte mensen staan.

    Wat uw maatschappij als VOORBEELD betreft, betreft de Processie.
    Veel geschreeuw en veel wind. Veel zand in de ogen strooien. Dat is altijd uw Barnum reklaam geweest. Voor velen van U : schoon van buiten maar rood of rot van binnen.

    De werken door hen uitgevoerd de laatste zes jaar.

    Herstelling en schilderwerken aan de pastorij : waren deze herstellingen soms niet hoogst nodig ? Sinds veertien jaar dat de Blekken het gemeentebestuur in handen hadden, werden niet de minste herstellingen of onderhoudswerken uitgevoerd.

    Gans nieuw dak gelegd op de kerk, dat door de schuld van he gemeentebestuur volledig op hun rekening viel, door verwaarlozing van de 70.000 fr door een milde gever aangeboden. Dat maakt ongeveer 40 frank belasting meer per inwoner.

    Aangedrongen bij de Eerwaarde Zusters tot het bijbouwen van enkele klassen. Het voorstel van bouwen is uitgegaan van van de Eerwaarde Zusters zelf. Deze pluim op uw hoed niet steken heren !

    Vernieuwing van alle kachels in onze scholen.

    Na herhaald en langdurig aandringen vanwege sommige leden van het onderwijzend personeel die meer begaan waren met de gezondheid van de kinderen dan de gemeenteoverheid. Terwijl het stoofke gezellig brandde op het gemeentehuis.

    Waarom ook niet gesproken van koterhaak en kolenschup ?

    Maar wie mag de kolen leveren voor de scholen ?

    600 kgr door een Sus en 20.000 kg door de anderen.

    Dat is HUN politiek van gelijkheid.

    De schoolbanken vernieuwd, en een nieuwe pin op de vlaggestok van het gemeentehuis gezet, en twee wegwijzers geschilderd. FORMIDABEL.

    Fietspad van de Juniorslaan voor de TWEEDE MAAL hersteld.

    Waarom dat van de eerste maal niet goed gedaan ? Zonder openbare aanbesteding toevertrouwd aan een goeie vriend. Die het meest procent gaf ? Legt langsheen alle wegen zulke slechte fietspaden als langsheen de Juniorslaan en de SUSSEN winnen nooit meer.

    Electriciteitsverlichting aangebracht vergeten zij die te noemen ? Is het omdat Victor SOMERS dit kwalijk zou kunnen nemen ?

    Straatverlichting aangebracht : vooral de laatste week zijn ze daar ijverig mee. (Specialiteit van de Blekken)

    Blaasveldstraat in perfecten staat met fietspad er naast. Vraagt dit eens aan de mensen die er over rijden.

    De grote visvijver toegelegd met beton waarvan de borduurstenen nog in Holland liggen en waarvan een groot gedeelde van de cement ging vliegen. Dat is werkelijk een GOED WERK. Inderdaad. Hoeveel profijt heeft een arme bediende ervan genoten ???

    Waarom hebben de Blekken dit schoon werk dat door de Sussen in 1938 werd aangevat tot 1951 laten liggen ? – Zuiver uit HAAT.

    De dorpsriolering door de Sussen in 1937 voorzien : aangelegd in 1952.
    Zonder wettelijke toelating, zonder geldelijke toelagen. WIE zal dat betalen ?

    En de kleine prijskens die voor de aansluiting gevraagd werden. Spreekt er niet van of sommigen gaan barsten.

    Hiervoor moesten zij op geen nodig krediet wachten, want...het werd spoedig kiezing.

    (Specialiteit van de Blekken) – Bis.

    De steenweg Kleine Heidestraat en Bist is uitgegeven en aangenomen. Grote leugens MIJNE HEREN.

    Geen dubbelzinnigheid. Alleen de herstellingswerken werden uitgegeven aan een bevriende aannemer voor ruim 29.000 fr meer dan de laagste bieder. Weer ongeveer 12 fr belasting meer per inwoner.

    Doch deze werkskens wachten op kredieten. Getuige van ONMACHT en LUIHEID.

    Deze betonbaan werd ook beloofd sinds 1946. Maar ge kunt toch alles gelijk niet, hé mijnheren : zuipen en brassen en het gemeentehuis halve dagen laten leegstaan en dan nog veel werken doen uitvoeren, dit is te veel gevraagd.

    Wel nu zo regeren is boerenbedrog. Kiezers en Kiezeressen oordeelt en

    STEMT VOOR EERLIJKHEID, RECHT EN WAARHEID !

    ONDER Nr 2.”

    (Drukkerij J. Van Rompaey, Brusselse steenweg 199 Mechelen)

     

    Ter informatie : Frans Verwerft was technisch leraar in de Mechelse Sito en Spinoy was de socialistische burgemeester van Mechelen.

    Met “een arme bediende” en de allusie op het leegstaande gemeentehuis werd gemeentesecretaris Bradt bedoeld die vaak enkel te bereiken was in café “De Zwaan” van Emmerance Van den Heuvel.

     

    “Aan de KIEZERS en KIEZERESSEN VAN LEEST

    Nooit heeft een verkiezing voor de gemeente Leest zo’n groot belang gehad als deze van zondag 12 october.

    De socialisten hebben zo gewerkt en gewroet dat ze voor de eerste maal in de geschiedenis van Leest op het Gemeentehuis zullen zetelen indien de lijst nr. 1 nog aan het bewind blijft.
    Hoe dat ?

    Wel, zij hebben de derde plaats opgeeist voor Frans Verwerft, de kandidaat van Spinoy, die reeds bij vorige verkiezingen de socialisten vertegenwoordigde op het kiesbureel.

    Wie zal dan onderwijzer  worden bij een gebeurlijk openkomende plaats ? Wie veldwachter ?

    Wie zal zich dan in al uw gemeentebelangen komen bemoeien ?

    De man die de Mechelse socialisten U zullen opdringen.
    Dat nooit,
    Kiezers en Kiezeressen !

    Spaart uw gemeente voor die schande ! Stemt allen op del lijst Nr 2.

    Een buitenstaander, die het goed meent met Leest.”

    (Drukkerij Vermeulen)

    02-03-2012 om 14:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    “De Ware Leestenaar – uitgegeven door de Koninklijke Fanfare “St. Cecilia” Leest.

    Kiezers en Kiezeressen van Leest,

     

    Naar het aantal strooibiljetten te oordelen moeten de Sussen er aardig tussen zitten.

    Ze keren en draaien om toch maar wat uit te zoeken om de lijst nr. 1 af te breken.

    Het is nu toch wel duidelijk dat die buitenstaander meer bekommerd is om de belangen van de Sussen dan wel om de Christelijke belangen van onze gemeente.

    De door hem bekladde kandidaat heeft zeker op gebied van Christelijke principes geen lessen van hem te ontvangen. – Die heeft hij van huis meegekregen. – Ter inlichting kunnen we mededelen dat zijn broeder kloosterling is bij de Picpussen in de Missie, en dat de Christelijke geest uit ons schoon Kempenland met hem zeker naar Leest is gekomen. Zijn huishouden mag ook aan allen als een voorbeeld worden gesteld.

    Zou die buitenstaander, die absoluut de lijst van de Sussen wil vooruit helpen niet beter doen op die lijst een paar mensen op te zoeken, die hij terug de weg naar het altaar zou kunnen wijzen ? Of kent hij soms die mensen niet ? Moeten wij er een paar aanwijzen die in jaren geen kerk meer langs binnen hebben gezien ?

    -Is het misschien daarom dat een der kopmannen van hun vorige lijst bedankt heeft om deze keer nog mee te doen ?

    -Kennen de Wuyts en Peer Mertens de woorden altaar en haard nog wel ?

    Nestje De Windt, waarom geen C.V.P. meer in Leest ?

    Zit uw baas daar misschien voor iets tussen ?

    Een goed parochiaan moet zijn parochieblad lezen tot het einde toe en niet alleen dat wat in zijn kraam te pas komt. Hadden de Sussen dit gedaan, dan zouden ze zeker ook gelezen hebben dat een kiescampagne niet mag ontaarden in een laster- en moddercampagne.

    Dat de Sussen op dat gebied hele bazen zijn moeten we niet meer bewijzen –iedereen zal zich de smerige kiescampagne herinneren die ze voor twintig jaar voerden.

    Kiezers en Kiezeressen, houdt zulke mannen van ons gemeentehuis en stemt allen onder nummer 1 voor ST. CECILIA.”

    (Drukkerij Lafosse-De Boeck, Dorp 6 Leest)

     

    “De Ware Leestenaar

    Waarde Kiezeressen en Kiezers,

    De gemeenteverkiezingen staan voor de deur. Reeds verschillende valse geruchten werden in omloop gebracht. Iedereen heeft reeds onze Kandidatenlijst ontvangen, en zal moeten getuigen dat hij alle rangen en standen omvat : landbouwers, werklieden, hoveniers en middenstanders, in één woord, allen eerlijke mensen die met ons wensen samen te werken.

    Wat onze kandidaat Nr 3 Frans Verwerft betreft : is een oud muzikant van de Sussen die door de alleenheerserij, de valsheid, de lamlendigheid en de laster die er in hun midden heerst, hun de rug heeft toegekeerd.

    WIJ ZELF  hebben Frans Verwerft gevraagd bij ons zijn kandidatuur te stellen, EN WIJ EN WIJ ALLEEN en NIEMAND ANDERS heeft hem de 3e plaats aangewezen.

    Kan die buitenstaander die het goed meent met Leest soms ook niet wat vertellen van de kandidaten van Lijst Nr 2, of moeten wij dat doen ? De traditie getrouw staan we boven en buiten elke kleurenpolitiek.

    Ons verleden heeft bewezen dat wij de goede weg bewandelen, de toekomst zal het nogmaals bevestigen. ONS verleden gewaarborgd door de toekomst. Door jaren werken en opoffering is onze maatschappij uitgegroeid tot een machtig geheel en kan als VOORBEELD gesteld worden, wanneer er deelgenomen wordt aan precessies of andere plechtigheden.

    Werken die door ons uitgevoerd werden in de laatste 6 jaar :

    Herstelling en schilderwerken aan de pastorij.

    Gans nieuw dak gelegd op de kerk dat door de gemeente volledig werd betaald.

    Aangedrongen bij de Eerwaarde Zusters tot het bijbouwen van enkele klassen.

    Vernieuwing van alle kachels in onze scholen, door de smid uit onze gemeente geleverd.

    De schoolbanken vernieuwd door de schrijnwerker uit Dorp-Leest.

    Fietspad van de Juniorslaan voor de tweede maal hersteld. – Alemstraat gans vernieuwd.

    Electriciteits-uitbreiding tot in de verst gelegen hoeven, zoals bij Wwe Scheers, Slachmuylders en andere.

    Straatverlichting aangebracht in alle straten van gans de gemeente in plaats van in Tinneschuurstraat alleen.
    Tinneschuurstraat vernieuwd. – Blaasveldstraat in perfecte staat hersteld met goed fietspad er naast.

    De grootste visvijver ooit in Leest te zien geweest gelegen tussen Madame Voet en Alfons Van Aken, door de Sussen geschapen, door ons drooggelegd en door beton vervangen, zodat de mensen van Winkel- en Tinneschuurstraten, thans met droge voeten in de kerk geraken, in plaats dat ze anders een half uur moesten rond gaan.

    De dorpsriolering aangelegd die er reeds in 1936 had moeten zijn, bij het aanleggen van de beton Dorp en Juniorslaan.

    Herstellingen uitgevoerd aan Hertstraat, Grote Heide, Scheerstraat en Larestraat.
    De steenweg Klein Heidestraat en Bist is uitgegeven en aangenomen waar we de nodige kredieten voor wachten.

    Van al deze uitgevoerde werken zal vriend of tegenstrever alle nut en gemak ondervinden.

    Is dat WAARHEID of BEDROG ?

    STEMT ALLEN ONDER NUMMER 1 VOOR “ST. CECILIA” !

    Geen valse berichten: al ons drukwerk wordt in Leest gedrukt bij R. Lafosse-De Boeck,

    moest het anders zijn is het niet door ons uitgegeven.”

    (Drukkerij Lafosse-De Boeck, Leest Tel 144.89)

     

    02-03-2012 om 14:20 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1952 – 12 Oktober - Dag van de Gemeenteraadsverkiezing. Incident in de Kerk

                Emiel Polfliet vertelde in 1977 :

                “Ik herinner het mij als was het gisteren. Het was in de mis van halfzeven

                en pastoor Coosemans stond op de preekstoel. Plots begon hij over de

                verkiezing te praten en vroeg tamelijk rechtstreeks niet voor de “Blekken”

                te stemmen. Toen is mijn grootmoeder (Colette Van Praet-De Prins)

                verontwaardigd rechtgesprongen en heeft letterlijk gevraagd : “Mijnheer

                Pastoor, zijn wij dan geen kristelijke mensen ?”

                Waarop de pastoor het antwoord schuldig bleef en hij verliet de kansel en zette

                de mis verder alsof er niets was gebeurd.

                Nog even was er spanning in de kerk toen mijn grootmoeder ter communie

                ging. Heel de kerk keek ademloos toe, maar de pastoor behandelde haar net zoals

                de andere communicerenden en legde de H. Hostie op haar tong.

                Onmiddellijk na die mis staken enkele “Blekken” spontaan de koppen bij elkaar

                en verzamelden in een mum van tijd enkele tientallen muzikanten van hun fanfare

                St.-Cecilia. Die zijn dan dezelfde dag uit dankbaarheid bij mijn grootmoeder

                thuis, in de Alemstraat, een serenade gaan spelen.”

                (Noot : meer over dit incident onder Sussen en Blekken, jaar 1899)

     

    De gemeenteraadsverkiezingen van 1952 waren bikkelhard.

    “Sussen” en “Blekken” spaarden niets of niemand.

    De Blekken hadden lijst nr. 1 gekregen, de Sussen lijst nr. 2.

    Hun kandidaten :

     

    Lijst 1 (Blekken)                                   Lijst 2 (Sussen)

    1. De Prins Pieter                                  1.Van der Hasselt J.F.

    2.Busschot Prosper                               2. De Win M.E.

    3. Verwerft Frans                                  3. Muysoms J.F.

    4. Geens Jules                                       4. Buelens C.K.

    5. Verbeeck Pieter                                 5. Mertens P.A.Th.

    6. De Prins Ferinand                             6. Van den Brande A.

    7. Maes Jan                                           7. Voet R.M.J.

    8. Polspoel Benedikt                             8. De Hondt Pauline LC.

    9. Verschueren Emiel                            9. Wuyts K.L.M.

     

    De Blekken viseerden vooral de tweede op de lijst van hun tegenstrevers, Ernest De Win, in hun folders om precessen te vermijden steevast Nestje De Windt genoemd.

    Bij de  Sussen had Frans Verwerft het verkorven. Deze ingeweken Kempenaar was technisch leraar in de SITO en oud-muzikant van de Sussen.

               

                           De “Blekken” propaganda in 1952 :

     

    “DE WARE LEESTENAAR , uitgegeven door de Koninklijke Fanfare “St. Cecilia” Leest

     

    KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,

     

    De kiesstrijd loopt ten einde. Toch kunnen we niet nalaten enkele punten recht te zetten.

    Nestje, ge verklaart dat er in Leest nooit een C.V.P. tot stand gekomen is. Was het dan een VALSE C.V.P. die voor zes jaar in Leest de kiezing trachtte te winnen ?

    Of was het slechts een middel om de mensen van Leest zand in de ogen te strooien en een uiterste middel om de blekken er onder te krijgen.

    Spijtig genoeg voor de Sussen, waren er enkele leden van St. Cecilia die klaar zagen en de scheuring, die de anderen in onze Maatschappij wilden verrichten konden verhinderen. Ze wilden zich niet lenen om De Laet en Co terug aan het bewind te helpen.

    Van zwart gesproken. Nestje herinnert ge U nog waar ge die nieuwe zwarte fiets gratis cadeau hebt gekregen. Was dat niet bij Van Goidsenhoven uit Hombeek om zijn zwarte  zaken uit de voeten te doen ?

    De Sussen hebben de klacht tegen de veldwachter niet ingediend. Wie dan wel Nestje ?

    Als de Sussen de kwestie van die 100.000 ondertekenen dan zullen ze wel gauw afgehaald worden. Zulk een som beloven op iemands anders kap is gemakkelijk.

    Schermen met NAASTENLIEFDE is gemakkelijk Mr. DE WIND. Ze toepassen dat is wat anders. Zouden er in Leest veel mensen te vinden zijn die kunnen meepraten over

    Uwe Naastenliefde; Moet men U soms even de zaak herinneren van de erfenis

    SPRUYT ?   Daar hebben de erfgenamen zeker een staaltje gekregen van uw naastenliefde. Daar hebt u blijk gegeven van uw DRANG OM GOED TE DOEN.

    Ingevolge die eigenschappen zitten die mensen nu met een erfpacht van 30 jaar op hun eigendom. Spijtig genoeg was hier het goed maar gedaan aan een enkeling. Hoeveel vuile zaakjes door u uit de voeten gedaan moeten er zo nog opgesomd worden ?

    Mensen van Leest, hebt u soms een zaak af te handelen, geef ze in volle vertrouwen in handen van Nestje. Hij zal ze afhandelen in een geest van naastenliefde en drang om goed te doen en tot uw, en ZEKER TOT ZIJN profijt.

    Wat de opmeting van de straten betreft, sussen, deze werd ons opgelegd door een Ministeriele omzendbrief van 5-3-1950. Dat die opmeting niet overbodig was blijft uit het feit dat hierdoor jaarlijks 160.000 fr. in de gemeentekas komt. Hadt U soms dit vergeten toe te voegen aan uw lasterlijke aantijgingen ? Hadt die snuffelaar goed gezien dan zou hij wel geweten hebben dat die 27.000 fr werden betaald aan een heel ander heerschap.

    Waarlijk de Sussen hebben de heiligheid in pacht. Wordt allen volgelingen van Wuyts en Pee. Zij zullen U de weg wel wijzen. Leestenaars gaat in Hombeek vragen hoe blij men daar is de Wuyts kwijt te zijn. Nu moeten de Sussen zwichten voor dat heerschap.

    Weet ge dat er op de Lijst van de Sussen kandidaten bereid zijn hun bekomen stemmen af te staan aan deze communist. De Sussen willen hem absoluut op ons gemeentehuis.

    Kiezers en Kiezeressen, om dat te beletten STEMT als een man onder Nr 1 voor St. Cecilia.”

    (Verantwoordelijke uitgever : Koninklijke Fanfare St.Cecilia,Leest. Drukkerij R. Lafosse-De Boeck, Dorp 6 Leest, tel.144.89)

     

    “Openbare Bekentenis !

    We moeten ten volle gelijk geven dat we Vrijdag en Zaterdag-nacht volk genoeg te been zullen brengen om alle VALSHEID  te voorkomen.

    Wij staan paraat alle verfborstels en teerpotten te weren, maar zullen ook niet dulden dat valse briefjes in omloop gebracht worden.

    Wij van onze kant geven nogmaals de verzekering dat AL ons drukwerk de naam van drukker Lafosse zal vermelden en er ook zal gedrukt worden.

    Kiezers GEDENK 1932 “Weg met Klooster en Kerk en Scholen, de laatste steen moet weg van Leest”, door de Sussen toen uitgegeven op onze naam.

    Gedenk de doodskoppen.

    STEMT onder nummer 1. Ter zege !”

    (Drukkerij Lafosse-De Boeck)

     

    “De Ware Leestenaar – Uitgegeven door de Koninklijke Fanfare “St.Cecilia” Leest.

    KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,

    Nog 48 uren en de kiesstrijd zal gestreden zijn. Gij moet ons allen verontschuldigen dat we termen moeten gebruiken die we niet gewoon of zinnens waren te gebruiken. Iedereen  heeft moeten vaststellen dat de kiescampagne op een eerlijke en deftige wijze door ons werd aangevangen.

    U zelf sussen verplicht ons over te gaan tot meer uitleg over uwe kandidaten. Dat Nestje De Wind een hele baas is in notariszaken bekkenen wij, sommige families kunnen daarover meepraten. Inlichtingen over dit heerschap kunt U verkrijgen bij onze veldwachter en zoveel anderen. We willen er nog enkele staaltjes bijhalen. Zeg Nestje De Wind : van vaderlandsliefde gesproken, herinnert ge u nog de voetbalmatch te Battel waar ge de match deed doorgaan met zes ondergedokenen, wanneer de Gestapo op ronde was en de scheidsrechter er U ook aan herinnerde dat het niet vaderlandslievend was.

    De scheidsrechter zal wel gezien hebben dat ge een paar zwarte botten droegt zoals die van uw schoonbroer die in de zwarte brigade was. Op het Sportcomité te Antwerpen werd U terug die onvaderlandslievende houding verweten.

    En gij Wuuts, waar was in uwe tijd het gemeenthuis, bij Rozeke van den Taar.

    Herinnert ge U nog die tijd, welk een voorbeeld van een huisvader ! Waarom hebt ge met geweld op de lijst willen staan van de Sussen en hebben eerlijke mensen de plaats moeten ruimen voor U als communist.

    Waar kan men u vinden te Mechelen, in een communistisch lokaal, zulke mensen hun plaats is in Moscou. U hebt er toch naartoe willen gaan.

    Woorden, vandaag 9 october door Wuuts uitgesproken : “zo laf als de Pee zal ik niet zijn, 20 jaar uit de kerk gebleven en verleden zondag als een lijkbidder in de Achturen Mis.”

    Van de Pee gesproken, Sussen pas op, een sluwe vos is in uw midden opgedoken en heeft als kandidaat de 5de plaats bemachtigd. Dat heerschap heeft in volle café bevestigd dat er communisten op het Gemeentehuis moesten komen.

    Wie ronselde laatstleden voor een afzonderlijke lijst, de Wuuts en Pee. Van zuipen en brassen gesproken, die kunnen daar lessen in geven, over hun gedrag willen we niet verder spreken. Als de vos de passie preekt, boeren pas op uw kiekens.

    Dat Nante zijn geld eerlijk en met hard werken, niettegenstaande zijn zwaar huishouden, verdiend heeft. Dat hij voor de oorlog, de meeste belasting en daarmee een grote bedeling vlees kreeg. Daar hij Cyriel niet gezien heeft bij zijn 1e terugkomst uit Oostenrijk, hij deze niet kon gefeliciteerd en zeker het V.N.V. niet nodig had.

    Heeft die lasteraar de moed zich kenbaar te maken ?

    Wat de herstellingswerken aan de kerk betreft, toen kwam Z.E.H Pastoor met een bestek van 450.000 frank voor, in dit geval zou de Kerkfabriek van Leest tussenkomen voor een bedrag van 150.000 frank. De gemeente gaf het werk in aanbesteding, toen beloofde de Kerkfabriek 75.000 frank als tussenkomst. De uitslag gaf 242.000 frank, waarvan we 80% toelage kregen, dus 48.000 frank te betalen door de gemeente. Gezien de kostprijs heel miniem was, verzaakte de Kerkfabriek aan tussenkomst.

    Wat de 27.000 frank aan metingen betreft, deze zijn naar Ingenieur Celen gegaan en niet naar onze arme bediende.

    Is nu al de gal en laster uitgespuwd, anders zullen we verder gaan met uw ganse lijst in een klaar daglicht te stellen ???

    TER OVERWINNING MET LIJST Nr 1.
    De eerlijke lijst van Koninklijke Fanfare St.Cecilia.

    Verantwoordelijke uitgever : Konink.Fanfare St.Cecilia”.

    (Drukkerij Lafosse-De Boeck, Leest)

    02-03-2012 om 14:18 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Foto’s :

    -Stany De Decker zoals hij was.

    -Aandenken aan de eremis van René De Laet.

     

    1950 – Dat jaar verving Stany De Decker(zie foto) onderpastoor Leo De Schutter te Leest.

                Constant “Stany” De Decker was te Duffel geboren op 18 oktober 1924 en in

                1950 te Mechelen priester gewijd.

                Tot 1955 bleef hij onderpastoor te Leest waarna hij dezelfde functie waarnam

                te Mechelen-Coloma tot 1967. Dat jaar werd hij pastoor te Elewijt tot 1973

                waarna hij Secretaris van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel werd en

                Kanunnik tot aan zijn dood op 20 mei 1994. Hij overleed in het Sint-

                Norbertusziekenhuis te Duffel.

                Als jonge priester te Leest en Coloma stortte Stany zich volledig in de parochiale

                werking. Zieken en jeugd genoten zijn speciale aandacht.

                Stany speelde viool en  was vooral bij de Leestse Chiro zeer populair.

                Zijn populariteit was zo groot dat de Leestenaars hem in 1968 een gift van 16.145

                frank overhandigden als bijdrage voor herstelling van zijn kerk te Elewijt, hij was

                toen reeds vele jaren uit Leest weg. (DB,nr.8,1968)

     

    Passages uit zijn gedachtenisprentje :

    “…Stany had een groot hart, zijn hele leven lang. Zijn hart sprak voor iedereen, zelfs in die mate dat zijn hart het sneller dan verwacht begeven heeft.

    ‘Jezelf geven voor de anderen’, dat was de rode draad in heel zijn leven, steeds het positieve zien in de wereld romdom hem, zijn eigen lief en leed was voor hem niet de hoofdzaak.

    Als jonge priester te Leest en Coloma heeft hij zich steeds volledig in de parochiale werking gestort. Zieken en jeugd genoten zijn speciale aandacht.

    Zieken konden steeds rekenen op zijn optimisme, zelfs dat korte praatje gaf hen een andere kijk op het leven.

    De jeugdbeweging had een speciale plaats in zijn hart, meedoen met de jeugd, dat was zijn kenspreuk.

    …

    Iedereen herinnert zich nog het feestelijk gebeuren toen hij als pastoor afscheid nam van zijn geliefde parochie ; jaren later werd hij gevierd naar aanleiding van 25 jaar priester in Elewijt. Deze gebeurtenissen  waren slechts het topje van de ijsberg voor de waardering die hij genoot.

    Zijn promotie naar een functie met zware verantwoordelijkheden in het bisdom, gevolgd door zijn benoeming tot kanunnik, geven aan dat de kerkelijke overheid overtuigd was dat zijn diep menselijke inzet een waarde had voor de gehele kristelijke gemeenschap van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.

    Bescheidenheid heeft hem hierin steeds gesierd…Inzet en verantwoordelijkheid nemen vond hij het belangrijkste.

    …”

     

    1950 – 16 april : Plechtige Eremis van E.P. René De Laet, Witte Pater.

                  Rene De Laet is een zoon van burgemeester Victor en van Julie Muyldermans.

     

    1950 – 23 april : Monseigneur Van Eynde wijdt de drie nieuwe klokken in.

                De grote klok weegt 969 kg en geeft als toon FA. Zij draagt volgend opschrift :

                “Pace reduce campanis restitutis, Nicolai voce Deo gratulantur cives”.

                (Nu de vrede teruggekeerd is en de klokken teruggegeven, danken de burgers

                God door de stem van St Niklaas).

                Haar naam is : Niklaas.

                De kleine klok heeft als naam Jozef en weegt 325 kg, geeft als toon DO en draagt

                volgende opschriften : “Sanctus Joseph Patriae principalis Patronu ac

                secunderius paroeciae O.P.N.” “-Quotidiano pulsu ad Superna evoacre mihi est

                Josepho.-Leest 1950.”  (Heilige Jozef, voornaamste patroon van het vaderland en

                tweede patroon van onze parochie, bid voor ons. Het is aan mij, Jozef, gegeven,

                dem ensen tot het hogere op te roepen door mijn dagelijks gelui.Leest 1950)

                Peter : burgemeester Pieter De Prins, meter : Mevr. Julie De Laet-Meuldermans.

                Deze twee klokken zijn ter vervanging van de twee weggenomen tijdens de

                Tweede Wereldoorlog en die hadden een gewicht van 928 en 234 kg.

                De middenklok was niet weggenomen maar gebarsten en stemde door haar toon

                niet meer overeen met de twee nieuwe. Die klok werd hergoten.

                Zij draagt de naam van Maria, weegt 560 kg en heeft als toon LA.

                Ze heeft dezelfde opschriften als de oude : “Gij, christenen, weest toch

                eendrachtig, Maria rein zal hierin uw bijstand zijn. Leest in eendracht nu zal

                maken Macht, in vele als goede zaken”.

                Peter : Edw. Van Steenwinckel, voorzitter van de kerkfabriek.

                Meter : Mevr. Van den Brande-Piessens.

                In mei 1953 werden deze klokken volledig afbetaald : 123.776 fr.

                (87.000 fr was afkomstig van het ministerie) (DB-1956)

                Op 1 juli 1950 werden de drie klokken electrisch aangedreven, dit voor de som

                van  27.000 fr.

     

    1950 – 13 juni : De gemeenteraad stemde een toelage van 2.000 frank “voor het

                plaatselijk comiteit der jubelfeesten”.

                Reden : “gezien in de maand juli 1950 de veldwachter zal gevierd worden om zijn

                25 jaar dienst als secretaris van de plaatselijke afdeling van de Nationale

                Strijdersbond en zijn 25 jaar dienst als veldwachter der gemeente.”

     

    1950 – 8 augustus : De gemeenteraad stemde voor een heffing ivm afgifte van

                identiteitskaarten : 5 fr. voor het eerste paspoort, 5 fr voor een eerste duplicaat en

                10 fr voor alle volgende duplicaten.

                Personen die onvermogend waren dienden niets te betalen.

     

    1950 – 3 november : Opening van de nieuwe bewaarschool en huishoudschool.

                (DB-1956)

     

    1950 – 17 december : De “Bond der Kroostrijke Gezinnen” huldigde de moeders met

                tien en meer kinderen.

                De viering begon met een mis en ’s namiddags vond de feestzitting plaats in

                “de Rooselaer”.

                De moeders ontvingen een prachtige herinneringsmedaille van de Bond.

                Die werd hun overhandigd door de pastoor en de burgemeester.

                De feestrede werd gehouden door de heer Slaets, gewestelijk afgevaardigde.

                De meisjesschool droeg stukjes voor waarin de “moeder” centraal stond en

                Jan De Decker las een fragment voor van Ernest Claes : “Oorlogsnovellen :

                van een schamel moederke”.

                Na een kort woordje van dhr pastoor en secretaris Alfons Hellemans werden

                de aanwezige moeders en vaders op een koekenfeest vergast.

                (DB-1956)            

     

    1950 – 24 december : Vernieuwing van het dak van kerk en pastorij. Bij openbare

                aanbesteding werden de werken toegewezen aan de heer Clinckart uit Hoboken

                voor de som van 243.539 fr maar gedurende de uitvoering werd deze som

                verhoogd  tot ongeveer 250.000fr. (DB-1956)          

     

    1950 – Op 31 december 1950 telde Leest 1871 inwoners.

     

    1951 – 31 maart : De winter 50-51 heeft een gemiddelde temperatuur van -14°C

                gekend. Zelfs scheepvaart op de Schelde heeft stilgelegen. (KH-GvM)

     

    1951 – 21 april : De benoeming Koninklijk van de fanfare De Vrolijke Vrienden uit

                Hombeek werd gevierd in de zaal Alhambra op 22 april.

                Deelnemers waren Willen is Kunnen uit Zemst-Laar, St.-Cecilia uit Leest,

                St.-Cecilia uit Hombeek-plein, Arbeid Adelt uit Leest en St.-Martinus uit

                Hombeek-dorp. (KH-GvM)

     

    1951 – 21 december : Heuglijke dag voor de fanfare St.-Cecilia.

                Op deze dag werd door de Koning de machtiging gegeven aan de vereniging

                de naam te dragen van “Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia”.

                (GvM,12/10/79)                                                                                        

     

    1951 – Op 31 december telde Leest 1858 inwoners.

     

    1952 – De uit Hombeek afkomstige Edward Fierens werd de nieuwe koster van

                Leest. Hij was er geboren op 2 oktober 1930.

                Tot ’56 zou hij deze functie blijven uitoefenen. Tijdens zijn verblijf te

                Leest huurde hij een kamer “bij een weduwe Virginie”.

                Nadien werd hij koster te Rijmenam, waar hij in 1960 trouwde met Lina

                Van Cauwenbergh uit Zaventem.

                (De kosters van Leest. De Band-november 1985) 

     

    1952 – 13 februari – Zitting  Gemeenteraad Leest :

                Aanwezig : burgemeester P. De Prins, schepenen P. Busschot en Th. Maes,

                de raadsleden Jan Van Riet, Victor De Laet, P. Verbeeck, Ferdinand De

                Prins en Remi Spoelders en secretaris Egied Bradt.

                Dagorde : periodieke weddeverhoging van de gemeentewerkman Hendrik

                Fierens.

                Met ingang van 1 januari 1952 werd een periodieke weddeverhoging toegestaan

                van 1.200 frank. De wedde van Hendrik Fierens werd op 47.040 frank gebracht.

     





    02-03-2012 om 12:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: Frans Robijns, medestichter van de fanfare St.Cecilia, was 50 jaar muzikant. (zie verder)

     

    1949 – Dat jaar bekwam de fanfare St.-Cecilia, in het provinciaal toernooi te Mechelen,

                de promovering naar 2de afdeling.

                (GvM,12/10/1979)

     

    1949 – 16 januari : Stichting van de VROUWENBOND VAN HET HEILIG HART.

                412 leden werden ingeschreven.

                In 1954 was E.H. De Decker proost, M. Rheinhard schrijfster en telde de

                Bond 16 ijveraarsters en 327 leden.

     

    1949 – 5 februari : De gemeenteraad keurde het ontwerp goed, opgemaakt door de

                Provinciale technische dienst, tot het bouwen van een koolkelder en WC aan

                het gemeentehuis.

     

    1949 – 8 april – Gemeenteraad :

                -Grafmaker en kerkhofverzorger Guillaume Symons wordt een jaarlijkse

                vergoeding van 3000 fr toegekend alsmede 50 fr per put.

                -Dokter Stuyck bekomt vanaf het schooljaar 1948-49 15 fr per leerling voor

                het geneeskundig schooltoezicht. (voordien 10 fr)

                -Hendrik Fierens, gemeentewerkman wordt benoemd in vast verband.

                -De C.O.O. benoemde tijdelijke ontvanger Alfons Hellemans in vast verband.

                De Raad bracht gunstig advies uit.

     

    1949 – 14 april : De Kalvarieberg tegen het koor der kerk werd hersteld door de zorgen

                van de familie Peeters uit Mechelen, als nagedachtenis aan haar overleden

                familieleden rustende op het kerkhof van Leest. (DB-1956)

     

    1949 – Mei : Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de fanfare St.-Cecilia werd

                een grote nationale muziekwedstrijd uitgeschreven waaraan 39 maatschappijen

                deelnamen. Het werd de voorloper van de latere Ceciliafeesten.

                Tegelijkertijd werd ook het gouden jubileum gevierd van Gaston Busschot en

                Frans Robijns, beiden waren 50 jaar muzikant.

                (GvM,12/10/79)

                Zowel Gaston Busschot als Frans Robijns waren medestichter van de fanfare

                St.Cecilia

                Eerstgenoemde was een herenboer op de Leest-Heide en woonde aan de

                Blaasveldstraat. Hij was net als zijn broer Gaston een van de eerste muzikanten

                van de fanfare geweest. Vanaf 1921 was hij gemeenteraadslid en vanaf 1939

                tot 1957 was hij schepen van onderwijs en cultuur.

                Hij wordt ook beschouwd als medestichter van het Boerenfront (zie verder).

                Frans Robijns (zie foto) woonde ook aan de Blaasveldstraat. Hij werd geboren in

                1885 en was op veertienjarige leeftijd bij de eerste twaalf fanfaremuzikanten.

                Hij werd bestuurslid in 1924 en hield dat vol tot 1959.

                Frans Robijns speelde bombardon en hield dat nog vol tot ongeveer 1962.

     

    1949 – 16 mei : Aankoop door de parochie van 40 aren 55 ca grond met schoolgebouwen

                Kouter, gekadastreerd wijk B nr. 448/e en deel van nr. 448/f.

                Koopprijs : 161.650 fr.

                Onkosten van de akt : 23.840 fr.

                Deze school was in 1879 (schoolstrijd) gebouwd.

                In november 1950 verlieten de meisjes voor goed deze school.

                Men besloot aan de lokalen een zaal te bouwen. De eerste omhalingen brachten

                134.210 fr op. Hierna werden nog verschillende omhalingen gedaan.

                Al deze werken kosten meer dan 500.000 fr. (DB-1956)

     

    1949 – 18 augustus – Gemeenteraad :

                -De Raad stemde voor een jaarlijkse toelage van (gemeentelijke toelage) 450 fr

                voor de vrije bestaande bibliotheek der gemeente.

                -Antoon Teuthels, koster te Leest wonende te Hombeek Geysbeekstraat 65/3

                benoemd tot klokluider mits een jaarlijkse vergoeding van 3500 fr.

     

    1949 – september : De K.W.B. vereniging werd te Leest gesticht in september 1949.

                Er werd gestart met 49 leden.

                Onderpastoor De Schutter was hun eerste proost en Albert Van den Branden de

                eerste voorzitter. Hij had Rik Spoelders als secretaris en Gust Mollemans als

                schatbewaarder.

                Emiel Somers, Gerard De Mesmaecker, Karel Van den Branden en Louis De

                Mesmaecker waren de eerste wijkmeesters en ook Frans Lamberts en Willem De

                Schoenmaeker behoorden tot de eerste leden.

                Gedurende de jaren 1945-’49 bestond er een kleine groepering van de KWB,

                er  was echter geen vast bestuur. Tweemaal trachtte men van wal te steken maar

                telkens werden de plannen verijdeld.

                In 1950, n.a.v. het éénjarig bestaan, vond een eerste bestuursverkiezing plaats :

                Louis Verbruggen werd voorzitter, Louis Solie secretaris, Gust Mollemans

                bleef schatbewaarder en Richard Van Praet werd verslaggever.

                De Leestse KWB telde toen 36 leden.        

                In 1954 noteerde men 75 en in 1978 103 leden.

                In 1954 zag het bestuur er als volgt uit :

                Proost : E.H. St. De Decker, voorzitter : Louis Solie, ondervoorzitter : Juul Geens,

                schatbewaarder : Edward Coeckelbergh, verslaggever : Richard Van Praet,

                schrijver : L. Verbruggen.

                Wijkmeesters waren toen : Rik Spoelders, Jozef De Decker, Albert Van

                Rompaey, Albert Van den Brande en Gust Mollemans.   

                Het voornaamste doel van de Katholieke Werknemersbeweging was om haar

                leden de nodige informatie te verschaffen en hun belangen te behartigen.

                Zo werd er tussengekomen in allerlei zaken zoals de toekenning van een

                gemeentelijke bouwpremie, de dwingende vraag om een wachthuisje aan de

                spoorweg dat er ook kwam bij de treinhalte op de Heide, de verbetering van

                fietspaden en straatverlichting...

                Door tussenkomst van de KWB bekwam de Leestenaar een gemeentelijke

                geboortepremie vanaf het derde kind.

                Ook het godsdienstige, het sociale en de vrijetijdsbesteding werden niet vergeten.

                Enkele traditionele activiteiten (opgetekend in 1978) :

                kaartprijskamp tijdens de winterperiode, paasrecollectie, KWB-reis in september,

                teerfeest in october, rondgang Sint-Niklaas in december gevolgd door een Bal.

                Volleybal , verbond KWB – tornooien, voetbal : deelname aan het

                “Sinksentornooi” van SK Leest.

                In 1957 gingen ze met 35 naar de Zesdaagse van Antwerpen.

                In 1959 kende de zogenaamde “Kapellekensactie” veel succes.

                Voor 100 frank konden de Leestenaars bij de KWB kapelletjes met de Maagd

                Maria bestellen om ze aan hun gevels te bevestigen.

                In 1972 konden KWB-ers deelnemen aan zwemlessen en kaartwedstrijden.

                In 1974 werd in de schoot van de Leestse KWB een volleybalploeg opgericht,

                dat werd 10 jaar later, samen met het 35-jarig bestaan luisterrijk gevierd.

                Het dagelijks bestuur zag er in 1982 als volgt uit :

                Voorzitter : Alfons Geerts, ondervoorzitter : Theo De Prins, secretaris : Johan

                Vandeputte, penningmeester: Jozef Lauwers en verslaggever : Gustaaf Publie.

                In1984, werd door enkele KWB-jongeren gestart met een zaalvoetbalploeg.

                De leden ontvingen ook het maandblad “Raak”.

                Nationaal telde de KWB in 2003 90.000 leden waaronder 12.000 bestuursleden.

                KWB Leest telde dat jaar 120 leden waarvan een twintigtal kernleden.

                Dat waren :

                De Croes-Wouters, Esptweg 69.

                Theophiel De Prins, Alemstraat 8.

                Jo De Smet, Hoogstraat 240 Duffel.

                Franz-Johann Gieselink, Ten Moortele 37.

                Marc Lamberts, Juniorslaan 27.

                Alfons Leemans, Blaasveldstraat 24.

                Dirk Polfliet, Elleboogstraat 26.

                Gustaaf Publie, Juniorslaan 15.

                Jean-Pierre Publie, Elleboogstraat 24.

                Raphael Scheers, Dorpstraat 11.

                Geert Selleslagh,Wagenmaekersstraat 16.

                Frans Teughels, Blaasveldstraat 30.

                Frans Thomas, Elleboogstraat 3.

                Jan Tiri, Cecilialaan 12.

                Louis Vloebergh, Winkelstraat 28.

     

    1949 – Einde ‘49 telde Leest 1861 inwoners.

    02-03-2012 om 07:10 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1948 – 31 juli : Leo Jozef Cornelia De Schutter werd onderpastoor te Leest.

                Hij was geboren te Ekeren op 24 september 1923. Hij zou niet lang in Leest

                verblijven, op 1 november 1950 werd hij onderpastoor in de St.-Martinus

                parochie te Zaventem.

     

    1948 – 19 september : Een historische stoet trok door Mechelen bij de 150ste verjaardag

                van de Boerenkrijg. De stoet was georganiseerd door het Davidsfonds.

                De inbreng van Leest bestond uit twee taferelen uit het leven van pastoor Simon

                De Heuck en stond onder leiding van Alfons Hellemans met de medewerking van

                ”Rust Roest” en de B.J.B.

     

    1948 – 1 oktober : De gemeenteraad bracht gunstig advies uit op de vraag van de

                “Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der provincie

                Antwerpen”, waarbij het gemeentebestuur verzocht werd machtiging te

                verlenen op het grondgebied der gemeente tot het aanleggen van een

                waterleiding van 400 m doormeter kruising met de geklasseerde waterlopen nr. 1

                Aabeek en nr. 8 grote Bleukensloop.

     

                In dezelfde zitting verleende de Raad een toelage van 25.000 fr aan de Eerwaarde

                Zusters Annonciaden van Huldenberg tot het bouwen van klaslokalen.

            

                Mevr. Wed. Spinnael Verbruggen uit de Tisseltbaan als kuisvrouw der

                gemeenteschool aangesteld mits een vergoeding van 1000 fr per klas, hetzij

                6000 fr voor 6 klassen per jaar. Dit in vervanging van Mevr. Van Baelen-

                Spoelders die ontslag had genomen.

     

    1948 – 3 december – Gemeenteraad :

                “...De Raad, gezien onze beslissing van 4/10/1947 waarbij besloten werd aan

                particulieren die de electriciteitsuitbreiding willen doen van hun ver afgelegen

                hoeven, een gemeentelijke toelage te verleenen tot financiering dezer werken;

                gezien het voorstel gedaan aan al de particulieren door E.N.B. aan die nog

                niet aangesloten zijn met het electrisch net en waarvan het College van

                burgemeester en schepenen in kennis werd gesteld bij brief van 16/11/1948;

                overwegende dat met de aansluitingen van verleden jaar de waarborg volgens

                het bestaand contract merkelijk werd verminderd, namelijk van 3692,50 fr

                werd teruggebracht tot 2703,50 fr bij het volgend jaar;

                overwegende dat het beter is tussen te komen in de financiering dezer

                uitbreidingen dan het bestaande contract uit te breiden en de waaarborg te

                bereiken, terwijl de uitbreiding van het vroegere aangegane contract de lasten

                der gemeente zou verzwaren, om deze redenen besluit :

                aan de inwoners die de electriciteitsyuitbreiding van hun verafgelegen hoeven

                laten uitbreiden en hieronder vermeld een gemeentelijke toelage te verlenen

                tot de uitbreiding van het electrisch net, als volgt :

                1. Slachmuylsers Emiel, Kapellebaan  4575 fr

                2.Schaerlaeken Melanie, Kapellebaan  5310 fr

                3. Van den Brande Kamiel, Tinneschuurstraat 5103 fr

                4. Weduwe Scheers, Tinneschuurstraat 5103 fr

                5. Van Aken Alfons, Kouter  4710 fr

                6. Verbeeck Jozef, Juniorslaan 3480 fr

                7. Fierens Victor, Juniorslaan 3480 fr

                8. Van Meerbeeck Jean, Juniorslaan  3240 fr

                9. Geerts kinderen, Grote Heide, 5373 fr

                10. De Muyer Leonard, Grote Heide 5373 fr.

                Samen : 45.747 fr”

     

                In geheime zitting werd een wijziging aan de wedden van het gemeentepersoneel

                gestemd. Deze nieuwe barema’s zouden gelden vanaf 1 juli 1948.

     

    1848 – Einde 1948 telde Leest 1864 inwoners.

    02-03-2012 om 06:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Bij haar 55-jarig bestaan in 2003 stond de Chiro van Leest, “de Zenedijkers”als

                grootste jeugdvereniging van de gemeente voor een belangrijke opvoedende taak.

                Elke zondag vanaf 14 u liepen de hemen vol enthousiaste kinderen die door een

                sterk team van leidingsmensen begeleid werden i.s.m. hun volwassen begeleiders.

                Proost was Dirk De Gendt en VB  Ben Jacobs, Kleine Heide 31.

                Hoofdleiders : Wim Slachmuylders (Juniorslaan 16) en Stijn Van den Eede

                (Keepstraat 4)

                Andere verantwoordelijken van de jongens :

                Sloebers : Wout Vermeeren, Steven De Wit en Stijn Van de Voorde.

                Speelclub : Stijn Van den Eede en Tim Bruggeman.

                Rakkers : Stijn Van den Broeck en Benny Sintebin.

                Toppers : Jelle Van Cauwenbergh en Wietse Van Daele.

                Kerels : Nick Publie en Jef Van Daele.

                Aspiranten : Gert Huysmans, Wim Slachmuylders en Pieter Van Waeyenberghe.

     

                Meisjeschiro           

                Gegroeid vanuit de “Landelijke Jeugd” kwam in 1963 de officiële start voor

                de meisjes, onder leiding van Hilda Silverans en Reinhilde Verbruggen.

                In 1973 was het ledenaantal van de meisjeschiro aangegroeid tot 70 en in

                ’72 gingen ze met 55 op bivak.

                In 1973 zag de leiding van de meisjeschiro er zo uit :

                Speelclub : Agnes Lamberts en Marleen Huysmans.

                Kwiks : Mieke Sneyers en Wikke Lauwers.

                Tippers : Maria Lamberts en Myriam De Laet.

                Tiptiens : Gerd De Prins en Lilianne Alewaters.

                Aspi’s : Greet Verbeeck.

                In 1980 begonnen ze hun nieuw chirojaar met 106 meisjes.

                De allerjongsten waren toen ondergebracht onder “de prutskes” en hun leidsters

                waren Chris De Smet, Veerle Van Assche en Els De Maeyer.

                De “speelklubbers” werden geleid door Bea Lamberts en Ingrid Vets.

                Lief Lamberts, An Polfliet en Kris De Smet ontfermden zich over de “kwiks”.

                De leiding van de “tippers” was in handen van Renild Segers, Krista De Prins,

                en Mia Lamberts.

                Vera en Frie De Prins namen de “tiptiens” onder hun hoede en de “aspi’s” werden

                geleid  door Lus Van Roy (die tevens hoofdleidster was), Rita De Maeyer (tevens

                hulphoofdleidster) en Mie Lefever.  

                Meisjesleiding 2003 :

                Proost : Dirk De Gendt. VB : Peggy Siccard.

                Hoofdleidster : Ann Slachmuylders.

                Andere verantwoordelijken :

                Prutsen : Ann Selleslagh en Leen Leemans.

                Speelclub : Lesley Selleslagh en Kathleen Lamberts.

                Kwiks : Ann Slachmuylders en Annelies Rodet.

                Tippers : Tina Vanden Eynde en Loes Lemmens.

                Tiptiens : Kelly Goossens en Nathalie Spruyt

                Aspiranten : Katrien Leemans en Julchen Neefs.                      

     

                (Bronnen : Diverse jaargangen van De Band,GvM, 22/1/1973, 24/1/1978,

                1/10/1987, 5/10/1987,folders)

     

     

    1948 – 15 juni – Gemeenteraad :

                “...De Raad besluit een contract met de stad Mechelen af te sluiten mits een

                jaarlijkse bijdrage van 2,50 fr per inwoner en een vast recht van 1000 fr per

                oproeping, als lid van het gewestelijk brandweerkorps Mechelen.”

     

    1948 – 6 juli : Bij het B.J.B. sportfeest in Leest haalde de afdeling van Hombeek de

                eerste prijs in het koordtrekken. In de acht andere proeven liep het voor

                de Hombekenaars slechter af. Ze werden laatste van de negen deelnemende

                groepen. (KH)

     

    1948 – 29 juli :  In de zitting van de gemeenteraad kreeg Hendrik Fierens een vaste

                benoeming als gemeentewerkman. Hij vervulde deze functie van 1/1/1937.

    02-03-2012 om 05:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  einde jaren ’50. De processie passeert de Scheerstraat. Ook de Chiro was van de partij.

               

                De Chiro te Leest

                Toen in 1948 de Leestse jongenschiro officieel boven de doopvont werd

                gehouden, was dit plan van stichting reeds veel vroeger gerijpt.

                ’s Zondags werd de Leestse jeugd verplicht naar de “catechismus” te komen en

                omdat de verveling soms toesloeg besloot E.H. De Schutter om op de

                zondagnamiddagen maar wat spellekens en ontspanning te geven.

                Zo ontstond de Leestse jongenschiro.  

                                 

                Jan De Decker en Gaston Keulemans waren de eerste groepsleiders.

                Laatstgenoemde zou in 1956, na 8 jaar dienst, afscheid nemen.

                Als hemen hadden de chirojongens de lokalen van de vroegere meisjesschool

                in de Kouter.

                Onder  de leiders Juul Muysoms en Miel Polfliet was Stany De Decker proost.

                Hij was het die de grondslag legde van de nieuwe chirolokalen.

                Met de Franciscamer pater Clementiaan en pater Omer stond de Leestse chiro

                onder de invloed van de “Bruine Paters” van Mechelen.

                De grote verhuis naar de nieuwe lokalen gebeurde in 1960, onder

                hoofdleider Louis Vloebergh, Eddy Beterams en proost Verbiest.   

                In 1954 was Emiel Polfliet groepsleider, leiders waren toen Louis Vloebergh,

                Juul Muysoms, Karel Fierens, Eddy Beterams en Gaston Keulemans.

     

                Toen Miel Polfliet, op 4 april 1956, in het huwelijk trad met de BJB-leidster

                Mariette Coeckelbergh, was dat te Leest een heuse gebeurtenis.
                Zijn laatste woorden als leider werden nadien nog vaak herhaald : “In een geest

                van kameraadschap bouwen wij samen aan het onvoltooide monument : de

                chiro.”

                Dat jaar telde de Leestse jongenschiro 60 leden. Louis Vloebergh, Eddy Beterams

                en Gaston Keulemans waren het langste lid.

                Op het einde van 1956 werd een georganiseerde recrutering gedaan in de enige

                wijk van Leest die ondervertegenwoordigd was : de Heide.

                Met succes en het ledenaantal steeg boven de 70.

                Datzelfde jaar verstevigden Jos Verlinden en Ferdy Polfliet de rangen der leiders,

                evenals Jos De Smet en Jan Vloebergh die de burchtknapen onder hun hoede

                namen en nam leider Juul Muysoms ontslag als groepsleider. Hij werd opgevolgd

                door leider Louis Vloebergh.

                Op datum van 16 augustus 1954 kan u in deze kronieken een volledig verslag

                van een chiro-bivak meemaken. Auteur : Louis Vloebergh.

                In 1957 kwam Guido Hellemans het leiderskorps vervoegen. De groep zag

                er toen als volgt uit :

                Burchtknapen (hadden hun plechtige communie nog niet gedaan) : 36 jongens en

                3 leiders : Eddy Beterams, Jos Verlinden en Guido Hellemans.

                Knapen : 17 jongens en 3 leiders : Jan Vloebergh, Rik Van den Vondel en Jos De

                Smet.

                Kerels : (boven de 14 jaar) 12 jongens en 3 leiders : Louis Vloebergh, Freddy

                Peirs en Ferdy Polfliet. Louis Vloebergh was groepsleider.  

                Na hoofleider Karel De Borger deden de paters Assumptionisten van Kapelle-

                op-den-Bos te Leest hun intrede met pater Karel Van Aken.

                De speelclub, de jongste en de 5de afdeling van de chirojongens, werd opgericht

                onder hoofdleider Roger Silverans in 1967.

                Na hem werden Mark Leemans en Mark Lambrechts hoofdleider.

                In 1973 bij de viering van het zilveren jubileum telde de vereniging 80 leden.

                De leiding van de jongenschiro zag er toen als volgt uit :

                Speelclub : Guido Mollemans.

                Rakkers : Frans Lamberts

                Toppers : Marc Lamberts en Luc De Prins.

                Kerels : Frans De Decker en Frans Huysmans.

                Aspi’s : J. Van den Heuvel.

                Dat jaar, 1973, startte de eerste jeugdcross, initiatief van o.a. Jan Van den Heuvel,

                Frans De Decker, Gert De Prins en Liliane Allewaters en simultaan werd VEVOC

                (Vereniging van Oud-Chiroleden) gesticht.

                Aanvankelijk gestart met enkele idealistische oud-chiroleiders groeide deze

                vereniging tot 200 leden.

                Bedoeling van Vevoc was en is nog steeds een morele en daadwerkelijke steun

                te geven aan de plaatselijke Chiro-afdelingen en er werd naar getracht

                activiteiten te organiseren waarbij zoveel mogelijk Leestenaren kunnen betrokken

                worden.   

           

    02-03-2012 om 05:57 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : Eén van de oudste foto’s van de Leestse Chiro, genomen tijdens een bivak in Velm.

               Rechts onderaan medestichter Jan De Decker.

     

    1948 – September : Stichting Jongenschiro te Leest

                In samenwerking met Jan De Decker en de Hombeekse leiders J. Daelemans en

                Troch stichtte onderpastoor De Schutter de Leestse jongenschiro.

     

                De Chiro

                Chiro : van de Griekse letter x (chi) en r (ro), beginletters van Christos, ontstond

                in feite veel vroeger dan het jaar 1934 waarop de beweging uitgesproken als

                Chiro naar buiten trad.

                Chiro ontstond uit de katholieke patronaten waarvan de vroegste sporen terug te

                vinden zijn in de arbeiderswereld van Gent in 1850. Zowat in alle steden in

                Vlaanderen rezen de patronaten vanaf dat jaar, meestal onafhankelijk van

                mekaar, in de verschillende parochies als paddestoelen uit de grond.

                Ze werden geleid door sociaal bewogen parochiegeestelijken en hadden de

                “godsdienstige, geestelijke en huishoudelijke” vorming op het oog van jongeren

                -meisjes zowel als jongens- uit de volksklasse.

                Aanvankelijk heette de beweging trouwens “Chiro van het Verbond der

                Patronaten van Vlaanderen”.

                Vanaf 1934 ging Chiro zich meer en meer zelfstandig profileren.

                Geheel in de geest van tijdsvernieuwing, nieuwe orde en romantiek, kenmerkend

                voor de jaren dertig, ontstond ook een totaal nieuw vocabularium. Het heette niet

                langer meer in verouderde termen van patronaatsjongen, patronaatsactiviteiten,

                patronaatsbestuurder maar : Chiro-kerels, Chiro-actie, Chiro-leider.

                Trouw en ridderschap weerspiegelden zich in nieuwe slogans zoals : “Aan

                Christus-Koning, Trouw !”

                De vader van deze vernieuwde beweging in de schoot van de Vlaamse Patronaten

                was de Antwerpse priester Jos Cleymans, die toen algemeen secretaris was van

                het Jeugdverbond voor Katholieke Actie (JVKA).

                Hij wou een moderne invulling geven aan de oubollige patronaatsbeweging.

                Cleymans introduceerde nieuwe elementen zoals spelen in de openlucht, de

                Christus Koninggedachte, de banier met de Griekse letters Chi en Ro, het

                Chiro-uniform en de kentekens.

                Chiro kwam resoluut op voor godsdienstige en pedagogische vernieuwing.

                WO II versnelde het proces van afbraak van de patronaten maar vertraagde de

                groei van de Chiro.

                Van 1940 tot 1944 werd gewerkt in de illegaliteit, want de Duitse bezetter had

                alle werking van de meeste jeugdorganisaties verboden.

                Door vele mensen scheef bekeken wegens de wat militairistische aanpak zou

                het tot 1950 duren voor de beweging echt groot werd.

                In de naoorlogse periode kende Chiro een ware explosie. Van jaar tot jaar nam het

                ledenaantal toe. Een absoluut hoogtepunt werd bereikt in 1975 toen de beweging

                was uitgegroeid tot 120.000 leden.

                Maar van dan af begonnen de schokgolven van revolutionaire vernieuwing en

                maatschappijkritische ingesteldheid van het einde van de woelige jaren zestig

                pas voor goed massaal naar de basis door te dringen en ging het steil bergaf.

                Dat had ook te maken met een spectaculaire daling van het geboortecijfer in

                Vlaanderen.

                Bij de aanvang van de jaren ’80 was Chiro compleet verwaterd tot vrijblijvende

                afzonderlijke spel- en bezigheidsclubjes, die, vrij ongedisciplineerd, elk hun

                eigen weg gingen, inspelend op plaatselijke toestanden en situaties.

                Van een samenhangend, zinvol en inhoudelijk geheel was nauwelijks nog sprake.

                Ontkerstening en secularisatie trokken ook hier diepe sporen.

                De accenten lagen vooral op het maatschappelijk gebeuren, op een kritische

                ingesteldheid, op vrede, gastarbeiders, sexualiteit, emancipatie, democratisering,

                relatiebeweging, Derde Wereld.

                Aan godsdienstvorming en –verdieping werd nauwelijks nog tijd besteed.

                Nadat Chiro jarenlang in de Vlaamse jeugdorganisaties vooraan had gestaan als

                een “voorhoede van de Kerk” was dit geleidelijk afgezwakt tot “kerkelijk niet,

                katholiek wel”, later tot “katholiek niet, christelijk wel” en uiteindelijk tot

                “christelijk niet, evangelisch wel”.

                De maatschappij evolueerde in al haar geledingen pluralistisch.

                De jongeren kregen het moeilijker, vroeger leek alles immers vanzelfsprekend,

                toen  stelden de gelovigen zich weinig vragen.

                Een groeiende aandacht ging nu naar de parochiegemeenschap.

                Chiro speelde ook in op de parochiale jeugdzorg. Het teloorgaan in veel groepen

                van de priester, eerst bestuurder, dan proost, werd nu opgevangen door het

                inzetten van de zogeheten V.B. of veebee, de volwassen begeleiders, veelal

                jonggehuwden, oud-chiro’s, die zich voor één of twee jaar engageerden om de

                groep niet te leiden maar te begeleiden.  

                Ook politiek werd niet uit de weg gegaan.

                In 1987 verklaarde nationaal leider Jan Maertens aan Gazet van Antwerpen :

                “Als jongerenbeweging durven wij standpunten in te nemen zo bv. inzake

                bewapening, vrede, apartheid.

                In essentie is ons doel nog steeds hetzelfde gebleven : de jongeren helpen

                opgroeien tot volwaardig menszijn, er gemeenschapsmensen van maken en geen

                egoïsten...”

                In 2003 was Chiro nog steeds de grootste Vlaamse jeugdbeweging met zo’n

                100.000 leden.

                Bekende Oud-Chiro-leden waren o.a.Willy Kuypers (Oud-parlementair en

                burgemeester van Herent), Paul Akkermans (Oud-Minister in de Vlaamse

                Regering), Nelly Maes (Volksvertegenwoordigster), Paul Van Grembergen

                (Oud-Minister) en Lode Bertels (Oud-senator en burgemeester van Brasschaat).

     

    02-03-2012 om 05:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : voorlopige leerkracht Juul Florentijn Teughels.

    1947 – 1 januari : De zitpenningen van de raadsleden worden vanaf heden op 100 fr

                gebracht. (GR-28/4/1947)

                De wedde van de burgemeester werd vastgesteld op 10.000 fr per jaar en de

                schepenen 3.000 fr per jaar.

     

    1947 – Op 14 april overleed Jozef Rheinhard, koster-organist der parochie sinds

                 1/5/1916.

                Jozef Rheinhard was geboren te Mechelen op 23/2/1879.

     

    1947 – 28 april – Gemeenteraad :

                “...8e punt. Benoeming der leden van de C.O.O.

                De Raad in geheime zitting gaat over tot de stemming van vijf titelvoerende leden

                waarvan de uitslag luidt :

                Diddens Constant       10 geldige stemmen

                Piessens Frans            5 geldige stemmen

                Lauwens Louis            4 geldige stemmen

                Silverans Karel           4 geldige stemmen

                De Wit Louis               4 geldige stemmen

     

                De plaatsvervangers werden alzo verkozen :

                Polspoel Frans            6 geldige stemmen

                Potoms Gustaaf          5 geldige stemmen

                Diddens Louis             4 geldige stemmen

                De Prins Ferdinand    4 geldige stemmen

                Schaerlaeken Victor   4 geldige stemmen

                De Smet Edward        4 geldige stemmen

              

                Als 2de plaatsvervangers werden verkozen :

                Beullens Constant      4 geldige stemmen

                Somers Emiel             4 geldige stemmen

                Van Beersel Jozef       4 geldige stemmen”.

     

                9e Punt – Tuchtactie tegenover de heer De Leers.

                Besloten werd de heer De Leers ter beschikking te stellen bij ordemaatregel met

                een wachtwedde gelijk aan de helft van de laatste activiteitswedde.

                “...9e punt : tuchtactie tegenover den heer De Leers onderwijzer schoolhoofd.

                De Raad in geheime zitting : gezien de handelingen van den heer De Leers tijdens

                de bezetting groote opspraak hebben verwekt bij de bevolking en bij de

                schoolgaande jeugd, gezien uit het onderzoek is gebleken dat den heer De Leers,

                tijdens de bezetting propaganda heeft gemaakt voor den vijand en dat hij

                Duitschgezind was, gezien den heer De Leers als lid is uitgesloten van den

                N.S.B. uit Leest alsook uit den invaliedenbond te Mechelen.

                Gehoord den heer De Leers in zijn middelen van verweer uiteengezet door hem

                zelf ter zitting waarvan hij weigert een verklaring op te stellen en te teekenen.

                De Raad gaat over bij geheime stemming tot het ja of niet toepassen van een straf,

                namelijk ter beschikking stelling bij ordemaatregel met een wachtwedde gelijk

                aan de helft van de laatste activiteitswedde.

                Er werden 9 witte briefjes uitgedeeld aan de negen tegenwoordig zijnde

                raadsleden.

                Na een pauze werden alle briefjes ingezameld, nageteld en geopend ;

                De uitslag luidt als volgt, ja : vijf briefjes en vier witte briefjes.

                Bijgevolg werd besloten den heer De Leers ter beschikking te stellen bij

                ordemaatregel met een wachtwedde gelijk aan de helft van de laatste

                activiteitswedde.

                Kennis van deze beslissing zal aan den heer De Leers gegeven worden.

                Afschrift dezer zal ter goedkeuring aan de Bestendige Deputatie overgemaakt

                worden.

                Waren aanwezig op deze Raad : burgemeester Petrus De Prins, schepenen P.

                Busschot en Th. Maes en de raadsleden Jan Van Riet, Victor De Laet, Ernest De

                Win, Petrus Verbeeck, Ferdinand De Prins en Remi Spoelders.  

     

    1947 – 4 oktober  : De beslissing van het College wordt bekrachtigd door de

                gemeenteraad  betreffende de aanstelling als voorlopige leerkracht van de

                gemeentelijke jongensschool  van Juul Florentijn Teughels.

     

                In dezelfde gemeenteraad stemde de raad voor een vergoeding van 900 fr per jaar

                voor onderhoud van rijwiel en 300 fr voor schoenen voor de veldwachter.

     

    1947 – Einde 1947 telde Leest 1857 inwoners.

     

     

    01-03-2012 om 18:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1947 – Pieter De Prins werd burgemeester en dit tot 1958.

                Jan De Decker nam van hem voor “De Band” in april 1954 volgend intervieuw

                af :

                “...de vermoeide ogen van de zeventiger kregen een sterke glans toen hij sprak

                over zijn prilste jeugd en over het leven aan de ouderlijke haard in de landelijke

                gemeente Meise, alwaar hij op 30 september 1885 werd geboren als eerste kind

                van een landbouwersgezin.

                Als oudste van negen (vier jongens en vijf meisjes) moest hij hard werken.

                Op 16-jarige leeftijd 10 hectaren oogst mee helpen pikken met de hand is

                voorwaar geen kleinigheid, evenmin als stenen bakken voor boerderijen en

                huizen.

                Toen hij dit aanstipte tuurde hij door het raam, als met weemoed kijkend naar

                z’n zonen die werkten op het erf, terwijl hij met zijn verweerde handen, die

                spreken van lange jaren onverpoosde moeizame arbeid, de poes streelde die

                ronkend op z’n schoot te slapen lag...

                Ja, allen zijn zonen : fllinke twijgen aan ’n sterke stam ontsproten. Zo weet hij

                het bedrijf in veilige handen.

                Starend door het raam, als zocht hij naar een ver uitzicht over landen en weiden

                en ruimte en tijd, vertelde de burgemeester ons over de oorlog 1914-18.

                In 1914 kocht vader De Prins een hoeve te Ramsdonk. Daarna moest men

                vluchten gaan, alles achterlatend, ook de koeien in de stal.

                Pieter verbleef gans de oorlog in Frankrijk en diende er de boeren voor 1,25 fr

                per dag. Eindelijk kon hij dan terugkeren en bracht zeven vaarzen en een veulen

                mee : een treinreis van 17 dagen.

                Daarna ging hij nog eens terug en kwam te paard af van Cherbourg in 8 dagen.

                Pieter De Prins huwde met Cornelia Maria Meskens uit Wolvertem, die er op

                14 februari 1889 werd geboren. (zij overleed  op 23/9/1972)

                Dit huwelijk schonk hen zeven kinderen : Marcel, Frans, Jan, Julia, Maria, Albert

                en Mariette.

                In 1921 kocht hij de “Rendelbeekhoeve” van graaf de Bethune.

                In 1944 werd hij tot burgemeester van Leest benoemd, tevoren was hij eerste

                schepen...”

     

                Een edel mens ging heen !

    “Het verscheiden van wijlen de heer P. De Prins, Ere-Burgemeester, viel als een donderslag in de gemeente, het was dan toch nog zo snel gegaan, nadat iedereen mocht verhopen hem nog lang te mogen behouden.

     

    Het was den ook op vrijdag 8 april j.l. dat onder een grijze hemel en bij motregen, zijn vrienden hem op de lange tocht vergezelden en onder “treurmuziek” ter kerke gingen.

    Honderden woonden de kerkelijke dienst bij in de parochiale kerk van St.-Niklaas, waar het stoffelijk overschot stond opgebaard, omringd door brandende kaarsen en een enorme bloemenkrans vanwege de K.F. St.-Cecilia ter nagedachtenis en huldeblijk aan hun overleden Ere-Voorzitter.

     

    Een massa volk toog ten offer waaraan geen einde scheen te komen, om dan bij het zingen van het “In Paradisum” naar zijn laatste rustplaats te gaan, aan de zijde van zijn voorganger Voorzitter der Fanfare wijlen F. Piessens.

     

    Na de laatste gebeden aan het open graf werd respectievelijk door de heer Emiel Verschueren, burgemeester en de heer August Lauwers, secretaris van de K.F. St.-Cecilia

    een lijkrede uitgesproken, die wij graag in “extenso” laten verschijnen, omdat daaruit ten overvloede zal blijken hoezeer hij werd aangezien door hen, die zijn vrienden waren.

    Het was voor beiden een zeer droeve opdracht en plicht zich voor de laatste maal tot hem te richten, die hun stem hoorde van uit de Hemel, waar hem reeds de beloning was ten dele gevallen, die gegeven wordt van hen, waarvan kan getuigd worden : hij was een edel mens !

    De heer burgemeester sprak in naam van het gemeentebestuur, alsmede in naam van de bevolking volgende zeer inslaande rede uit :

    “Dames en heren, voor het gemeentebestuur is het een pijnlijke plicht hier vandaag een onvoorziene hulde te brengen aan degene die ons voor altijd verlaat, oud-burgemeester Pieter De Prins.

    Niettegenstaande zijn wankelbare gezondheidstoestand van voor enkele maanden, was hij de laatste dagen erg verbeterd, zodat niets een zo plotseling afstervern liet voorzien.

    Maar helaas, de dood daagt op zonder waarschuwen en slaat onmeedogend toe.

    Onze vriend is heengegaan. Nooit meer zullen we zijn sympathieke stem horen. Zijn bekend figuur is voor altijd verdwenen.

    Hij was een eenvoudig en hartelijk mens, vrij en ongedwongen in zijn gezegden en bedoelingen.

    Hij nam zijn publiek-ambt ter harte en volbracht het met alle toewijding. Hij was energiek trouw aan zijn ideaal, en wist iedereen door zijn liefde en gulheid over te halen.

    Maar hij was bovenal een mens vervuld met humanitaire gedachten en brede opvattingen. Iedereen onthaalde hij met dezelfde bezorgdheid, dezelfde voorkomendheid. Zijn opgang dankte hij aan zichzelf, aan zijn onverpoosd werk.

    Dank aan zijn volharding en zijn oprechtheid, tegenover allen wist hij het te brengen : eerst tot gemeenteraadslid, dan tot schepen om te besluiten met burgemeester, ambt dat hij gedurende tien jaar met toewijding heeft vervuld ten bate van de gemeente.

    Sinds 1959 genoot hij een welverdiend rustpensioen.

    Wij allen hier aanwezig, betreuren ten zeerste dat dit rustpensioen niet langer heeft mogen duren.

    Dat hij evenwel gerustgesteld weze, de tegenwoordigheid van zovele collega’s, dorpsgenoten en vrienden is een bewijs van menselijke solidariteit, die later haar daadwerkelijke weerklank zal hebben.

    Hij mag in vrede rusten, hij die met zijn hulp zoveel deed om de welstand onzer medeburgers en dorpsgenoten te verbeteren. Aan ons is het geboden, zijn werk voort te zetten door te trachten zijn sporen te volgen op de weg der ware broederlijkheid en naastenliefde.”

     

    Na deze rede nam de heer Lauwers, namens de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia het woord, om dezes medevoelen aan de bedroefde familie te betuigen, en zulks in volgende bewoordingen :

    “Beste vriend Pieter, achtbare familieleden, waarde omstaanders.

    Het is met de grootste aandoening dat ik mij als secretaris van de K.Fanf. St.-Cecilia en als tolk der gevoelens van al onze muzikanten en leden eerbiedig nederbuig over het stoffelijk overschot van onze zeer beminde Ere-Voorzitter Pieter De Prins.

    En ik ben er zeker van dat gij ons hier vandaag verwacht had om u een laatste vaarwel toe te sturen.

    Vervuld met de innigste medegevoelens bieden wij aan zijn ontroostbare echtgenote en naastbestaanden de verzekering van onze deelneming in hun smart.

    (...)

    Van onze vriend Pieter De Prins mag gezegd worden dat hij een groot mens is geweest.

    Inderdaad een schoon en edel mens leefde in een ietwat tengere gestalte.

    Eenvoud was zijn adel, tot de eenvoudigsten ging ook zijn hart.

    Aan het hoofd van zijn gezin heeft hij eerlijk en volhardend de strijd van de voorbeeldige familievader gestreden, daarom dat wij hulde brengen aan dit werkzaam leven.

    Uw ambt van voorzitter dat gij meer dan 25 jaar aan onze Fanfare hebt vervuld was dit van een begrijpend, plichtsvol en rechtschapen man. Met hart en gedachten zijt gij steeds onze vereniging trouw gebleven, zo ook zullen wij uwe gedachtenis in ere houden.

    Gij waart ook een goed kristen mens met een uitgesproken voorliefde voor de zwakken en verdrukten, want ontelbaar zijn de vrienden die bij u baat en steun hebben gevonden.

    Onze vereniging zal U, aan wien we zoveel dank verschuldigd zijn nooit kunnen vergeten.
    Voortaan zal uw lichaam rusten hier op dit oude kerkhof, volgens uw laatste wilsbeschikking, zij aan zij, van uw goede vriend en trouwe kameraad, waarmee ge in de schoot van onze Fanfare St.-Cecilia zovele gelukkige dagen hebt gekend.

    Samen zult gij van in den Hemel de voorspraak bij den Heer afsmeken om heil en zegen over onze vereniging te laten neerkomen.

    Beste vriend Pieter, wij danken U een laatste maal, diep gemeend, voor al het edelmoedige, het goede en het schone dat gij voor onze maatschappij gepresteerd hebt.
    Rust zacht in vrede, en tot weerzien in den Hemel !” 
                     

     





    01-03-2012 om 18:46 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1946 – Antoon (Tony) Teughels (° 1927, + 1985) werd koster en dit tot 1952.

                Na Rheinhard kende Leest nog enkele tussenkosters, die slechts een paar

                jaar aanbleven en daarna elders hun geluk gingen zoeken.

                Tony Teughels was te Leest geboren op 13 maart 1927 als zoon van

                Door uit “de Roozelaer” en van Emma Blommaert.

                Hij overleed op 24 mei 1985 bij de zusters Franciscanessen in de Mechelse

                Katelijnestraat.

                (De kosters van Leest, De Band-november 1985)

     

    1946 – 31 januari : Aangifte van aardappelen.

                “Alle landbouwers worden verzocht donderdag a.s. op het gemeentehuis aangifte

                te doen van de hoeveelheid aardappelen die zij nog kunnen leveren.

                Zelfs indien zij niets meer over hebben, moeten zij zich nog aanbieden om zulks

                te bevestigen.” (KH-GvM)

     

    1946 – 11 februari : “Achterblijvers : maandag a.s. uitreiking der zegels van de nieuwe

                periode aan de niet-producenten die nog niet om hun zegels kwamen.

                Medeische getuigschriften, afgeleverd tot het bekomen van 50 kg kolen, moeten

                den derden dag na de aflevering op het gemeentehuis binnengebracht worden.”

                (KH-GvM)

     

    1946 – 27 februari – Eerste gemeenteraad van 1946.

                Die werd bijgewoond door Petrus De Prins, burgemeester, Prosper Busschot, Joh.

                Nuytkens, schepenen, Karel Silverans, Victor De Laet, Frans Boonen, Jozef

                Apers en Henri Verbeeck, raadsleden en Frans Huysbrechts d.d. secretaris.

               

                -Eedaflegging van nieuw raadslid Henri Verbeeck.

                -Herzien beslissing van 2 november : “Gezien zijn bijzonderen geestestoestand,

                voortvloeiende uit zijn verwondingen opgeloopen tijdens den oorlog 1914-18, en

                hij maar gedeeltelijk verantwoordelijk is voor zijn daden gesteld tijdens de

                bezetting, besluit bij algemeen stemmen den heer De Leers te ontzetten uit zijn

                ambt met rustgeld.”

                -Johannes Nuytkens verkozen tot schepen met 8 stemmen op 8.

                -De Raad zal de provinciegouverneur verzoeken de nodige stappen te doen tot

                terug indienstneming van gemeentesecretaris Bradt, die geschorst was.

                (Deze schorsing verviel op 6.2.1946)  

     

    1946 – 6 maart : Rantsoenzegels voor duivenvoer

                “De duivenliefhebbers kunnen de zegels, bestemd voor de bevoorrading der

                reisduiven op het gemeentehuis komen afhalen. Voor elke zegel kan men zich,

                tegen betaling, 6 kg gemengd voeder aanschaffen.” (KH-GvM)

     

    1946 – Op zondagen 28 april en 5 mei 1946 – Iets eenigs te Leest.

                GROTE BAKSCHIETING voor een schoon soortig viggen bij Emiel De Kock

                (Vet) Winkelstraat, Leest. (advertentie in Het Goede Zaad)

     

    1946 – 5 juni – Gemeenteraad :

                “...de Raad besluit het electrisch net uit te breiden tot alle woningen.”

               Kostprijs : 140.035 fr waarvan de betrokkenen 10% dienden te betalen.

                In dezelfde Raad werd beslist gemeentewerkman Hendrik Fierens, die tot

                dan per uur betaald werd, een jaarwedde toe te kennen. Deze werd bepaald

                op 14.000 frank  (12.000 frank vermeerderd met vier tweejaarlijkse verhogingen

                van 500 frank omdat Hendrik Fierens in dienst was sedert 1/1/1937)

     

    1946 – 2 juli – Gemeenteraad :

                Vergoedingskosten geschenk pastoor :

                “...de Raad besluit éénparig een krediet te stemmen van 2.000 fr voor het

                aankopen van een geschenk ter gelegenheid van het gouden priesterjubileum

                van E.H. Pastoor Jozef Beuckelaers.”

     

    1946 – 20 augustus – Gemeenteraad :

                “...3e punt. Toelage aan den Nationalen Strijdersbond van Leest voor het

                oprichten van een monument.

                De Raad besluit het te kort van 5.500 fr voor het oprichten van een monument ter

                eere der oorlogslachtoffers te geven aan den Nationalen Strijdersbond van

                Leest.”

     

    1946 – 1 oktober – Gemeenteraad :

                “...De Raad, gezien het verzoek van den heer Coemans grondeigenaar te

                Mechelen tot het verleggen van het voetpad nr. 63 in de Bist, gezien de

                daarbijgevoegde uittreksels uit den atlas der buurtwegen, gezien het commode en

                incomode des aangande waaruit blijkt dat er geen bewaren zijn ingekomen,

                besluit den voetweg nr.63 te verleggen zoals aangeduid op de daarbijgevoegde

                plannen...”

     

    1946 – 24 november – Gemeenteraadsverkiezingen.

                Werden verkozen : Busschot Prosper, De Prins Petrus, De Laet Victor, Van Riet

                Jan, De Win Ernest, Verbeeck Pieter, De Prins Ferdinand, Maes Theophiel en

                Spoelders Remi.

                Eerste schepen werd Prosper Busschot, tweede schepen Theophiel Maes.

                (GR-18/1/1947)

     

    1946 – Op 31 december telde de gemeente Leest 1813 inwoners.

     

    Foto’s gemeenteraadsleden :

    -Prosper Busschot, (schepene)

    -Ferdinand De Prins





    01-03-2012 om 18:39 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                In  de periodiek “De Band”, editie oktober 1957 stond een “In Memoriam” :

                “In Memoriam : de oude bromfiets van Mr Pastoor (Nova et Vetera)

                ...Verleden maand is een bekende figuur van ons heengegaan : de oude brommer

                van onze Mr Pastoor... Het was een veelbesproken figuur. Gedurende de jaren

                dat hij onder ons verbleef, heeft hij zich doen kennen als een harde wroeter, die

                door weer en wind, over alle mogelijke modder- en slijkwegen, duizenden

                kilometers heeft afgelegd.

                En dat aan een snelheid die ons allen hartkloppingen heeft bezorgd, die het leven

                onzer kiekens en honden dikwijls aan de rand van de eeuwigheid heeft gebracht.

                Die onder druk van de pastoorlijke voet over de wegen snorde aan een tempo dat

                zwaantjes, gendarmen en gardes dikwijls deed schreeuwen van spijt.

                Omdat zij hem niet konden volgen...

                Ondanks dit alles, hebben wij hem met spijt zien vertrekken. Want onder zijn

                rammelende slijklap en vettige kettingkast klopte een warme moteur.

                Geboren in een bekende bromfietsenfabriek, was hij ingevet en opgesmeerd

                glanzend van levenslust, helemaal een kind van de wereld. Met als enig ideaal

                zoveel mogelijk te profiteren. Alleen ’s zondags werken, en dan nog over lichte

                makadamwegen, met als last een fijn opgedirkt heertje en desnoods van achter er

                nog een geparfumeerd juffrouwtje bij, van ten hoogste 55 kg. En heel de week

                uitrusten, in de beste kamer, met twee plankskens onder de wielen en een laken er

                over opdat er toch geen stofje zou op vallen.

                Het lot besliste er echter anders over. Hij viel in de handen van onze Mr

                Pastoor.. Weg makadam, weg dat pakske parfum, weg de blokskens onder de

                wielen, weg de achturenweek,...

                ...”

                Het ultieme “In Memoriam” voor Jan Baptist Coosemans verscheen in het Parochieblad

                van 6 december 1979 :

     

                Oud-onderpastoor Constant De Decker : Terwijl ten alle kante de goudgele

                bladeren neerdwarrelen is E.H. Coosemans stil heengegaan in volle herfsttijd :

                de Herfst van zijn leven

                De lente was voor hem die eerste jaren van zijn priesterschap, als actieve

                onderpastoor : vergaderingen, oprichten van jeugdbeweging, zorgen voor

                lokalen, op kamp gaan, alles gedragen door die liefde van de Heer Jezus zelf.

                De zomer heeft hij bijzonder beleefd als pastoor te Leest, de parochie waarvan hij

                zoveel heeft gehouden. Grote zorg heeft hij getoond voor het huis van God, die

                mooie kerk van de Heer Jezus temidden van de mensen. Dat was steeds zijn

                eerste bekommernis. Maar tegelijkertijd ook die zorg voor de mensen, die zeker

                tot uiting kwam in het bouwen van een parochiecentrum met feestzaal.

                Want Leest stak vol aktiviteiten van de KVLV, de Chirojeugd, E.K., de twee

                afdelingen van de B.J.B., de Milac, enz...

                Een man van gebed, eenvoudig, en gedragen door een ware bekommernis, dat

                waren zijn hoofdkenmerken.

                Kwam  dan de herfst van het leven, de periode dat hij afscheid heeft moeten

                nemen van Leest, om eerst te gaan wonen in Zemst, vervolgens verblijf te nemen

                in het rusthuis Emmaüs te Korbeek-Lo en dan te Erps-Kwerps. In die groeiende

                stilte en verlatenheid heeft hij zich voorbereid in volle bewustzijn op zijn

                heengaan van de mensen, om op te gaan naar God, de bron en het einddoel

                van zijn leven...”  

     

                Modest Van Steenwinkel : “...Hij kwam achter pastoor Beuckelaers, juist na

                de oorlog. De kerk was toen in zeer slechte staat : de plaaster was op veel

                plaatsen van bogen en consoles afgevallen. Zijn eerste werk bestond er in het

                dak te laten herstellen en de kerk te laten herschilderen. Ook de nieuwe klokken

                hebben wij aan hem te danken.

                Hij was een echte boerenpastoor, echt passend tussen de boeren op den buiten.

                Ik weet niet hoe hij het te Scheut in de stad zolang heeft uitgehouden.

                Hij was doorgoed, kon soms opvliegen, maar daarna was alles vergeten.

                Ge waart er steeds welkom, zowel bij de pastoor als bij Liza.

                “Ik ben arm op Leest gekomen,” zei hij altijd, “ik wil er even arm weggaan...”

                Ik geloof dat dit de waarheid geweest is.”

                Hilde Reinhard : “...Eén van zijn eigenschappen die me altijd is opgevallen :

                hij was geweldig sober voor zichzelf. Hij had bijna geen aandacht voor zijn eigen,

                alles voor de anderen. Hij was afkomstig van arme boerkes uit Perk.

                Zijn deur stond open voor iedereen. Ook de missionarissen waren altijd bij hem

                welkom...”

     

                Maria De Boeck : “...Mijnheer Coosemans kwam geregeld naar de school.

                Hij was een vriendelijk man die goed met kinderen kon omgaan. Hij was een

                echt en devoot priester. Hij ging ook geregeld zijn zieken bezoeken en op straat

                nam hij zijn hoed af voor iedereen. Alle mensen van Leest hadden spijt dat hij

                aanging...”

     

                Alfons Hellemans : “...Hij is hier bijna ongemerkt weggegaan en kreeg geen dank

                in verhouding met hetgeen hij voor Leest had gedaan.

                Hij kon misschien minder goed preken, en zingen kon hij in het geheel niet, maar

                hij was een echte priester die met alleman over de baan kon. Voor de processie

                was hij steeds geweldig in de weer... Hij had ook handen aan zijn lijf : als er in

                het patronaat iets kapot was, sloeg hij het zelf aaneen.

                Pastoor Coosemans was een goeie brave mens...”   

    Bij de foto’s :

    -de oude bromfiets van de pastoor.

    -bij elk evenement op de eerste rij zoals het een notabele toekwam.

    -pastoor Coosemans door de ogen van George Herregods.

     







    01-03-2012 om 13:14 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                De Band (1956) schreef volgend verslag :

                “Zondag 11 augustus 1946 was heel Leest in feest. Een prachtige stoet trok door

                de gemeente.

                Z.E.H. Kan. Leys, deken van Mechelen-Zuid, voltrok de aanstelling.

                Als getuigen traden op : de Z.E.Heren Clicteur, pastoor van Zemst en De Clerck,

                pastoor te Tisselt. De heer burgemeester hield een feestrede waaruit het volgende

                werd ontleend :

                “Ter gelegenheid van uw aanstelling als herder van Leest is het voor mij als

                burgemeester een groote eer u hartelijk welkom te mogen zeggen in onze

                gemeente.

                ...Gij hebt u kunnen overtuigen dat het grondgebied van onze gemeente, uw

                parochie, uitgebreid is en dat bijgevolg het werk, waaraan gij u dag en nacht

                kunt wijden, zwaar zal zijn. Doch wij weten dat gij komt om u ten volle te wijden

                aan het welzijn van uw parochianen. Gij brengt vrede in onze huisgezinnen,

                vreugde in onze harten, licht in onze zielen.

                ...Gij zult onze kinderen opleiden en hun den weg toonen die leidt naar het

                schone, volmaakte goddelijk Wezen, en hun sterkte geven opdat het geloof niet

                wankelbaar maar rotsvast in hun zielen bewaard zoude blijven.

                Daarvoor zullen wij u gansch ons leven dankbaar zijn.

                ...Moge gij verblijven, vele jaren, in ons midden, daarvoor zullen wij God, den

                Heere, bidden.”

     

                Leestenaars over pastoor Coosemans :

     

                Jan De Decker in De Band 1956 : “...Zijn eerste bekommernis is gegaan naar een

                Parochiezaal en lokalen. Steeds heeft Mr Pastoor geijverd voor zijn kerk.

                Vele moeilijkheden moesten overwonnen worden. Maar wij weten nu dat deze

                werden overwonnen.

                Op een bepaald ogenblik, -hij was nog niet lang hier-, viel hij zonder

                onderpastoor, zonder dienstmeid, zonder koster...

                In ’t begin was ’t overigens een geweldig gesukkel met de meiden, b.v. niet minder

                dan 5 kwamen...en gingen. Tot op 7.7.48 mejuffer Elisa Van Waelhem (Elewijt)

                kwam. Mogen wij van deze gelegenheid profiteren om ook haar in de bloemen te

                zetten voor haar algehele plichtsbetrachting en gemoedelijke omgang ?

                Uit goede bron weten wij dat haar gerechten bij de pastoors van ’t omliggende

                beroemd zijn, evenals bij de predikanten !”   

     

                Miel Polfliet vertelde in 1982 :

                “Ik herinner het mij als was het gisteren. Het was in de mis van halfzeven en

                pastoor Coosemans stond op de preekstoel.

                Ineens begon hij over de verkiezing te praten en vroeg tamelijk rechtstreeks niet

                voor de “Blekken” te stemmen.

                Toen is mijn grootmoeder (Colette Van Praet-De Prins) verontwaardigd

                rechtgesprongen en vroeg letterlijk : “Mijnheer pastoor, zijn wij dan geen

                kristelijke mensen ?” Waarop de pastoor het antwoord schuldig bleef, hij verliet

                de kansel en zette de mis verder alsof er niets was gebeurd.

                Nog even was er spanning in de kerk toen mijn grootmoeder ten communnie ging.

                Heel de kerk keek ademloos toe, maar de pastoor behandelde haar net zoals de

                andere communicerenden en legde de H. Hostie op haar tong.

                Onmiddellijk na die mis staken enkele “Blekken” de koppen bij elkaar en

                verzamelden in een mum van tijd enkele tientallen muzikanten van hun fanfare

                (Sint-Cecilia).

                Die zijn dan dezelfde dag uit dankbaarheid bij mijn grootmoeder thuis in de

                Alemstraat, een serenade gaan spelen.”





    01-03-2012 om 13:05 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1946 – Jan Baptist Coosemans volgde J. Beuckelaers op als pastoor te Leest en dit tot

                1966.

                Hij was te Perk geboren op 19 november 1898 in een gezin van tien kinderen.

                Zijn vader overleed in 1919 op 73-jarige leeftijd en zijn moeder in 1929, zij

                werd 68.

                Jan Baptist Coosemans liep college te Vilvoorde en trad binnen in het Klein

                Seminarie, afdeling filosofie te Mechelen.

                Kardinaal Mercier wijdde hem op 6 juni 1925 tot priester.

                Voor zijn wijding, op 28/2/1925, was hij tot leraar benoemd aan het

                St-Stanislascollege te Berchem.

                In september 1925 werd hij tot onderpastoor van Scheut benoemd : daar zou hij

                vijf jaar blijven. Wegens ziekte diende hij rust te nemen en verbleef van oktober

                1930 tot november 1932 als aalmoezenier in het gesticht Releghem te Zemst.

                Op 19 november 1932 werd hij tot onderpastoor te Zemst benoemd.

                Kardinaal Van Roey benoemde hem op 31 juli 1946 tot pastoor van Leest in

                opvolging  van pastoor Beuckelaers.

                Hij bleef er tot zijn pensioenering in 1966 waarna hij samen met Juffrouw Maria

                (Maria Rheinhard) naar Zemst ging wonen (Schoolstraat) om aldaar van een

                welverdiende rust te genieten.

                Hij overleed te Erps-Kwerps op 17 november 1979.

     

                Gazet van Mechelen van 13/8/1946 schreef over zijn aanstelling (11/8/1946) :

                “...Even na het middaguur was reeds een kleine drukte te bespeuren die naar

                mate het 15 uur werd, steeds aangroeide.

                Die prachtige stoet, met een nog prachtiger zonneweertje begoten, zette zich om

                15 u in beweging nabij Kapelle o/d Bosch, om langs Leest Heide en Biest, te 16 u

                in het dorp te belanden. De straten en huizen waren prachtig versierd en

                verschillende ernstige monogrammen versierden de gevels, ook voor den lach

                was gezorgd waarbij we volgend versje zeer komisch vonden : “Alle maanden

                een nieuw ministerie, dat is verduiveld een grote miserie. Maar na 35 jaar een

                nieuwe pastoor, dat kan er wel mee door !”

                De optocht zelf bestond uit prachtige groepen en wagens waaronder volgende

                groepen en wagens bijzonder uitblonken : “De nieuwe regeering”, “De verkeerde

                wereld”, “Oogstvreugde”, “Verschijning van Fatima”, “Op Signoor”, enz.

                teveel en te schoon om ze alle op te noemen.

                Bij het einde van dezen optocht, waren de parochianen van Zemst met een wagen

                goed vertegenwoordigd, in de koetsen bemerkte men de Kerkfabriek, Burgerlijke

                Overheid en als laatste den gevierde E.H.Coosemans, E.H. Leys, deken, E.H.

                Pastoor van Zemst en E.H.Onderpastoor van Leest. Verder nog verschillende

                geestelijken uit de naburige dorpen.

                Te kwart voor vijf  vond de traditionele plechtigheid plaats voor de kerkdeur,

                waarbij E.H. Leys, deken, den sleutel der kerkdeur overhandigde en dadelijk

                daarna ving de kerkelijke plechtigheid plaats.

                Den E.H.Deken besteeg den kansel en wist met een puike rede de aanwezige

                kristenen toe te spreken, hierna ving het H. Lof aan.”

     

    01-03-2012 om 13:03 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1945 – 12 juli – Gemeenteraad :    

                Het gemeentebestuur besloot een toelage te verlenen van 2000 fr “om de

                Feestelijkheden der gedeporteerden op te luisteren”.

                Feest dat zou doorgaan op 21 juli.

                Ook werd in dezelfde gemeenteraad een toelage van 1000 fr gestemd aan het

                plaatselijk  nieuw blad “Het goede zaad”.

     

    1945 – 5 september  :  J. Van Assche aangesteld tot dienstdoende secretaris mits 500 fr

                per maand. (GR-20/10/1945)

                In december zou hij echter reeds ontslag nemen, hij werd dan opgevolgd door

                Frans Huybrechts(geboren 29/12/1906) uit het Dorp. (GR-24/12/1945)

     

    1945 – 20 oktober – Gemeenteraad :

                “...14de punt. Aanstelling van een Urbanist voor het ontwerpen van een algemeen

                inrichtingsplan. De Raad in geheime stemming, gezien de vergadering op het

                stadhuis te Mechelen van de burgemeesters der omliggende gemeenten, palende

                aan de stad Mechelen met den heer Minister voor Openbare Werken, ten einde

                samen te werken tot het opmaken van een algemeen inrichtingsplan voor (het

                opmaken) de Urbanisatie van Mechelen en omstreken.

                Gezien het opmaken van dit plan dient uit te gaan van een studiebureel om het

                algemeen belang ten nutte te komen.

                Besluit met eenparigheid van stemmen : den heer Wijnants Maxiem opdracht te

                geven tot het opmaken van een algemeen inrichtingsplan der gemeente voor

                Urbanisatie.”

     

                “...Gezien het noodig is gebleken de dorpplaats bijtijds te onderhouden en te

                ontdoen van vuil, besluit : de gemeentewerkman te gelasten alle zaterdagen de

                dorpplaats te kuischen en de rioleering te verzekeren.

     

                De Raad gezien de vraag door den heer De Laet tot het geven van avondlessen

                inzake landbouw in de gemeentelijke jongensschool besluit :     

                1. toelating te verlenen tot het geven van deze lessen in de gemeentelijke

                 jongensschool.

                2. deze plaatsen te verwarmen en te verlichten op kosten van de gemeente.”

     

    1945 – 2 november – Gemeenteraad : Meester De Leers...

                “...4de punt. Tuchtactie van den Heer De Leers tijdens de bezetting.

                De Raad in geheime zitting;

                Gezien de besluitwet van 8/5/1944 ; Gezien de handelingen van den heer De

                Leers tijdens de bezetting aanleiding hebben gegeven tot groote verontwaardiging

                bij de bevolking en hij geen genoegzaam gezag meer bezit en als onderwijzer zijn

                dienst te hernemen;

                Gezien de inlichtingen verstrekt door den Heer Krijgsauditeur;

                Gezien de aaneenschakeling van moeilijkheden tusschen het schoolhoofd en de

                achtereenvolgende gemeentebesturen;

                Gehoord belanghebbende in zijn verweer;

                Gezien zijn moreele en physieke inzinking ten gevolge van zijn verwondingen

                tijdens den oorlog 1914-1918.

                Overwegende dat er verzachtende omstandigheden zijn als groot oorlogsinvalied,

                gaat over bij geheime (zitting) stemming tot het toepassen van een tuchtstraf;

                besluit met algemene stemmen :

                1. Een schorsing toe te passen van onbepaalden tijd met wedde.

                2. Aan de hoogere overheid zijn ontslag aan te vragen voor op ruststelling als

                onderwijzer.

                3. Deze beraadslaging voor het noodige gevolg over te maken aan de Bestendige

                Deputatie.”

     

    1945 – 2 november – Aannemingscontract bewaarschool. (GR)

     

    1945 – 24 december – Gemeenteraad :

                De Vrouwengilde van Leest had een schriftelijk verzoek gericht tot het

                gemeentebestuur om :

                1. de menigvuldige bals af te schaffen.

                2. de toegang tot de danszalen te verbieden aan alle personen onder de 18 jaar.

                3. het sluitingsuur aan te passen.

                Besluit van het gemeentebestuur :

                “1. Geen toelatingen meer toe te staan tot het geven van bals waarvan het doel

                en de opbrengst niet kan gerechtvaardigd worden tot nut eener

                muziekmaatschappij of iets dergelijksch.

                2. Den toegang te verbieden tot de danszalen van alle personen die niet ten volle

                17 jaar oud zijn.

                3. Het sluitingsuur der herbergen te bepalen op 12 uur ’s nachts in de week en op

                1 uur ’s nachts op zon- en feestdagen.”

     

    1945 – Op 31 december telde Leest 1808 inwoners.

     

    01-03-2012 om 12:55 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     Foto :  Vader Frans Polspoel verdween voor zes maand zonder dat iemand wist waar hij zich

                 bevond. Moeder Stefanie “van Zillekes” met zoontjes  Edmond en Alfons.

     

    1945 – Leestenaars en de tweede wereldoorlog

                Frans Polspoel, op zijn paspoort stond Marie Francois Polspoel, uit de Vinkstraat,

                was krijgsgevangene genomen en verdween voor zes maand uit circulatie.

                Niemand wist waar hij uithing.

                Als landbouwer werd hij heel die tijd in Duitsland en ook een tijdlang in

                Tsjechoslowakije op boerderijen tewerkgesteld. Daar leerde hij noedels eten.

                Frans was in 1934 gehuwd met Maria Stephanie Maes.

                Het echtpaar kreeg vier kinderen : Alfons,gehuwd met Lisette Fierens uit de

                Winkelstraat.

                Edmond, zijn officiele naam was Edmund, hij huwde met Melanie

                Selleslagh en werd schepene in het laatste gemeentebestuur van het autonome

                Leest.

                Paul, gehuwd met Victoire Maes en enige en jongste dochter Maria die

                gehuwd was met Jan Tirri.   

     

    Op 5 oktober 1949 kreeg burgemeester De Laet een schriftelijke melding overhandigd van de voorwaardelijke invrijheidstelling van A.V. Op briefhoofd van het “Ministerie van Justitie, Administratie der Strafinrichtingen, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat. Dienst voor wederopvoeding, reclassering en voogdij.”: Dossiernummer 55242.

     

    Brussel 28-9-1949

     

    Mijnheer de Voorzitter,

     

    Ik heb de eer u de (voorwaardelijke) invrijheidstelling op datum van 23-9-1949 mede te delen van V.A. geboren te Leest, de 17/8/1916, burgerl.staat ongehuwd, beroep tuinbouwkundige, woonplaats Leest, Elleboogstraat.

    Veroordeeld de 11/1/1945 door KH Brussel tot 15 j. hecht terzake van inbreuk art 113, 117GWB.

    Deze invrijheidstelling werd verleend onder volgende voorwaarden : onder voogdij, met verbod zich met politiek in te laten en met verplichting zich te onthouden  van omgang met andere vrijgestelden.

    Mag ik U verzoeken de persoon aan te duiden, die volgens U het meest geschikt blijkt om de voogdij over boven vernoemde invrijheidgestelde waar te nemen, en die zou aanvaarden er zich mede te gelasten.

    Om Uw taak te vergemakkelijken, voeg ik bij die schrijven een formulier voor het antwoord (Model B) dat U enkel dient in te vullen en mij zo spoedig mogelijk terug over te maken.

    De voogd gelieve onmiddellijk contact op te nemen met zijn (haar) pupil(le) en de voogdij waar te nemen in overeenstemming met de richtlijnen van mijn dienst. Zodra hij volledig ingelicht is over de toestand, de gesteldheid en het gedrag van de invrijheidgestelde, zal de voogd een eerste omstandig verslag opstellen, en door Uw bemiddeling aan de Voogdijdienst, Ministerie van Justitie te Brussel, laten geworden. Vervolgens zal hij om de drie maand, op dezelfde wijze, beknopte maar volledige verslagen, overmaken.

    Nochtans, indien de voogd bij zijn eerste contactname met zijn pupil, in kennis zou gesteld worden van ernstige moeilijkheden die zich in de reclassering van betrokkene zouden voordoen, zal hij onmiddellijk, door een bondig verslag, de dienst hiervan op de hoogte brengen.

    Indien bij de uitoefening van de voogdij moeilijkheden oprijzen zal de voogd U hieromtrent verslag uitbrengen ; U gelieve mij hiervan onmiddellijk in te lichten opdat ik met volledige kennis van zaken, de nodige maatregelen zou kunnen nemen.

    Ingeval het niet mogelijk blijkt, binnen de veertien dagen een geschikte voogd te vinden, houd ik er aan dat de hierbijgevoegde stukken mij dadelijk zouden teruggezonden worden.

    Met de meeste hoogachting.

    Voor de Minister :

    Voor de Gemachtigde Directeur :

            K.Potoms

     

    Overgemaakt aan de heer Burgemeester  De Laet te Leest op 5/10/1949

    Voogd : burgemeester De Laet.

     

    Bij deze schriftelijke melding was een bijvoegsel (formulier 11) van de gevangenis van Mechelen :

     

    Gevangenis Mechelen

     

    Voorwaardelijke invrijheidstelling.

    Naam en voornamen : V.A. C. J. T.

    Plaats en dag van geboorte : Leest den 17-8-1916

    Burgerlijke stand : ongehuwd

     

                             Uiteenzetting der feiten van V. A.

    Feiten gepleegd: te Graz of elders in Duitsland.

     

    Veroordeelde is de zoon van de V.N.V.burgemeester van Leest. Hij zelf is overtuigd van de triomf der Duitse legers, en zeker van alle straffeloosheid tijdens hun heerschappij ten lande, stelt zich kordaat aan als pro-Nazi en voert door woord en daad propaganda voor het Oostfront.

    Na als gemeentesecretaris tot in 1941, in diens geest te hebben gefungeerd wordt hij adjunct-marktafgevaardigde te Mechelen en te Tongeren, en lijft zich alsdan, in maart 1942, bij het Vlaams Legioen in.

    Hij beweert dat, gelet op zijn gezondheidstoestand, hij daar een ondergeschikten geneeskunditgen dienst vervulde, bij de burgerlijke bevolking

    In augustus 1943 maakt hij deel uit der gelederen der SS brigade Langemark doch hier ook zou hij in de burelen werkzaam zijn  geweest, en zou hij onwetens een verbintenis hebben getekend voor vier jaar, eindelijk verminderd op twee jaar, derwijze dat hij in maart 1944 ontslag nemen kon.

    Eens huiswaarts gekeerd hernam hij dienst in de hoofdgroepering Vlees en Veeproducten in Mechelen en Yperen.

    Hier zij vermeld dat de vader van veroordeelde een groot landbouwbedrijf uitbaatte, doch aan het hoofd stond van een talrijk gezin en dat de aanverwingscontracten voor de SS mannen, het bekomen van een boerderij voorzagen van 25 à 30 hectaren in Oekraïne voor de verbintenissen van een termijn van 4 jaar.

    V. was fier op zijn uniform. Hij had minachting voor de goede Belgen, trotseerde de rijkswacht, dewelke hij de militaire groet wilde afdwingen daar hij in Rusland de graad van SS Langemark onderofficier had veroverd.

    Hij droeg zilveren epouletten, een kepi en wapens.

    Overigens had hij veel reklaam gemaakt bij zijn vertrek naar Stratz, waar hij zijn militaire opleiding ontvangen zou. Wanneer hij eigenlijk naar het front vertrok, zes maanden later, gaf zijn vader op het gemeentehuis een groot gelegenheidsfeest  waarop alle vooraanstaande V.N.V van de omtrek werden verzocht, politieke redevoeringen werden gehouden, gelukwensen geuit, enz…

    V. heeft een ganse roman verzonnen om te doen geloven dat hij buiten het weten zijner familie vertrokken was om de bolchevisten te gaan bevechten.

    De werkelijkheid is gans anders, want de familie was V.N.V., steunde de Oostfrontstrijders en bevoordeeligde op alle wijzen hun echtgenoten en kinderen van de omtrek.

    Zijn gedrag was vroeger onberispelijk. Hij had een goede faam en stond gunstig bekend. Gaf  zich nooit over aan dronkenschap, ongebondenheid of ontucht.

    Stond in goede betrekkingen met zijn familie. Op zedelijk gebied was zijn gedrag en houding onverbeterlijk.

    Bevindingen van het personeel : V. A. C. die wat romantisch is aangelegd, heeft zich laten verleiden en trad toe tot de Oostfrontstrijders.
    Heel snel zag hij zijn fout in en kon hij in maart 1944 reeds ontslagen worden.

    In de gevangenis heeft hij verder door zijn gedragingen, werkijver en geest van uitboeting getoond dat hij werkelijk spijt heeft en is zijn morele gesteltenis gerangschikt als zeer goed.

     

    Ontwerp van reclassering :  Oudste zoon van een landbouwersgezin van 8 kinderen, keert hij in dit gezond familiaal milieu terug en levert zijn reklassering niet de minste moeilijkheid op.

     

    Plaats waar de belanghebbende het voornemen heeft zich te vestigen : Leest Elleboogstraat.

    Uitgaansfonds : 1419,80 fr.

    Datum van voorwaardelijke invrijheiddstelling : 23-9-49

    Defenitieve invrijheidstelling : 8-9-69.

     

     

     

    1945 – 4 juni – Gemeenteraad :

                “...5e punt. Motie De Leers over te maken aan den Krijgsraad.

                De Raad, gezien het verzoek van den heer Provinciegouverneur om bij den heer

                Krijgsauditeur aan te dringen tot bespoediging van de zaak De Leers,

                schoolhoofd te Leest; gezien den heer De Leers groot oorlogsinvalide is van

                1914-1918. Gezien zijn uitwendige verwondingen ten gevolge van gemelden

                oorlog. Gezien den treurigen toestand van zijn gezin;

                overwegende dat de feiten die hem ten laste worden gelegd naar ons bescheiden

                hem maar voor een klein deel kunnen toegeschreven worden, ingevolge zijn

                geesteszwakte ; gezien den toestand zich jarenlang heeft vertoond min of meer

                abnormaal te zijn, zoowel in zijn privaat en openbaar leven als in zijn

                beroepsbetrekkingen; besluit éénparig :

                aan den Krijgsraad te vragen deze motie in aanmerking te willen nemen zoowel

                bij de bespoediging als bij de uitspraak van het vonnis.

                Daarna wordt de zitting gesloten verklaard om 22 uur en 10 minuten.”

     

    1945 – 4 en 5 juni 1945 – Belgisch Staatsblad 155-156 :

                Ministerie van Binnenlandse Zaken.  Leest.  Burgemeester ontzet.

                “Bij besluit van den Regent dd. 17 Mei 1945 is de heer V. Jan-Emiel,

                uit zijn ambt van burgemeester der gemeente Leest ontzet.

                …”

    01-03-2012 om 12:49 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1944 – In de nacht van 27 op 28 oktober 1944  kwamen drie leden van hetzelfde gezin

                om het leven na de inslag van een vliegende bom. (V-1)

                Joannes Verbruggen, geboren te Leest op 17 november 1890, zijn echtgenote

                Maria Nathalia Van den Brande ( ° Leest 3/3/1898) en hun zoon Lodewijk

                Verbruggen ( ° Leest 17 juni 1927)

     

    1944 – Einde 1944 telde Leest 1796 inwoners.

     

    1945 – 12 maart : Die dag overleed te Flossenburg Franciscus Van der Elst.

                Hij was schilder bij de NMBS en te Leest geboren op 4/10/1895.           

                Franciscus hoorde tot de politieke gevangenen van de partizanengroep

                Boortmeerbeek en was aangehouden op 25/4/1944.

                (“Systematiek en Willekeur, het verhaal van de politieke gevangenen uit het

                arrondissement Mechelen” van Patrick Moreau -2004.)

                Maria Lauwens (afkomstig uit de Kouter) wist te vertellen dat de “Van der Elsten

                van  Hofstade bij haar tante Jeanne (“Jeanne van Sooike Huybrechts van herberg

                en zaal Sint-Cecilia) onder de scène  in de zaal hebben verborgen gezeten.

                Ze waren in Leest naar een beroepsrennerswedstrijd komen kijken, waarschijnlijk

                tijdens een kermis.

                Volgens Maria ligt de familie vooraan aan de grote ingang op het kerkhof

                begraven.

     

    1945 – 27 maart : Pas op 27 maart 1945 stopten de Duitsers met het lanceren van

                vliegende bommen en raketten. Hiermee sloot een lange periode van onrust

                af. Wie de nachten in kelders had doorgebracht kon opnieuw van een normale

                rust genieten. (“Zes donkere jaren”, Edward Saerens)

     

    1945 – 12 april : Voorstelling van kandidaten tot de oprichting van een gemeentelijk

                comité van Ravitaillering.

                De Raad bracht gunstig advies uit tot voordraging van voorgestelde kandidaten :

                Selleslagh Louis en Van Linden Karel als vertegenwoordigers der producenten.

                Piessens Frans en Huybrechts Frans als vertegenwoordigers der tussenpersonen,

                Silverans Karel en Nuytkens Jan als vertegenwoordigers van de verbruikers.

     

    1945 – Op 8 mei 1945 werd een einde gezet achter de oorlog. Na de feestroes kwam de

                realiteit en het stond vlug vast dat het nog lang zou duren voordat alles

                gestabiliseerd zou zijn.

                Gedeeltelijke rantsoenering was nog jarenlang een feit.

                Amerikaanse producten overspoelden onze markt. Kauwgum, coca-cola, maar

                ook Chester kaas, eierpoeder en Deense boter waren te koop.

                De kinderen verzamelden prenten van Amerikaanse filmsterren.

                De deur werd op een kier gezet voor een internationale consumptiemaatschappij.

                Maar toch verscheen er weer vlug chocolade en andere Belgische producten

                waarvan men het bestaan niet meer kende. (KH)     

     

    01-03-2012 om 08:41 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bijvoegsel : melding van de priesterwijding van Jozef Albert Selleslagh.

     

    1944 – 24 januari : Pieter Frans Van der Taelen, geboren te Willebroek 22/8/1882,

                wonende Dorp 11 Leest, aangesteld “ten tijdelijken titel als klokluider en

                torenuurwerkverzorger der gemeente”.

                Hij verving Alfons Scheltiens die naar Mechelen was verhuisd.

                Zijn jaarwedde : 1800 fr. (GR)

     

    1944 – 20 februari : In vele open weiden langs de Zenne, het Broek, het Schalam, de

                Potaardevelden, worden twee meter hoge boomstammen en balken in de grond

                gestoken om te beletten dat vliegtuigen of zweefvliegtuigen er zouden landen.

                De Duitsers vrezen een op komst zijnde invasie. (KH)

     

    1944 – 10 april : Jozef Albert Selleslagh(°8/5/1917, +9/10/1974) uit de Bist, zoon van

                Lodewijk   (°29/10/1887, +27/7/1969) en Leonie Verbergt,

                (°29/6/1888, +31/8/1966) werd priester gewijd in de kapel van het studiehuis der

                Missionarissen van Afrika (Witte Paters) te Heverlee.

                Hij werd gewijd door Monseigneur Carton de Wiart. De eremis vond plaats op 16

                april in de kerk van Leest.

                Op 20 juli 1945 zou boerenzoon Jef Selleslagh naar Burundi vertrekken.

                Hij zou er blijven tot 1968. Nadien werd hij godsdienstleraar aan de Vrije

                Technische School te Borgerhout. Hij overleed in het St.-Elisabethziekenhuis

                te Antwerpen op 9 oktober 1974.

                “Opgegroeid in een diepkristelijk gezin, leerde hij van jongsaf de veilige weg

                gaan, die leiden zou naar het Priesterschap. Met liefde en ontzag was hij

                opgegaan naar het altaar en werd missionaris in Burundi naar de inzichten van

                zijn goddelijke Meester. Zichzelf vergetend, vol ijver, tot de laatste dag, in en

                voor zijn Technische School, voor zijn parochie Kalfort-Puurs, heeft hij

                gewoekerd met de talenten, die Ons Heer hem had gegeven...”

                (Passage uit zijn doodsprentje)

     

    1944 – 19 april : Deze woensdag werden rond 18u30 formaties vliegtuigen opgemerkt

                over Leest richting Mechelen. Ze wierpen dwarrelende dingen uit die er van op

                afstand uitzagen als zilverpapiersnippers. De werkelijkheid was anders. Eens  ze

                de  grond raakten spatten ze open en zetten ze de omgeving in vuur en vlam.

                Enkele bommen vielen in de velden van het broek.

                Het grootste deel raakte de stad Mechelen. Twintig minuten later volgde een

                tweede formatie bommenwerpers. Mechelen stond in brand.

                Bij avondschemering was het zicht van de brandende huizen en de Lieve-

                Vrouwentoren een akelig schouwspel. (KH)

     

    1944 – 24 april : Mechelen treurde om de 120 doden en de vele gewonden.

                De lijkkisten stonden opgesteld op de binnenkoer van het St.-Romboutscollege

                en werden vandaar naar de kathedraal gebracht voor de uitvaartdienst. (KH)

     

    1944 – 1 mei : De dag was zonnig en vredig. De nacht zette in met oorverdovend

                aanhoudend gedreun van vliegtuigformaties. De hemel was klaar verlicht van

                neerdwarrelende parachutes met felle helderwitte lichtbundels.

                Het doelwit was duidelijk het spoorwegknooppunt van Mechelen en de

                spoorwegwerkplaatsen van het zogenoemde Arsenaal, dienstig voor de

                oorlogsindustrie. De bevolking vluchtte in de kelders of schuilplaatsen.

                Sommigen liepen naar buiten en en wierpen zich in de beekkanten.

                De bommenwerpers vlogen van west naar oost en volgden de spoorlijn als

                richtlijn. De eerste bommen vielen op het Mechels broek op de grens met

                Hombeek. Alles daverde. Een hel van fluitende, gierende bommen,

                oorverdovende knallen, schudden en schokken door de geweldige

                luchtverplaatsingen, rinkelen van brekend glas en vallende dakpannen.

                Hombeek ontsnapte ternauwernood aan een complete ramp. Op een paar

                tientallen meters van het dorp verschenen kraters van bominslagen.

                De verwoesting in de stad Mechelen was enorm. (KH)

     

    1944 – 15 mei : Herderlijke protestbrief tegen bombardementen geallieerden

                Geconfronteerd met de desastreuze gevolgen voor de burgerbevolking, besloot

                kardinaal Van Roey zijn stem te verheffen om de geallieerden aan te manen tot

                enige omzichtigheid.

                Hij stuurde hen een herderlijke brief, gedateerd op 15 mei 1944. Deze brief

                werd voorgelezen in alle kerken.

                De kardinaal verzocht de geallieerden in naam van België have en goed van de

                burgers te ontzien “daar anders de beschaafde wereld zich eens met afschuw

                rekenschap zal geven van de ontzettende behandeling, die een onschuldig en

                loyaal land heeft moeten verduren”.

                Bombardementen van grote omvang bleven van dan af achterwege.

                Mechelen had voor de geallieerde bombardementen een enorme tol betaald : 171

                doden en 123 gekwetsten, 416 woningen volledig herschapen in puin terwijl

                3.304 andere lichte of zware brandschade opliepen.

                (GvM,29/5/1996)

     

    1944 – 6 juni : De geheimde radio meldde de landing van de geallieerden in Normandië.

                (KH)

     

    1944 – 21 juli : De nationale feestdag was geen feestdag meer maar een normale

                werkdag. Het afweergeschut van de Duitsers aan het spoor te Hombeek trad

                voor de eerste keer in werking tegen overvliegende geallieerde vliegtuigen. (KH)

     

    1944 – 3 september : Duitse terugtrekkende soldaten eisten ’s avonds fietsen op bij vele

                burgers in het dorp en langs de hoofdwegen. Op de twee spoorlijnen te Hombeek

                werd uitsluitend richting Mechelen gereden. De treinen waren beladen met

                terugtrekkende soldaten en oorlogsmateriaal. Soms was het verkeer zo druk dat

                de treinen een uur of langer stilstonden aan het station.

                De Duitse soldaten strekten even de benen op het perron.

                Enkele personen die zich gecompromitteerd voelden, hadden hun pakken gemaakt

                en trachtten mee te vluchten. Ze onderhandelden heftig met de treinleiding maar

                kregen geen toelating om met de legertrein te ontsnappen. (KH)

     

    1944 – 4 september : In de vroege ochtend stond een Duitse eenheid infanterie opgesteld

                voor inspectie op het dorpsplein van Hombeek. Ze sloegen in paniek als een

                jongeling kwam aangerend van uit de Bankstraat al schreeuwend : “De

                Amerikanen zijn daar”.

                In Kapelle-op-den-Bos waren inderdaad de geallieerden tot aan de vaart

                doorgestoten. De Duitsers marcheerden haastig weg richting Mechelen.

                Hun commandant kreeg zijn auto Citroën niet gestart en jonge mannen van de

                “Witte Brigade” staken een handje toe. Hij reed richting Leest.

                In de voormiddag nog kwam een eerste licht gepantserd voertuig met Engelsen

                van Leest. De verkenners mochten rekenen op de hulp van plaatselijke gidsen

                die meereden naar Mechelen.

                Tegen 17 uur kwamen de eerste tanks met groot geratel van Kapelle-op-den-Bos

                door Hombeek gereden. De mensen waren uitzinnig van vreugde.

                Alle huizen waren bevlagd en versierd. Men gooide met bloemen en schonk

                fruit en tomaten aan de bevrijders.

                De tweede tank van het eerste “platoon” reed vast op de Zennebrug. Het ijzeren

                beslag geraakte tussen de ketting die stukliep. De drie volgende tanks zetten hun

                opmars naar Mechelen door via de spoorbrug.

                De nog 16 volgende tanks van het “squadron” wisten dat ze de Zenne niet over

                konden via de normale brug en reden vanaf de Kleinestraat de spoorwegberm op.

                Ze volgden deze tot Mechelen.

                De Engelse soldaten van de tank die vastgereden was, verbroederden met de

                bevolking. Er werd gedanst op straat en in de herbergen.

                Het bericht circuleerde dat Hitler dood zou zijn. (KH)     

     

                Hilde Rheinhard (Wilgenstraat 52 Mechelen) getuigde in ’t Ridderke

                (nr.3 van 1994) over de bevrijding :

                “...Onder de oorlog woonde ons gezin te Leest waar mijn vader koster-orgelist

                was. Ons huis lag op de Kouter tegenover het parochiecentrum en was eigendom

                van de familie Stopie, die er verder naar Hombeek in het statige herenhuis

                woonde. Later werd ons huis bewoond door de aalmoezenier.

                In de vroege voormiddag is er inderdaad een gepantserd voertuig, echter niet op

                rupsbanden, door Leest gekomen. Het kwam bij ons voorbij en ging richting

                Hombeek. Mijn broer Herman stond er bovenop zwaaiend met zijn studentenpet

                en toonde de weg. Erg betrouwbaar was het echter niet omdat hij in tegenstelling

                met de soldaten die erin zaten, niet beschermd was. Bovendien wisten we dat er

                nog Duitsers in Hombeek waren en er waarschijnlijk zou geschoten worden.

                Mijn broer was reeds meerdere jaren bij het geheim leger eigenlijk zonder weten

                van vader. Hij vermeed veel te vertellen omdat hij wist dat vader aan het hart

                leed. Bijna dagelijks had hij contact met Geerts van Leest.”                

     

    1944 – 15 september – Schepencollege :

                Wijzigingen aan het bestaande politiereglement op het sluitingsuur.

                A. De openbare plaatsen waar men drank verkoopt zullen worden gesloten om

                21u30 ’s nachts en het blijven tot 06u00 ’s morgens.

                B. Alle verkeer op den openbare weg is verboden van 24 uur tot 5 u ’s morgens,

                zonder speciale toelating van het gemeentebestuur.

     

    1944 – Na Londen werd nu ook sinds 13 oktober Antwerpen met vergeldingswapens

                bestookt. Het waren vliegende bommen (V1) en raketten (V2).

    29-02-2012 om 19:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1943 – 2 augustus : Emiel Vloebergh, Tisseltbaan 15 Leest en er geboren op 19 oktober

                1921, benoemd tot “tijdelijke 3de bediende voor de Ravitailleringsdiensten”.

                Maandloon : 1200 fr. (GR)

     

    1943 – 6 september – Schepencollege :

                “...7e punt. Vergoeding uit te keeren aan de eigenaars van de opgeeischte

                rijwielen door de Duitsche Weermacht ingevolge de sabotagedaad op den

                spoorweg Mechelen-Dendermonde.

                Het College, handelende ingevolge het besluit van 28/5/1941, gezien de

                waarden van de opgeeischte rijwielen door de eigenaars werden bepaald bij hun

                inlevering, gezien er het noodige krediet voorhanden is, gezien er tot de

                uitbetaling dient overgegaan, overwegende dat de prijzen billijk zijn in

                vergelijking met de ingebrachte fietsen, besluit :

                de uit te betalen vergoedingen voor de opgeeischte fietsen worden vastgesteld

                als volgt :

                1. aan den heer Busschot A., Blaasveldstraat 5  1300 fr.

                2. aan den heer De Prins J.L., Bist 3   1500 fr.

                3. aan den heer Van Camp F., Juniorslaan 31  1300 fr.

                4. aan den heer Geens J., Juniorslaan 1,  1250 fr.

                5.  aan den heer Piessens L., Blaasveldstraat  1325 fr.

                Totaal : 6.675 fr

                Deze beraadslaging ter goedkeuring over te maken aan de Bestendige

                Deputatie.”

     

    1943 – 24 september : In een van de grootste margarinefabrieken van ons land werd

                aangevangen met de fabricatie van margarine met koolzaadolie als grondstof.

                Dankzij de teelt van koolzaad zullen vijftien miljoen kg margarine in de negen

                volgende maanden verdeeld worden. (KH)

     

    1943 – 11 november  : Bernard Erneman sneuvelt op zee.

     

    1943 – Op 31 december telde Leest 1799 inwoners. 

     

    1943 – Paard opgeeist door de Duitsers, Johnny kon het even goed !

                Jef Beullens, gemeenteraadslid en pachter van het “Hof ten Broecke” met zoon

                Torre, achter hun os Johnny.

                Jef Beullens kocht deze os te Overhespen bij Tienen nadat zijn paard door de

                Duitsers was opgeeist. Hij liet het dier via de trein naar Mechelen overbrengen.

                Johnny was zeer braaf en intelligent en heel populair bij de Beullens clan.

                Wanneer de os moest plassen, bij winterachtig weer, maakte dochter Pauline

                dankbaar gebruik van de kletterende warme waterstraal om haar handen te

                warmen.  

                Johnny stapte in 1944 met één zijner poten in een balein, liep een onsteking op

                en diende tot algehele spijt te worden afgemaakt.

                De slachter was Frans De Schoenmaeker, de vader van de bekende beroepsrenner

                en meesterknecht van Eddy Merckx, Jos.

     

    Bij de foto’s :

    -Zoon Torre en vader Jef Beullens achter de brede rug van Johnny de os.

    -De hele familie Beullens-Robijns van het “Hof ten Broecke”.

    Van l. naar r. : Sooi, Rachel, Louis, Jet, Frans, Marie, Roos en Torre.

    Onderaan : Nie, vader Jef, moeder Marie Clementina en Pauline.

     





    29-02-2012 om 18:40 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: de Australische kapitein-piloot Cavanagh

     

    1943 – Nacht 22/23 juni : Een Engelse Halifax-bommenwerper werd neergeschoten en

                  kwam neer in de Tiendeschuurstraat kort bij de hoeve van Scheers: 7 slachtoffers.

     

                ’t Ridderke november 2010 : Oorlog in de lucht

     

    Een vliegtuigcrash in juni ’43 op de grens van Hombeek en Leest

    Bijzonderheden over deze raid

    Datum : 22/23 juni 1943

    Vertrekbasis : Lissett, Yorkshire, UK.

    Eenheid : eskadron 158

    Inzet : 557 vliegtuigen

    Target : de stad Mülheim

    Verliezen :  35 vliegtuigen en 198 manschappen

    Bijzonderheid : de Halifaxbommenwerper JD259 werd door een jager afgeschoten en stort hier neer. De zeven bemanningsleden komen om.

    Getroffen door : Oblt Willehm Telge.

    Het neergeschoten vliegtuig betrof de Halifax JD259 van het 158ste eskadron en het werd ingezet op Mülheim aan de Ruhr. Volgens gegevens van de RAF was het de avond van 22 juni 1943 vertrokken om 23.09 uur van de basis Lisset (Yorkshire,Engeland) met zeven jonge bemanningsleden : zes Engelsen van de RAF en één Australiër van de RAAF.

    Dat waren :

    Flight Sergeant Leonard Ernest Cavanagh (kapitein-piloot),20 jaar, RAAF 415377.

    Sergeant Robert James Sage (boordwerktuigkundige),21 jaar, RAF

    Sergeant Thomas Ridley Forster (navigator),21 jaar, RAF

    Flying Officer Daniel Valentine Elliott (bommenrichter), RAF

    Sergeant Walter Richard Green (radio-operator en schutter),22 jaar, RAF

    Pilot Officer Ronald Albert Charles Maund (schutter midden), RAF. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.

    Flight Sergeant Oliver William Todd (schutter achter), RCAF

     

    De lichamen warden gekist en op een Duitse legerwagen geplaatst. Een aalmoezenier las nog de gebeden. Dan werden ze afgevoerd.

    De ganse crew van deze Halifax rust nu op het kerkhof Schoonselhof bij Antwerpen.

     

    “In de vroege morgen die woensdagochtend warden we opgeschrikt door ongewone vliegtuiggeluiden. Niemand kan nog getuigen van een luchtgevecht maar volgens de oorlogsrapporten moet het zich boven ons hebben afgespeeld. Een Halifax op terugweg uit Mulheim, werd uit koers gedreven en achtervolgd door een Duitse Messerschmitt. Sommigen zagen nog het rokend vliegtuig dat in de lucht ontplofte en neerstortte tussen de Kapelseweg en Tiendeschuurstraat. Vanaf nu ervoeren we luchtoorlog anders, tastbaarder. Voor onze ogen lagen op bekende velden en akkers de verspreide brokstukken van deze kolos – een vliegend fort – maar ook de lichamen, jong, halfverkoold, dood.”

     

    Mülheim

    “Mülheim was die nacht aan de beurt gekomen en bestookt door 242 Lancaster-, 155 Halifax-, 93 Stirling-, 55 Wellington- en 12 Mosquitovliegtuigen. In dit derde bombardement werd de hele stad vernield in drie opeenvolgende golven.

    …

    De Britten rapporteerden dat de stad voor 65% plat lag. De brandweer bleef dagen nablussen. 1.630 huizen waren totaal vernield, 2.100 huizen moesten ontruimd worden zodat 40.000 mensen elders hun toevlucht moesten zoeken. Er waren ook 530 doden.

    Het bombardement in Mülheim was om 1.30 uur afgelopen en één uur later werd de Halifax JD259 getroffen door een Duitse jager die opgestegen was van het vliegveld Venlo in Nederland op de Duitse grens.

    De vliegenier Oblt. Wilhelm Telge van het eskadron nachtjagers II (NJG 1) schreef het neerhalen van deze Halifax op zijn palmares.

    De Duitse jagers schoten diezelfde nacht niet minder dan 23 vlietguigen af.

    Zowel een Duits Bericht als een RAAF-rapport geeft 2.30 uur op als tijdstip dat deze vlieger afgeschoten werd op 5 km ten westen van Mechelen. De Hombeekse ooggetuigen daarentegen geven een latere tijd. Deze Halifax is blijkbaar uit de koers van het eskadron gejaagd en nagezeten door de Duitse jager tot in Mechelen. De plaatselijke getuigen zagen geen luchtgevecht maar slechts het getroffen en rokend vliegtuig.”

    …

    Getuigenissen

    “Brokstukken van de bommenwerper lagen sterk verspreid op de velden tussen de Kroningerhoeve van de familie Scheers in Leest en “het Hoefijzer” van de familie Onghena in Hombeek.

    Yvonne Onghena woonde als jong meisje in de ouderlijke hoeve :

    ‘…het was zomer en heel goed weer, echt warm. Een groot stuk van de motor stak dwars door onze stal. We hebben de koeien er met veel moeite moeten onderuit halen. Een stuk vleugel stak in de weide achter ons huis. Daar rond en op vele plaatsen was het gras allemaal verschroeid. Eén van de Engelse piloten werd twee à drie weken later teruggevonden in een patattenveld van Fierens wat verder. Het lichaam was in ontbinding.’

    Virginie Dons-Soli, woonde destijds als twintigjarige bij haar ouders op het Heike. Daar was die vroege ochtend het hele gezin naar buiten gelopen; ze vertelde :

    ‘Het was ongeveer 5 uur of 5.30 uur. We hoorden het vreemd geluid van het vliegtuig dat in moeilijkheden scheen te verkeren. Kort daarop was er een ontploffing. Ik heb met eigen ogen gezien hoe het vliegtuig in de lucht met een grote knal in een vuurbol veranderde en uiteenspatte. De brandende delen vielen wat verder neer overal verspreid.

    Het grootste deel is kort bij de hoeve van Scheers neergekomen op een zo wat hoger gelegen weide kort bij de boerderij. In de voormiddag nog waren de Duitsers er bij en werden de dode piloten afgevoerd.’

    Victor Van Hoof, later garde in Leest was er ook snel bij en getuigde :

    ‘In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten. Al de inzittenden werden hierbij gedood.

    Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets, een eind in het veld.

    Zoals zovele souvenirjagers ging ook  ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.

    Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag opvallend scheel, begon iedereen  af te tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten vallen.

    Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht. Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zo’n  slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder adem zat.

    Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig krijgsgevangenkamp aangetroffen.’

    Dat de militaire wacht niemand doorliet kan in de eerste momenten wel zo geweest zijn. Eens de dode lichamen van de piloten afgevoerd waren, kon men er volgens andere getuigen toch vrij rondlopen.

    Frans Tersago :

    ‘We zijn als jonge gasten gaan kijken naar de brokstukken van dit vliegtuig. Die lagen ver verspreid over de velden. Een motor stak door de stal van Onghena. Het grootste wrakstuk lag verder naar Leest en daar zijn we niet bij geweest. Er waren Duitsers die de wacht hielden. De lichamen van de gesneuvelde vliegeniers waren in kisten aan de rand van de weg gebracht. Ze stonden juist voor de spooroverweg aan de Kapellebaan. Toen wij er waren, werd er een gebed uitgesproken door een Duitse aalmoezenier. Daarna werden de kisten op wagens afgevoerd.’

     

    29-02-2012 om 18:09 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1943 – Op 5 april 1943 bleef Maria Ludovica Van Dam in een luchtbombardement te

                Oude God – Mortsel.

                Ze was te Leest geboren op 29 maart 1910 en was de echtgenote van Frans

                Eduard Vloeberghen.

                De weduwnaar bleef met twee kinderen achter : Jozef en Paula.

     

    1943 – 26 april : De twintigjarige werkweigeraar en ondergedokene Albert De Wit uit de

                Boomkensstraat te Hombeek ging op tweede paasdag naar het bal te Leest.

                Bij een controle van de Duitse Feldpolizei kon hij ternauwernood ontsnappen.

                (KH)

     

    1943 – Op Tweede Paasdag werd Frans Victor De Laet (°Leest 17/4/1923) door de

                Duitse Feldgendarmerie aangehouden en via Mechelen, Antwerpen naar Aken

                gevoerd. Van Aken ging het via Hannover naar Bremen waar hij in een lager

                genaamd Werkstättestrasse Bremen Hemelingen terecht kwam.

                In dit lager werd hij verplicht 10 uur per dag tewerkgesteld en dit met slechts

                200 gram brood per dag. ’s Middags was er nog een kom raapkoolsoep met af

                en toe een aardappel in, zijn ganse dagrantsoen. Als ze soms nog ’s nachts

                moesten werken kregen ze niets meer. De levensomstandigheden waren

                erbarmelijk.

                (VVH)  

     

    1943 – 3 mei – Schepencollege:

                Gunstig advies werd uitgebracht aan de vraag van Leonard Lauwers uit de

                Juniorslaan tot het uitbaten van een meelmaalderij.

     

    1943 – 24 mei – Schepencollege :

                Meester De Leers bedacht met een tuchtstraf.

                “...Gezien het bewaar ingediend bij de hoogere overheid door Mevr. Van Baelen,

                kuischvrouw der gemeentelijke jongensschool, waarbij de heer De Leers

                aangeklaagd wordt slagen te hebben toegebracht aan haar zoon Lodewijk.

                Gezien het onderzoek ingesteld door den heer Troch hoofdinspecteur bij het

                Ministerie van onderwijs...

                Gehoord den heer De Leers, wiens verklaringen luiden als volgt :

                ‘Dien zelfden morgend voor de school vraag ik aan kleine Van Baelen of de

                moeder de stoof kan aansteken. De kleine antwoordt : dat moet ge maar aan den

                burgemeester vragen. Om deze onbeleefde woorden, heb ik hem een straf

                gegeven van 25 maal ik moet beleefd zijn. De kleine is op de koer tusschen de

                kinderen gaan staan. Dan heb ik hem bevolen naar de klas te gaan, waarop hij

                weigerde (de plaats waar hij zich bevond was onder het afdak).

                Dan heb ik hem nogmaals aangedrongen en heb den jongen bij den kraag

                genomen en ben er naar de klas meegegaan zonder te slaan en zonder bril te

                laten vallen. Vermits zijn lei niet in mijn klas was, maar wel in de klas van den

                heer Selleslagh, kon hij in mijn klas zijn straf niet schrijven. Daarop is hij naar de

                klas van meester Selleslagh gegaan, zoo kalm en zoo braaf als andere kinderen.

                Hij is zijn straf beginnen te schrijven. Kort daarop is zijn moeder binnengekomen

                en  heeft hem verboden van zijne straf te schrijven.

                Ik heb aan de moeder den uitleg verschaft waarom hij moet straf schrijven.

                Zij heeft toen kunnen zien dat de kleine zijn bril op had en nogmaals verbood zij

                hem de straf te schrijven. Daarop heeft zij de school verlaten.

                Tijdens den tijd van de uitspanning bleef de kleine zijn straf schrijven.

                Ik heb hem de volgende vraag gesteld. Lowieke hebt u misdaan ja of neen ?

                De kleine antwoordde : ja, ik heb misdaan, en heeft dan met vreugde zijn straf

                geschreven.

                Na dat ik de klas verlaten heb, ben ik eenige ogenblikken van de koer geweest,

                terwijl de twee onderwijzers op de koer waren. Gedurende deze enkele

                oogenblikken is vrouw Van Baelen wederom op de koer gekomen. Moet de klas

                binnengegaan zijn en heeft haar kind komen halen.

                Ik heb aan de meesters gevraagd waar die kleine was. Geen der twee meesters

                hebben de vrouw zien aankomen. Volgens hun verklaring hebben ze de vrouw met

                een oogwenk gezien met den kleinen erbij. Den volgenden morgend stonden de

                kinderen op het Dorp bij vrouw Van Baelen, acht uur en een kwart.

                Ik heb de kinderen naar de school doen komen, Van Baelen Lodewijk was niet in

                de school. Aan zijn broertje heb ik gevraagd waar hij was. Deze zegde zonder op

                mijn vraag te antwoorden, moeder zegt dat ge den bril van onzen Louis kapot

                geslagen hebt. Des namiddags heb ik daarover vrouw Van Baelen aangesproken

                en gezegd : ge hebt door uw kind doen zeggen dat de bril van uwe zoon kapot

                was. Dat is een leugen. Waarom komt uwe kleine naar de school niet.

                Daarop antwoordde ze : zoo lang meester Huysmans in de school niet is, komt

                hij naar de school niet, en daarbij hij is al 14 jaar oud, ge hebt er niets meer aan

                te zeggen (en moet niet meer gaan). Daarop heb ik verklaard dat ze heel

                voorzichtig moest zijn en dat ik haar moest aanklagen.

                Ja, dat zult ge doen, om ons te tergen.

                Daarop heb ik geantwoord ik kan niet dulden dat ge kinderen op de straat

                aanrandt om ze alzo op te stoken, en zaken te zeggen die niet waar zijn.

                Doe wat ge kunt, ik zal het mijne ook wel doen, heeft ze hierop geantwoord.’

                Bij geheime stemming besloot het college meester De Leers een tuchtstraf op te

                leggen van een dag schorsing met verlies van wedde.

    29-02-2012 om 18:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  

    Een vertrouwd figuur te Leest. Met zijn tractor haalde Faroke de melk op bij de Leestse boeren.

     

    1943 – 12 februari : Aan de vergadering van aandeelhouders van de Blaasveldse

                Zuivelfabriek Sint-Jozef werd een lijst bezorgd met de namen van 151

                melkproducenten,  die bij de melkerij waren aangesloten en waar zij een aandeel

                onderschreven hadden van 500 fr.

                De Leestenaars op die lijst :

                Adriaenssens Willem Alfons, Tisseltbaan 27.

                Apers Jozef Albert, Mechelbaan 4.

                Busschot Gaston Emiel, Blaasveldstraat 6.

                Busschot Prosper, Blaasveldstraat 7.

                De Bondt Leon Theofiel, Tisseltbaan 25.

                De Muyer Leonard, Grote Heide 18.

                De Rooster Antoon Lodewijk, Blaasveldstraat 24.

                De Rooster Willem, Warande 11.

                De Schoenmaecker Jan, Hertstraat 4.

                Fierens Victor, Tisseltbaan 21.

                Geets Edward, Tisseltbaan 16.

                Lauwers Frans Leonard, Tisseltbaan 25.

                Maes Jan Baptist, Grote Heide 14.

                Maes Theofiel, Tisseltbaan 52.

                Muyldermans Lodewijk Jaak, Oude Tisseltbaan 53.

                Neefs Victor, Mechelbaan 5.

                Schaerlaeckens Jan, Kapellestraat 2.

                Schaerlaeckens Filip Victor, Blaasveldstraat 17.

                Spruyt Hendrik Petrus, Vinkstraat 2.

                Van den Brande Alfons, Tiendeschuurstraat 17.

                Van den Brande Kamiel, Kapellebaan 158 B.

                Van den Heuvel Hendrik Albert, Hertstraat 2.

                Van den Heuvel  Jan Baptist, Tisseltbaan 29.

                Van Linden Karel, Hertstraat 3.

                Van Roey Frans, Tiendeschuurstraat 6.

                Verbruggen Karel Lodewijk, Heihoek 1.

     

                In 1945 telde Leest 36 aandeelhouders en in 1947 66.

                In 1948 telde de zuivelfabriek 127 melkleveranciers uit Leest.

                (“Blaasveld en de zuivelfabriek Sint-Jozef” – Karel De Decker)

     

    1943 – 5 maart – Gemeenteraad :

                Vanaf 1/1/1943 wordt de vergoeding van de veldwachter voor zijn politiehond

                op  600 fr per jaar gebracht.

     

    29-02-2012 om 17:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1942 – Frans Geerts ("Frans van de Fijne", zie foto onderaan) uit de Scheerstraat diende
                  een “contract voor
    levering van late aardappelen” af te sluiten met zijn
                  schoonvader (Edward Soli) 
    teneinde die vruchten van Hombeek
    naar Leest te krijgen.

     

    1943 – “...Tijdens de tweede wereldoorlog, en wel in 1943 werden ook te Leest de

                kerkklokken weggehaald ; zij wogen respectievelijk 928 en 234 kg.

                De derde klok was gebarsten en bleef ter plaatse...”

                (Luc in DB- 1977, “Uit de oude doos, onze klokken”.)

     

                                                         Klokkenroof

    “Gedurende de tweede wereldoorlog haalde de Bezetter twee klokken uit onze toren om ze tot kanonnen om te gieten.  Na de oorlog werden drie nieuwe klokken aangekocht, want onze derde klok was ondertussen ook gebarsten.

    …

    Over de vroegere klokken kunnen we wat meer vertellen aan de hand van kerkrekeningen uit 1610 en 1649.

    Zo weten we dat de “kerckmeesters hebben doen gieten bij Hans Van den Gheyn clockgieter te Mechelen twee clocken, wegende saemen 825 pond voor de somme van 350 gulden

    12 stuyvers”.

    Deze rekening werd achteraf voorgelegd aan de abdis van Kortenberg die voor onze parochiekerk moest instaan, maar blijkbaar niet scheutig was om te betalen.

    Ze verloor echter het proces en betaalde tenslotte de som af in zes betalingen.

    In 1606 waren de rekeningen vereffend.

    Veertig jaar later, onder pastoor Van Hanswijck, was één van deze twee klokken gebarsten. Ze werd hergoten en er werd een derde klok aangekocht. Daartoe werd in 1649 voor 1617 gulden aan klokspijs uitgegeven en 385 gulden aan Petrus Van der Gheyn betaald voor het gieten van de twee klokken. De grote klok woog 2.087 pond en de middelbare 1.305 pond.

    De verdere geschiedenis van deze drie klokken lezen we tussen de aantekeningen van Pastoor De Heuck :

    -de grootste klok (uit 1649) barst op 19 september 1788 bij de lijkdienst van Joannes Bulens. Ze wordt hergoten op kosten van de abdij van Kortenberg, ditmaal zonder discussie. Het is de zogenaamde “Tiendenklok van Leest” : Andreas gewijd op 19 januari 1790.

    -de twee klok (eveneens uit 1649) barstte in 1739 en werd hergoten door Lambertus Franquin uit Mechelen, op kosten van de parochie. Ze werd gewijd op 11 december 1739 en kreeg de naam Maria.  Roger Willem Borguelmans, meier van het distrikt Mechelen was peter en Amelia Reyntjens, echtgenote van Philippus Fierens was meter.

    -de kleine klok “St.Nikolaes” uit 1608 hing gebarsten in de toeren toen ze op 19 januari 1790 door Jacobus Joannes Van de Voerde, Carolus Jozef Peeters en Carel Van Asch in ’t geheim werd in stukken geslagen, omdat de pastoor De Heuck weigerde de klok te laten hergieten op de kosten van de kerkfabriek.

    Onder pastoor Joris werd op Kerstdag 1861 andermaal een klok gewijd. Ze kreeg de naam “Jozef”.

    Willem Devens uit Antwerpen was peter en Petronilla P.E. Leenaerts, vrouw van burgemeester en dokter Voet was meter.

    Deze klok werd gegoten bij Van Aerschot te Leuven.

    (LG, blz43 en 44)

     

    Frans “Susse” Teughels in De Band mei 1978 : Dat is nu geen klokkenluiden meer !

    “k Zie ze nog aankomen, op hun fiets : drie bonken van mannen, met daarbij Louitje, een wat oudere vent, heel tenger. Ze gooiden hun fiets tegen onze gevel. Louitje ging bij Fons binnen om het kruis te halen : Fientje van op de Heide was namelijk gestorven, en het was een oude gewoonte dat de naaste gebuur het kruis kwam halen om het tegen het sterfhuis te plaatsen en dat hij dat kruis zou dragen tijdens de laatste tocht naar de kerk en het kerkhof.

    De drie sterke mannen zouden Fons helpen bij het luiden van de klokken.

    Het was een ware kunst : eerst de klok in beweging brengen, en dan driemaal met een korte ruk tegenhouden. Zo gaf de klok driemaal een korte slag. Vervolgens werd een Weesgegroet gebeden en dan herbegon het kleppen, zo driemaal achter elkaar, voor het Angelus.

    Nadien begon het luiden voorgoed.

    Was er een man gestorven, dan werd aangevangen met de grote klok, voor een vrouw met de kleine. Dat luiden duurde een vijftal minuten.

    Het uitsterven gebeurde zoals de aanvang : voor een man werd de grote klok laatst geluid, terwijl een vrouw zich moest tevreden stellen met de kleine. En dan zo rap mogelijk om een pint, want gewoonlijk stonden die mensen te dampen van het zweet. Normaal gingen ze eerst bij Fons binnen, en dan, om het relaas van het afsterven te vertellen en aan te dikken, in de andere herbergen, één voor één.

    Nu is dit allemaal verleden tijd !”

     

    1943 – 18 januari : Symons Guillaume, geboren te Leest op 20 januari 1885 en

                wonende Scheerstraat nr. 8 benoemd tot grafmaker in vervanging van

                Pieter Spruyt en Alfons Scheltiens, ontslagnemers.

                Vergoeding :  - als grafmaker : 50 fr per graf of put.

                                       -als kerkhofverzorger een jaarlijkse vergoeding van 1.000 fr.

     

    1943 – 18 januari : De weduwe Verbeeck-De Maeyer, Tisseltbaan 20 kreeg een gunstig

                advies op haar vraag “tot uitbating van een wagenmakerij met elektrische motor

                en werktuigen.” (GR)

     

    1943 – 29 januari : “Een ingenieuze uitvinding. Er worden thans onverslijtbare banden

                voor de fiets gemaakt in kurk, belegd met een laagje rubber. Ze wegen 700

                gram.” (KH-GvM)

     

    1943 – 1 februari : De koolzaadteelt wordt verplicht gemaakt voor landbouwbedrijven

                van meer dan 5 hectare. Ze zullen minimaal 6% van de bebouwde oppervlakte

                in koolzaadteelt omzetten. De overtollige weiden moeten naar landbouwgrond

                omgebouwd worden. (KH)

     

    Bijvoegsels:

    -het contract van Frans Geerts voor de overbrengst van zijn aardappelen.

    -Frans Geerts tijdens de mobilisatie.

    -afscheid van de grootste klok. Links José Croes (“José van Sinne”), rechts een dochtertje van dokter Stuyck. (foto : Eduard Geerts)









    29-02-2012 om 17:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: de Gemeentelijke Jongensschool in ’42.

    Boven, vanl. naar r. : Tony Teughels, Egied Robeyns, Louis Publie, Marcel Piessens, Frans Verschuren, Frans Huys, Jozef Vloeberghen.

     

    Midden : Meester Huysmans, August Fierens, Alfons Mertens, Francois Publie, Frans Vloebergh, Alfons De Cock, Marcel Diddens, Marcel De Wit en meester De Leers.

     

    Onder : Frans Spruyt, Louis Verbruggen, Alfons De Hondt, Jan Geets en Alfred De Bleser.

     

    “We zijn volop in de oorlogsjaren : de tijd van de “slodderbroeken”, de tijd ook van voedselschaarste en “Winterhulp”.

    Elke voormiddag kregen de kinderen een wortel of een paar sojakoeken, een lepel levertraan en een paar tabletten vitaminen. (“Als we straf stonden moesten xe met de doos vitaminen boven onze kop staan…)

    Het was ook de tijd van energiebesparing : slechts in twee klaslokalen van de vier werd er vuur gemaakt. Twee studiejaren kregen les in de voormiddag en de twee andere in de namiddag : voor de leerlingen betekende dat slechts een halve dag school.”

    (LG, blz.157)

     

    1942 – 13 juli : Juliaan Geerts legde in openbare vergadering de eed af als nieuwe

                schepen : “Ik zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de

                grondwet en aan al de wetten van het Belgische volk”. (GR)

     

    1942 – 15 augustus : Smokkelaars gevat.

               “Er werd gemeld dat smokkelaars hun waar vervoerden op de weg van Leest naar

                Hombeek, doch ze hadden lont geroken en waren niet te zien.

                ’s Anderendaags in de morgen gingen twee controleurs met de veldwachter zich

                verdekt opstellen. Ditmaal moesten ze niet lang wachten of twee personen

                verschenen per fiets, ieder met ongeveer 75 kg aardappelen. Toen ze de

                controleurs zagen, lieten ze hun smokkelwaar in de steek en vluchtten weg.

                Een achtervolging werd ingezet en spoedig waren ze ingehaald. Het waren de

                gebroeders C. Uit de Pikkerie. Een huiszoeking leverde nog de vrucht op van

                1.000 kg aardappelen die werden aangeslagen met de fietsen.” (KH-GvM)

     

    1942 – 24 augustus : Gemeenteraad : “Aannemingscontract der aangenomen

                bewaarschool”.

     

    1942 – 1 september :  “Mevrouw Van Baelen, geboren Spoelders Maria Theresia

                Joanna, geboren te Thisselt den 4 maart 1906, wonende Kouter 4, benoemd

                tot kuischvrouw der gemeentelijke scholen.”

                De vergoeding toegekend per klas bedroeg 250 fr en 200 fr voor de toiletten,

                hetzij samen voor zes klassen en twee toiletten 1700 fr per jaar. (GR)

     

    1942 – 8 december – Gemeenteraad : “Politiereglement op het sluiten der

                winkelinrichting.”

     

    1942 – 22 december – Gemeenteraad : “Politiereglement op het wegruimen van

                 sneeuw”.

     

    1942 – Op 31 december telde Leest 1790 inwoners.

    29-02-2012 om 11:33 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1942 – 10 april : Aan Clement De Rooster uit Boom werd een grondvergunning (op het

                kerkhof) toegestaan van 59 vierkante meter.

                “Het plan der familiekelder of monument dient vooraf goedgekeurd te worden

                door het College”.  (GR)

                In “De Band” van juli 1982 haalde Anselme Jedrie (synoniem van Albert

                Huysmans) onder de titel “Pinksteren soldaatjes” herinneringen op aan

                de Heffenaar Clement De Rooster.

                Albert werd ordonnans van Luitenant Generaal De Longeuville te Woluwe

                St. Pieter. Wij laten hem zelf aan het woord ;

                “De generaal die sprak geen Vlaams...Eens in het salon, waar ik siermeubels

                borstelde, vroeg onze in haar zetel toeziende Madame, tussen ’n babbeltje met

                mij : “Albert, daarstraks heeft een bode twee kistjes tomaten, selder en porei

                binnengebracht, vanwege een zekere heer Clement, directeur van de

                groentekweek tuinschool te Heffen, ik ben wel geboren en getogen in ons kasteel

                te Sempst, doch ik ben in uw dorp en die buurt nooit geweest, kent gij die daar

                bestaande instelling ?”

                Ik zei zulks al wel gehoord te hebben maar nog niet gezien... Ik wist wel dat die

                Clement, van als hij pas uit de korte broek was gegroeid, reeds in meerdere

                handelsavonturen was verwikkeld, en den laatsten tijd trachtte hooileverancier

                te worden voor het leger...

                (Ergens in een boek heb ik nog een oude snipper dagbladnieuws, van na den

                oorlog 1940-’45, over dien waaghals : alsdat hij wegens collaboratie met

                de Duitsers tot de doodstraf werd veroordeeld, plus ’n te betalen

                schadevergoeding van 90 miljoen frank. Hij was de hoofdaannemer geweest

                voor het roven van duizenden bomen en die als palen te plaatsen in beemden

                en open velden in onze streek, om mogelijke vliegtuiglandingen der geallieerden

                te verhinderen.)

                Toch bleef hij nog jaren de kasteel hereboer van Heindonk...((noot : kasteel

                De Borcht)

                Nu rust hij in zijn familiepraalgraf, vooraan links bij de Leestse kerk...” 

     

                Jan Baptist Clement De Rooster was te Mechelen geboren op 10 september 1904.

                Hij overleed na een kortstondige ziekte te Heidelberg (Duitsland) op 3 oktober

                1963. Clement was achtereenvolgens gehuwd met Maria en met Florine Sels.

                Op zijn doodsprentje stonden volgende veelzeggende lijnen :

                “Hij was een trouwe zoon van zijn Volk, een Vlaming uit één stuk. Hij was een

                noeste, taaie werker, een rusteloze, ondernemende geest. En bij dat alles was hij

                een goed, een edelmoedig mens, die in de meest beproefde omstandigheden

               met raad én daad zijn evenmensen geholpen heeft.

                Zelf zwaar getroffen, was hij nog steeds tot hulp bereid. Hij heeft zijn Volk

                en zijn overtuiging in alle oprechtheid gediend, ook waar sommigen hem niet

                begrepen hebben. Doch dit laatste is steeds het lot van zeldzame mensen.

                Dat hij zou sterven in een door hem geliefkoosd landschap, waar hij een nieuwe

                taak gevonden had, buiten de grenzen van een klein land, in het hart van

                Europa, was als een speling van het lot, dat hem als Vlaming ook tot Europeër

                had gemaakt.

                Zijn werk, zijn leven, getuigen voor hem over het graf en de dood heen.

                Zijn dierbare vrouw en kinderen verliezen een voorbeeldige en edele man en

                vader. Zijn vrienden verliezen een van de getrouwsten en de besten.

                Wie hem gekend heeft, zal hem blijven eren en gedenken...”

     

    Bijvoegsels :

    -Gedachtenprentje van Clement De Rooster

    -De monumentale grafkelder van de familie De Rooster op het kerkhof van Leest.





    29-02-2012 om 11:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1941 – 2 april – Gemeenteraad :          

     

                Rosalie Vloeberghen Kerremans uit het dorp, aangesteld als kuisvrouw der

                gemeentelijke jongensschool “aan de voorwaarden van haar voorgangster

                Elodie Nuytkens, te weten 250 frank per klas en per jaar en 100 fr voor privaat

                Put, hetzij samen 1100 fr ’s jaars.”

                Rosalie was afkomstig van Heffen maar te Mechelen geboren op 24/10/1904.

                Ze was gehuwd met gemeentewerkman Eugeen Vloeberghen en overleed te

                Leest op 6 mei 1978.

     

                Petrus Jozef Beullens, geboren te Hombeek 9 mei 1888, wordt met 5 stemmen

                op  5 verkozen  tot schepen, dit in vervanging van de ontslagnemer Prosper

                Busschot.

     

    1941 – 19 april – Gemeenteraad :

                Voor de termijn van één jaar werden volgende opcentiemen gestemd :

                -150 op de grondbelasting

                -150 op roerende zaken op de belasting geheven op de inkomsten der in

                België aangewende kapitalen.

                -150 op bedrijfsbelasting

                -Een bijzondere gemeentebelasting van 47% op wedden, lonen en pensioenen

                ten laste der andere personen die de gemeente bewonen...

     

                “...Gezien de bestrijding van den Coloradokever niet alleen noodig, maar een

                plicht is, gezien de Belgischen Boerenbond niet meer over de noodige besproeiers

                beschikt en bijgevolg de opdracht niet kan vervullen..., besluit de raad een

                besproeier aan te kopen bij Mr Coene uit Mechelen...”

     

                Laatste punt : allerlei :

                “...de voorzitter geeft lezing van een schrijven van den heer provinciegouverneur

                waarbij gemeld wordt dat alle vergaderingen van den gemeenteraad geschortst

                zijn voor den duur van de mobilisatie...”

                De volgende zitting van het schepencollege zou doorgaan op 26 juni 1941.

     

    1941 – 30 juni – Schepencollege : (Boek GR)

                Het schepencollege keurde het “Politiereglement ter vrijwaring van den oogst

                en alle andere veldvruchten “ goed.

                “Overwegende dat het in deze buitengewoone en ernstige tijdsomstandigheden

                volstrekt noodig is den oogst en de veldvruchten te beschermen, tegen

                gebeurlijke beschadiging, rooverij en plundering... besluit :

                Art. 1. : De toegang tot de bezaaide en beplante velden alsmede tot de

                boomgaarden en weiden is alleen toegelaten aan de eigenaars, de huurders of de

                gebruikers van den grond, uitgezonderd in dringende en gegronde gevallen.

                Al de andere personen welke hogergemelde plaatsen betreden moeten in het bezit

                zijn van een schriftelijke verklaring van den eigenaar, huurder of gebruiker,

                waarvan de handtekening gewettigd moet zijn door den burgemeester.

                Art. 2. : Vanaf 1 april tot en met 1 oktober is, voor zonsopgang en na

                zonsondergang , alle verkeer verboden op de veldwegen behoudens voor de

                personen welke van deze wegen moeten gebruik maken om hun woonplaats of

                hun velden te bereiken en voor de personen, belast met de politie der velden en

                in gevallen, welke als overmacht kunnen aanzien worden.

                Art. 3. : ....”

     

    1941 – 11 juli : “Den heer Hellemans Alfons wordt verkozen als bediende gelast met

                de uitbetalingen der militievergeldingen.” (GR)

     

    1941 – 1 augustus : Door aanhoudend  slecht weer moest onmiddellijk tot dorsen

                worden overgegaan. (KH)

     

    1941 – 9 september  - Schepencollege :

                Lodewijk Jacobs uit Heffen benoemd tot tijdelijk bediende der

                ravitailleringsdiensten.  

     

    1941 – 8 oktober – Schepencollege :

                Marguerite Lauwers en Victorina Diddens benoemd tot “tijdelijke bediende

                Der Ravitailleringsdiensten der gemeente”, in vervanging van Jan Piessens

                en Louis Jacobs.

                Hun maandloon werd bepaald op 1000 fr.

     

    1941 – Op 31 december telde Leest 1801 inwoners.

     

    1942 – Dat jaar werd de Mannenbond van het H.-Hart gesticht.

                In 1954 was St. De Decker proost en Cyriel Selleslagh secretaris.

                De Bond telde toen 15 ijveraars :

                Hellemans Alfons, wijk Dorp met 13 leden en 8 ereleden.

                Selleslagh Cyriel, wijk Dorpstraat met 24 leden en 13 ereleden.

                Polspoel Alfons, wijk Scheerstraat met 12 leden en 4 ereleden.

                Keulemans Gaston, wijk Kouter met 48 leden en 27 ereleden.

                Fierens  Frans, wijk Vink-Elleboogstraat, met 18 leden en 6 ereleden.

                De Boeck Frans, wijk Winkelstraat met 16 leden en 11 ereleden.

                Verbruggen David, wijk Tiendeschuurstraat, 27 leden en 20 erel.

                Solie Louis, wijk Tiendeschuur+Elleboogstr., 15 leden en 8 ereleden.

                Peeters Frans, wijk Tisseltbaan+Rennekauter, 17 leden en 9 ereleden.

                Van Linden Juul, wijk Blaasveldstraat en Hertstraat, 15 leden en 6 erel.

                Mollemans August, wijk Grote Heide, 12 leden en 7 ereleden.

                De Prins Edmond, wijk Alemstraat, 16 leden en 8 ereleden.

                Mertens Florent, wijk Bist, 16 leden en 3 ereleden.

                De Prins Frans, wijk Kleine Heidestraat met 17 leden en 6 ereleden.

                Absillis Alfons, wijk Juniorslaan+Blaasveldstraat, 18 leden 4 ereleden.

                Totaal aantal leden : 284, waarvan 140 ereleden.

                Bondsbladen : 97.

                De wijk met het grootste aantal leden was de Kouter met de ijveraar Gaston

                Keulemans. Van die wijk woonden er 40 regelmatig de bondsmis bij.

                (DB,1954)

     

    1942 – 1 januari : Men is verplicht alle lichten af te schermen, ook van fietsen. (KH)

     

    1942 – 10 januari : “Koolgewassen kunnen volledig als voedsel gebruikt worden indien

                men de nerven ervan ook geraspt erbij zou voegen. Fruit, zoals appelen en peren,

                kan men best eten met de schil. Indien men toch de vruchten schilt dan kunnen de

                schillen van appelen in water gelegd worden. Flink laten doortrekken.

                Deze thé is zeer smakelijk.” (Gazet van Mechelen)

     

    1942 – 18 januari : “Zwangere vrouwen kunnen buiten de normale textielwaren nog het

                volgende bekomen voor een eerste boreling :

                a) voor de wieg een matras (65x40), 1 hoofdkussen + 3 overtrekken, 3 lakens en

                1 meter stof.

                b) voor de kinderwagen : 1 matras.

                Voor de zuigeling die de ouderdom van 6 maanden bereikt : 1 matras

                (100x150) en 2 beddelakens.” (KH-GvM)

     

    1942 – 10 februari : “Verordening betreffende het verwijderen van sneeuw en ijs en

                glibberigheid op de straten. Het Oberfeldkommandantur besloot met de

                regeringspresident en de burgemeesters dat alle gemeenten onmiddellijk de

                werklozen moeten inzetten om sneeuw te ruimen.” (KH-GvM)    

     

    29-02-2012 om 10:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Emiel Van Winghe. Na de kapitulatie van ons leger op 28 mei 1940 werden een aantal

                Belgische krijgsgevangenen door de Duitsers op boten ingescheept en langsheen

                de Hollandse kust naar Duitsland overgebracht.

                Eén van deze  boten, het Rijnschip, de “Rhenus 127”, was volgepropt met een

                600-tal Belgische militairen waaronder de Leestenaar Emiel Van Winghe.

                Op 31 mei 1940 liep de “Rhenus 127” nabij Willemshaven (Nederland) op een

                zeemijn en zonk. Alle “passagiers” kwamen hierbij om.

                Emile Louis Emerance Van Winghe was geboren te Leest op 24 oktober 1919.

                Hij was soldaat bij het 7e Linieregiment.

     

    1940 – 18 juli – Gemeenteraad :

                “...Alvorens over te gaan tot de dagorde brengt den heer Burgemeester-Voorzitter

                hulde aan de voor het vaderland gesneuvelde soldaten en inzonderheid hulde aan

                die reeds gekend zijn, zoo hebben we den heer Van Winghe, omgekomen bij de

                scheepsramp te Wilhelmstad in Nederland, den heer Beullens Pieter Albert

                gevallen op het veld van eer te Lummen en den heer Janssens overleden te

                Oostende ten gevolge zijner verwondingen.

                Terzelfdertijd brengt de Voorzitter hulde aan deze militairen die hun haardsteden

                nog niet hebben vervoegd en waar men nog in de onzekerheid van hun bestaan

                verkeert en waartusschen er zich ook nog militairen kunnen bevinden die hun

                leven voor het vaderland hebben opgeofferd.

                Daarna huldigt de Voorzitter den heer Vloebergh die tengevolge den oproep en

                bij ’t vervullen van zijn vaderlandschen plicht is omgekomen te Kales in

                Frankrijk.

                Na een minuut stilte ter nagedachtenis van hoogergemelde uiteenzetting gaat de

                Raad over tot de dagorde.”

     

                De Raad besloot het schooljaar 1940-1941 een week vroeger te beginnen ”te     

                weten den eersten maandag van september ten einde voor deze periode verlof

                te kunnen geven met de strengste dagen van de wintermaanden.

                De reden ? De moeilijke omstandigheden waarin het verkeer zich bevond om de

                scholen te bevoorraden met de noodige brandstoffen.”

     

                De Raad stemde 25.000 fr toelage aan de C.O.O. 

     

    1940 – 21 oktober – Gemeenteraad :

                “Eene eeuwigdurende vergunning van twee vierkante meter grond op het kerkhof

                van Leest, is toegestaan aan mijnheer Frans Janssens, Laerestraat 2 Leest, mits

                te storten in de gemeentekas voor prijs der vergunning de som van 900 fr

                waarvan 225 fr zal afgegeven worden aan de Commissie van Openbaren

                Onderstand...”

     

                “De gemeenteraad besloot, voor een termijn van een jaar, aanvang nemende den

                1 januari 1941, worden volgende opcentiemen gestemd op de Staatscedulaire

                belastingen :

                1. 200 op de grondbelasting.

                2. 200 op roerende zaken, op de belasting geheven op de in België aangewende

                kapitalen.

                3. 200 op bedrijfsbelasting, op de in België gemaakte winsten in de nijverheids-

                handels- of landbouwexploitaties en op de winsten der vrije beroepen.

                4. Eene bijzondere gemeentebelasting van 47% op wedden, loonen, en pensioenen

                ten laste der andere personen, die de gemeente bewonen.

                ...”

                Voor dezelfde termijn werd een belasting geheven van 5 frank per rijwiel

                op den openbaren weg begezigd...

     

                Aanstelling van een tijdelijke bediende.

                De Raad keurde het besluit van het Schepencollege goed om Albert Maes,

                geboren te Leest, de 14 februari 1917 en wonende Grote heidestraat nr 15

                Leest, te benoemen tot tijdelijke bediende. (besluit SC-27/9/1940)

                Zijn loon werd vastgesteld op 200 fr per week.

     

    1940 – 15 november – Gemeenteraad :

                Jan Frans Piessens(Oude Tisseltbaan 52) volgde de ontslagnemer Albert Maes op

                als tijdelijke bediende.

                Alfons Hellemans werd ontvanger van de C.O.O.

     

                Onteigening langsheen buurtsteenweg nr 11.

                “Gezien de onderhoudswerken die gedaan worden aan den buurtsteenweg van

                groot verkeer nr.11, gezien, in deze onderhoudswerken is voorzien het

                aanleggen van een fietspad, ten einde de gevaarlijke bocht weg te nemen aan den

                eigendom van den heer Bradt Remy en daar het zicht nog belemmerd wordt door

                den bestaanden bakoven, die zich in deze bocht bevindt...de gemeente zal op hare

                kosten den bakoven afbreken en met de afgebroken en nieuwe materialen een

                bakoven bouwen verder in den hof waarvan het bakhuis tenminste een meter

                breeder zal zijn.

                Als vergelding zal den heer Bradt Remy een kleine strook grond gratis afstaan

                aan de gemeente ten einde het fietspad en de rechtmaking van den buurtweg te

                kunnen bewerken...”

     

    1940 – 28 november – Gemeenteraadszitting :

                Aanwezigen : E. Verschueren, burgemeester-voorzitter, Nuytkens Jos., Beullens

                Jos., De Laet Victor, Apers Jos, raadsleden.

                De Prins P. en Busschot P., schepenen.

                Secretaris E. Bradt afwezig door ziekte belet wordt vervangen door V. De Laet,

                Jongste lid.

     

                Oprichting van het plaatselijk Comite Winterhulp.

                Er werd besloten volgende personen uit te nodigen op de stichtingsvergadering :

                geestelijken, onderwijzend personeel, bestuur der C.O.O., bestuur der

                maatschappijen  en geneesheer Dr. Stuyck Marcel.

     

                Reglement op de zedendienst.

                “Reglementering tot bestrijding der geslachtsziekenten en der openbare ontucht.

                Het reglement wordt gestemd naar het door het provinciebestuur voorgestelde

                model. Inhoud :

                Art. 1. : Alle personen, zonder onderscheid van geslacht, die besmettelijke

                verschijnsels van een geslachtsziekte vertoonen, moeten zich door een geneesheer

                hunner keuze laten verzorgen.

                Voor behoeftigen wordt het onderzoek en de behandeling kosteloos gedaan te

                Mechelen in het Gasthuis.

                Art. 2. : Het bevoegde Schepencollege legt een lijst van deze ontuchtvrouwen

                aan. De identiteit van de betrokkenen wordt vastgelegd door vermelding van

                naam, voornamen, plaats en datum van geboorte, van het beroep en van de

                woonplaats. De ingeschrevenen ontvangen een boek, dat benevens de

                bovenstaande vermeldingen, een foto met een nauwkeurig signalement, alsook

                het nummer der identiteitskaart bevat.

                Art. 3. : Alle vrouwen, die al ontuchtvrouwen dienen aangezien, d.w.z. alle

                meisjes en vrouwen ongehuwd of gehuwd, die zich gewoonlijk of openbaar aan

                ontucht overleveren, moeten zich onverwijld bij het bevoegde gemeentebestuur

                aanmelden en zich laten inschrijven.

                Art. 4. : Vrouwen die zich aan ontucht overleveren zonder dat zij zich aangemeld

                hebben, worden door een besluit van het bevoegd Schepencollege op de lijst van

                de ontuchtvrouwen ingeschreven...

                Art. 5. : Ingeschreven vrouwen van wie bewezen is dat zij zich sedert tenminste

                drie maanden niet meer aan de ontucht prijsgeven, kunnen op grond van een

                besluit van het bevoegd schepencollege van de lijst der ontuchtvrouwen geschrapt

                worden.

                Art. 6. : De ingeschreven vrouwen moeten zich tweemaal per week aan een

                geneeskundig onderzoek onderwerpen. Zij dienen zich bij den bevoegde

                controledienst op de bepaalde dagen en uren stipt aan te bieden. Zij moeten zich

                rustig en beleefd gedragen en de bevelen van de beambten involgen.

                Art. 7. : ...ingeval van ziekte worden deze vrouwen opgenomen in het

                St.Elisabethgasthuis te Antwerpen...

                De verplegingskosten van de betrokkenen vallen ten laste van de gemeente-

                woonplaats, die het recht voorbehoud deze kosten van de betrokkenen of van hun

                wettige vertegenwoordiger in geval van vermogen terug te vorderen.

                Art. 8. : Ingeschreven vrouwen die zonder geldige reden te hebben opgegeven

                niet stipt op de geneeskundige onderzoekingen verschijnen of dezelve verzuimen,

                worden met dwang voorgeleid.

                Art. 9. : Bovendien zijn aan het geneeskundig toezicht ten overstaan van

                geslachtsziekten onderworpen, alle vrouwen, diensters barmeiden,aanloksters

                (entraineuses) in danslokalen, enz., die door hun beroep bijzonder aan dit gevaar

                blootgesteld zijn. De betrokkenen ontvangen een werkkaart en moeten éénmaal

                per week op de geneeskundige controle verschijnen...

                Art. 10. : Ieder geneesheer die een geslachtszieken persoon..., is verplicht deze

                persoon , met aangifte van zijn vollen naam, voornaam, geboortenaam en

                nauwkeurig adres, schriftelijk en binnen de 48 uur bij den Inspecteur voor

                Volksgezondheid voor de provincie Antwerpen, mits inachtneming van het

                doktersberoepsgeheim aan te geven.

                Art. 12. : Personen zonder onderscheid van geslacht, die besmettelijke

                verschijnselen van een geslachtsziekte vertoonen zonder in medische behandeling

                te zijn of in dezen toestand geslachtsverkeer hebben of als besmettingshaarden

                vastgesteld zijn, vallen onder de strafbepalingen van art. 10 deel 2 van de

                verordening van 25/6/1940, dwz dat zij kunnen gestraft worden met een boete

                van 100 tot 10.000 fr en een gevangenisstraf van 1 maand tot 2 jaar of met

                één van deze straffen. Bovendien worden zij voor behandeling naar de gesloten

                afdeeling van het St Elisabethgasthuis te Antwerpen gezonden.”

     

    1940 – Op 31 december telde Leest 1809 inwoners.

    29-02-2012 om 10:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1940 – Op 27 mei 1940 sneuvelde Albert Jozef Janssens, soldaat bij het 37e Linie, op het

                veld van eer te Oostende.

                Albert Jozef Janssens was te Leest geboren op 16 mei 1910.

     

    1940 – 28 mei : Einde van de veldtocht in België. Koning Leopold III boodschapt aan de

                natie : “Morgen zullen wij opnieuw aan de arbeid gaan om het land uit zijn

                puinen weer op te bouwen.” (KH)

     

    1940 – 31 mei : Na de kapitulatie van ons leger op 28 mei 1940 werden een aantal

                Belgische krijgsgevangenen door de Duitsers op boten ingescheept en langsheen

                de Hollandse kust naar Duitsland overgebracht.

                Eén van deze  boten, het Rijnschip, de “Rhenus 127”, was volgepropt met een

                600-tal Belgische militairen waaronder de Leestenaar Emiel Van Winghe.

                Op 31 mei 1940 liep de “Rhenus 127” nabij Willemshaven (Nederland) op een

                zeemijn en zonk. Alle “passagiers” kwamen hierbij om.

                Emile Louis Emerance Van Winghe was geboren te Leest op 24 oktober 1919.

                Hij was soldaat bij het 7e Linieregiment.

     

    1940 – 7 juni : Eerste raadszitting tijdens W.O.II.

                Enige punt op het agenda : lening voor de behoeftigen der gemeente.

                Er werd besloten een “thesaurieleening van 11.500 frank aan te gaan bij de

                Provincie op het geld dat haar door de Nationale Vereeniging voor

                steunverleening, zal verstrekt worden”.

                Reden van de lening : hulpverlening aan gezinnen van militairen, werkloze en

                behoeftige gezinnen, alsook tot de uitbetalingen van voorschotten aan de

                bedienden der gemeente.

                Een lening van 7.000 fr werd ook gestemd in zitting van 2 juli.

     

    1940 – Op 11 juni 1940 sneuvelde te Calais (Frankrijk) Remy Albert Vloebergh.

                Hij was te Leest geboren op 29 oktober 1916.

     

    1940 – 9 juli : Die dag werden vuurwapens van Leestenaars binnengebracht.

                Hierna de officiële lijst van de gemeente :

     

                Lijst der inwoners die hunne geweren binnen gebracht hebben

     

    1. Huybrechts Theodoor,Vinkstr..8, geweer 2 loop.N.16. 12 kardoezen.

    2. Geerts Alfons, Vinkstr. 1, idem.

    3. Geerts Alfons, Vinkstr. 1, geweer, 1 loop.N.6

    4. Maes Admond,Groteheidestr. 16, geweer 2 loop. N.16

    5. Maes Jan, Groteheidestraat 14, geweer 1 loop. N.9.

    6.Diddens Emiel, Blaasveldstr. 25, geweer 2.loop.N.12.

    7. Verbeeck Hendrik, Tisseltbaan 9, geweer. 1 loop. N.12.10 kardoezen.

    8.Voet Wwe, Dorp 45, geweer 2 loop. N.16.

    9. Fierens Frans, Winkelstraat 16,geweer 1 loop, N.16.

    10. Van der Hasselt kinderen, Kapellebaan 3, geweer 1 loop, N.16.

    11. Spruyt Pieter,Vinkstraat 2,geweer 1 loop, N.16.
    12 Verbruggen Alfons, Tinneschuurstr.12, geweer 2 loop, N.16.

    13. De Prins Petrus, Kleinheidestr. 14, geweer 1 loop. N.12. Browning.

    14. Beullens Arnold, Alemstr. 1a, geweer 2 loop. N.12.

    15. Lemmens Eduard, Rennekauter 5, geweer 2 loop. N.12.

    16. Moons Jan, Tinneschuurstr., N.I. geweer 2 loop.N12.12 kardoezen.

    17. Verlinden Frans, Kouter 9a, geweer 2 loop.N.16.

    18. Verlinden Frans  idem, carabien N.N.6. 14 kardoezen.

    19. Slachmuylders Willem, Kapellebaan 7, geweer 2 loop. N.12.

    20. Van den Brande Alfons, Tinneschuurstr. 17, geweer 1 loop. N.12.

    21. Potoms August, Dorp 43a.geweer N.10.1 loop.

    22.De Nyn Frans, Dorp 46, geweer 2 loop.N.28.

    23. De Croes Jaak, Dorp 21. carbien.

    24 Ceuppens Lodewijk, Kapellebaan 6, carbien.N.28.

    25. Diddens Lodewijk, Dorp 12, geweer 2 loop. N.12.

    26. Diddens Emiel, Blaasveldstr. 25, geweer 2 loop. N.12.

    27. Schaerlaecken Victor, Blaasveldstr.17, geweer 2 loop N.12.

    28. Scheers Jozef, Tinneschuurstr. 20, geweer 2 loop N.12.

    29. De Wit Desire, Tisseltbaan 10,geweer 2 loop.N.12.

    30. Polfliet Felix, Juniorslaan 43, geweer 1 loop N.16.

    31. Broothaers Frans, Molenstraat 6, geweer 1 loop N.12.

    32. Broothaers Frans, Molenstraat 6, carabien.

    Samengevat : ontvangen 24 jachtgeweren, 8 carabijnen en 1 partij jachtkardoezen.

     

    29-02-2012 om 10:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Pieter Albert Beullens. Hij sneuvelde op Sinksendag 12/5/1940 te Lummen.

    Albert diende bij het 36e Linieregiment.

     

    1940 – 10 mei : De radio maakt melding van de Duitse inval in België. Het is oorlog !

                Rond 17 uur wordt Kapelle-op-den-Bos bestookt door Stuka’s. (KH)

                De vaartbruggen worden beschoten.

                Ziekenwagens met gekwetsten rijden naar de Mechelse ziekenhuizen.

                Achttien mensen verliezen het leven, waaronder Frans Jozef Van Linden, geboren

                te Leest op 14/3/1871. (DB-1/5/1958) 

                ’s Avonds worden nog brandbommen afgeworpen op Mechelen. Er is veel schade

                o.m. aan het klooster van Leliëndaal en de cinema Agora in de Bruul. (KH)

     

    1940 – 11 mei : Deze zaterdag werd Frans afweergeschut opgesteld op de

                Hombekerkouter, op de grens met Leest. (KH)

     

    1940 – Op Sinksendag 12 mei 1940 sneuvelde te Lummen  de Leestenaar Pieter Albert

                Beullens. Hij werd geboren op 3 juni 1909 als zoon van Frans (“Sooi”) Beullens en van

                Johanna Marie De Hertog.

                Albert was bij het 36e Linieregiment.  

                Toen Albert gedoopt werd verscheen te Leest een “koets zonder paarden”, een

                opvallend  luxueuze auto waarin de gouverneur van de provincie Antwerpen

                plaatsgenomen had. Deze laatste nam de egards waar voor koning Albert die

                de peterschaprol op zich nam, omdat Albert Beullens het 25ste kind was van Sooi

                 Beullens.

                Sooi zou uiteindelijk, bij twee vrouwen, 27 kinderen verwekken.

     

    1940 – 12 mei : Pinksterzondag. Vluchtelingen, vooral uit de Kempen en Limburg,

                stromen door Hombeek. Belgische soldaten, die van het Albertkanaal

                weggevlucht zijn, kamperen er.

                In een radioboodschap worden alle nog niet gemobiliseerde jongeren tussen

                16 en 35 jaar opgeroepen voor het Belgische leger.

                Ze moeten zich dringend naar het rekruteringscentrum in Ieper begeven.

                Deze maatregel lokt veel droefheid en weerzin op bij de bevolking. (KH)

     

    1940 – 14 mei : Te Kessel-Lo sneuvelt de Leestenaar Jan Bruggemans van de Bereden

                Artillerie.

     

    1940 – 15 mei : Er komt stilaan gebrek aan voedingsmiddelen omdat voedingswinkels,

                bakkers en beenhouwers overal sluiten en wegvluchten. (KH)

     

    1940 – 16 mei : De brug over de Zenne te Leest  werd opgeblazen door Belgische

                geniesoldaten.

                De Duitse bezetter legde een noodbrug aan met pontons die door de Engelsen bij

                hun aftocht op de Schelde te Kruibeke waren achtergelaten.

     

    1940 – Mei : 52 gegijzelden

                Stanne Van den Broeck de populaire eeuweling van Leest vertelde in 1980 :

                “In mei 1940 bij het begin van de tweede grote oorlog was ik er bijna

                geweest. Zatte Duitsers kwamen over de Kouter van Hombeek naar Leest.

                Onder het mom van “burgers hebben op ons geschoten” namen ze

                gijzelaars terwijl ze in de lucht schoten. Nieuwgierig ging ik kijken wat er

                gebeurde en werd met nog éénenvijftig anderen opgepakt en in de school tegen

                de muur gezet.

                Ook naar Hanneke de Zaeger en Fons van Fillekes die op ’t land aan ’t werk

                waren riepen de Duitsers “Mitkommen !”

                Pastoor Beukelaers, Frans Piessens, Fons Verbruggen, Staf Vloebergh,

                Emmanuel en Henri Van de Vondel, Fons Polspoel, Victor van Kolettes,

                den Blokmaker, Staf Pottems, meester De Leers en nog anderen.

                Een Duits officier vroeg : “Waar is de Knip ?”

                Staf van de Metser en ik wisten dat, omdat we met de duiven speelden wisten we

                de Knip, dat nu Juniorslaan heet. We moesten meegaan met twee soldaten die

                het geweer in aanslag hielden. De Duitsers zochten een wei voor hun 120

                paarden. Eerst gingen we naar de wijk de Knip waar de houten molen gestaan

                had. Die wei was te klein. Ze wisten dat bij Piër Prins een grote wei was en

                die was vlug goedgekeurd.

                Ondertussen moesten al de gijzelaars tegen de muur van de school blijven staan

                tot wij terug waren.

                De Duitsers moesten nog stro hebben voor 120 man om die te slapen te leggen.

                Bij Van Praet kregen we twee botten en in “’t Seel” was stro genoeg.

                Stan van Busschot kwam daar juist ook met een kar stro aangereden.

                Alles werd op de kar geladen en toen mochten we naar huis.

                Sommigen van de anderen in ’t dorp zijn tot ’s anderendaags gegijzeld gebleven

                op gevaar van gefusillieerd te worden.

                Pastoor Beukelaers die vooraan stond zei nog tegen Victor van Kolettes :

                “Komde gij ma voor mij staan Vic”. Maar Victor zei : “As ’t tege ga zijn we

                allemaal doeët meneer pastoor.” En hij bleef staan.

                We woonden in dien tijd al in de Scheerstraat.

                De Duitsers hadden in mijnen hof touwen gespannen van de ene perelaar

                naar de andere en daaraan hun paarden vastgebonden.

                Wij bleven voor alle veiligheid maar binnen.”

                (DB,september 1980)    

     

    1940 – 21 mei : “Op 21 mei 1940 rond 10 uur voormiddag is mijn revolver merk

                Browning cal. 7,65 mm afgenomen door Robert Kwertfürt, Betaalmeester der

                Pionniers der Duitsche Weermacht. In het bijzijn van den Heer Jan De Leers,

                schoolhoofd der gemeente Leest.” (Getypte brief van veldwachter Huybrechts)

     

    1940 – 25 mei : Roger De Prins te Duinkerken slachtoffer van de oorlog.

     

    29-02-2012 om 10:05 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In Sulingen was een groot  transitkamp opgericht, van hieruit werden vrijgekomen gevangenen en arbeiders naar hun respectievelijke landen gezonden.

    Alle mogelijke nationaliteiten zaten hier samen wachtend in barakken, op vervoer naar huis.

    Die uit het westen, Belgen, Hollanders, Fransen konden snel weg, maar Polen, Russen, Joegoslaven moesten langer wachten en velen durfden zelfs niet meer terug.

    Onder deze mensen waren gevaarlijke sujetten, ze waren gewapend met weggegooide Duitse wapens en gingen ’s nachts op rooftocht bij de Duitsers.

    Ze stalen en roofden alles wat in hun handen viel en namen het weinige dat de Duitsers nog hadden, af.

    In Sulingen verbleven ook veel “Zebra”s”, dat waren bevrijde gevangenen uit de kampen, velen uit Bergen-Belsen. Die waren nog gekleed in hun gestreepte pijama.

    Van hen vernamen we gruwelijke verhalen over hun verblijf in die kampen.

    Bij de boeren in Freistatt waren veel vluchtelingen uit het Rijnland en de Roer ondergebracht en die konden nu ook naar huis, terug naar hun gebombardeerde steden.

    De Duitse bevolking moest om 10 uur  van straat en wee degene die een minuut te laat was, die werd onbarmhartig opgepakt en tot de volgende ochtend opgesloten.

    Hierbij werden vele soldaten die over hun militaire kledij een burgerjas hadden getrokken, opgepakt en naar een krijgsgevangenkamp gevoerd.      

     

    Hier letten we vooral op SS-ers, maar we hebben er nooit een kunnen pakken.

    Ons werd dagelijks gewezen op de Duitse weerstand “Weerwolf” doch wij hebben hier nooit iets van gemerkt, de meeste Duitsers hadden hun nederlaag nog niet verteerd, waren nog te zeer ontgoocheld.

    Hun geloof in de fürer was te groot geweest en nu bij het zicht van duizenden en duizenden ordeloze soldaten die zich hadden overgegeven en onder strenge bewaking naar achter werden gevoerd, moesten ze er zich wel bij neerleggen.

    De bevolking zelf leed honger en had gebrek aan alles. In de steden verbleven ze in overgebleven kelders. In de dorpen die overbevolkt waren van gevluchte stedelingen werd ook het voedsel schaars en zoals bij ons onder de bezetting, verkochten hier de boeren ook aan de meestbiedenden.

    Wij hadden een paradijselijk leven,  niet werken, lekker eten, veel geld...

    Als ontspanning werden we ’s avonds naar Bremen, Hannover of Sulingen gevoerd.

    Naar een bierkelder of een filmvertoning en na de film steevast in de houding voor het “God save the King”.

    Met mijn moto verkende ik de ganse omgeving en mijn vele verlofdagen bracht ik door

    in steden als Bremen, Hannover, Dusseldorf en Berlijn.

    Daar zag ik Russische soldaten fietsles krijgen, tot groot en ingetogen plezier van de Duitsers. Komisch en onvergetelijk.

    Hier bestond ook een grote ruilhandel tussen soldaten van verschillende nationaliteiten. De Russen waren verzot op Amerikaanse sigaretten, terwijl de Amerikanen hiervoor polsuurwerken en vodka aannamen. Die uurwerken waren toch afkomstig van de Duitsers, de Russen was toegestaan alles wat hen bruikbaar was als oorlogsbuit mee te nemen. Ik heb Russen gezien met drie, vier horloges aan elke pols.

    Kerstmis 1945 brachten we door bij de Amerikanen in Bremen. Nabij de Dom in de huidige Ratskeller was hun kantine ondergebracht. Onvergetelijke sfeer met bier, wijn a volonté, de vrouwen hadden echter nog geen toegang.

    Als we ons verplaatsten konden we overnachten in Amerikaanse of Engelse transitkampen en hun kantines hadden altijd voldoende stock aan sigaretten, zeep, tandpasta, enz. Betalen met Duitse marken en die hadden we genoeg.

    In het najaar van 1945 werd de omgang met de Duitsers losser, krijgsgevangenen en ook burgers werden in de cantonnementen tewerkgesteld.

    De Duitse tewerkgestelden brachten allerlei voorwerpen mee om te ruilen tegen voedsel, ook smokkelaars doken op. Vooral sigaretten, bonen, koffie en nylonkousen waren zeer gegeerd maar vooral dozen vlees en ander voedsel was in trek.

    De bevolking leed immers honger, meer dan ik ooit in België had gezien.

    De boeren werden door de stadsbevolking nog feller belegerd dan bij ons in het hongerjaar 1941.

    Maar stilaan werd alles min of meer normaal, de bevoorrading geraakte terug op gang,

    in de steden begon men puin te ruimen en ieder toog aan het werk.

    Ook de omgang met burgers werd toegestaan, bals werden ingericht en vluchtelingen kwamen terug naar huis.

    Na Freistatt kwamen we in een aantal kleinere plaatsen terecht tot we in het voorjaar 1946 naar Leese verhuisden.Een kleine provinciestad nabij Hannover.

    Hier werden we ondergebracht in een door Russische slavenarbeiders nieuw gebouwde fabriek. Grote betonnen bunkers, een verdieping ondergronds, een verdieping bovengronds, zwaar en kunstig  gecamoefleerd met sparrenbomen, tot op de daken toe.

    Hier werden onderdelen gemaakt voor de beruchte V-bommen.
    Een aanzienlijk aantal lag nog klaar voor verzending, via een spoorweg die eveneens onzichtbaar was vanuit de lucht met hoogopschietende sparren, waarvan de kruinen hoog boven de sporen aan elkaar waren gebonden.

    De geleerden die vroeger voor de nazi’s hadden gewerkt, werkten verder, thans onder Engels gezag. De heren Professoren, zoals ze door de Duitse werklieden werden genoemd, werden door Engelse officieren van de geheime dienst in burgervoertuigen gebracht en opgehaald. Wat zij daar uitrichtten gebeurde in de grootste geheimhouding. 

    De gewone arbeiders werden bij het verlaten van de fabriek door ons gefouilleerd maar deze heren moesten we ongemoeid laten.

    De bunkers waren uitgerust met de meest moderne machines en de magazijnen staken nog vol met allerlei materiaal.

    Er was strenge kontrole en wij mochten niets aanraken, alles was immers bestemd voor Engeland of de USA..

     

    Half april 1946 was onze taak daar afgelopen en na een treinreis van een dag en een nacht belanden we in Bastenaken.

    Hier kwamen we in een totaal vernielde stad, we waanden ons terug in Duitsland. Platgeschoten huizen, waarvan de bewoners in de kelders verbleven, in de velden nog veel stukgeschoten Duitse en Amerikaanse tanks en ander oorlogsmateriaal.

    We werden ondergebracht in de kazerne die door de Amerikanen voor ons was ontruimd en we hingen opnieuw af van het Belgisch leger : weer oefeningen, dat was maanden geleden, Belgische kost, bouletten, saucissen, slecht en veel te weinig...of er gemord werd.

    We waren van de hemel in de hel terechtgekomen.

    Door een afdeling van onze compagnie werd deelgenomen aan de eerste steenlegging van de mardassonheuvel, een gedenkteken voor de Amerikaanse strijdkrachten.

    Na een verblijf van enkele weken ging het naar Bergen, waar we in een leegstaande school hokten en belast werden met het ophalen en wegbrengen van Duitse krijgsgevangenen die in de koolmijnen moesten werken.

    Gelukkig heeft dit niet lang geduurd, op 23 juni 1946 werden we totaal onverwacht bedankt en met onbepaald verlof naar huis gestuurd.

    Terug burger, dit vergde een enorme aanpassing...”

     

    Foto’s:

    -Berlijn 1945 : Sovjetsoldaten en Amerikanen ruilen horloges om. Deze foto’s werden eigenhandig door Victor genomen.

    -Vic na de fusie, zijn outfit is er op vooruitgegaan. Links van de garde staat Marcella Van Steen. Rechts Wiske Verbruggen geflankeerd door haar baas Marcel Leemans.

     







    29-02-2012 om 07:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Duitsland

    Via Antwerpen, Turnhout de Hollandse grens over tot Hengelo. In Holland werd onze trein letterlijk door de bevolking bestormd. Honderden mannen, vrouwen en kinderen liepen met onze trein mee, bedelend om eten.

    Wat wij konden missen werd uit de wagons gegooid : conserven, sigaretten, chocolade...

    Dit waren toestanden die wij in België met de bevrijding niet hadden ervaren, hier werd nog echt honger geleden.

    In Hengelo stapten we over op vrachtwagens, de grens over tot in Mofrika en in Wezel de Rijn over op een pontonbrug die door de Engelsen was aangelegd.

    Over Osnabruck, Diepholz tot Freistatt waar we werden ondergebracht in een oud-mannengesticht. Elk van ons kreeg een apart kamertje, prachtig ingericht met een goed bed en prima sanitair, een verademing na onze tenten en strozakken.

    Hier werden we belast met de bewaking van een groot depot van de Rasc, dat waren frontrantsoenen, sigaretten en kleding van het Engelse leger.

    Italiaanse krijgsgevangenen stonden tot onze beschikking voor het opknappen van allerlei karweien, doch die stalen zoals de raven.

    Die bestolen ons terwijl we er bij stonden, ongelooflijk wat die allemaal flikten, die waren ons in alles te slim af.

    In het begin was het hier voor ons zeer streng, niet ongewapend het cantonnement verlaten, nooit alleen buiten en “no fraternisation”, absoluut geen contact, geen verbroedering  met de Duitsers, op straf van krijgsraad.

    De eerste weken werd dat door ons zelfs niet overwogen, wij benaderden ze met de grootste terughoudendheid. De Duitsers zelf waren opmerkelijk beleefd, onderdanig, ja zelfs kruiperig, ze waren ook gelaten en angstig, gingen voor ons opzij en velen namen hun hoed of pet af als ze ons passeerden.

     

    De Engelse MP’s waren zeer streng en onverbiddelijk zeker zolang de oorlog duurde.

    In Diepholz was een groot Pools kamp, waar die Polen door de Duitsers als slavenarbeiders waren ondergebracht. Nu waren ze vrij en men moet niet over veel verbeeldingskracht beschikken om zich te kunnen voorstellen hoe die zich gedroegen tegenover hun vroegere bazen. Stelen, plunderen, alles wat niet te heet of te zwaar was sleepten ze naar hun barakken.

     

    Foto’s:

    -Zijn “soldier’s pay book”

    -Een mooie herinnering aan 1945.





    29-02-2012 om 07:12 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof.

     

    Het Fort van Breendonk

     

    Met mijn vriend Jan Baetens stapte ik naar Willebroek, we gingen ons melden in het Fort van Breendonk om de aangehouden zwarten te bewaken.

    Ook tientallen Duitse krijgsgevangenen werden daar binnengebracht en opgesloten.

    Nu moesten wij hun fouilleren.

    Alles wat ze niet in gevangenschap nodig hadden werd hun afgenomen.

    Wat een contrast : kruiperige onderdanigheid was in de plaats gekomen van hun vroegere arrogantie.

    Ik herinner me nog die Duitse officier die zich enkel door een andere officier wilde laten ontwapenen en aftasten. Dat gebeurde ook, een Belgische officier nam de egards waar, maar ’s nachts alleen in zijn cel kreeg hij een speciale behandeling en schoot er van zijn waardigheid niet veel meer over.

    De collaborateurs die werden aangevoerd kregen ook een speciale behandeling, zij werden vooraan de straat afgezet en moesten tussen een driedubbele haag losgelaten gepeupel lopen. Hierbij werden ze geslagen, gestampt, beschimpt, met de haren getrokken...ze haasten zich naar de min of meer veilige gang van het fort...

    Daar werden ze opgesloten in de kamers van de vroegere kampbewoners.

    Tijdens de dag werden ze met allerlei karweien belast en ook bij nacht werden ze niet gespaard, althans die eerste dagen niet.

    Na enkele dagen werden wij belast met het bewaken van de zennebrug te Leest.

    We hadden ons wachtlokaal op het gemeentehuis. Bewapend met een geweer, een tricolore band om onze arm en een Duitse gordel om het lichaam waaraan een koppel Duitse handgranaten, zo deden we in ploegen van twee dienst op de brug.

    Alle vreemdelingen werden gecontroleerd en door onze ploeg werden twee in burger geklede Duitsers aangehouden en aan de Engelsen uitgeleverd.

    Voedsel werd bereid in Willebroek en per vrachtwagen aangevoerd, het was goed en overvloedig.

    Na enkele weken werd alles stilaan normaal en de meesten gingen terug aan het werk.

    Ik kon mijn oude job weer opnemen in de garage  bij De Baere doch het werk aldaar bestond hoofdzakelijk uit puin ruimen, wat mij minder beviel.

    Ik besloot nog even de kat uit de boom te kijken.

     

    Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof

     

    Ik vernam dat ze oorlogsvrijwilligers vroegen en ik heb me gemeld in Antwerpen. Dat was op 23 oktober 1944, op de Rubenslei nr. 22.

    Toen ik daar volledig uitgekleed in een hokje stond te wachten sloeg er in de onmiddellijke omgeving een bom in. Kalk viel van muren en plafond, doch de keuring ging ongestoord verder. 

    Ik werd goedgekeurd en opgeroepen naar de Panquinkazerne te Tervuren.

    Na een zestal weken tamelijk zware opleiding werd ik Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof Victor bij het 8ste bataljon fuseliers 3de compagnie met stamnummer F8/479 en met specialisatie chauffeur motocyclist. Volledig uitgerust met Engels materiaal, de platte Engelse helm incluis.

    Te Joli-bois, bij Waterloo, werden we ondergebracht in een danszaal en stonden in voor de bewaking van Engelse benzine- en munitiedepots, die talrijk verspreid lagen in de weiden rond de Leeuw van Waterloo.

     

    Ook te Bosvoorde, aan de paardenrenbaan, had ik munitie te bewaken en te Koningslo Vilvoorde stonden we in voor de bewaking van een groot Duits krijgsgevangenenkamp, dit samen met de Engelsen.

    Het kamp bevond zich op een open veld en was omringd door hoge wachttorens.

    De gevangenen sliepen in tenten, ik heb altijd gehoord dat er zo’n 110.000 bij elkaar zaten. Whermacht soldaten, SS-ers, Vlaamse SS-ers, Zeemacht..alles zat er door elkaar.

    Sommige Vlaamse SS-ers lachten ons uit en verweten ons voor “Bleukens”.

    Wij maakten ons beklag daarover bij onze officieren die dat doorspeelden aan hun Engelse collegas  maar die begrepen niets van onze situatie en zij traden niet op, voor hen waren alle gevangenen Duitsers.

    Voor de afzondering en de ondervraging van de SS-ers moesten speciale eenheden komen. Wel was er een detensionbarak, waar de meest arrogante en weerspannige elementen werden in ondergebracht. Die werden daar door Engelse MP’s aan een speciale training onderworpen, een training die niet onderdeed voor wat zij destijds met velen van ons hadden gedaan.

    Hier bleven we tot april 1945 en dan de trein op naar Duitsland.

     

    29-02-2012 om 07:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  Henri Van den Heuvel bij wie Vic mocht onderduiken.

     

    Ondergedoken

     

    Toen ben ik ondergedoken.

    Landbouwer Henri Van Den Heuvel uit de Hertstraat, de latere schepene van de “Blekken”, stak zijn nek uit en bood me onderdak.

    Op zijn hooizolder richtte ik mijn logement in, in het hooi had ik een gang gemaakt om er in geval van nood diep in weg te kruipen.

    Hier heb ik vertoefd tot en met de bevrijding op 3 september 1944.

    Mijn moeder bezorgde mij eten en soms ook moeder Van den Heuvel.

    Tijdens de dag sleet ik de tijd met boeken lezen en ’s nachts wandelde ik het Hertsveld op of ging al eens slapen bij mijn vriend Jan Baetens, waar ik zonder het medeweten van zijn ouders langs een zoldervenstertje binnensloop.Doch voor het licht werd moest ik terug zijn op mijn hooizolder. Avontuurlijk was dat wel maar ook vaak angstaanjagend en ik was steeds op mijn hoede. Elke auto die men hoorde kon van de Gestapo zijn, elke vreemde persoon werd gewantrouwd.

    Na enkele weken sloeg de verveling toe en nam ik meer en meer risico’s.

    Overdag liep ik soms de velden en het Zuurbos in en durfde ik al eens naar huis te gaan.

    Daar groef ik van in het ovenhuis een onderaardse gang die uitliep achter de haag van onze tuin en uitkwam in de aanpalende gracht. Vele malen heb ik die vluchtweg ingeoefend, gelukkig heb ik hem nooit hoeven gebruiken.

    Nadien heb ik pas beseft hoeveel risico en gevaar Henri Van den Heuvel gelopen heeft door mij onderdak te bezorgen. Ik ben hem er altijd zeer dankbaar voor gebleven.

    Intussen kropen de dagen voorbij en de geallieerden naderden.

    Ik sliep nog steeds op mijn hooizolder en sporadisch bij Jan Baetens.

    Daar was ik toen ik op een nacht begin september op de Juniorslaan  in de richting Leest-dorp een tamelijk grote groep Duitsers met door paarden getrokken wagens, zag voorbijtrekken. Heel stil en zonder orde trokken ze af.

    De dag nadien, op een zondag, ik keek toe vanuit het Zuurbos, zag ik zenuwachtige Duitsers in de “Heilige Hoek”, ze waren bezig paarden op te eisen voor hun terugtocht.

    ’s Anderendaags ’s morgens was het zover ! Onbeschrijfelijke vreugde ! De Engelsen waren er. De Blaasveldstraat stak  vol met oprukkende Engelse soldaten, camions vol met lachende, sigaretten en chocola uitdelende soldaten.

    Men kan zich voorstellen welke opluchting de bevrijding bracht en hoe geestdriftig we onze bevrijders hebben onthaald. Schrik, honger en alle miserie was vergeten.

     

    29-02-2012 om 07:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : links Vic in 1943. Om toen te kunnen fietsen moest je creatief zijn. Rchts zijn onafscheidelijke vriend Jan Baetens van de Juniorslaan.

     

    Het Hongerjaar 1941

     

    Het jaar 1940 liep min of meer normaal ten einde, maar 1941 zou een nog nooit meegemaakt hongerjaar worden.

    De Blaasveldstraat zag zwart van het volk. Mensen van Blaasveld en Willebroek liepen huis in en huis uit, bedelend om voedsel.

    De boeren verkochten enkel aan degenen die konden betalen en dan meestal ’s nachts want de buren mochten dit niet zien.

    De smokkelaars deden gouden zaken : 40 fr voor een kilo tarwe, 35 fr voor een slecht roggebrood. Het rantsoenbrood zelf was ook zeer slecht, de deeg plakte aan het broodmes en het rantsoen bedroeg 225 gram.

    Ook vlees, vetten, suiker en bijna alles was gerantsoeneerd. Vele stadsmensen stierven letterlijk van honger, terwijl de meeste boeren en smokkelaars zich verrijkten. Ook degenen die de kant van de Duitsers hadden gekozen kregen dubbel rantsoen en hadden niets te kort.

    Ik verplaatste me nog dagelijks per fiets naar de Leuvensesteenweg maar dat werd steeds problematischer omdat ook fietsbanden op rantsoen waren, evenals schoeisel.

    Om aan een fietsband te geraken moest je een bewijs hebben dat je minstens 5 km van je werk woonde, anders kreeg je geen bon.

    Als je er al een bezat, had je veel geluk nodig om er twee keer mee naar Mechelen te kunnen rijden want die erzatsrubber barste en sprong in stukken.

    Bijna dagelijks moest ik aan mijn banden werken. Soms reed ik met twee buitenbanden over elkaar. Mijn meest efficiënt experiment : van de binnenband van een auto een fiets buitenband fabriceren. Dat  resulteerde in enkele maanden probleemloos rijden, maar door de toenemende schaarste kwam ook daar een einde aan en einde 1942 nam ik de trein voor mijn verplaatsingen.

    Wij zelf konden bij onze buren, boeren, niets kopen, omdat ze de hoogste prijs niet durfden vragen, ze verkochten veel liever aan de smokkelaars. Die kwamen hun waar tijdens de nacht ophalen.

    Ik ben vele malen na mijn werk per fiets naar Londerzeel gereden om een slecht roggebrood van 35 fr dat ik daar bij een smokkelbakker kon kopen.

    Onderweg moest men op zijn hoede zijn voor controle van Belgische gendarmen en kontroleurs van de ravitaillering, want meermaals is het gebeurd dat dit werd afgepakt.

    Ook ben ik ooit eens met mijn vader naar Stekene-Koewacht, ook per fiets, gereden.

    Naar we hadden vernomen was de tarwe en het koren daar goedkoop omwille van de smokkel met Holland. We kochten daar 20 kg tarwe. Elk 10 kg op onze fiets, ook sacharine hadden we daar gekocht, en hiermee naar huis. Overal op onze hoede voor kontrole maar we zijn er toch heelhuids mee thuis geraakt.

    Zo gingen de dagen voorbij vol kopzorgen over eten en hoe er aangeraakt.

     

     

     

    De Schele Duitser

     

    In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten.

    Al de inzittenden werden hierbij gedood.

    Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets, een eind in het veld.

    Zoals zovele souvenirjagers ging ook  ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.

    Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag opvallend scheel, begon iedereen  af te tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten vallen.

    Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht. Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zo’n  slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder adem zat.

    Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig krijgsgevangenkamp aangetroffen.

     

    Ontspanning

     

    Vermaak bestond in hoofdzaak op zondag naar de cinema, soms tweemaal, van 5 tot 8 naar de ene en van 8 tot 10u30 naar een andere en altijd te Willebroek.

    Wat later kwamen dan de bals op en mocht er terug bal gegeven worden.

    Bier was nog slechter dan het huidige tafelbier, gekleurd water, doch in de meeste café’s

    konden de klanten bier krijgen van onder den toog...

    Dat was iets beter, was zogezegd smokkelbier, doch zijn geld niet waard.
    De bals floreerden, alle zondagen volle bak.

    Wij gingen te voet naar Leest (dorp), Blaasveld, meestal in groep en wegens de totale verduistering was dit zeer plezant.
    Op de bals werd er soms ook controle gedaan door de Gestapo, alle uitgangen werden afgezet en één voor één naar buiten. Identiteitscontrole.

    Degene die niet in regel was, of die op hun lijsten voorkwam, werd apart gezet, streng bewaakt en meegenomen.

     

    Het Arsenaal gebombardeerd

     

    Vele malen was het ook alarm op de Leuvensesteenweg dit tot vreugde van de mannen van het Arsenaal, die liepen dan weg van hun werk tot op de vaart en dienden een tijd niet te werken.

    Wij bleven op ons werk.
    In het Arsenaal stond Duits afweergeschut en telkens er vliegtuigen overkwamen werd er vandaar op geschoten.

    Tot bij een bombardement het afweergeschut met toren en al naar beneden donderde.

    De Leuvensesteenweg werd zwaar geteisterd, vele doden en haast alle huizen getroffen.

     

    De Wapenfabrieken van Herstal

     

    In 1944, ik was pas enkele weken 18 geworden, kreeg ik van de Werbestelle de oproep om mij ’s woensdags te Mechelen in de Leopoldstraat aan te bieden.Ik werd er door een Duitse dokter gekeurd en de vrijdag daarop reeds diende ik mij aan te bieden in de FN fabrieken van Herstal bij Luik in die tijd Deutse Waffen und Munitionsfabriken genoemd.

    Inderhaast een valies gekocht, het was een rieten dat herinner ik mij nog, en die vrijdag vanuit station Mechelen afreis richting Luik.

    Een speciale trein met werkvolk, mannen en vrouwen, die in Duitsland tewerkgesteld waren. De trein stopte enkel te Leuven  en dan te Luik, Guillemin statie.

    Met nog een zestal personen stapte ik uit en we werden al dadelijk gecontroleerd door Feldgendarmen.

    Nazicht papieren, bestemming Waffenfabriken ? Geen probleem, we mochten door.

    Dan met de tram naar Herstal en ons aanmelden in de fabriek.

    We werden onthaald door iemand die goed Nederlands sprak.

    Eten konden we in de fabriek, logies was er in een leegstaande school op een tiental minuten gaans, maar uit zijn verdere uitleg konden we opmaken dat we eerder in een gevangenis dan in een fabriek terechtgekomen waren.

    En of dit waar was. Controles overal en op alle momenten van de dag, meestal op de onverwachtste, schutsels tussen de werkbanken.

    In de fabriek fabriceerde men wapens en munitie en dat was te merken.

    Bij het verlaten van de gebouwen werd men van boven tot onder afgetast en dienden we speciale apparatuur te passeren die ontworpen was om zelfs het allerkleinste vijsje te detecteren.

    Ik werd in een ploeg ingedeeld, kreeg een werkbank en een plan van een door mij te maken stuk, doch ik had geen vakschool gelopen en kon geen plan lezen.

    Mijn identiteitskaart gaf als beroep mecanieker aan en dat verwarden ze met paswerker.

    De eerste dag diende ik ook in het magazijn mijn persoonlijk gereedschap af te halen, een stel vijlen, een hamer en allerlei fijn meetgereedschap.

    Hier had ik al een eerste nare ervaring.

    Nietsvermoedend stapte ik de openstaande deur van het magazijn binnen, flater !

    Ik had mij moeten wenden tot de balie ernaast. De Duitse magazijnier kwam brullend op me af en gaf me zo’n doodsschop dat ik metersver door de lucht gekatapulteerd werd.

    Gelukkig kreeg ik voor dat plan hulp van een Limburgse collega en zo kon ik mij wat bezig houden, maar mijn rendabiliteit lag de gehele periode die ik daar verbleef spectaculair laag.

    De dagen duurden daar oneindig lang en vaak trachtte ik naar het luchtalarm.

    Wanneer dit afging liet men vallen wat viel en vluchtte iedereen naar de schuilkelders tot einde alarm. Soms vijf zesmaal per dag. Daar werden wij met Duitse discipline ingedreven, opeengepakt als haringen, maar ik was wat blij enkele minuten van mijn plan weg te zijn.

    Bommen heb ik er nooit weten vallen.

    Het eten was op zijn Duits,’s middags soep met worst en soms al wat groenten in en meestal een beetje aardappelen met choucroute of ook zure witte koolsoep en zwart brood, maar steeds veel te weinig.

    Gelukkig had ik van thuis wat mee om aan te vullen, anders was het honger lijden.

    Na de werkuren waren we vrij en dan wandelden we wat door Herstal en omgeving of we namen de tram naar Luik.

    Na daar een tiental dagen te hebben “gewerkt” kreeg ik er genoeg van.

    In mijn logement prepareerde ik een speciale sigaret : een weinig tabak en veel zout.

    Toen ik die de volgende morgen opstak en een paar maal inhaleerde, werd ik draaierig en viel flauw. Men bracht mij naar de infirmerie en daar schreef de Duitse arts me acht dagen rust voor.

    Ik was in de hoogste hemel, vlug naar het logement, alles inpakken en wegwezen met de vaste overtuiging nooit meer terug te komen.

    Tegen niemand iets gezegd van mijn voornemen, want wie kon je vertrouwen ?

    Met de tram naar het station, de onvermijdelijke controle, alles uitladen voor de feldgendarmerie, grondige fouillering en de trein op naar Brussel.

    Op die trein idem dito,reiskoffier uitladen, aftasten...

    Toen de trein Leuven naderde werd de stad geteisterd door een hevig bombardement.

    Ik ben het station uitgevlucht en heb de tram genomen over Brussel, richting Mechelen.

    Tussen Leuven en Brussel, in volle veld, werd de tram tot staan gebracht door Gestapo en Feldgendarmen voor een nieuwe controle. Zelfde stramien : afgetast worden en valies uitladen. Enkele passagiers werden apart genomen en moesten onder strenge bewaking achterblijven.

    Vanuit Brussel per trein tot voorbij het station van Vilvoorde, dat ook gebombardeerd was, trein op naar Mechelen en van daar te voet naar Leest.

    Niet slecht voor een zieke.

    Thuis gekomen heb ik intens genoten van mijn acht dagen en toen die om waren kreeg ik een dreigbrief van Luik dat ik terug moest komen werken.

    Eeen inschikkelijke Duitse dokter in de Stassartstraat te Mechelen gaf me nog acht dagen bij, toen ik klaagde over steeds terugkerende draaienissen, maar geen haar op mijn hoofd had ook maar enige intentie om terug te keren.

     

    29-02-2012 om 06:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : de ouderlijke woonst in de Blaasveldstraat in 1978. Tijdens de oorlog ook herberg “In den Nieuwen Buiten”.

     

    De Vlucht

     

    Die woensdagmorgen vertrokken we, te voet naast onze zwaar beladen fietsen, want tante Melle kon geen fiets rijden..

    Op de Juniorslaan gekomen sloten we aan bij de massa, een nooit geziene aaneengesloten  mensenzee met alle mogelijke vervoermiddelen, te voet, per fiets, stootkar, kruiwagen, wagens getrokken door paarden, allen zwaar beladen...richting Tisselt.

    Voor ons uit stapte een soldaat met een geit aan een ketting.

    We volgden de mensenzee in de richting Kapelle op/den Bos.

    Daar zagen we de eerste sporen van de bombardementen : kapotte huizen.

    Aan de brug stonden zeer nerveuze Belgische soldaten, we begrepen snel waarom, want toen we even voorbij de kerk waren hoorden we achter ons een harde knal. Ze hadden de brug in de lucht laten vliegen.

    Ik heb me nadien steeds blijven afvragen hoe men daar in hemelsnaam in geslaagd was, met die immense onafzienbare rij vluchtelingen.

    We vervolgden onze weg langs Ramsdonk, Londerzeel. In Steenhuffel moesten we schuilen, we werden overvlogen door Duitse vliegtuigen die door Belgisch afweergeschut werden bestookt. We schuilden in de hangar van een plaatselijke brouwerij en hoorden de stukken schrapnels op het dak inslaan. Angstaanjagend !

    Gelukkig werd daar niemand gekwetst.

    Langs binnenwegen ging het dan richting Merchtem Heikant. Het was ondertussen avond geworden en we moesten uitzien naar een slaapgelegenheid.

    De meeste huizen, door hun oorspronkelijke bewoners verlaten, staken reeds boordevol.

    Tot we op een boerderij kwamen, hier mochten we in de stal achter de koeien op stro slapen. Dat vonden we nog plezierig ook, ik heb er voortreffelijk geslapen.

    De oudere mensen begonnen intussen na te denken en zagen de miserie en de risico’s van de vlucht in.

    ’s Anderendaags rond negen uur, toen we aanstalten maakten om verder te trekken, werden we plots verrast door een vijftal Duitsers te paard met hun geweer op ons gericht.

    Een gebrul in het Duits : we moesten gaan staan met onze handen in de lucht.

    Ze vroegen of er geen Belgische soldaten bij ons waren. Na een ontkennend antwoord lieten die ons verder met rust en reden weg.

    Dat we geschrokken waren hoeft niet gezegd, enkele minuten voordien waren daar nog twee Belgische soldaten per motorfiets met side-car aangekomen en naar ik later vernam, hadden die zich bij de boer omgekleed, hun militaire kledingsstukken omgeruild voor burgerkleren, en zich tussen ons vluchtelingen gemengd.

    Daar het geen nut had om nog verder te vluchten, besloten we huiswaarts te keren.

    Langs een binnenweg terug naar Londerzeel

    Daar werden we plots brutaal aangesproken door een Belgisch officier. Mijn vader en nonkel Fons moesten zich identificeren. Toen hij zag dat wij vluchtelingen waren, vroeg hij waar de Duitsers zich bevonden. Toen we vertelden dat die reeds lang voorbij waren, trok hij zich terug in een korenveld. Daar zaten nog vele soldaten verborgen. Naderhand vernamen we dat die allen werden krijgsgevangen genomen.

    In Ramsdonk lagen in de living van een woning waarvan de deur openstond, vele gekwetste  Belgische soldaten, ze waren verzorgd door Duitse verplegers.
    Op de straat nabij de kerk lagen de lichamen van een zevental dode soldaten in alle mogelijke houdingen.

    Van de pastoor, een ex-onderpastoor van Leest, vernamen we dat deze soldaten in dronken toestand op de Duitsers hadden geschoten.

    In Kapelle o/d Bos moesten we, omwille van de opgeblazen brug, via het sas de vaart oversteken. Om hun paarden en kanonnen over de vaart te leiden hadden de Duitsers een primitieve brug  van bomen en balken gecontrueerd.

    Het was geen makkie onze zwaar bepakte fietsen daarover te krijgen, hierbij werden we bereidwillig geholpen door Duitse soldaten.

    In de namiddag kwamen we thuis, alles was gelukkig nog zoals bij ons vertrek.

     

    Generaal Paulus

     

    We waren nog niet lang thuis toen er Duitsers passeerden. In dichte rijen, te voet en met paarden trokken ze richting Blaasveld.

    ’s Avonds hield er een gans regiment ruiterij halt op de weide van Leemans tegenover ons café.

    Duitsers, met paarden, wagens, kanonnen, gans de straat vol, overal waar men zag, Duitsers!

    Ze trokken tenten op, maakten hun paarden vast aan de draadomheining, zetten wachtposten uit.
    Ik meen dat wij een van de eersten terug thuis waren..

    De Duitsers liepen bij ons in en uit, deden of het allemaal van hun was.

    De radio werd aangezet, dat was toevallig een “Telefunken” en dat viel duidelijk in hun smaak.

    Op de Leuvense stoof maakten ze wijn warm en maar drinken en dansen. Dat deden ze onder elkaar en velen raakten bedronken.

    Plots werd alles muisstil. Er waren twee Feldgendarmen binnengevallen. Ze begonnen meteen alles te doorzoeken.

    Ons moeder moest mee naar boven, ik wou ze volgen maar één van die Duitsers zette zijn voet op mijn borst en duwde mij naar beneden.

    De mannen met de metalen keten en plaat om hun hals hadden ook  het plezier van de andere Duitsers vergald want die dropen stil één na één af.

    Boven hebben die feldgendarmen alles overhoop gehaald, vermoedelijk op zoek naar Belgische soldaten of wapens. Er werd echter niets gevonden en ze lieten ons verder met rust.

    ’s Anderendaags ging ik de straat op en keek mijn ogen uit naar dit machtige leger.

    Op de weide van Stanne Gobien was het grote vergadering van hoge officieren, herkenbaar aan de rode strepen op hun rijbroek en kepi. In één van deze officieren, een grote magere man, meen ik stellig de latere beroemde generaal Paulus te hebben herkend. Doch lang mocht ik daar niet slenteren, want door een wachtpost werd ik toegesnauwd dat ik moest verder gaan.
    In de voormiddag vertrokken ze richting Blaasveld.
    Gans de straat en de wei van Leemans lag vol met lege wijnflessen, duizenden, oorlogsbuit, allemaal gestolen uit leegstaande huizen.

    De daaropvolgende dagen en weken heerste er een enorme drukte in onze straat : oprukkende Duitsers, terugkerende vluchtelingen, afgevoerde Belgische krijgsgevangenen.

    Stilaan hernam het leven zijn gewone gang, de meeste mensen waren terug thuis, enkele bleven weg, sommigen in krijgsgevangenschap.

    Ons café was terug open en we deden goede zaken aan die vluchtelingen. Ik moest bijna dagelijks met een triporteur met twee honden in, naar Mechelen, naar brouwerij Lamot om bier en ijs aan te halen.

    Ik begon terug te werken op mijn oude post.

    Mijn baas was ook teruggekeerd en al het materiaal dat we hadden verstopt lag nog op zijn plaats. Doch aan auto’s was weinig werk, slechts enkele kregen een vergunning om te rijden, er werden nog allerlei beperkingen ingevoerd en er kwam een strenge rantsoenering.Een gouden tijd voor smokkelaars brak aan.

    Enkel voertuigen die dienden voor bevoorrading kregen benzine.

    Daarom werkten wij veel aan de vernieuwing en vergroting van de garage. Onze baas had een toekomstvisie, maar al wat wij opbouwden zou in 1943 en 44 worden platgebombardeerd, ditmaal door de Engelsen.

    Toen de benzine nog schaarser werd, specialiseerde mijn baas zich in het plaatsen van gazogénes, dit waren kolenketels die gestookt werden om gas op te wekken, als surrogaat voor benzine. Doch weinigen haalden een bevredigend resultaat.

    Men moest ’s morgens minstens een half uur uittrekken vooraleer men kon vertrekken : het vuur aansteken, dan trachten om met benzine te starten en wanneer men gas had, overschakelen op kolen. Na enkele ritten waren de leidingen binnenin aangekoold en dienden gereinigd te worden.

    Uiteindelijk werden de ketels in de meeste gevallen gebruikt om er allerlei smokkelwaar in te vervoeren.

    Dat was soms vlees maar veelal tarwe waarmee vnl. Waalse groentenhandelaars de garage kwamen ingereden. Ze losten hun waar en vertrokken op hun beurt met benzine.

    Vele Belgische vervoerders die voor de Duitsers o.a. op de vliegvelden reden, kwamen in de garage een deel van hun benzine verkopen of ruilen voor tarwe of andere schaarse producten.

    Dat was poort toe, benzine lossen en vertrekken met een lading tarwe.

    Onze baas heeft vele malen Breendonk geriskeerd en wij die van die handel op de hoogte waren, moesten zwijgen als een graf..

     

    29-02-2012 om 06:35 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  De 16-jarige Victor Van Hoof kijkt toe hoe zijn vriend Jan Baetens raak schiet.

     

    De oorlogsbelevenissen van Veldwachter Victor Van Hoof:

     

    De Eerste Dagen

     

    “10 mei 1940. Ik was haast veertien en een half jaar oud en werkte  enkele weken bij  De Baere, op de Leuvensesteenweg te Mechelen, de garage die later door de familie Zwaan werd overgenomen en omgevormd tot de Hanswijk – Renault garage.

    Naar goede gewoonte zou ik om 8 uur beginnen.

    De dag voordien had mijn moeder me gevraagd om de ijzeren poort, naast ons huis in de Blaasveldstraat, te schilderen. Ik stond omstreeks 05u30 op met de intentie dit te doen en vatte de schilderwerken aan.

    Terwijl ik hier mee bezig was hoorde ik in de verte doffe knallen, herhaalde malen, tamelijk zwaar zoals kanongebulder.

    Wat later zag ik een groot, mij totaal vreemd vliegtuig, laagvliegend uit de richting Tisselt, voorbij de woning Diddens, richting Mechelen vliegen.

    Op de staart bemerkte ik duidelijk een groot hakenkruis.

    Ik snelde ons huis binnen, zette de radio aan en toen vernamen we dat de Duitsers ons land waren binnengevallen en tijdens de vroege morgen vele steden hadden gebombardeerd.

    Ik heb mijn poortje verder afgeschilderd en ben op mijn gewoon uur naar Mechelen gefietst.

    Onderweg stonden de mensen in groepjes bijeen, militaire voertuigen reden af en aan.

    Op de Leuvensesteenweg was het een nog nooit geziene drukte, nerveuze militairen, sommigen  verplaatsten zich  in de richting Leuven, burgers troepten samen..

    Van werken in de garage kwam niet veel in huis, wel werd er opvallend veel benzine verkocht.

    Van een groentenhandelaar vanuit de streek van Diest, vernam ik dat in de vroege morgen het vliegplein  van Schaffen fel was gebombardeerd en dat er vele doden waren gevallen.

    De meest alarmerende en onzinnige geruchten deden de ronde, parachutisten waren overal opgemerkt. De Duitsers waren doorgebroken, dan waren ze weer teruggeslagen, overal waren reeds spionnen opgepakt.

    De eerste vluchtelingen, afkomstig uit de grensstreek en de streek rond het Albertkanaal,  kwamen in de namiddag reeds per auto aangereden en smeekten om benzine die er bijna niet meer was. Ze hadden verschrikkelijke verhalen bij, over hevige beschietingen en gevechten, bombardementen, spionnen en parachutisten.

    De paniekstemming onder de bevolking ging crescendo.

    In de fabrieken Rateau, even voorbij de garage was een noodhospitaal opgericht.

    Tijdens mijn middagpauze ben ik tot daar gegaan en zag er een rodekruistrein toekomen.

    Vele  gekwetste soldaten, sommigen hevig bloedend, werden op draagberries bij Rateau binnengedragen.

    Gans de dag had ik mijn handen vol met benzine tanken, voornamelijk aan militairen en vluchtelingen. ’s Avonds was de put leeg.

    Toen ik om vijf uur huiswaarts keerde, kwam er vanuit Battel, aan het kruispunt met de Koningin Astridlaan een gans regiment Franse soldaten Mechelen binnengewandeld.

    De Fransen werden door de bevolking op luid gejuich onthaald, mensen liepen er naartoe met flessen en glazen bier, ze werden omhelsd. Hartverwarmende taferelen speelden zich af. Vol bewondering onthaalden we deze prachtig uitgeruste en fier stappende helpers van ons vaderland : zij zouden met de Duitsers wel korte metten maken, de moed zat er weer in.

     

     Thuis gekomen werd er over niets anders gesproken dan over bombardementen, spionnen, parachutisten... Elke vreemdeling was een  potentiële  spion.

    ’s Avonds rond 7 uur  zagen we vanuit de Blaasveldstraat een groep Duitse vliegtuigen boven Kapelle o/d Bos hangen. We hoorden afweergeschut en zagen een Duits toestel naar beneden storten. De piloot zagen we aan zijn parachute hangen en traag naar beneden komen. Het afweergeschut was afkomstig van een Engelse boot die in het sas lag. We hoorden dat de brug gebombardeerd was. Hierbij werden verschillende burgers, die naar gewoonte een praatje maakten aan de brug, gedood

    (Nvdr : achttien mensen kwamen daarbij om.)

    Er was ook veel schade aan woningen. Bommen waren gevallen tot in de Kapellebaan te Leest, hierbij werd het huis van Jan Van Riet erg beschadigd.

    Die eerste avond van de Duitse inval waren we van de radio niet weg te slaan.

    Soldaten werden opgeroepen en namen met een bang hart afscheid van hun familie.

    De volgende dag reed ik gewoon naar mijn werk.

    Tijdens de nacht waren er brandbommen afgeworpen op Mechelen.

    In de O.L. Vrouwstraat waren een paar huizen uitgebrand.

    Ik zag de eerste Mechelaars van de Leuvensesteenweg op de vlucht vertrekken.

    Mijn baas, mijnheer De Baere, diende twee vrachtwagens in te leveren voor het leger en raakte twee van zijn gasten kwijt omdat ze werden opgeroepen.

    Ik ben nog enkele dagen gaan werken. Dat werk bestond voornamelijk uit het wegbergen van olie en het leeghalen van het magazijn. De olie werd verborgen onder de grond

    en de stukken van het magazijn werden in de smeerput gestopt. Deze werd met balken en ijzeren platen afgedekt en daarop werd een laag beton gegoten. Hard en sterk, dat zou ik later ondervinden toen ik het moest openkappen. Niettegenstaande er in de garage vele vluchtelingen, soldaten en later ook Duitsers hadden verbleven, was er niets verdwenen.

    Na dit alles vertrok mijn baas Mijnheer De Baere, samen met zijn vrouw en schoonmoeder, met hun auto, op de vlucht, naar Frankrijk.

    Bij ons thuis waren vluchtelingen uit Mechelen gekomen, inwoners van de Battelsesteenweg en ook verschillende  familieleden woonachtig in de buurt van de brug van Heffen, die terecht vreesden voor bombardementen.

    Ook zij vertelden op hun beurt de meest paniekerige verhalen zodat mijn ouders besloten om ook te vluchten. Waarheen dat zouden we wel zien, als we de oprukkende Duitsers maar konden ontlopen.

     

    29-02-2012 om 06:30 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Afbeelding : Het “Entlassungsschein” of vrijlatingsbewijs uit het krijgsgevangenkamp.

    Als Vlaming mocht Albert Huysmans reeds op 22 augustus 1940 naar huis. De Walen moesten blijven tot na de oorlog. (1945)

     

    1940 -  24 januari : Jan Frans Piessens verkozen tot lid van de “Commissie van

                Openbaren Onderstand” in vervanging van de overleden Karel Diddens.

     

    1940 – Eind april : Soldaat Jacob Albert Huysmans met verlof te Leest :

                “...Ik vind het Leestse dorp in paniekstemming. Terwijl boven Mechelen

                koortsachtig aan ’n linie bunkers wordt gezwoegd, werden alle bewaakte

                bruggen over de Zenne reeds ondermijnd, en op alle wegen maakt het leger

                jacht op ’n vijfde kolonne. Daarstraks hadden soldaten, onze gebuur Jan

                Vloebergh, na een familiebezoek per fiets, in de Hertstraat opgepakt en naar

                het gemeentehuis gebracht om hem eindelijk als Belg te aanvaarden...”

                (“Pinksteren Soldaatjes”, DB september 1982)

     

    1940 – “Eben-Emael, 10 mei.

                Om halfzeven die vrijdagochtend kwam het radiobericht : “Duitse troepen zijn

                België binnengevallen”.

                Eben-Emael, het modernste Belgische fort, cruciaal voor de verdediging, was

                aangevallen door Duitse parachutisten.

                Het onneembaar geachte fort in de Provincie Luik was al een dag later in handen

                van de Duitse troepen.

                Daarmee kwam een einde aan de drôle de guerre die Europa sinds maart 1939

                in zijn greep hield.

                Duitse troepen hadden op dat ogenblik Tsjecho-Slovakije, de helft van Polen en

                heel Denemarken in handen en vochten in Noorwegen.

                De Sovjet-Unie, die een niet-aanvalspact met nazi-Duitsland ondertekend had,

                bezette de andere helft van Polen en vocht in Finland.

                België had in september 1939 zeshonderdduizend man onder de wapens geroepen

                waardoor het economische leven nagenoeg werd lamgelegd.

                Ondanks talrijke waarschuwingen dat een Duitse aanval ophanden was, werd op

                9 mei 1940 het normale verlofstelsel voor de soldaten ingevoerd.

                De dag erna vielen Duitse troepen België, het groothertogdom Luxemburg en

                Nederland binnen.

                Franse en Britse versterkingen trokken België binnen in de hoop de Duitse

                aanval te stuiten, maar slechte organisatie en coördinatie verhinderden een

                succesvolle samenwerking.

                De Duitse aanval en vooral de snelle successen van de Blitzkrieg joegen

                honderdduizenden mensen op de vlucht.

                Naar schatting kwamen twee miljoen vluchtelingen in Frankrijk terecht.

                De vrees voor vermomde spionnen en de arrestatie van enkele duizenden

                “vermoedelijke landverraders” –Vlaams-nationalisten, communisten, rexisten,

                Duitse en Oostenrijkse anti-nazi’s die in België politiek asiel hadden gevraagd –

                lokten bijkomende paniek uit.

                Vluchtelingen en legereenheden liepen elkaar in de weg.

                De chaos werd nog vergroot door het bevel dat alle mannen tussen 16 en 35 jaar

                opgeroepen werden voor het CRAB (Centre de recrutement de l’Armee belge)

                dat zich in het Franse Rouen bevond.

                Op 15 mei capituleerde Nederland waardoor Duitse troepen vrijkwamen voor de

                aanval op België.

                Op 17 mei werd Brussel veroverd, op 18 mei Antwerpen, op 23 mei viel Gent

                in Duitse handen.

                Achttien dagen na de Duitse inval capituleerde koning Leopold III

                onvoorwaardelijk.

                Hij weigerde zijn regering in ballingschap te volgen : het begin van wat de

                Koningskwestie zou worden.”

                (Knack 8/5/2002)   

     

    1940 – Leestenaars en hun herinneringen aan W.O. II.

     

    J.A. Huysmans in “De Band” van november 1980:

    “Augustus 1938 werden ik en mijn twee broers gemobiliseerd door een bezetting van de Duitsers van de Corridor van Dantzig, doch dit werd na 14 dagen door Chamberlain bijgelegd.

    Augustus 1939 bij een inval der Duitsers in Polen, verklaren Frankrijk en Engeland den oorlog aan Duitsland. Mijn twee broers en oonze vrachtauto worden gemobiliseerd.

    Januari 1940 word ik opgeroepen naar Blijtingen aan het Albertkanaal als autogeleider 14e Artillerie Staf 1 Rode Kruis.

    Vrijdag 10 mei 1u30. Alarm !

    Iedereen naar zijn stellingen.

    Om 3u30 in de verte mitrailleurvuur en afweergeschut en hoog aan de licht klarende hemel het geronk van honderden vliegtuigen die plotseling in duikvlucht over heel de streek hun spring- en brandbommen uitstrooien wijl onze artillerie en haar afweergeschut in actie komt.

    Balans die avond : het legerhospitaal bij Tongeren onmogelijk nog meer gewonden te herbergen en bij ons in kelders stervenden en doden. Heel de nacht daverende ontploffingen der Duitse beschieting op het fort van Eben Emaal dat toch nog 15 dagen stand hield. Onderwijl vertrekt bijna heel ons legerkorps naar nieuwe stellingen achter den ijzeren muur, dat waren stalen rolhekken tegen tanks, van Antwerpen het Walenland in.

    Hier en daar in loopgrachten en bunkers werden toch nog duizenden soldaten als laatste verdediging hier gehouden waarbij ook mijn afdeling.

    Zaterdagochtend : nog vanuit Tongeren vers optrekkend Belgisch voetvolk dat deels uitgeroeid moet wijken.

    Uit de overtrekkende golven vliegtuigen voor bombardement in het binnenland, duiken telkens Stukas om met hun schroot hier de laatste weerstand te breken, en dalen op de velden bemande zweefvliegtuigen neer. Alle verbinding is verbroken, wat blijft is ijzig wachten.

    Van in onze loopgracht bij het pesthuis zien we plots uit den draai der baan een rij van een twintigtal Duitsers naderen, die wellicht in paniek of zelfs angst, hier en daar naar een huis granaten werpen, waarna vanaf een antitankkanon door een luidspreker in het Vlaams wordt geroepen :”Belgen, wij vechten niet tegen u, spaar uw eigen leven, en kom nader”.

    We voelden ons verlaten en verloren en sloten ons aan bij de kolonne volgende krijgsgevangen makkers en werden naar de brug van Vroenhoven gedreven, welke ondanks het spervuur uit het fort van Eben Emaal niet begaf, en waar we in stormpas naast de oprukkende Duitsers, de weg naar Maastricht optrokken waar wij onze eerste nacht onder vreemde bewaking doorbrachten.

    Sinksen zondag om 11 uur worden wij in rijen van 6, in de straten bij de steenbogenbrug van de Maas opgesteld, om 12 uur loeien de sirenen en worden wij naar de brug gedreven, deels er over, deels er op en deels, waaronder ook ik, er nog voor. Dat was een tactische zet om de vliegtuigpiloten te misleiden.

    Terwijl drie Engelse straaljagers doorheen het afweergeschut nu naar die brug bommen afwerpen, dat waren de eerste vliegtuigen der bondgenoten die we zagen sedert donderdag.

    Ik ben nog een winkel binnengesprongen en een weinig later nog met anderen van tussen het ingestorte puin gekropen.

    In de straten dode en gekwetste makkers, en wie weet hoeveel er met de vernielde brug in het water zijn gebleven.

    Onze groep op deze oever nog verzamelde gevangenen werd buiten de stad geleid, waar de Duitsers intussen al twee noodbruggen op naast elkaar geklonken boten hadden gelegd en was het verbroken oversteken van hun tanks en bemande voertuigen hernomen.

    Na vier dagen met meer stilstaan dan stappen en slapen in de weiden zijn we dan door de Siegfriedlinie naar Aken gebracht en in gesloten treinwagons naar het kamp Stalag 11 b te Fallinbostel.

    Het kamp was omwald in vakken van 500 x 500 m. afgespannen met prikkeldraad, met elk 4 tot 5 duizend gevangenen.

    In een vak naast het onze bevond zich zulk aantal Spanjaarden uit hun burgeroorlog in 1936 naar hier gebracht, door de strijdende Duitse Luchtmacht aan de zijde van Franco, burgers en krijgsgevangenen.

    Ach zonder lach en, maar daarvan kon men ze zeker meer dan 50 in een mutsaard binden...Die macabere grap leek me het ervaren, van mijn moeder vroeger eens gestelde bedenking, bij een gesprek over zaligmaking, met haar neef, een missiebroeder in Canada, hier toen in verlof. “Waar gaat men die mensen later toch plaatsen ?”

    “O”, zei de neef, “men zet die in mijten, zoals hier te velde met graanbussels en mutsaarden”.

    “Mij goed,” zegt mijn vader, “als ik maar van onder de lek van het dak ben.”

    Dagindeling : ’s morgens voor dageraad aanschuiven voor wat fluitjesmelk en wat later in rijen, de tong uitsteken voor een feldwebel die naar willekeur een zeker aantal verwees naar doktershulp.

    ’s Middags groenwatersoep en 4 ongeschilde halfwarme patatten, om 5 uur 200 gram grijs brood met een schil bloedpens of paté, water zoveel ge wilt, en tussen die menu’s tergende driloefeningen.

    Om 7 uur bij het slapengaan, tellen en hertellen der krijgsgevangenen, en dan gaan dromen van huis in barakken of wat stro der 4 op elkaar gestapelde houten banken.

    Wie geen gamel bezat kon op het belt een conservedoos vinden.

    Ik had op een zelf uitgesneden houten kom gegrift : “Vagevuur, geef ons heden naar uw wil.”

    In augustus was ik thuis, onze Fons uit Luik en Constant uit Frankrijk al eerder.

    Onze Fons werd in 1942 verplicht tewerkgesteld in Hamburg en kwam na de Duitse kapitulatie uit Denemarken weer thuis. Ons vader zei : “laten we het ons aangedane leed vergeten want de goedertieren Heer zou ons nog bij zich kunnen zetten tussen Pinhelm 2 en Adolf met het SS-kruis.”

                Anselmus Jedrie” 

    29-02-2012 om 06:14 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1939 – 22 augustus : Egied Bradt, geboren te Leest op 7 maart 1905 gekozen tot

                gemeentesecretaris met 8 stemmen op de 8.

     

    1939 – 25 augustus :  300 Leestenaars onder de wapens geroepen.

                Bij valavond kwam er op 25 augustus opnieuw een mobilisatiebevel

                voor 300 man van de gemeente Leest. Elke daarop volgende nacht volgden

                oproepingen en opeisingen van rollend materieel.

                (Albert Huysmans, “Pinksteren Soldaatjes,” DB , augustus 1982)

     

     1939 – 25 september : Constant Diddens uit de Molenstraat benoemd tot “bediende voor

                het gewestelijk komiteit afgevaardigde er der gemeente”.(GR)

     

    1939 – 26 oktober : Op vraag van de gouverneur, tot beveiliging der archieven tegen

                luchtaanvallen besloot de gemeenteraad “de noodige kassen tot berging der

                archieven te laten maken bij Th. Teughels, schrijnwerker en deze kassen in

                gereedheid te houden om t’n gepasten tijde geplaatst te worden in de kelder der

                kerk”.

     

    1939 – 26 oktober : “Gezien de benarde tijden die de gezinnen van werkloozen door

                maken gedurende de wintermaanden en in het bijzonder van de werkloozen

                gezinnen waarvan de man weder onder de wapens is geroepen besluit de

                raad een gemeente toelage te verleenen van 3000 fr aan hoogervermelde

                werkloozen of gezinnen voor kolen en brandstof gedurende de wintermaanden en

                deze som in te schrijven in de begrooting 1940.”

                Deze beslissing van de gemeenteraad zou echter door Baron Holvoet, gouverneur

                van de provincie, ongedaan gemaakt worden. (GA-30/12/1939)

     

    1939 – 20 november : Juffrouw Rheinhard zal als interimaris fungeren aan de

                jongensschool daar meester Meyers opgeroepen wordt.

     

    1939 – 4 december – Gemeenteraad :

                De vleeskeuringsrechten worden met ingang van 1 januari 1940 vastgesteld als

                volgt : paarden, ezels, muilezels, stieren, ossen, koeien en vaarzen per dier : 15 fr.

                Varkens, schapen, kalveren en geiten, per dier : 7 fr.

                Lammeren, geiten en speenvarkens, per dier : 3 fr.

                “Paspoortenvergelding – personen die 15 jaar geworden zijn en voor de eerste

                maal een paspoort afhalen, eveneens personen die bij hun huwelijk zich in de

                gemeente komen vestigen, dienen een vergelding van 1 frank te betalen.

                Personen wier paspoort beschadigd is of verloren is geraakt dienen 2 frank te  

                betalen.”

     

    1939 – 12 december – Gemeenteraad :

                Victor De Laet geeft z’n ontslag als voorzitter van de Passieve

                Luchtbescherming. Wordt opgevolgd door Juliaan Geerts die ook “Gemeentelijk

                Directeur der Territoriale Burgerlijke Wacht” is.

     

                Elodie Nuytkens benoemd tot kuisvrouw der schoollokalen, “buiten het reinigen

                zal de benoemde kuischvrouw zonder bijkomende vergelding moeten leveren,

                al de noodige gereedschappen tot het reinigen der lokalen, zoals borstels,

                zeep, enz.

                Bovendien zal ze gedurende de wintermaanden al de kachels moeten aansteken

                en het hout en stroo desaangaande noodig leveren zonder bijzondere vergelding.”

                Elodie Nuytkens ontving daarvoor het totaal der bedragen die voordien werden

                uitbetaald  aan de schoolhoofden, hetzij 250 fr per klas, dus aan 6 klassen

                maakt dat 1500 fr.

                Voor het reinigen der “privaten” 2 x 100fr.

         

                De Raad besloot met 5 stemmen tegen 4 geen tuchtmaatregelen uit te spreken

                tegen meester De Leers.

                De meester had het aan de stok gekregen met de vorige gemeenteraad die een

                lijvig dossier van maar liefst 50 bladzijden tegen hem had aangelegd.

                “...4de punt. Tuchtmaatregelen tegenover de heer De Leers, schoolhoofd.

                De heer De Leers wordt geroepen ten einde zich te verantwoorden op het verslag

                van den heer Troch, hoofdinspecteur van 13.9.1939.

                Wanneer de heer De Leers de vergadering heeft vervoegd, geeft de heer

                 secretaris (E.Bradt) lezing van genoemd verslag dat luidt als volgt :

     

    Ministerie van Openbaar                                                        Mechelen,den 13de september

    Onderwijs,Schooltoezicht                                                       1939.

    Hoofdtoezichtsgebied Mechelen

    Nr 10.133/2                                             Aan den heer Minister van

                                                                  Openbaar Onderwijs te Brussel.

     

     

    Mijnheer de Minister, het gemeentebestuur te Leest heeft mij een onderhoud gevraagd om den moeilijken toestand der gemeentelijke jongensschool te bespreken. Deze vergadering had heden plaats. In aanwezigheid van den heer burgemeester en het schepencollege.

    Het nieuw gemeentebestuur doet er reeds zijn beklag over dat het schoolhoofd de heer De Leers, voortgaat op eigen hand alles te regelen en het gezag van zijn overheid blijft ontkennen.

    Samen met den heer burgemeester ben ik naar de school gegaan en heb den heer De Leers doen opmerken dat hij onder bijzonder toezicht staat en zich moet onderwerpen aan de dienstbevelen van het gemeentebestuur en van de Inspectie.

    Hij heeft geantwoord dat hij dit bijzonder toezicht niet aanvaardt en naar het Departement zal gaan om te protesteren.

    Ik ben van oordeel dat het noodig is gebruik te maken van dit eventueel bezoek, om den heer De Leers erop attent te maken dat de heer Roels Inspecteur-Generaal, met wie ik een onderzoek ter plaatse deed, hem insgelijks heeft aangezet  zich te onderwerpen aan zijn overheden en desnoods maatregelen zouden getroffen worden.

    Ik meen verder dat het nuttig ware den heer De Leers te doen kennen dat hij zijn opmerkingen langs bestuurlijken weg moet doen, en hij zich niet meer op het Departement moet aanbieden.

    Het dossier De Leers bevat reeds een 50-tal bladzijden die tegen hem pleiten : het wordt tijd dat hieraan een einde komt.

                De Hoofdinspecteur (getekend) Troch.

     

    Daarna vraagt den heer burgemeester aan den heer De Leers wat hij hierop te antwoorden heeft.

    De heer De Leers verklaart er enkel te moeten op antwoorden dat het hier om een misverstand gaat en dat hij dit ten zeerste betreurt.

    Nadat de heeren J.J.De Laet en F. Boonen hem vragen of hij, naar de verklaring van den heer burgemeester, bij den heer hoofdinspecteur Troch is geweest om zijne verontschuldigingen aan te bieden en of hij ook deze aan de vergadering zou willen aanbieden, antwoordt den heer De Leers, dat hij wel een bezoek gebracht heeft bij den heer hoofdinspecteur Troch op aanraden van den heer inspecteur Hammenecker, doch dat dit bezoek alleenlijk ging om het misverstand te herstellen en dat het bezoek heel gemoedelijk was.

    Dat hij bijgevolg geen verontschuldigingen aan den Raad kan aanbieden daar het om geen beschuldiging maar wel om een misverstand ging.

    Daarna doet de heer De Laet nogmaals opmerken dat het allemaal misverstanden zijn zoowel met de inspectie als met het vroeger gemeentebestuur.

    Ten laatste doet de schepen heer De Prins P. uitschijnen dat aan het verslag niet veel belang dient gehecht.

    De voorzitter acht de verklaringen van den heer De Leers voldoende en verzoekt hem de vergadering te verlaten.

    Ten slotte legt de voorzitter de Raad de volgende beslissing ter (geheime) stemming :

    Dient er een tuchtstraf toegepast aan den heer De Leers, schoolhoofd ja of neen ?

    De stemming geeft den volgende uitslag : geldige stembrieven : negen. Vijf neen, vier ja.

    Gezien de volstrekte meerderheid zich heeft uitgesproken om geen tuchtstraf toe te passen, gezien het aandringen van den heer Provinciegouverneur om een beslissing, zal kopy dezer zoo spoedig mogelijk aan den heer provinciegouverneur voor kennisgeving overgemaakt worden.
    Daarna verklaart de voorzitter de zitting gesloten om 8 uur en 10 minuten.

    Bij bevel, de secretaris(getekend)  E.Bradt       de burgemeester (getekend) Verschueren.

     

    De gemeenteraad bestond uit burgemeester T. Verscbueren, de schepenen P. De Prins en P. Busschot, de raadsleden De Laet, F. Boonen, J. Apers, J. Beullens, J. Nuytkens, K. Silverans en secretaris E. Bradt.

     

    In de gemeenteraad van 24 januari 1940 las burgemeester Verschueren een brief voor van hoofdinspecteur Troch, waarin deze laatste het volgende schreef : “...ik acht het nuttig u te doen kennen dat hier geen enkel misverstand bestaat, maar er zijn klare feiten die bewijzen dat schoolhoofd De Leers, het gezag van zijn overheid miskent. Het is waar dat hij op mijn bureel kwam maar niet, zoals hij zegt, om een misverstand recht te zetten, maar wel om zijn verontschuldigingen aan te bieden. U wordt derhalve beleefd verzocht in de eerstkomende vergadering van den gemeenteraad de zaak in haar juist daglicht te stellen...”

    Er werd opnieuw gestemd. De “Sussen” verlieten de zaal en de “Blekken” stemden vijf maal tegen een tuchtstraf.

    Voor een goed begrip : de Blekken veroverden, onder Theophiel Verschueren, de meerderheid in de gemeenteraad met de kiezing van oktober 1939.

           

     

    1939 – 30 december : De Raad “besloot aan den heer Theodoor Teughels, wonende

                alhier Dorpstraat, opdracht te geven tot het maken van twee bibliotheekkassen

                naar het model der bestaande bibliotheek van de vergaderzaal en elke dezer

                van 1,30 m breedte.”

     

     

    1939 – Op 31 december telde Leest 1794 inwoners.

     

    28-02-2012 om 18:52 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1939 – 6 augustus : Te Leuven werd Koenraad M. Emmeregs tot priester gewijd.

                 

                                                      Pater Emmeregs

    Pater Kamiel zoals men hem in het dorp kende was te Leest geboren op 14 april 1913. Na zijn studies te Hoogstraten ging hij bij de Dominikanen waar hij op 6 augustus 1939 priester werd gewijd.

    Hij was werkzaam te Antwerpen, te Genk en te Tienen.

    In gans Vlaanderen was hij gekend als “Sinjoorke”. Onder deze schuilnaam schreef hij meer dan 30 jaar artikels in het parochieblad “Kerk en Leven”. Ruim 1800 verschenen er van zijn hand.

    In deze periodiek schreef A. Menu na zijn overlijden volgende bijdrage :

     

    Gelukkige Dominikaan.  

    De jonge Kamiel Emmeregs begon zijn noviciaat bij de dominicanen te Gent op 23 september 1932. Hij was oud-leerling van het Klein Seminarie van Hoogstraten. Na zijn filosofie- en theologiestudies werd hij op 6 augustus 1939 tot priester gewijd. Hij begon zijn apostolaatsleven in het klooster van Antwerpen, verbleef een jaar te Genk en werd in 1947 geroepen naar Antwerpen-Linkeroever als medewerker van P.B. Janssens aan het Studiecentrum voor Zielzorg en Predikatie. Dat was het begin van zijn lange activiteit aan het parochieblad. In 1959 werd hij overgeplaatst naar Tienen : hij was er overste van 1959 tot 1965.

    Ik lees in de catalogus van de Vlaamse dominicanen, jaar 1973, bij de naam Emmeregs : “Procurator, promotor van de afdeling van de Dominicaanse Lekenorde, Verantwoordelijke voor het Rozenkransapostolaat, Biechtvader voor de studenten van de Normaalschool, Animator van het Centrum voor Godsdienstige bezinning te Tienen, Lid van de redactieploeg van het parochieblad Kerk en Leven, Directeur der Broeders Alexianen te Tienen”.

    De laatste jaren was zijn activiteit wel verminderd om reden van zijn gezondheidstoestand, maar hij was en bleef een mens met hart en ziel bekommerd en gegeven aan de mensen. Een rasechte dominicaan.

    Beste Kamiel, op zondag 6 november, twee uur voor uw dood, hebt gij heel eenvoudig aan uw overste gezegd : “ik ben altijd een gelukkige dominicaan geweest”. Dat was echt zo, Kamiel omdat gij altijd “waar” “echt” zijt geweest. Gij wist als zoon van een gezonde, diepchristelijke landbouwersfamilie, dat gij in alles van God afhankelijk waart”.

    …”

     

    M. Van Helsen :

    “…in feite kende iedereen en niemand u. Iedereen kende Sinjoorke, schrijver van de cursiefjes in het parochieblad onder de titels “Spijkertjes”, “Vliegende Sigaren” en “Vrij Commentaar”.

    Maar praktisch niemand, buiten zijn eigen omgeving, wist dat pater Emmeregs de auteur was en daar kon hij zich heimelijk in verheugen.

    …

    Sinjoorke was voor velen een begrip. Op een volkse manier en met de nodige dosis humor – die hem steeds heeft gekenmerkt- schreef hij over al wat de kerk en mens aangaat.

    …

    In het begin van de vijftiger jaren had hij het regelmatig aan de stok met de linkse pers.

    Tot het einde van de jaren vijftig bleef hij zich actief inzetten voor het parochieblad.. Dan kreeg hij een andere taak toegewezen te Tienen. Maar zijn kroniekje bleef hij schrijven.

    …”

     

    En de hoofdredacteur Felix Dalle :

    Ik heb u vooral gekend als medewerker van Kerk en Leven. Uw leven was getekend door het parochieblad. 32 jaar hebt u onder de schuilnaam Sinjoorke wekelijks, stipt, uw bijdrage geleverd aan ons blad. U hebt er nooit een decoratie voor gekregen, maar u zou die nooit hebben willen dragen op uw witte dominicanerkleed.

    In de laatste algemene redactievergadering van ons blad was uw stoel leeg. We hebben u even piëteitsvol herdacht.Nu zullen vele lezers nog maanden lang uw naam in KERK EN LEVEN zoeken. Dat ze even stil worden, bidden tot de Heer en bezinnen over de vergankelijkheid van het leven. Dat is uw posthume bijdrage en we weten dat u om die korte bezinning blij zou zijn. Voor een paar maanden laten we uw stoel, uw rubriek VRIJ COMMENTAAR open.

    We waren op uw uitvaart. De dominicanerkerk in Tienen, die de uwe was, is voor een goed jaar volkomen uitgebrand. We weten dat ook dit u aan het hart is geslagen en dat het de grote beproeving was die de Heer van u vroeg. Misschien was dit de lanssteek in uw kommervol hart.

    We zullen proberen enkele van uw raadgevingen in plam memoriam op te volgen.

    “Stoor je nooit aan wat ze zeggen, wanneer je je pen in trouw aan de Kerk hebt gebruikt !”

    (Over de velen die u zelf lasterlijk hebben beschuldigd en pijn gedaan).

    “Probeer altijd de armsten te verdedigen !” “Wees klaar in je uitspraken !” “Haal het goede uit het verleden, maar kijk altijd voor je uit !”

    “Geloof dat de Heer je zegent als je oprecht bent in je woord !”

    Toen u reeds overleden was zijn in ons blad nog drie bijdragen van u verschenen : uw laatste drie van de ongeveer achttienhonderd. Uit één van die laatste schrijven we over :

    “van sommige heiligen wordt verhaald dat zij de dood “lachend” tegemoet traden. Wellicht hebben we last om dit te geloven. En misschien, psychologisch gezien lijkt dit ten volle haalbaar en aanvaardbaar voor alwie erin slaagt de cchristelijke opvatting over leven en dood ten volle te doorgronden en te verwerken. Daarom ook is het, dat men in de moderne uitvaartliturgie volop vreugdevolle alleluia’s is gaan zingen.” “

     

    Pater Kamiel overleed in de H. Hartkliniek te Tienen op 6 november 1977.

     

     

    Foto’s :

    -Augustus 1939 : Dominikaan Kamiel Emmeregs geeft zijn eerste priesterzegen aan de uitgang van de parochiekerk in Leest. De mobilisatie was volop in gang. De dag na deze eremis moest hij ook onder de wapens.

    -Signoorke in actie.

    -Kamiel op latere leeftijd.

     







    28-02-2012 om 18:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  secretaris  E. Bradt zoals vele Leestenaars hem gekend hebben.

     

    1939 – 4 januari : Aanstelling van de raad en verkiezing van schepenen.

                Jozef Apers, Jozef Beullens, Prosper Busschot, Frans Boonen, Victor De Laet,

                Pieter De Prins, Joannes Nuytkens, Karel Silverans en Emiel Verschueren,

                leden van de gemeenteraad gekozen op 16 oktober 1938, gingen over tot de

                kiezing van 2 schepenen.

                Pieter De Prins werd gekozen tot eerste schepen met 5 stemmen tegen 4 voor

                Jozef Apers en Prosper Busschot tot tweede schepen, met 5 stemmen tegen 3

                Jozef Apers en 1 voor Jan Baptist De Leers.

     

    1939 – 11 april – Gemeenteraad :

                “Gezien de vraag gedaan door den heer Theofiel Maes, Juniorslaan nr 54 te

                Leest, aangaande het betalen door de gemeente van de dokterskosten die

                Veroorzaakt werden door het zweren van den arm zijner dochter bij gelegenheid

                der pokzetting.

                Gezien deze dokterskosten 50 fr bedroegen, besluit de raad de vijftig franks

                dokterskosten ten laste van de gemeente te nemen.

     

                Arthur August De Troyer uit Willebroek werd verkozen tot gemeentelijk

                vleeskeurder in vervanging van ontslaggever veearts Van Assche.

     

    1939 – 17 mei : Na lange voorafgaandelijke en moeilijke onderhandelingen tussen

                de belanghebbende partijen, is de gemeenteraad akkoord dat er op de

                Juniorslaan een kapel gebouwd wordt.

     

                De Raad stemde een toelage van 1000 fr voor de Oudstrijders die op 16 juli

                hun 20-jarig bestaan zouden vieren en “vaderlandsche feesten” zouden houden.

     

                Guillaume (Egiedt) Bradt werd gekozen tot tijdelijk gemeentesecreatris dit in

                Vervanging van Lodewijk Wuyts die benoemd was als gemeentesecretaris  te

                Hombeek.

                Burgemeester De Laet bracht hulde aan de gewezen secretaris om  “zijnen

                iever, bekwaamheid en onpartijdigheid”.

     

    1939 – 5 juni : Gouden bruiloftviering van Pieter Jan Lauwens en Florentina Buelens.

                (Winkelstraat 1)

     

    1939 – 8 juli : (Motie uit de gemeenteraad – DB-1957)

                “Gezien deze dag (=11 juli) in de vaderlandsche geschiedenis als een der

                roemrijkste uit het verleden is geboekt, ten einde deze dag van 11 juli in het

                geheugen van ons vlaamsche volk op te wekken en te doen herleven, besluit de

                Raad :

                A.- Dat op 11 juli als symbool der overwinning der Vlamingen in de Slag der

                     der Gulden Sporen dat de Leeuwenvlag naast de Belgische zal geheschen

                     worden aan het gemeentehuis.

                B.- Dat aan de leerlingen der gemeenteschool op 11 juli in de voormiddag een

                     les zal gegeven worden over de beteekenis van deze Slag.

                C.-Dat er vrijaf zal zijn in de namidag.” 

     

                8 juli was de eerste gemeenteraadszitting met Emiel Verschueren als

                burgemeester.

     

                “Gezien de aanvraag van het plaatselijke bestuur van het Davidsfonds om een

                toelage te bekomen om het inbeitelen van al de namen onzer duurbare

                gesneuvelden van Leest gedurende de wereldoorlog van 1914-18 in ‘t

                Ijzermonument te Diksmuide.

                Gezien het voor de overheid een eerste plicht is zijn dooden te eeren en dan wel

                bijzonder deze voor het volk gersneuveld acht de raad het als een plicht en besluit

                de raad deze toelage te verlenen tot het inbeitelen in ’t Ijzermonument te

                Diksmuide van al de namen der gesneuvelden van Leest gedurende de

                wereldoorlog 1914-18.

                Zoo zal de raad al hun namen vereeuwigd zien samen met al de gesneuvelden van

                het Vlaamsche land, en ten doel van “nooit meer oorlog”.”

     

    1939 – 24 juli – Gemeenteraad : 

                Th. Pauwels en zonen uit Putte werden voor 2250 fr aangesteld om het

                herstellingswerk aan de kerkklok uit te voeren.

     

                De Raad besloot met zes stemmen tegen drie de maatschappij E.N.B. te gelasten

                om  voor electriciteit te zorgen “voor ver afgelegen hoeven”.

                Prijs : 35.409,50 fr.

     

                Ontslag secretaris Wuyts aanvaard, die tevens “den eeretitel zijner ambt wordt

                Verleend.”

     

                Egied Bradt benoemd als bediende “voor de vleeskeurrechten” ter vervanging

                van L. Wuyts.

                Bezoldiging : 8% der ontvangsten van vleeskeurrechten.

     

    28-02-2012 om 18:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : amateur-archeologen tijdens hun opgravingen in 1983. (foto DMW)

     

    1939 –                         OPGRAVINGEN

     

    Dat jaar startte de Mechelse amateur archeoloog J. Uytterhoeven opgravingen aan de Steinemolenhoeve.

    Jan De Decker daarover in De Band van 1958 :

     

    “Aan de heer J. Uytterhoeven uit Mechelen was een overlevering bekend over een “kasteel” dat verzonken lag in een weide te Leest, waar waar de huidige steenweg Hombeek-Kapellen op den Bos onder de spoorbaan doorloopt.

    In de volksmond heette het dat dit kasteel in de grond gezonken was als een straf van God omdat de kasteelheer zwart goed zou hebben gekocht.

    Bij ondervraging van de mensen aldaar, bleek dat het vertelsel van het “verzonken kasteel” nog door sommigen gekend was, doch ook een andere versie werd vernomen : “er zou aldaar een villa gestaan hebben en de bewoner dezer villa kan geen voet verzetten zonder dat de maalder van de Steinemolen (een 200 meter daarvandaan) zijn bewegingen had afgeloerd. De villaheer werd deze toestand te sterk : hij brak de villa af en daar liggen nu nog de stenen ‘rond te rijden’.”

    Dhr. Uytterhoeven begon zijn opzoekingen op een tarweveld van Louis Ceuppens.

    Op 60 cm diepte stuitte hij op een vloer van een romeinse woning, deels gaaf, deels doorheen gehaspeld. De vloer vertoonde constante kenmerken van de goedkoopste betonvloer der gewone romeinse villa’s in ons land : d.i. een steunvlak van ruwe mergelstenen en daarop een 8 cm dikke laag van het zo stevige romeinse beton, gekend als “opus signinum” (naar een te Signia, Italië gedane uitvinding).

    Het is een licht-roze mengeling van kalk en gemalen tichels waarin kleine brokjes van vermillioen-rode tichels verdronken zijn, zelfs tal van kleine rolkeien aan de onderkant.

    Deze mooi uitziende laag werd dan glad gestreken, in de meeste villa’s zelfs gepolijst, zodat de vloer werkelijk het uitzicht had van wat we heden “granito” noemen.

    Verder was deze vloer begrensd door de fundering van een muur in zogenaamd “opus incertum” (mengeling van lichtroze morter met allerlei steenafval), meestal tichels, doch nog al veel blauwe leistenen, waaruit zelfs een geheel gave bakstenen plavei van 22x21x5 cm te voorschijn kwam.

    Peilingen in de omgeving der muurresten gedaan, brachten danig verhakkelde stukken van romeinse tichels en vorsten aan het daglicht, hier en daar wat grote en kleine scherven van grijze, bruine, rode en vaal-gele ceramiek, zelfs een deel van een halfverbrande lijkurn.

    Ook brokjes van geel-bruine verharde leem.

    Volgens Dhr. Uytterhoeven staan we hier niet voor de resten van een eigenlijke romeinse villa, doch veel eerder voor deze van een “mutatio” (wisselplaats voor paarden en muilezels, zoals er gedurende de romeinse overheersing op regelmatige afstanden bestonden langsheen de heirbanen), misschien wel in verband met een “caupona” of zelfs “taberna” waar de reizigers zich tevens van voedsel konden voorzien en logies verkrijgen.

    De gedachte aan een “mutatio” steunt niet zozeer op de aanwezigheid van een heirbaan (de oude Mechelbaan of Kapellebaan is een deel der romeinse heirbaan die vroeger Utrecht met Bavay verbond over Breda, Mechelen, Merchtem, Asse,enz..), dan wel op de afwezigheid van weelde-tekens in het gevondene.

    Meer nog op vinden door de eigenaar  van de Steinemolenhoef van tal van kleine hoefijzers wanneer hij een vijver groef vlak tegenover de vindplaats.

    De vindplaats werd gemakkelijkheidshalve “Steinemolenveld” gedoopt, doch het is best mogelijk dat ze deel uitmaakte van het zogenaamde “Stawerk”, een reeks velden die zich uitstrekten ten noorden der vindplaats.

    In Mechelse schepenakten worden volgende schrijfwijzen gevonden van deze zonderlinge benaming “Stawerk” :

    -in 1351 : pecchiam terrae te leest op Steiwerc

    -in 1429 : bonar. Terre Beatricis de Steynemolen sitam in Leest supra Cleyn Steenwerc inter Sigeri de Steynemolen

    -in 1539 : een stuck lants geh. Steywerck groot sesse dachwant gel. In de prochie van Leest in de Biest.

    -in 1602 : tot Leest opt Sywerck.

    -in 1777 : het Stauwerck (WB), 1778 : het Stauwerck land aen ’s Heerenstraete.

    -in 1877 : het Stawerk. (MB)

    Men is van mening dat de benaming tot een oorspronkelijk “Stein-werk” zou kunnen teruggaan. Voor de w moet die n wegslijten en dan zou de benaming wel een zinspeling kunnen zijn op het “stenen werk” of puin van het belgo-romeins gebouw.”

     

    In april 1983 werd door de Archeologische vereniging “Oud Mechelen” een onderzoek ingesteld naar de bevindingen van J. Uytterhoeven.

    Na enkele weken intense arbeid werden de eerste grondvesten van een Romeinse bewoning blootgelegd.

    De eerste conclusies van 1939 moesten worden herroepen.

    Er werd tot de vaststelling gekomen dat het hier ging om de graanschuur van het geheel, waarvan verschillende paalkuilen konden waargenomen worden.

    De eigenlijke bewoning was van weelderige herkomst daar er brokstukken van diverse muurschilderingen te voorschijn kwamen, alsook fragmenten van hypocausttegels (verwarmingsinstallatie), honderden scherven van imbrex en tegula (dakpannen).

    Deze laatste vertoonden indrukken van dierenpoten, daar ze op de grond in openlucht gedroogd werden.

    De reeds opgegraven gedeelten zijn bevloerd met Romeinse beton (opus signinum).

    Eveneens werden funderingen gevonden van een muur in oostwestelijke richting.

    Bij de vondsten behoren, naast de zeer schaarse aardewerkscherven (waaronder een gedeelte van een amphora), een fragment van een handmolensteen en een bronzen messchede.

    Grondpeilingen wijzen op het bestaan van verschillende gebouwen in de onmiddellijke omgeving.

    Hieruit kan besloten worden dat het een zeer uitgestrekte villa moet zijn geweest.

    De opgravingen stonden onder leiding van de licenciate Archeologie en Kunstgeschiedenis Myrna Peeters en van amateur-archeoloog Jean Willems.

    (DMW-19/5/1983)

    28-02-2012 om 17:16 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto :  In het midden burgemeester Verschueren, links  schepen van Openbare

                            Werken Pieter De Prins en rechts schepen van Onderwijs Prosper Busschot.

                            De foto dateert van 1939. 

     

    1939 – Emiel Verschueren wordt burgemeester en dit tot 1944.

                Later zou hij een tweede termijn vervullen van 1959 tot 1965.

                Emiel Verschueren was een zoon van Theofiel en van Victoria Selleslagh.

                Hij werd te Leest geboren op 31 januari 1889 en huwde er met Maria

                Catharina Lauwers. (°Leest 10/8/1890, +Leest 1/5/1966)

                Beiden woonden eerst in de Dorpsstraat : naast zijn bedrijvigheid als

                boer en kolenhandelaar was Emiel Verschueren beheerder van de zaal

                “Sint-Cecilia” .

                Later, in 1931, werd hij eigenaar en uitbater van het Hof ter Haelen.

                Emiel Verschueren overleed te Leest op 1februari 1975.

     

                “De Band” publiceerde volgend In Memoriam :

     

                “Een goed en geliefd mens ging heen !

                De mars van zijn overlijden op 1 februari l.l., één dag voor zijn geboortedag,

                deed zich als een donderslag gevoelen.

                Daags tevoren, bij de jaarwisseling, bracht hij deze nog door in familiekring,

                om in diezelfde nacht, rustig en kalm, in den Heer te ontslapen.

     

                Een dienstvaardig mens was de gemeente Leest ontvallen.

                Hoevelen hebben geen beroep gedaan op hem,hij stond immer ter beschikking van

                iedereen.

                Hoevelen werden er niet geholpen ?

                Dienstvaardigheid aanzag hij als de grootste plicht !

     

                Het werd een grandioze uitvaart. Een overtalrijke menigte had er aan gehouden

                hem ter kerke te vergezellen.

                Onder treurmarsen, uitgevoerd door de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia,waaraan

                hij gans zijn leven had gewijd, trok de droevige stoet langs de Leestse straten ter

                kerke toe waar de schoolkinderen een haag vormden en meewarig toekeken...”    

     

    28-02-2012 om 17:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : Meester De Leers.

     

    1938 – 22 juli – Gemeenteraad :

                De Raad besloot een gunstig advies uit te brengen aan de vraag van Frans Jos. De

                Block uit Hingene “om een rechtmatigen autobuschdienst te mogen uitbaten van

                Mechelen naar Breendonk over Hombeeck, Leest en Tisselt.”

     

    1938 – 16 oktober – Gemeenteverkiezingen.

                De leden van het hoofdbureel ontvingen een zitpenning van 50 fr, de voorzitter

                van het afdelingsbureel 40 fr en de bijzitters en de secretaris van het

                afdelingsbureel  20 fr. (GR-12/10/1938)

     

    1938 – 14 november : 4 stemmen “ja”, 4 stemmen “neen”, teneinde meester De

                Leers een tuchtschorsing van 8 dagen op te leggen, “met berooving van wedde”.

                Hoofdreden : het niet-accepteren van meester Huysmans als titularis van de

                nieuw-opgerichte 4de graad.

                Het besluit werd aan de bevoegde overheid overgemaakt.

     

    Uit de gemeenteraad van 14 november 1938 –

    Tuchtrmaatregelen tegenover hoofdonderwijzer De Leers.

     

    “...15de punt op het agenda :

    Het talrijk publiek wordt verzocht de zaal te verlaten, en de Raad vat in geheime zitting het 15de punt der dagorde aan.

    Zoals het den heer De Leers op 11 november 1938 schriftelijk medegedeeld werd, wordt hem nu mondeling gezegd dat hij zich te verantwoorden heeft over de punten die hem den 22 oktober door den heer Hoofdinspecteur Troch medegedeeld werden en waarover deze hem onderhoord en ondervraagd heeft.

    Om het den heer De Leers gemakkelijk te maken voor zijn verdediging wordt hem verzocht deze punten op te schrijven, wat hij dan ook doet.

    Deze punten zijn, kort samengevat :

    1. Verdeeling der leerlingen – de eersten der klas niet in het 7de en 8ste studiejaar – betere leerlingen die tevens ouders zijn, moeten in het 6de studiejaar blijven.

    2. Uurrooster – den 6 mei overgemaakt voor onmiddellijke toepassing – niet gebeurd.

    3. In het 7de en 8ste studiejaar lesgeven ongeveer gelijk aan deze van het 6de en 5de studiejaar.

    4. Beweert dat er geen vierde graad bestaat en dat hij er geen wil.

    5. Verbiedt boeken mee naar huis te nemen.

    6. Bij geneeskundig toezicht laat de lessen niet regelmatig voortgaan in de klassen waar het geneeskundig toezicht niet gebeurt.

    7. Maakt opmerkingen tegenover onderwijzer 4de graad (Huysmans) die ongepast zijn en op scheldpartijen gelijken – opvoedende rol dezer handelingen.

    8. Tracht onderwijzer 4de graad zoveel mogelijk te vervelen met vooropgezet doel deze klas te doen vallen en den onderwijzer het leven in de klas onhoudbaar te maken, als wraakmiddel omdat hij niet in de 4de graad klas onderwijzer mag ??

    9. Misbruikt het vaandel, eigendom der gemeente, en het schoolhuis om deel te nemen aan politieke gebeurtenissen en om openbaar en openlijk tusschen te komen in de dorpspolitiek.

    Daarna wordt er den heer De Leers medegedeeld dat hij gedurende 30 minuten het woord heeft. Het is op dat ogenblik 21u17.

     

    Samenvattend zegt de heer De Leers, o.a. :

    1. Ik, als schoolbestuurder, en niemand anders, deel de leerlingen in over de verschillende studiejaren. Ik doe dat volgens mijn oordeel. De indeeling die er gedaan werd, is volgens mij de beste.

    “Ik”ben schoolbestuurder en “ik” deel in. Inspecteur Hammenecker is na de indeeling in de school gekomen en heeft mijn indeeling aan de gemeente overgemaakt.

    2. Inspecteur Hammenecker heeft mij geschreven dat ik de uurroosters, die bij zijn schrijven gevoegd waren, moest ophangen om ze toe te passen, - bijgevolg heb ik de uurroosters der gemeente niet toegepast.

    3.De leerlingen van mijn kleine klas heb ik verdeeld over mijn groote klas en over de nieuwe klas.

    “Ik” zeg hoe er moet onderwezen worden en ik heb gezegd dat er zo moet onderwezen worden : dat er leerlingen van het 5de studiejaar nu bi j mij en Huysmans zullen onderwezen worden. Ik zoo wel als Huysmans, dus wij samen gaan de leerlingen zoover brengen dat ze de lessen van den vierden graad zullen kunnen volgen.

    Huysmans kan onmogelijk zoomin als ik het zevende studiejaar onderwijzen.

    4. Ik zeg dat de 4de graad, een groote fiasco is overal en in alle scholen –handel en stelkunde kunnen niet onderwezen worden, dat begrijpen de kinderen niet- er kan hier geen 4de graad opgericht worden.

    5. Het Schepencollege heeft beslist dat de schoolboeken mochten mee naar huis genomen worden, ik wist er niets van.

    Had ik het geweten dan zou ik gezegd hebben dat dit verkeerd was en wel onder oogpunt van “gezondheid”, want die boeken moeten dienen voor latere leerlingen en kunnen thuis besmet worden en alzoo nadeelig worden voor latere leerlingen en tevens onder “economisch” oogpunt, t.t.z. strijdig met spaarzaamheid en bezuiniging, want de boeken verslijten veel gauwer en meer met ze mee te nemen.Ik heb nooit boeken laten meenemen naar huis.

    Ik heb Huysmans gezegd, dat ik niet toelaat dat er boeken mee naar huis genomen worden. Ik heb mij gesteund op een conferentie gegeven te Boom in 1932.

    Huysmans zegt mij dat hij toelating heeft van het schepencollege om boeken mee naar huis te nemen. Ik zeg hem dat hij niets met het schepencollege te maken heeft, dat hij mijn ondergeschikte is en dat ik als schoolhoofd alleen het recht heb met de overheid in aanraking te komen en dat hij een overdrager en bespieder is.

    De brief van den inspecteur Hammenecker ken ik, want de secretaris heeft er mij lezing van gegeven en hem mij laten lezen.

    Ik wist niet dat de onderwijzers de boeken mochten meegeven en er is mij daarover geen order gegeven.

    6. Toen het geneeskundig toezicht gebeurd is, heb ik mijn leerlingen over twee klassen verdeeld en Huysmans is blijven les geven.

    Ik heb meester Meyers, als getrouwde persoon, gelast met het uitkleden der leerlingen. Ik heb dan Huysmans naar de klas van meester Meyers geplaatst bij de leerlingen van meester Meyers. Hier is een verklaring van den dokter dat in mijn school het geneeskundig toezicht regelmatig gebeurt.

    7. Huysmans heeft me gezegd : “gaat ge me gerust laten ?” Dat is opstand tegen mij die hoofdonderwijzer ben. – Nooit is er in mijn mond een scheldwoord, wel bij anderen.

    Ik heb Huysmans wel uitgemaakt voor leugenaar in tegenwoordigheid van hoofdinspecteur Troch en inspecteur Hammenecker, toen wij een onderhoud hadden den 22 oktober1938 samen met de burgemeester en sekretaris. Later heb ik tegen Huysmans gezegd dat ik eerlijk wil behandeld worden en dat hij een leugenaar is omdat hij gezegd heeft dat hij den vierden oktober verlof had met toelating van het schepencollege en dit is niet waar want het is met toelating van den burgemeester.

    Huysmans had wel verlof tot den 8e oktober 1938 doch hij moet zich aan mij presenteren als hij afkomt van het leger. Dit is me trouwens ook opgelegd door inspecteur Hammenecker en dien brief kan ik u toonen.

    8. Hoe zou ik iemand het leven onhoudbaar maken ? Dat vraag ik me af. Ik misdoe niemand iets.Ik zou niet weten hoe ik iemand tracht te vervelen.

    Ik weet wel dat meester Hellemans hier weggegaan is, doch het is uit oorzaak van zijn anti-vaderlandsche gevoelens dat hij bij mij weggegaan is ; ik zeg anti-vaderlandsche gevoelens, want zo is het.

    De brief van den heer Minister dat er met meer takt en eerbied moet omgegaan worden tegenover de medewerkers is niet op mij bedoeld maar wel op Hellemans, want Hellemans heeft mij voor dief beticht. Ik heb tegen Hellemans niets gezegd en ik ben valsch beticht geworden.

    Ik schrijf aanmerkingen in het klasdagboek doch die zijn gezien door inspecteur Hammenecker – ik schrijf regelmatig in alle klasdagboeken.

    Ik heb mijn plicht gedaan en Hammenecker zegt dat ik goed gedaan heb doch Huysmans is en blijft weerspannig.

    9. De vlag heeft op mijn huis gestoken doch ik ben valsch beschuldigd want mijn zoon heeft de vlag gestoken.

    Gij, burgemeester, beschuldigt mij valsch want ik heb de vlag niet gestoken ; mijn zoon Emiel heeft het gedaan en daarom heb ik gezegd dat gij nog met mijn zoon zult af te rekenen hebben.

    Het is nu reeds veertig minuten dat de heer De Leers gesproken heeft.

    Om 21u59 verlaat hij de zaal.

    Daarna worden de verklaringen van den heer De Leers punt voor punt gezamenlijk overloopen. Bij het laatste punt wordt gezegd dat in 1932 bij de gemeenteverkiezing de vlag ook uitgestoken was op het schoolhuis bewoond door meester De Leers.

    Er wordt dan overgegaan bij geheime stemming om op den heer De Leers een schorsing van 8 dagen met berooving van wedde toe te passen.
    De uitslag der stemming geeft drie stemmen ja, drie stemmen neen en één ongeldige stem en een wit briefje. Een nieuwe stemming geeft vier stemmen ja en vier stemmen neen.
    Dit besluit werd aan de bevoegde overheid overgemaakt.

    Daarna werd de zitting gesloten om half elf des avonds.”  

     

                De Raad “gezien de gemeente reeds sedert ongeveer een jaar, twee lokalen der

                Zoogezegde zustersscholen, toebehoorende aan de Vzw “de Parochiale werken

                Der Dekenij Mechelen-Zuid”, in kosteloos gebruik heeft.

                Gezien het bestuurskomiteit hiervoor thans aan de gemeente een kleine huur

                vraagt.

                Gezien deze vraag niet meer dan billijk is daar de gemeente ook huur moet

                betalen voor de klassen der gemeentemeisjesschool in den Kouter, lokalen die

                slechter zijn dan de nieuwe der zusterscholen, besluit :

                vanaf het jaar 1938 1000 fr huur te betalen voor de twee lokalen der zoogezegde

                zustersscholen en dit ieder volgend jaar...”

     

                “De gemeenteraad, gezien de plaatselijke Boerengilde in het Brughuis een

                landbouwavondschool ingericht heeft, gezien het bestuur der boerengilde een

                toelage van 600 fr aanvraagt om de algemeene onkosten te helpen dekken, besluit

                met 5 stemmen tegen 3 en 1 onthouding de gevraagde toelage van 600 fr te

                verleenen.”

     

    1938 – 30 november – Gemeenteraad :

                Een vergoeding van 100 fr werd gestemd voor het reinigen van de schoollokalen.

                (4 lokalen in de jongensschool en 4 in de meisjesschool) dus totaal 400 fr per

                school.

                Voor het reinigen der “privaten” werd 100 fr gestemd.

                Daar de meisjesschool gebruik maakte van 2 “privaten” (een nog steeds in de

                Kouter) deelde men die op in 50 fr voor de school in het Dorp en 50 fr voor die

                in de Kouter.

     

    1938 – Einde 1938 telde Leest 1788 inwoners.

     

    28-02-2012 om 15:22 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1938 – 17 juni : Rond 09u30 kwam er een militair vliegtuig neer in de Tisseltbaan.

                De twee inzittenden (26 en 23 jaar)  kwamen om het leven.

     

    1938 – Het Nieuwsblad zaterdag 18 juni 1938 :

     

                Militair vliegtuig stort te pletter te Leest-Mechelen.

     

    “De twee inzittenden op slag gedood. Het toestel is tegen hoogspanningsdraden aangevlogen en viel een driehonderdtal meter verder neer.-

    De twee verminkte lijken der slachtoffers werden naar het militair gasthuis overgebracht.

     

    Vrijdagmorgen tien minuten na negen uur, heeft zich te Leest een vliegtuigongeval voorgedaan, waarbij twee militairen uit Brussel die een proefvlucht ondernamen, den dood hebben gevonden.

    Zij waren even voor negen uur te Brussel opgestegen, toen het toestel boven het grondgebied van Leest, in de hoogspanningskabels die de stad Mechelen met Aalst verbinden, verward geraakte en van daaruit een driehonderdtal meter verder te pletter stortten.
    Zowel de piloot, luitenant Joie, verbonden aan den vliegdienst van Evere als luitenant Jones, van het 2de regiment Lanciers, werden op slag gedood.

     

    Een ongeval dat groote opschudding verwekte

    Wij hadden vrijdagvoormiddag te Leest gelegenheid verschillende personen te ondervragen die het ongeval zagen gebeuren.

    Zeggen wij vooraf dat het vliegtoestel neerstortte in het korenveld van den h. K. Rottiers, wonende Koeistraat te Leest. De man was niet thuis en familieleden moesten eerst door geburen van het ongeval worden op de hoogte gebracht.

    Een gebuurvrouw, Mevr. Lemmens, bevond zich achteraan het huis, toen zij kort na negen uur een militair vliegtoestel, een honderdtal meter boven den grond zag rondcirkelen. De motor liet enkele knallen hooren en toen het toestel aan de hoogspanningskabels was gekomen zag Mevr. Lemmens dat het toetel erin geraakte. Het schommelde met groote bewegingen naar links en naar rechts en viel te pletter achter hare woning in een korenveld.
    Dadelijk snelde zij ter plaatse en vond het toestel met het voorste gedeelte diep in den
     

    grond geboord.

     

    Menschen leeft gij nog ?

    Mevr. Lemmens kon haar oogen niet gelooven. En in een eerste opwelling riep zij uit : ”Menschen leeft gij nog ?”

    Dan kwam ook de tweede getuige K. Verbeeck, toegesneld.
    Beiden moesten vaststellen dat de twee inzittingen deerlijk verminkt werden en geen teeken van leven meer gaven.

    Van alle zijden kwam nu het volk toegestroomd, onder meer ook soldaten van het 7de Linieregiment van Mechelen, die in de omgeving op een 800 tal meter oefeningen maakten onder leiding van luitenant Gilson.

    Dadelijk werd een ordedienst ingesteld die de nieuwsgierigen die weldra tot honderdtallen aangroeiden , op afstand te houden.

    Dr . Stuyck van Leest werd verwittigd en deze stelde vast dat luitenant Jones, 24 jaar oud, nog licht ademde. Kort daarop was hij echter ook een lijk.

    E.H. De Vits, onderpastoor te Leest, heeft de twee slachtoffers, in extremis, de laatste sacramenten toegediend.

    De twee verminkte lijken waren nog vastgebonden in het toestel, toen men ze ter plaatse ontdekte. Eerst nadat de gendarmen en de soldaten ter plaatse waren, werd de staart van het toestel , dat de lucht instak, neergehaald en werden de twee ongelukkigen uit hun zitting genomen.

    Luitenant Joie, 27 jaar oud, was de schedel verbrijzeld.

    Hersenstof lag in het korenveld rondgespreid. De ongelukkige was ook de vingers van een hand gerukt.

    Luitenant Jones, die als waarnemer in het vliegtoestel had plaatsgenomen, vertoonde een diepe snede  van het oog tot aan den mond. De ongelukkige was daarbij de beenen op verschillende plaatsen gebroken.

    Het toestel.

    Het vliegtoestel was een Fairy Fox 99 Nr AF – 6170 van het centrum van Evere-Brussel.

    Het was gemonteerd met een machinegeweer, zoodat ’t wel een proefvlucht gold. Het toestel zelve was volkomen vernield.

    Terwijl honderden aanwezigen zich op de plaats van het ongeval verdrongen en de nabije aardappelvelden letterlijk overrompeld werden, cirkelden tien militaire vliegtuigen rond en brachten de militairen groet aan hun verongelukte makkers.

     

    Het eerste onderzoek.

    Uit het eerste onderzoek ter plaatse bleek dat de piloot reeds den naphtetoevoer had afgesneden, wat een voorbereiding is voor de landing. Zoo is het ook uit te leggen dat het toestel dat nog 300 liter brandbare stoffen inhield, niet is in brand geschoten en de lijken niet werden verkoold.

    Daar het toestel slechts op een geringe hoogte vloog, hebben de inzittenden geen gebruik kunnen maken van hun valscherm.

    De soldaten van het 7de Linieregiment zagen het toestel boven het dorp cirkelen. De piloot zocht waarschijnlijk een landingsplaats en hij zou waarschijnlijk in dit maneuver zijn geslaagd als het toestel niet tegen de kabels was gevlogen. Twee kabels waren gebroken.

     

    Het parket ter plaatse.

    Omstreeks 11 uur is het militair parket van Evere ter plaatse afgestapt...”

     

    Foto’s :

    Boven:“Te Leest-bij-Mechelen vloog een militair vliegtuig tegen een electrische hoogspanningsdraad, waardoor het neerstortte. De piloot en de waarnemer werden beiden gedood. Hieronder het vernielde vliegtuig, vooraan onder het zeil, beide verongelukten. (Zondagsvriend 23/6/1938)

     

    Midden : “Mevrouw Lemmens een der voornaamste getuigen van het vliegongeval”.

     

    Onder : “Onder grote belangstelling werden de lijken van de twee slachtoffers in den ambulance-wagen geladen”. (Het Nieuwsblad 18/6/1938)

     







    28-02-2012 om 15:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : Meester Huysmans met enkele van zijn  leerlingen in ’65.

     

    1938 – 18 januari – Gemeenteraad :

                -Georges Maria Jozef Van Assche uit Londerzeel wordt vleeskeurder der

                gemeente Leest benoemd, in vervanging van de overleden veearts Van Passen.

                Voordien was hij reeds “bijgevoegden vleeschkeurder” te Leest.

                -“Met de personen die moeten onteigend worden, op Leest, voor de rechtmaking

                van het nieuwe tracé van de Kapellebaan, werd een overeenkomst gesloten.

                De te onteigenen percelen zullen betaald worden aan 4 frank per vierkante meter,

                de hagen aan 7 frank, dit alles volgens overeenkomst.”

                -Jan Albert Constant Pelagia Huysmans met vijf stemmen op de vijf gekozen tot

                gemeenteonderwijzer voor de 4de graad (7de en 8ste studiejaar).

                Er waren 4 kandidaten.

                Constant Huysmans was de eerste onderwijzer voor de 4de graad in de

                jongensschool.

     

                Stan Gobien in 1996 in de brochure “Reünie van de Leestse vijftigjarigen” over

                Constant Huysmans :

                “...Na het zesde leerjaar moest een belangrijke keuze worden gemaakt. In die tijd

                moest dan al worden gekozen wat men in zijn latere leven zou doen : zo vlug

                mogelijk gaan werken (thuis op de boerderij of naar de fabriek) of verder leren.

                Wie zo vlug mogelijk wou gaan werken, bleef in Leest op school en kwam terecht

                in de vierde graad : de meisjes bij zuster Virginia en de jongens bij meester

                Huysmans. Wie destijds in de vierde graad wilde lesgeven, moest een bijkomend

                diploma hebben. Meester Huysmans had bovendien een diploma van leraar

                technische vakken.

                Ik heb hem later nog als collega leren kennen en waarderen. Ondanks zijn

                strengheid was hij een plichtsbewust onderwijzer die tot zijn laatste jaar in het

                onderwijs wekelijks een drietal lessen schriftelijk voorbereidde.

                Hij had ook een enorme zin voor humor...”

     

    1938 – 4 maart : “De gemeenteraad gezien er beslist werd een steenweg aan te leggen

                van de Bist, over het Hoogveld, de Tinneschuerstraat en zoo rechtstreeks naar

                het dorp...

                Besluit een nieuwe straat, waarvan de uitvoering achteraf zal plaats hebben, zal

                geopend worden vanaf het snijpunt der wegen nrs 25 en 26 naar den weg nr. 2

                Kouter, en wel zoo dat zij weg nr. 2 zal ontmoeten ongeveer daar waar de

                perceelen wijk b nrs 239b en 225/2d aan elkaar grenzen op een dezer twee

                perceelen...”

     

    1938 – 4 maart – Gemeenteraad :

                “...Overwegende dat wij het vorig jaar, ten koste van zware financiele lasten

                overgegaan zijn tot het bouwen van een nieuwe jongensschool, dat de gemeente

                nog steeds bezig is nieuwe schoolmeubelen aan te koopen is van mening :

                dat het voorloopig onmogelijk is nieuwe meisjesscholen te bouwen.

                Besluit : voorloopig twee nieuwe lokalen bij te huren die aan alle vereischten

                van degelijkheid en gezondheid zullen beantwoorden.

     

                De Raad besloot een vergoeding van 500 fr per jaar goed te keuren, teneinde de

                onderwijzeres die kooklessen gaf aan de vierde graad, schadeloos te stellen

                “daar zij zelf en persoonlijk de uitgaven bekostigd heeft die uit dit onderricht

                voortspruiten.”

     

                Verdeling der klassen in de scholen.

                “De hoofdonderwijzer De Leers zal het eerste lokaal in gebruik nemen, het is

                te zeggen het lokaal dat het dichtst bij de uitgangspost gelegen is.

                De nieuw benoemde onderwijzer heer Constant Huysmans zal het vierde lokaal

                in gebruik nemen en het is te zeggen het lokaal dat het verst van de uitgangspoort

                verwijderd is.”

     

    1938 – 2 mei - Gemeenteraad : Schoolhoofd De Leers werd berispt door het

                gemeentebestuur. Er werd hem tevens medegedeeld dat “de lagere

                gemeentescholen door de GEMEENTEN worden bestuurd en dat de heeren

                schoolhoofd en onderwijzer verder goed zullen doen uit te voeren wat door de

                Overheid wordt geboden, willen zij tuchtstraffen vermijden.”

     

                De Raad stelde volgende uurrooster vast voor de nieuwbakken vierdegraadklas

                van de gemeentelijke jongensschool :

     

    Maandag

    08.30 tot 09u00 godsdienst – Catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de st. Oefening rekenen – 8ste jaar : rekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : rekenen en 8ste studiejaar : oefening rekenen.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 natuurwetenschappen of gezondheidsleer.

    10u45 tot 11u15 oefening natuurwetenschappen of gezondheidsleer.

    13u30 tot 14u00 7de : oefening Franse taal, 8ste studiejaar : Franse taal.

    14u00 tot 14u30 7de : Franse taal, 8ste : oefening Franse taal.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 voordragen.

    15u15 tot 15u45 schoonschrift.

     

    Dinsdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst gewijde geschiedenis.

    09u00 tot 09u30 7de : stelkunde, 8ste : oefening stelkunde.

    09u30 tot 10u00 7de : oefening stelkunde, 8ste : stelkunde.

    10u00 tot 10u15 speeltijd .

    10u15 tot 10u45 landbouw.

    10u45 tot 11u15 oefening landbouw.

    13u30 tot 14u00 stellen.

    14u00 tot 14u30 oefening stellen.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 documentair tekenen.

    15u15 tot 15u45 turnen.

     

    Woensdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : oefening spraakleer, 8ste : spraakleer.

    09u30 tot 10u00 7de spraakleer, 8ste : oefening spraakleer.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 vaderlandsche geschiedenis.

    10u45 tot 11u15 oefening vaderlandsche geschiedenis.

    13u30 tot 14u30 handenarbeid.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u45 handenarbeid.

     

    Donderdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst – catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : spraakleer, 8ste: oefening spraakleer.

    09u30 tot 10u00 7de : oefening spraakleer, 8ste: spraakleer.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 landbouw.

    10u45 tot 11u15 oefening landbouw.

    In de namiddag : verlof.

     

    Vrijdag

    08u30 tot 09u00 godsdienst gewijde geschiedenis.

    09u00 tot 09u30 7de : oefening rekenen, 8ste: rekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : rekenen, 8ste : oefening rekenen.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 aardrijkskunde.

    10u45 tot 11u15 oefening aardrijkskunde.

    13u30 tot 14u30 tekenen.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 Franse taal lezen en voordragen.

    15u15 tot 15u45 turnen.

     

    Zaterdag

    O8u30 tot 09u00 godsdienst catechismus.

    09u00 tot 09u30 7de : vormleer-meetkunde, 8ste : meetkundig-tekenen.

    09u30 tot 10u00 7de : meetkundig tekenen, 8ste : vormleer-meetkunde.

    10u00 tot 10u15 speeltijd.

    10u15 tot 10u45 7de : moedertaal, 8ste : moedertaal lezen.

    10u45 tot 11u15 7de : oefening moedertaal, 8ste : moedertaal lezen.

    13u30 tot 14u00 handel.

    14u00 tot 14u30 oefening handel.

    14u30 tot 14u45 speeltijd.

    14u45 tot 15u15 zang.

    15u15 tot 15u45 zedelijke opvoeding.

     

    Tot de grote vacantie, in juli 1938, zal woensdagnamiddag verdeeld worden al volgt :

    13u30 tot 14u00 aardrijkskunde.

    14u00 tot 14u30 oefening aardrijkskunde.

    14u45 tot 15u15 voordragen.

    15u15 tot 15u45 zang.

     

    De Raad houdt er aan uitdrukkelijk te bepalen dat de turnlessen van den derden en den vierden graad “niet” gelijktijdig gegeven worden.

    Aanwezig in deze gemeenteraad : Victor Jozef De Laet (burgemeester), Jozef Apers en Frans Boonen, schepenen, Prosper Busschot, Petrus De Prins, Juliaan Geerts, Petrus Mertens, Frans Muysoms, Jan Nuytkens en Alfons Van Dam, raadsleden en Lodewijk Wuyts secretaris.

     

    1938 – 12 juni : Aardschokken in ons land.

                “Even voor twaalf uur overal trillingen waargenomen. Op sommige plaatsen

                schade aan huizen toegebracht. Paniek in scholen en cinema’s.

                Ook in Engeland en Frankrijk. Te Mechelen en omliggende werd de aardschok

                vrij sterk opgemerkt. Hier deden zich zelfs instortingen voor.

                Zoo werd onder meer de puntgevel van de mouterij Lamot zoo erg beschadigd

                dat deze naar beneden kwam.

                In de Fr. De Merodestraat ontstond zelfs een kortsluiting en de geleidingen van

                de tram kwamen op de straat terecht...

                Ook uit de omliggende gemeente bereikten ons berichten dat de bevolking door

                een sterke trilling opgeschrokken werd en de straat opsnelde.” (KH-GvM) 

    28-02-2012 om 11:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1938 – Rik De Bruyn werd de nieuwe muziekchef van de fanfare Sint Cecilia.

                Onder zijn leiding werden op 24 wedstrijden uitsluitend eerste prijzen behaald,

                waarvan 13 met lof van de jury.

                In 1965 werd hij opgevolgd door Theo Fierens, na 27 jaar de dirigeerstok te

                hebben gehanteerd.

     

                Stan Gobien  “Leest in Feest” :

     

    “De derde dirigent van St.Cecilia was Rik De Bruyn. Hij was Ceciliaan in hart en nieren en wanneer een dirigent het na hem voor bekeken hield, vervulde hij nog dikwijls de functie van ‘overgangsdirigent’. Het  bestuur kon zo uitkijken naar een opvolger en dat kon een tijdje duren…omdat Rik De Bruyn als geen ander de muzikanten op een gunstige wijze kon beïnvloeden.
    Rik De Bruyn werd ‘Rik van ’t Kot’ genoemd omdat zijn vader omstreeks 1900 chef was van het Leestse station. Het station bevond zich op de kruising tussen de spoorweg Mechelen – St Niklaas en de Juniorslaan.

    Rik werd geboren in 1909 in het ‘ruthuis’, de verplichte woning van de Leestse stationschef. Deze stationswoning stond in de volksmond bekend als ‘t’kot’, vermoedelijk omdat de buitenmuren nogal zwart waren van het roet van voorbijrijdende stoomtreinen.

    Rik De Bruyn ging in 1923, op 14-jarige leeftijd naar het Mechels Conservatorium om er de avondlessen in de beeldhouwklas te volgen. Hij maakte de verplaatsing naar Mechelen met Floriaan Meyers, die intussen in de Leestse gemeenteschool als onderwijzer was aangesteld.

    Meester Meyers volgde er de lessen in de teken- en schilderklas.

    Rik De Bruyn begon direct na de lagere school te werken als leerling-houtsnijder bij de geronommeerde Mechelse meubelfabrikant Stevens, destijds gevestigd aan de Consciencestraat. Vanaf 1940 werd hij meestergast bij Van Linthoudt, een ander bekend Mechels meubelbedrijf. Tweeëntwintig jaar heeft hij daar gewerkt en daarna stapte hij over naar een Leests bedrijf, namelijk het familiebedrijf Jacobs, destijds gevestigd aan de Scheerstraat, nu Ten Moortele.

    Vanaf 1945 werkte hij na zijn  dagtaak in zijn eigen atelier aan de Dorpsstraat, rechtover de Sint-Jozefskapel. Toen hij bij Jacobs werkte, mocht hij de hele dag thuis in zijn atelier werken. Wanneer later het Leestse meubelbedrijf zijn deuren sloot, werd Rik zelfstandig houtsnijder. Hij heeft altijd meer werk gehad dan hij ooit klaar kreeg omdat hij een echte meester in het vak was. Hij beeldhouwde alles wat hij mooi vond en wat de klanten verlangden.

    Toen hij met pensioen ging bleef hij houtsnijwerk maken voor het plezier. Heel wat Leestenaars en vroegere klanten vroegen hem nog dikwijls een of ander beeld te snijden.

    Zo kwam een van zijn beste vrienden Pieter Verbeeck, oud-muzikant van de Leestse fanfare en een van de weinige saxofoonspelers die de vereniging ooit had, hem eens vragen een beeld te snijden uit een oude balk die al meer dan 100 jaar in de grond had gezeten. Deze balk stutte destijds de wip aan ’t wiphuis. Rik kon er alleen een grote zuil met druivenranken van maken, zo hard was hij. Het is een van zijn lievelingsstukken geworden.
    In heel wat Leestse woningen zijn beelden te zien die onderaan het voetstuk de initialen ‘H.D.B.’ dragen of waar voluit ‘Rik De Bruyn’ is vermeld.

    Rik De Bruyn begon als muziekant bij St.Cecilia in 1922. Hij had veel talent en hij was autodidact. In zijn jonge jaren ging hij zelfs ‘bal spelen’ met een gelegenheidsorkestje op kermissen in de buurt. Muziek leerde hij op eigen kracht zodat hij na verloop van tijd ook de basisprincipes van de harmonieleer onder de knie had. Het dirigeren had hij in de praktijk geleerd.

    …

    Onder leiding van Rik De Bruyn behaalde St.Cecilia Leest op 24 muziekwedstrijden uitsluitend eerste prijzen waarvan dertien met lof van de jury.

    Rik De Bruyn bleef muzikant en speelde bariton tot in 1983.
    Hij overleed in 1991.”

     

    Foto’s : tweemaal Rik De Bruyn en uniek houtsnijwerk van zijn hand.







    28-02-2012 om 11:36 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1937 – 3 april : Huwelijk Jan Fierens –Marie Josephine Christiaens

     

                Jan was op 27 maart 1912 te Leest geboren als zoon van Jaak en Elisabeth

                Cuypers.

                Ter gelegenheid van hun huwelijk (het wettelijk vond plaats te Hombeek en het

                kerkelijk  te Zemst-Laar) maakte Joseph Christiaens, de vader van de bruid,

                volgend bestek op :

              

                “Bestek – Mijnheer Christiaens Joseph. Hombeek 1-3-37.

     

                1 Crapaud 620.36 Chr.dec. 51 met rug en oven                  701,00

                1 Koolbak 1477 A Chr. Dec. 51                                             140,80

                1 chr. Keuterhaak                                                                    2,85

                1 g galv. bassin 65                                                                39,15

                1 g galv. bassin 45                                                                 17,60

                1 platte casserol L.T.F. 28                                                     27,30

                1 platte casserol L.T.F. 26                                                     22,80

                1 platte casserole L.T.F. 24                                                   18,75

                1 ketel L.T.F. 26 cm                                                              53,10

                1 moor L.T.F. 24 cm                                                              38,75

                1 koffiepot L.T.F. 12 T.                                                          27,30

                1 teemsch – 24 cm                                                               13,30

                1 g braadpan – 26 cm                                                          12,35

                1 ovaal – 30 cm                                                                    14,50

                1 saucepan – 16 cm                                                               12,20

                1 pollepel – 11 cm                                                                  4,55

                1 vischpan – 14 cm                                                                 4,55

                1 platte koperen koolschup – gepreste                                9,75

                1 koffiering 10 cm                                                                170

     

                                                                                                            -------------

                                                                              frank :                    1162,30”         

     

    1937 – 21 mei : De Raad besloot niet in te gaan op de vraag van meester De Leers om

                tussenkomst in de kosten van schoolreizen door het gemeentebestuur “gezien

                den slechten financieelen toestand van de gemeente.”

     

    1937 – 18 mei – Schepencollege : Frans Verlinden kreeg toelating om een huis te bouwen

                op het perceel wijk B nr. 400.

     

    1937 – 18 mei : “Het College besluit nog eens aan te dringen bij den Nat.

                Gezondheidsdienst te Antwerpen om de ontsmetting der woning van de Weduwe

                Geerts-Ceulemans Alf.Flor. Grote Heide nr.2 te Leest aan te vatten.”

     

    1937 – 10 juni – Zondagdvriend :  J. Moons uit de Tiendeschuurstraat 1 Leest stond

                met zijn foto afgebeeld in het weekblad “Zondagsvriend”, dit naar aanleiding

                van de gratis ongevallenverzekering die gelinkt was aan een abonnement op

                dat blad.

                Hij kreeg 500 frank toebedeeld.

     

    1937 – 17 juli : Benoeming van hoofdonderwijzeres gemeentelijke meisjesschool.

                Zes aanvragen waren bij het gemeentebestuur binnengekomen :

                Alice Buelens uit Steenhuffel, Adeline Schoepen uit Vlimmeren, Victoria De

                Boeck, Rosa Maes en Maria Rheinhard uit Leest en Julienne Vangelder uit

                Tisselt.

                De geheime stemming resulteerde in vier stemmen voor Rosa Maes en evenveel

                voor Adeline Schoepen. Een tweede stemming gaf geen uitsluitsel en daar

                Adeline Schoepen de oudste was, werd zij onmiddellijk tot hoofdonderwijzeres

                van de gemeentelijke meisjesschool benoemd.

                Ze was geboren te Merksem op 8 december 1895 en gaf reeds les te Leest als

                tijdelijke hoofdonderwijzeres.

     

    1937 – 24 september – Gemeenteraad :

                “...Gezien er te Leest nog verschillende hoeven niet aangesloten zijn aan het

                electrisch net omdat deze aansluitingen te groote kosten zou veroorzaken

                aan de gemeente, besluit de gemeente regeringstoelagen aan te vragen aan

                het ministerie van Landbouw, en indien de staatstoelage verleend wordt,

                zal aan ieder bewoner van een afgelegen woning die zijn huis laat aansluiten,

                een toelage verleenen gelijk aan de helft van de totale kosten die er overblijven

                na aftrek der staatstoelage..”

     

                In dezelfde zitting verzocht het gemeentebestuur, omwille van de voorgestelde

                vernieuwing van de Kapellebaan, aan de verschillende instanties, om toelagen

                te bekomen.

                Ook besloot de Raad om aan de gouverneur te vragen zijn technische diensten

                te gelasten met het opmaken van een ontwerp tot vernieuwing van de Mechelbaan

                (buurtweg van groot verkeer nr.1) en aan de stad Mechelen voor tussenkomst

                in de kosten van een nieuwe Zennebrug.

     

    1937 – 26 september : Ruim 200 Leestenaars opgeroepen

                Dat jaar vroeg Duitsland de inlijving van Oostenrijk, doch twee dagen voor

                de stemming werd dat land al door de Duitsers bezet. Eind september was de

                beroering van Sudeten in Slowakije op haar hoogtepunt en Duitsland eiste

                Slowakije op. Engeland en Frankrijk beloofden alle hulp aan Slowakije.

                Haastig werd in alle landen mobilisaties uitgevoerd. Op 23 september werden

                hier enkele specialisten genie en afweergeschut opgeroepen.

                De 26ste september werden ruim 200 mannen onzer gemeente opgeroepen en

                paarden en voertuigen opgeëist.

                Albert Huysmans moest met de bestelauto van zijn vader (van de

                gelijknamige limonadefabriek in Leest-Dorp) naar de 6de Legerafdeling

                Infanterie te velde in Watermael.

                Op 29 september reed hij in het gezelschap van een karavaan auto’s naar

                Heverlee alwaar de kamions vol bommen werden geladen om ze vervolgens

                terug te voeren naar Watermael.

                In de straten van die gemeente stonden ze vertrekkensgereed opgesteld,

                wachtend op de beslissing van Slowakije : overgave of oorlog.

                Op 1 oktober om 2 uur in de ochtend bracht men de tijding dat twee derde

                van Slowakije na overgave werd bezet, met instemming van Engeland en

                Frankrijk.

                ’s Anderendaags werd de demobilisatie van de legers ingezet en op 4 oktober

                keerde Albert Huysmans  terug huiswaarts.

                (“Pinksteren Soldaatjes” J.A.Huysmans in “De Band” augustus 1982)

     

    1937 – 19 november : Maria Joanna Gerarda Rheinhard benoemd tot onderwijzeres

                bij de gemeentelijke meisjesschool. Ze kreeg 5 stemmen tegen 3 voor Victoria

                De Boeck. Er waren 9 kandidaturen.

                Maria Rheinhard was geboren te Mechelen op 22/8/1903 en was reeds

                onderwijzeres in de bewaarschool te Leest.

     

    1937 – Op 31 december 1937 telde Leest 1774 inwoners.

    28-02-2012 om 10:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1937 – Op 1 januari telde Leest 1783 inwoners.

     

    1937 – Propagandaballon te Leest geland op de Dorpsplaats. (foto Zondagsvriend)

     

    1937 – Leestse Leurhandelaars

     

    -Alewaters Maria Elisabeth °3/2/1894, Dorp nr23,

    “Ellegoederen en gemaakt goed van deur tot deur voor eigen rekening”.

    -Huybrechts Catharina, °13/11/1900, Dorp nr.30, idem ellegoederen.

    -Lauwens Maria Paulina, °25/6/1890, Scheerstraat 10, idem ellegoederen.

    -Scheltiens Jan Baptist, °28/7/1896, Dorp 19,

    “Naaigerief, huishoudgerief en allerlei kleingoed”.

    -Piessens Jan Frans, °3/12/1882, Dorp 39, “schoeisel en bijbehoorigheden”.

    -Baudin Emma Eve, °14/2/1893, Hertstraat 1,

    “opneemdoeken, vellen, sponsen, e.a.”

    -Piscador Isidoor, °16/7/1898, Dorp 33, “ijsroom”.

    -Voet Lodewijk, °26/4/1887, Tiendeschuurstraat 11, “vischwaren en visch.”

    -Fierens Hendrik, °23/9/1901, Tisseltbaan 17, “vischwaren”.

    -Van Camp Karel Lodewijk, °4/2/1920, Tisseltbaan 31, “vischwaren”.

    -Bergeman Celina Juliana, °30/3/1887, Tisseltbaan 7, “linnen en ellegoed”.

    -Nuytkens August, °21/5/1910, Dorp nr.9, “ijsroom”.

    Memento der aanvragen naar kaarten en kentekens voor leurhandelaars van de gemeente Leest over periode 1935;1936 en 1937)

     

    1937 – Dat jaar onderging de Zuivelfabriek Sint-Jozef uit Blaasveld een wijziging in

                de statuten van haar vennootschap. In het bestuur vonden we de namen terug

                van twee Leestenaars : de landbouwers Frans Van Roey en Karel Van Linden.

                Ze hadden respectievelijk de functie van toeziener en bestuurslid.

                “Blaasveld en de zuivelfabriek Sint-Jozef” – Karel De Decker.

     

    1937 – 11 maart : De gemeenteraad besloot het college van burgemeester en schepenen

                te machtigen om voor de gemeente met de stad Mechelen een overeenkomst af

                te sluiten betreffend “een intercommunale brandweerkorps, daar Leest een

                gemeente zonder brandweerkorps is, zal de jaarlijkse bijdrage 0,30 fr per

                inwoner bedragen, berekend volgens het laatste bevolkingscijfer in den

                “Moniteur” verschenen.”

     

    1937 – 11 maart : De Raad bracht gunstig advies ujit m.b.t. een gift van 8.000 fr in titels

                van Juffrouw Florence Félicité Empain, rentenierster uit Battel.

                Deze laatste stelde echter enkele voorwaarden : “jaarlijks vijf missen moeten

                worden gezongen tot intentie der familie Empain en dat het praalgraf der familie

                zou onderhouden worden”.

                Pieter Spruyt stond in voor het onderhoud.

     

    1937 – 11 maart : De Raad keurde het lijnrichtingsplan van landmeter J. Van Dyck goed.

                Het betrof hier de wegen nr. 4 en 10 van de steenweg Leest naar Tisselt.

     

    1937 – 30 maart : Schepencollege –

                “Gezien de hoofdonderwijzeres der gemeentelijke meisjesschool haar ontslag zal

                indienen en intusschen gevraagd heeft om tegen 5 april 1937 te vervangen te

                worden door een tussentijdige leerkracht, besluit :

                Schoepen Adeline,onderwijzeres te Vlimmeren zal de tusschentijdige bediening

                van hoofdonderwijzeres aan de gemeentelijke meisjesschool te Leest waarnemen,

                met de daaraan verbonden rechten en verplichtingen.”

     

    1937 – 1 april : Ontslag schoolhoofd Mathilde Hellemans. (GR-22/4/1937)

     

    28-02-2012 om 10:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1936 – 9 september : De gemeente besloot aan te sluiten bij “De Intercommunale

                Vereniging voor Toeristische Propaganda en Verkeer in de Provincie

                Antwerpen”, een vzw.

                Joannes Nuytkens, gemeenteraadslid uit de Tisseltbaan werd aangesteld al

                gemeentelijke afgevaardigde. (GR)

     

    1936 – 17 december : De Raad keurde de verkoop goed van de houten noodschool.

                “Gezien dat door het bouwen der nieuwe schoollokalen het houten noodlokaal

                niet meer noodig is, gezien dit lokaal gansch versleten is...”

                In dezelfde zitting besloot men de hogeve overheid om toelating te vragen tot

                “verkoop van de overschotten van de steenweg Leest-Thisselt.”

     

     1936 – 17 december : Alfons Scheltiens (zie foto) benoemd tot klokluider,

                torenuurwerkverzorger en reiniger van het kerkhof in vervanging van de overleden

                Jan B. Selleslagh.

                Zijn specifieke taak : “tweemaal daags op de gewone gebruikelijke uren de klok

                te  luiden ( hiervoor ontving hij 450 fr per jaar), het torenuurwerk op te winden

                telkens dit nodig was, (ook hier kreeg hij 450 fr voor) en tenminste 4 x per jaar

                het onkruid van de gemeentelijke begraafplaats te verwijderen en er dan ook

                telkens de wegen te reinigen. (voor dit laatste ontving hij 100 fr)

                “Fons van den Duits” (°24/8/1904, +2/7/1951) was gehuwd met Roos Beullens.

                Het echtpaar baatte een tijdlang de herberg “Bellevue” uit (de latere “Sportvriend”)

                op de Dorpsplaats en een schoenwinkel in de Mechelse Adegemstraat.

     

    1936 – 17 december : Frans De Maeyer, Constant Diddens, Karel Diddens, Amedé

                Lemmens en Jan Baptist De Smedt werden gekozen als werkende leden van de

                C.O.O.

     

    1936 – 17 december : de gemeente onderhandelde met de familie Empain over het

                praalgraf.

     

    1936 – 24 december : Bruinvis geschoten in de Zenne te Leest.

                “Door de jachtwachter Lodewijk Meulemans werd een zeldzame vangst gedaan.

                De jachtwachter had het geluk in de waters van de Senne een bruinvisch of in den

                volksmond een zeevarken te schieten van ongewone grootte en gewicht.

                De bruinvisch meet niet minder dan 1,54 m en weegt het respectabel gewicht van

                52 kg.

                Het beest werd opgemerkt nabij de brug van Hombeek, half boven water

                zwemmend en nu en dan een straal water loozend.

                Een tweehonderd vijftig meter ver, werd de bruinvisch, op het grondgebied van

                Leest met een drietal rake  schoten gedood en aan de kant gebracht”.

                (KH-GvM)

     

    Foto ‘s : Fons van den Duits en Roos van den Beulle.

                  Onder : Lodewijk Meulemans met zijn buit.





    28-02-2012 om 10:35 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

          

    1936 – Het Kapelleke van de Boerinnengilde op de hoek Tisseltbaan Juniorslaan werd

                opgericht ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan den de Boerinnenbond.

                Het draagt de volkse spreuk : “Langs deze weg zet gene voet, of zegt Maria

                Weesgegroet”.

     

    1936 – 2 maart : Na meer dan een jaar aandringen kreeg meester De Leers eindelijk

                een nieuwe nationale vlag. De oude was versleten. (GR)

     

    1936 – 6 maart : “...De heeren Felix Van der Auwera uit Koningshooikt en Louis

                Verstraeten uit Beersel worden aangeduid om de nieuwe jongensschool te

                bouwen voor de som van 149.800 fr.”

     

    1936 – 7 mei : De gemeenteraad besloot een taks op de rijwielen in te voeren.

                “...per rijwiel op den openbaren weg gebezigd, wordt een belasting geheven

                van 5 fr.”

     

    1936 – 22 juni – Schepencollege : “...Gezien er aanstaanden maandag te Leest

                feestelijkheden zullen plaats hebben (22 juni), ter gelegenheid van het

                ambtsjubileum van den heer pastoor.

                Gezien deze feestelijkheden van Openbaar en Algemeenen aard zullen zijn

                besluit : er wordt aan de gemeentelijke onderwijzers en onderwijzeressen te Leest

                en aan hun leerlingen vrijaf gegeven voor den ganschen dag op maandag

                maandag 22 juni 1936.”

                Met het geld dat werd rondgehaald (iedereen mocht geven wat hij of zij wou)

                n.a.v. het 25 jaar pastoorschap van pastoor Beuckelaers te Leest werd de Sint

                Apolloniakapel gebouwd.

                Deze kapel werd nadien verplaatst omdat ze in de weg stond voor uitbreiding

                van de Molenstraat.

     

                SINT APOLLONIAKAPEL

     

    De Sint-Apolloniakapel in de Molenstraat (hoek Vinkstraat) was een geschenk van de parochianen aan pastoor Beuckelaers, toen hij in 1936 vijfentwintig jaar pastoor was te Leest.

    Voordien stond daar reeds een veldkapel. Ze was echter beschadigd door de beschietingen in de eerste oorlogsdagen van de Eerste Wereldoorlog en ze moest verplaatst worden toen de Molenstraat een nieuwe betonbaan kreeg.

    Sinds de processie niet meer uitging, verviel ook de jaarlijkse make-up van de veldkapellen. Vooral deze kapel was er na enkele jaren erg aan toe.

    Ravottende bengels deden de rest : alleen de ruwbouw bleef nog over.

    In 1977 werd een veldkapellenaktie gevoerd. De Apolloniakapel verrees uit haar puinen. Smid Jan Van Riet uit de Kapellebaan zorgde voor het kruisje op de toren : daarin verwerkte hij de tang van Sint-Apollonia.

    Het houten hekje aan de ingang werd door Jan Teughels gemaakt uit een afgedankte communiebank uit de kerk.

     

    Patrones van de tandpijn, bid voor ons !

    “Geweerdig ons, ellendige en kranke stervelingen, van de tandpijn te verlossen” zo stond er in de oude litanie tot Sinte-Apollonia. Iedereen wist in die tijd nog dat men zijn tandpijn kon afkopen bij deze lieve heilige.

    Deze jonge martelares werd in het jaar 250 in het vuur geworpen nadat de beulen al haar tanden hadden uitgerukt.
    Deze legende werd in 1977 uitgebeeld boven het altaar van de Sint-Apolloniakapel in een expressieve keramiek van George Herregods : twee Romeinse soldaten zijn met een reuzentang Apollonia’s tanden aan ’t bewerken. De Romeinse soldaat draagt een geweer met bajonet en moderne dekoraties wat wil zeggen dat zoiets van alle tijden is.

    Ook nu nog zijn onschuldigen slachtoffer van bruut geweld, dikwijls zelfs van de officiële macht.

    De teksten op de muren zijn aanroepingen uit de oude litanie.
    In de voorkant van het altaar zitten echte mensentanden.

    (LG-blz.208,209)

     

    J.A. Huysmans naar mondelinge overlevering van zijn grootvader “Peter Coosemans” in De Band van maart 1979 :

     

    “Op de helling van de verbindingsweg tussen Molen en Scheerstraat stond er in 1282 links een lemenrieten boerderij met handelshooi schuren : het Moonshof, en rechts op de akker “Maald” genoemd, een oudere kloosterhoeve, later na de woelingen der Spanjaarden en Geuzen onbewoond gebleven.

    Ze werd aangekocht door een Waalse Jonker, wiens nicht met haar twee meiden daar hun intrek namen. De juffrouw die vele avonden door tandpijn huilend aan het ijlen ging, beweerde dat te middernacht boven het erf er “Franc-masons” met muziek en dans rondzoefden, wijl uit den bornput jammerklachten opwelden.

    Toen zijn er twee paters met olielamp en kwispelend wijwater, drie nachten telkens biddend 500 maal die bornput komen omtoeren terwille van de angstige vrouwen.

    Wat later liet de Jonker aan de wegtoegang een kapel bouwen ter ere van Sint Apollonia.

    Elk met goeie tanden nu nog weet zonder spotternij : “Gun Apollonia twee centen tegen tandpijn en ge zijt ze kwijt !”

    Tussen 1282 en 1578 was er achter die kloosterhoeve op het hoger deel van de akkermaal een met knotwilgen afgezoomd perceel waar het Mechels recht aan drie galgen haar grootste misdadigers liet opknopen, wier geesten daar bij nacht als Franc-masons rondspookten, en waar de dorpelingen hun deugnieten op vermaanden : “Gij komt er zeker van de Maalt ?”

    Toen was de jeugd ook enigzins agressief, doch hun meeste slachtoffers herkenden daarbij een deel van hun eigen vroegere kwajongensstreken. Die belhamels uitten hun verveling na een feest of kermisbal, van zonder lief naar huis te moeten door de toen nog aan alle huizen hangende vensterblinden in den ochtend af te haken en die dan in kaartenhuizenrijen op de dorpsplaats te zetten. Dus konden daar de eigenaars in den voormiddag hun verdwenen gerief komen uitzoeken.

    Uit de omgevende velden werden soms alle graanschoven op de aanpalende wegen in gelid genesteld, zodat de eerste marktmensen voor een vervelende verkeersopstopping stonden. Losgemaakte waakhonden der boerderijen liepen blaffend en vechtend in den ochtend met rammelende kettingen door de buurt en tuinen, tussen honderden vrijgelaten kiekens met voor de eigenaars steeds vervreemd of minder aantal.

    Eens besloot een Mechels rechter, wiens dienstmeid een dochter was uit de herberg “In den Sleutel” tot huiszoeking en mogelijke aanhouding van een hier gekend Jefke Kiek, door die meid verdacht als zekere dader van een bij haar ouders verdwenen dozijn kiekens. Twee agenten kwamen met de dievenwagen bij Jefkens ouders gereden en vroegen om Jef, die niet bleek thuis te zijn. Toen begon een zoeken van onder tot boven. Maar Jefke was reeds langs achter met twee balen kiekens om het huis gerend, en deponeerde zijn buit in de dievenbak en trok de velden in. Na het vertrek van het ontmoedigd gerechtsdeel naar Mechelen kwam een paar uur later van ginds een bericht in den Sleutel dat “het ergens weergevonden roofgoed” kon worden afgehaald.”   

    Foto’s : bovenaan : het kapelleke van de Boerinnengilde.

    Midden : praalwagen bij het jubileum van pastoor Beuckelaers. Voerman is Jaak De Croes. In de wagen Jaak Voet en Soï van Pachter.

    Onderaan : het kapelleke van Sint-Apollonia.







    28-02-2012 om 09:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : B.J.B.-jongens  tijdens een uitstap naar Scherpenheuvel.

     

    1936 -  B.J.B. Leest  (Later K.L.J.)

                werd gesticht door onderpastoor De Vidts en meester Constant

                Huysmans, die ook de eerste leider werd.

                Deze jeugdbeweging is een afdeling van de Boerenbond.

                Van bij de start te Leest floreerde ze goed, de maandelijkse vergaderingen gingen

                door bij Apers in het Brughuis.

                Men organiseerde technische lessen, zomerspelen, sportactiviteiten.

                Vendelzwaaien en paardensport waren zeer populair.

                Er werd gezongen, aan toneel en aan declamatie gedaan, men ging op retraite

                enz..

                Zo namen in 1954 15 B.J.B.-ers deel aan een driedaagse retraitre, werd er dat jaar

                een toneelavond ingericht en kregen de leden een cursus ingericht door het

                Gewest over “Veebeoordeling”. Ook werd er een proefveld op maïs aangelegd,

                dit in aansluiting op gevolgde lessen over land- en tuinbouw.

                Drie leden, Juul De Smet, Marcel Diddens en Jaak Van Nobelen,

                vertegenwoordigden hun vereniging bij de Lourdesreis van de Boerengilde.

                Het hoogtepunt dat jaar was wel het Ruitersfeest.

                De “Kommandant” van de Leestse B.J.B.-ruiters was Jan De Prins.

                In 1955 bouwden Leestse B.J.B.-ers Fons De Smet en Juul Van Linden mee voor

                “Oostpriesterhulp”. Gedurende 14 dagen verbleven ze in Oldenburg, in het

                noorden van Duitsland.

                In 1957 organiseerde de vereniging op gewestelijk plan een “Actie voor

                Schoolverlaters”, er werd een contactdag ingericht om nieuwe leden te werven bij

                de schoolverlaters, zodat zij na hun schooltijd “niet geheel afgezonderd zouden

                blijven van godsdienstige, culturele of sociale vorming”.

                In 1958 werd de cursus voor verloofden, die in het Retraitehuis te Lier doorging,

                zeer gewaardeerd.

                In 1959 haalde de Leestse afdeling van de B.J.B. een eerste prijs in de

                zangwedstrijd  van de gewestelijke culturele dag. In de wedstrijd welsprekendheid

                behaalde Gust Emmeregs een derde plaats en dit werd door Jos De Smet

                overgedaan in “vrije welsprekendheid” en “declamatie”.

                In 1960 namen Georges Verbruggen, Frans Huys, Willem Slachmuylders en

                Louis Selleslagh deel aan het wereldcongres van de Mouvement International de

                la Jeunesse Agricole et Rurale Catholique (een internationale beweging die de

                B.J.B.-afdelingen van alle landen verenigde) te Lourdes. Het thema was “de

                honger in de wereld”.

     

                Later werd de oorspronkelijke benaming “Boerenjeugdbond” gewijzigd in

                “Katholieke Landelijke Jeugd” (K.L.J.)

                Tijdens de eerste vergadering van de K.L.J. in 1967 werd de nieuwe ploeg

                voorgesteld die de leiding had opgenomen :

                Leider : Leon Verbruggen die op post bleef.

                Schrijver : Frans Van den Branden, een nieuwkomer in de ploeg.

                Sport- en animatieleider : Sylvain Teughels , eveneens nieuwkomer.

                Proost : E.H. Van Dessel.

               

    27-02-2012 om 12:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    1935 – Op 20 januari trad Leonie Fierens uit de Koeistraat in het klooster bij de Dochters

                van Onze Lieve Vrouw van het H. Hart te Buggenhout.

                Haar kloosternaam was Eerwaarde Zuster Maria Berchmans.

                Leonie was te Leest geboren op 28 januari 1910 als dochter van   Jacobus “Jaak”

                Ludovicus en Maria Elisabeth Cuypers(°Leest 12/2/1879, +30/12/1967).

                Zij hadden een kleine hoeve rechtover het “Hof ter Haelen”.

                Haar broer “Fak” was één der bewoners-eigenaars van “Scheurcapruyn” in de

                Winkelstraat.

                Ze overleed veel te jong te Rumst op 30 juni 1943 aan de gevolgen van tbc.

     

    1935 – 15 februari : Frans Jozef De Maeyer, landbouwer Kleine Heide 15, wordt

                bestuurslid van de C.O.O. in vervanging van J.B.Maes, ontslaggever. (GR)

     

    1935 – 15 februari : “...Overwegende dat de weg van Leest naar Hombeek (Kouter)

                tot op heden van alle electriciteit verstoken bleef en zoomede al de huizen die

                er gebouwd zijn...besluit de Raad de maatschappij “Electricité du Nord de la

                Belgique” opdracht te geven het electrisch net uit te breiden in den Kauter

                opdat de menschen er hun huizen electrisch zouden kunnen verlichten...”

     

    1935 – 6 mei – Gemeenteraad : Lijnrichting Kouter –

                “...Gezien deze weg een der schoonste is van gansch de gemeente, gezien het

                veel verkeer dat er op dezen weg plaats heeft, daar hij de rechtstreeksche

                verbinding is met Hombeek Statie en ook met Mechelen besluit :

                een lijnrichtingsplan zal opgemaakt worden voor gezegden Kouterweg van in

                het Dorp tot aan de grens van Leest (weg nr. 21 plus gedeelte van weg nr.2).

                Het College zal het plan laten opmaken mits de volgende punten in acht te nemen:

                1. De weg zal overal dezelfde breedte moeten hebben van in het Dorp tot op de

                grens. Waar hij nu smaller is, zal hij later verbreed worden, met dien verstande

                echter dat men steeds zal werken om den weg rechter te maken en om gevaarlijke

                punten, hoeken of draaien te doen verdwijnen.

                2. Daar waar de weg recht is en het breedst, zal men een punt vaststellen, om die

                breedte over gansch de lengte van den weg uit te breiden.

                3. Geen gebouwen, herbouwingen, afsluitingen of beplantingen zullen mogen

                opgericht worden op een afstand minder dan 3,50 meter van de grens van het

                aldus opgemaakte lijnrichtingsplan.

                Zoodra het plan zal opgemaakt zijn, zal het samen met de beraadslaging aan de

                goedkeuring der bevoegde hogere overheid onderworpen worden”.

     

    1935 – 6 mei : Inwoners van de Bist hadden het gemeentebestuur verzocht de veldweg

                naar de Tiendeschuurstraat te kasseien.

                “De Raad is in princiep hiermede akkoord doch deze weg is geen gemeenteweg.”

                (DB-mei-1958)

     

    1935 – 17 juni : Alfons Juliaan Geerts aangesteld als gemeenteraadslid in vervanging van

                de overleden Jozef Selleslagh.

     

    1935 – 9 juli – Schepencollege :

                “Het college besluit dat er voortaan ieder jaar op 11 juli een halven dag verlof

                zal verleend worden aan onderwijzend personeel en aan de schoolkinderen in de

                gemeentescholen. Indien er op dezen dag slechts een halve dag zou gegeven

                worden in gewone omstandigheden (bv indien het een donderdag is), zal er

                verlof zijn voor de ganschen dag.

                Er zal dien dag in al de scholen, door middel van lessen, lezingen, voordrachten

                of  andere gewezen worden op de beteekenis van dien dag voor ons volk.

                Dien dag zal er aan het gemeentehuis gevlagd worden met nationale vlag en

                leeuwenvlag.”

     

     1935 – 6 augustus : “De heeren Hendrik en Victor Van den Cloot, aannemers uit

                Antwerpen, werden aangeduid als aannemer van de steenweg Leest-Thisselt,

                buurtweg van groot verkeer nr. 4 en 10 voor de som van 819.601,75 fr. (GR)

     

    1935 – 5 november : Het schepencollege bracht gunstig advies uit op de vraag van

                Ferd. De Prins om in zijn woning Dorp nr. 7 te Leest een bijzondere slachterij

                te mogen inrichten.

     

    1935 – Op 31 december telde de gemeente Leest 1782 inwoners.

     

    1936 – In dat jaar namen de werken aan “den steenweg van Leest naar Thisselt” een

                aanvang, en werd de jongensschool gebouwd.

                Bij het bouwen der nieuwe jongensschool werd er op de speelplaats een waterput

                gemaakt. (GR-30/11/1938)

    27-02-2012 om 11:24 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1932 – 24 december : Jan Baptist Selleslagh verving de overleden Jaak Frans Lauwens

                als klokkenluider.

     

    1932 – 24 december : Theodoor Huybrechts werd gelast “met het afstempelen der

                werkloozenkaarten en dit tweemaal daags of de vier dagen der week dat de

                werkloozen zich moeten aanmelden op de gemeente en dit ’s morgends van 09u30

                tot 10 uur en ’s namiddags van 2 tot 2 u 30.”

     

    1932 – Op 31 december telde Leest 1751 inwoners.

     

    1933 – Dat jaar richtte de Davidsfonds afdeling van Leest een “ballonekensprijskamp”

                in, een primeur, het bleek de eerste soortgelijke prijskamp die in heel het

                Davidsfonds werd gehouden en de wedstrijd droeg de naam van Leest en

                de vereniging uit tot aan het Bodenmeer in het zuiden van Duitsland.

                (Alfons Hellemans, DB, 1956)

     

    1933 – 18 januari : Aanstelling gemeenteraad en kiezing van 2 schepenen.

                Polspoel Alfons, Busschot Prosper, Apers Jozef, De Prins Petrus, Muysoms

                Frans, Van Dam Adolf, Verschueren Theophiel, Mertens Petrus en Boonen

                Frans, leden van de gemeenteraad gekozen op 9 oktober 1932, legden in

                handen van voorzitter V. De Laet de volgende eed af :

                “Ik zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de grondwet

                en de wetten van het Belgische volk.”

                Daarna ging men over tot de kiezing van 2 schepenen.

                Eerste schepen werd Jozef Albert Apers met 5 stemmen tegen 4 voor Petrus

                De Prins.

                Tweede schepen werd Frans Hendrik Boonen met 5 stemmen tegen 4 voor Petrus

                Mertens.

     

    1933 – 30 januari : Jan Nuytkens werd gemeenteraadslid in vervanging van Alfons

                Polspoel, ontslaggever.

                “Mijnheeren, gezien mijnen reeds gevorderden ouderdom en mijn slecht gehoor,

                neem ik, ondergeteekende Alfons Polspoel, de eerbiedige vrijheid mijn ontslag

                in te dienen als gemeenteraadslid van Leest, de hoop koesterende dat hetzelve

                heel bereidwillig door Ued.zal aanvaard worden.

                Hartelijken dank in voorhand.”

                In dezelfde zitting werd Jan Baptist Selleslagh aangesteld tot

                “torenuurwerkverzorger” mits 490 fr per jaar vergoeding.

     

    1933 – 6 maart – Gemeenteraad :

                Raadslid Nuytkens stelde voor om het sluitingsuur der herbergen af te schaffen.

                Een geheime stemming leverde 8 stemmen op tot behoud van het sluitingsuur

                en  1 stem tot afschaffing.

                Tweede Paasdag werd met 5 stemmen tegen 4 als 3de kermis bepaald.

                Theofiel Selleslagh werd benoemd als plaatsvervangend gemeenteraadslid en

                Louis Karel Wuyts gekozen als gemeentesecretaris met 5 stemmen tegen 4 voor

                Egied Bradt.

                Jaarwedde van de nieuwe secretaris : 12.250 fr.

     

    1933 – 4 augustus : Mejuffer R. Nordel uit 12 kandidaten verkozen met 6 stemmen op de

                6 tot gemeenteonderwijzeres.

                Ze verving de overleden Mevr Ghekiére-Ackermans.

                Wedde : 6.500 fr + 3.500 fr verhoging.

     

    1933 – 30 oktober : De gemeenteraad besluit een kloosterlinge als onderwijzeres te

                benoemen “alzoo vermijdende van altijd maar verschillende interims te

                moeten aanstellen hetgeen onvermijdelijk nadelig is voor het onderwijs”.

                (DB-1957)

     

    1933 – 18 december : Deurwaarder J. Pauwels uit de Louisastraat te Mechelen werd

                benoemd tot dwangbeveldrager der gemeente.

     

    1933 – Op 30 december overleed gemeenteontvanger Jan Eduard De Hondt.

     

    1933 – Op 31 december telde Leest 1787 inwoners.

     

    1934 – 20 februari : De veldwachters uit Heffen, Tisselt en Hombeek werden

                gemachtigd te Leest als hulpveldwachter te fungeren. Jan Huybrechts,

                veldwachter te Leest, mocht dit doen in bovenvermelde gemeenten.

     

    1934 – 14 maart : Frans Van der Krieken uit Mechelen werd benoemd tot tijdelijke

                gemeenteontvanger. Wedde : 6.000 fr. Waarborg : 20.000 fr.

                De zitdagen waren elke dinsdag en donderdag van 09u00 tot 11u30.

     

    1934 – 1 april – Zitting Kerkfabriekraad :

                G. Spiessens tot voorzitter, Edw. Van Steenwinkel tot secretaris en Jozef

                Vloeberghen tot schatbewaarder benoemd.

                (GR-24/4/1934)

     

    1934 – 24 april : Ingevolge de erbarmelijke financiele toestand van de gemeente

                werd besloten de wedden van het gemeentepersoneel met 10% te verminderen.

                (GR)

     

    1934 – 5 juli : Frans Muysoms, Petrus De Prins, Jozef Apers en Prosper Busschot

                benoemd tot leden van de “commissie tot nazicht der graangewassen”.

                (GR)

     

    1934 – 28 september : Er werd een voorlopig comité samengesteld voor “Passieve

                Bescherming der burgerbevolking tegen luchtaanvallen”.

                Voorzitter : burgemeester De Laet, ondervoorzitter : Petrus De Prins,

                Secretaris : L. Wuyts, penningmeester : F. Van Roey, econoom : J. De Leers.

                Voorlopige zetel : het gemeentehuis. (GR)

     

    1934 – 8 november : Frans Maria Lamberts verkreeg de toelating om een haag te

                planten langsheen zijn eigendom op de Tisseltbaan (nr.38), op voorwaarde

                “dat deze later geen schadevergoeding zal eischen indien de haag later,

                ten gevolge van wegeniswerken moet uitgeworpen of vernield worden.”

                August Loockx uit Mechelen kreeg een toelating tot het bouwen van vijf

                werkmanswoningen te Leest, Groote heide (nr.2).

     

    1934 – 19 december : De gemeenteraad stemde voor de verhoging van de

                vleeskeurrechten :

                Paarden, ezels en muilezels per stuk : 15 fr.

                Stieren, ossen, koeien en vaarzen per stuk : 15 fr.

                Kalveren, varkens en schapen per stuk : 7 fr.

                Lammeren, geiten en speenvarkens per stuk : 3 fr.

                “Varkensvleesch binnen het Rijk bereid, maar niet gekeurd op het ogenblik

                der slachting per 10 kilos : 1,50 fr.”

                Die rechten werden verhoogd met verplaatsingskosten (heen en terug inbegrepen),

                die 2,80 fr per kilometer bedroegen.

               

                In dezelfde zitting werd besloten de pensioenleeftijd van gemeentebeambten en

                Agenten vast te stellen op 65 jaar.

                “...deze bepaling is niet toepasselijk op de beambten en agenten voor 1 januari

                1934 in werkelijken dienst en zonder bepaling van leeftijdsgrens benoemd.

                Deze laatsten mogen in dienst blijven tot op den vollen ouderdom van 70 jaar...”

     

    1934 – Op 31 december 1934 telde Leest 1801 inwoners.

    27-02-2012 om 11:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1932 – 18 januari : Een massale partij olmen en kanadabomen werden openbaar verkocht

                in de Zenne-polders en in de Molenstraat, dit wegens verbouwingswerken.

                (DB-1957)

                De verkoop gebeurde in “Het Brughuis” bij Jozef Apers onder toezicht van

                notaris De Marré uit Mechelen.

                Als verkopers fungeerden heer Frederic Baron de Wykerslooth te Royestein,

                grondeigenaar en het gemeentebestuur van Leest.

                De verkoop bracht 2.230 fr op.   

     

    1932 – 22 januari : De muziekchef van de fanfare Sint Cecilia van de Plein te Hombeek

                kwam jammerlijk om toen hij per fiets van Leest naar Heffen reed.

                Hij kwam van een muziekfeest. Zijn dode lichaam werd pas ’s anderendaags

                gevonden. (KH)

     

    1932 – 16 februari : Amandus Van Steen benoemd tot “uurwerkverzorger” der

                gemeente. Aanvangswedde 490 fr. Voordien was koster Rheinhard de persoon die

                het kerkuurwerk opwond. (SC)

     

    1932 – 6 juli 1932 : Brief van schoolhoofd M. Hellemans gericht aan het

                gemeentebestuur Leest :

                “Mijnheeren,

                Op bevel mijner hooger overheid ben ik verplicht UE te vragen of Gij het

                noodige gerief zoudt willen aankoopen voor de lessen van huishoudkunde

                in de gemeente meisjesschool o.a. stoof, strijkijzers, potten, pannen, emmers,

                enz. en al de benoodigdheden voor die lessen...”

     

    1932 – 1 september : Juffer Gerarda Marien aangesteld door het schepencollege tot

                tussentijdse onderwijzeres in de meisjesschool.

                Ze zou niet lang aanblijven, op 1 december reeds gaf ze haar ontslag en werd

                vervangen door Juffer Philomena Dons uit Hombeek.

     

    1932 – 16 september : Op vraag van pastoor Beuckelaers, dokter Spruyt, landbouwer

                F. Spruyt, weduwe Louisa Verbeeck-Verbruggen, Maria Francky, zuster

                Annonciate, Overste bij de Annonciaden, zuster Maria Van Dun der Annonciaden

                onderwijzeres, leden van het schoolcomiteit, om erkenning van de vrije gemengde

                bewaarschool besluit de gemeenteraad met algemeenheid :

                de vrije gemengde bewaarschool van Leest aan te nemen voor een tijdperk van

                tien jaren beginnende op 1 september 1932 en eindigende op 31 augustus 1942.

                De school zal worden bestuurd door Maria Van Dun.

     

    1932 – 7 oktober : Begrafeniskost Victor De Schoenmaeker

                Op 7 oktober 1932 overleed Victor De Schoenmaeker uit de Hertstraat.

                Victor werd te Heffen geboren op 1/7/1863 en was gehuwd met Joanna Katharina

                VERDICKT (°12/12/1864, +28/6/1923).

                Zij waren de ouders van Florentine, de echtgenote van Jan Edward Van Hoof

                wiens zoon Victor(de garde) later zou huwen met Maria Leonore Mees, een

                kleindochter van een broer van Victor De Schoenmaeker.

     

                Wij vonden nog details terug van de onkosten van zijn begrafenis.

                Naast de 320 frank voor Dr. Stuyck werd er in 1932 45 frank uitgegeven voor

                levering van “150 beeldekens aan 30 fr het 100” . Leverancier was koster J.

                Rheinhard.

                Pastoor Beuckelaers ontving 650 frank voor “kosten van kerkelijken dienst en

                begrafenis, zondagsgebed en twee gezongene missen voor wijlen Victor De

                Schoenmaeker overleden den 7 october 1932.”

                De firma Arm. Van de Mert, “Vlaggen en Versieringen, Moden, Bloemen,

                Kronen, Kruisen”uit de O.L.Vrouwstraat 10 Mechelen ontving 272,50 frank voor

                het plaatsen van “een kruis met plaque b.”

                Schrijnwerker Th. Teughels rekende 360 frank + 8

                De“Gewest.Ontvanger” ontving 900 frank voor de begraving op het gemeentelijk

                kerkhof van Leest.

     

                Foto’s :  bovenaan Victor De Schoenmaeker, onderaan zijn echtgenote Joanna

                               Katharina Verdickt. Het echtpaar woonde in de Hertstraat.

     







    27-02-2012 om 10:57 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1932 –Bruinvis gedood in de Zenne

     

    Foto : De postkaart met een fiere Louis Van Wauwe naast zijn “wondervisch”. De zwarte vlek op de foto, rechtsonder de rugvin, is de inslag van de dum-dumkogel, dewelke Louis als

    projectiel gebruikte. 

     

     

    In 1932 schoot Louis Van Wauwe, met een geweer van Duitse makelij uit de eerste wereldoorlog, een bruinvis neer in de Zenne.

    Toevallig passerende rijkswachters keken belangstellend toe.

    Het zoogdier werd echter niet onmiddellijk gedood en slaagde erin stroomafwaarts door te zwemmen tot Heffen, waar het werd opgehaald door plaatselijke bewoners.

    Louis, die samen met Jef Verbeeck zijn zieltogende prooi was gevolgd, eiste zijn rechten op en kreeg na lang redetwisten de bruinvis mee naar Leest.

    Het dier werd ontdaan van zijn ingewanden, volgepropt met ijs en voorlopig bewaard in een grote diepvrieskast tot de eerstvolgende tweede Paasdag.

    Op die bewuste dag stonden Louis Van Wauwe en de gebroeders Verbeeck vol enthousiasme met hun curiosum op het Leestse Dorpsplein. De bruinvis veilig weggeborgen voor nieuwsgierigen in een tent.

    Toegangsprijs 1 frank.

    Jef Verbeeck wist daarover in 1980 nog het volgende te vertellen :

    “Om volk te lokken riepen wij luidkeels : kom dat zien ! kom dat zien ! Een wondervis van onder de dertig kilo ! Iedereen trapte er natuurlijk in. Men verwachtte zich aan een vis van honderddertig kilo. Alleen de aandachtiger toehoorder liet zich niet vangen...”

     

    Hun expositie kende zo veel succes dat ze het enkele dagen later overdenen te Hofstade

    aan de Putten.

    De bruinvis werd later –niet vooraleer Louis Van Wauwe zich met zijn buit liet vereeuwigen op postkaarten- begraven in de tuin van de familie Verbeeck op de Tisseltbaan.

    Louis Van Wauwe was afkomstig uit Temse waar hij op 20/1/1907 werd geboren.

    Na zijn huwelijk met Maria Polfliet (1931) vestigde hij zich te Leest en betrok er vele jaren een huisje in het Pensenstraatje.

    Hij overleed o 17/12/1977 te Mechelen waar hij de laatste jaren van zijn leven had doorgebracht.

    De andere hoofdvertolker van dit avontuur (P.Phocaena) is familie van de kleine tandwalvissen, visetende zoogdieren die nooit langer dan 2 m worden. Ze jagen vaak in scholen (tot 150 dieren) in ondiep water en kwamen vroeger in grote aantallen aan onze en de Nederlandse kust voor.

     

    Op 24 december 1936  (zie verder) werd er te Leest opnieuw een bruinvis neergeschoten,

    ditmaal door de Hombeekse jachtwachter Lodewijk Meulemans.

     





    27-02-2012 om 10:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1930 – Op 31 december telde Leest 1738 inwoners.

     

    1931 – 27 januari : Mond- en klauwzeer bij vee van de kinderen Louis Geerts uit de

                Koeistraat.

     

    1931 – 16 april  -  Schepencollege :

                “Gezien het schrijven van Eerw. Heer Cleeren, onderpastoor, klagende dat

                hij bij sluiting der poort van de jongensschool, niet in de klas kan om nazicht

                te doen over de lessen van godsdienst en gewijde geschiedenis, en tevens

                bij bezoek in de school, de handeling van Mr De Leers laakt.

                Er zal aan Mr Stuyck gevraagd worden, om in die zaak handelend te willen

                tusschen komen als Kontonalen opziener, doch, er zal aan den heer onderpastoor

                gevraagd worden of hij die handeling bijtreedt.”

     

    1931 – 21 mei – Gemeenteraad :

                -Petrus De Prins aangesteld als gemeenteraadslid in vervanging van Jan Jozef

                Verlinden die ontslag nam.

                -Dokter Stuyck benoemd als medisch schooltoeziener in vervanging van de

                overleden dokter Van Assche.

                -Met éénparigheid van stemmen werd de wedde van de burgemeester opgetrokken

                tot 1.000 fr per jaar en deze van de klokluider tot 400 fr.

     

    1931 – 28 mei – Schepencollege :

                “Gezien het gewoon kleedsel van de veldwachter versleten is en ondraagbaar

                wordt na reeds gedane herstelling, en dat het provincie kledingsfonds daar tot

                heden niet in voorzien heeft. Besluit het College : op kost der gemeente bij de

                maatschappij Gandia te Gent levering te vragen van : eene gewone broek, dito

                vest (met band van 8 chevronstrepen) en een kepie.”

                De gemeente betaalde daarvoor 572 fr.

     

    1931 – Op 6 augustus werden de landbouwers Alfons Polspoel, Joseph De Prins, Frans

                Jacobs en Petrus De Prins benoemd tot “leden nazichtscommissie graanoogst

                opneming”, dit onder het voorzitterschap van de burgemeester. (GR)

     

    1931 – 25 oktober : Vijf schapen van  Jan Frans Van der Hasselt werden verscheurd door

                2 loslopende honden (Proces Verbaal)

     

    1931 – 3 december : Alice Scheers benoemd tot tijdelijke onderwijzeres in de

                meisjesschool, in vervanging van Mevr. Ghekiére-Ackermans, ziek.

     

    1931 – 3 december : Op 68-jarige leeftijd gaf gemeentesecretaris August Van den

                Bossche zijn ontslag na 40 jaar dienst.

                “...Aan heer Van den Bossche wordt eene dankbare hulde gestemd voor de

                uitstekende diensten, door hem aan de gemeente gedurende meer dan veertig

                jaren bewezen, en machtigt hem, den titel van ere gemeentesekretaris te

                dragen.” (GR)

     

    1931 – Op 24 december werd Frederik Croes uit Heffen tot tijdelijke gemeentesekretaris

                benoemd. (de vacante plaats werd bekend gemaakt in het Staatsblad, Nieuws van

                den Dag, Laatste Nieuws en De Standaard)

                Zijn tijdelijke wedde beliep 21.000 fr per jaar.

     

    1931 – Op 31 december 1931 telde Leest 1757 inwoners.

    27-02-2012 om 10:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1930 – Op 3 mei kregen de Leestse schoolhoofden volgend schrijven van de

                burgemeester:

                “...Ingevolge omschrijving van Mr de Gouverneur der provincie van 30 april

                l.l. en het besluit der Bestendige Deputatie, doen wij u een boekje geworden,

                betrekkelijk het vieren van Bebloemd België in 1930, als herdenking der

                honderdste verjaring van ’s lands onafhankelijkheid.

                Namens de Hoogere overheid aanzoeken wij u, de kinderen uwer school aan te

                zetten en propaganda te maken bij de kinderen en de ouders, tot het verfraaien

                hunner woningen, door het aanbrengen van bloeiende planten.”

     

    1930 – 13 mei : “...Het College gaat over tot het sluiten der voorloopige overeenkomst,

                met inwoners der gemeente, waarvan eigendommen dienen ingelijfd te worden

                voor het ontwerp van herlegging van den steenweg van groot verkeer van Leest

                Dorp naar de grens Thisselt, aan de prijzen door den Raad bepaald op 72.000,...

                en 60.000 franks het hektaar, toe te passen van het dorp tot de beek aan 72.000

                franks hektaar, en van overkant der beek in de richting Thisselt aan 60.000 fr

                het hektaar.

                Aan de eigenaars, andere gemeenten bewonende, zal een schriftelijk aanbod

                gedaan worden...” (SC)

     

    1930 – 15 mei : Zes Leestse landbouwers, die land bewerkten langsheen de Aabeek,

                tekenden verzet aan tegen de inrichting van een wasserij te Zemst. (GA)

     

    -GA, 1930 15 mei, bezwaar van eigenaars en huurders van weiland en grond palende aan de Aabeek

     gericht tot de burgemeester van Zemst :

     “De ondergeteekenden :

     1. Willem Slachmuylders, landbouwer, Kapellebaan nr.6

     2. Jan Fierens, landbouwer, Bist nr 4.

     3. De Prins Pieter, landbouwer, Kleinheidestraat 14.

     4. Somers Jan Hendrik, landbouwer, Rennekauter 8.

     5. Jan Frans Doms, landbouwer, Thisseltbaan 4.

     6. Verbeeck Hendrik, hovenier, Tisseltbaan 8, allen te Leest wonende.

     Zijnde allen eigenaars en gebruikers van weilanden en hovenierslanden, te Leest gelegen, langsheen  den waterloop nummer 1, van het atlas der waterlopen, genaamd Aabeek, welken waterloop zich  richt op het grondgebied der gemeente Sempst.

     Gezien de aankondiging door het gemeentebestuur van Sempst gedaan, de inrichting mededeelende  van eene wascherij op eenen eigendom van Joseph Robberegst van Sempst, nr.77, met kennisgeving  dat alle reklaam ten laste den 19 mei 1930 dient gedaan te worden.

     Overwegende dat eenen waterloop, den eigendom van het oprichtingsperceel land aandoet, en zich  ontlast in de Aabeek nr.1 van Leest.

     Dat de aangevraagde inrichting hare vuile en ongezonde waters gaat ontlasten in beek nr. 1, dus een  groot gevaar zal daarstellen voor het vee ter weiden, dat van de waters der beek gebruik maakt, en  voor het verder gebruik van het beekwater, gevaar daarstelt voor vele besmettingen, aan  groenteteelten en veldvruchten.

    Dientengevolge doen de bovengemelden verzet tegen de ontworpen inrichting.”  

     

    1930 – 19 juni : Wijziging van het sluitingsuur der drankhuizen.

                “...de openbare plaatsen, alwaar men drank verkoopt zullen alle dagen worden

                gesloten van den 1ste april tot den 30ste september om 1 ure ’s nachts en het

                blijven tot 4 ure ’s morgends, en van 1 october tot den 31ste maart om 12 ure

                middernacht en het blijven tot 4 ure ’s morgends.

                Om te voorkomen dat de schikking van dezen artikel niet worde verijdeld, is

                het aan eeniegelijk verboden zich te verzamelen na de uren in zelven artikel

                vermeld, voor de deuren der herbergen of op andere plaatsen, am aldaar te

                drinken of gezelschappen te maken...” (GR)

     

    1930 – 19 juni : Veldwachter Huybrechts werd benoemd tot “dwangbeveldrager der

                gemeentebelastingen.”

     

    1930 – 12 september : Nieuwe vraag van het gemeentebestuur aan “de Nationale

                Maatschappij der Belgische Spoortewegen te Brussel”om machtiging te

                Bekomen “tot het plaatsen van elektrische leidingsdraad onder den tunnel

                van de spoorbaan Mechelen-Dendermonde gevende doorgang voor het verkeer

                Mechelen-Kapelle op den Bosch, ter plaatse “Steinemolen”, om verlichting

                onder den tunnel te kunnen geven...

                Ingezien het druk verkeer van autos, autokamions en ander gerij, en de korte

                kromming van den steenweg langs de twee zijden der aangehoogde spoorbaan,

                is het doorrijden van den tunnel, bij avond zeer gevaarlijk...”

     

    1930 – 16 september : “Aan Frans Van der Goten, schilder Rennekauter Leest. –

                Gelief zoodra mogelijk te willen overgaan, voor rekening der gemeente Leest,

                tot de numeroteering van de huizen der gemeente Leest. Wij voegen hierbij

                een boekje opgemaakt per straat, met de namen der huisbewoners, met

                de numero achter den naam, welke numero moet geschilderd worden aan de

                voornaamste deur van ieder woning, in wel zichtbare zwarte cijfers.”

               (Ondertekend) Secretaris Vandenbossche.

     

    1930 – 2 december : Brief van gemeentebestuur gericht aan “Mijnheer de Minister” :

                “...hierbij uittreksel uit den Kiezerslijst voor den Werkrechtersraad betrekkelijk

                de Werkgeversafdeling.

                Hieronder geven wij u de namen der hoofden dewelke personeel in dienst

                hebben...:

                Daelemans Jan Bt, De Boeck Jan Alfons, De Coster jan Baptist, allen landbouwer

                en wonende Winkelstraat.

                De Prins Petrus, landbouwer Kleinheidestraat.

                Leemans Karel, landbouwer Grooteheidestraat.

                Scheers jan Jozef, landbouwer,Tinneschuurstraat.

                Spruyt Frans, landbouwer, Winkelstraat.

                Spruyt Jan Baptist, landbouwer Winkelstraat.

                Van der Hasselt kinderen, Ferd., landbouwer, Kapellebaan.

                Van Winghe wwe Frans, landbouwer, Kapellebaan.

                Verschueren Cyriel, landbouwer, Scheerstraat

                Vloebergh Lodewijk, metser, Koeistraat.

                Daarbij dient gebracht Mr Coemans Charles, eigenaar van het kasteel “De Mot”

                alhier gelegen, wonende te Mechelen Wilsonlaan 127, als werkgever aan den

                hovenier van zijn kasteel namelijk Jan Jacobs, wonende Bist nr.10 Leest.”  

     

    1930 – 6 december : Een gunstig advies werd door de gemeenteraad uitgebracht op de

                vraag van hovenier Hendrik Verbeeck “strekkende om machtiging te bekomen,

                om een deel der molenbeek, waterloop nr. 1 van het atlas der gemeente Leest,

                loopende door zijne eigendommen, recht te maken...”

     

    1930 – 6 december : “De burgemeester maakt den Raad opmerkzaam, dat een

                olmenboom van ruim 2 meters omvang, staande in den hof der pastorij,

                aangedaan is van de algemeene plaag der olmenboomen, derwijze dat een deel

                der takken drooggeworden zijn ;

                dat 12 kanadaboomen, staande in de Molenstraat, door wormen aangetast

                zijn, en slechts als brandhout zijn. Eénparig werd besloten machtiging te

                vragen tot verkoop.”

     

    1930 – 6 december  : kiezing leden Commissie van Openbare Onderstand :

                gekozen tot titelvoerende leden : David Verbruggen, Jan Frans Diddens,

                Frans Janssens en Karel Lodewijk Diddens.

                Plaatsvervangers : Jan  Baptist Maes, Frans Jozef De Maeyer, Antoon De

                Rooster en Jan Verlinden.

     

    1930 – Uit een brief van 11 december vernamen we dat de gemeente over 190 paarden

                beschikte.

    27-02-2012 om 10:20 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                  Foto : dr. Stuyck.

     

    1930 – Dat jaar telde Leest 30 herbergen en begon Marcel Stuyck zijn dokterspraktijk

                te Leest. Hij vestigde zich eerst in het huis van madame Voet om later enkele

                tientallen meter verder in de Dorpsstraat zijn huis te bouwen.

                Marcel Stuyck kwam op kerstavond 1962 om het leven bij een verkeersongeval,

                hij was  62.

     

    1930 – De onderwijzers De Leers en Selleslagh werden belast met het “optellen van de

                huizen en gebouwen voor de te doene volksoptelling.”

                (GA-9/10/1930)

     

    1930 – Stichting  te Leest van de Bond der Kroostrijke Gezinnen

                Alfons Hellemans in “De Band” 1956 :

     

    “De Bond der Kroostrijke Gezinnen, die streeft naar meer maatschappelijke en zedelijke vooruitgang harer leden, bestaat te Leest van in 1930.

    De hoofdleden van het bestuur waren de heer Frans Van Roey voorzitter en juffrouw Maria Rheinhard secretaresse, die haar ambt opzegde in 1932.

    De heer Amandus Van Steen werd dan secretaris.

    Op 9 november 1933 nam Alfons Hellemans het secretariaat over en vervult tot op heden deze post.

    Daar de plaatselijke werking van de Bond heel miniem is, en zich uitsluitend bepaalt bij de inning der bijdrage en ’t opmaken van de verminderingskaarten voor het spoor, werd er in de vervanging van de overleden voorzitter niet voorzien.

    Dit op advies van het gewestelijk comité.

    Buiten een filmvoorstelling met tombola en een St. Niklaasfeest voor de kinderen der leden, hadden we als bijzonderste gebeurtenis in onze afdeling de huldiging der moeders van 10 of meer kinderen op 17 december 1950.

    De viering begon met een H. Mis en ’s namiddags een feestzitting in “De Rooselaer”.

    De moeders ontvingen een prachtige herinneringsmedaille van de Bond, hen overhandigd door Mr Pastoor en de heer Burgemeester.

    De feestrede werd gehouden door de heer Slaets, gewestelijk afgevaardigde.

    De meisjesschool droeg stukjes voor in betrekking met de moeder.

    Jan De Decker las een fragment voor van Ernest Claes “Oorlogsnovellen, van een schamel moederke”.

    Na een kort woordje van de pastoor en Alfons Hellemans, werden de aanwezige moeders en vaders op een koekenfeest vergast.

    Een dergelijke gebeurtenis staat de bond binnenkort weer te wachten, gezien er sedertdien weer een aantal leden in dit geval verkeren.

    Op dit ogenblik zijn reeds 93 landen aangesloten bij de B.K.G.

    Nog meerdere huisgezinnen zouden kunnen toetreden, vermits nu de gezinnen met drie kinderen ook kunnen genieten van al de voordelen van de Bond (met uitsluiting van de vermindering op ’t spoor, waarvoor de voorwaarde van 4 minderjarige kinderen geldig blijft).

    Moge de Bond nog groeien ten bate der grote gezinnen.”

     

    De website van Leest.be vermeldde over de BGJG in 2003 (7 augustus) :

    “De Bond van Grote en van Jonge Gezinnen

    Is een pluralistische en democratisch georganiseerde vereniging die zich inzet voor alle gezinnen in Vlaanderen en Brussel.

    De Bond verdedigt de belangen van de gezinnen, los van hun religieuze, ideologische of politieke opvattingen en los van de samenstelling van het gezin.

    Daar de doelgroep van onze gezinsbeweging zo’n ruim deel van de samenleving omvat, moeten alle gezinnen zich thuis kunnen voelen in “De Bond” en moet ons aanbod erg divers zijn.

    Met de lidkaart van de Bond verkrijgt u vermindering op tal van activiteiten, bezoeken aan musea en manifestaties.

    U kan ook beroep doen op een hele waaier van diensten zoals een sociaaljuridische dienst, jeugdkampen, reductiekaarten, openbaar vervoer, gezinssportfederatie, studie- en huwelijksleningen, leningen Vlaams Woningfonds, grootouderactie, enz...

    Tevens ontvangt u iedere week het “Bondsblad”, boordevol informatie rond het gezin.

    Voor kersverse vaders en moeders is er gratis “Brieven aan jonge Ouders”, voor ouders met tieners van 12 tot 16 jaar is er “Botsing” en voor de grootouders “Actief”.

    In Leest kan je terecht voor algemene inlichtingen op het platselijk secretariaat : Martin Mollemans, Vinkstraat 66 en voor reductiekaarten bij Tony Dons, Dorpstraat 17.”

     

    1930 – 21 februari : De gemeente ontving een brief van Dhr. Stuyck, kantonale opziener

                van het lager onderwijs, waarin ze erop gewezen werd “dat den toestand der

                gemeentescholen, en van het materiaal, veel te wenschen overlaat, niet meer

                voldoet aan de noodwendigheden voor het geven van behoorlijk onderwijs.”

                (GR-13/3/1930)

     

    1930 – 1 maart : Rosa Marien benoemd tot tijd. Onderwijzeres in de meisjesschool, als

                plaatsvervangster van de nog steeds zieke mevrouw Ghekiére-Ackermans.

                Jaarwedde : 13.000 fr. (GR-13/3/30)

     

    1930 – 13 maart : Pieter Hendrik Spruyt tot grafmaker benoemd, in vervanging van

                Henri Van de Vondel, ontslaggever.

                Hij ontving daarvoor 20 fr per lijk boven de 10 jaar oud, en 10 fr tot 10 jaar.

                In dezelfde zitting van de gemeenteraad werd klokkenluider Jaak Lodewijk

                Lauwers belast “met den onderhoud en het reinigen der wegenissen van

                geheel het kerkhof, waarvoor hem dan de grassing van geheel het kerkhof

                als vergelding werd verleend.”

                Voordien onderhield de klokkenluider slechts de helft van het kerkhof, de andere

                helft werd onderhouden door de vroegere grafmaker.

                Nog uit deze gemeenteraad :

                “...De Raad, gezien het Koninklijk Besluit van 19/12/1929, waarbij het tarief der

                tolrechten geheven op den overgang der brug over den Rupel, merkelijk wordt

                verhoogd. Overwegende dat deze tol de handsel- en nijverheidsbetrekkingen wel

                ernstig belemmert, en dat de betaling van die verouderde belasting, stremming

                voor het verkeer daarstelt ;

                Overwegende dat de Rupelbrug een der enigste is van het land waarop nog

                tolgelden worden geheven, beslist éénparig bij den heer Minister van Landbouw

                en Openbare Werken protest aan te teekenen tegen de nieuwe tarieven en de

                volledige afschaffing aan te vragen der tolrechten.”

    27-02-2012 om 09:53 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : de sabel van de oude veldwachter Isidoor Constant Van Hoof.

                            Paul Van Roy uit de Vinkstraat  vond die op zijn zolder terug.

     

    1929 – 1 juni : Uit een brief van het gemeentebestuur :

                “...wij doen u kennen dat de bewapening van onzen veldwachter bestaat uit een

                revolver en matrak.”

     

    1929 – 6 juni : “...de weg van Leest naar Thisselt is geheel onberijdbaar, zodanig dat de

                gespannen van de zoomwegen moeten gebruik maken...”

     

    1929 – 13 juni : Pokzetting in het gemeentehuis door dokter Van Assche aan de

                schoolkinderen. Deze was gratis. (GA-6/6/1929)

     

    1929 – Op zondag 30 juni rond 17u30 brandde er een stromijt af, gelegen nabij de

                woning van Jozef Apers in de Mechelbaan.

                De oorzaak bleef onbekend, het huis bleef gelukkig gevrijwaard.

                (GA-1/7/1929)

     

    1929 – Bij Koninklijk Besluit van 5 juli 1929 werd de “medalie van 3e Klas”verleend

                aan Frans Cnops uit de Kleinheidestraat 2, dit voor een daad van moed en

                zelfopoffering. (GA-20/8/1929)

     

    1929 – 3 oktober – Gemeenteraad :

                -De Raad stemde een speciaal krediet van 100 fr voor het “Comité der Guido

                Gezelle Hulde, overwegende dat het billijk is in de mate van het mogelijke, tot

                het welgelukken van de viering der honderdste verjaring van dien grooten

                Vlaamschen dichter bij te dragen.”    

                -De Raad besloot éénparig en onder voorbehoud van goedkeuring door de hogere

                overheid, de gemeentelijke bijdrage voor onvrijwillige werklozen te brengen op

                4 fr per dag voor de gehuwden en ongehuwde mannen, op 1 fr per dag voor de

                vrouwen en op 0,50 fr per kind per dag als familietoeslag en dit te beginnen

                van de eerste dag af.

                -Bij éénparig besluit van de Raad werd een berisping gegeven aan

                gemeenteontvanger De Hondt, wegens nalatigheid.

     

    1929 – 24 oktober – Schepencollege :

                “...De burgemeester deelt mede dat het noodig is, betere verlichting te hebben

                aan de Zennebrug, waar slechts één lamp bestaat en dat aan de woning van

                Van den Eede, Tisseltbaan, ook ene lamp zou mogen geplaatst worden...”

     

    1929 – 14 november :

                “...Overwegende dat de gemeente te zorgen heeft voor het onderhoud en de

                uitbreiding der diensten van de openbare verlichting, de opruiming, de bestrating

                enz. en dat deze uitgaven in 1928 beliepen tot de som van fr 22.898... besluit

                éénparig : te rekenen vanaf 1/1/1930 en voor eenen termijn van twee jaren, wordt

                er ten behoeve der gemeente Leest, eene straatbelasting geheven.

                Op de gebouwde eigendommen : 1/10 der kadastrale huurwaarde van het belast

                vast goed.

                Op de ongebouwde eigendommen : 1/20ste van het kadastraal inkomen van het

                belast vast goed...”

                In dezelfde gemeenteraad verkreeg Jozef Leemans uit Hombeek een gunstig

                advies “tot inrichting van een regelmatigen en openbaren buschdienst voor

                personenvervoer tusschen Mechelen en Kapelle o/d Bos, gaande over het

                grondgebied met Minerva en Chevroletrijtuigen van 20 PK aan den prijs van 3

                franks voor den geheelen tocht.”

     

    1929 – 2 december : “...Overwegende dat er slechts één vrije boekerij in de gemeente

                bestaat en dat bij de begrooting voor 1930, er slechts 25 centiemen per inwoner

                als inwoner als toelage is voorzien aan die vrije boekerij, besluit de Raad

                éénparig een bijkrediet te stemmen van 100 fr, als gemeentelijke bijdrage aan

                den bibliothecaris.” (GR)

     

    1929 – 12 december : Brief van de burgemeester tot schoolhoofd De Leers :

                “...Ingevolge verzoek van Mr de Gouverneur der provincie, zijn wij zoo vrij U

                bij deze over te maken 2 druksels tot inschrijving der bijdragen voor uwe school,

                voor het aankoopen van een geschenk aan te bieden aan H.K.H. Prinses Marie

                José, ter gelegenheid van haar huwelijk...”

     

    1929 – 31 december : Leest telde 1761 inwoners, 343 gezinnen en 340 woningen.

                (GA-21/3/1930)

     

    1930 – Honderdjarig bestaan van België

                Dit ging ook te Leest niet onopgemerkt voorbij.

                In december maakte het gemeentebestuur een verslag over de voorbije aktiviteiten

                in het kader van dit eeuwfeest :

                “Den 11 mei, in de Alemstraat : velokoers voor beginnelingen met premiën.

                Den 12 mei, veejaarmarkt met uitdeelingen van premiën aan de deelnemers,

                gevolgd van volksspelen, met premiën.

                In de Groote en Kleinheidestraten :

                Op 13 juli : velokoers voor beginnelingen, met premiën.

                Op 14 juli : jaarmarkt voor vee met premiën.

                Haankappen, vogelpik en bakschieten voor velorijders met premiën.

                Op 27 juli : bijwoning der plaatselijke overheden en bestuursleden van

                Commissie van O.O., Kerkfabriek en leden Feestcommissie, van het Te Deum.

                Op 12 oktober : volksspelen met premiën en prijzen in de Winkelstraat, Koeistraat

                en Mechelbaan.

                Vogelpik per rijwiel, velokoers voor personen boven de 40 jaar, flessen vullen en

                mastklimmen. 

                Op 13 oktober in het Dorp : velokoers voor onderbeginnelingen met premiën,

                vogelpik en bakschieten per rijwiel, mastklimmen, serieuze wandeling voor

                gezette personen.

                Algemeene verlichting der dorpsplaats met versiering en verlichting van het

                gemeentehuis.

                Op 26 oktober in de Thisseltbaan, groote loopkoersen voor onafhankelijken en

                beginnelingen met uitdeeling van premiën.

                De bovengemelde feesten zijn opgeluisterd geweest op de verschillende plaatsen

                door de fanfaren maatschappijen Arbeid Adelt en Sinte Cecilia, welke eveneens

                eene premie toegekend zijn.

     

                Afrekening der feesten.

                De toelage der gemeente in begrooting 1930, beloopt 1.500 fr.

                Beloofde staats- en provinciesubsidie : 900 fr.

                Betaald aan drukker Thomas voor de affichen 150 fr, aan lid der feestcommissie

                Huybrechts 1.350 fr.

                Nog te betalen voor versiering en verlichting van het gemeentehuis : 120 fr.

                Opgemaakt door het gemeentebestuur van Leest, den 18 december 1930.”

     

    27-02-2012 om 09:41 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

                Foto’s : bovenaan de jongensschool na 1900.

                              Onderaan : de brug en de loskaai dezelfde periode.

     

    1928 – 24 november : Uit een brief van de burgemeester trot de provinciale bouwmeester

                Careels uit Lier :

                “Tot antwoord aan uwe dienstkaart van den 23 dezer, doen wij u kennen dat onze

                gemeentejongensschool drie klassen bevat ;

                een deel dier school, hetzij 2 klassen, moeten gebouwd zijn in 1829, de derde klas

                moet in 1882 gebouwd zijn.

                De eenige onderwijzerswoning is in 1882 gebouwd.

                De gebouwen als gemeentemeisjesschool gebruikt, bevinden zich op grond van

                Juffer Gillis uit Brussel, dewelke er eigenaar van is.

                Zij werd gebouwd in het jaar 1879 en bevat 3 klassen ;

                tot heden betaalde de gemeente daar geen de minste huufr voor.

                Er bestaat nog eene bewaarschool, in 1927 op grond van derde personen,

                bevattende eene klas.

                Aan bovenbedoelde meisjesschool bestaat geene woning.”

     

    1928 – 13 december : De gemeenteraad gaf toelating om twee klassen van de

                jongensschool te laten gebruiken “tot het geven van avondlandbouwleergangen

                en gewestelijke landbouwleergang”.

                De lessen kwamen er op initiatief van onderpastoor Cleeren, proost van de

                Boerengilde en van de Boerinnenbond.

                Tevens stemde men 300 fr voor verwarming en klasreiniging.

     

    1928 – 13 december : Nieuw reglement en taks op de loskaai aan de Zenne :

                Artikel 1. Te rekenen van den 1e der maand zal op de loskaai in de gemeente

                bestaande aan de Zennebrug , voor een termijn van drie jaren, het volgende

                kaairecht worden geheven, voor voertuigen welke aan de kaai laden, lossen of

                aanleggen, betaalbaar per ton en per dag :

                a. Voor de 5 eerste dagen 0,45 fr.

                b. Voor de volgende dagen 0,60 fr.

                Mest en landbouwvetten  zijn vrijgesteld van de taks.

                c. Boomvlotten betalen 2 fr per kubiekmeter er gelost of geladen en moeten

                binnen de 48 uur na aankomst weggeruimd worden.

                De waren op de kaai nedergelegd betalen per dag en per vierkante meter 5

                centiemen voor de eerste 5 dagen, 10 centiemen voor de volgende 20 dagen.

                Rijtuigen welke op de kaai lossen of laden betalen 5 centiemen voor kar met 2

                wielen en 10 centiemen voor wagen en  heurst.

                Geregelde diensten van Beurt of stoombooten bestaan niet.

     

                Artikel 2. Het recht zal moeten gekweten worden bij den aanvang van het laden

                Lossen der schepen of boomvlotten, en bij het aan of wegvoeren op de kaai, door

                den eigenaar der waren en vlotten.

                De ontvangsten en uitgaven voor de kaai, zullen ieder jaar bij afzonderlijke

                rekening worden vastgesteld en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie.

     

                Artikel 3. Het lossen en laden der schepen zal gedaan worden in de volgorde

                hunner aankomst, ten ware door watergemis of overmachtr de vaartuigen moesten

                in gevaar komen. Lossen of laden van bomen mag het vervoer op de kaai niet  

                belemmeren.

     

                Artikel 4. Het slijten van sterke dranken is streng verboden op de kaai.

     

                Artikel 5. De schade aan den kaaimuur of aan het gereedschap toegebracht zal

                moeten gedragen worden door den eigenaar der geloste of geladen waren.

     

                Artikel 6. Het recht zal geheven worden op de waren en bomen, gelost of geladen

                op  de lengte van den gemetselden kaaimuur. (GR)

     

    1929 – 15 januari - Gazet van Mechelen :

                “...Iets voor acht uur had op de Battelse Bergen op de steenweg tussen Leest en

                Battel een erg ongeval plaats, dat nog al goed is afgelopen.

                In de richting van Mechelen reed de 20 jarige Briat per fiets en achter hem kwam

                Alfred Van Asch, wonende te Hombeek, die met zijn autobus allerhande vervoer

                doet. De steenweg is daar nog al erg eng en glibberig en de fietser reed daarom

                gedurig van rechts naar links. Juist aan een opweg stak de fietser weer over.

                Toen ook de auto hem voorbij wilde rijden viel Briat.

                Om den man niet te moeten overrijden wierp de chauffeur zijn stuur over en ging

                den landweg op. Voor het voertuig stil stond kantelde het om en met de as op den

                man die nog ten gronde lag. Met grote moeite werd de ongelukkige er onder uit

                gehaald en kon men bestatigen dat hij als bij wonder maar eene bloedende

                vleeswonde had bekomen over het voorhoofd.

                Dokter Lindemans die ter plaatse kwam, heeft Briat per auto medegenomen naar

                de kliniek van de Vaartstraat om er verzorgd te worden.” (KH)

     

    1929 – 24 januari : Wegens overlijden van 2e schepen Ferdinand Van der Hasselt, kwam

                er een plaats open in de gemeenteraad.

                Frans Jacobs, eerste plaatsvervangend raadslid werd gekozen als werkend

                gemeenteraadslid. De post van 2e schepen zou gaan naar Karel Laurent Van den

                Brande die 5 stemmen behaalde tegen 4 voor Philip Jozef De Prins.

                (GA-21/3/1929)

     

    1929 – 4 april : “Gezien de overgroote schade aan de steenwegen, tengevolge van den

                dooi en laattijdige sluiting der barreelen toegebracht, waarvan herstelling zoo

                veel-en zoodra mogelijk dient gedaan te worden” besloot het schepencollege

                bij de maatschappij Groeven van Quenast 1300 kasseien 15/15/15 + 1700

                + 140 sluitstenen aan te kopen.

     

    1929 – 15 april : Yvonne De Winter werd benoemd tot tijdelijke onderwijzeres in de

                meisjesschool, “in tijdelijke vervanging van de zieke titularisse Mevrouw

                Ghekiére-Ackermans”.

                Jaarwedde : 13.000 fr zonder andere vergeldingen.

                (GR-2/5/1929)

                Juffer De Winter zou niet lang aanblijven, op 8 mei reeds gaf ze haar ontslag.

                Ze werd vervangen door Juffer L. Philomena Van de Venne.

     

    1929 – Op 27 april  deed schrijnwerker Theodoor Teughels een aanvraag om machtiging

                te bekomen voor de plaatsing “eener electromotor tot beweging van zaag-,

                schaaf-, boor-, pin- en topmachienen.”

     

    1929 – 8 mei : Het college besloot om voor de komende Sinksenkermis twee gendarmen

                aan te vragen als hulp voor de ordehandhaving.

                Aan de kasseier werkzaam aan de gemeentesteenwegen besloot men vijf frank

                per  uur te betalen, zijn twee helpers waren goed voor 24 frank per dag.

     

    1929 – 30 mei : Op aandringen van de Gouverneur, besloot de gemeenteraad, en dit vanaf

                1 juni e.k., aan de veldwachter een toelage uit te betalen van 1,50 fr per dag

                “tot dekking der voedingskosten van zijnen politiehond”.

     





    27-02-2012 om 09:28 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1927 – 16 oktober : In de zaal “het Brughuis” had een voordracht plaats over

                kankerbestrijding. De toegang was kosteloos.

                Het initiatief kwam van de “Belgische Maatschappij voor Kankerbestrijding”.

                Het gemeentebestuur zorgde voor 50 fr subsidie.

                (GR-30/8/1927 en GA-19/8/1927)

     

    1927 – 21 oktober : “In den namiddag is er eenen paal der verlichtingslijn, in de

                Molenstraat nabij de woning van Ct Diddens, aangereden door het gespan

                van Victor Troch, landbouwer Mechelbaan 3 Leest.

                Bedoelden paal is omgtrent 30 cm verschoven.”

     

    1927- Op 22 oktober deed het schepencollege volgende bestelling bij meester

                schrijnwerker Frans Spiessens uit Hingene, te leveren binnen de 30 dagen :

                “-Dertig tafeltjes voor de gemeentebewaarschool van Leest, gelijk aan het

                model in de bewaarschool van Rumpst geplaatst, mits de som van 1305 fr.

                Ieder tafeltje zal twee schuifjes moeten hebben, waarvoor eene verhooging

                van vier franks vijftien centiemen per tafeltje wordt bijbetaald, hetzij

                tezamen fr. 124,50.

                -Maken, leveren en plaatsen van 18 loopende meters bord voor de

                bewaarschool, gemaakt in triplexhout, twee maal geschilderd met

                Niolietbordverf, met de noodige klampen en ijzerwerk voor het vastzetten,

                mits den som van 375 franken.”

     

    1927 – In de raadszitting van 17 november ging men akkoord om de jaarwedden van

                burgemeester en schepenen, alsmede de aanwezigheidsvergoeding van de

                raadsleden te verhogen.

                Was dit vroeger 186 fr voor de burgemeester en 62 fr voor de schepenen en

                1 fr per zitting, dan stemde men nu :

                500 fr voor de burgemeester, 250 fr voor elke schepene en 5 fr per zitting

                voor de gemeenteraadsleden.

     

    1928 – Volgens de “Staat van Bijwoning” beliep het aantal kinderen dat te Leest school

                liep : 101 voor de jongensschool, 92 voor de meisjesschool en 55 voor de

                bewaarschool. (2/11/1929)

     

    1928 – In 1928 repareerde metser Lod. Vloebergh de brug over de Molenbeek :

                “...de metserij was geheel gescheurd en langs eene zijde 20 centimeters

                doorgezakt, ook was den ijzeren anker in het metselwerk gebroken en diende

                vervangen te worden.3

                Het herstel kostte 2.350 fr, som die de Cie d.Electricité du Nord de la

                Belgique werd aangerekend, daar zij de schade veroorzaakt had door het

                vervoer van palen. (GA-31/5/1928 en 16/6/1928)

     

    1928 – De jaarwedde van  de veldwachter bedroeg in totaal 7.970 fr.

                (4.800 fr wedde, 175 fr verplichte 2 jarige verhoging, 1.995 fr duurtetoeslag

                en 1.000 fr weddeverhoging gestemd door de gemeenteraad)

                (GA-23/10/1928)

     

    1928 – De dorpskermissen hadden in 1928 plaats op 27 en 28 mei en 9 en 10 december.

                Op 8 en 9 juli in de Kleinheidestraat en op 12 en 13 februari in de Alemstraat.

                (GA-24/1/1928)

     

    1928 – Leest telde drie duivenlokalen :

                bij Emiel Verschueren in het Dorp, bij Henri Teughels in de Winkelstraat en bij

                Egied Jozef Polfliet in de Tisseltbaan.

                (GA-24/1/1928)

     

    1928 – Het kiezersaantal voor de werkrechtersraden bedroeg 123 ingeschrevenen

                verdeeld als volgt : 7 kiezers werkgevers, 4 kiezers bedienden en 112 kiezers

                werklieden en werksters. (GA-4/4/1928)

     

    1928 – 26 januari : Het Davidsfonds kreeg van het schepencollege toelating om te

                vergaderen in de bovenzaal van het gemeentehuis.

     

    1928 – 11 februari : De Raad stemde een speciaal krediet van 158,75 fr voor aankoop van

                2 zetels en aanbieding van “den eerewijn” ter gelegenheid van het 50-jarig

                huwelijksjubileum van het echtpaar Pieter Jan Fierens-Peeters.

     

    1928 – 11 februari : Aan het schepencollege werd mededeling gedaan “der aanvragen

                tot aanduiding der richtingslijn tot bouwing van woningen, langs den steenweg

                tusschen het dorp en de St-Jozefskapel” van nagemelde personen :

                1. Pieter Jan Huybrechts-De Smedt, voor een huis.

                2. Jozef Van den Brande-Peeters, voor een huis.

                3. Frans Boey-Campion, voor een huis.

                4. Isidoor Piscador-Polfliet, voor een huis.

                5. Louis Van den Heuvel-De Smedt, (Oude Brusselsestr 17 Mechelen)voor een

                huis.

                6. Petrus De Prins, voor vier huizen.

                7. Frans Piessens-Robyns, voor een huis met toebehoorten.

                8. Busschot-Daelemans Prosper voor drie huizen.

                Het Schepencollege zou toestemming geven tot de bouw van deze 13 huizen in

                de Dorpsstraat (tussen de meisjesschool en de St.-Jozefskapel)

     

    1928 – 8 maart : “...aangezien de 1500 kasseisteenen en 75 sluitstenen aangekomen

                zijn ter statie Hombeek, zoo besluit het College met de jaarlijksche herstellingen

                te doen aanvang nemen, eerst in de Kapellebaan, dan aan de Cantine de goot

                te verhoogen en de grootste putten in de steenweg van het dorp naar Thisselt

                te herstellen.” (SC)

     

    1928 – 19 maart : “Bij openbare verhuring voor notaris De Marré van Mechelen, van het

                jachtrecht op de goederen der Commissie van Openbaren Onderstand en van het

                Kerkfabriek van den H. Nicolaus van Leest, voor eenen termijn van 9 jaren,

                ingaande 1/1/29, zijn gehuurd :

                Lot 1, door Henri Leysen, juwelier te Brussel, mits 600 fr per jaar.

                Lot 2, door zelven heer Leysen, mits 20 fr sjaars.

                Lot 3, door Alfons De Beuckelaer, aannemer te Mechelen mits 300 fr per jaar”

     

    1928 – 5 april : J. Rheinhard, Leonard De Muyer en Pieter Frans Verbeeck kregen

                bericht, via het gemeentebestuur, van de gouverneur, dat hun respectievelijk

                1.500 fr, 1.000 fr en 1.500 fr toegekend werd “op het arrondissementsfonds

                der meestbegaafden” voor dochter Jozefina Rheinhard, zoon Karel De Muyer

                en dochter Celine Verbeeck. (GA-5/5/1928)

     

    1928 – Op 24 mei bracht de gemeenteraad gunstig advies uit op de vraag om toelating

                van Jozef Maes, voor het uitbaten van een autobuslijn over Mechelen, Hombeek,

                Leest, Tisselt en Willebroek. Dit op markt-, feest- en kermisdagen.

                Het betrof een chevrolet-rijtuig met 28 zitplaatsen.

     

    1928 – 18 juni : In een brief aan het Komiteit voor Oorlogswezen te Antwerpen, meldde

                burgemeester De Laet dat er tot zijn spijt in de gemeente niemand gevonden werd

                om de verkoop van “het weezenbloempje” te doen.

                “De hoofdonderwijzer, alhoewel zelf oorlogsinvalide, weigerde, zo deed ook de

                hoofdonderwijzeres.”

     

    1928 – 16 augustus : “Het College, overwegende dat er voor oorlogsschade wegens

                ingeleverd stroo aan de Duitschers, aan de gemeente toegekend is eene som

                van fr 1.550, dewelke reeds gestort is geworden op het gemeentekrediet,

                besluit éénparig :

                de lijst der 62 leveraars van stroo bevat 62 namen : er zal overgemaakt worden

                tot uitbetaling aan de rechthebbenden, aan den heer gemeenteontvanger, tot

                beloop van 25 fr aan ieder leveraar.”

     

    1928 – 21 augustus : “In den herberg van Frans Jan De Decker, Thisseltbaan, is een

                speeltuig geplaatst, hetwelk met insteken van een geldstuk voor het publiek

                muziek geeft.

                Andere speeltuigen, phoografen of radios zijn er te Leest in herbergen niet

                geplaatst...” ‘(GA-21/8/1928)

     

    1928 – 13 september : Schaliedekker Louis De Smedt uit Blaasveld kreeg het

                herstellingswerk aan het kerktorendak toevertrouwd mits de som van 10.065 fr.

     

    1928 – 31 oktober : Het schepencollege gaf toelating tot de plaatsing van 13

                telefoonpalen te Leest en dit “langsheen en op de Kleinheidestraat, steenweg

                naar Kapelle op den Bosch, uitgaande van den steenweg op Thisselt tot de

                woning van Geerts Alfons Juliaan.”

                In het college van 15/11 en 22/11 behandelde men opnieuw de plaatsing van

                telefoonpalen ditmaal 9 stuks, vanaf de Zennebrug tot de woning van Frans

                Piessens in het Dorp.

     

    27-02-2012 om 06:39 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1927 – 6 januari : Eerste schepen Jozef A. Apers werd aangewezen als “burgerlijk lid

                der commissie van optelling en rangschikking van paarden en voertuigen

                in de gemeente bestaande.” 

     

    1927 – 23 januari : De leden van het “Patronaat” uit Hombeek  gaven een “Luisterrijk

                Toneelfeest” in hun lokaal in de Bankstraat. Er werden twee stukken opgevoerd :

                “Ambiorix” een geschiedkundig drama en na de pauze “Vlug verdiend” een

                blijspel. Alfons Hellemans speelde Ignis, de bevelhebber van de Nerviërs. (KH)

     

    1927 – 8 maart : Theofiel Verschueren kreeg volgende dankbetuiging van de Leestse

                gemeenteraad :

                “Wij zeggen U, in naam van den Raad, dank, voor uwe bewezene en

                ononderbroken diensten, gedurende 38 jaren, als gemeenteraadslid, schepen

                en burgemeester van Leest.”

                Ook dankbetuigingen voor Frans Beullens “als gemeenteraadslid en schepen

                gedurende 23 jaren.”

     

    1927 – 24 maart : Jaak Lodewijk Lauwens werd gekozen als nieuwe klokkeluider in

                vervanging van J. Rheinhard, ontslaggever.

                Lodewijk Verbruggen werd benoemd tot sekretaris van de Commissie van

                Openbare Onderstand in de plaats van August Van den Bossche.

     

    1927 – 11 april : Leonard Lauwers kreeg van de Bestendige Deputatie machtiging tot

                het plaatsen van “eenen electromotor van 20 vp in de meelmaalerij, ter

                vervanging van zijnen armgasmotor.” (GA-5/5/1927)

                Ook schrijnwerker Th. Teughels kreeg toelating van de Bestendige Deputatie

                en dit op advies van de Provinciale Geneeskundige Commissie tot het

                “heropbouwen zijner zaal dienende tot schrijnwerkerij, in de nabijheid van het

                kerkhof en dat het geraadzaam was, de heropbouwing op zijn eigen erve te

                voltrekken, zonder gebruik te maken van de afsluitingsmuur van het kerkhof,

                in vooruitzicht later moeilijkheden te vermijden bij gebeurlijke afschaffing of

                verplaatsing van het kerkhof.” (GA-10/5/1927)

     

    1927 – 28 april : De prijs voor eeuwigdurende grondvergunningen op het kerkhof werd

                vastgesteld op 450 fr per vierkante meter, waarvan 300 fr te storten in de

                gemeentekas en 150 fr in de kas der plaatselijke Commissie van Openbare

                Onderstand. (GR)

     

    1927 – 28 april : Het gemeentebestuur beschikte nog steeds niet over telefoon.

     

    1927 – 28 april : Alfons Vergaelen, veldwachter te Kapelle op den Bos en Jan Th.

                Huybrechts, veldwachter te Leest, werden gemachtigd om als hulpveldwachter

                te  fungeren in de gemeente van hun collega.

     

    1927 – 19 mei : De gemeenteraad, bestatigend “dat er in alle gemeenten bewaarscholen

                zijn”, denkt er aan ook te Leest een bewaarschool te openen.

     

    1927 – 24 mei : De gemeenteraad stemde voor een taks “op de begravingen van lijken

                der personen van vreemde gemeenten naar het gemeentekerkhof overgebracht”.

                De taks bedroeg 25 fr per lijk en diende betaald te worden voor de begraving.

     

    1927 – 17 juni :

                ...De Raad, overwegende dat elf ter dood veroordeelden reeds werden vrijgelaten,

                overwegende dat Dr Borms en consoorten slechts gehandeld hebben uit

                idealisme, overwegende dat de christelijke naastenliefde vergt dat algeheele en

                onvoorwaardelijke amnestie verleend worde, omdat deze de eendracht tusschen

                de burgers, en de rust waaraan het land op het oogenblik zoo’n groote behoefte

                heeft, zou herstellen.

                Overwegende dat sinds lang amnestie werd verleend in de omliggende landen,

                drukt bij deze den wensch uit dat het wetsvoorstel Van Cauwelaert ten spoedigste

                zou besproken en zonder wijziging zou aangenomen worden.”

                (DB-1957 moties van de gemeenteraad)

     

    1927 – 14 juli – Gemeenteraad :

                “...werd mededeling gedaan aan den Raad van 2 brieven van de

                Arrondissementskommissaris, namens de Minister van Binnelandse zaken en

                Volksgezondheid, aandringende en de inlevering verzoekende aan het

                Staatsarchief te Brussel van de parochiearchieven en registers van den

                Burgerlijken Stand van voor 1830, om deze niet langer aan vernieling en

                beschadiging bloot te stellen.

                De Raad, overwegende dat deze parochieregisters dikwijls aan familien dienst

                bewijzen tot opzoeking van geslachten, en dat die opzoekingen gemakkelijk en

                zonder verplaatsingskosten op de gemeente kan gedaan worden dan te Brussel

                in het staadsarchief, zoo drukt den Raad den wensch uit, dat mijnheer de

                Minister aan den gedanen wensch, geen verder gevolg tot inlevering bevelen zal.”

     

    1927 – 20 juli : Brief van burgemeester De Laet tot zijn ambtsgenoot van Mechelen :

                “...wij zijn zoo vrij uwe welwillende aandacht in te roepen op den slechten

                toestand van Battel naar Leest, bijzonder terplaatse de Battelbergen, alwaar

                het wisselen voor gespan gevaarlijk wordt.”

     

    1927 – 30 augustus : Maria Joanna Gerarda Rheinhard met vijf stemmen tegen drie

                benoemd als bewaarschoolonderwijzeres.

                Jaarwedde : 4.800 fr en 200 fr woonstvergoeding.

     

    1927 – 12 september : Rond 15u30 ontstond er brand in de woning van Victor Fierens,

                een landbouwer uit de Tisseltbaan.

                Woning met stal en schuur, de oogst en de meubelen werden vernield.

                Het vee kon gered worden.

                De Volksstem daarover in de krant van 15 september :

                Groote Brand te Leest

                “Brand brak uit in de hoeve van landbouwer A. Fierens, gelegen alhier

                ter plaatse gezegd “Leestsche Heide”. Het gezin bestaande uit man, vrouw en

                twee kinderen, bevond zich aan den veldarbeid, op een 100 meter achter hun

                woning gelegen, toen zij vlammen uit de schuur zagen opslaan. Zij snelden

                toe, alsmede buren, om te redden wat te redden viel.

                Het hoornvee en een paar varkens konden met de grootste moeite gered worden.

                Inmiddels had het vernielend element zich steeds verder uitgebreid en ook de

                hoeve aangetast.

                Hoeve, schuur en stallingen met gansch den inboeldel, werd een prooi der

                vlammen. Enkel een paar muren staan nog recht.

                De schade bedraagt ongeveer 65 duizend frank en is slechts gedeeltelijk

                verzekerd. De oorzaak is niet gekend.”

    27-02-2012 om 06:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : Victor De Laet, de nieuwe burgemeester.

     

    1927 – 4 januari : Aanstelling van de gemeenteraadsleden en verkiezing van schepenen.

                Frans Beullens, Karel Van den Brande, Alfons Polspoel, Prosper Busschot, Jozef

                Apers, Victor De Laet, Ferdinand Van der Hasselt en Philip Jozef De Prins legden

                de eed  van getrouwheid af in handen van burgemeester Theophiel Verschueren.

                Jozef Albert Apers werd gekozen als eerste en Ferdinand Van der Hasselt als

                tweede schepen.

                Op 24 februari zouden TH. Verschueren en Frans Beullens echter ontslag nemen.

                Ze werden vervangen door Jan Nuytkens en Jan Jozef Verlinden.

                De burgemeesterssjerp ging naar Victor De Laet.

                Victor De Laet zou dit ambt 12 jaar uitoefenen.

                Buiten zijn aktiviteiten als landbouwer en burgemeester was hij ook stichter en

                voorzitter  van de plaatselijke Boerengilde, keurmeester op alle jaarmarkten uit de

                omtrek, voorzitter van het “landbouwcomice”, lid van de Hogere Landbouwraad

                en kassier van de Raiffeisenkas.

     

                Victor De Laet was de zoon van Johannes en van Pelagie Bernaerts.

                Johannes werd geboren op 6 augustus 1848, op de Netelhoeve in de Bist.

                Zijn ouders waren kozijn en nicht : Jan en Mie De Laet.  Na zijn huwelijk

                kwam hij in de Tiendeschuurstraat wonen. Hun dochtertje Clementine stierf toen

                het zes jaar was , in 1886. Het jaar daarop werd hun enige zoon Victor geboren.

                Johannes stierf aan de gevolgen van tyfus op 25 juni 1893.

                Pelagie Bernaerts was een zuster van burgemeester Jaak Bernaerts.

                Victor De Laet studeerde aan het Klein Seminarie van Hoogstraten en nadien

                 een jaar te Leuven, maar de ouderlijke boerderij eiste hem  voortijdig op,

                 toen knecht Cools bij het beren zijn been had gebroken.

                Victor Jozef De Laet werd geboren te Leest op 16/3/1887 en overleed er op

                17/1/1970.

     

                In “De Band” publiceerde meester Huysmans ooit een brief, gedateerd 7/2/35, van

                zijn collega De Leers  gericht aan burgemeester De Laet :

                “Achtbare Heer Burgemeester,

                Hierbij deel ik u een schrijven mede, welke mij is gezonden geworden door den

                Heer Kantonnalen schoolopziener.

                Er wordt mij gevraagd medalies te willen verkoopen, om alzoo bij te dragen tot

                het oprichten van een gedenkteeken ter eere van onzen diepbetreurden Vorst,

                Koning Albert.

                Zeer gaarne wil ik den oproep van Zijne Excellentie, den Minister van onderwijs

                beantwoorden.

                Ten einde de geldinzameling met gelooden bussen te doen, wil ik u eerbiedig

                vragen de toelating te geven hetzelve te laten plaats grijpen in onze gemeente.

                Ik zou graag hebben dat dit zou geschieden onder uw toezicht en vraag U

                daarom of het niet mogelijk is een onderhoud met U en met Mejuffer Hellemans,

                morgen namiddag na de klasuren, te hebben....”

     

               Het antwoord van Vik De Laet zegt veel over de burgemeester :

                “Waarde Heer Hoofdonderwijzer,

                Gaarne steun ik u met al mijn krachten, voor dat heerlijk werk, want een volk dat

                zijne groote mannen niet meer eert, is een volk rijp voor slavernij.

                Vandaag, onmiddellijk na de school, zal ik het gevraagde onderhoud gaarne

                toestaan...

                      Hand en groet,

                    (getekend) V. De Laet.”

     

                 Naschrift van meester Huysmans :

                “Deze briefwisseling vind ik prachtexemplaren, raak tekenend, mooi belichtend

                en doorlichtend het karakter, illustrerend en reliëf gevend aan de geaardheid van

                beide schrijvers.

                Enerzijds, meester De Leers, grootoorlogsinvalide. Wie heeft hem niet gekend,

                altijd gloeiend dwepend en zich koesterend in zijn diepste gevoelens van laaiend

                patriotisme, wat menselijk en begrijpelijk was...

                Anderzijds Vik De Laet, burgemeester, graag schalk en olijkerd in de wandel,

                formuleert in fijne feeling een aanmoedigend antwoord met als sluitstuk een

                koene en kortgebalde vriendengroet, waarbij meester De Leers, bij ’t lezen

                ervan, beroerd in houding is gesprongen, kan ik mij voorstellen...

                We hebben ze beiden wel  goed gekend. Elk in zijn job en zijn wandel, hebben

                ze ieder op eigen manier, veelvuldig en soms ook diep, hun stempel gedrukt op

                landelijk Leest en volk.

                Waar is die tijd van toen...?”   

     

                Ook zijn doodsbrief was indrukwekkend :

                Lid van de Bond van het H. Hart.

                Gewezen burgemeester van Leest.

                Lid van de Hoge Landbouwraad, Ere-voorzitter der Boerengilde Leest.

                Ere-kassier der Raiffeisenkas van Leest.

                Voorzitter van het Veekweeksyndikaat Puurs-Willebroek.

                Lid van het Provinciaal Veekweeksyndikaat van Antwerpen.

                Lid van de Provinciale Landbouwmaatschappij en de Provinciale

                Landbouwkamer.

                Lid van het Verbond der Boerengilden van het Arrondissement Mechelen.

                Ridder in de Leopoldsorde en de Kroonorde, vereerd met het Landbouwereteken

                1ste klas en de zilveren medalie van Sint-Rumoldus.

    27-02-2012 om 06:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1926 – 6 november : Juffrouw De Boeck onderwijzeres benoemd in de gemeentelijke

                meisjesschool.

                Ze bekwam 5 stemmen tegen 4 voor juffrouw Rheinhard.

                Haar jaarwedde : 4.800 fr plus 200 fr woonstvergelding en duurtetoeslag.

                Ze kwam in dienst op 17 januari 1927 ter vervanging van Henriette Troch.

                Ze was te Leest geboren, in de Winkelstraat, en was gehuwd met drukker Robert

                Lafosse.

                “Miet” De Boeck gaf het derde en vierde studiejaar tot aan haar pensioen op 1

                september 1964.

     

    Foto : romantiek der twintiger jaren : de man waarvan ze droomt is Robert Lafosse.

    1926 – 3 december : Verschillende Leestenaars kloegen over de gebrekkige verlichting

                die geleverd werd door de kabine aan de wijk de “Knip”.

                De fout zou kunnen veroorzaakt zijn door de maalderij van Leonard Lauwers

                die gebruik maakte van electrische drijfkracht.

     

    1926 – 31 december : bevolkingscijfer gemeente Leest : 1747.

                (GA-5/5/1927)

     

    1927 – De gemeente stemde een toelage van 75 fr voor de Vlaamse leergangen te

                Leuven en elke der zeven Leestenaren die de lessen aan de Mechelse academie

                volgden, kregen een toelage van 35 frank.

     

    1927 – Dat jaar werd het volledig doorschoten torenuurwerk hersteld voor de som van

                1.731,50 fr.

     

    1927 – In 1927 kocht de gemeente een houten loods aan voor de inrichting van een

                bewaarschool, rechdtover de meisjesschool. (GA-18/8/1927)

     

    1927 – 80 opcentiemen werden geheven op grondbelasting, op de belastingen op

                inkomsten en op de winsten der vrije beroepen.

                “dusvolgens heft de gemeente het maximum van opcentiemen om hare begroting

                in evenwicht te kunnen houden voor 1927.”

     

    1927 – Pastorij, onderwijzerswoning en schoollokalen kregen electrische verlichting.

                (GA-18/12/1927) Prijs : 2.644,76 fr voor de pastorij,  1.291,25 fr voor het

                schoolhuis en 360,80 fr voor twee klassen. (DB, nr.12,1958)

     

    27-02-2012 om 06:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1926 – 6 mei : De zomervacantie voor de Leestse scholen werd bepaald :

                van 15 juli tot 1 september i.p.v. 15 augustus tot 20 september.

     

    1926 – 6 mei : De oorloggschade voor Leest werd bepaald op 28.331 fr.

                Een speciaal krediet van 500 fr werd door de Gemeenteraad gestemd om advokaat

                De Glas te vergoeden die in deze materie Leest vertegenwoordigde.

     

    1926 – 6 mei : Daar veldwachter Huybrechts geen toelating kreeg van de Bestendige

                Deputatie “tot het roepen in openbare verkoopingen” en daar zijn voorganger

                Van Hoof dit wel deed, evenals zijn collega’s uit de omliggende gemeenten,

                besloot het gemeentebestuur de wedde van de veldwachter aan te passen en van

                4.500 op 4.800 fr te brengen.

     

    1926 – 27 mei : “Gezien de borden in de gemeentescholen sedert 13 jaren niet meer

                geschilderd zijn geweest, en dat de heer Jozef Mellen, specialist leischilder te

                Auderghem, zich aangeboden heeft om die schildering te doen.

                Overwegende dat de schildering over dertien jaren gedaan, volkomen en

                langdurigen weerstand heeft en dus volkomen heeft voldaan aan de

                verwachtingen besluit het Schepencollege Dhr Mellen te gelasten met

                de leischildering van deze borden aan 10 fr per vierkante meter en 50 centiem

                per meter loopend voor de lijntrekkingen op de borden.”

     

    1926 – 17 juni – Gemeenteraad :

                Bespreking schrijven van Eerw. Heer De Winter, Diocesane Schoolopziener :

                “...deze doet aan de gemeente aanmerken, dat er in de gemeentescholen slechts

                3 halve dagen ter week des namiddags gewijde geschiedenis wordt gegeven,

                terwijl in andere Katholieke buitengemeenten alle dagen des namiddags gewijde

                geschiedenis wordt gegeven.

                Gezien de uurtabellen door de onderwijzers afgegeven die de lessen aanduiden,

                overweegt de Raad dat er sedert 1884 geene verandering meer toegebracht werd

                aan het leerprogramma der scholen en alvorens verandering toe te brengen aan

                het programma zal het gevoelen van den heer Kantonalen Opziener gevraagd

                worden.”

     

    1926 – 17 juni : De gemeenteraad gaf een gunstig advies aan het ontwerp der

                maatschappij van Buurtspoorwegen tot inrichting van een autobusdienst

                Breendonk-Tisselt-Leest-Battel-Mechelen.

     

    1926 – Op zondag 20 juni had in de gemeente de verkoop plaats van het

                “Wezenbloempje”een initiatief van het “Nationaal Komiteit voor Oorlogswezen”.

                Schoolhoofden De Leers en Hellemans werden belast met deze verkoop.

     

    1926 – 22 juni : “De stroomijt van Jan Gobien, Tisseltbaan, is afgebrand.

                Er moet kwaad opzet in het spel zijn.”

     

    1926 – 22 juli : “De Soeurs rédempts ristines de Malines” verkregen een eeuwigdurende

                vergunning tot begraving van “de tegenwoordig bestaande kloosterlingen, en van

                de later deelmakende dier orde”.

                Het gemeentekerkhof stond daarvoor 9 vierkante meter af.

                Totale kostprijs : 1.426 fr.

     

    1926 – 8 augustus – De Volksstem :

                Ijselijk ongeluk- Een man verpulverd

                Donderdag namiddag waren werklieden bezig met het schilderen der electrische

                palen even buiten de kom der gemeente Leest.

                Een werkman, zekere Vermost, ongehuwd 33 jaar oud, wonende

                Leuvensesteenweg te Mechelen, die zich met zijn lederen reep en de

                daaraan vastzijnde verzekeringsketting wilde vastmaken, wierp deze ketting

                over den electrischen draad, met het ongelukkig gevolg dat de ketting den

                draad raakte en de ongelukkige geëlectrocuteerd werd.

                Vermost werd totaal verpulverd naar beneden gehaald.”

     

    1926 – 23 augustus : Landbouwer Theophiel Van Aken uit de Kleine Heide diende klacht

                in tegen de electriciteitsmaatschappij Electricité de la Belgique.

                De maatschappij had een “ijzeren staak der hoogspanningslijn” geschilderd en

                een melkkoe van de landbouwer had aan de verf gelikt met als gevolg dat de koe

                bij hoogdringendheid moest worden afgemaakt.

                Volgens een verklaring van veearts Van Passen had de koe een handelswaarde

                van 4.000 fr.

     

    1926 – 9 september : Bij Ministrieel Besluit van 9 september 1926 (nr. 17058) werd

                de oorlogsschade van de gemeente Leest bepaald op 28.331 fr.

                (GA-28/6/1927)

     

    1926 – 24 september : “...door overeenkomst van 24/9 werd aan de gemeente een

                noemkapitaal van fr 14.800,...obligaties der openbare schuld 5% 1925

                toegekend, in regeling van oorlogsschadevergoedingen.”

                (GR-15/12/1927)

     

    1926 – 16 oktober : Veearts Van Passen stelde mond- en klauwzeer vast bij vee van

                David  Alfons Verbruggen uit de Tiendeschuurstraat.

                David Verbruggen bezat 7 koeien, 1 stier, 8 runders en evenveel varkens.

     

    1926 – 27 oktober : In de gemeente heerste een algemeen en groot gebrek aan

                steenkolen.

                De plaatselijke kolenhandelaars kloegen dat zij hunne lang gedane bestellingen

                niet konden bekomen van de mijnen.

     

    1926 – 28 oktober : De gevreesde besmettelijke ziekte mond- en klauwzeer sloeg

                opnieuw toe. Vee van Petrus De Prins en Jozef De Maeyer, beiden uit de

                Kleinheidestraat, werd aangetast.

                De komende weken zou de ziekte zich verspreiden naar de Bist en de Kouter.

                Slachtoffers werden : Jan Jozef Verlinden, Jan Baptist Verbergt, Frans

                Piessens en Louis Mertens.  

    27-02-2012 om 06:18 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1925 – 5 december : Brief gemeentebestuur Leest naar provincie Antwerpen :

                “...Tot gevolg van uw schrijven dan den 30 november laatst, doen wij u kennen

                ingevolge de mededeeling van Mr. Advokaat Coemans, de keus voor eenen

                bijzonderen veldwachter moeilijk is.

                Vele personen van jongen leeftijd past die bediening niet, sommigen zijn aan den

                drank verslaafd, anderen bezitten de wilskracht niet om dien post nauwgezet en

                op eene behoorlijke wijze waar te nemen, en laten zich omkoopen door stroopers.

                Den voorgestelden persoon Louis Andries, is bijzonderen veldwachter geweest

                van Mr. Devos, heeft altijd nauwgezet dit ambt vervuld, en Mr. Coemans koestert

                de hoop, dat mijnheer de Gouverneur kwijtschelding geeven zal tot de

                benoeming van Andries.

               Het gemeentebestuur van Leest,

               Op bevel : de sekretaris (getekend) Vandenbossche” 

             

    1925 – 8 december : Victor De Laet, voorzitter der samenwerkende maatschappij “Iever

                voor den landbouw”, deed namens zijn maatschappij aanvraag om toelating te

                bekomen tot plaatsing van een electrische motor die zou dienen “tot in en

                uitpompen van beer uit het schip en uit den put.”

     

    1926 – Een fikse loonsverhoging voor het gemeentepersoneel. Gemeenteontvanger

                De Hondt ontving 2.541 fr, veldwachter Huybrechts 5.715 fr en sekretaris

                Vandenbossche 9.705 fr jaarwedde.

                (GA-5/1/1928)

     

    1926 – Vanaf dit jaar kregen gemeentehuis, jongensschool en pastorij electrische

                verlichting. (GA-7/6/1926)

     

    1926 – Dat jaar stroomde, zonder veel schade te veroorzaken, een deel van de

                Winkelstraat onder water.

                “...dit gebeurt daar soms nog, de oorzaak schijnt te zijn dat den afloop der

                dorpelpoelsterbeek, door het hoog waterpeil der steinemolenbeek, dewelke

                slechts bij lage tij der Senne kan afloopen, ook het water der andere

                toevloeiende beken stremt.” (GA-14/1/1926)

     

    1926 – In 1926 verkocht het gemeentebestuur “den treurwilg en den notelaar, staande

                op het kerkhof, ingezien het dreigende beschadigingsgevaar dat hun behoud

                veroorzaakte.” (GA-4/2/1926)

                “Den treurwilg, waarvan de takken grootendeels boven het kerkdak hingen,

                was lijdende aan verrotting en bevond zich in vallende houding.

                Den notelaar zijne takken raakten omtrent de geschilderde ramen en was in zijne

                stam bij de beschieting van 1914 getroffen en beschadigd door een projektiel...”

                De bomen brachten 336 fr op.

     

    1926 – In de gemeente waren 3 kolenhandelaars actief : Alfons Apers uit de Hertstraat,

                Frans Daelemans uit de Groteheidestraat en Ferdinand Van der Hasselt uit de

                Kapellebaan. (GA-27/2/1926)

     

    1926 – 325 mannen en 240 vrouwen legden zich toe op het landbouwbedrijf.

                Personen onder de 14 jaar niet meegerekend.

                (GA-17/5/1926)

     

    1926 – Dat jaar maakte de gemeente Leest in het kader van de “Belastingstaks der

                voertuigen” een lijst op met “Opgaaf van de inwoners dezer gemeente,

                bezitters en gebruikers van voertuigen kunnende dienen tot tweeërlei gebruik,

                en van degene niet tot den landbouw dienen.”

     

    Namen en voornamen                       Woonst    Beroep of bedrijf         Aard voertuigen

     

    Moons augustus                     Dorp 4      Landbouwer-melkboer  1 speelkar

    Jacobs, kinderen                    Dorp 3      Landbouwers                 1 speelkar op 2 wielen                                                                                                       Van Crombruggen Weduwe  Dorp 20    Landbouwster                   idem

    Verschueren Emiel                Dorp 24    Landbouwer-Handelaar    idem

    Voet-Cools Weduwe Const.   Dorp 28    Landbouwster                1 sjees en 1 speelkar    

    Keuleers Eugeen                    Dorp 29    Landbouwer                   1 speelkar

    Piessens Alfons               Mechelbaan 2        idem                          1 toneau en 1 speelkar

    Apers Joseph Alb.          Mechelbaan 4    Landbouwer-Handelaar 1 kamion op 4 wielen

    Diddens Constant           Molenstraat 2    Landbouwer                   1 speelkar

    Boonen Frans                          Kouter 2   Landbouwer-Melkboer   1 speelkar

    Jacobs August Philip               Kouter 6   Landbouwer-Melkboer      idem

    Van Steenwinkel Edward         Kouter 9  Landbouwer                     1 speelkar-toneau

    Moyson Antoon Jaak               Kouter 13    idem                             1 toneau

    Verschueren Cyriel           Scheerstraat 7     idem                             1 sjees

    Van den Vondel Henri G. Scheerstraat 12    idem                            1 speelkar

    Publie Jan Frans                Scheerstraat 13 Landbouwer-Melkboer  1 speelkar

    Vloeberghen Jan Joseph    Koeistraat 10   Landbouwer-Hovenier    1 kamion op 4 wielen

    Lemmens Amedé       Koeistraat 15   Landbouwer                     1 speelkar

    Jacobs Cesar              Koeistraat 22  Landbouwer-Melkboer     1 speelkar

    De Coster Jan Bt       Koeistraat 24  Landbouwer           1 speelkar en 1 kamion

                                                                                              op 4 wiel. en 2 sjeezen

    Verbruggen Constant Koeistraat 25 Landbouwer-Melkboer      1 speelkar

    Lauwens Jan Pieter   Winkelstraat 1 Landbouwer                       1 speelkar

    Spruyt Jan Frans       Winkelstraat 11 Landbouwer                        idem

    Spruyt Jan Bt.            Winkelstraat 12    idem             1 speelkar en 1 kamion op 4 wielen       

    De Smet August      Kapellebaan 1  Landbouwer                      1 speelkar

    Van der Hasselt Ferdinand idem  3        idem                            2 speelkarren

    Slachmuylders Willem       idem  6         idem               1 speelkar en 1 kamion

    Selleslagh Jan Frans           idem  11   Koopman                       1 speelkar

    Ceuppens Frans Louis       idem   5   Landbouwer                       idem

    Van Winghe Louis             idem 7 bis    idem                            1 kamion

    Huysmans Piet Jaak           idem 14    Landbouwer-Handelaar  1 speelkar

    Neefs Theodoor                 idem 18   Landbouwer                         idem

    De Hondt Victor    Thisseltbaan 1    Melkboer                              idem

    Peeters August                  idem  5   Melkboer-Landbouwer         idem

    Lamberts Frans                 idem 11   Landbouwer                         idem

    Lauwers Jan Bt                 idem 16         idem                                idem

    Fierens Victor                   idem 20         idem                                 idem

    Polfliet Louis                     idem 22   Melkboer-Landbouwer         idem

    Scheltiens Jan Frans          idem 23    Landbouwer                          idem

    Daelemans Karel               idem 40         idem                                 idem

    Gobien Jan                        idem 43         idem                                  idem

    Maes Alfons                     idem 48   Landbouwer-Maalder             idem

    Muyldermans Jaak           idem 51      Landbouwer                         idem

    Geerts Frans                     idem 52           idem                                 idem

    Bruylants Wwe Jaak         idem 53          idem                                  idem

    Vander Elst Edward  Blaasveldstr.4  Landbouwer-Melkboer         idem

    Busschot Gaston              idem  6         Landbouwer                       idem

    Absillis Piet Jan                idem                idem                               idem

    Apers Alfons           Hertstraat 1     Landbouwer-Koopman            idem

    Colpin Joseph  Grooteheidestraat 7        Landbouwer                      idem

    Vanden Sande wwe Frans idem 15             idem                              idem

    Leemans Karel                  idem 18              idem                               idem

    Bradt Remi   Kleinheidestraat 8   Landbouwer-Melkboer                idem

    Robeyns Frans       idem   10                 Landbouwer                        idem

    De Prins Petrus      idem  14                         idem                              idem

    De Maeyer Joseph  idem 15                         idem                              idem

    Beullens Frans        idem 21                         idem                              idem

    Van den Heuvel Frans Alemstraat 1            idem                               idem

    Van Winghe Frans Alemstraat 2                  idem                               idem

    De Prins August      idem        3                   idem                                idem

    Selleslagh Karel       idem      4                    idem                                 idem

    Nagels Willem        idem      8                      idem                                idem

    Van Boxom Edm.    Alemstraat 11           Landbouwer               1 speelkar

    Robyns Victor         Alemstraat 12                idem                         idem

    Spoelders Jan Felix     idem       13      Landbouwer-Melkboer      idem

     

    1926 – 2 februari : Meester De Leers ontving van het gemeentebestuur volgend schrijven: 

                “...In uwe hoedanigheid van schoolhoofd der gemeentejongensschool, verzoeken

                wij u van te zorgen dat er voor het toekomende in- en gedurende de lesuren, in de

                klassen geene hevige woordenwisselingen, tusschen u en uwe medeonderwijzers

                meer plaats grijpen, zoals verleden donderdag gebeurde.

                Dergelijke feiten schorsen de voortzetting der lessen, doet den onderwijzer zijn

                aanzien verliezen, zoowel bij de kinderen als bij de voorbijgangers die op straat

                stonden te luisteren.

                Zijn er aanmerkingen te doen, dan behoeven die gedaan te worden zonder dat de

                leerlingen aanwezig zijn.

                Het te laat ter school komen van de leerlingen wordt voortdurend waargenomen.

                Gelief, Mijnheer, te zorgen dat er voor het toekomende geen twistredenen meer

                plaats grijpen tijdens de klasuren, en uwe medeonderwijzers mededeling dezer

                te doen...”

     

    1926 – Op 9 februari vierden Pieter Lodewijk Jacobs en Anna Maria S. De Laet hun

                gouden bruiloft.

                De gemeente stemde een speciaal krediet van 212,50 fr “voor aankoop van het

                geschenk en onkosten van den aangeboden eerewijn.”

                Het geschenk bestond uit twee zetels.

    27-02-2012 om 06:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1925 – 7 mei : Adolf Masure uit Tisselt, “Aannemer van Speel- en Nachtreizen aan

                voordeelige prijzen”, stond er op zijn visitekaartje, verzocht om toelating tot het

                uitbaten van een autobusdienst tussen  Mechelen en Breendonk over Hombeek,

                Leest en Tisselt.

                De bus zou rijden van 6 uur ’s morgens tot 20 u ’s avonds.

                Het betrof een Ford-rijtuig van 22 pk met 16 zitplaatsen.

                Tarief : 0,20 fr per kilometer.

                De trein op de Heide (lijn Mechelen-Terneuzen)  stopte enkel ’s zaterdags en ’s

                zondags.

                In 1926 zou deze private exploitatie worden overgenomen door de Nationale

                Maatschappij van Buurtspoorwegen. (DB-1958)

     

                Foto : de eerste autobus Breendonk-Mechelen over Leest.

     

                “’s Morgens om halfzes vertrok de eerste bus proppensvol met mannen die gingen

                werken naar het Arsenaal te Mechelen.

                De bus van halfzeven werd normaal genomen door het gewone werkvolk en om

                acht uur was het de beurt aan de scholieren.

                Ook de boeren maakten er dankbaar gebruik van. Dagelijks om halftwee trokken

                ze naar de groentenmarkt : dan stonden alle rekken vol met mandjes witloof.

                Op zaterdag was er een speciale rit voorzien langs de Winkelstraat en de

                Tiendeschuurstraat. Dan zat de bus vol taterende  vrouwen met grote korven, die

                naar de markt trokken.

                “’k Heb mijn moeder nog weten vertellen,” vertelde meester Huysmans, “dat ze

                eens meeging naar Enghien. Onderweg moesten z’er allen uit om te stompen!”...”

                (LG-blz.286)

     

    1925 – In juni deed het gemeentebestuur via “aflezing des zondags na de mis en

                aanplakking in verschillende wijken der gemeente”, een oproep tot de vrouwen

                “tot daarstellen van een komiteit tot regeling van de inzameling voor de nationale

                viering der zilveren bruiloft hunner Majesteiten den Koning en de Koningin.

                Volgende jonge dochters der gemeente hebben aangenomen de inzameling te

                doen :de  Juffers Hellemans Mathilde, onderwijzeres, Rheinhard Maria, idem,

                Verbergt Victoria, De Prins Celina, De Maeyer Elisa, Diddens Virginia, Fierens

                Stephanie, Teughels Jeanette, Van Praet Maria, De Prins Aline, Verbruggen

                Rosalie, Scheltiens Emma, Polspoel Philomena, Van de Vondel Melania.”

     

    1925 – 29 juni :   Electriciteit te Leest

                De gemeente Leest sloot officieel aan op het net van de Regionale

                Intercommunale Electriciteitsmaatschappij voor Zuid Antwerpen (E.Z.A.),

                zaakwaarnemer van de Electriciteitsmaatschappij van Noord-België NV

                Mechelen.  (GA)

     

                121 cliënten verbruikten dat jaar 7.384 kwh (=5 kwh per cliënt en per maand).

                De openbare verlichting beliep 1.410 kwh.

                Op 29 juni 1925 werden 49 huizen aangesloten.

                In 1922 had de maatschappij “Electricité du Nord de la Belgique” een grondplan

                Opgemaakt “eene electrische leiding aanwijzende van de Molenstraat, deels door

                Het Dorpsplein, door de Scheerstraat, deels langs Koeistraat, de Molenstraat

                tot aan het kerkhof, met 12 lampen van 50 bougies ieder; en van de Winkelstraat

                tussen de woningen van De Hondt en Spruyt, naar de Cantine;

                van de Cantine langs de Koeistraat tot aan Pieter Verbeeck, en van daar de

                Thisseltbaan volgende tot aan de Knip, en zich voortzettende langs de

                Blaesveldstraat tot aan de woning van Pieter Jan Diddens met nog 26 lampen

                van 50 bougies, hetzij te samen 38 lampen voor de wegenisverlichting”.

                (Gemeenteraad 22/4/1922)

                De Bist, Kapellebaan, Alemstraat, Grote en Kleine Heide volgden in 1925.

                (Gemeenteraad 26/11/1925)

                “Tengevolge economische omstandigheden”werd de leiding niet meer uitgebreid

                in 1926. (Gemeenteraad 17/6/1926)

                In pastorij, schoolhuis en 2 klassen werd electriciteit aangebracht in 1927, de

                kosten  beliepen 4.296,!1 fr . (Gemeenteraad 14/7/1927)

                De Kouter volgde in 1935. (Gemeenteraad 15/2/1935)

                Op 31 deceber 1957 bedroeg de lengte van het net 5.087 meter (hoogspanningsnet

                voedt de 5 kabines), 17.614 meter (laagspanningsnet, van de kabines naar het

                cliënteel)

                Enkele cijfers over cliënteel en verbruik :

                1925 121 cliënten  7.384 kwh  1410 kwh voor openbare verlichting.

                1935 357 cliënten 37.823 kwh  3544 kwh voor openbare verlichting.

                1945 439   “        102.813 kwh 1928 kwh   “”      “”             “”

                1955 494  “         208.924 kwh 13.824 kwh “”    “”             “”

                1957 461  “         267.109 kwh 13.394 kwh “”    “”              “”

                De vermindering van het getal cliënten in 1957 kwam voort van het feit dat voor

                de invoering van het Nationaal Tarief, elke aansluiting voor verlichting en

                drijfkracht in hetzelfde jaar voor twee installaties gerekend werd.

                (DB-1959)

     

    1925 – Op 4 juli telde de  gemeente Leest officieel 312 huisgezinnen.

     

    1925 – 12 en 13 juli : Wijkkermis te Leest Heide.

                Het initiatief kwam van de herbergiers Polfliet, Steemans, Gobien, Spiessens, Van

                Praet en Maes uit de Tisseltbaan en De Boeck en Diddens uit de Kleinheidestraat.

                De herbergen en danstenten moesten sluiten om 2 uur ’s nachts.

                Er werden twee danstenten geplaatst.

                (GA-19/6/1925)

     

    1925 – Op 30 juli rond 15 uur, ontstond er brand in de woning van landbouwer en

                melkverkoper Jan Alfons Mertens uit de Tiendeschuurstraat.

                Woning, stal en schuur werden vernield. Enkel het vee en een deel der meubels

                van het gelijkvloers konden worden gered.

                De brand ontstond vermoedelijk boven aan de schouw.

     

    1925 – 5 september – Gemeenteraad : Benoeming leden en plaatsvervangende leden

                “Commissie van Openbaren Onderstand” :

                Gekozen als “titelvoerende” leden : Jan Frans A. Lemmens, Karel Lodewijk

                Steenmans en Frans Janssens, allen landbouwers.

                Hun plaatsvervangers : Antoon Lodewijk De Rooster en Jan Jozef Verlinden.

                In de zitting van 24/9 werden ook nog David Alfons Verbruggen en Jan Frans C.

                Diddens, aftredende leden van het “Weldadigheidsbureel” gekozen als

                titelvoerende leden en Jan Baptist Maes en Joseph De Maeyer als hun

                plaatsvervangers.

     

    1925 - 8 november : Provinciekiezing. Die had plaats in de gemeentelijke jongensschool.

                Te Leest waren 481 kiezers voor de wetgevende kamers.

     

    1925 – 14 november : Door “het staatsbestuur” werden 184 dode bomen openbaar

                verkocht. Deze bomen bevonden zich op de Zennedijken, op grondgebied van

                Heffen, Leest, Hombeek en Mechelen.

                Het betrof hier 173 olmen en 11 acacias en berken.

                (GA-23/11/1925)

     

    1925 – 26 november : Op de gemeenteraadszitting werd medegedeeld dat 34 kinderen uit

                de Bist en de Kapellebaan school liepen in Kapelle op den Bos.

                Toen werd er ook besloten om electrische verlichting te laten aanbrengen in de

                Bist, Kapellebaan, Alemstraat, Grote en Kleine Heide en, gedeeltelijk, in de

                Tisseltbaan.

     

    1925 – 28 november : Landbouwer Louis Bradt uit de Kleinheidestraat ontving van het

                gemeentebestuur een schrijven waarin hij ervan werd verwittigd dat “de melk

                den 16e dezer maand geleverd en verkocht te Coeckelbergh, waarvan staal

                genomen werd door de politie, van uwe melkkoeien voortkomende, besmet is door

                streptocokken der nierontsteking.

                Dientengevolge mag het melk van uwe koeien te Brussel niet meer verkocht

                worden, zoo lang er geen onderzoek van het melk en van uwe koei plaats gehad

                heeft. Gelief, door den veldwachter stalen te laten nemen van het melk uwer

                koeien, om voor het onderzoek te dienen...”

     

                Het spoor gaf “melkboeren” de kans hun producten in de grootsteden te verkopen.

                De melkrondes en verkoop van deur tot deur gebeurde in de voormiddag.

                Zo wachtten elke morgen een twintigtal melkboeren van het Heike de eerste trein

                van 5 uur op. In het station stapten er nog eens zoveel op van den Dries  of ‘t

                Klein Gent. Allen zwaar beladen met de stopen. De hondenkarren lieten ze achter

                in een herberg kort bij het station gelegen.

                In Brussel of Antwerpen werden de stopen meestal  met de kruiwagen vervoerd

                of  op een stootkarretje dat daar gestald werd. (KH-1921,blz.64)

     

    27-02-2012 om 06:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1925 – 7 mei : De kerkfabriek vestigde de aandacht van de gemeenteraad op de

                bouwvallige toestand van de kerkhofmuren en van de omheiningsmuur rond de

                pastorij.

                “...herstelling gevraagd of zoo niet zou het de gemeente gelieven de aanvraag te

                willen doen bij  de bestaande commissie om deze muren te kunnen rangschikken

                en aannemen bij de monumenten...”

     

                In dat kader schreef pastoor Beuckelaers dat jaar een opmerkelijke brief naar

                het gemeentebestuur :

                “...Over meer dan honderd twintig jaren tijdens de fransche revolutie hebben de

                revolutionairen abdijen, kerken en kloosters verwoest, vernield en in ’t  brand

                gestoken, zoo nochtans er daarvan in de puinen nog zekere gedeelten van zijn

                blijven rechtstaan. De overgeblevene puinen zoals in de abdijen van Orval, van

                Villers la Ville, Afflighem en menige andere, om te vermijden dat zij nog verder

                afbrokkelen zouden en om ze te behouden zijn die overblijfsels van vermaarde

                abdijen in den loop der tijden door de Comissie van Monumenten gerangschikt

                geworden tusschen de monumenten van 1e, 2de of 3de klas en als dusdanig zijn

                daar door den Belgischen staat voorzorgen genomen opdat zij door de

                wedergesteltenissen of door bandietenstreken niet zouden vernietigd worden.

                Zoo bestaan er hier in Leest als omgeving van het kerkhof en ook als sluiting van

                de pastorij oude versleten muren die langzamerhand in puinen veranderen, en

                om die te bewaren en te waarborgen tegen bandieterijen van kinderen of zelfs

                gezettem menschen, vindt het kerkfabriek geraadzaam aan het gmeentebestuur

                voor te stellen dat het aan de Commissie van Monumenten zoude vragen die

                muren te willen rangschikken tusschen de monumenten en als gevolg van dit

                besluit te vragen dat de Commissie het er zou willen in groote letters opzetten

                dat het monumenten zijn, anders zou men het niet geloven, en men zou voort gaan

                met te zeggen dat men in de gemeente Leest beschaamd is, hetgeen men

                inderdaad peinst en waarvan men overtuigd is : over den schandaligen toestand

                der muren. Ware het nochtans dat het gemeentebestuur er niet in toe stemme om

                zulks aan de commissie te vragen, dan verzoekt het kerkbestuur het

                gemeentebestuur wien het toekomt zonder vertoeven zoodanig herstellingen te

                doen aan de kerkhofmuur en pastorijmuur dat alle schandaal verdwijne.

                Ten andere weten wij dat de heer provinciale bouwmeester Careels al van over

                verschillige jaren er op aangedrongen heeft !

                Maar dat hij tot hiertoe er nog niet in gelukt is.

                Deze brief zal gezonden worden aan het gemeentebestuur van Leest en een

                afschrift ervan aan Mr den Gouverneur...”

                (Parochiearcheif Leest nr. 76)

     

                In 1985 werd zowel kerkhof als pastorij als monument geklasseerd.

    27-02-2012 om 05:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!