-Van l. naar r. : Paula Soli (Paula van de Fijne),
Vic Van Hoof, Frans Geerts, Leonore Mees, Louis Van Hoof en zijn echtgenote
Elodie Selleslagh.
Zittend : Klara Van Beveren, Yvonne Van Hoof, Greta
Geerts, Eddy Van Hoof, Marcel Van Hoof, Maria Busschot (de echtgenote van Rik
Van Beveren) en Celine Van Beveren.
In de draagstoel de kleine Rudi Van Hoof, de jongste
van veldwachter Vic
-De garde met zijn Renauke. Op de foto ook zijn twee
oudsten Marcel en Yvonne.
1955 Buren uit
de Scheerstraat naar het Nederlandse Zundert.
Niet iedereen bezat in 1955 zijn
eigen wagen en de mobiliteit was toen nog erg
beperkt.
Een reis naar de Belgische kust was
nog een heuse reis en dikwijls een avontuur.
Zo ook het bezoek aan de
bloemenstoet van Zundert in 1955 van de families
Vic en Louis Van Hoof en hun vrienden/buren
uit de Scheerstraat.
Met zijn Renauke 4cv, een model
uit 1946, trok de garde naar Lourdes,
verkende er Duitsland en Zwitserland
mee en bracht jaarlijks minstens een bezoek
aan Nederland (winkelen in Breda)
of Luxemburg (Viande, Echternach).
1955 4 januari : Bonte
Avond van St.-Cecilia
uitgezonden langs studio Antwerpen op 17 januari.
Medewerkers : animator Jaak De Vocht, pianiste Emmy Van Loo, Julien
Vrints
met
een radiospel, het gekende filmduo Charel Janssens en Co Flower met als
gast
Hans Verne en uit Leest Theo Fierens als trompettist en de fanfare
St.-Cecilia.
1955 Zondag 16
januari : Toneelavond van de Chiro.
Na
een openingsformatie door heel de groep, met een flinke muziekkapel
en
kleurige Chirovaandels, volgde onmiddellijk het detectivestuk : Het Rode
Paspoort, een zeer geheimzinnig stuk, met spanning tot het laaste
ogenblik.
Na
de pauze volgden er nog verschillende korte nummertjes, die zeer in de
smaak gevallen zijn.
Vlak
voor de pauze hield Z.E.H. Engelen, gewestproost voor Brussel, een mooie
rede
over het wezen en doel van onze Chirobeweging. (DB,nr.1,1955)
1955 Op zondag 23
januari trad de Leestse toneelgroep Rust Roest op te Heffen
met het stuk Amor is wispelturig,
Fortuna is wreed.
1955 Maandag 31
januari : KWB Filmavond.
In Ons Parochiehuis richtte de
KWB een filmavond in die aanving om 19 uur.
Het programma zag er als volgt uit
:
-Nieuws uit de wereld.
-Kluchtfilm met Charlie Chaplin.
-Tekenfilm.
-Hoofdfilm Kinderen van de
Straat, een ontroerende kwajongensfilm.
Toegansprijs : 15 frank.(DB,nr.1,1955)
1955 31 januari :
Aanvang van de 30-urenleergang, een lessenreeks over
mechanisatie en electriciteit op de
hoeve.
De lessen werden gegeven door
leraars uit Technische scholen van Mechelen.
In De Band nr. 3 van 1955 kreeg
de Leestse afdeling van het Comite voor
Vrijheid en Democratie een forum :
Aktie van Comite voor Vrijheid en Democratie:
In haar eerste fase heeft het comiteit er voor gezorgd
dat onze mensen op de hoogte werden gebracht waarover het feitelijk gaat in
deze schoolstrijd. Immers vele mensen waren nog in de mening dat het hier enkel
gaat om een geldkwestie : nl. over de wedden van de onderwijzers.
Het gaat hier om oneindig veel meer !
Het gaat hiet over het grote beginsel dat de ouders
zelf het recht hebben het onderwijs te kiezen voor hun kinderen.
Niet-katholieke ouders die hun kinderen willen sturen
naar niet-katholieke scholen moeten die mogelijkheid hebben, maar katholieke
ouders die hun kinderen katholiek willen laten opvoeden moeten diezelfde
mogelijkheid hebben.
Wel, door de Nieuwe schoolontwerpen worden onze ouders
verplicht hun kinderen te sturen naar niet-katholieke scholen. De katholieke
scholen worden verplicht om de poorten te sluiten, omdat ze absoluut niet de
minste bestaansmogelijkheid meer ontvangen van de staat.
Als die schoolwetten gestemd worden, dan is het gedaan
met de katholieke opvoeding van de jeugd en met de katholieke scholen, dan is
het binnen onafzienbaren tijd gedaan met de godsdienst !
Daarom is het de plicht van elke katholiek deze goede
zaak te verdedigen.
In verband hiermede werd er een VERGADERING VOOR DE
LANDBOUWERS gehouden op zondag 13 maart.
Voor een 110 boeren van Leest heeft
volksvertegenwoordiger Van Hamme een klare uiteenzettinggegeven over de toestand.
In zijn fijne spreekbeurt heeft hij aangetoond hoe
deze regering een regering is van sociale afbraak : afschaffing van Moeder aan
de Haard, van de Wet De Taye, van de vrijheden van onze Gemeente- en
Provinciebesturen en tenslotte afschaffing van de vrijheid van onze ouders in
het kiezen van de opvoeding voor hun kinderen.
Na een bedankingswoord van Voorzitter Jan De Prins en
een dreunende Vlaamse Leeuw, gingen onze mannen geestdriftig naar huis.
Diezelfde zondag in de namiddag kwam mevr.
Cools-Tambuyser, lid van de
Mechelse gemeenteraad, de toestand uiteenzetten aan
onze vrouwen van Leest.
Meesterlijk en meeslepend heeft ze onze moeders warm
gemaakt voor de goede zaak.
Ze heeft al de bedoelingen van de fanatieke
anti-godsdienstige regering naar voren gebracht.
Wij kunnen niet dulden dat de belastingen die wij
betalen moeten dienen om de leerlingen van niet-katholieke scholen te laten
studeren en daarenboven
dienen om onze katholieke onderwijsinstellingen kapot
te helpen !
De volgende dag kwam de Heer Vercammen spreken voor de
loontrekkendenvan de
parochie. Hij onderstreepte hoe al onze katholieke
werknemers zich als één man moeten te weer stellen tegen de politiek van de
huidige regering.
Diezelfde week trokken verschillende bestuursleden op
toer voor de verkoop van
steunkaarten. De opbrengst van deze kaarten bedroeg
6.835 frank en zal dienen
om de geweldige financiele inspanning te steunen van
de katholieken.
Terzelfdertijd werden er een 85 inschrijvingen
genoteerd voor de algemene
protestdag te Brussel.
We danken al diegenen die hun steun verleend hebben en
daardoor laten zien
hebben dat ze weten waarover het gaat !
De plakkers en schilders waren die dagen of tenminste
die nachten ook in form.
Gans Leest rond zag men de plakbrieven over de
schoolvrijheid, en de macadam
was duchtig bekalkt.
Kwam dan tenslotte de ALGEMENE PROTESTDAG te Leest.
Rond 4u verzamelden zich de muzikanten van de beide
fanfares, en een ganse hoop
deelnemers. Even na 4u zette de optocht zich in
beweging, en met veel
geestdrift , onder het spelen van lustige stapmarchen
en het zingen van strijdliederen en geestdriftige uitroepen volgde de optocht
heel de Juniorslaan.
Onderweg sloten zich nog voortdurend mensen aan.
Verschillende plakbrieven en spotprenten werden
meegedragen.
Aan de eerw. Zusters werd even halt gehouden. De
fanfares brachten er een serenade, bloemen werden aangeboden en de zusters, die
ten zeerste ontroerd
waren door deze hulde, en liever met veel
verduldigheid hun schoon werkuitoefenen, dan zich te laten vieren.
Op het Dorpsplein werd rechtsomkeer gemaakt, en Ons
Parochiehuis vulde
zich met een enthousiaste menigte.
Luidkeels werd er gezongen en gebruld, doch de muren
hielden gelukiglijk stand.
Jan De Prins dankte van harte al de deelnemers aan de
optocht. Hij wees er op
hoe alle katholieken van Leest naar eensgezindheid
moeten streven.
Alle dorpspolitiek moet wijken voor de verdediging van
onze rechten als katholieken. Vervolgens gaf hij het woord aan Jef Van der
Kuylen.
De huidige regering is noodlottig voor de
boerenstand. Al de
veiligheidsmaatregelen voor prijzen en invoer zijn
afgeschaft. De boeren hebben
reeds één miljard schade door de huidige
regeringspolitiek.
Daarna nam advocaat Smets het woord. Zijn vierde
spreekbeurt die dag en
verschillende werd deze spreker onderbroken door
luidruchtige toejuichingen
van het publiek. De Vlaamse Leeuw werd rechtstaande
gezongen en...naar huis.
Nu ging de aandacht van heel het katholiek België naar
de NATIONALE
PROTESTDAG te Brussel op zaterdag 26 maart.
Alles werd gedaan om deze betoging te doen mislukken :
staat van beleg,samenscholingen
verboden, een driedubbel ijzeren gordijn rond Brussel, heel de gendarmerie van
gans het land opgeroepen, het leger geconsigneerd, de over de 100 speciale treinen
afgeschaft, verbod coupons te geven in de staties voor Brussel, treinen die
niet wilden stoppen enz...
Niettegenstaande dat allemaal waren er een 100.000
betogers te Brussel.
Een 100-tal Leestenaren die hieraan hebben
deelgenomen, gedroegen zich kranig.
We vermelden enkelen onder hen :
De voorzitter Jan De Prins heeft de eer gehad tot s
nachts 11u. in de bak te kunnen zitten ! Proficiat !
Fons De Smet, Julien Piessens en Felix Polfliet hebben
van de sabel of de matrak gekregen, en verschillende malen kunnen ontsnappen
uit de handen van de gendarmen. Een voet van een paard van een gendarm kwam per
ongeluk op de poot van Frans Van Necke.
Miel Polfliet was even zijn vest opengescheurd door de
sporen van een gendarm, en door die opening waren ze erin geslaagd hem kletsnat
te spuiten, enz...
Allen hebben zich kranig gedragen, en Leest alle eer
aangedaan.
Hun geestdrift was niet te blussen en bij hun
terugkeer stapte al het volk uit de bus te Hombeek en vandaar te voet naar
Leest ! En of er gezongen en geroepen werd !!!
Te Leest stonden alle mensen buiten om hen te
verwelkomen.
Een Collardpop werd verbrand in het dorp.
Zo is de eerste fase besloten in de schoolstrijd.
Met Pasen zal er kalmte zijn, maar de 16e
april zullen de richtlijnen gegeven worden van de tweede fase. Want de
schoolstrijd gaat verder !
Welke zijn de wachtwoorden ? We weten het nog niet
juist, maar past deze richtlijnen steeds toe :
-GEEN SCHOOLSPAREN !
-GEEN LINKSE DAGBLADEN MEER , zoals Het Laatste
Nieuws en Volksgazet.
-Onze katholieken laten zich niet inschrijven in
linkse Mutualiteiten en Vakbewegingen !
-We nemen geen producten meer van de firmas die
behoren aan leden van de linkse regering of deze regering steunen.
-Op 17 april zijn we te Antwerpen, voor een betoging
van heel de PROVINCIE ANTWERPEN !!!
-De schoolstrijd is nog niet gedaan. Dus elke
katholiek blijft verder het kenteken dragen van de schoolstrijd.
In dezelfde
periodiek maar in het nr. 5, verscheen volgende oproep
aan alle katholieken van Leest :
We weten dat er op Leest in verschillende huisgezinnen
nog steeds Het Laatste Nieuws gelezen wordt, ook bij brave katholieke mensen.
Dit dagblad noemt zich neutraal, maar wordt in feite
uitgegeven door de Liberalen, die nu samen met de socialisten de kerk
bestrijden.
Daarom, in elk katholiek gezin een katholiek dagblad
!!!
Onze katholieke dagbladen zijn zeer degelijk : we
noemen hier maar De Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Ons Volk. Ook
op gebied van sport kunnen ze met al de andere dagbladen wedijveren.
Neem een abonnement op een katholiek dagblad !
OUDERS, KIEST EEN KATHOLIEKE SCHOOL VOOR UW KUNDEREN.
Een eerste punt : stuurt uw kinderen niet te rap naar
een andere school !
Het wettelijk leerprogramma dient overal gevolgd te
worden zowel te Leest als te Mechelen. Dus de stof voor het leeronderwijs is
overal dezelfde !
De gewone te volgen weg is dus : te Leest hun klassen
uit te doen.
Een tweede punt : voor zeer begaafden staat de weg
open van moderne of oude humaniora. Deze uitzonderlijke gevallen moeten om goed
te zijn deze studies beginnen vanaf 11 jaar. Hier zijn er genoeg degelijke
katholieke onderwijsinrichtingen te Mechelen : College, Broeders van Scheppers
en verschillende zusterscholen.
Voor verder naschools onderwijs is er keuze genoeg
tussen katholieke scholen te Mechelen :
-Voor vakkundig en technisch onderwijs : de Technische
Scholen van de Melaan waar alle vakken kunnen aangeleerd worden.
-Voor land- en tuinbouwkundige studies : de
Tuinbouwschool te Mechelen, met een bijgevoegde zondagsschool.
-Voor onderwijzer : de Katholieke Normaalschool van
Mechelen.
-Voor kook-, naai- en huishoudkundige lessen zijn er
de verschillende scholen der Eerw. Zusters.
Dus ouders, let op uw zaak ! U staat verantwoordelijk
voor een katholieke opvoeding van uw jongens en meisjes.
Het is niet omdat er een paar keren per week een pater in een school komt dat
het daarom een katholieke school is !
Heel de geest en al de leerkrachten moeten er
katholiek zijn !
1955 was een turbulent jaar op
politiek vlak niet enkel voor België, ook voor
de gemeente Leest en ditmaal waren
het niet de Sussen tegen de Blekken, maar
katholieken eensgezind tegen
socialisten en liberalen.
Nadat in 1919, met instemming van
alle politieke partijen, een wet de gelijke
subsidiëring bezegelde, was er een
einde gekomen aan de eerste schoolstrijd.
Van 1950 tot 1958 heerste er
opnieuw onrust.
De katholieke onderwijsminister P.
Harmel (1950-54) diende verschillende
wetsontwerpenin, die o.m. betrekking hadden op de
erkennings-, en dus de
subsidiëringsnormen voor het vrij
onderwijs. Bij de socialisten en liberalen deed
dit een hernieuwd enthousiasme voor
het officieel onderwijs oplaaien : in 1954
herzag de socialistische minister
Collard de hele onderwijspolitiek.
Het stond de staat voortaan vrij
eigen scholen op alle niveaus in te richten waar
dit noodzakelijk bleek.
Staatssubsidies werden aan de vrije scholen verleend voor
zover ze voldeden aan dezelfde
voorwaarden als het officieel onderwijs
(gediplomeerde leerkrachten,
leerlingennormen per klas of afdeling, erkenning
van de diplomas door de staat).
Eén van de maatregelen die Collard
wilde nemen was de afdanking van 110
katholieke interimarissen.
Het protest van kerkelijke zijde
tegen de wet-Collard was zeer hevig en er kwam
zowel in het parlement als op de
straat een hevige oppositie op gang.
Plechtigheden waaraan ministers
deelnamen, werden verstoord, officiële scholen
belegerd en overal werden
protestaffiches opgehangen.
Behalve deze dreigingen
organiseerde de oppositie ook massale manifestaties.
De meest spectaculaire waren die
van 26 maart en 10 juli.
De verdedigers van de ziel van het
kind, gesteund door de CVP, waren
woedend.
De Liga van het onderwijs en andere
groeperingen die het onderwijs gunstig
gezind waren, organiseerden op hun
beurt tegenmanifestaties.
Het protest en het tegenprotest duurden
maanden.
De CVP maakte van de schoolkwestie
het hoofdpunt voor de
parlementsverkiezingen van 1958,
van waaruit ze als overwinnares naar voren
trad.
In datzelfde jaar zochten de drie
zgn. nationale partijen(CVP, BSP en
Liberale
Partij) naar een blijvende
oplossing van het geschil.
Op initiatief van de
onderwijsminister Van Hemelryck zou in november 1958
het Schoolpact tot stand komen en
meteen ook het einde van de schoolstrijd.
Dit zgn. Schoolpact was een
overeenkomst tussen de drie partijen en de
voornaamste bepalingen ervan waren
: kosteloos voortgezet onderwijs tot 18 jaar,
gelijke wedden voor alle
gediplomeerde leerkrachten en oprichting van een fonds
voor de financiering van de
schoolgebouwen, zowel voor het rijks- als voor het
vrij onderwijs.
(Kroniek van België en Nederlandse
Larousse Encyclopedie)
Gevolg gevend aan de oproep van het
Comité voor Vrijheid en Democratie
om in elke gemeente een plaatselijk
comité op te richten, kwamen de voorzitters
van de verschillende Leestse
katholieke organisaties op 1 maart 1955 samen.
Doel van dat comité : de Leestse bevolking in te lichten over de
toestand inzake
schoolpolitiek zoals die door de huidige regering was geschapen en
tevens onze
mensen warm te maken voor een krachtdadig verzet, voor het behoud van
onze
vrijheid en godsdienst.
Het plaatselijk comité diende te
bestaan uit de geestelijkheid van de parochie en
uit de voorzitters van de
verschillende plaatselijke katholieke groeperingen.
Een
werkcomité werd samengesteld, met het doel de bevelen, ons door de
Arrondissementsbond verstrekt, stipt uit te voeren.
Het Leestse comité was als volgt
samengesteld : voorzitter en verbindingsman :
Jan De Prins, secretaris : Cyriel
Selleslagh, leden : Maria Rheinhard en Louis
Solie.
Het Comiteit voor
Vrijheid en Demokratie, Afdeling Leest stuurde volgende omzendbrief rond in de
gemeente :
Aan alle katholieke Leestenaren,
Morgen 20 maart heeft op Leest de algemene
PROTESTBEWEGING plaats, met grootse optocht, fijne marsmuziek, dreunende
strijdliederen, en met ALLE LEESTENAREN mee in de optocht, en daarna in Ons
Parochiehuis, waar we allen met de grootste aandacht en belangstelling zullen
luisteren naar Advocaat Smedts en Heer J. Van der Kuylen.
Ziehier dan de laatste schikkingen voor deze dag :
-Alle Leestenaren, van boven de 14 jaar en onder de
100 jaar komen samen tegen kwart voor vier aan Charel Van Praet. Te 4 uur stipt
moet daar de optocht kunnen beginnen. Een 6-tal commissarissen zullen er
instaan voor de orde. Volgt stipt hun bevelen !
Tegen 5 uur begint de Protestvergadering. We nodigen
langs deze weg alle Leestenaren uit om hieraan deel te nemen : al de leden der
beide Kon. Fafaren, alle mannen en vrouwen, heel onze mannelijke en vrouwelijke
jeugd boven de 14 jaar.
Ouders kunnen bij die gelegenheid hun klein pagadders
toevertrouwen aan de zusters, die er goed zullen voor zorgen !
De optocht volgt de Juniorslaan tot op het Dorpsplein.
Daar rechtsomkeer naar Ons Parochiehuis. Allen stappen in de optocht op rijen
van vier, flink in orde. De mannen en mannelijke jeugd in gesloten groep, de
vrouwen en vrouwelijke jeugd insgelijks.
Er worden geen vlaggen meegedragen !
LEEST,NIET
ALLEEN WIJ, MAAR GANS ONS VOLK EN DE KERK REKENT OOK OP U !!!
WIJ EISEN ONZE RECHTEN ALS KATHOLIEKEN ! WIJ STAAN IN
STAAT VAN WETIGE ZELFVERDEDIGING ! HEILIGSTE RECHTEN EN VRIJHEDEN STAAN OP HET
SPEL ! WIJ WILLEN GEEN RUSSISCH REGIME !
DAAROM, SLUIT AAN BIJ HET GROEIEND PROTEST EN GANS HET
LAND TEGEN DE GODDELOZE VRIJMETSELAARS, DIE ONS VOLK WILLEN VERKNECHTEN !
Langs deze weg danken we al degenen die ook financieel
zo mild hebben bijgedragen om deze strijd te steunen.
Er komen ook veel inschrijvingen binnen voor de Mars
op Brussel op zaterdag 26 maart. Flink zo !!! Geen onverschilligheid meer, maar
overtuigde katholieken die strijden voor het Geloof hunnen voorvaderen, en voor
het Geloof van hun nakomelingen.
Zij die nog zich willen inschrijven voor Brussel,
kunnen nog altijd inschrijvingskaarten bekomen bij de leden van het Komiteit,
die in hun straat zijn rondgeweest.
De nodige inlichtingen zult U wel op tijd en stond
vernemen.
-Op 24 maart houden alle ouders hun kinderen thuis van
t school !
-Het wachtwoord van alle Katholieke ouders in deze
strijd moet ook zijn : GEEN SCHOOLSPAREN MEER! We steunen er door de huidige
regering in haar strijd tegen de Kerk en de godsdienst.
Eens deze schoolstrijd voorbij, kunt U terug normaal
spaargeld meegeven.
Beste mensen, we hopen en we durven er op betrouwen
dat alle mensen van Leest deze richtlijnen zullen volgen, en eendrachtig en
geestdrifitig als Katholieken zullen samenwerken.
Namens het Komiteit, de secretaris C. Selleslagh, de
voorzitter J. De Prins.
Het comité slaagde erin om voor de
betoging te Antwerpen van 17 april 170
Leestenaars mee te krijgen, evenals
de fanfare Arbeid Adelt , die dit op eigen
kosten deed. Dat was niet altijd
evident : zo kregen muziekmaatschappijen bij
deelname aan die manifestaties een premie
van 1.000 fr voor de aanwezigheid
van 30 muzikanten en 1.250 fr
indien ze met meer aantraden.
-Louis Vloebergh, ex-chiroleider, stichter van
oud-chiro Vevoc, ex-gemeenteraadslid, manusje-van-alles in het Leestse verenigingsleven
1954 16 augustus :
Louis Vloebergh over een Chiro-Bivak (De Band, nr9, 1954)
Maandagmorgen 16 augustus wekte het morgenzonnetje
ons vroeg uit de veren.
Na ons een duchtige schrobbing te hebben gegeven en
ons streuvelhaar flink geroskamd, werd het piekfijn gestreken en gewassen
uniform aangetrokken.
Want alles moest piekfijn inr orde zijn vanaf de
eerste dag van het bivak.
Wij woonden met de ganse groepde H.Mis bij, en allen naderden zonder
uitzondering ter H. Tafel.
Zon over de velden en zon in ons hart, en acht dagen van echt fijn chiroleven
in volle vrije natuur in het verschiet.
We smeekten de H. Geest om genaden en gaven over ons
bivak.
Een stapel boterhammen lagen gereed toen we thuis
kwamen. Maar op zulke ogenblikken smaakte het minder goed. Onze verwachtingen
waren te hoog gespannen !
Dikgevulde rugzakken en grote kartonnen dozen, met een
stevig bindzeel rond werden binnengebracht tegen 8u30, en werden gevoegd bij
het leger van potten en pannen en telloren en zakken patatten en groenten die
daar reeds opgestapeld lagen van de dagen er voor.
Stipt te 09u30 werd het vertreksignaal gegeven voor
een deel der leiding en kerels, die per fiets vertrokken naar Holland.
Tegen de middag aan stapten we af in Zoersel-Hof, waar
we de innerlijke mens versterkten, en na een uur inspanning ook een vlot op de
vijver konden bemachtigen, om wat te varen.
Om 14 uur stonden we terug gereed voor de laatste
etappe : Zoersel-Holland.
De reis van 75 km verliep als een fluitje van een cent
: er werd regelmatig gereden, zonder koersen, volledig in groep, in een goede
snelheid.
Een paar km voor de grens, een uitstekende steen, een
val en lekke band voor Rik Muysoms. Mr de onderpastoor kreeg 45 kg extra
gewicht op zijn bromfiets en broer Juul moest de gehavende fiets
meevoeren.
Rond 15 u waren we ter plaatse en rond kwart over vier
zagen we eindelijk de groene camion van Rik Verschueren aankomen, begeleid door
luidkeels zingende chirojongens en waartussen Stinne en Marie als bivakmoeders
troonden.
En dan was het een half uur lang een echte mierennest
: een grote bedrijvigheid om heel die verhuis af te laden en te installeren.
Alles ging vliegensvlug en toch zonder stukken, en op korte tijd stonden er een
paar water te koken op de butagazzen en sneed het broodmachien de lekkere
inlandse melkbroden vaneen.
De burchtknapen trokken vervolgens op tocht, en ook de
knapen deden hun eerste spel, en ondertussen zwoegden de kerels aan grote
pakken stro, om de bedden voor een 40-tal jongens gereed te maken.
De duisternis neeg over de aarde neder, en in doodse
stilte staan de chirojongens in formatie, rond de vlaggenmast. Daartegenaan is
een stemmig Mariakapelletje in takken aangebracht. Allen staan daar geschaard
rond Maria, de flikkerende kaarskens in de handen. Marialiederen weerklinken in
de vredige avondstond en elke afdeling knielt neer, en wijdt zich aan Maria. We
bidden een tientje voor thuis, dan één voor de thuisgebleven chirojongens, voor
onze soldaten, enz.
Langzaam daalt de chirovlag neer en in de verte
klinken de trage plechtige trompettonen van de avondsonnerie. In volledige
stilte gaan allen te ruste en om 22u30 was alles in diepe slaag gedompeld.
Hoe verloopt nu zon dagje in ons bivakleven ?
s Morgens om kwart over zes stappen de leiders
moeizaam uit hun bed en maken zich vlug kant en klaar.
Om 6u30 klinkt het signaal van opstaan voor de
jongens. Zij zullen de volledige stilte bewaren tot na de H. Mis. De leiders
doen hun ronde en moeten er elke morgen een serei wakkerschudden. Alle jongens
knielen neer voor hun bed. Ze bidden hun morgenopdracht samen alsook hun drie
weesgegroeten.
Vlug doen ze hun sportuniform aan, en in openlucht
doen ze dan een kwartiertje morgenturnen.
Ze nemen hun handdoek en zeep, en wassen zich buiten
in emmers en kommen. De hemden goed openen en dan maar flink geschrobt ! De
leiders houden toezicht en kijken erop toe dat niemand schrik heeft van het
water !
Nu nog fijn hun uniform aan, en daar klinken reeds de
trompetten voor de openingsformatie.
In een fijne vierkantformatie staan de jongens
opgesteld rond de vlaggenmast. De frisse vendelkreten weerklinken, en elke
vendelleider doet de naamafroeping van zijn vendelleden. De leiders inspecteren
elke chirojongen om te zijn of zijn uniform in orde is, goed gewassen en goed
gekamd. Zoniet : herbeginnen.
We dragen elke dag ons gebed op tot een bijzondere
intentie en dan wordt traag de vlag gehesen. Trompetten schetteren, want de
vlag is het zinnebeeld van Christus, die tussen ons verblijft.
Elke dag wordt ook een ander wachtwoord gegeven : de
blijdschap, de kameraadschap, de kranigheid, enz. Daar willen we die dag bijzonder
op werken.
De erewimpel wordt geschonken door E.H.onderpastoor
aan het vendel dat zich de dag tevoren het beste onderscheiden heeft door
tucht, spel, stijl.
Alle chirojongens stellen zich op in marsorde en nu
gaat het in stille mars naar de kerk, ongeveer een kwartier ver. De H. Mis,
opgedragen door E.H. onderpastoor en gediend door twee chirojongens, wordt
uitgelegd en samenmeegebeden door alle jongens.
Na H.Mis en communnie nog een Marialied of een Christus-Koninglied en om 8u30
gaat het terug naar de bivakplaats. Met roffelende trommels en zinderende
trompetten op kop, daarachter de groepsvlag en de vendelvlaggen, marcheren we
terug.
De muziek en de frisse chiroliederen lokken de mensen
elke morgen buiten om dat schouwspel van die schone jeugd te bewonderen.
In stilte aan tafel, een gebed en dan schuiven de
boterhammen naar binnen in groot getal.
s Morgens is er altijd vlees bij de boterham, s vrijdags Hollandse kaas.
Het gaat er luidruchtig toe nu, want het is de eerste
keer dat ze tegen mekaar mogen babbelen sinds 9 u van de vorige avond !
Na het morgenmaal bedden maken, alles in orde brengen
en inspectie.
De lakens moeten schoon liggen, de dekens netjes
geplooid er bovenop, dan hun uniformhemd en das. De groepsleider ziet bij elke
jongen na of het fijn in orde is, en dan trekken de jongens per afdeling naar
het bos of plein. Zij dragen hun spelkledij.
De kerels hebben gewoonlijk nog enkele diensten : mee
afwassen, patatten schillen, alles opkeren, enz.
Terwijl al het jong volk aan het spel is, of
stijloefeningen doen, zijn onze brave bivakmoeders al naarstig bezig met een
lekker middagmaal te bereiden. En ze hebber er verstand van, dat kunnen al onze
jongens getuigen.
11u30 : de jongens komen terug. Handen wassen en in
stilte terug naar binnen.
Angelus gebed en dan eten.
Een goei dikke tomatensoep, patatten met groenten en
saus en één of meerdere stukken vlees. Koekjes als dessert. Buikje vol, harteke
rust.
Tot 13u30 ligt iedereen op zijn bed en kan in stilte
wat beeldekens zien in de Zondagsvriend en rusten.
Om 13u30 zangoefening en herhaling van kampvuurnummers
en dan met heel de groep terug de bossen in om een groot groepsspel te doen.
Tegen 16u30 komen ze als uitgehonderde wolven terug en
heelder broden verdwijnen als sneeuw voor de zon. De boterhammen worden
aangeengeplakt met confituur of jam. Soms zijn het al eens gestoofde peren of
rabarber.
En weer gaan ze op tocht. Ze ontcijferen moeilijke
spoortekens of trekken naar de pleinen bij de paters of ze nemen een modderbad
in de vijver van de paters.
Om 19u45 Angelus en avondmaal, nog een korte
avondwandeling terug in uniform en rond 21 uur staan ze terug in slotformatie
rond de vlaggenmast en het Mariakapelletje, dat stemmig verlicht is door een
flikkerend kaarsvlammetje.
Wij bidden daar een tientje voor allen die ons
duurbaar zijn. E.H. Proost geeft een kort avondwoordje, de groepsleider drukt
op de volledige stilte tot de volgende morgen na de H. Mis. In de duisternis
klinkt heel gedempt het avondlied : Daal in d avondzon o vlag. Kristus-Koning
goede nacht. En langzaam daalt de vlag neer. Een lichtstraal van een straffe
pillicht volgt langzaam de vlag. Alles is roerloos en stil : gans de natuur
zwijgt, en de uitstervende trompetklanken vanin de verte doet die stilte tot in
ons hart doordringen.
Geluidloos gaan allen binnen en blijven rechtop staan
voor hun bed.
De completen worden gebeden en gezongen door de
jongens.
Ze knielen neer voor hun bed en bedanken Maria voor al
het schone dat ze die dag ondervonden hebben, voor dat grote geluk dat ze
gekend hebben, en dat zovelen niet kennen.
Ze liggen op het harde stro maar spoedig zullen ze
slapen als echte marmotten.
De leiders dekken hen nog eens goed onder, en weldra ligt alles in rustige
slaap.
De leiders waken nog een tijdje over hen en zullen dan
samenkomen om de afgelopen dag te bespreken, en de volgende dag voor te
bereiden.
Zo verloopt daar elke dag van het bivak, in geest van
tucht en stijl en gebed.
Zo moeten onze chirojongens thuis ook leren van
diezelfde chirogeest mee te dragen, die geest van flinke, christelelijke
chirojongens.
Ze zijn niet alleen chirojongens op het bivak of s
zondags namiddag, ze moeten chirojongen leren worden elke dag : blije jongens,
kranige jongens, christelijke jongens !
-Twee keer de B.J.B.-meisjes van Leest in vroeger
tijd.
-De bedevaarders van Leest naderen de eindmeet. Rechts
het fabriekske van Battel waar nu Happyland is gevestigd. De foto dateert van
midden jaren 50.
1954 15 april :
Die dag deden te Leest 32 kinderen hun Eerste Communie.
1954 25 april :
Bedevaart naar Scherpenheuvel van Boerengilde en B.J.B.
1954 2 mei :
B.J.B.-meisjes naar Scherpenheuvel.
1954 9 mei :
Nationale Meivaart voor de Chiro te Scherpenheuvel en in het Leestse
parochiehuis Maria-avond.
1954 14 mei : De
Boerinnengilde bezocht Oostakker.
1954 24 mei :
Boerinnengilde en B.J.B. naar Lourdes.
1954 27 mei : De
Fanfare Arbeid Adelt stapte mee in de Rerum Novarumstoet te
Mechelen.
1954 29 mei :
Voettocht van de Compagnie naar Scherpenheuvel.
1954 30 mei : De
K.W.B. naar Scherpenheuvel.
1954 11 juli :
Friscodag van de Chiro.
1954 19 juli : De
K.W.B. naar Lourdes.
1954 29 juli : De
V.K.S.J. naar Lourdes en de B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs
1954 2 februari :
Yvonne Verschueren (°Leest 30/4/1931) naar t klooster te O.L.V.Waver.
(DB-1954)
Kleding van
Yvonne Verschueren bij de zusters ursulinen te O.L.Vr.Waver
Op de 8ste september werd Yvonne
Verschueren gekleed te Waver bij de zusters Ursulinen.
Vele Leestenaars hebben nog nooit in hun leven zulk
een plechtigheid bijgewoond. Daarom geven we hier, aan de hand van één der
aanwezige B.J.B.-meisjes, een ooggetuigenverslag over die schone plechtigheid :
Op woensdag 8 september was het in het Instituut der
E.E.Z.Z. Ursulinen een hoogdag. Ook voor ons B.J.B.-meisjes was het een dag die
we nog lang zullen herinneren, want één van onze beste zusjes, namelijk Yvonne
Verschueren, zou plechtig het kloosterkleed ontvangen. Een langverwachte droom
werd voor haar werkelijkheid.
Om 9 u s morgens vertrokken we met elf per fiets naar
O.L.Vr.Waver. Alles was daar in feeststemming, de kapel was prachtig versierd
met bloemen en tapijten. Even na 10 u kwam Yvonne, met begeleiding van
triomfantelijke orgelmuziek, de kapel binnen, als een bruidje, wit kleed met
sleep en een tullen sluier met kroontje. Nadat ze plaatsgenomen had kwam Z.E.H. Deken, omringd door
zijn assistenten, tot bij haar, en gaf haar een kruisbeeld dat ze tijdens de
hele plechtigheid in handen zal houden, en later haar kamertje zal versieren
als blijvend aandenken aan die onvergetelijke dag.
Daarop begon de Plechtige H.Mis, die gezongen werd
door het koor der E.E.Zusters.
Op het einde van de Mis ging Yvonne tot op de trappen
voor het altaar, waar Z.E.H. Deken en de Directeur van het Instituut hadden
plaatsgenomen. Daar heeft ze dan aan de vertegenwoordiger van Zijne Eminentie
de Kardinaal, de drie geloften uitgesproken van gehoorzaamheid, zuiverheid en
armoede, en de belofte gedaan van de Regel der E.E.Z.Z. Ursulinen stipt na te
leven.
Daarop ging Z.E.H. Deken over tot de wijding van het
kloosterkleed, waarop Yvonne de kapel verliet om haar blanke bruidskleed te
verwisselen voor het zwarte kloosterhabijt.
Getooid met haar nieuw kleed en een brandende kaars in
de handen, omringd door vier medezusters, die elk een lantaarn droegen, kwam
Yvonne terug tot het altaar, waarop Z.E.H. Deken, omringd door de zusters haar
de witte doek omhing, die ze heel de duur van het Noviciaat zal dragen,
namelijk twee jaren. Van dat ogenblik af werd ze opgenomen in die grote
kloostergemeente der Religieuze Ursulinen.
Onder de naam van SOEUR IMELDA zal zij zich geheel en
gans wijden aan de dienst van God.
Soeur Imelda, we zijn fier op U, en gelukkig om de
schone roeping en het groot geluk dat u is te beurt gevallen. We vragen U dan ook
dat U zeker in Uw gebeden Leest niet zou vergeten, en ook ons niet, uw
vriendinnen in de B.J.B., waar we samen zulk een schone vorming en opleiding
hebben genoten.
(Mariette
Coeckelbergh in De Band nr.10 van 1954)
1954 14 februari :
De Leestse B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs in een
gewestelijk zangtornooi. (DB-1954)
1954 16 maart :
Filmen over Fatima in de parochiezaal. (DB-1954)
-zuster Adelwina. Zij stond in voor de keuken, de tuin
en het wassen en plassen
1953 November :
Zuster Annuntiata kwam te Leest in dienst.
Bij de jongens en meisjes van
mijn generatie werd ze de dikke zuster genoemd.
Ze stond in het eerste
kleuterklasje en was naar mijn herinnering zeer streng.
Nog veel strenger was de lange, smalle
zuster, zuster Gonzaga van de volgende
klas. Eén van die twee heeft ooit
mijn hoofd onder een koude waterkraan
gehouden omdat ik gebabbeld had
De zusters
Annonciaden (zie ook 1962)
De zusters
Annonciaden namen te Leest hun intrek in het nieuwe klooster naast de
meisjesschool op 6 januari 1938.
Sinds september 1932
waren reeds zusters Gonzaga en Wivina van
het klooster te Hombeek hier werkzaam in de kleuterklasjes. De meisjesschool
telde toen drie leken-onderwijzeressen.
In februari 1933
kwam zuster Alberika aan, in 1937 zuster Virginie die schoolbestuurster werd.
Bij het herstructureringsplan
der zusters Annonciaden, werden school en klooster in 1973 overgenomen door de
parochie.
De drie laatste
zusters : Michelina, Annunciata en Adelwina verlieten Leest om hun
splinternieuw rusthuis in Hadschot (Geel) te vervoegen.
Al die jaren hebben de zusters hun beste krachten
gegeven aan de opvoeding van de hun toevertrouwde kinderen. Een paar jaar terug
werden nieuwe kleuterklassen gebouwd. Zusters Gonzaaga en Annuntiata wisten deze
om te toveren in een waar kinderparadijs. Wie komt niet onder de indruk van
die joviale lach van zuster Alberika ? En aan hoeveel parochiale
verwezenlijkingen hebben onze zusters al niet meegewerkt in de serene atmosfeer
van hun klooster ? Hoevele Leestenaren zijn er komen aankloppen voor gebeden in
alle nood. Zij verdienen onze eerbiedige achting en waardering.
(De Band-1956)
1953 1 oktober :
Grote missie tot 11 oktober. Drieduizen kommuniën werden uitgereikt
op 10 dagen. (DB-1956)
1953 Eind 1953
telde Leest 1851 inwoners, waarvan 963 mannen en 888 vrouwen.
De twee
daaropvolgende jaren serveerde Milac de Lach-Express
van Johnny Steggerda.. Deze bonte avond bestond in 67 uit Animal, een musical
comedian, fantaisiste Sylvia Van Loo, showman Rikky Perl, charme-zanger
Victor Winne, parodist Marcel, teenage-zangeresDany, drum solist Benny
Permentier, parodist Fakir Patat, chinese act Ye Yin Ti en het vermaarde succes
orkest The Beatmixers. Een avond vol afwisseling met humor, muziek, zang,,
sketchen, varieté, pret, spelen
enz,. en met de medewerking van de sigaretten St.Michel en Het Nieuwsblad
Sportwereld.
De opkomst dat jaar
was minder, omdat het evenement uitzonderlijk op een zondag plaatshad en
samenviel met de Mechelse bloemenstoet.
Mogelijk was dat de
reden dat men in 69 overstapte naar een dansavond.
Op zaterdag 27
september werd een eerste Milac-Bal georganiseerd in zaal St-Cecilia in de
Dorpsstraat. Dit met toelating van het gemeentebestuur. Aanvang 20 uur,
inkomgeld : 40 frank. De muzikale omlijsting werd verzorgd door The Lords.
In 1970 en 71
werdzaal Sint-Cecilia opnieuw afgehuurd
en tot2 uur in de ochtend werd in 71
gedanst op de muzikale tonen van The Sunbeats.
De bonte avond ging
ook dat jaar door en werd opnieuw verzorgd door het gezelschap van Steggerda.
Mini-Maxi heette zijn nieuwste show die werd voorafgegaan door
een inleiding van
een legeraalmoezenier en een publiekspel van de sigaretten St-Michel.
De reuzentombola met
ruime prijzentafel kende een enorm
succes.
De sponsors werden in de periodiek uitvoerigbedankt : Nuytkens (t Hoekske), Van Hoof (garage), Schoeters (bakker),
Piessens (schoenhandel), Feremans (pantoffels), Huyghe (textiel), coiffeuse
Paula, Hellemans (bakker), Huybrechts (voedingswaren), Croes (beenhouwer),
Walschaerts (textiel), café Telstar, café
Duivenlokaal, W. De Prins (beenhouwer), Gobien (kruidenierswaren), Leemans
(Centra-winkel), De Laet (café), t Stockske, coiffeuse Celine, Van den Eede
(kruidenierswaren), Vloeberghen (café), V. Verschuren (café), E. Van Praet
(kruidenierswaren), Atlasbieren, A. Lauwers (maalder), Dr. Van Medegael, De
Mayer (Hombeek), Piessens L. (Mechelen), De Monte (Mechelen), Standaard
(Brussel en Mechelen), Fort (Itegem), Huyghebaert (Mechelen), Tonny (coiffeur
Battel), Kerremans (Heffen), Huyghe M. (Heffen), Candico (Antwerpen) en
coiffeuse Vivianne.
In 1972 werd de
openingstoespraak gedaan door
legeraalmoezenier George Herregods.
Dat jaar werd ter
gelegenheid van de Camouflageweek een beroep gedaan op het gezelschap De
Klaverkens dat voor een genoeglijke avond zorgde.
Omdat de opkomst
beter kon opteerde het bestuur het jaar nadien opnieuw voor Johnny Steggerda en
zijn Festival-Show. Met de Tokas Chinese fantasie, zangeres Ingrid en Little
John, de jongste jongleur van België had die voor nieuw bloed gezorgd.
In 74 besloot men
het opnieuw over een andere boeg te gooien en op 11 mei bracht de Mechelse
toneelkring Jong maar MoedigHet
gezang van de Lusitaanse Bullebak, een politiek geëngageerd stuk van de Duitse
auteur Peter Weiss in een regie van de bekende acteur Ugo Prinsen.
Om haar verwende en
steeds veeleisender publiek voldoende afwisseling te bezorgen nam het bestuur
van Milac het Artistenburo Atlantis onder de arm en Leest kreeg in 75 de
Atlantis-Drive-Inn-Show voorgeschotel.
In 1978 stond
opnieuw een filmvoorstelling op het programma
: Jesus Christ Superstar in technocolor.
Aalmoezenier
Herregods heette de talrijke aanwezigen welkom en wees er in zijn toespraak op dat Milac-Leest, van Leest blijft. De mensen van de Milac organisatie van de
grootstad Mechelen, hoe goed ze het ook bedoelen, blijven met hun pollen van
onze Milac af.Ogenschijnlijk wou
Mechelen de Leestse afdeling impalmen.
De aalmoezenier
onderstreepte ook het belang van degelijke informatie. De legerdienst was sterk
ingekort en de verloven veelvuldig. Er bleven vragen rijzen, o.a. over uitstel
en ontslagen van legerdienst. Het doorspelen van die informatie was volgens hem
de hoofdbekommernis van Milac geworden en de filmvoorstelling moest ertoe
bijdragen om de kas in evenwicht te houden.
De Band riep in 78
alle Leestse miliciens op om deel te nemen aan de Internationale Militaire
Lourdesbedevaart die plaatsvond van 24 tot 31 mei.
Kostprijs voor het treinticket 2de klas en
hotelverblijf : 5.000 frank. De soldaten dienden slechts 3 dagen verlof op te
nemen, de rest kregen ze toe.
De bedevaart was
speciaal opgevat voor jonge mensen en stond in het teken van de vrede en
verbroedering tussen soldaten van verschillende legers.
Deze bedevaart zou
nog enkele jaren georganiseerd worden.
Eén van de
populairste komische acteurs eind jaren 70 was Louis De Funès.
Het bestuur van
Milac aarzelde niet en bracht op 9 februari 1979 De avonturen van Rabbi
Jacobnaar de parochiezaal. Inkom 50 frank.
Schijnbaar met
succes want het jaar nadien stond dezelfde acteur geprogrammeerd
samen met Bourvil in De Snul.
Op 26 februari 1982
werd in de parochiezaal Monsieur Jo vertoond, een komische film alweer met De
Funès, inkom 50 frank en dat jaar stond ook een Hypnoseavond op het programma.Bij mijn weten het laatste grote evenement van Milac-Leest.
Het werd alsmaar
moeilijker om zalen te vullen, de meeste mensen waren mobiel, in t bezit van
een eigen wagen en haast iedereen had televisie. Bovendien was er de
concurrentie vanandere Leestse
verenigingen die niet bij de pakken bleven zitten en zelf dansavonden,
kwisavonden of toneelvoorstellingen organiseerden.
Volgens Karel Soors was Luc Beterams de laatste voorzitter
van de vereniging.
Nadien bestond het bestuur uit een werkgroep, lang optredend onder de leiding
van aalmoezenier Herregods.
Na diens vertrek nam
Robert Verbruggen de fakkel over maar de animo was eruit en alles verwaterde om
uiteindelijk een stille dood te sterven.
Volgens Wilfried Hellemans verscheen De Band voor het
laatst in december 1987.
Jos Vanlaerhoven uit
Battel heeft nog getracht de Bandlezers te strikken voor zijn Willen is
Kunnen maar zonder succes.
Milac-Leest heeft
voor een prachtige nalatenschap
gezorgd via het maandblad De Band. Niet alleen als spiegel van de manier van
leven in het dorp aan de Zenne gedurende heel de bestaansgeschiedenis van het
blad, maar ook met de vele onschatbare historische en andere bijdragen.
De vereniging zorgde
ook voor cultuur. Nog niet veel mensen bezaten een televisietoestel in de
beginperiode van Milac en de filmvoorstellingenen Bonte Avonden kenden enorm succes.
Zo bestond deDerde Bonte Avond van Milacin 1957 (4 februari) uit optredens van de
fanfare Arbeid Adelt o.l.v. Jozef Van der Taelen en het gezelschap Fantasia
meto.a. de zangeres Nelly Spriet en het Dynamo Orkest van Jean Boeckx..
De toespraak van aalmoezenier Mercelis mocht niet
ontbreken.
Datzelfde jaar (14
oktober) was Leest getuige van De Laatste Brug een film met Maria Schell.
Locatie : de parochiale feestzaal, toegansprijs
15 frank.
De bonte avond van
februari 1958 werd opgeluisterd door het cabaretgezelschap De Poolster uit
Mechelen met zanger-gitarist Ludwig Könner,droogkomieken de Sun Spots, clowns Flup & Flap, accordeoniste
Simonne Van Roy en conferencier Bert Verelst. Toegang 20 frank.
Datzelfde jaar kon
Leest kennismaken met de verrukkelijke kleurenfilm De Familie Trappen met Sissi.
In 1959 stond De
Boerenkapel van Leest o.l.v. Theo Fierens op het programma,
samen met de muzikale clown Pieke Puk, de zanger-imitator Lou Bex, het
electronisch wonder Jaakske en de 9-jarige accordeonvirtuoos Rene Verholen.
In 60 kreeg
humorist-conferencier Flup Van Marke assistentie van de Leestse verenigingen
Landelijke Jeugd en de fanfare Sint-Cecilia en haar gemengd zangkoor.
Datzelfde jaar
bracht Rust Roest het soldatenspel De ongelukkigste piot van t leger.
Op 30 oktober 1961
werd Lenteparade vertoond, de film werd voorafgegaan door een inleidend woord
van de proost van Milac.
Accordeonist Jean
Everaert, Carlo Bertels, Flup Van Marken en Prosper en Miel fleurden datzelfde
jaar de Bonte Avond op.
Het jaar daarop
serveerde Johnny Steggerda Leest zijn nieuwste cabaret-revue Fantastisch met
medewerrking van de zangrevelatie van 61Ankie Ritzy, de internationale
clowns Vussy & Baba, Belgiës fantaisiste nr.1 Sylvia Van Loo, de
xylophoon virtuoos Leon Dongenaers, de papodisten Ronny & Tonny en het
orkest van Bob Poortmans.
Deze show was zo
goed onthaald dat Johnny Steggerda in 1963 opnieuw mocht aantreden ditmaal
metde Framatellis, een moderne illusie,
met Frank Pola de jonge zanger-fluiter en jodelaar met zn wondergitaar, The
Barleys fantasie in technicolor,
Lina Carina de
teenager zangrevelatie en diverse sketchen..
Datzelfde jaar werd
Leest vergast op Jo Nell een zangeres bekend van televisie.
In 64 maakten Theo
Van den Bosch en Suzy Marleen hun opwachting, geëscorteerd door de
conferencier-animator Bert Joris, de nieuwe radio en tv-ster Rik Piers,
zangeres Jetty Ost, de internationale muzikale fantaisist Stanny Stijn en het
orkest Univers.
Toen Kees Brug
datzelfde jaar met zijn gezelschap optrad was de opkomst enorm, velen moesten
met een staanplaats tevreden zijn. Over de fratsen van de kleine komiek Lowieke
Staal werd nog maanden nagepraat.
In 1965 bestond het programma uit Dr.Gilberto & Gisela, conferencier
Jos Kiebooms, evenwichtsman Julito, wervelwind Andre Belga, de clowns Rossi en
Julo, Billy West en alshoofdact
country-zangeres Texas Kitty Prins, die later een eigen radioprogramma opBRT-2 zou presenteren..
Diezelfde zangeres
mocht het jaar nadien terugkomen en werd geassisteerd door Joe de Fietsendief,
een komisch acteur, door de wervelwind-jongleur Andre Belga, Julito evenwicht
op de fiets, Billy West, cowboy-spelen, conferencier Jokie Booms en muzikaal
begeleid door Jos Termonia. De inkom bedroeg toen 30 frank.
Later werd in De
Band opgemerkt dat de conferencier te langdradig geweest was en dat de
verlichting te wensen overliet.
Op hetzelfde moment
nam verantwoordelijk uitgever Marcel Spoelders, om persoonlijke redenen,
ontslag.
In 78 werd een
nieuwe stencilmachine aangekocht, het oude had meer dan 25 jaar dienst gedaan
en was tot op de draad versleten.
Het lidgeld voor De
Band bedroeg dat jaar 120 frank.
In 1980 was dit
opgelopten tot 150 frank. Dat jaar werd er een bijzonder nummer uitgegeven, een
Band volledig gewijd aan de Leestse eeuweling Stanne Van Den Broeck.
Zilveren
Jubileum
Naar aanleiding van
het25-jarig bestaan van Milac
publiceerde De Band in 1978 bevindingen van de mensen van het eerste uur.
Stichter Stany De
Decker :
Mijn goede vrienden van Leest, uw secretaris van de
bloeiende Milacwerking te Leest vroeg me een korte bijdrage te schrijven, dit
ter gelegenheid van het Zilveren Jubileum van Milac-werking Leest en natuurlijk
van De Band.
Ja, het was in het jaar 1953 als onderpastoor te Leest
dat er gestart werd met het maandelijks uitgeven van De Band.
De jaren voordien beperkte de Milac-werking Leest zich
uitsluitend door jaarlijkse bijeenkomsten van alle kandidaat-soldaten op een
voorlichtingsavond.
Hier kwamen dan een drietal sprekers
de toekomstige soldaten voorbereiden op hun komende legerdienst. Als dokter was
het toen in het algemeen Dr. Stuyck die kwam spreken,
op een zeer realistiche manier, zodanig dat het een paar keer voorviel dat die
stoere bonken onwel werden, en een appelflauwte kregen of t scheelde niet
veel.
Als andere sprekers
waren er : een aalmoezenier en een militiaan. Die avonden werden druk
bijgewoond. Maar een Milac-werking die zich beperkte tot één avond per jaar
vonden we wel een mager beestje !
In 1953 waren we dan zover dat we de werking verder
gingen uitbreiden, mede onder impuls van Jan De Decker.
Het plan was gerijpt om een maandelijks tijdschrift
uit te geven, dat bedoeld werd als een echte band tussen de soldaten en mensen
van Leest. Daarom werd als naam gekozen De Band.
De bedoeling was ook dat in De Band alles zou inkomen
wat zich afspeelde te Leest, in de parochie, in de gemeente, in de
verschillende organisaties van de parochie, van sport tot cultuur. De Band zou
een tijdschrift worden van en voor alle Leestenaars.
Zo gezegd...zo gedaan. Van in t begin een goed
voornemen : eenvoudig bescheiden. Maandelijks niet meer dan 20 bladzijden. Maar
ja...de hel is geplaveid van goede voornemens...Wij vreesden geen 20 bladzijden
vol te krijgen. Elke maand was er kopij te veel ! Zo werden er nummers
uitgegeven tot 40 bladzijden ! Zoveel kopij kwam er telkens binnen...Allemaal
nieuws van Leest, brieven van soldaten, enz...
Ik herinner me nog goed, die vele gezellige avonden
of...nachten dat De Band moest klaarkomen. Mijn kamer van onderpastoor was veel
te klein.
We zaten daar dan dikwijls met een 10-tal mannen te
werken : Jan De Decker het sorteren van alle teksten en het nazien, een tweetal
om de teksten op stencil te zetten, een paar anderen, waaronder Eddy Beterams
om tekeningen en opschriften aan te brengen. Emiel Polfliet aan het oude
Gestetner-machine om door te draaien, dan alles bijeenrapen, pinnen, klaar
maken om op te sturen naar de soldaten, enz...
Mensen, wat werd er dan gewerkt ! Een samenwerkende
vennootschap of een lopende band systeem ! Uren aan een stuk, tot na midernacht
of soms tot in de vroege morgenuurtjes. Maar...De Band kwam klaar !
De eerste maanden warern er nog maar een 100-tal
abonnementen, na een jaar al een 150 en nog een tijdje later kwam De Band bijna
in elke Leestse brievenbus met de regelmaat van een klok.
... Ik herinner me nog zeer goed dat onze vriend Jan
De Decker aan t sakkeren was dat de kopij te laat binnenkwam, of dat hij
sommige organisaties moest te voet vallen om toch maar hun tekst binnen te
sturen, maar uiteindelijk kwam het toch steeds in orde !
...
Onderpastoor J.
Verbist :
Van de jaren 61-66 Milac-Leest herinner ik mij dat
maandelijks een uitgebreid blad De Band verscheen dat toen in zijn geheel
uitsluitend door Luc Beterams werd verzorgd.
Met veel nauwgezetheid en zin voor efficiëntie bracht
hij maand na maand, jaar in, jaar uit, het blad bij de abonnenten. De soldaten
en sympathisanten konden er het wel en wee van de parochie in volgen. Ook
toekomstige soldaten werden op de hoogte gehouden van de voortdurende
wijzigingen in de wetgeving.
Jaarlijks werd er een Milac-avond gegeven die telkens
een enorm succes kende bij de bevolking...
Pater Clementiaan :
...Het was rond 20 oktober 1958 dat ik te Leest
aankwam als onderpastoor. En U weet het : ik heb er me onmiddellijk thuis
gevoeld. En aan iedereen zeg ik het wanneer het te pas kom, bij die goede
mensen van Leest ben ik echt gelukkig geweest. Maar ja, schone liedjes duren
niet lang. Na twee jaar en half kon ik verhuizen naar St.Niklaas.
...
En dan had ge daar de MILAC, er ging een paar maanden
voorbij meen ik, vooraleer ik ook in die beweging als proost
werd aangeduid. Alhoewel ik nooit soldaat was geweest en weinig afwist van het
soldatenleven heb ik toch getracht met hart en ziel me in te zetten, om iets
voor onze jongens in t leger te doen. Mijn taak was vooral als priester n morele steun te verlenen aan de
voorzitter van de Leestse Milac-beweging. En, goede vrienden, dan denk ik hier
heel in het bijzonder aan mijn goede vriend Jan De Decker.
Wat heeft die man gewerkt en gezwoegd om het allemaal in elkaar te krijgen
en...te houden. Nachten heeft hij gewerkt om te typen en te stencileren, uren
van geduld beoefend om de kopij in handen te krijgen want De Band moest klaar
zijn tegen een bepaalde datum. Het liep niet altijd van een leien dakje. Maar
hij wist dat ik als proost naast hem
stond en hij waardeerde dat en...hij zwoegde voort tot hij het in handen gaf
van een andere vriend van mij : Luc Beterams.
Ik wist waarvoor hij stond, hij besefte het wellicht
nog niet die eerste dagen dat hij er aan begon, en hij mij op de pastorij kwam
vragen om alles bij hem thuis te mogen doen.
(Tussen haakjes : een gedeelte van het drukken werd
tot nu toe op mijn kamer in de pastorij gedrukt) Ook deze man heeft enorm veel
werk verricht en werkt nu nog dag en avonden en wellicht nachten eraan om van
De Band iets te maken dat het lezen waard is, zowel voor het thuisfront als
voor de jongens in het leger.
Elke keer dat De Band bij mij toekomt in Lokeren, waar
ik nu zeven jaar pastoor ben, kijk ik hem onmiddellijk in want hij intresseert
me zoals de mensen van Leest me nog allemaal nauw aan het hart liggen...
Clement De Wilde
(pater Clementiaan) werd in 1916 te Laarne geboren. Gedurende de periode
1947-1952 was hij als missionaris werkzaam in China. Nadat hij daar door de
vervolging van de kerk uitgedreven was ging hij naar Zaïre waar hij zich
achtereenvolgens in Luabo, Kamina en Kanzenze gedurende een vijftal jaren
inzette voor de opleiding van de jeugd. In 58 keerde hij naar ons land terug
en kwam terecht in de Leestse parochie als onderpastoor. Van hieruit vertrok
hij in 1961 naar de H. Hartparochie te St.Niklaas. Tenslotte werd hij pastoor
op de Sint Antoniusparochie in Lokeren, waar hij tegelijkertijd overste was van
de Paters-Minderbroeders aan de Luikstraat. Getroffen door een hartinfarct
overleed hij op 6 november 1981.
Christine De Laet
(Zuster Melanie) vanuit Heverlee :
...Hartelijk gefeliciteerd met het zilveren jubileum
van Milac en het vruchtbaar en schoon werk verricht gedurende 25 jaar !
Geprezen om
het ZILVER van DE BAND.
Bedankt om het innig meeleven met lief en leed van
allen, om de met gulle humor gekruide artikelen, om al de nuttige informatie en
kostelijke illustraties, om het geduldig vorsen in eeuwenoude archieven.
In 83 werd Georges
Herregods benoemd tot hoofdaalmoezenier van Duitsland. Alhoewel zijn domicile
in de Kouter behouden bleef, verbleef hij de meeste tijd van het jaar in
Keulen. Georges had het Leestse maandbladeen onschatbare meerwaarde meegegeven, niet alleen met zijn
genealogische en heemkundige bijdragen.
De Band dankte hem
op haar manier :
Beste Georges, wij danken u van harte voor uw inzet.
Als grote bezieler en motor van De Band hebt u zich gedurende meer dan acht
jaar met hart en zielingezet voor ons dorpsblad. Duizenden
tekeningen van uw hand brachten een persoonlijk cachet aan de Band. De vele
bandwerkavonden in een geest van samenwerken hebben van de Band een fijn
verzorgd en veel gelezen blaadje gemaakt. Wij zijn daar fier op.
De goede samenwerking heeft veel mensen dichter bij
elkaar gebracht.
De ontelbare keramieken die we hebben zien groeien en
die je overal tegenkomt zijn als zoveel geesteskinderen waarbij men even
ernstig wordt of moet lachen. Ze geven een blijk van uw mensenkennis en
kunstzin.
Georges, wij kijken uit naar uw Keulse brieven en als
het kan, willen we blijven hopen op uw medewerking.
Aan hem werd ook nog
een stukje poëzie toevertrouwd :
De Heiland had U lang bewaard,
om zonneschijn te brengen
of mensen bij elkaar te brengen.
Nu gaat ge weer te naaste bij
de sporen van ons Heer.
De bloesems door U opgespaard
zullen bloeien, telkens weer.
Al gaat ge Georges tot ieders spijt,
de vrienden van de Band geraakt ge nimmer kwijt.
Het wegvallen van
George Herregods werd dat jaar op de redactie opgevangen door de nieuwkomers
Luc Verelst en Karel Duysburg.
Robert Verbruggen en
Karel Soors waren de coördinators.
In 60 werd Leopold
Bas, na het ontslag van Jan De Decker, voorzitter en verantwoordelijk uitgever,
dit tot zijn beroepshalve verhuis naar Buggenhout.
Pater Clementiaan
(Clement De Wilde) was proost,
Cyriel Verbruggen secretaris-schatbewaarder en bestond het bestuur verder uit
de leden Lucien Beterams, Louis Ceulemans, Alfons De Smet, Frans Selleslagh,
Louis Solie, Richard Van Praet, Frans Verbruggen, Jozef Vloeberghen en Louis
Vloebergh.
In 61en dit tot1964 werd de nieuwe onderpastoor J.Verbist proost.
In 66 deed Milac
een oproep aan de Leestse
missionarissen op de vremde om af en toe wat nieuws te mogen ontvangen.
Van dan afpubliceerde het maandblad ontelbare brieven
van overzee.
Jeanne De Boeck
(zuster Juanita) vanuit Concepcion in Chili, Melanie De Wit (zuster Dominica),
Rene De Laet en Marieke Verbruggen vanuit Zaïre. Christine De Laet...
In 1970 vonden we
Eddy De Smet als voorzitter terug en vestigde Georges Herregods zich te Leest.
Het blad kreeg een
heel ander aangezicht toen hij zich met de redactie begon te bemoeien.
Naast aalmoezenier
was hij ook een begenadigd en veelzijdig kunstenaar : keramist, schilder,
tekenaar en auteur.
Een vlugge gedachte
en een paar rake lijnen met zijn vlotte hand volstonden om de sierlijkste
pittoreske tekeningetjes op papier te toveren en De Band zou nooit meer
dezelfde zijn.
Had Jan De Decker
zich al voorzichtig gewaagd aan geschiedkundige bijdragen over de gemeente, de
aalmoezenier nam het hele kerkarchief onder de loep.
Zijn historische
bijdragen werden door iedereen gesmaakt : stambomen van de oudste Leestse
families, de historiek van de eeuwenoude herendoeningen, van de kerk, van de
pastorij, de kapellekens...
Op 1 juli 1975
overleed te Berchem medestichter en stuwende kracht van Milac en De Band Jan De
Decker. Jan was amper 43 jaar. Hij werdte Leest geboren op 27 februari 1932. Jan stond ook aan de wieg van de
jongenschiro in Leest, in 1948.
In 1960 had hij zijn
ontslag ingediend als voorzitter van Milac en De Band. Hijkon deze functies niet langer cumuleren met
zijn beroep als verantwoordelijke op het bureel van de Kristelijke Bedienden
Centrale te Antwerpen.
Na de fusie met
Mechelen in 77 vreesde men in Leest om opgeslorpt te worden door de stad en in
79 gaf de redactie aan dat De Band gestart
als soldatenblad,principieel
een soldatenblad zou blijven, maar omdat na de fusie met Mechelen het gevaar
bestond de eigenheid te verliezen zou het blad een tweede taak op zich nemen.
Niet enkel een band vormen tussen de miliciens en hun thuis maar ook een band
tussen haar lezers en hun heimat ons Leest.
Er werd de lezers
verzocht om intressante, originele en liefst streekgebonden verhalen en die
kwamen er ook..
Anselms Jedrie
(Jacob Albert Huysmans) puurde uit zijn machtige geheugen en schreef de prachtigste proza
neer. De Sussen en de Blekken kwamen weer tot leven en zijn herinneringen
aan de Eerste Wereldoorlog spraken
tot de verbeelding.
Ook Frans
SusseTeughels liet zich niet
onbetuigd en toonde het tijdsbeeld van het interbellum, de Tweede Wereldoorlog
en de daaropvolgende periode.
De poëzie van Kamiel
De Wit kleurde De Band en Guido Hellemans zorgde voor literaire bijdragen :
Guido Gezelle, Rodenbach, Timmermans, Elsschot, allemaal kwamen ze aan de
beurt.
Er verscheen een
hoekje van de tuinman, verzorgd door Toon Lamberts en Karel
Soors leverde menig belangwekkend intervieuw af en stond in
voor vele natuurbijdragen.
Gelegenheidsauteurs
waren ook o.a. Marcel Van Hoof, Wilfried Hellemans,
Stan Huysmans, Katelijne Duysburgh, H.Labio, Georges Veiller....
Vevoc, Chiro, SK en
VV-Leest, Voetspoor, Het Rijke Nest, NSB-Leest, Davidsfonds, KVLV, KLJ, Rust
Roest, KWB, Boerengilde, KVG Zennevallei, dansgroep Korneel, Leefmilieu Leest,
de Landelijke Rijvereniging, de gepensioneerden...leverden hun eigen bijdragen
en ook de rubriek Burgerlijke Stand mocht niet ontbreken.
Jarenlang zou Luc
Beterams het secretariswerk van Milac en ook de redactie van De Band op zich
nemen tot hij in 1978 wegens gezondheidsproblemen
ontslag nam.
Luc werd meteen de
eerste en enige Ere-Voorzitter.
Van l. naar r. : Jan De Decker, Sophie De
Schoenmaecker, Jang Mees (schoonouders van Vic Van Hoof), onderaan Marcel Van
Hoof.
Onder de titel Zij trokken een spoorliet de redactie dat eerste jubileum ook
enkele oud-onderpastoors aan het woord.
Ex-proost Stany De Decker :
...Regelmatig ontvang ik hier nog DE BAND, en ik moet
zeggen, ik ben steeds nieuwsgierig...zo gauw die binnenkomt moet alle werk maar
een beetje wachten, de gazet wordt opzij geschoven en D.B. doorbladerd. Zo kan
ik nog echt meeleven met mijn vroegere parochie. Al die namen die men leest,
zijn er nog allemaal die zoveel zeggen ; al die verslagen die men leest
getuigen van die echt goede geest die er te Leest heerst.
Bij de aankondiging van het JUBILEUMNUMMER heb ik nog
eens een groot pak bovengehaald : al de nummers van De Band van nummer één af,
en ik zeg : het is een groot pak. Als men nu dat eerste nummer beziet, wel, het
is om compassie mee te
hebben : zo dun, zo schamel, zo primitief,
zon artistieke tekeningen en een stijve soldaat die met een stuk geweer met
een scheve-schele loop de wacht houdt bij een invallensgereed huis... En
nochtans, toen dit eerste nummertje geboren was, waren we fier : HET WAS ER !
We konden nu verder bouwen. En dat verder bouwen heeft voortgeduurd, en het is
er steeds op vooruitgegaan. De Milac-werking van Leest kreeg vaste vormen, meer
en meer personen werden eraan geïntresseerd. En zo kwam het tot een grote ploeg
medewerkers.
De medewerkers van voor een paar jaar, kunnen zeker getuigen dat we zo bij
volle activiteit graag eens een foto zouden genomen hebben van mijn kamer ! Het
was een warboel in de hoogste graad, maar er werd gewerkt en gezwoegd om tijdig
een nummer klaar te krijgen. Aan mijn bureel zat er één de stencils te typen,
aan de andere kant waren er een paar bezig te illustreren : hier een opschrift,
daar een tekening. Aan de drukmachine werd er aan een geweldig tempo de ene
stencil na de andere doorgedraaid. Het was van draaien altijd maar draaien,
maar ook van zweten altijd maar zweten. Er zijn avonden geweest dat we er zo
maar een 12.000 bladen papier doordraaiden : een speciaal Paas- of Kerstnummer
ging tot 40 blz, en werd gedrukt op 300 exemplaren !
Maakt de vermenigvuldiging en ge zijt er ! En aan mijn
tafel zaten intussen een paar medewerkers ijverig de adressen van de abonnenten
op de eerste bladzijde te schrijven, of likten hun tong droog aan de
adresbandjes.
Eens het typen gedaan, alsook het tekenen en
illustreren, adresseren en tourneren, begon het werk van het samenbundelen. En
dat ging aan de lopende band ! Een drie tot vier man koersten de tafel rond, waarop
al de bladen schoon in hoopjes bijeen lagen.
Al lopens werd er van elke hoop een blad geritst en al
die bladen kwamen samen bij iemand die ze gelijk legde, een volgende sloeg er
haakjes in en de stapel Banden groeide gestadig. Dat werk gedaan werden ze
gesorteerd per straat en de volgende dag meegesleurd naar de Meisjesschool waar
onze flinke helpsters steeds zo goed hun best gedaan hebben om die maandelijks
rond te doen, nieuwe abonnenten te winnen, geld te ontvangen, enz.. De
Eerwaarde Zusters hebben er dikwijls veel last mee gehad...
De grote hoop Banden was nu weg, maar nu dienden er
nog pakjes gemaakt voor de soldaten, de zusters en paters in de Missie en voor
al de lezers buiten Leest.
Hiermee kon ik dan de volgende dag naar de post
geladen als een muilezel (meer muil dan ezel...)
...
In 1956 zag het
Milac-comité er als volgt uit :
Proost :
onderpastoor Leo De Schutter, voorzitter en hoofdopsteller van De Band : Jan
DeDecker. Leden : Fons De
Smet, Fons Polfliet, Louis Polfliet, Frans Selleslagh,
Voor de KWB : Louis
Solie en Richard Van Praet.
Voor B.J.B. : Juul
De Smet en Frans Verbruggen en voor de Chiro : Emiel Polfliet.
Twee jaar later
kreeg het versterking van Alfons Geerts, Gaston Keulemans, Cyriel Verbruggen,
Louis Vloebergh en Victor Van Hoof.
In 1957 ontvingen de
Leestse miliciens met Kerstmis elk een pakket van Milac Leest, bestaande uit :
De Witte en Jeugd van Ernest Claes, series kerst- en nieuwjaarskaarten,
humoristische en artiestieke kaarten, sluitzegels, een bloc briefpapier en 100
omslagen, een foto-album, een wandplaat voor kamerversiering en een pak
tijdschriften.
Het jaar nadien
kregen de in Duitsland gelegerde Leestse miliciens eigenhandig hun geschenken
overhandigd van Jan De Decker. (zie foto)
Samen met garde Victor
Van Hoof, diens schoonouders en zoon Marcel, werd kazerne na kazerne bezocht.
In augustus 1957
werd het vijfstigste nummer van De Band uitgegeven. Van die gelegenheid
maakte de redactie gebruik om een speciale oproep
te lanceren aan alle Leestse handelaars en neringdoeners om dit
jubileumnummer te voorzien van reclame. Alle huizen van Leest kregentoen het maandblad in hun bus gestopt.
Indien de Leestse handelaars en neringdoeners deze
maal met hun reclame zouden achterwege blijven, zullen wij ons moeten wenden
tot winkels UIT HET OMLIGGENDE.
U zelf zult er over beslisen welke weg wij zullen
moeten kiezen ! Dergelijke plaatselijke publiciteit kan niet zonder vruchten
blijven voor u !!!!!
Aldus de oproep...
Milac had het in de
beginperiode schijnbaar niet makkelijk om au sérieux genomen te worden bij de
Leestse bevolking.
In hetzelfde
jubileumnummer plaatste Jan De Decker toen volgende kanttekeningen in zijn
periodiek :
Wij hoeven zeker niet te zeggen dat én onze
soldatendienst én de uitgave van ons maandblad vijf lange jaren vele
moeilijkheden hebben meegebracht :
geldnood, tegenkantingen, onbegrip, onverschilligheid
(vooral van die mensen
die door hun ambt of functie de eersten zouden moeten
zijn om ons werk te steunen en aan te moedigen...), gebrek aan medewerking,
afbrekende kritiek,kwaadwilligheid en
zo meer...
Spijts dit alles, hebben wij kunnen volhouden en al
die uren, uren en uren die ons werk heeft gekost, hebben wij niet gewogen noch
geteld.
Hetgeen wij hebben gedaan én door ons MILAC-werk én
door ons blad, gebeurde steeds met de betrachting : goed te doen. Mogelijk zijn
we er niet altijd in geslaagd.
Wij betuigen onze erkentelijke dank aan al degenen
die, onder welke vorm ook, ons werk hebben helpen in stand houden en
uitbreiding te doen nemen. Dank aan de vele sympathisanten van MILAC die zo
massaal onze bonteavonden hebben
bijgewoond.
Dank aan al die soldaten die ons regelmatig geschreven
hebben, vaak ookpersoonlijke
brieven waarin zij openhartig hun moeilijkheden bloot legden en
waarin de schrijnende behoefte merkbaar was aan een
zacht gebaar en een warm
woord. De
meesten in deze categorie hebben wij kunnen helpen door onmiddellijk
contact te
nemen met officieren, aalmoezeniers en hooggeplaatste personen.
Wij laten aan anderen over om te zeggen wat die vijf
jaar MILAC voor een honderd soldaten hebben betekend.
Wij hebben bijna voortdurend onze soldaten met kleine
attenties bedacht, hen er aan herinnerd dat er nog iemand aan hen dacht, dat
het thuisfront hen niet vergeet.
Het weze ons hier toegelaten, er met pijn in het hart-
op te wijzen dat 8 op de 10 jongens, na hun militaire dienst ons blijkbaar
niet meer kennen of misschien nooit gekend hebben, ook al hebben ze vroeger wel
geschreven ik zal niet vergeten wat ge voor mij hebt gedaan... Acht op de
tien lopen ons na hun soldatentijd stoemmelings voorbij, een paar zeggen
(mompelen) nog iets, anderen zeggen helemaal geen bakkes meer.
Merci mannen...
Sommige soldaten laten GEDURENDE MAANDEN GEEN
SIKKEPITvan zich horen.
Het is gebeurd dat dergelijke zware gevallen dan nog op de koop toe, achter
onze rug (natuurlijk...), babbelen :ik
krijg van de Milac niets meer, nu kunnen ze ook ontploffen, zonder er bij te
voegen dat ze nog niet eens hun nieuw adres hadden laten weten.
Wij halen deze treurige feiten hier aan om U een beeld
te geven van de omstandigheden waarin wij vaak moeten werken (en volhouden...).
Nog dit : een paar bewegingen en bonden geven nog de
indruk dat MILAC ten slotte maar een boekske (sic...) is of iets dat niet
veel te betekenen heeft. Wij hebben het inderdaad beleefd dat leden uit
parochiale organisaties zich lieten ontvallen : wat hebben wij toch met die
Milac te maken...
Vergeten wij niet dat de nationale MILAC de
soldatendienst is van het JEUGDVERBOND VOOR KATHOLIEKE ACTIE en als dusdanig
door het Belgisch Episcopaat werd herkend, elf jaar geleden.
Jan zou in zijn
maandblad nog vaak van leer trekken tegen alles en iedereen wanneer hij of zijn
vereniging tekortgedaan werd.
Hij was ook een fel
verdediger van morele waarden. Zo publiceerde hij in het kerstnummer van 56
volgend markant artikel onder de titel Einde legerdienst.
Einde januari zullen volgende soldaten afzwaaien :
Theo Fierens (gekazerneerd te Neheim bij de Artillerie), Maurice Huysmans
(Siegen-Infanterie), Antoine Lauwens
(Mechelen-Transmissie) , Hendrik Moons
(Brasschaat-Artillerie), Hubert Selleslagh
(Brasschaat-Artillerie), Louis
Keulemans(Aken-Artillerie), Henri Somers (Ossendorf-Artillerie).
Wij wensen hen nog veel plezier de laatste dagen van
hun legerdienst en hopen dat zij plezant maar deftig zullen AFZWAAIEN en zij
niet zullen aanlanden thuis : bezopen....
Het is werkelijk treurig om zien hoe sommige soldaten
afzwaaien...
De sjerp om de hals, de pots in de nek, de kittbag na
zich sleurend en hees brullend het en we zijn der van de klas... Triestig
wanneer men hen gedurende de reis over hun braspartijen hoort vertellen...
Triestig wanneer men hen van de ene naar de andere café ziet
waggelen...Triestig wanneer men sommigen stomdronken langs de straat vindt...
Triestig wanneer men bij het afzwaaien van een ongeluk
hoort...
Triestig wanneer soldaten de laatste dag, de dag van
hun afzwaaien, stommiteiten doen, dingen die ze gedurende hun legerdienst nooit
hebben gedaan...
Triestig voor de vader, de moeder, de verloofde...
Iedereen doet het. Een mens zwaait maar eens af en
s anderendaags begint een nieuw leven !
Ja, s anderendaags begint een nieuw leven voor Jan
Klaassen, die zonder werk zit en moet gaan stempelen. Had hij maar de 1.500
frank de laatste acht dagen van zijn troep niet verdronken...
s Anderendaags begint een nieuw leven voor Piet
Pieters, die nog in een nachtkroeg is aangeland op de vooravond van zijn
afzwaaien en stommiteiten heeft uitgestoken...
Was hij ook maar de laatste avond trouw gebleven aan
zijn meisje...
s Anderendaags begint een nieuw leven voor iedere
afgezwaaide, een leven van burger en enkele maanden nadien zien zij vol
afkeer neer op de soldaten die zo smerig afzwaaien.
WIJ VRAGEN GEEN LIJKDIENST : wij zijn de eersten die zeggen dat er moet gefeest
worden wanneer een jongen met zijn legerdienst gedaan heeft. Feest moet er zijn
maar geen BRASPARTIJ.
OUDERS, helpt hen plezier maken, niet onderweg, niet
in cafés, maar THUIS.
Op de dag van afzwaaien moet het een feest zijn van de
blijde thuiskomst.
SOLDATEN, gij hebt in houding gestaan, gedefileerd,
gemarsjeerd voor hogere en lagere officieren. Gij waart fier toen zij u een
blik van waardering gunden. Méér dan alle officieren is UW MOEDER. Komt niet
thuis met een ferm stuk in uw botten en met bezopen ogen, maar komt naar huis :
fier, rein en blij en gaat dan nog eens in houding staan voor uw moeder en
kijkt haar in de ogen. Meer dan een blijk van waardering zal zij u gunnen, zij
zal u aankijken met liefde en al haar zorgen zullen vergeten zijn, daar zij
weet dat gij teruggekomen zijt, fier, rein en blij, beter dan toen gij ging.
En toont uw militair zakboekje aan vader. Hij zal fier
zijn als hij kan zien dat gij een goed soldaat zijt geweest.
Sooi Willems in actie. Een archieffoto uit de
beginjaren van Milac.
Bezieler
Aalmoezenier Sooi Willems vertelde in 85 :
Bij de bevrijding in september 1944 werden de klassen
1941-1942 gemobiliseerd en voor opleiding naar Engeland en Noord-Ierland
gestuurd, met de bedoeling desgevallend ingezet te worden bij de
krijgsverrichtingen in Duitsland. Want de oorlog was nog niet gedaan. Bij die
gemobiliseerden is de idee gegroeid dat er iets moest gebeuren voor de soldaten
: een uitbreiding van wat K.A.J. en B.J.B. als dienst voor de soldatenhadden voor de oorlog. Toen Duitsland was
gevallen, hoorde men van het bezettingsleger en het verwoeste Duitsland de
wildste verhalen : over de miserie van de bevolking en de sexuele avonturen van
de soldaten.
Kortom, Duitsland was gevaarlijk voor onze brave
jongens.
Onder impuls van Kan. Dubois in Roeselare zijn leiders
van jeugdbewegingen samengekomen. Het echte idee is daar geboren : er werd een
actie opgezet in West-Vlaanderen. Heel vlug werd het idee overgedragen naar het
Nationale Jeugdverbond van Katholieke Actie, waarvan Mgr. Cruysberghs algemeen proost was.
Gedelegeerden van de diverse jeugdbewegingen, o.a. De
Schuyffeleir van K.A.J., besloten om als gezamelijke dienst van het J.V.K.A.,
een katholieke actie voor toekomstige soldaten op te richten. Inmiddels was ook
in Limburg, onder impuls van Kan. Claes, een actie voor soldaten op gang
gekomen.
Omdat het college van Seraing, waar ik leraar was,
stukgeschoten was, was ik dus werkloos. Die kunnen we dus gebruiken dachten ze
in Limburg, want ik ben tijdens de slag aan het Albertkanaal ook nog waarnemend
aalmoezenier geweest. En zo is het gekomen. Ik ging voorlichting geven in
Limburg : op 23 vergaderingen bereikte ik 3.000 jongens. Niet omdat ik het was,
want ik was totaal onbekend, maar omdat de tijd er rijp voor was : men was bang
van Duitsland.
Door dit succes werd ik naar Brussel geroepen
(J.V.K.A.).
Zo werd ik proost
van Milac...
(Kerk en Leven, 20 juni 1985)
MILAC-LEEST en DE BAND
Op een bijeenkomst
van bestuursleden in 1953 van KWB, BJB en Chiro werden definitieve plannen
gesmeed tot de oprichting van een
Soldatendienst.
Onderpastoor Stany
De Decker werd proost en Jan De
Decker voorzitter.
Er werd besloten een
soldatenblad uit te geven waardoor de miliciens op de hoogte
zouden blijven van
het dorpsleven, een band tussen thuis en de kazerne.
Het eerste nummer
van de Band was zeer povertjes, telde slechts zesbladzijden en had een oplage van 30
exemplaren.
Vijf jaar later, bij
het eerste jubileum, was de oplage gestegen tot 550 exemplaren.
In de loop van die
eerste vijf jaar kregen de Leestse miliciens vanMilac 32 kg chocolade, 19 kg pralines, 48 kg koekjes, 258 boeken en 12.331
tijdschriften toegestuurd. Waaronder Het Goede Zaad, Zondagsvriend, De Band,
Ons Land, De Haardvriend, Humoradio, Ons Volk, Bevrijding, Toren, Vlaamse
Filmkens, Doorbraak, Kompas, Mardijck, Raak, Africa Cristo, Ons Zondagsblad...
De meeste uitgesproken katholiek.
Op voorlichtingsvergaderingen
kregen de toekomstige soldaten een beeld van wat hen te wachten stond via films
en uiteenzettingen door selectieofficieren.
Vaak hield dokter
Stuyck zijn spreekbeurt over
venerische ziekten...
De eerste proost, onderpastoor De Decker, werd reeds in het
stichtingsjaar overgeplaatst naar Coloma te Mechelen waarna zijn werk werd
overgenomen door Jan De Decker, die de kar zou trekken tot de dag dat pater
Omer als onderpastoor te Leest werd aangesteld.
1953 Dat jaar werd
er te Leest een veldrit voor beroepsrenners georganiseerd.
Exacte datum is ons niet bekend.
Wel dat Roger De Clercq winnaar werd voor
Firmin Van Kerrebroeck en de
plaatselijke vedette Rene De Rey.
Roger De Clercq is de
vader van de latere wereldkampioen veldrijden Mario.
1953 15 maart :
Stichting van Milac Leest en het plaaselijke soldatenblad De Band.
MILAC
Milac
(Miliciens-Actie) ontstond in 1945 binnen de Vlaamse katholieke jeugdbeweging.
Men wilde wat doen
voor de scouts- of chiroleider die opgeroepen werd voor het bezettingsleger in
Duitsland.
Eigenlijk groeide
Milac uit de KAJ-beweging en wilde toekomstige miliciens beter voorbereiden op
hun legerdienst. Kort na de bevrijding duurde de legerdienst nog meerdere
jaren, en werden heel wat jongens in Duitsland,ver van huis ingekwartierd.
Daarnaast
ontwikkelde Milac ook een kazernewerking.
In navolging van
Jozef Cardijn werkte men met Kazerne, Kameraadschap, Kamer om solidariteit te
bevorderen. Men wou hen ondersteunen op moreel en sociaal gebied, aanvankelijk
gericht op de gevaren van het gebrek aan moraliteit in het leger, later ook als
vormings- en ontspanningsinitiatieven binnen de kazerne.
Grote bezieler was
Francois (Sooi) Willems, de latere nationale proost,
die kon beroep doen op een groot aantal vrijwilligers. Hoewel totaal
onafhankelijk was er toch meestal een goede samenwerking met de
aalmoezeniersdienst van het leger.
Onder impuls van
Milac werd vanaf 1948 jaarlijks de week van de soldaat ingericht, o.m. om ook
het thuisfront bij de problematiek
van de miliciens te betrekken.
Ook een eigen
tijdschrift (eerst Marsch later Extra Rantsoen) was een vormings- en
bindingsinstrument. Daarnaast verschenen ook de Milac-cahiers waar telkens
één thema werd in toegelicht. Deze meer technische publicaties moesten
vrijwilligers ondersteunen in hun begeleidingswerk in de kazernes, maar ook het
thuisfront informeren over de rechten en plichten van de miliciens, o.m. de
ingewikkelde vaak wijzigende- regels van vrijstelling en uitstel van legerdienst.
Met de afschaffing
van de verplichte legerdienst in 1994 kwam ook een einde aan Milac.
Het archief van de
beweging wordt thans beheerd door het KADOC te Leuven.
(Wikipedia)
De dienstplicht gold
in 1984 voor slechts één vierde van de Belgische jeugd. De meisjes vielen er
buiten en van de jongens moest amper 48 procent
soldaat worden.
(GvA,4/3/1984)
Fotos :
-Firmin Van Kerrebroeck leidt voor Roger De
Clercq die later zou winnen.De renners haspelen
hier een stuk parcours af op de beemden langs
de Zennedijk.Op de achtergrond enkele
huizzen van
de Molenstraat.
-Roger De Clercq haalt het voor Firmin Van Kerrebroeck
en René De Rey.
Theofiel Fierens, oud-muzikant en oud-dirigent van
St.Cecilia, uit de Scheerstraat. (Ten Moortele)
Theofiel Fierens, oud-dirigent van St. Cecilia in 2009 :
...mijn geheugen is niet meer zo goed, maar ik
herinner mij nog dat ik toen de Sussen uit mekaar gevallen waren (noot : in 1964),
ik was toen nog dirigent van de Blekken, alle Sussen-muzikanten contacteerde om
over te gaan naar onze fanfare. Slechts één muzikant is daar toen op ingegaan,
ik geloof dat het een Van den Brande was, hij speelde alt-hoorn en zijn vader
was een hevige Sus...
Later, ik had toen al mijn ontslag gegeven als
dirigent, werd ik gecontacteerd door Gust Emmeregs, een Sus, omenkele oud-muzikanten van de Sussen te
dirigeren ter gelegenheid van een nationaal of Vlaams feest hier op het dorp.
Na enkele repetities hebben we toen gespeeld in een kiosk op het dorpsplein en
daar is ernorm veel volk op afgekomen. Dat werd me door de Blekken uiteraard
niet in dank afgenomen.
Ik gaf toen nog naschools muziekonderricht, hier in de
jongensschool. Zeer vrijblijvend en zonder verplichtingen. Bij mijn 28
leerlingen waren er bij met blokfluiten en melodikas maar dat was voor mij geen
probleem. Dan schafte ik me boeken
aan over die instrumenten en zo trok ik mijn plan, maar de Blekken namen me dat
kwalijk en ze trokken al hun kinderen terug. Ik bleef alleen achter met de
kinderen van de Sussen...
Tijdens de telling van één van die beruchte
gemeenteraadsverkiezingen stond ik met Heinke van Tien (Henri Van den Heuvel) paraat bij een walkie talkie. De andere was in handen van de Garde, die
af en toe naar de kelder van het gemeentehuis verdween en ons van daar de laatste
stand van zaken doorgaf...
Bij velen van mijn generatie zit dat er nog diep in,
Blek of Sus.
Ik herinner mij ook nog dat ze bij elkaar stront aan
de voordeur smeerden en dat de twee fanfares elkaar soms kruisten in de
Dorpstraat, dan werd er door de twee verenigingen geblazen alsof hun leven
ervan af hing, die rivaliteit kwam ook tot uiting op de processies,
waar beide fanfares meeliepen....
1952 16 december :
Hombeek : de echtelingen Edward en Coleta Verbergt Diddens
vierden hun gouden bruiloft. Edward
was geboren te Hombeek op 21/12/1886,
zijn echtgenote te Leest op 1 mei 1879. Ze kregen zeven
kinderen. (KH)
1952 Op 31
december telde Leest 1853 inwoners.
1952 Edward
Fierens (° 1930) nam de kosterfunctie over van Antoon Teughels.
In 1964 viel de
fanfare Arbeid Adelt bij gebrek aan eensgezindheid uit elkaar en hadden de
Blekken af te rekenen met de socialisten
(BSP lijst nr 1) die opkwamen met L. Lauwers, A. De Schouwer, Fierens, A.
De Smedt, G. Van der Elst, F. Put, F. Van Baelen, Verbist en J. Verbergt en de Gemeentebelangen (lijst nr 3) met : F.
De Prins, R. Van der Hasselt, L. Selleslagh, L. Hellemans, K. Leemans, Van den
Brande, E. Lamberts, F. Huys en A. Verbruggen.
De Blekken, lijst
St. Cecilia nr 2, kwamen op met E. Verschueren, F. De Prins, J. Geens, Henrik
Van den Heuvel, A.F. Lauwers, F. De Decker, J. Huyghe, J. Vloeberghen en V.
Robijns.
De Blekken haalden
5, Gemeentebelangen 3 en de socialisten 1 zetel.
In 70 verscheen nam
de CVP voor het eerst deel aan de gemeenteverkiezingen. (11/10)
Wij konden enkele
verkiezingsuitslagen op de kop tikken.
Theofiel (Fille) De Prins, °Leest 17/3/1926, +Mechelen
3/11/2006.
Sussen en Blekken
in de media
In 1970 distancieerde het bestuur van de KWB zich bij
al haar leden over een verschenen artikel in De Volksmacht :
Leest, 9 october 1970Beste KWB-ers en sympathisanten,
Betreft De Volksmacht van 10 october 1970.
U zult zeker opgemerkt hebben dat op bladzijde 17
onder LEEST twee rubrieken verschenen : één onder KWB en een ander onder ACW.
Hierover is in ons dorp enige deining ontstaan
betreffende de tekst van het artikel verschenen onder het ACW en er werd zelfs
vermoed dat ze van één en dezelfde steller zouden uitgaan.
Ten einde alle misverstanden uit de weg te ruimen
verzekeren wij U, dat beide artikels los van elkaar staan en dat de eerste
rubriek werd ingestuurd door onze sympathieke voorzitter van de KWB Fille De
Prins. Het ander artikel werd ingestuurd door een ander persoon van wie de naam
ons door de uitgever van De Volksmacht, bij navraag, niet werd genoemd.
Het bestuur van de KWB-Leest onder de leiding van de
genoemde voorzitter laat iedereen vrij van te stemmen voor wie ze wil en hoopt
hartelijk in de toekomst haar huidige leden, zonder politiek onderscheid, met
dezelfde sympathie te mogen ontvangen zoals dit tot nog toe gebeurde.
Het
bestuur van de KWB-Leest.
In december 2003
publiceerde het Hombeekse blad De Schacht (nr 674) :
In
het land van Sussen en Blekken
Voor vele Mechelaars zal het onwaarschijnlijk klinken
maar sinds mensenheugenis is de fusiegemeente Leest verdeeld en verscheurd in
Sussen en Blekken.
Van waar deze benamingen komen zal u geen mens nog
weten te vertellen maar in feite komt het hier op neer dat men voor de Sussen
de link kan leggen naar de vroegere katholieken en voor de Blekken naar de
socialisten.
Of het in Leest nu gaat om een fanfare of om een
toneelgezelschap of om een voetbalclub, om het even, wanneer de Sussen wat
deden konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Zij hebben zowaar hun
eigen kroegen.
In tijden van verkiezingen hebben Sussen en Blekken
heroïsche veldslagen geleverd die niet altijd zonder schram of stoot zijn
verlopen.
De wit-zwart tegenstellingen die de laatste decennia
een beetje zijn afgezwakt door de kleurloosheid van de politiek zijn nu plots
weer sterk tot uiting gekomen en de broederstrijd is weer in alle hevigheid
losgebarsten.
Wat is er dan opeens aan de hand zult u denken ?
In Leest zijn twee scholen, en wat dacht u, jazeker
een van de kant van de pastoor en een van de andere kant zoals het hoort in het
land van Sussen en Blekken. Tot daar niets mis en perfect volgens het aloude
stramien.
Gezien dat wij ons bevinden in het land van Sussen en
Blekken en daarenboven in de 21ste eeuw zou het niet meer dan
normaal zijn dat beide scholen over een bus beschikken om hun kinderen van en
naar de school te brengen.
Helaas, hier loopt het spaak want de Sussen hebben van
Sinterklaas geen bus gekregen en zijn aangewezen op hulp van buiten huis om hun
kinderen te vervoeren.
Tot daar niks mis zou u denken.
Helaas, de directrice van de vrije school, die
waarschijnlijk nooit in haar leven heeft gehoord van Sussen en Blekken, vraagt
aan haar collega van de gemeenschapsschool of het niet mogelijk zou zijn om
ergens op de boerenbuiten enkele kinderen op te pikken om mee naar de vrije
school te brengen.
En plots duikt de kwelduivel weer op.
U weet wel, Sussen en Blekken. Het antwoord van het
gemeenschapsonderwijs is hard maar voorspelbaar neen en als gevolg hiervan
wordt de directrice van het vrij onderwijs razend kwaad en spuwt haar gal via
diverse plaatselijke kanalen uit richting vijand.
Woede alom tot in de hoogste regionen van de beide
onderwijsnetten.
Wijze mensen uit de stad proberen
om de plooien weer glad te strijken.
Of dit ook lukt met Sussen en Blekken is af te
wachten.
Wat is nu echter de moraal van dit verhaal ?
Sinds de overdracht van de stadssscholen naar het
gemeenschapsonderwijs, zijn de twee onderwijsnetten verenigd in een gezamenlijk
overlegorgaan genaamd OOM.
Zij zijn vragende partij voor een netoverschrijdend
leerlingenvervoer voor alle Mechelse kinderen waarbij de kosten evenredig
zouden verdeeld worden tussen enerzijds de ouders en anderzijds de stad. De
stad slaagt er echter niet in de broodnodige financiële middelen vrij te maken
om bovengenoemd project tot stand te
brengen, ondanks vele beloften en schijnmanoeuvres.
Daarmee weet u dan weer waarom in Leest Sussen en
Blekken de strijdbijl tot nader order weer hebben opgegraven.
Goovaerts Louis.
Noot : de Sussen en
de Blekken waren beiden katholieke fanfare-partijen.
De Mechelse Vlaams
Blok senator Frank Creyelman daarover datzelfde jaar :
...er is ambras in het land van Sussen en Blekken.
Sinds mensenheugenis,vertelt deVlaams-Bloksenator, is de Mechelse
fusiegemeente Leest verscheurd door Sussen en Blekken. Van waar deze benamingen
komen, weet geen mens nog te vertellen, maar het komt erop neer dat de Sussen
model staan voor de vroegere katholieken en de Blekken voor de socialisten.
Of het in Leest nu gaat om een fanfare, een
toneelgezelschap of een voetbalploeg, maakt niet uit, want wanneer de Sussen
wat deden, konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Kortom alles is
verdeeld in twee kampen. In verkiezingstijden leverden Sussen en Blekken
heroïsche veldslagen die niet altijd zonder slag of stoot verliepen. Al die
tegenstellingen zijn de laatste decennia wat afgezwakt, maar recente feiten
haalden de aloude broederstrijd weer van onder het stof. Wat is er aan de hand
?
In Leest zijn er twee basisscholen, jazeker, één van
de Sussen (het vrij onderwijs) en één van de Blekken (het
gemeenschapsonderwijs). De logica van Sussen en Blekken doortrekkend, zouden
beide scholen over een eigen bus moeten beschikken om de kleine Suskes en
Blekskes van en naar de school te brengen, jammer genoeg hebben de Sussen van
Sinterklaas geen bus gekregen en zijn ze aangewezen op hulp om hun kinderen te
vervoeren....
3. Aanleg van nieuwe WEGEN voor de boeren en
FIETSPADEN voor de werklieden.
4. Iedereen gelijk, onpartijdig en rechtvaardig
behandelen.
5. Gemeentelijke zelfstandigheid en GEEN verknechting aan
Heren uit andere steden en
gemeenten.
Wat deden
ze intussen ?
1. Belastingen hoger dan in de omiggende gemeenten.
2. Kwistig het geld rondstrooien en het ondoelmatig
aanwenden.
3. De WEGEN laten ten onder gaan, de FIETSPADEN
omvormen tot modderpoelen en
visvijvers.
4. Vriendjespolitiek en eigen bevoordeling.
5. Verknechting en de zelfstandigheid van LEEST
opofferen aan het Volkshuis van
Mechelen.
Kiezers en Kiezeressen beziet uw belastingsbrieven en
taksbriefjes.
Gaat eens na waar er gebrast, gezwierd en gezopen wordt.
Rijdt voor uw plezier of tegen uw plezier eens langs
de Geuzenhoek, Kleine Heide, Bist, Kapellebaan en veel andere straten en wegen.
Onderzoekt wie er aan en voor rekening van de gemeente
mag werken en leveren en wie er de profijten
en percenten opstrijken.
Telt eens na waar de Heren van Mechelen bevolen
hebben dat HUN kandidaat minstens MOET staan !
DE SUSSEN
waarschuwden...
DE BLEKKEN
beloofden... OORDEELT ZELF en STEMT voor de SUSSEN !
(Drukkerij J. Van
Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)
AAN DE
KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST.
Zondag 12
october, de meest beslisende dag voor Uw gemeente.
Zullen de socialisten voortaan zetelen in Uw
gemeentehuuis ?
Zal de tweede schepen voortaan een socialist zijn ?
Zullen de socialisten U in de toekomst de les spellen
in al Uw doen en laten ?
Ja, indien Ge stemt voor nr. 1.
Neen, indien
Ge stemt voor Nr 2.
Kiezers en
Kiezeressen, bezint U en weest bewust van Uw verantwoordelijkheid !
Als één man
stemt op de lijst Nr 2
Uw geweten
gebiedt het !
De eer en het
belang van uw gemeente eisen het !
Een buitenstaander, die het beste wil voor Leest.
(Drukkerij
Vermeulen)
In antwoord op de laster en LEUGENS van de Ware
Leestenaar verklaard ik de ljst Nr 2 (twee) van de Sussen te Leest van ganser
harte te steunen.
STEMT ALLEN
ONDER Nr 2 van de SUSSEN
Jan Van Riet
Kapellebaan, 16
Leest.
(Drukk. J. Van Rompaey, Brusselse stwg Mechelen)
De Sussen waagden
zich ook aan poëzie :
Mens van Leest
waar is de geest
van zoet ontsponnen dromen
wanneer zal er eindelijk RECHT in Leest komen.
Want Cecilia, lieve maagd
als je mij vraagt
om iets te doen voor haar Leestse zonen
was ze beter niet opgekomen
Een partij die alleen steunt op het verleden
en niets zegt van het heden
laat merken dat alleen oude Heren
Leest mogen regeren
Pff...
Groot is Uw
verantwoordelijkheid !
Het socialisme wil heimelijk Uw gemeentebestuur in
handen nemen !
Gedenkt dat
Ge afstammelingen zijt van de helden uit de Boerenkrijg, die hun leven
gaven voor het behoud van hun kristelijk geloof.
Op de plaats
waar ze eens, ondergedoken, leden en baden, heeft nu een vreemde ellendeling,
die de schande is van zijn kristelijk Kempenland, zijn tenten opgeslagen.
Is het toeval
of duivelsbeleid , Wie weet ! !
Hij wil hier
het zielsdodend socialisme planten !
Hij heeft zijn eerste slag gewonnen ! Derde plaats op
lijst nr. 1.
Indien de
lijst wint, wint hij ook.
Daar is niets
meer aan te doen, wat men ook moge zeggen !
Het laatste
woord is aan U !
Kiezers en Kiezeressen van Leest weert U !
Gelijk de helden van de Boerenkrijg zult Gij op dit
gewichtig ogenblik alle kleinzielige twist vergeten om het gevaar te weren en
te stemmen voor Altaar en Haard onder
Nr 2.
Mannen en vrouwen van Leest, er is ditmaal maar één
lijst voorU en die is lijst
Nr 2.
Een buitenstaande die bekommerd is om de godsdienstige
belangen van Leest
(Drukkerij
Vermeulen)
Laatste
Waarschuwing
De kiesstrijd loopt ten einde. Wij hebben U in volle
daglicht de waarheid gezegd.
Nog een waarschuwing !
De Blekken, hun gewoonte getrouw, zullen de laatste
nacht voor de verkiezing de straat opsturen al wat ze hebben aan laagstaande
mensen. Gelijk een dief in de nacht zullen zij sluipen langs deuren en
vensters.
De leugen
verdraagt geen licht.
Zij zullen hun laster en leugens uitspuwen naar hun
slachtoffers op het laatste ogenblik, om aan de waarheid geen tijd meer té
gunnen.
Zo b.v. de grove leugen dat De Laet burgemeester zal
worden, waar geen schijn of gedacht van is. Misschien zal drukker Lafosse het
niet willen drukken zonder naam, dan zullen ze hun vuiligheid ergens anders
laten drukken, niettegenstaande hun verklaringen.
Wij zijn verwittigd !
Gij nu ook !
Het moet voor U een spoorslag zijn om nog met meer
overtuiging te
Stemmen onder
No 2.
(Drukkerij J. Van
Rompaey, Brusselse stwg 199,Tel 15186, Mechelen)
AAN DE LEDEN
EN VRIENDEN VAN DE MAATSCHAPPIJ STE CECILIA !
Mannen en Vrouwen, hoe hard U ook moge vallen, ditmaal
kunt U niet stemmen op lijst nr.1.
Uw kristen
geweten verbiedt het !
Waarom ?
De derde
plaats van die lijst is gegeven aan de socialist Frans Verwerft. Zo die
lijst triomfeert is hij er steeds bij. Niet enkel door de stemmen van zijn
volgelingen, maar ook door de lijststemmen, Uw stem dus, waar Ge ze ook op de lijst mocht plaatsen, want steeds gaat het overschot van stemmen
naar boven.
Spaart die
schande aan Uw maatschappij en Uw schone gemeente !
Uw maatschappij zal er wel bij varen. Dan zullen de
roden, die U zo dikwijls reeds de les
hebben gespeld, weten dat ze voortaan zullen stoten op Uw onwankelbare trouw aan Uw kristen geweten.
Weg dus met
alle kleinzieligheid ! En ditmaal alleen
Uw stem op lijst Nr 2.
Een buitenstaander, bekommerd om Leest.
(Drukk. Vermeulen)
Gemeenteverkiezingen 12-10-52 te Leest
En zo is het beste Leestenaren, dat U werd opgeroepen
om op 12 oktober uw stem te gaan uitbrengen. Om de kandidaten te verkiezen die
in de eeerstkomende zes jaren de Gemeentebelangen, Uwe belangen, zullen behartigen
en verdedigen, die zullen beschikken over Uwe centen die gij, onder de vorm van
belastingen aan de gemeentekas zult afdragen.
Dat zelfde gemeentebestuur zal in grote mate beslissen
hoeveel U zult betalen, want ook dit gemeentebestuur stelt de gemeentelijke
opcentiemen vast.
Uwe stemming is dus tevens de goedkeuring of de
veroordeling van het beleid van het gemeentebestuur en in hoofdzaak van de
meerderheidspartij die in de voorbije periode onze gemeente heeft bestuurd.
Het gaat er niet hoofdzakelijk om of in dit
gemeentebestuur Blekken of Sussen zullen zitten, of de meerderheid Blek of Sus
zal zijn.
Het gaat er in de eerste plaats om, of onze gemeente
zal bestuurd worden door mensen die hiervoor de nodige bevoegdheid zullen
hebben.
We nemen aan, dat onze burgemeester, onze schepenen en
ook al de andere Blekken gemeenteraadsleden, brave mensen waren, maar...dit
volstaat niet, beste mensen.
Het gemeentebestuur moet opgewassen zijn voor zijn
taak, moet zelf de nodige bevoegdheden bezitten, om eigenmachtig een gemeente
te besturen.
Het bestuur van een gemeente mag niet berusten in
handen van een gemeentebediende, die de ondergeschikte moet zijn van het
bestuur.
Was dit soms het geval voor onze gemeente in de
afgelopen periode, en zelfs in voorgaande periode, toen de Blekken meester
waren ?
NEEN DUIZENDMAAL NEEN.
Dit feit op zichzelve waren nog niet zo erg, indien de
persoon, in wiers handen alle machten werden overgedragen oprecht-rechtvaardig en eerlijk ware tegenover
iedereen.
U weet allen, beste kiezers, wien wij bedoelen.
Het is zelfs niet nodig dat wij zijn naam zullen
noemen.
Bij nazicht van de laatste gemeenterekening is
gebleken, hoe dit heerschap zich met de centen van de gemeente laat betalen :
10.000 frank voor de opmeting van het gemeentekerkhof.
27.000 frank voor de opmeting van de steenwegen der
gemeente ; zonder te spreken van al
die andere onwettige en onregelmatige commissielonen en percentages die hij
zich laat of beter gezegd, doet betalen.
Het is niet zonder rede, dat steeds en altijd dezelfde
aannemer de werken op onze gemeente uitvoert.
Het is niet zonder rede, dat steeds en altijd de
zuster van onze sluwe secretaris, alle mogelijk en onmogelijk vervoer, alle
mogelijke en onmogelijke leveringen doet voor de gemeente.
Het was ook niet zonder rede, dat een schepene van de
Blekken slechts korten tijd geleden, klacht neerlegde bij de heer
Arrondissementscommissaris, tegen al deze misbruiken.
Hij zal zijn straf niet ontlopen.
Let wel op, dat al die opmetingen, én van het kerkhof,
én van de steenwegen, volstrekt niet noodzakelijk zijn, zelfs niet nodig waren,
dat vele van die leveringen van dat vervoer nutteloos zijn gebleken.
Dat al die werken die werden uitgevoerd aan geen
bepaalde voorschriften of vereisten werden onderworpen.
Dat al deze werken niet werden gecontroleerd.
Wel integendeel, om speciale redenen werden die werken
met minderwaardige materialen uitgevoerd, werden zelfs de normale hoeveelheden
van bepaalde grondstoffen niet gebruikt. Daarop komen wij straks meer bepaald
terug.
Dit alles, beste kiezers, werd door onze
gemeenteoverheid door de vingers gezien, niettegenstaande wij minderheid, en
zelfs andere gemeentebedienden de heer burgemeester, het schepencollege en
meerderheidsgroep hierop herhaalde malen hebben gewezen.
Maar hoe kan het anders, de burgemeester, schepenen en
gemeenteraadsleden liggen met handen en voeten aan dit onbetrouwbaar en
bedrieglijk personnage gebonden.
Uit hun eigen, zijn ze veel te dom. Al denken
sommigen, dat zij het verstand in pacht hebben hé Nante.
Spijtig dat ge met Uw veel geld ook niet wat meer
gezond verstand kunt kopen.
Hoe, waar en wanneer U dit geld verdiende, laten wij
hier liever onbesproken. Die tijd is
lang voorbij.
Toch dient gezegd, dat het wegeltje, achter het
Patronaat er niet vreemd aan was.
Daarom hebt ge natuurlijk graag gehad, dat wij met de
gelden van de gemeente te Uwen bate de Zeereerwaarde Heer Pastoor een proces hebben aangedaan.
Gelukkig zijn toen de ogen van een Uwer schepenen
opengegaan.
Maar sindsdien werd deze man geweerd, en aasdet gij op
middelen om hem te NEKKEN.
Toen hebt gij de SUSSEN op Uwe weg gevonden.
Die alleen rechtvaardigheidshalve- de verdediging van
het slachtoffer dat u had uitgekozen, op zich hebben genomen.
En zij zullen voortgaan met te strijden om recht te doen
waar het behoort.
Het kon destijds geen kwaam hé NANTE, lid te zijn van
het V.N.V, of op goede voet te leven met al wat pro-Duits
was, al was het maar om, in geval van moeilijkheden bij de uitoefening van dit
winstgevend, maar gevaarlijk stieltje, op hun steun beroep te kunnen doen.
Voor onze ogen leeft nog duidelijk het beeld, hoe
NANTE de Oostfrontstrijder Cyriel VERSCHUEREN, bij zijn eerste verschijnen op
de gemeente in Groot Uniform, midden op het Dorp tegemoet liep, en hem stevig
en welgemeend de hand drukte.
Jammer dat wij toen niet konden horen, welke
aanmoedigende woorden, en wat al felicitaties misschien, wat lofbetuigingen er
aan het adres van deze Duitse soldaat werden geuit.
En zeggen dat dezelfde NANTE, enkele jaren nadien, de
voorstander nummer 1 was, om bij het gemeentebestuur de schorsing van dhr DE
LEERS te vragen en te bepleiten, wegens zijn onvaderlandse houding, en zijn
Duitsgezindheid ; want..., dit waren de redenen die door de burgemeester DE
PRINS bij de voorstelling van de Tuchtstraf werden opgegeven.
Knoop het goed in uw oren Meester DE LEERS.
Van de Vaderlandslievende houding van secretaris
Bradt, zweeg men zich liefst dood op het gemeentehuis.
Wij hebben geen twee maten en gewichten. Het wapen van
de meerderheid waarvan gij U in alle omstangdigheden vaak ten onrechte hebt
bediend, kan zich vroeger dan dat gij het verwacht, tegen U keren, en U ten
ondergang brengen.
Behandelen wij nu wat nader, het doen en laten van
onze laatste gemeenteraad, die op alle gebied een mislukking is gebleken.
Bij de vorige verkiezing werd ons het verwijt gemaakt
dat wij ons verknechtten aan vreemde heren. Bedoeld werden, de leiders van de
C.V.P.
Wat wij toen reeds vermoedden, is na de verrkiezing
werkelijkheid gebleken.
Een hunner kandidaten, wij zullen niet zeggen een
socialist, maar toch iemand die handelde onder de invloed van de RODEN, werd
toen reeds onder de druk van de socialisten, en een handige beroepspolitieker,
die SPINOY heet, op een betrekkelijk goed verkiesbare plaats op hun lijst
opgenomen.
Immers, voor de eenheid van hun Blekke-maatschappij,
hebben zij alles veil, en zouden zelfs het heiligste opofferen.
En toch staken zij deze kandidaat schonekens op zak.
Zij bewogen hemel en aarde, om de kiezers te overhalen
achter hunne naam te stemmen met het gevolg dat U allen kent. De beschermeling
van SPINOY was gevallen.
Zal het ditmaal nog zo gemakkelijk gaan. Zullen de
socialisten nog langer willen toezien dat hun kandidaat als proefkonijn moet dienst doen. Dat hun kandidaat de
positie van de Blekken moet redden, zonder er evenwel zelf iets voordeel bij te
halen.
Wij denken van niet. En het blijft niet alleen bij
denken. In deze verkiezing zien wij dat de socialisten meereisend zijn
geworden. Dat zij hun PION een plaatske hebben verschoven. Misschien hopen
zij nog wel, dat hij zal vallen en dan is de situatie weer voor zes jaar gered.
Maar...zij vergeten dat zij de zaakjes hebben gestrooid, die eens tot kiemen
komen, die eens vruchten zulen dragen.
Zijn zij zich ten volle bewust van hun handelswijze ?
Wij geloven dat de stommerikken niet eens zover zien.
En bovendien...de socialisten hebben bij de vorige
verkiezing geleerd en zullen de opgedane ondervinding nuttig gebruiken. Moesten
zij uit hun eigen geen raad weten, dan zullen die heren van Mechelen hen wel
voorlichten.
Dat is verkrachting Blekken. In de volle zin van het
woord.
Was dat misschien onder de invloed van de Socialisten,
dat onze Z.E.Heer Pastoor bergen heeft moeten verzetten, om het dak van de
kerk, dat steeds slechter en slechter werd, waarvan de herstellingskosten
steeds hoger en hoger liepen, toch maar gemaakt te kunnen krijgen.
Was het misschien onder de invloed van de Socialisten
dat U weigerde de nodige herstellingen uit te voeren ?
Waren het misschien de Socialisten die U wijsmaakten
dat de pastoor zelf moest instaan voor gans de onderhoud en de herstellingen
van de kerk, ter uitzondering van de toren.
Deze theorie werd ook door dik en dun voorgestaan door
onze slimme secretaris. Maar aan de uitvoering van dat werk was voor hem niets
verbonden. Geen van die zeer begeerde commissielonen. En toch heeft hij er zijn
profijt uitgehaald. De voorraad van
zijn brandhout werd voor jaren lang aangelegd. Ook die van zijn vrienden.
Natuurlijk mits...pinten, en van de rest spreken
wij niet.
En toch is het gebleken dat de Blekken het ook dit
maal verkeerd voorhadden, want de toren werd hersteld op kosten van de
gemeente, en door hun schuld uitsluitend op kosten van de gemeente.
Want...de Kerkfabriek die in den beginne beloofd had,
dat de Kerkfabriek voor ruim 75.000 frank zou tussenkomen in de kosten heeft
omwille van de hardnekkige koppigheid en moedwilligheid van de Blekken zich
tenslotte teruggetrokken en de arme gemeentekas kon het dus verduren.
Wat moeten onze Socialisten in hun vuist gelachen
hebben. Was dit soms geen graan op hun molen ?
En vermits de Socialisten toch zo voor de armen
werkman zijn en bijzonder voor den werkman van Leest leggen ze zulke prachtige steenweg van aan Leest Dorp tot aanLint te
Battel. Natuurlijk kunnen de Blekken zeggen dat ZIJ de steenweg niet kunnen
leggen te Battel doch de onderhandelingen met Mechelen hebben ze niet
doorgedreven (Er is niets aan verdiend) en altijd uitvluchten gezocht om niets
te moeten doen. Ze hebben dan ook maar niets gedaan om de steenweg van in het
Dorp tot op de grens van de Warande te leggen. Ze zijn natuurlijk bang om een
paar onteigeningen te moeten doen. Dat kan hun stemmen doen verliezen. Dan nog
liever GEEN nieuwe weg leggen , om toch maar die stemmen te behouden. En onze
voornaamste Blekkken rijden toch allemaal per auto.
t Kanhen niet
veel schelen. In het diepste binnenste van hun hart verachten ze een werkman en
daarom moeten die dan ook maar door modder en slijk, door regen en sneeuw
rijden terwijl onze Blekken met hun veel geld de werkman op hun manier
verdedigen in de cafes.
Ze leggen liever OP KOSTEN VAN DE GEMEENTE , dus van u
belastingbetalers een vuil waterleiding tot bij Nante voor de deur. Die mens
heeft het ach arme nodig.
Als hij buiten komt met zijn auto mag die auto toch in
geen plassen staan doch moet er schoon en proper
voorkomen. Men is toch gemeenteraadslid voor iets en men bestuurt de
gemeentebelangen toch in zijn eigen voordeel en niet in het belang van het
ALGEMEEN !
Zelfs als men gaarne Burgemeester zou worden !
En het belang van de gemeentelijke belastingsbetalers
is toch van zon ondergeschikte orde. Er wordt toch met het geld gegooid en
gesmeten. Hoofdzakelijk is dat er wat afvalt, een klein profijtje
voor de ene of andere arme... zuiper ! Zo werd er in de Scheerstraat, in de
Grote Heide wat steenslag geleverd. Hoeveel ? En hoeveel betaald ? In plaats
van die zaken grondig te doen, is het wat zandstrooierij, wat kontenstellerij
en boerenbedrog.
Zo hebben we ook de aannemer die de werken nabij de
grens Tisselt-Leest-Kapelle niet kan uitvoeren die 10.000 fr. per maand
schadevergoeding vraagt wegens de tegenwringerij van LEEST.
WIE ZAL DAT BETALEN, belastingsbetalers ? Toch niet
degenen die profijtjes en percenten
in hun zak steken, doch GIJ.
Allemaal in het belang van de gemeenschap.
De aannemer die de waterleiding doorheen de gemeente
legde moest dat doen langs de kant waar de electrische kabel ligt. Doch dan
dient er voorzichtig gewerkt te worden, handenarbeid in plaats van machinewerk.
Dat kost die aannmer enkele duizenden meer.
Daarom wordt het langs de andere zijde gelegd met
toestemming van het College. Indien nu de gemeente later steenweg of fietspaden
moet leggen zal zij de nodige bijkomende uitgaven moeten doen bij gebeurlijke
herstellingswerken en weer eens op Uw kap, belastingsbetalers. Of ge nu boer of
werkman zijt, betalen zult ge evenals de neringdoeners.
Iets dat nog van bijzonder belang is voor de kleine
man, dus voor de werkman in eerste plaats, dat zijn de GOEDKOPE WONINGEN EN
BOUWPREMIES. In de omliggende gemeente werden er maatschappijen van goedkope
woningen opgericht en huizen gebouwd. Bij ons NIETS. Wat zitten zij met een
werkman in ? Alleen hun eigen persoontje telt. De Maatschappijen van Goedkope
woningen hebben hun eigen architecten die zeer goedkoop werken. Begrijpt ge ?
Dan valt er niet meer naar willekeur te handelen en te rekenen. Dat zou
natuurlijk in t voordeel van den werkman zijn doch in t nadeel van iemand die
al een zeer behoorlijke en zeer benijdenswaardige pree
verdient op kosten van de belastingsbetalers van onze gemeente LEEST. Doch die pree schijnt maar bijzaak te zijn, alhoewel er geen
enkele werkman is die zulk loon verdient.
Dan maar tegenwerken tegen al wat vooruitgang en
maatschappelijke bescherming heet. Liever honderden werkmensen tegenwerken als
er maar voor hem genoeg te halen blijft, zelfs ten koste van die werkende
mensen die in zulke harde arbeid hun dagelijks brood moeten verdienen, en die
dan als ze op het gemeentehuis moeten zijn daar zatte en bezopen gezichten
vinden of...ze in de herbergen moeten gaan zoeken en dan tevens nog moeten
horen : awel joeng, betaalt ge geen pint ? t Kan er bij u toch af en ik heb
nog dorst zulle.
Gemeentelijke bouwpremies
die zijn te LEEST nog niet geboren omdat onze meerderheidspartij zo zeer begaan
is met de belangen van den gewone man.
Burgemeesters die per auto rijden en beenhouwers die
niet weten wat ze met hun geld moeten aanvangen, kunnen toch niet begrijpen hoe
een werkende mens met een gezin het moet aanleggen om een eigen dak boven het
hoofd te krijgen.
Het blijft altijd hetzelfde. Zij zijn baas en zij profiteren. De anderen, dat zijn wij allemaal, wij
moeten betalen.
Wel mensen van Leest, van welke stand ge ook zijn
moogt, ge hebt nu de kans er de bezem eens in te zetten. Doe het. Keert het
gemeengehuis eens proper. Het zal
wat moeite kosten want het vuil is tot in alle spleten doorgedrongen ven heeft
zich goed vastgezet.
Doch gij kunt met dat klein zwart potloodje in het
kieshokje dat vuil doen opstuiven en verjagen en verdrijven.
Stemt tegen
willekeur en eigen belang voor orde en welvaart
ONDER NUMMER
2
NUMMER 2 TER
ZEGE !
(Drukkerij J. Van
Rompaey, Brusselse Steenweg 199, Mechelen)
Misschien wel een der oudste kiezers van Leest, heb ik
mij nooit met gemeentepolitiek bemoeid, omdat het altijd maar een strijd was
tussen kristene mensen.
Maar wat nu gebeurt, zal ieder weldenkend mens doen
huiveren !
Het kopstuk der Socialisten van Mechelen komt hier aan
ons gemeentebestuur de les opleggen. Zijn kandidaat moet van voren op de
Socialistische lijst staan, en moet, bij overwinning ALS SCHEPENE aangenomen worden. Zodus, hijzelf betitelt de lijst
van de Blekken als De Socialistische
lijst;
Gij Burgemeester De Prins en Schepene Busschot, gij
zijt daarmede t akkoord. Gij laat U leiden, en uw gezag ontnemen door een
andersdenkende. Gij Nante en Peerke Verbeek, gij zijt daar ook al mede kontent
en moet uwe plaats ruimen voor dien socialist.
Nu is hij nog socialist. Wat zal hij binnen zes jaar
zijn ? Dan zult ge misschien uwe missing van heden inzien, maar dan zal het te
laat zijn. En gij Miel Verschueren, gij wilt als Blek uitblinken maar de roest
zal er toch nog doorkomen.
Beste kiezers en kiezeressen van Leest, ik wil U
waarschuwen voor de droevige gevolgen die deze verkiezing kan hebben. Wat zien
we gebeuren in landen rondom ons. Dat is daar ook niet ineens gekomen. Maar dat
begint in kleine groepjes, daarna de gemeenteverkiezingen, en zo in provincie- en kamerverkiezingen : eerst geslepen
socialist, daarna steeds erger en erger tot er geen tegenhouden meer aan is.
Gij mannen van de Blekken, en gij moeders en vaders,
die het geluk van uw kinderen betracht, stemt voor diegenen die strijden voor
recht en eerlijkheid, en gesteund worden door onze hogere geestelijke overheid.
Geeft uw stem niet verloren, want binnen enkele jaren misschien, zult ge met
pijn aan t hart moeten zeggen : ja met de kiezing van 1952 heb ik ook die PLATBROEKEN nog gesteund met mijn stem,
en nu voelen ik en mijn kinderen er de gevolgen van.
Duurbare kiezers en kiezeressen van Leest, laat U niet
misleiden, nu is t geen onnozele gemeentepolitiek.
En gij Blekken en Sussen, legt de handen in elkaar en
werkt samen voor de vrede en de welvaart in de gemeente.
Wanneer ge op 12 Oktober in het kiesbureeltje zult
staan, luistert dan naar de stem van uw geweten en stemt voor de lijst van
Vrijheid en Recht.
VOOR KERK EN
KRUIS ONDER Nr 2.
(Een boerke van Leest)
(Drukkerij Plasqui-Dierckx Hombeek)
Waarschuwing en Mededeling
Een vooraanstaande Blek deelde ons mede: Ik ben
geboren Blek, doch wat er nu gebeurt gaat te ver.
De leugens, de laster en het venijn die de Blekken nu
tegen en op de Sussen uitspelen en uitbraken en vooral de laatste uren nog
zullen uitkramen, overtreft alle fatsoen.
IK WALG ERVAN. Als protest
er tegen ben ik en mijn ganse familie, voor de Sussen, alhoewel dit mij pijn
aan het hart doet.
Zonder U naam te noemen danken wij U, vooraanstaande
Blek, in het openbaar.
Kiezers en Kiezeressen, ge kunt zelf vaststellen dat onze Laatste
Waarschuwing
dit overbodig was.
ALLE FATSOENLIJKE MENSEN STEMMEN OP LIJST Nr 2.
(Drukk. J. Van
Rompaey. Brusselse steenweg 199, Mechelen)
LEEST
Gemeente verkiezing 1952
Een ernstige
waarschuwing die het overwegen waard is.
In een pamflet uitgegeven door een onbekend
buitenstaander, werd er gewezen op een werkelijk gevaar : voor Leest moest er
in onze gemeente een SOCIALIST gekozen
worden.
Immers, wat zal er gebeuren bij benoemingen die voor
de deur staan.
De Blekken zullen hun zelfstandigheid niet kunnen behouden tegenover de OPDRINGERIGE socialisten van Mechelen.
Zijn de Blekken vergeten, dat voor zes jaar zij ook zulke zware toegevingen
hebben moeten doen aan deze socialisten en hun kandidaat moesten opnemen op hun
lijst, die dan, gelukkig voor Leest niet gekozen was ? Zullen de Blekken nog
kunnen verkrijgen dat Verwerft valt ?
Iemand die ter wille van het smeer de kandelaar likt is erg en overal te
vrezen.
t Zullen de socialisten van Mechelen zijn die bevelen uitdelen.
Gij weet het toch ook Heren Blekken dat uw lijst voor
6 jaar bekend stond als DE socialistische lijst en er zelfs langs de Radio en
op de Botermarkt te Mechelen verteld werd dat de Socialisten te Leest de
overwinning behaalden. Of is uw geheugen in de
war ? Anders kunnen we dit nog eens even opfrissen.
En gij K.W.Ber vindt gij uw plaats goed ACHTER de
socialistische kandidaat ?
Kunnen de echte K.W.B.ers, al zijn dat zelfs Blekken,
hun stem in geweten geven aan zulke lijst waarop de socialisten hun radicale
tegenstrevers op sociaal en cultureel gebied fungeren ?
Daarom stemt allen voor de lijst nr 2 van de Sussen
waar er echte K.W.B.ers (Algemeen Christelijk Vakverbond) op voorkomen waarvan
geen enkele kandidaat afbreuk zal doen aan de zedelijke begingselen en Rechten
van de Kerk. (zie Parochieblad nr 40 van 5-10-1952) en die uw werking in Leest
zullen steunen.
STEMT dus allen onder No 2 en... ALLEN FEESTEN MEE TER
ZEGE No 2.
(Drukk. J. Van
Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)
Antwoord aan
de WARE Leestenaar Nr 2 aangaande de gemeenteverkiezingen van 12 Oktober 1952
Kiezers en Kiezeressen van Leest,
Deze week hebt ge allen VOOR ALLEN ontvangen.
Sommigen onder u hebben de vieze vuiligheid waarschijnlijk zelfs niet gelezen.
Doch ook zonder te lezen kunt ge zien hoe daarin de Kristelijke principes verdedigd worden. De ALLEREERSTE SPOTPRENT
is een geestelijke is het misschien geen kloosterling bij de Picpussen ? Is
dat de kristelijke geest uit ons schoon Kempenland ?
Spijtig dat de lessen in kristelijke principes die kandidaat no 3 op lijst nr 1
Verwerft- van huis meegekregen heeft, door hem te Mechelen EN TE LEEST
overboord geworpen, vergruisd en vertrapt werden ; dat hij in de plaats daarvan
gesteld heeft het onterende mensvernederde marxisme socialisme.
Te betreuren dat ook Frans niet naar de Missies gegaan
is om DAAR het goede zaad te zaaien in plaats van te LEEST het onkruid te komen
zaaien, te kweken en te verzorgen !
Mogen de verdiensten van zijn broeder kloosterling bij
de Picpussen in de Missie, hem spoedig zeer spoedig, terugbrengen tot de
kristelijke geest van huis meegekregen en hem het verderfelijk socialisme te
Mechelen en te LEEST opgeraapt, doen afzweren.
ALTAAR en HAARD zijn begrippen die door IEDER
kandidaat van Lijst Nr 2 bekend zijn, voor ieder van hen meer zijn dan WOORDEN
doch NIET misbruikt worden, omdat ze daarvoor te edel zijn.
Hoevelen zijn er bij de BLEKKEN-ook bij
de kandidaten op Lijst Nr 1 die de kerk van binnen dikwijls gaan bezien, doch
hoofdzakelijk OM ZICH ZELF te laten zien ?
Dat pleit wel niet voor oprechtheid
maar wel voor een scherp jagersinstinct, voor een goede handelsgeest, voor een
nauwkeurige berekeningskunst en vooral voor GESJACHER met iets heiligs !
Herinnert ge u nog t is bijna 2000 jaar geleden
dat er iemand was die de sjacheraars en de huichelaars MET DE ZWEEP de tempel
uitjoeg ?
Waren die SCHIJNHEILIGEN bang dat er een stuk
plafond, in plaats van de zweep, op hun hoofd zou neerkomen en hebben ze slechts
daarom, na jaren tegenwringen om hun socialistische stemmen niet te verliezen,
het dak der kerk laten herstellen.
Iemand die het Parochieblad tot het einde toe leest en
ook VOOR ALLEN tot het einde toe leest die op zoek is naar oprechte en goede kandidaten.
Die op geen van beide lijsten volmaakte mensen vindt, doch mensen met
menselijke gebreken en hoedanigheden, die op de lijst van de Sussen, Nr 2, de beste kandidaten vindt, die daarom AAN IEDEREEN te LEEST aanraadt
te stemmen onder nummer 2, de lijst van de SUSSEN.
(Drukk. J. Van
Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)
De laster aan het adres van onze achtbare kandidaat
Ernest DE WIN is niet ten einde.
We hebben kunnen onderscheppen langs een van de
zeldzame eerlijke Blekken om, die niet gediend is met de schandalige lastertaal
dat ze volgende leugens zullen verspreiden.
Van zwart gesproken
Nestje herinnert ge u nog waar ge uw zwarte fiets gratis cadeau hebt gekregen,
was dat niet bij Van Goidsenhoven te Hombeek. Om zijn zwarte zaken uit de
voeten te doen ?
Durft u Heren lafaards de juiste schrijfwijze van de
naam van de heer DE WIN gebruiken.
De waarheids is dat hij door het Ministerie van
Financiën Dienst van het Sekwester als officieel handelsmandatariswerd aangesteld.
Dat hij zelf, de wettelijke vergoeding aan de
uitoefening van dit mandaat verbonden was geweigerd heeft in ontvangst te
nemen.
Het is met de uitdrukkelijke toelating van de Heer Maurits Van Goidsenhoven van
Hombeek dat wij deze valse beschuldiging officieel
logenstraffen die formeel en op zijn woord van eer dat hij nooit, wat ook, de
Heer DE WIN ten geschenken heeft gegeven.
Gaat voort
Heren leugenaars. De waarheid zal Zegevieren.
Wat de zaak Spruyt
aangaat spreekt duidelijke taal
Heren, verdraai geen namen als u voor de gevolgen niet afschrikt.
De heer veldwachter zelf heeft met de zaak Spruyt niets te maken, het was de heer Frans Spruyt alleen die het recht had te verkopen en te
verhuren.
De huur kan de Heer veldwachter en zijn vrouw
misschien zwaar op de maag gevallen zijn, maar het was de uitdrukkelijke wil
van zijn broer die ALLEEN over zijn eigen eigendom beschikte.
De heer DE WIN is in de onderhandelingen van de
verkoop of de verhuring NIET tussengekomen.
Terwijl de Heer Joannes Spruyt
persoonlijk bij het verlijden der akten van verkoop en verhuring aanwezig was.
Waarom heeft deze zich dan niet verzet ? Of waarom als
de Heer Frans Spruyt werkelijk
onbekwaam was stelden zij hem niet in interdictie en gingen de Garde en
Serafien t akkoord over de verkoop en niet over de verhuring.
Als men onbekwaam is voor t een is men ook onbekwaam
voor het ander.
Met welke leugens zult ge de Heer DE WIN nu nog
trachten te treffen. Dit alles bewijst hoezeer ge hem op het gemeentehuis
vreest.
Indien u het thans aandurft de naam van de heer De Win
niet te verdraaien dan geven we afspraak
op het Gerechtshof te Mechelen.
Doet u het toch dan bewijst u dat gij liegt.
Stem voor
eerlijke kandidaten op lijst Nr 2
(Drukkerij J. Van
Rompaey, Brusselse steenweg 199, Mechelen)
Aan de
Bevolking van LEEST
Ten onrechteword ik betrokken in een kleinzielige verkiezingsstrijd op een gemeente
waar ik in t geheel niets te maken heb.
Toch zie ik mij verplicht te verklaren dat de Heer
Emiel De Win door het Bestuur van het Sequester als handelsmandataris WETTELIJK
werd aangesteld en dat hij dat ambt NAUWGEZET EN PLICHTSBEWUST tijdens mijn
afwezigheid heeft uitgeoefend.
IK BEVESTIG DAT IK HEM HIERVOOR NIET HET MINSTE
GESCHENK OF VERGOEDING HEB GEGEVEN OF UITBETAALD, EN DAT HIJ ZELFS DE
WETTELIJKE VASTGESTELDE VERGOEDING GEWEIGERD HEEFT TE AANVAARDEN.
DE WETTELIJKE BEWIJZEN van bovenstaande verklaring kan
ondergetekende voorleggen en kunnen in geval van twijfel OFFICIEEL DOOR DEN
DIENST VAN HET SEQUESTER GELEVERD WORDEN.
Zonder partij te willen kiezen in de verkiezingsstrijd
te Leest en ten einde rechtvaardig te zijn tegenover de Heer Ernest De Win en
gemene laster het hoofd in te drukken zie ik mij verplicht als rechtschapen man
dit aan de bewoners van Leest, zowel Blekken als Sussen, bekend te maken.
MAURICE VAN GOIDSENHOVEN, Kriekerijveld Hombeek.
Ernest De Win (Nestje De Wind) reageerde persoonlijk
:
Geachte Kiezeressen en Kiezers van Leest.
Ten aanzien van de persoonlijke aanval welke de heren
Blekken tegen mij hebben gericht, acht ik het noodzakelijk deze valse
aantijgingen terecht te wijzen.
Dat de C.V.P. in Leest nooit tot stand kwam is zeker
mijn schuld niet. Ik denk tot de laatste man in de bres gestaan te hebben en
het mijne te hebben bijgedragen van het welgelukken van de C.V.P. in Leest.
Spijtig dat haast alle Blekken meer begaan waren met
de belangen van hun muziekmaatschappij dan met de hogere belangen van onze
gemeente. Hun aanwezigheid op sommige vergaderingen was meestal hinderend voor
de goede gang van zaken. Terwijl Blekken mijn persoontje niet konden dulden en mij
systematisch weerden.
Kwestie dat hun LICHTJE zou kunnen schitteren.
Van mensen van buiten deze gemeente gewaag ik liefst
niet. De gemeenteverkiezing gaat om gemeentelijke belangen in de eerste plaats.
Daar hebben vreemdelingen niets mee te maken.
Gaat de gemeenteverkiezing soms om mijn vrouw of om
mijn schoonvader ?-Zijn die soms kandidaat ?
Nu dat diegenen die mijn vrouw in de kerk niet zien
hun ogen te goei opentrekken of hebben ze soms mijn vrouw voor Verwerft genomen
?
Ik wil er echter aan toevoegen dat NIEMAND of NIETS
ter wereld (ook geen goed betaald baantje)mij van mijn kristelijke en
katholieke principes noch van mijn
politieke opvattingen zal afbrengen. Dacht U soms dat ik hier niet zou durven
op antwoorden.
De kristelijke principes
die ik van huis heb meegekregen misschien wel in mindere mate als sommige
Blekken-kandidaten zijn niet ontaard.Die zijn geschoeid op een leest van warme naastenliefde en geschraagd
door de drang om goed te doen voor iedereen.
Deze worden nog niet aangevreten door schraapzucht of
plaatskesjagerij. De positie die ik verworven heb dank ik aan niemand of
niemand anders dan mij alleen. Dank zij mijn noeste arbeid. Ik hoef voor
niemand geen zaakjes te jagen. Het zou erg lastig vallen
als men ganse dagen tot laat in de avond de volle maat
heeft gegeven.
Indien de heren lasteraars soms enkele cijfers
verlangen kunnen zij gerust eens aanlopen. Zij zijn voor velen benijdens waard.
Het behoort niet tot mijn taak de handelswijze van een
gemeentebestuur van voor haast 20 jaar te controleren.
Van die riolering gesproken
, ik ben op verre na niet afgunstig en als ik het gepast oordeel deze (onleesbaar) deur
op eigen kosten wel aanleggen. Ik ben zo fier hier te kunnen zeggen dat ik
daarom in de gemeentekas niet moet gaan putten of dit ook geenszins op de rug
van de gemeente wens te schuiven. Dit is duidelijke taal nietwaar, Nante. En
weer komt de waarheid boven. Weer gaan zij de zaken verdraaien. Bij mijn weten
werd er nooit op klacht van de Sussen een onderzoek ingesteld tegen onze
geachte veldwachter, die mij persoonlijk, als veldwachter alle eerbeid waardig
is.
Diegene die kan bewijzen dat er door de Sussen tegen
de veldwachter ooit klacht werd neergelegd krijgt 100.000 fr beloning van de
Sussen.
Waarom spreken
de heren lasteraars niet van het onderzoek dat werd ingesteld tegen een zuiplap
van een Secretaris.
Ik speel geen struisvogel politiek en durf uitkomen
voor al mijn doen en laten.
Het was naar aanleiding van het onderzoek dat tegen
dat achtbaar (?) individu werd ingesteld dat niet alleen dhr De Laet en ik
zelf, doch tevens dhr Remi Spoelders en Jan Van Riet samen met schepene Maes,
op het gemeentehuis werden ontboden.
Het was te dier gelegenheid van de heer
Arrondissementscommissaris mij onomwonden verklaarde :
HET SLECHTSTE GEMEENTEBESTUUR DE SLECHTSTE SECRETARIS
van gans mijn
arrondissement,
zijn deze van Leest.
Het is niet zonder reden dat de Blekken op de eerste
plaats Nestje DE WIND aanvallen, hij snuffelt werkelijk te veel in donkere
pottekens die best gedekt bleven.
Zien zij soms in Nestje DE WIND de opvolger van De
Laet, krijgen die sterke bonken dan toch schrik ? Voelen zij soms hun troon
wankelen ?
Recht geschiede aan wie recht toekomt ook aan diegenen
die onrecht begaan.
Eerlijkheid eist dat tenonrechte ontvangen procenten terug in de gemeentekas gestort worden,
zoals dit geschiedde in 1933, door toedoen van oud-secretaris Wuyts.
Waarheid is dat men in Leest steeds met de handen
openstaat, meer dan de helft van den tijd bezopen rond loopt.
Uw
dienstwillige Ernest De Win
Kiezers en Kiezeressen van LEEST, stemt voor waarheid.
Stemt voor recht, stemt voor eerlijkheid onder nummer 2.
Frans Verwerft (°Massenhoven 9/1/1919, + Mechelen
14/4/2007), de pispaal van de Sussen.
Propaganda van de Sussen
Arbeid Adelt
Kort
antwoord aan Lijst Nr. 1 op de leugens van de Ware(?) LEESTENAAR
Waarde Kiezeressen en Kiezers,
Wat uw kandidaat nr.3 Frans Verwerft betreft, hij is
een oud muzikant van ons, de Sussen. En hij is een goede muzikant, maar dat is
de enige lofwaardige getuigenis die wij van hem kunnen geven.
Wanneer hij ons verlaten heeft, verklaarde hij, en
toen was hij nog rechtzinnig, dat het hem speet, dat hij ons verlaten
MOEST,maar dat hij niet anders kon.
Zijn vrouw voegde er achteraf aan toe : dat hij niet
meer MOCHT van Mechelen.
Kort daarop was hij op het stembureel bij de wetgevende verkiezingen getuige
voor de Socialisten. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Het is niet voor niets dat BurgerSPINOY uren lang komen dicteren is bij hem
thuis. Het heeft weinig gescheeld of de socialisten kwamen nu met een
afzonderlijke lijst op.
Want hun lijst was klaar. Na veel wringen, schuiven en
ronselen, hadden de Blekken akkoord, maar Frans Verwerft MOEST derde man op hun
lijst, als socialist.
Dat noemen zij geen dwang van Mechelen. Wij heten dit
verknechting.
In 1946 riepen de Socialisten van uit het Volkshuis te
Mechelen, door de micro : te Leest overwinning van de socialisten 5 tegen 4. Nu
maakt de socialistische gazet Voor Allen bekend : te Leest in Lijst nr 1
staat onze kandidaat.
DAT IS WAARHEID. WAARHEID ALLEEN EN NIETS ANDERS.
Zegt nog wat ge wilt over kleurenpolitiek. Of denkt ge
dat de boerkes van Leest kleurenblind zijn.
Niemand zal beweren dat op onze lijst, zomin als op de
uwe, volmaakte mensen staan.
Wat uw maatschappij als VOORBEELD betreft, betreft de
Processie.
Veel geschreeuw en veel wind. Veel zand in de ogen strooien. Dat is altijd uw
Barnum reklaam geweest. Voor velen van U : schoon van buiten maar rood of rot
van binnen.
De werken door hen uitgevoerd de laatste zes jaar.
Herstelling en schilderwerken aan de pastorij : waren
deze herstellingen soms niet hoogst nodig ? Sinds veertien jaar dat de Blekken
het gemeentebestuur in handen hadden, werden niet de minste herstellingen of
onderhoudswerken uitgevoerd.
Gans nieuw dak gelegd op de kerk, dat door de schuld
van he gemeentebestuur volledig op hun rekening viel, door verwaarlozing van de
70.000 fr door een milde gever aangeboden. Dat maakt ongeveer 40 frank
belasting meer per inwoner.
Aangedrongen bij de Eerwaarde Zusters tot het
bijbouwen van enkele klassen. Het voorstel van bouwen is uitgegaan van van de
Eerwaarde Zusters zelf. Deze pluim op uw hoed niet steken heren !
Vernieuwing van alle kachels in onze scholen.
Na herhaald en langdurig aandringen vanwege sommige
leden van het onderwijzend personeel die meer begaan waren met de gezondheid
van de kinderen dan de gemeenteoverheid. Terwijl het stoofke gezellig brandde
op het gemeentehuis.
Waarom ook niet gesproken
van koterhaak en kolenschup ?
Maar wie mag de kolen leveren voor de scholen ?
600 kgr door een Sus en 20.000 kg door de anderen.
Dat is HUN politiek van gelijkheid.
De schoolbanken vernieuwd, en een nieuwe pin op de
vlaggestok van het gemeentehuis gezet, en twee wegwijzers geschilderd.
FORMIDABEL.
Fietspad van de Juniorslaan voor de TWEEDE MAAL
hersteld.
Waarom dat van de eerste maal niet goed gedaan ?
Zonder openbare aanbesteding toevertrouwd aan een goeie vriend. Die het meest procent gaf ? Legt langsheen alle wegen zulke
slechte fietspaden als langsheen de Juniorslaan en de SUSSEN winnen nooit meer.
Electriciteitsverlichting aangebracht vergeten zij die
te noemen ? Is het omdat Victor SOMERS dit kwalijk zou kunnen nemen ?
Straatverlichting aangebracht : vooral de laatste week
zijn ze daar ijverig mee. (Specialiteit van de Blekken)
Blaasveldstraat in perfecten staat met fietspad er
naast. Vraagt dit eens aan de mensen die er over rijden.
De grote visvijver toegelegd met beton waarvan de
borduurstenen nog in Holland liggen en waarvan een groot gedeelde van de cement
ging vliegen. Dat is werkelijk een GOED WERK. Inderdaad. Hoeveel profijt heeft een arme bediende ervan genoten ???
Waarom hebben de Blekken dit schoon werk dat door de
Sussen in 1938 werd aangevat tot 1951 laten liggen ? Zuiver uit HAAT.
De dorpsriolering door de Sussen in 1937 voorzien :
aangelegd in 1952.
Zonder wettelijke toelating, zonder geldelijke toelagen. WIE zal dat betalen ?
En de kleine prijskens
die voor de aansluiting gevraagd werden. Spreekt
er niet van of sommigen gaan barsten.
Hiervoor moesten zij op geen nodig krediet wachten,
want...het werd spoedig kiezing.
(Specialiteit van de Blekken) Bis.
De steenweg Kleine Heidestraat en Bist is uitgegeven
en aangenomen. Grote leugens MIJNE HEREN.
Geen dubbelzinnigheid. Alleen de herstellingswerken
werden uitgegeven aan een bevriende aannemer voor ruim 29.000 fr meer dan de
laagste bieder. Weer ongeveer 12 fr belasting meer per inwoner.
Doch deze werkskens wachten op kredieten. Getuige van
ONMACHT en LUIHEID.
Deze betonbaan werd ook beloofd sinds 1946. Maar ge
kunt toch alles gelijk niet, hé mijnheren : zuipen en brassen en het
gemeentehuis halve dagen laten leegstaan en dan nog veel werken doen uitvoeren,
dit is te veel gevraagd.
Wel nu zo regeren is boerenbedrog. Kiezers en
Kiezeressen oordeelt en
STEMT VOOR EERLIJKHEID, RECHT EN WAARHEID !
ONDER Nr 2.
(Drukkerij J. Van
Rompaey, Brusselse steenweg 199 Mechelen)
Ter informatie :
Frans Verwerft was technisch leraar in de Mechelse Sito en Spinoy was de
socialistische burgemeester van Mechelen.
Met een arme
bediende en de allusie op het leegstaande gemeentehuis werd gemeentesecretaris
Bradt bedoeld die vaak enkel te bereiken was in café De Zwaan van Emmerance
Van den Heuvel.
Aan de
KIEZERS en KIEZERESSEN VAN LEEST
Nooit heeft een verkiezing voor de gemeente Leest zon
groot belang gehad als deze van zondag 12 october.
De socialisten hebben zo gewerkt en gewroet dat ze
voor de eerste maal in de geschiedenis van Leest op het Gemeentehuis zullen
zetelen indien de lijst nr. 1 nog aan het bewind blijft.
Hoe dat ?
Wel, zij hebben de derde plaats opgeeist voor Frans Verwerft, de kandidaat van Spinoy,
die reeds bij vorige verkiezingen de socialisten vertegenwoordigde op het
kiesbureel.
Wie zal dan onderwijzer
worden bij een gebeurlijk
openkomende plaats ? Wie veldwachter ?
Wie zal zich dan in al uw gemeentebelangen komen
bemoeien ?
De man die de
Mechelse socialisten U zullen opdringen.
Dat nooit, Kiezers en Kiezeressen !
Spaart uw
gemeente voor die schande ! Stemt allen op del lijst Nr 2.
Een buitenstaander, die het goed meent met Leest.
De Ware
Leestenaar uitgegeven
door de Koninklijke Fanfare St. Cecilia Leest.
Kiezers en Kiezeressen van Leest,
Naar het aantal strooibiljetten te oordelen moeten de
Sussen er aardig tussen zitten.
Ze keren en draaien om toch maar wat uit te zoeken om
de lijst nr. 1 af te breken.
Het is nu toch wel duidelijk dat die buitenstaander meer bekommerd is om de
belangen van de Sussen dan wel om de Christelijke belangen van onze gemeente.
De door hem bekladde kandidaat heeft zeker op gebied
van Christelijke principes geen
lessen van hem te ontvangen. Die heeft hij van huis meegekregen. Ter
inlichting kunnen we mededelen dat zijn broeder kloosterling is bij de Picpussen
in de Missie, en dat de Christelijke geest uit ons schoon Kempenland met hem
zeker naar Leest is gekomen. Zijn huishouden mag ook aan allen als een
voorbeeld worden gesteld.
Zou die buitenstaander, die absoluut de lijst van de
Sussen wil vooruit helpen niet beter doen op die lijst een paar mensen op te
zoeken, die hij terug de weg naar het altaar zou kunnen wijzen ? Of kent hij
soms die mensen niet ? Moeten wij er een paar aanwijzen die in jaren geen kerk
meer langs binnen hebben gezien ?
-Is het misschien daarom dat een der kopmannen van hun
vorige lijst bedankt heeft om deze keer nog mee te doen ?
-Kennen de Wuyts en Peer Mertens de woorden altaar en haard nog wel ?
Nestje De Windt, waarom geen C.V.P. meer in Leest ?
Zit uw baas daar misschien voor iets tussen ?
Een goed parochiaan moet zijn parochieblad lezen tot
het einde toe en niet alleen dat wat in zijn kraam te pas komt. Hadden de
Sussen dit gedaan, dan zouden ze zeker ook gelezen hebben dat een kiescampagne
niet mag ontaarden in een laster- en moddercampagne.
Dat de Sussen op dat gebied hele bazen zijn moeten we
niet meer bewijzen iedereen zal zich de smerige kiescampagne herinneren die ze
voor twintig jaar voerden.
Kiezers en
Kiezeressen, houdt zulke mannen van ons gemeentehuis en stemt allen onder
nummer 1 voor ST. CECILIA.
(Drukkerij
Lafosse-De Boeck, Dorp 6 Leest)
De Ware
Leestenaar
Waarde Kiezeressen en Kiezers,
De gemeenteverkiezingen staan voor de deur. Reeds
verschillende valse geruchten werden in omloop gebracht. Iedereen heeft reeds
onze Kandidatenlijst ontvangen, en zal moeten getuigen dat hij alle rangen en
standen omvat : landbouwers, werklieden, hoveniers en middenstanders, in één
woord, allen eerlijke mensen die met ons wensen samen te werken.
Wat onze kandidaat Nr 3 Frans Verwerft betreft : is
een oud muzikant van de Sussen die door de alleenheerserij, de valsheid, de
lamlendigheid en de laster die er in hun midden heerst, hun de rug heeft
toegekeerd.
WIJ ZELFhebben
Frans Verwerft gevraagd bij ons zijn kandidatuur te stellen, EN WIJ EN WIJ
ALLEEN en NIEMAND ANDERS heeft hem de 3e plaats aangewezen.
Kan die buitenstaander die het goed meent met Leest
soms ook niet wat vertellen van de kandidaten van Lijst Nr 2, of moeten wij dat
doen ? De traditie getrouw staan we boven en buiten elke kleurenpolitiek.
Ons verleden heeft bewezen dat wij de goede weg
bewandelen, de toekomst zal het nogmaals bevestigen. ONS verleden gewaarborgd
door de toekomst. Door jaren werken en opoffering is onze maatschappij
uitgegroeid tot een machtig geheel en kan als VOORBEELD gesteld worden, wanneer
er deelgenomen wordt aan precessies
of andere plechtigheden.
Werken die
door ons uitgevoerd werden in de laatste 6 jaar :
Herstelling en schilderwerken aan de pastorij.
Gans nieuw dak gelegd op de kerk dat door de gemeente
volledig werd betaald.
Aangedrongen bij de Eerwaarde Zusters tot het
bijbouwen van enkele klassen.
Vernieuwing van alle kachels in onze scholen, door de
smid uit onze gemeente geleverd.
De schoolbanken vernieuwd door de schrijnwerker uit
Dorp-Leest.
Fietspad van de Juniorslaan voor de tweede maal
hersteld. Alemstraat gans vernieuwd.
Electriciteits-uitbreiding tot in de verst gelegen
hoeven, zoals bij Wwe Scheers, Slachmuylders en andere.
Straatverlichting aangebracht in alle straten van gans
de gemeente in plaats van in Tinneschuurstraat alleen.
Tinneschuurstraat vernieuwd. Blaasveldstraat in perfecte staat hersteld met
goed fietspad er naast.
De grootste visvijver ooit in Leest te zien geweest
gelegen tussen Madame Voet en Alfons Van Aken, door de Sussen geschapen, door
ons drooggelegd en door beton vervangen, zodat de mensen van Winkel- en
Tinneschuurstraten, thans met droge voeten in de kerk geraken, in plaats dat ze
anders een half uur moesten rond gaan.
De dorpsriolering aangelegd die er reeds in 1936 had
moeten zijn, bij het aanleggen van de beton Dorp en Juniorslaan.
Herstellingen uitgevoerd aan Hertstraat, Grote Heide,
Scheerstraat en Larestraat.
De steenweg Klein Heidestraat en Bist is uitgegeven en aangenomen waar we de
nodige kredieten voor wachten.
Van al deze uitgevoerde werken zal vriend of
tegenstrever alle nut en gemak ondervinden.
Is dat
WAARHEID of BEDROG ?
STEMT ALLEN
ONDER NUMMER 1 VOOR ST. CECILIA !
Geen valse berichten: al ons drukwerk wordt in Leest
gedrukt bij R. Lafosse-De Boeck,
moest het anders zijn is het niet door ons
uitgegeven.
1952 12 Oktober -
Dag van de Gemeenteraadsverkiezing. Incident
in de Kerk
Emiel Polfliet vertelde in 1977 :
Ik
herinner het mij als was het gisteren. Het was in de mis van halfzeven
en
pastoor Coosemans stond op de preekstoel. Plots begon hij over de
verkiezing te praten en vroeg tamelijk rechtstreeks niet voor de
Blekken
te
stemmen. Toen is mijn grootmoeder (Colette Van Praet-De Prins)
verontwaardigd rechtgesprongen en heeft letterlijk gevraagd : Mijnheer
Pastoor, zijn wij dan geen kristelijke mensen ?
Waarop de pastoor het antwoord schuldig bleef en hij verliet de kansel
en zette
de
mis verder alsof er niets was gebeurd.
Nog
even was er spanning in de kerk toen mijn grootmoeder ter communie
ging. Heel de kerk keek ademloos toe, maar de pastoor behandelde haar
net zoals
de
andere communicerenden en legde de H. Hostie op haar tong.
Onmiddellijk na die mis staken enkele Blekken spontaan de koppen bij
elkaar
en
verzamelden in een mum van tijd enkele tientallen muzikanten van hun fanfare
St.-Cecilia. Die zijn dan dezelfde dag uit dankbaarheid bij mijn
grootmoeder
thuis, in de Alemstraat, een serenade
gaan spelen.
(Noot : meer over dit incident onder Sussen en Blekken,
jaar 1899)
De gemeenteraadsverkiezingen
van 1952 waren bikkelhard.
Sussen
en Blekken spaarden niets of niemand.
De
Blekken hadden lijst nr. 1 gekregen, de Sussen lijst nr. 2.
Hun
kandidaten :
Lijst
1 (Blekken) Lijst 2
(Sussen)
1.
De Prins Pieter1.Van der
Hasselt J.F.
2.Busschot
Prosper2.
De Win M.E.
3.
Verwerft Frans3. Muysoms J.F.
4.
Geens Jules4.
Buelens C.K.
5.
Verbeeck Pieter5. Mertens P.A.Th.
6.
De Prins Ferinand6. Van den Brande A.
7.
Maes Jan7.
Voet R.M.J.
8.
Polspoel Benedikt8. De Hondt Pauline LC.
9.
Verschueren Emiel9. Wuyts K.L.M.
De
Blekken viseerden vooral de tweede op de lijst van hun tegenstrevers, Ernest De
Win, in hun folders om precessen te
vermijden steevast Nestje De Windt genoemd.
Bij
deSussen had Frans Verwerft het
verkorven. Deze ingeweken Kempenaar was technisch leraar in de SITO en
oud-muzikant van de Sussen.
De Blekken propaganda in 1952 :
DE WARE
LEESTENAAR , uitgegeven door de Koninklijke Fanfare St. Cecilia Leest
KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,
De kiesstrijd loopt ten einde. Toch kunnen we niet
nalaten enkele punten recht te zetten.
Nestje, ge verklaart dat er in Leest nooit een C.V.P.
tot stand gekomen is. Was het dan een VALSE
C.V.P. die voor zes jaar in Leest de kiezing trachtte te winnen ?
Of was het slechts een middel om de mensen van Leest
zand in de ogen te strooien en een uiterste middel om de blekken er onder te
krijgen.
Spijtig genoeg voor de Sussen, waren er enkele leden
van St. Cecilia die klaar zagen en de scheuring, die de anderen in onze
Maatschappij wilden verrichten konden verhinderen. Ze wilden zich niet lenen om
De Laet en Co terug aan het bewind te helpen.
Van zwart gesproken. Nestje herinnert ge U nog waar ge die nieuwe
zwarte fiets gratis cadeau hebt gekregen. Was dat niet bij Van Goidsenhoven uit
Hombeek om zijn zwarte zaken uit de voeten te doen ?
De Sussen hebben de klacht tegen de veldwachter niet
ingediend. Wie dan wel Nestje ?
Als de Sussen de kwestie van die 100.000 ondertekenen
dan zullen ze wel gauw afgehaald worden. Zulk een som beloven op iemands anders
kap is gemakkelijk.
Schermen met NAASTENLIEFDE
is gemakkelijk Mr. DE WIND. Ze
toepassen dat is wat anders. Zouden er in Leest veel mensen te vinden zijn die
kunnen meepraten over
Uwe
Naastenliefde; Moet men U soms even de zaak herinneren van de erfenis
SPRUYT ? Daar hebben de erfgenamen zeker een staaltje
gekregen van uw naastenliefde. Daar hebt u blijk gegeven van uw DRANG OM GOED TE DOEN.
Ingevolge die eigenschappen zitten die mensen nu met
een erfpacht van 30 jaar op hun eigendom. Spijtig genoeg was hier het goed maar
gedaan aan een enkeling. Hoeveel vuile zaakjes door u uit de voeten gedaan
moeten er zo nog opgesomd worden ?
Mensen van Leest, hebt u soms een zaak af te handelen,
geef ze in volle vertrouwen in handen van Nestje. Hij zal ze afhandelen in een
geest van naastenliefde en drang om goed te doen en tot uw, en ZEKER TOT ZIJN profijt.
Wat de opmeting van de straten betreft, sussen, deze
werd ons opgelegd door een Ministeriele omzendbrief van 5-3-1950. Dat die
opmeting niet overbodig was blijft uit het feit dat hierdoor jaarlijks 160.000
fr. in de gemeentekas komt. Hadt U soms dit vergeten toe te voegen aan uw
lasterlijke aantijgingen ? Hadt die snuffelaar goed gezien dan zou hij wel
geweten hebben dat die 27.000 fr werden betaald aan een heel ander heerschap.
Waarlijk de Sussen hebben de heiligheid in pacht.
Wordt allen volgelingen van Wuyts en Pee. Zij zullen U de weg wel wijzen.
Leestenaars gaat in Hombeek vragen hoe blij men daar is de Wuyts kwijt te zijn.
Nu moeten de Sussen zwichten voor dat heerschap.
Weet ge dat er op de Lijst van de Sussen kandidaten
bereid zijn hun bekomen stemmen af te staan aan deze communist. De Sussen
willen hem absoluut op ons gemeentehuis.
Kiezers en
Kiezeressen, om dat te beletten STEMT als een man onder Nr 1 voor St. Cecilia.
(Verantwoordelijke
uitgever : Koninklijke Fanfare St.Cecilia,Leest. Drukkerij R. Lafosse-De Boeck,
Dorp 6 Leest, tel.144.89)
Openbare
Bekentenis !
We moeten ten volle gelijk geven dat we Vrijdag en
Zaterdag-nacht volk genoeg te been zullen brengen om alle VALSHEIDte voorkomen.
Wij staan paraat alle verfborstels en teerpotten te
weren, maar zullen ook niet dulden dat valse briefjes in omloop gebracht
worden.
Wij van onze kant geven nogmaals de verzekering dat AL
ons drukwerk de naam van drukker Lafosse zal vermelden en er ook zal gedrukt
worden.
Kiezers GEDENK
1932 Weg met Klooster en Kerk en Scholen, de laatste steen moet weg van
Leest, door de Sussen toen uitgegeven op onze naam.
Gedenk de doodskoppen.
STEMT onder
nummer 1. Ter zege !
(Drukkerij
Lafosse-De Boeck)
De Ware
Leestenaar Uitgegeven door de Koninklijke Fanfare St.Cecilia
Leest.
KIEZERS EN KIEZERESSEN VAN LEEST,
Nog 48 uren en de kiesstrijd zal gestreden zijn. Gij
moet ons allen verontschuldigen dat we termen moeten gebruiken die we niet
gewoon of zinnens waren te gebruiken. Iedereen
heeft moeten vaststellen dat de
kiescampagne op een eerlijke en deftige wijze door ons werd aangevangen.
U zelf sussen
verplicht ons over te gaan tot meer uitleg over uwe kandidaten. Dat Nestje
De Wind een hele baas is in notariszaken bekkenen wij, sommige families kunnen
daarover meepraten. Inlichtingen
over dit heerschap kunt U verkrijgen bij onze veldwachter en zoveel anderen. We
willen er nog enkele staaltjes bijhalen. Zeg Nestje De Wind : van
vaderlandsliefde gesproken,
herinnert ge u nog de voetbalmatch te Battel waar ge de match deed doorgaan met
zes ondergedokenen, wanneer de Gestapo op ronde was en de scheidsrechter er U
ook aan herinnerde dat het niet vaderlandslievend was.
De scheidsrechter zal wel gezien hebben dat ge een
paar zwarte botten droegt zoals die van uw schoonbroer die in de zwarte brigade
was. Op het Sportcomité te Antwerpen werd U terug die onvaderlandslievende
houding verweten.
En gij Wuuts, waar was in uwe tijd het gemeenthuis,
bij Rozeke van den Taar.
Herinnert ge U nog die tijd, welk een voorbeeld van
een huisvader ! Waarom hebt ge met geweld op de lijst willen staan van de Sussen
en hebben eerlijke mensen de plaats moeten ruimen voor U als communist.
Waar kan men
u vinden te Mechelen, in een communistisch lokaal, zulke mensen
hun plaats is in Moscou. U hebt er toch naartoe willen gaan.
Woorden, vandaag 9 october door Wuuts uitgesproken : zo laf als de Pee zal ik niet zijn, 20
jaar uit de kerk gebleven en verleden zondag als een lijkbidder in de Achturen
Mis.
Van de Pee gesproken,
Sussen pas op, een sluwe vos is in
uw midden opgedoken en heeft als kandidaat de 5de plaats bemachtigd.
Dat heerschap heeft in volle café bevestigd dat er communisten op het
Gemeentehuis moesten komen.
Wie ronselde laatstleden voor een afzonderlijke lijst,
de Wuuts en Pee. Van zuipen en brassen gesproken,
die kunnen daar lessen in geven, over hun gedrag willen we niet verder spreken. Als de vos de passie preekt,
boeren pas op uw kiekens.
Dat Nante zijn geld eerlijk en met hard werken,
niettegenstaande zijn zwaar huishouden, verdiend heeft. Dat hij voor de oorlog,
de meeste belasting en daarmee een grote bedeling vlees kreeg. Daar hij Cyriel
niet gezien heeft bij zijn 1e terugkomst uit Oostenrijk, hij deze
niet kon gefeliciteerd en zeker het V.N.V. niet
nodig had.
Heeft die
lasteraar de moed zich kenbaar te maken ?
Wat de herstellingswerken aan de kerk betreft, toen
kwam Z.E.H Pastoor met een bestek van 450.000 frank voor, in dit geval zou de
Kerkfabriek van Leest tussenkomen voor een bedrag van 150.000 frank. De
gemeente gaf het werk in aanbesteding, toen beloofde de Kerkfabriek 75.000
frank als tussenkomst. De uitslag gaf 242.000 frank, waarvan we 80% toelage
kregen, dus 48.000 frank te betalen door de gemeente. Gezien de kostprijs heel miniem was, verzaakte de Kerkfabriek aan
tussenkomst.
Wat de 27.000 frank aan metingen betreft, deze zijn
naar Ingenieur Celen gegaan en niet naar onze arme bediende.
Is nu al de gal en laster uitgespuwd, anders zullen we
verder gaan met uw ganse lijst in een klaar daglicht te stellen ???
TER
OVERWINNING MET LIJST Nr 1.
De eerlijke lijst van Koninklijke Fanfare St.Cecilia.
1950 Dat jaar
verving Stany De Decker(zie foto) onderpastoor Leo De Schutter te Leest.
Constant Stany De Decker was te
Duffel geboren op 18 oktober 1924 en in
1950 te Mechelen priester gewijd.
Tot 1955 bleef hij onderpastoor te
Leest waarna hij dezelfde functie waarnam
te Mechelen-Coloma tot 1967. Dat
jaar werd hij pastoor te Elewijt tot 1973
waarna hij Secretaris van het
Aartsbisdom Mechelen-Brussel werd en
Kanunnik tot aan zijn dood op 20
mei 1994. Hij overleed in het Sint-
Norbertusziekenhuis te Duffel.
Als jonge priester te Leest en
Coloma stortte Stany zich volledig in de parochiale
werking. Zieken en jeugd genoten
zijn speciale aandacht.
Stany speelde viool enwas vooral bij de Leestse Chiro zeer
populair.
Zijn populariteit was zo groot dat
de Leestenaars hem in 1968 een gift van 16.145
frank overhandigden als bijdrage
voor herstelling van zijn kerk te Elewijt, hij was
toen reeds vele jaren uit Leest
weg. (DB,nr.8,1968)
Passages uit zijn
gedachtenisprentje :
Stany had een groot hart, zijn hele leven lang. Zijn
hart sprak voor iedereen, zelfs in die mate dat zijn hart het sneller dan
verwacht begeven heeft.
Jezelf geven voor de anderen, dat was de rode draad
in heel zijn leven, steeds het positieve zien in de wereld romdom hem, zijn
eigen lief en leed was voor hem niet de hoofdzaak.
Als jonge priester te Leest en Coloma heeft hij zich
steeds volledig in de parochiale werking gestort. Zieken en jeugd genoten zijn
speciale aandacht.
Zieken konden steeds rekenen op zijn optimisme, zelfs
dat korte praatje gaf hen een andere kijk op het leven.
De jeugdbeweging had een speciale plaats in zijn hart,
meedoen met de jeugd, dat was zijn kenspreuk.
Iedereen herinnert zich nog het feestelijk gebeuren
toen hij als pastoor afscheid nam van zijn geliefde parochie; jaren later
werd hij gevierd naar aanleiding van 25 jaar priester in Elewijt. Deze
gebeurtenissenwaren slechts het topje
van de ijsberg voor de waardering die hij genoot.
Zijn promotie naar een functie met zware
verantwoordelijkheden in het bisdom, gevolgd door zijn benoeming tot kanunnik,
geven aan dat de kerkelijke overheid overtuigd was dat zijn diep menselijke
inzet een waarde had voor de gehele kristelijke gemeenschap van het Aartsbisdom
Mechelen-Brussel.
Bescheidenheid heeft hem hierin steeds gesierd Inzet en
verantwoordelijkheid nemen vond hij het belangrijkste.
1950 16 april :
Plechtige Eremis van E.P. René De Laet, Witte Pater.
Rene De Laet is een zoon van
burgemeester Victor en van Julie Muyldermans.
1950 23 april :
Monseigneur Van Eynde wijdt de drie nieuwe klokken in.
De grote klok weegt 969 kg en geeft
als toon FA. Zij draagt volgend opschrift :
Pace reduce campanis restitutis, Nicolai voce Deo gratulantur cives.
(Nu de vrede teruggekeerd is en de klokken
teruggegeven, danken de burgers
God door de stem van St Niklaas).
Haar naam is : Niklaas.
De kleine klok heeft als naam Jozef
en weegt 325 kg, geeft als toon DO en draagt
volgende opschriften : Sanctus Joseph Patriae principalis Patronu
ac
secunderius paroeciae O.P.N.
-Quotidiano pulsu ad Superna evoacre mihi est
Josepho.-Leest
1950. (Heilige Jozef, voornaamste patroon van het
vaderland en
tweede patroon van onze
parochie, bid voor ons. Het is aan mij, Jozef, gegeven,
dem ensen tot het hogere
op te roepen door mijn dagelijks gelui.Leest 1950)
Peter : burgemeester
Pieter De Prins, meter : Mevr. Julie De Laet-Meuldermans.
Deze twee klokken zijn ter vervanging van de
twee weggenomen tijdens de
Tweede Wereldoorlog en
die hadden een gewicht van 928 en 234 kg.
De middenklok was niet
weggenomen maar gebarsten en stemde door haar toon
niet meer overeen met de
twee nieuwe. Die klok werd hergoten.
Zij draagt de naam van
Maria, weegt 560 kg en heeft als toon LA.
Ze heeft dezelfde
opschriften als de oude : Gij,
christenen, weest toch
eendrachtig, Maria rein zal hierin
uw bijstand zijn. Leest in eendracht nu zal
maken Macht, in vele als goede
zaken.
Peter : Edw. Van
Steenwinckel, voorzitter van de kerkfabriek.
Meter : Mevr. Van den
Brande-Piessens.
In mei 1953 werden deze
klokken volledig afbetaald : 123.776 fr.
(87.000 fr was afkomstig
van het ministerie) (DB-1956)
Op 1 juli 1950 werden de
drie klokken electrisch aangedreven, dit voor de som
van27.000 fr.
1950 13 juni : De gemeenteraad stemde een toelage van 2.000 frank voor het
plaatselijk comiteit der
jubelfeesten.
Reden : gezien in de maand juli 1950 de veldwachter
zal gevierd worden om zijn
25 jaar dienst als secretaris van
de plaatselijke afdeling van de Nationale
Strijdersbond en zijn 25 jaar
dienst als veldwachter der gemeente.
1950 8 augustus : De gemeenteraad stemde voor een heffing ivm afgifte van
identiteitskaarten : 5
fr. voor het eerste paspoort, 5 fr voor een eerste duplicaat en
10 fr voor alle volgende
duplicaten.
Personen die onvermogend
waren dienden niets te betalen.
1950 3 november : Opening van de nieuwe bewaarschool en huishoudschool.
(DB-1956)
1950 17 december : De Bond der Kroostrijke Gezinnen huldigde de moeders
met
tien en meer kinderen.
De viering begon met een
mis en s namiddags vond de feestzitting plaats in
de Rooselaer.
De moeders ontvingen een
prachtige herinneringsmedaille van de Bond.
Die werd hun overhandigd
door de pastoor en de burgemeester.
De feestrede werd
gehouden door de heer Slaets, gewestelijk afgevaardigde.
De meisjesschool droeg
stukjes voor waarin de moeder centraal stond en
Jan De Decker las een
fragment voor van Ernest Claes : Oorlogsnovellen :
van een schamel
moederke.
Na een kort woordje van
dhr pastoor en secretaris Alfons Hellemans werden
de aanwezige moeders en vaders op een
koekenfeest vergast.
(DB-1956)
1950 24 december : Vernieuwing van het dak van kerk en pastorij. Bij
openbare
aanbesteding werden de
werken toegewezen aan de heer Clinckart uit Hoboken
voor de som van 243.539
fr maar gedurende de uitvoering werd deze som
verhoogdtot ongeveer 250.000fr. (DB-1956)
1950 Op 31
december 1950 telde Leest 1871 inwoners.
1951 31 maart : De
winter 50-51 heeft een gemiddelde temperatuur van -14°C
gekend. Zelfs scheepvaart op de
Schelde heeft stilgelegen. (KH-GvM)
1951 21 april : De
benoeming Koninklijk van de fanfare De Vrolijke Vrienden uit
Hombeek werd gevierd in de zaal
Alhambra op 22 april.
Deelnemers waren Willen is Kunnen
uit Zemst-Laar, St.-Cecilia uit Leest,
St.-Cecilia uit Hombeek-plein,
Arbeid Adelt uit Leest en St.-Martinus uit
Hombeek-dorp. (KH-GvM)
1951
21 december : Heuglijke dag voor de fanfare St.-Cecilia.
Op deze dag werd door de Koning de
machtiging gegeven aan de vereniging
de naam te dragen van Koninklijke
Fanfare Sint-Cecilia.
(GvM,12/10/79)
1951 Op 31
december telde Leest 1858 inwoners.
1952 De uit
Hombeek afkomstige Edward Fierens werd de nieuwe koster van
Leest. Hij was er geboren op 2
oktober 1930.
Tot 56 zou hij deze functie
blijven uitoefenen. Tijdens zijn verblijf te
Leest huurde hij een kamer bij een
weduwe Virginie.
Nadien werd hij koster te Rijmenam,
waar hij in 1960 trouwde met Lina
Van Cauwenbergh uit Zaventem.
(De kosters van Leest. De
Band-november 1985)
1952 13 februari
ZittingGemeenteraad Leest :
Aanwezig : burgemeester P. De
Prins, schepenen P. Busschot en Th. Maes,
de raadsleden Jan Van Riet, Victor
De Laet, P. Verbeeck, Ferdinand De
Prins en Remi Spoelders en
secretaris Egied Bradt.
Dagorde : periodieke weddeverhoging
van de gemeentewerkman Hendrik
Fierens.
Met ingang van 1 januari 1952 werd
een periodieke weddeverhoging toegestaan
van 1.200 frank. De wedde van
Hendrik Fierens werd op 47.040 frank gebracht.
1947 Pieter De
Prins werd burgemeester en dit tot 1958.
Jan De Decker nam van hem voor De
Band in april 1954 volgend intervieuw
af :
...de
vermoeide ogen van de zeventiger kregen een sterke glans toen hij sprak
over
zijn prilste jeugd en over het leven aan de ouderlijke haard in de landelijke
gemeente Meise, alwaar hij op 30 september 1885 werd geboren als eerste
kind
van
een landbouwersgezin.
Als oudste van negen (vier jongens en vijf
meisjes) moest hij hard werken.
Op
16-jarige leeftijd 10 hectaren oogst mee helpen pikken met de hand is
voorwaar geen kleinigheid, evenmin als stenen bakken voor boerderijen en
huizen.
Toen
hij dit aanstipte tuurde hij door het raam, als met weemoed kijkend naar
zn
zonen die werkten op het erf, terwijl hij met zijn verweerde handen, die
spreken van lange jaren onverpoosde moeizame arbeid, de poes streelde
die
ronkend op zn schoot te slapen lag...
Ja,
allen zijn zonen : fllinke twijgen aan n sterke stam ontsproten. Zo weet hij
het
bedrijf in veilige handen.
Starend door het raam, als zocht hij naar een ver uitzicht over landen
en weiden
en
ruimte en tijd, vertelde de burgemeester ons over de oorlog 1914-18.
In
1914 kocht vader De Prins een hoeve te Ramsdonk. Daarna moest men
vluchten gaan, alles achterlatend, ook de koeien in de stal.
Pieter verbleef gans de oorlog in Frankrijk en diende er de boeren voor
1,25 fr
per
dag. Eindelijk kon hij dan terugkeren en bracht zeven vaarzen en een veulen
mee
: een treinreis van 17 dagen.
Daarna ging hij nog eens terug en kwam te paard af van Cherbourg in 8
dagen.
Pieter De Prins huwde met Cornelia Maria Meskens uit Wolvertem, die er
op
14
februari 1889 werd geboren. (zij
overleedop 23/9/1972)
Dit
huwelijk schonk hen zeven kinderen : Marcel, Frans, Jan, Julia, Maria, Albert
en
Mariette.
In
1921 kocht hij de Rendelbeekhoeve van graaf de Bethune.
In
1944 werd hij tot burgemeester van Leest benoemd, tevoren was hij eerste
schepen...
Een edel mens ging heen !
Het verscheiden van wijlen de heer P. De Prins,
Ere-Burgemeester, viel als een donderslag in de gemeente, het was dan toch nog zo
snel gegaan, nadat iedereen mocht verhopen hem nog lang te mogen behouden.
Het was den ook op vrijdag 8 april j.l. dat onder een
grijze hemel en bij motregen, zijn vrienden hem op de lange tocht vergezelden
en onder treurmuziek ter kerke gingen.
Honderden woonden de kerkelijke dienst bij in de
parochiale kerk van St.-Niklaas, waar het stoffelijk overschot stond opgebaard,
omringd door brandende kaarsen en een enorme bloemenkrans vanwege de K.F.
St.-Cecilia ter nagedachtenis en huldeblijk aan hun overleden Ere-Voorzitter.
Een massa volk toog ten offer waaraan geen einde
scheen te komen, om dan bij het zingen van het In Paradisum naar zijn laatste
rustplaats te gaan, aan de zijde van zijn voorganger Voorzitter der Fanfare
wijlen F. Piessens.
Na de laatste gebeden aan het open graf werd
respectievelijk door de heer Emiel Verschueren, burgemeester en de heer August
Lauwers, secretaris van de K.F. St.-Cecilia
een lijkrede uitgesproken, die wij graag in extenso
laten verschijnen, omdat daaruit ten overvloede zal blijken hoezeer hij werd
aangezien door hen, die zijn vrienden waren.
Het was voor beiden een zeer droeve opdracht en plicht
zich voor de laatste maal tot hem te richten, die hun stem hoorde van uit de
Hemel, waar hem reeds de beloning was ten dele gevallen, die gegeven wordt van
hen, waarvan kan getuigd worden : hij was een edel mens !
De heer burgemeester sprak in naam van het
gemeentebestuur, alsmede in naam van de bevolking volgende zeer inslaande rede
uit :
Dames en heren, voor het gemeentebestuur is het een
pijnlijke plicht hier vandaag een onvoorziene hulde te brengen aan degene die
ons voor altijd verlaat, oud-burgemeester Pieter De Prins.
Niettegenstaande zijn wankelbare gezondheidstoestand
van voor enkele maanden, was hij de laatste dagen erg verbeterd, zodat niets
een zo plotseling afstervern liet voorzien.
Maar helaas, de dood daagt op zonder waarschuwen en
slaat onmeedogend toe.
Onze vriend is heengegaan. Nooit meer zullen we zijn
sympathieke stem horen. Zijn bekend figuur is voor altijd verdwenen.
Hij was een eenvoudig en hartelijk mens, vrij en
ongedwongen in zijn gezegden en bedoelingen.
Hij nam zijn publiek-ambt ter harte en volbracht het
met alle toewijding. Hij was energiek trouw aan zijn ideaal, en wist iedereen
door zijn liefde en gulheid over te halen.
Maar hij was bovenal een mens vervuld met humanitaire
gedachten en brede opvattingen. Iedereen onthaalde hij met dezelfde
bezorgdheid, dezelfde voorkomendheid. Zijn opgang dankte hij aan zichzelf, aan
zijn onverpoosd werk.
Dank aan zijn volharding en zijn oprechtheid,
tegenover allen wist hij het te brengen : eerst tot gemeenteraadslid, dan tot
schepen om te besluiten met burgemeester, ambt dat hij gedurende tien jaar met
toewijding heeft vervuld ten bate van de gemeente.
Sinds 1959 genoot hij een welverdiend rustpensioen.
Wij allen hier aanwezig, betreuren ten zeerste dat dit
rustpensioen niet langer heeft mogen duren.
Dat hij evenwel gerustgesteld weze, de
tegenwoordigheid van zovele collegas, dorpsgenoten en vrienden is een bewijs
van menselijke solidariteit, die later haar daadwerkelijke weerklank zal
hebben.
Hij mag in vrede rusten, hij die met zijn hulp zoveel
deed om de welstand onzer medeburgers en dorpsgenoten te verbeteren. Aan ons is
het geboden, zijn werk voort te zetten door te trachten zijn sporen te volgen
op de weg der ware broederlijkheid en naastenliefde.
Na deze rede nam de heer Lauwers, namens de
Koninklijke Fanfare St.-Cecilia het woord, om dezes medevoelen aan de bedroefde
familie te betuigen, en zulks in volgende bewoordingen :
Het is met de grootste aandoening dat ik mij als
secretaris van de K.Fanf. St.-Cecilia en als tolk der gevoelens van al onze
muzikanten en leden eerbiedig nederbuig over het stoffelijk overschot van onze
zeer beminde Ere-Voorzitter Pieter De Prins.
En ik ben er zeker van dat gij ons hier vandaag
verwacht had om u een laatste vaarwel toe te sturen.
Vervuld met de innigste medegevoelens bieden wij aan
zijn ontroostbare echtgenote en naastbestaanden de verzekering van onze
deelneming in hun smart.
(...)
Van onze vriend Pieter De Prins mag gezegd worden dat
hij een groot mens is geweest.
Inderdaad een schoon en edel mens leefde in een ietwat
tengere gestalte.
Eenvoud was zijn adel, tot de eenvoudigsten ging ook
zijn hart.
Aan het hoofd van zijn gezin heeft hij eerlijk en
volhardend de strijd van de voorbeeldige familievader gestreden, daarom dat wij
hulde brengen aan dit werkzaam leven.
Uw ambt van voorzitter dat gij meer dan 25 jaar aan
onze Fanfare hebt vervuld was dit van een begrijpend, plichtsvol en
rechtschapen man. Met hart en gedachten zijt gij steeds onze vereniging trouw
gebleven, zo ook zullen wij uwe gedachtenis in ere houden.
Gij waart ook een goed kristen mens met een
uitgesproken voorliefde voor de zwakken en verdrukten, want ontelbaar zijn de
vrienden die bij u baat en steun hebben gevonden.
Onze vereniging zal U, aan wien we zoveel dank
verschuldigd zijn nooit kunnen vergeten.
Voortaan zal uw lichaam rusten hier op dit oude kerkhof, volgens uw laatste
wilsbeschikking, zij aan zij, van uw goede vriend en trouwe kameraad, waarmee
ge in de schoot van onze Fanfare St.-Cecilia zovele gelukkige dagen hebt
gekend.
Samen zult gij van in den Hemel de voorspraak bij den
Heer afsmeken om heil en zegen over onze vereniging te laten neerkomen.
Beste vriend Pieter, wij danken U een laatste maal,
diep gemeend, voor al het edelmoedige, het goede en het schone dat gij voor
onze maatschappij gepresteerd hebt.
Rust zacht in vrede, en tot weerzien in den Hemel !
Foto : Vader Frans Polspoel verdween voor zes
maand zonder dat iemand wist waar hij zich
bevond. Moeder Stefanie van
Zillekes met zoontjesEdmond en Alfons.
1945 Leestenaars en de tweede wereldoorlog
Frans Polspoel, op zijn paspoort
stond Marie Francois Polspoel, uit de Vinkstraat,
was krijgsgevangene genomen en
verdween voor zes maand uit circulatie.
Niemand wist waar hij uithing.
Als landbouwer werd hij heel die
tijd in Duitsland en ook een tijdlang in
Tsjechoslowakije op boerderijen tewerkgesteld.
Daar leerde hij noedels eten.
Frans was in 1934 gehuwd met Maria
Stephanie Maes.
Het echtpaar kreeg vier kinderen :
Alfons,gehuwd met Lisette Fierens uit de
Winkelstraat.
Edmond, zijn officiele naam was
Edmund, hij huwde met Melanie
Selleslagh en werd schepene in het
laatste gemeentebestuur van het autonome
Leest.
Paul, gehuwd met Victoire Maes en
enige en jongste dochter Maria die
gehuwd was met Jan Tirri.
Op 5 oktober 1949
kreeg burgemeester De Laet een schriftelijke melding overhandigd van de
voorwaardelijke invrijheidstelling van A.V. Op briefhoofd van het Ministerie van Justitie, Administratie der
Strafinrichtingen, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de
Staat. Dienst voor wederopvoeding, reclassering en voogdij.: Dossiernummer
55242.
Brussel 28-9-1949
Mijnheer de Voorzitter,
Ik heb de eer u de (voorwaardelijke)
invrijheidstelling op datum van 23-9-1949
mede te delen van V.A. geboren te
Leest, de 17/8/1916, burgerl.staat ongehuwd, beroep tuinbouwkundige, woonplaats
Leest, Elleboogstraat.
Veroordeeld de 11/1/1945 door KH Brussel tot 15 j.
hecht terzake van inbreuk art 113, 117GWB.
Deze invrijheidstelling werd verleend onder volgende
voorwaarden : onder voogdij, met verbod zich met politiek in te laten en met
verplichting zich te onthoudenvan
omgang met andere vrijgestelden.
Mag ik U verzoeken de persoon aan te duiden, die
volgens U het meest geschikt blijkt om de voogdij over boven vernoemde
invrijheidgestelde waar te nemen, en die zou aanvaarden er zich mede te
gelasten.
Om Uw taak te vergemakkelijken, voeg ik bij die
schrijven een formulier voor het antwoord (Model B) dat U enkel dient in te
vullen en mij zo spoedig mogelijk terug over te maken.
De voogd gelieve onmiddellijk contact op te nemen met
zijn (haar) pupil(le) en de voogdij waar te nemen in overeenstemming met de
richtlijnen van mijn dienst. Zodra hij volledig ingelicht is over de toestand,
de gesteldheid en het gedrag van de invrijheidgestelde, zal de voogd een eerste
omstandig verslag opstellen, en door Uw bemiddeling aan de Voogdijdienst,
Ministerie van Justitie te Brussel, laten geworden. Vervolgens zal hij om de
drie maand, op dezelfde wijze, beknopte maar volledige verslagen, overmaken.
Nochtans, indien de voogd bij zijn eerste contactname
met zijn pupil, in kennis zou gesteld worden van ernstige moeilijkheden die
zich in de reclassering van betrokkene zouden voordoen, zal hij onmiddellijk,
door een bondig verslag, de dienst hiervan op de hoogte brengen.
Indien bij de uitoefening van de voogdij moeilijkheden
oprijzen zal de voogd U hieromtrent verslag uitbrengen ; U gelieve mij hiervan
onmiddellijk in te lichten opdat ik met volledige kennis van zaken, de nodige
maatregelen zou kunnen nemen.
Ingeval het niet mogelijk blijkt, binnen de veertien
dagen een geschikte voogd te vinden, houd ik er aan dat de hierbijgevoegde
stukken mij dadelijk zouden teruggezonden worden.
Met de meeste hoogachting.
Voor de Minister :
Voor de Gemachtigde Directeur :
K.Potoms
Overgemaakt aan de heer BurgemeesterDe Laet te Leest op 5/10/1949
Voogd : burgemeester De Laet.
Bij deze
schriftelijke melding was een bijvoegsel (formulier 11) van de gevangenis van Mechelen
:
Gevangenis Mechelen
Voorwaardelijke invrijheidstelling.
Naam en voornamen : V.A. C. J. T.
Plaats en dag van geboorte : Leest den 17-8-1916
Burgerlijke stand : ongehuwd
Uiteenzetting der
feiten van V. A.
Feiten gepleegd: te Graz of elders in Duitsland.
Veroordeelde is de zoon van de V.N.V.burgemeester van
Leest. Hij zelf is overtuigd van de triomf der Duitse legers, en zeker van alle
straffeloosheid tijdens hun heerschappij ten lande, stelt zich kordaat aan als
pro-Nazi en voert door woord en daad propaganda voor het Oostfront.
Na als gemeentesecretaris tot in 1941, in diens geest
te hebben gefungeerd wordt hij adjunct-marktafgevaardigde te Mechelen en te
Tongeren, en lijft zich alsdan, in maart 1942, bij het Vlaams Legioen in.
Hij beweert dat, gelet op zijn gezondheidstoestand,
hij daar een ondergeschikten geneeskunditgen dienst vervulde, bij de
burgerlijke bevolking
In augustus 1943 maakt hij deel uit der gelederen der
SS brigade Langemark doch hier ook zou hij in de burelen werkzaam zijngeweest, en zou hij onwetens een verbintenis
hebben getekend voor vier jaar, eindelijk verminderd op twee jaar, derwijze dat
hij in maart 1944 ontslag nemen kon.
Eens huiswaarts gekeerd hernam hij dienst in de
hoofdgroepering Vlees en Veeproducten in Mechelen en Yperen.
Hier zij vermeld dat de vader van veroordeelde een
groot landbouwbedrijf uitbaatte, doch aan het hoofd stond van een talrijk gezin
en dat de aanverwingscontracten voor de SS mannen, het bekomen van een boerderij
voorzagen van 25 à 30 hectaren in Oekraïne voor de verbintenissen van een
termijn van 4 jaar.
V. was fier op zijn uniform. Hij had minachting voor
de goede Belgen, trotseerde de rijkswacht, dewelke hij de militaire groet wilde
afdwingen daar hij in Rusland de graad van SS Langemark onderofficier had
veroverd.
Hij droeg zilveren epouletten, een kepi en wapens.
Overigens had hij veel reklaam gemaakt bij zijn
vertrek naar Stratz, waar hij zijn militaire opleiding ontvangen zou. Wanneer
hij eigenlijk naar het front vertrok, zes maanden later, gaf zijn vader op het
gemeentehuis een groot gelegenheidsfeestwaarop alle vooraanstaande V.N.V van de omtrek werden verzocht,
politieke redevoeringen werden gehouden, gelukwensen geuit, enz
V. heeft een ganse roman verzonnen om te doen geloven
dat hij buiten het weten zijner familie vertrokken was om de bolchevisten te
gaan bevechten.
De werkelijkheid is gans anders, want de familie was
V.N.V., steunde de Oostfrontstrijders en bevoordeeligde op alle wijzen hun
echtgenoten en kinderen van de omtrek.
Zijn gedrag was vroeger onberispelijk. Hij had een
goede faam en stond gunstig bekend. Gafzich nooit over aan dronkenschap, ongebondenheid of ontucht.
Stond in goede betrekkingen met zijn familie. Op
zedelijk gebied was zijn gedrag en houding onverbeterlijk.
Bevindingen van het
personeel : V. A. C. die wat romantisch
is aangelegd, heeft zich laten verleiden en trad toe tot de Oostfrontstrijders.
Heel snel zag hij zijn fout in en kon hij in maart 1944 reeds ontslagen worden.
In de gevangenis heeft hij verder door zijn
gedragingen, werkijver en geest van uitboeting getoond dat hij werkelijk spijt
heeft en is zijn morele gesteltenis gerangschikt als zeer goed.
Ontwerp van
reclassering : Oudste zoon van een landbouwersgezin van 8
kinderen, keert hij in dit gezond familiaal milieu terug en levert zijn
reklassering niet de minste moeilijkheid op.
Plaats waar de
belanghebbende het voornemen heeft zich te vestigen : Leest Elleboogstraat.
Uitgaansfonds : 1419,80 fr.
Datum van
voorwaardelijke invrijheiddstelling : 23-9-49
Defenitieve
invrijheidstelling : 8-9-69.
1945 4 juni
Gemeenteraad :
...5e
punt. Motie De Leers over te maken aan den Krijgsraad.
De
Raad, gezien het verzoek van den heer Provinciegouverneur om bij den heer
Krijgsauditeur aan te dringen tot bespoediging van de zaak De Leers,
schoolhoofd te Leest; gezien den heer De Leers groot oorlogsinvalide is
van
1914-1918. Gezien zijn uitwendige verwondingen ten gevolge van gemelden
oorlog. Gezien den treurigen toestand van zijn gezin;
overwegende dat de feiten die hem ten laste worden gelegd naar ons
bescheiden
hem
maar voor een klein deel kunnen toegeschreven worden, ingevolge zijn
geesteszwakte ; gezien den toestand zich jarenlang heeft vertoond min of
meer
abnormaal te zijn, zoowel in zijn privaat en openbaar leven als in zijn
beroepsbetrekkingen; besluit éénparig :
aan
den Krijgsraad te vragen deze motie in aanmerking te willen nemen zoowel
bij
de bespoediging als bij de uitspraak van het vonnis.
Daarna wordt de zitting gesloten verklaard om 22 uur en 10 minuten.
1945 4 en 5 juni
1945 Belgisch Staatsblad 155-156 :
Ministerie van Binnenlandse
Zaken.Leest.Burgemeester ontzet.
Bij
besluit van den Regent dd. 17 Mei 1945 is de heer V. Jan-Emiel,
uit
zijn ambt van burgemeester der gemeente Leest ontzet.
1943 Nacht 22/23
juni : Een Engelse Halifax-bommenwerper werd neergeschoten en
kwam
neer in de Tiendeschuurstraat kort bij de hoeve van Scheers: 7 slachtoffers.
t Ridderke november 2010 : Oorlog
in de lucht
Een
vliegtuigcrash in juni 43 op de grens van Hombeek en Leest
Bijzonderheden
over deze raid
Datum : 22/23 juni
1943
Vertrekbasis :
Lissett, Yorkshire, UK.
Eenheid : eskadron
158
Inzet : 557
vliegtuigen
Target : de stad
Mülheim
Verliezen :35 vliegtuigen en 198 manschappen
Bijzonderheid : de
Halifaxbommenwerper JD259 werd door een jager afgeschoten en stort hier neer.
De zeven bemanningsleden komen om.
Getroffen door :
Oblt Willehm Telge.
Het neergeschoten
vliegtuig betrof de Halifax JD259 van het 158ste eskadron en het
werd ingezet op Mülheim aan de Ruhr. Volgens gegevens van de RAF was het de
avond van 22 juni 1943 vertrokken om 23.09 uur van de basis Lisset
(Yorkshire,Engeland) met zeven jonge bemanningsleden : zes Engelsen van de RAF
en één Australiër van de RAAF.
Dat waren :
Flight Sergeant Leonard Ernest Cavanagh
(kapitein-piloot),20 jaar, RAAF 415377.
Sergeant Robert James Sage
(boordwerktuigkundige),21 jaar, RAF
Sergeant Thomas
Ridley Forster (navigator),21 jaar, RAF
Flying Officer Daniel Valentine Elliott
(bommenrichter), RAF
Sergeant Walter Richard Green (radio-operator en
schutter),22 jaar, RAF
Pilot Officer Ronald
Albert Charles Maund (schutter midden), RAF. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.
Flight Sergeant Oliver William Todd (schutter achter),
RCAF
De lichamen warden
gekist en op een Duitse legerwagen geplaatst. Een aalmoezenier las nog de
gebeden. Dan werden ze afgevoerd.
De ganse crew van
deze Halifax rust nu op het kerkhof Schoonselhof bij Antwerpen.
In de vroege morgen die woensdagochtend warden we
opgeschrikt door ongewone vliegtuiggeluiden. Niemand kan nog getuigen van een
luchtgevecht maar volgens de oorlogsrapporten moet het zich boven ons hebben
afgespeeld. Een Halifax op terugweg uit Mulheim, werd uit koers gedreven en
achtervolgd door een Duitse Messerschmitt. Sommigen zagen nog het rokend
vliegtuig dat in de lucht ontplofte en neerstortte tussen de Kapelseweg en
Tiendeschuurstraat. Vanaf nu ervoeren we luchtoorlog anders, tastbaarder. Voor
onze ogen lagen op bekende velden en akkers de verspreide brokstukken van deze
kolos een vliegend fort maar ook de lichamen, jong, halfverkoold, dood.
Mülheim
Mülheim was die nacht aan de beurt gekomen en
bestookt door 242 Lancaster-, 155 Halifax-, 93 Stirling-, 55 Wellington- en 12
Mosquitovliegtuigen. In dit derde bombardement werd de hele stad vernield in
drie opeenvolgende golven.
De Britten rapporteerden dat de stad voor 65% plat
lag. De brandweer bleef dagen nablussen. 1.630 huizen waren totaal vernield,
2.100 huizen moesten ontruimd worden zodat 40.000 mensen elders hun toevlucht
moesten zoeken. Er waren ook 530 doden.
Het bombardement in Mülheim was om 1.30 uur afgelopen
en één uur later werd de Halifax JD259 getroffen door een Duitse jager die
opgestegen was van het vliegveld Venlo in Nederland op de Duitse grens.
De vliegenier Oblt. Wilhelm Telge van het eskadron
nachtjagers II (NJG 1) schreef het neerhalen van deze Halifax op zijn palmares.
De Duitse jagers schoten diezelfde nacht niet minder
dan 23 vlietguigen af.
Zowel een Duits Bericht als een RAAF-rapport geeft
2.30 uur op als tijdstip dat deze vlieger afgeschoten werd op 5 km ten westen
van Mechelen. De Hombeekse ooggetuigen daarentegen geven een latere tijd. Deze
Halifax is blijkbaar uit de koers van het eskadron gejaagd en nagezeten door de
Duitse jager tot in Mechelen. De plaatselijke getuigen zagen geen luchtgevecht maar
slechts het getroffen en rokend vliegtuig.
Getuigenissen
Brokstukken van de bommenwerper lagen sterk verspreid
op de velden tussen de Kroningerhoeve van de familie Scheers in Leest en het
Hoefijzer van de familie Onghena in Hombeek.
Yvonne
Onghena woonde als jong meisje in de ouderlijke hoeve :
het was zomer en heel goed weer, echt warm. Een
groot stuk van de motor stak dwars door onze stal. We hebben de koeien er met
veel moeite moeten onderuit halen. Een stuk vleugel stak in de weide achter ons
huis. Daar rond en op vele plaatsen was het gras allemaal verschroeid. Eén van
de Engelse piloten werd twee à drie weken later teruggevonden in een
patattenveld van Fierens wat verder. Het lichaam was in ontbinding.
Virginie
Dons-Soli, woonde destijds als twintigjarige bij haar ouders op
het Heike. Daar was die vroege ochtend het hele gezin naar buiten gelopen; ze
vertelde :
Het was ongeveer 5 uur of 5.30 uur. We hoorden het
vreemd geluid van het vliegtuig dat in moeilijkheden scheen te verkeren. Kort
daarop was er een ontploffing. Ik heb met eigen ogen gezien hoe het vliegtuig
in de lucht met een grote knal in een vuurbol veranderde en uiteenspatte. De
brandende delen vielen wat verder neer overal verspreid.
Het grootste deel is kort bij de hoeve van Scheers
neergekomen op een zo wat hoger gelegen weide kort bij de boerderij. In de
voormiddag nog waren de Duitsers er bij en werden de dode piloten afgevoerd.
Victor Van
Hoof, later garde in Leest was er ook snel bij en getuigde :
In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de
hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten. Al de
inzittenden werden hierbij gedood.
Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken
uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets,
een eind in het veld.
Zoals zovele souvenirjagers ging ookik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik
op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik
toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het
hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.
Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag
opvallend scheel, begon iedereenaf te
tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die
een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en
hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om
de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten
vallen.
Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele
kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht.
Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de
voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig
gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zonslag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder
adem zat.
Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in
mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig
krijgsgevangenkamp aangetroffen.
Dat de militaire wacht niemand doorliet kan in de
eerste momenten wel zo geweest zijn. Eens de dode lichamen van de piloten
afgevoerd waren, kon men er volgens andere getuigen toch vrij rondlopen.
Frans Tersago
:
We zijn als jonge gasten gaan kijken naar de
brokstukken van dit vliegtuig. Die lagen ver verspreid over de velden. Een
motor stak door de stal van Onghena. Het grootste wrakstuk lag verder naar
Leest en daar zijn we niet bij geweest. Er waren Duitsers die de wacht hielden.
De lichamen van de gesneuvelde vliegeniers waren in kisten aan de rand van de
weg gebracht. Ze stonden juist voor de spooroverweg aan de Kapellebaan. Toen
wij er waren, werd er een gebed uitgesproken door een Duitse aalmoezenier. Daarna
werden de kisten op wagens afgevoerd.
1942 Frans Geerts ("Frans
van de Fijne", zie foto onderaan) uit de Scheerstraat diende een contract voor levering van late aardappelen af te sluiten
met zijn schoonvader (Edward Soli) teneinde die vruchten van Hombeek naar Leest te
krijgen.
1943 ...Tijdens de tweede wereldoorlog, en wel
in 1943 werden ook te Leest de
kerkklokken weggehaald ; zij wogen respectievelijk 928 en 234 kg.
De
derde klok was gebarsten en bleef ter plaatse...
(Luc in DB- 1977, Uit de oude doos, onze klokken.)
Klokkenroof
Gedurende de tweede wereldoorlog haalde de Bezetter
twee klokken uit onze toren om ze tot kanonnen om te gieten. Na de oorlog werden drie nieuwe klokken aangekocht,
want onze derde klok was ondertussen ook gebarsten.
Over de vroegere klokken kunnen we wat meer vertellen
aan de hand van kerkrekeningen uit 1610 en 1649.
Zo weten we dat de kerckmeesters hebben doen gieten
bij Hans Van den Gheyn clockgieter te Mechelen twee clocken, wegende saemen 825
pond voor de somme van 350 gulden
12 stuyvers.
Deze rekening werd achteraf voorgelegd aan de abdis
van Kortenberg die voor onze parochiekerk moest instaan, maar blijkbaar niet
scheutig was om te betalen.
Ze verloor echter het proces en betaalde tenslotte de
som af in zes betalingen.
In 1606 waren de rekeningen vereffend.
Veertig jaar later, onder pastoor Van Hanswijck, was
één van deze twee klokken gebarsten. Ze werd hergoten en er werd een derde klok
aangekocht. Daartoe werd in 1649 voor 1617 gulden aan klokspijs uitgegeven en
385 gulden aan Petrus Van der Gheyn betaald voor het gieten van de twee
klokken. De grote klok woog 2.087 pond en de middelbare 1.305 pond.
De verdere geschiedenis van deze drie klokken lezen we
tussen de aantekeningen van Pastoor De Heuck :
-de grootste klok (uit 1649) barst op 19 september
1788 bij de lijkdienst van Joannes Bulens. Ze wordt hergoten op kosten van de
abdij van Kortenberg, ditmaal zonder discussie. Het is de zogenaamde Tiendenklok
van Leest : Andreas gewijd op 19 januari 1790.
-de twee klok (eveneens uit 1649) barstte in 1739 en
werd hergoten door Lambertus Franquin uit Mechelen, op kosten van de parochie.
Ze werd gewijd op 11 december 1739 en kreeg de naam Maria.Roger Willem Borguelmans, meier van het
distrikt Mechelen was peter en Amelia Reyntjens, echtgenote van Philippus
Fierens was meter.
-de kleine klok St.Nikolaes uit 1608 hing gebarsten
in de toeren toen ze op 19 januari 1790 door Jacobus Joannes Van de Voerde,
Carolus Jozef Peeters en Carel Van Asch in t geheim werd in stukken geslagen,
omdat de pastoor De Heuck weigerde de klok te laten hergieten op de kosten van
de kerkfabriek.
Onder pastoor Joris werd op Kerstdag 1861 andermaal
een klok gewijd. Ze kreeg de naam Jozef.
Willem Devens uit Antwerpen was peter en Petronilla
P.E. Leenaerts, vrouw van burgemeester en dokter Voet was meter.
Deze klok werd gegoten bij Van Aerschot te Leuven.
(LG, blz43 en 44)
Frans Susse Teughels
in De Band mei 1978 : Dat is nu geen
klokkenluiden meer !
k Zie ze nog aankomen, op hun fiets : drie bonken van
mannen, met daarbij Louitje, een wat oudere vent, heel tenger. Ze gooiden hun
fiets tegen onze gevel. Louitje ging bij Fons binnen om het kruis te halen :
Fientje van op de Heide was namelijk gestorven, en het was een oude gewoonte
dat de naaste gebuur het kruis kwam halen om het tegen het sterfhuis te
plaatsen en dat hij dat kruis zou dragen tijdens de laatste tocht naar de kerk
en het kerkhof.
De drie sterke mannen zouden Fons helpen bij het
luiden van de klokken.
Het was een ware kunst : eerst de klok in beweging
brengen, en dan driemaal met een korte ruk tegenhouden. Zo gaf de klok driemaal
een korte slag. Vervolgens werd een Weesgegroet gebeden en dan herbegon het
kleppen, zo driemaal achter elkaar, voor het Angelus.
Nadien begon het luiden voorgoed.
Was er een man gestorven, dan werd aangevangen met de
grote klok, voor een vrouw met de kleine. Dat luiden duurde een vijftal
minuten.
Het uitsterven gebeurde zoals de aanvang : voor een
man werd de grote klok laatst geluid, terwijl een vrouw zich moest tevreden
stellen met de kleine. En dan zo rap mogelijk om een pint, want gewoonlijk stonden
die mensen te dampen van het zweet. Normaal gingen ze eerst bij Fons binnen, en
dan, om het relaas van het afsterven te vertellen en aan te dikken, in de
andere herbergen, één voor één.
Nu is dit allemaal verleden tijd !
1943 18 januari :
Symons Guillaume, geboren te Leest op 20 januari 1885 en
wonende Scheerstraat nr. 8 benoemd
tot grafmaker in vervanging van
Pieter Spruyt en Alfons Scheltiens,
ontslagnemers.
Vergoeding :- als grafmaker : 50 fr per graf of put.
-als
kerkhofverzorger een jaarlijkse vergoeding van 1.000 fr.
1943 18 januari :
De weduwe Verbeeck-De Maeyer, Tisseltbaan 20 kreeg een gunstig
advies op haar vraag tot uitbating van een wagenmakerij met
elektrische motor
en
werktuigen. (GR)
1943 29 januari : Een ingenieuze uitvinding. Er worden thans
onverslijtbare banden
voor
de fiets gemaakt in kurk, belegd met een laagje rubber. Ze wegen 700
gram. (KH-GvM)
1943 1 februari :
De koolzaadteelt wordt verplicht gemaakt voor landbouwbedrijven
van meer dan 5 hectare. Ze zullen
minimaal 6% van de bebouwde oppervlakte
in koolzaadteelt omzetten. De
overtollige weiden moeten naar landbouwgrond
omgebouwd worden. (KH)
Bijvoegsels:
-het contract van Frans Geerts voor de overbrengst van
zijn aardappelen.
-Frans Geerts tijdens de mobilisatie.
-afscheid van de grootste klok. Links José Croes (José
van Sinne), rechts een dochtertje van dokter Stuyck. (foto : Eduard Geerts)
Boven, vanl. naar r. : Tony Teughels, Egied Robeyns,
Louis Publie, Marcel Piessens, Frans Verschuren, Frans Huys, Jozef Vloeberghen.
Midden : Meester Huysmans, August Fierens, Alfons Mertens,
Francois Publie, Frans Vloebergh, Alfons De Cock, Marcel Diddens, Marcel De Wit
en meester De Leers.
Onder : Frans Spruyt, Louis Verbruggen, Alfons De
Hondt, Jan Geets en Alfred De Bleser.
We zijn volop in de oorlogsjaren : de tijd van de slodderbroeken,
de tijd ook van voedselschaarste en Winterhulp.
Elke voormiddag kregen de kinderen een wortel of een
paar sojakoeken, een lepel levertraan en een paar tabletten vitaminen. (Als we
straf stonden moesten xe met de doos vitaminen boven onze kop staan )
Het was ook de tijd van energiebesparing : slechts in
twee klaslokalen van de vier werd er vuur gemaakt. Twee studiejaren kregen les
in de voormiddag en de twee andere in de namiddag : voor de leerlingen
betekende dat slechts een halve dag school.
(LG, blz.157)
1942 13 juli :
Juliaan Geerts legde in openbare vergadering de eed af als nieuwe
schepen : Ik zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de
grondwet en aan al de wetten van het Belgische volk. (GR)
1942 15 augustus :
Smokkelaars gevat.
Er werd gemeld dat smokkelaars hun waar
vervoerden op de weg van Leest naar
Hombeek, doch ze hadden lont geroken en waren niet te zien.
s
Anderendaags in de morgen gingen twee controleurs met de veldwachter zich
verdekt opstellen. Ditmaal moesten ze niet lang wachten of twee personen
verschenen per fiets, ieder met ongeveer 75 kg aardappelen. Toen ze de
controleurs zagen, lieten ze hun smokkelwaar in de steek en vluchtten
weg.
Een
achtervolging werd ingezet en spoedig waren ze ingehaald. Het waren de
gebroeders C. Uit de Pikkerie. Een huiszoeking leverde nog de vrucht op
van
1.000 kg aardappelen die werden aangeslagen met de fietsen. (KH-GvM)
1942 24 augustus :
Gemeenteraad : Aannemingscontract der
aangenomen
bewaarschool.
1942 1 september :
Mevrouw Van Baelen, geboren Spoelders Maria
Theresia
Joanna, geboren te Thisselt den 4 maart 1906, wonende Kouter 4, benoemd
tot
kuischvrouw der gemeentelijke scholen.
De vergoeding toegekend per klas
bedroeg 250 fr en 200 fr voor de toiletten,
hetzij samen voor zes klassen en
twee toiletten 1700 fr per jaar. (GR)
1942 8 december
Gemeenteraad : Politiereglement op het
sluiten der
winkelinrichting.
1942 22 december
Gemeenteraad : Politiereglement op het
wegruimen van
In Sulingen was een groottransitkamp opgericht, van hieruit werden
vrijgekomen gevangenen en arbeiders naar hun respectievelijke landen gezonden.
Alle mogelijke nationaliteiten zaten hier samen
wachtend in barakken, op vervoer naar huis.
Die uit het westen, Belgen, Hollanders, Fransen konden
snel weg, maar Polen, Russen, Joegoslaven moesten langer wachten en velen
durfden zelfs niet meer terug.
Onder deze mensen waren gevaarlijke sujetten, ze waren
gewapend met weggegooide Duitse wapens en gingen s nachts op rooftocht bij de
Duitsers.
Ze stalen en roofden alles wat in hun handen viel en
namen het weinige dat de Duitsers nog hadden, af.
In Sulingen verbleven ook veel Zebras, dat waren
bevrijde gevangenen uit de kampen, velen uit Bergen-Belsen. Die waren nog
gekleed in hun gestreepte pijama.
Van hen vernamen we gruwelijke verhalen over hun
verblijf in die kampen.
Bij de boeren in Freistatt waren veel vluchtelingen
uit het Rijnland en de Roer ondergebracht en die konden nu ook naar huis, terug
naar hun gebombardeerde steden.
De Duitse bevolking moest om 10 uurvan straat en wee degene die een minuut te
laat was, die werd onbarmhartig opgepakt en tot de volgende ochtend opgesloten.
Hierbij werden vele soldaten die over hun militaire
kledij een burgerjas hadden getrokken, opgepakt en naar een krijgsgevangenkamp
gevoerd.
Hier letten we vooral op SS-ers, maar we hebben er
nooit een kunnen pakken.
Ons werd dagelijks gewezen op de Duitse weerstand
Weerwolf doch wij hebben hier nooit iets van gemerkt, de meeste Duitsers
hadden hun nederlaag nog niet verteerd, waren nog te zeer ontgoocheld.
Hun geloof in de fürer was te groot geweest en nu bij
het zicht van duizenden en duizenden ordeloze soldaten die zich hadden
overgegeven en onder strenge bewaking naar achter werden gevoerd, moesten ze er
zich wel bij neerleggen.
De bevolking zelf leed honger en had gebrek aan alles.
In de steden verbleven ze in overgebleven kelders. In de dorpen die overbevolkt
waren van gevluchte stedelingen werd ook het voedsel schaars en zoals bij ons
onder de bezetting, verkochten hier de boeren ook aan de meestbiedenden.
Wij hadden een paradijselijk leven,niet werken, lekker eten, veel geld...
Als ontspanning werden we s avonds naar Bremen,
Hannover of Sulingen gevoerd.
Naar een bierkelder of een filmvertoning en na de film
steevast in de houding voor het God save the King.
Met mijn moto verkende ik de ganse omgeving en mijn
vele verlofdagen bracht ik door
in steden als Bremen, Hannover, Dusseldorf en Berlijn.
Daar zag ik Russische soldaten fietsles krijgen, tot
groot en ingetogen plezier van de Duitsers. Komisch en onvergetelijk.
Hier bestond ook een grote ruilhandel tussen soldaten
van verschillende nationaliteiten. De Russen waren verzot op Amerikaanse
sigaretten, terwijl de Amerikanen hiervoor polsuurwerken en vodka aannamen. Die
uurwerken waren toch afkomstig van de Duitsers, de Russen was toegestaan alles
wat hen bruikbaar was als oorlogsbuit mee te nemen. Ik heb Russen gezien met
drie, vier horloges aan elke pols.
Kerstmis 1945 brachten we door bij de Amerikanen in
Bremen. Nabij de Dom in de huidige Ratskeller was hun kantine ondergebracht.
Onvergetelijke sfeer met bier, wijn a volonté, de vrouwen hadden echter nog
geen toegang.
Als we ons verplaatsten konden we overnachten in
Amerikaanse of Engelse transitkampen en hun kantines hadden altijd voldoende
stock aan sigaretten, zeep, tandpasta, enz. Betalen met Duitse marken en die
hadden we genoeg.
In het najaar van 1945 werd de omgang met de Duitsers
losser, krijgsgevangenen en ook burgers werden in de cantonnementen
tewerkgesteld.
De Duitse tewerkgestelden brachten allerlei voorwerpen
mee om te ruilen tegen voedsel, ook smokkelaars doken op. Vooral sigaretten,
bonen, koffie en nylonkousen waren zeer gegeerd maar vooral dozen vlees en
ander voedsel was in trek.
De bevolking leed immers honger, meer dan ik ooit in
België had gezien.
De boeren werden door de stadsbevolking nog feller
belegerd dan bij ons in het hongerjaar 1941.
Maar stilaan werd alles min of meer normaal, de
bevoorrading geraakte terug op gang,
in de steden begon men puin te ruimen en ieder toog
aan het werk.
Ook de omgang met burgers werd toegestaan, bals werden
ingericht en vluchtelingen kwamen terug naar huis.
Na Freistatt kwamen we in een aantal kleinere plaatsen
terecht tot we in het voorjaar 1946 naar Leese verhuisden.Een kleine
provinciestad nabij Hannover.
Hier werden we ondergebracht in een door Russische
slavenarbeiders nieuw gebouwde fabriek. Grote betonnen bunkers, een verdieping
ondergronds, een verdieping bovengronds, zwaar en kunstiggecamoefleerd met sparrenbomen, tot op de
daken toe.
Hier werden onderdelen gemaakt voor de beruchte
V-bommen.
Een aanzienlijk aantal lag nog klaar voor verzending, via een spoorweg die
eveneens onzichtbaar was vanuit de lucht met hoogopschietende sparren, waarvan
de kruinen hoog boven de sporen aan elkaar waren gebonden.
De geleerden die vroeger voor de nazis hadden
gewerkt, werkten verder, thans onder Engels gezag. De heren Professoren, zoals
ze door de Duitse werklieden werden genoemd, werden door Engelse officieren van
de geheime dienst in burgervoertuigen gebracht en opgehaald. Wat zij daar
uitrichtten gebeurde in de grootste geheimhouding.
De gewone arbeiders werden bij het verlaten van de
fabriek door ons gefouilleerd maar deze heren moesten we ongemoeid laten.
De bunkers waren uitgerust met de meest moderne
machines en de magazijnen staken nog vol met allerlei materiaal.
Er was strenge kontrole en wij mochten niets aanraken,
alles was immers bestemd voor Engeland of de USA..
Half april 1946 was onze taak daar afgelopen en na een
treinreis van een dag en een nacht belanden we in Bastenaken.
Hier kwamen we in een totaal vernielde stad, we
waanden ons terug in Duitsland. Platgeschoten huizen, waarvan de bewoners in de
kelders verbleven, in de velden nog veel stukgeschoten Duitse en Amerikaanse
tanks en ander oorlogsmateriaal.
We werden ondergebracht in de kazerne die door de
Amerikanen voor ons was ontruimd en we hingen opnieuw af van het Belgisch leger
: weer oefeningen, dat was maanden geleden, Belgische kost, bouletten,
saucissen, slecht en veel te weinig...of er gemord werd.
We waren van de hemel in de hel terechtgekomen.
Door een afdeling van onze compagnie werd deelgenomen
aan de eerste steenlegging van de mardassonheuvel, een gedenkteken voor de
Amerikaanse strijdkrachten.
Na een verblijf van enkele weken ging het naar Bergen,
waar we in een leegstaande school hokten en belast werden met het ophalen en
wegbrengen van Duitse krijgsgevangenen die in de koolmijnen moesten werken.
Gelukkig heeft dit niet lang geduurd, op 23 juni 1946
werden we totaal onverwacht bedankt en met onbepaald verlof naar huis gestuurd.
Terug burger, dit vergde een enorme aanpassing...
Fotos:
-Berlijn 1945 : Sovjetsoldaten en Amerikanen ruilen
horloges om. Deze fotos werden eigenhandig door Victor genomen.
-Vic na de fusie, zijn outfit is er op vooruitgegaan.
Links van de garde staat Marcella Van Steen. Rechts Wiske Verbruggen geflankeerd
door haar baas Marcel Leemans.
Via Antwerpen, Turnhout de Hollandse grens over tot
Hengelo. In Holland werd onze trein letterlijk door de bevolking bestormd.
Honderden mannen, vrouwen en kinderen liepen met onze trein mee, bedelend om
eten.
Wat wij konden missen werd uit de wagons gegooid :
conserven, sigaretten, chocolade...
Dit waren toestanden die wij in België met de
bevrijding niet hadden ervaren, hier werd nog echt honger geleden.
In Hengelo stapten we over op vrachtwagens, de grens
over tot in Mofrika en in Wezel de Rijn over op een pontonbrug die door de
Engelsen was aangelegd.
Over Osnabruck, Diepholz tot Freistatt waar we werden
ondergebracht in een oud-mannengesticht. Elk van ons kreeg een apart kamertje,
prachtig ingericht met een goed bed en prima sanitair, een verademing na onze
tenten en strozakken.
Hier werden we belast met de bewaking van een groot
depot van de Rasc, dat waren frontrantsoenen, sigaretten en kleding van het
Engelse leger.
Italiaanse krijgsgevangenen stonden tot onze
beschikking voor het opknappen van allerlei karweien, doch die stalen zoals de
raven.
Die bestolen ons terwijl we er bij stonden,
ongelooflijk wat die allemaal flikten, die waren ons in alles te slim af.
In het begin was het hier voor ons zeer streng, niet
ongewapend het cantonnement verlaten, nooit alleen buiten en no
fraternisation, absoluut geen contact, geen verbroederingmet de Duitsers, op straf van krijgsraad.
De eerste weken werd dat door ons zelfs niet
overwogen, wij benaderden ze met de grootste terughoudendheid. De Duitsers zelf
waren opmerkelijk beleefd, onderdanig, ja zelfs kruiperig, ze waren ook gelaten
en angstig, gingen voor ons opzij en velen namen hun hoed of pet af als ze ons
passeerden.
De Engelse MPs waren zeer streng en onverbiddelijk
zeker zolang de oorlog duurde.
In Diepholz was een groot Pools kamp, waar die Polen
door de Duitsers als slavenarbeiders waren ondergebracht. Nu waren ze vrij en
men moet niet over veel verbeeldingskracht beschikken om zich te kunnen
voorstellen hoe die zich gedroegen tegenover hun vroegere bazen. Stelen,
plunderen, alles wat niet te heet of te zwaar was sleepten ze naar hun
barakken.
Met mijn vriend Jan Baetens stapte ik naar Willebroek,
we gingen ons melden in het Fort van Breendonk om de aangehouden zwarten te
bewaken.
Ook tientallen Duitse krijgsgevangenen werden daar
binnengebracht en opgesloten.
Nu moesten wij hun fouilleren.
Alles wat ze niet in gevangenschap nodig hadden werd
hun afgenomen.
Wat een contrast : kruiperige onderdanigheid was in de
plaats gekomen van hun vroegere arrogantie.
Ik herinner me nog die Duitse officier die zich enkel
door een andere officier wilde laten ontwapenen en aftasten. Dat gebeurde ook,
een Belgische officier nam de egards waar, maar s nachts alleen in zijn cel
kreeg hij een speciale behandeling en schoot er van zijn waardigheid niet veel
meer over.
De collaborateurs die werden aangevoerd kregen ook een
speciale behandeling, zij werden vooraan de straat afgezet en moesten tussen
een driedubbele haag losgelaten gepeupel lopen. Hierbij werden ze geslagen,
gestampt, beschimpt, met de haren getrokken...ze haasten zich naar de min of
meer veilige gang van het fort...
Daar werden ze opgesloten in de kamers van de vroegere
kampbewoners.
Tijdens de dag werden ze met allerlei karweien belast
en ook bij nacht werden ze niet gespaard, althans die eerste dagen niet.
Na enkele dagen werden wij belast met het bewaken van
de zennebrug te Leest.
We hadden ons wachtlokaal op het gemeentehuis.
Bewapend met een geweer, een tricolore band om onze arm en een Duitse gordel om
het lichaam waaraan een koppel Duitse handgranaten, zo deden we in ploegen van
twee dienst op de brug.
Alle vreemdelingen werden gecontroleerd en door onze
ploeg werden twee in burger geklede Duitsers aangehouden en aan de Engelsen
uitgeleverd.
Voedsel werd bereid in Willebroek en per vrachtwagen
aangevoerd, het was goed en overvloedig.
Na enkele weken werd alles stilaan normaal en de
meesten gingen terug aan het werk.
Ik kon mijn oude job weer opnemen in de garagebij De Baere doch het werk aldaar bestond
hoofdzakelijk uit puin ruimen, wat mij minder beviel.
Ik besloot nog even de kat uit de boom te kijken.
Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof
Ik vernam dat ze oorlogsvrijwilligers vroegen en ik
heb me gemeld in Antwerpen. Dat was op 23 oktober 1944, op de Rubenslei nr. 22.
Toen ik daar volledig uitgekleed in een hokje stond te
wachten sloeg er in de onmiddellijke omgeving een bom in. Kalk viel van muren
en plafond, doch de keuring ging ongestoord verder.
Ik werd goedgekeurd en opgeroepen naar de
Panquinkazerne te Tervuren.
Na een zestal weken tamelijk zware opleiding werd ik
Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof Victor bij het 8ste bataljon
fuseliers 3de compagnie met stamnummer F8/479 en met specialisatie
chauffeur motocyclist. Volledig uitgerust met Engels materiaal, de platte
Engelse helm incluis.
Te Joli-bois, bij Waterloo, werden we ondergebracht in
een danszaal en stonden in voor de bewaking van Engelse benzine- en
munitiedepots, die talrijk verspreid lagen in de weiden rond de Leeuw van
Waterloo.
Ook te Bosvoorde, aan de paardenrenbaan, had ik
munitie te bewaken en te Koningslo Vilvoorde stonden we in voor de bewaking van
een groot Duits krijgsgevangenenkamp, dit samen met de Engelsen.
Het kamp bevond zich op een open veld en was omringd
door hoge wachttorens.
De gevangenen sliepen in tenten, ik heb altijd gehoord
dat er zon 110.000 bij elkaar zaten. Whermacht soldaten, SS-ers, Vlaamse
SS-ers, Zeemacht..alles zat er door elkaar.
Sommige Vlaamse SS-ers lachten ons uit en verweten ons
voor Bleukens.
Wij maakten ons beklag daarover bij onze officieren
die dat doorspeelden aan hun Engelse collegasmaar die begrepen niets van onze situatie en zij traden niet op, voor
hen waren alle gevangenen Duitsers.
Voor de afzondering en de ondervraging van de SS-ers
moesten speciale eenheden komen. Wel was er een detensionbarak, waar de meest
arrogante en weerspannige elementen werden in ondergebracht. Die werden daar
door Engelse MPs aan een speciale training onderworpen, een training die niet
onderdeed voor wat zij destijds met velen van ons hadden gedaan.
Hier bleven we tot april 1945 en dan de trein op naar
Duitsland.
Foto : Henri Van den Heuvel bij wie Vic mocht onderduiken.
Ondergedoken
Toen ben ik ondergedoken.
Landbouwer Henri Van Den Heuvel uit de Hertstraat, de
latere schepene van de Blekken, stak zijn nek uit en bood me onderdak.
Op zijn hooizolder richtte ik mijn logement in, in het
hooi had ik een gang gemaakt om er in geval van nood diep in weg te kruipen.
Hier heb ik vertoefd tot en met de bevrijding op 3 september
1944.
Mijn moeder bezorgde mij eten en soms ook moeder Van
den Heuvel.
Tijdens de dag sleet ik de tijd met boeken lezen en s
nachts wandelde ik het Hertsveld op of ging al eens slapen bij mijn vriend Jan
Baetens, waar ik zonder het medeweten van zijn ouders langs een
zoldervenstertje binnensloop.Doch voor het licht werd moest ik terug zijn op
mijn hooizolder. Avontuurlijk was dat wel maar ook vaak angstaanjagend en ik
was steeds op mijn hoede. Elke auto die men hoorde kon van de Gestapo zijn, elke
vreemde persoon werd gewantrouwd.
Na enkele weken sloeg de verveling toe en nam ik meer
en meer risicos.
Overdag liep ik soms de velden en het Zuurbos in en
durfde ik al eens naar huis te gaan.
Daar groef ik van in het ovenhuis een onderaardse gang
die uitliep achter de haag van onze tuin en uitkwam in de aanpalende gracht.
Vele malen heb ik die vluchtweg ingeoefend, gelukkig heb ik hem nooit hoeven
gebruiken.
Nadien heb ik pas beseft hoeveel risico en gevaar
Henri Van den Heuvel gelopen heeft door mij onderdak te bezorgen. Ik ben hem er
altijd zeer dankbaar voor gebleven.
Intussen kropen de dagen voorbij en de geallieerden
naderden.
Ik sliep nog steeds op mijn hooizolder en sporadisch
bij Jan Baetens.
Daar was ik toen ik op een nacht begin september op de
Juniorslaanin de richting Leest-dorp
een tamelijk grote groep Duitsers met door paarden getrokken wagens, zag
voorbijtrekken. Heel stil en zonder orde trokken ze af.
De dag nadien, op een zondag, ik keek toe vanuit het
Zuurbos, zag ik zenuwachtige Duitsers in de Heilige Hoek, ze waren bezig
paarden op te eisen voor hun terugtocht.
s Anderendaags s morgens was het zover !
Onbeschrijfelijke vreugde ! De Engelsen waren er. De Blaasveldstraat stakvol met oprukkende Engelse soldaten, camions
vol met lachende, sigaretten en chocola uitdelende soldaten.
Men kan zich voorstellen welke opluchting de
bevrijding bracht en hoe geestdriftig we onze bevrijders hebben onthaald.
Schrik, honger en alle miserie was vergeten.
Foto : links Vic in
1943. Om toen te kunnen fietsen moest je creatief zijn. Rchts zijn
onafscheidelijke vriend Jan Baetens van de Juniorslaan.
Het Hongerjaar 1941
Het jaar 1940 liep min of meer normaal ten einde, maar
1941 zou een nog nooit meegemaakt hongerjaar worden.
De Blaasveldstraat zag zwart van het volk. Mensen van
Blaasveld en Willebroek liepen huis in en huis uit, bedelend om voedsel.
De boeren verkochten enkel aan degenen die konden
betalen en dan meestal s nachts want de buren mochten dit niet zien.
De smokkelaars deden gouden zaken : 40 fr voor een
kilo tarwe, 35 fr voor een slecht roggebrood. Het rantsoenbrood zelf was ook
zeer slecht, de deeg plakte aan het broodmes en het rantsoen bedroeg 225 gram.
Ook vlees, vetten, suiker en bijna alles was
gerantsoeneerd. Vele stadsmensen stierven letterlijk van honger, terwijl de
meeste boeren en smokkelaars zich verrijkten. Ook degenen die de kant van de
Duitsers hadden gekozen kregen dubbel rantsoen en hadden niets te kort.
Ik verplaatste me nog dagelijks per fiets naar de
Leuvensesteenweg maar dat werd steeds problematischer omdat ook fietsbanden op
rantsoen waren, evenals schoeisel.
Om aan een fietsband te geraken moest je een bewijs
hebben dat je minstens 5 km van je werk woonde, anders kreeg je geen bon.
Als je er al een bezat, had je veel geluk nodig om er
twee keer mee naar Mechelen te kunnen rijden want die erzatsrubber barste en
sprong in stukken.
Bijna dagelijks moest ik aan mijn banden werken. Soms
reed ik met twee buitenbanden over elkaar. Mijn meest efficiënt experiment :
van de binnenband van een auto een fiets buitenband fabriceren. Datresulteerde in enkele maanden probleemloos
rijden, maar door de toenemende schaarste kwam ook daar een einde aan en einde
1942 nam ik de trein voor mijn verplaatsingen.
Wij zelf konden bij onze buren, boeren, niets kopen,
omdat ze de hoogste prijs niet durfden vragen, ze verkochten veel liever aan de
smokkelaars. Die kwamen hun waar tijdens de nacht ophalen.
Ik ben vele malen na mijn werk per fiets naar
Londerzeel gereden om een slecht roggebrood van 35 fr dat ik daar bij een
smokkelbakker kon kopen.
Onderweg moest men op zijn hoede zijn voor controle
van Belgische gendarmen en kontroleurs van de ravitaillering, want meermaals is
het gebeurd dat dit werd afgepakt.
Ook ben ik ooit eens met mijn vader naar
Stekene-Koewacht, ook per fiets, gereden.
Naar we hadden vernomen was de tarwe en het koren daar
goedkoop omwille van de smokkel met Holland. We kochten daar 20 kg tarwe. Elk
10 kg op onze fiets, ook sacharine hadden we daar gekocht, en hiermee naar
huis. Overal op onze hoede voor kontrole maar we zijn er toch heelhuids mee
thuis geraakt.
Zo gingen de dagen voorbij vol kopzorgen over eten en
hoe er aangeraakt.
De Schele Duitser
In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de
hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten.
Al de inzittenden werden hierbij gedood.
Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken
uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em.
Geets, een eind in het veld.
Zoals zovele souvenirjagers ging ookik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik
op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik
toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het
hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.
Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag
opvallend scheel, begon iedereenaf te
tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die
een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en
hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om
de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten
vallen.
Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele
kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht.
Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de
voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig
gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zonslag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder
adem zat.
Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in
mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig
krijgsgevangenkamp aangetroffen.
Ontspanning
Vermaak bestond in hoofdzaak op zondag naar de cinema,
soms tweemaal, van 5 tot 8 naar de ene en van 8 tot 10u30 naar een andere en
altijd te Willebroek.
Wat later kwamen dan de bals op en mocht er terug bal
gegeven worden.
Bier was nog slechter dan het huidige tafelbier,
gekleurd water, doch in de meeste cafés
konden de klanten bier krijgen van onder den toog...
Dat was iets beter, was zogezegd smokkelbier, doch
zijn geld niet waard.
De bals floreerden, alle zondagen volle bak.
Wij gingen te voet naar Leest (dorp), Blaasveld, meestal
in groep en wegens de totale verduistering was dit zeer plezant.
Op de bals werd er soms ook controle gedaan door de Gestapo, alle uitgangen
werden afgezet en één voor één naar buiten. Identiteitscontrole.
Degene die niet in regel was, of die op hun lijsten
voorkwam, werd apart gezet, streng bewaakt en meegenomen.
Het Arsenaal gebombardeerd
Vele malen was het ook alarm op de Leuvensesteenweg
dit tot vreugde van de mannen van het Arsenaal, die liepen dan weg van hun werk
tot op de vaart en dienden een tijd niet te werken.
Wij bleven op ons werk.
In het Arsenaal stond Duits afweergeschut en telkens er vliegtuigen overkwamen
werd er vandaar op geschoten.
Tot bij een bombardement het afweergeschut met toren
en al naar beneden donderde.
De Leuvensesteenweg werd zwaar geteisterd, vele doden
en haast alle huizen getroffen.
De Wapenfabrieken van Herstal
In 1944, ik was pas enkele weken 18 geworden, kreeg ik
van de Werbestelle de oproep om mij s woensdags te Mechelen in de
Leopoldstraat aan te bieden.Ik werd er door een Duitse dokter gekeurd en de
vrijdag daarop reeds diende ik mij aan te bieden in de FN fabrieken van Herstal
bij Luik in die tijd Deutse Waffen und Munitionsfabriken genoemd.
Inderhaast een valies gekocht, het was een rieten dat
herinner ik mij nog, en die vrijdag vanuit station Mechelen afreis richting
Luik.
Een speciale trein met werkvolk, mannen en vrouwen,
die in Duitsland tewerkgesteld waren. De trein stopte enkel te Leuvenen dan te Luik, Guillemin statie.
Met nog een zestal personen stapte ik uit en we werden
al dadelijk gecontroleerd door Feldgendarmen.
Nazicht papieren, bestemming Waffenfabriken ? Geen
probleem, we mochten door.
Dan met de tram naar Herstal en ons aanmelden in de
fabriek.
We werden onthaald door iemand die goed Nederlands
sprak.
Eten konden we in de fabriek, logies was er in een
leegstaande school op een tiental minuten gaans, maar uit zijn verdere uitleg
konden we opmaken dat we eerder in een gevangenis dan in een fabriek
terechtgekomen waren.
En of dit waar was. Controles overal en op alle
momenten van de dag, meestal op de onverwachtste, schutsels tussen de
werkbanken.
In de fabriek fabriceerde men wapens en munitie en dat
was te merken.
Bij het verlaten van de gebouwen werd men van boven
tot onder afgetast en dienden we speciale apparatuur te passeren die ontworpen
was om zelfs het allerkleinste vijsje te detecteren.
Ik werd in een ploeg ingedeeld, kreeg een werkbank en
een plan van een door mij te maken stuk, doch ik had geen vakschool gelopen en
kon geen plan lezen.
Mijn identiteitskaart gaf als beroep mecanieker aan en
dat verwarden ze met paswerker.
De eerste dag diende ik ook in het magazijn mijn
persoonlijk gereedschap af te halen, een stel vijlen, een hamer en allerlei
fijn meetgereedschap.
Hier had ik al een eerste nare ervaring.
Nietsvermoedend stapte ik de openstaande deur van het
magazijn binnen, flater !
Ik had mij moeten wenden tot de balie ernaast. De
Duitse magazijnier kwam brullend op me af en gaf me zon doodsschop dat ik
metersver door de lucht gekatapulteerd werd.
Gelukkig kreeg ik voor dat plan hulp van een Limburgse
collega en zo kon ik mij wat bezig houden, maar mijn rendabiliteit lag de
gehele periode die ik daar verbleef spectaculair laag.
De dagen duurden daar oneindig lang en vaak trachtte ik
naar het luchtalarm.
Wanneer dit afging liet men vallen wat viel en
vluchtte iedereen naar de schuilkelders tot einde alarm. Soms vijf zesmaal per
dag. Daar werden wij met Duitse discipline ingedreven, opeengepakt als
haringen, maar ik was wat blij enkele minuten van mijn plan weg te zijn.
Bommen heb ik er nooit weten vallen.
Het eten was op zijn Duits,s middags soep met worst
en soms al wat groenten in en meestal een beetje aardappelen met choucroute of
ook zure witte koolsoep en zwart brood, maar steeds veel te weinig.
Gelukkig had ik van thuis wat mee om aan te vullen,
anders was het honger lijden.
Na de werkuren waren we vrij en dan wandelden we wat
door Herstal en omgeving of we namen de tram naar Luik.
Na daar een tiental dagen te hebben gewerkt kreeg ik
er genoeg van.
In mijn logement prepareerde ik een speciale sigaret :
een weinig tabak en veel zout.
Toen ik die de volgende morgen opstak en een paar maal
inhaleerde, werd ik draaierig en viel flauw. Men bracht mij naar de infirmerie
en daar schreef de Duitse arts me acht dagen rust voor.
Ik was in de hoogste hemel, vlug naar het logement,
alles inpakken en wegwezen met de vaste overtuiging nooit meer terug te komen.
Tegen niemand iets gezegd van mijn voornemen, want wie
kon je vertrouwen ?
Met de tram naar het station, de onvermijdelijke
controle, alles uitladen voor de feldgendarmerie, grondige fouillering en de
trein op naar Brussel.
Op die trein idem dito,reiskoffier uitladen,
aftasten...
Toen de trein Leuven naderde werd de stad geteisterd
door een hevig bombardement.
Ik ben het station uitgevlucht en heb de tram genomen
over Brussel, richting Mechelen.
Tussen Leuven en Brussel, in volle veld, werd de tram
tot staan gebracht door Gestapo en Feldgendarmen voor een nieuwe controle.
Zelfde stramien : afgetast worden en valies uitladen. Enkele passagiers werden
apart genomen en moesten onder strenge bewaking achterblijven.
Vanuit Brussel per trein tot voorbij het station van
Vilvoorde, dat ook gebombardeerd was, trein op naar Mechelen en van daar te voet
naar Leest.
Niet slecht voor een zieke.
Thuis gekomen heb ik intens genoten van mijn acht
dagen en toen die om waren kreeg ik een dreigbrief van Luik dat ik terug moest
komen werken.
Eeen inschikkelijke Duitse dokter in de Stassartstraat
te Mechelen gaf me nog acht dagen bij, toen ik klaagde over steeds terugkerende
draaienissen, maar geen haar op mijn hoofd had ook maar enige intentie om terug
te keren.
Foto : de ouderlijke
woonst in de Blaasveldstraat in 1978. Tijdens de oorlog ook herberg In den
Nieuwen Buiten.
De Vlucht
Die woensdagmorgen vertrokken we, te voet naast onze
zwaar beladen fietsen, want tante Melle kon geen fiets rijden..
Op de Juniorslaan gekomen sloten we aan bij de massa,
een nooit geziene aaneengeslotenmensenzee met alle mogelijke vervoermiddelen, te voet, per fiets,
stootkar, kruiwagen, wagens getrokken door paarden, allen zwaar
beladen...richting Tisselt.
Voor ons uit stapte een soldaat met een geit aan een
ketting.
We volgden de mensenzee in de richting Kapelle op/den
Bos.
Daar zagen we de eerste sporen van de bombardementen :
kapotte huizen.
Aan de brug stonden zeer nerveuze Belgische soldaten,
we begrepen snel waarom, want toen we even voorbij de kerk waren hoorden we
achter ons een harde knal. Ze hadden de brug in de lucht laten vliegen.
Ik heb me nadien steeds blijven afvragen hoe men daar
in hemelsnaam in geslaagd was, met die immense onafzienbare rij vluchtelingen.
We vervolgden onze weg langs Ramsdonk, Londerzeel. In
Steenhuffel moesten we schuilen, we werden overvlogen door Duitse vliegtuigen
die door Belgisch afweergeschut werden bestookt. We schuilden in de hangar van
een plaatselijke brouwerij en hoorden de stukken schrapnels op het dak inslaan.
Angstaanjagend !
Gelukkig werd daar niemand gekwetst.
Langs binnenwegen ging het dan richting Merchtem Heikant.
Het was ondertussen avond geworden en we moesten uitzien naar een
slaapgelegenheid.
De meeste huizen, door hun oorspronkelijke bewoners
verlaten, staken reeds boordevol.
Tot we op een boerderij kwamen, hier mochten we in de
stal achter de koeien op stro slapen. Dat vonden we nog plezierig ook, ik heb
er voortreffelijk geslapen.
De oudere mensen begonnen intussen na te denken en
zagen de miserie en de risicos van de vlucht in.
s Anderendaags rond negen uur, toen we aanstalten
maakten om verder te trekken, werden we plots verrast door een vijftal Duitsers
te paard met hun geweer op ons gericht.
Een gebrul in het Duits : we moesten gaan staan met
onze handen in de lucht.
Ze vroegen of er geen Belgische soldaten bij ons
waren. Na een ontkennend antwoord lieten die ons verder met rust en reden weg.
Dat we geschrokken waren hoeft niet gezegd, enkele
minuten voordien waren daar nog twee Belgische soldaten per motorfiets met
side-car aangekomen en naar ik later vernam, hadden die zich bij de boer
omgekleed, hun militaire kledingsstukken omgeruild voor burgerkleren, en zich
tussen ons vluchtelingen gemengd.
Daar het geen nut had om nog verder te vluchten,
besloten we huiswaarts te keren.
Langs een binnenweg terug naar Londerzeel
Daar werden we plots brutaal aangesproken door een
Belgisch officier. Mijn vader en nonkel Fons moesten zich identificeren. Toen
hij zag dat wij vluchtelingen waren, vroeg hij waar de Duitsers zich bevonden.
Toen we vertelden dat die reeds lang voorbij waren, trok hij zich terug in een
korenveld. Daar zaten nog vele soldaten verborgen. Naderhand vernamen we dat
die allen werden krijgsgevangen genomen.
In Ramsdonk lagen in de living van een woning waarvan
de deur openstond, vele gekwetsteBelgische soldaten, ze waren verzorgd door Duitse verplegers.
Op de straat nabij de kerk lagen de lichamen van een zevental dode soldaten in
alle mogelijke houdingen.
Van de pastoor, een ex-onderpastoor van Leest,
vernamen we dat deze soldaten in dronken toestand op de Duitsers hadden
geschoten.
In Kapelle o/d Bos moesten we, omwille van de
opgeblazen brug, via het sas de vaart oversteken. Om hun paarden en kanonnen
over de vaart te leiden hadden de Duitsers een primitieve brugvan bomen en balken gecontrueerd.
Het was geen makkie onze zwaar bepakte fietsen
daarover te krijgen, hierbij werden we bereidwillig geholpen door Duitse
soldaten.
In de namiddag kwamen we thuis, alles was gelukkig nog
zoals bij ons vertrek.
Generaal Paulus
We waren nog niet lang thuis toen er Duitsers
passeerden. In dichte rijen, te voet en met paarden trokken ze richting
Blaasveld.
s Avonds hield er een gans regiment ruiterij halt op
de weide van Leemans tegenover ons café.
Duitsers, met paarden, wagens, kanonnen, gans de
straat vol, overal waar men zag, Duitsers!
Ze trokken tenten op, maakten hun paarden vast aan de
draadomheining, zetten wachtposten uit.
Ik meen dat wij een van de eersten terug thuis waren..
De Duitsers liepen bij ons in en uit, deden of het
allemaal van hun was.
De radio werd aangezet, dat was toevallig een
Telefunken en dat viel duidelijk in hun smaak.
Op de Leuvense stoof maakten ze wijn warm en maar
drinken en dansen. Dat deden ze onder elkaar en velen raakten bedronken.
Plots werd alles muisstil. Er waren twee Feldgendarmen
binnengevallen. Ze begonnen meteen alles te doorzoeken.
Ons moeder moest mee naar boven, ik wou ze volgen maar
één van die Duitsers zette zijn voet op mijn borst en duwde mij naar beneden.
De mannen met de metalen keten en plaat om hun hals
hadden ookhet plezier van de andere
Duitsers vergald want die dropen stil één na één af.
Boven hebben die feldgendarmen alles overhoop gehaald,
vermoedelijk op zoek naar Belgische soldaten of wapens. Er werd echter niets
gevonden en ze lieten ons verder met rust.
s Anderendaags ging ik de straat op en keek mijn ogen
uit naar dit machtige leger.
Op de weide van Stanne Gobien was het grote
vergadering van hoge officieren, herkenbaar aan de rode strepen op hun rijbroek
en kepi. In één van deze officieren, een grote magere man, meen ik stellig de
latere beroemde generaal Paulus te hebben herkend. Doch lang mocht ik daar niet
slenteren, want door een wachtpost werd ik toegesnauwd dat ik moest verder
gaan.
In de voormiddag vertrokken ze richting Blaasveld.
Gans de straat en de wei van Leemans lag vol met lege wijnflessen, duizenden,
oorlogsbuit, allemaal gestolen uit leegstaande huizen.
De daaropvolgende dagen en weken heerste er een enorme
drukte in onze straat : oprukkende Duitsers, terugkerende vluchtelingen,
afgevoerde Belgische krijgsgevangenen.
Stilaan hernam het leven zijn gewone gang, de meeste
mensen waren terug thuis, enkele bleven weg, sommigen in krijgsgevangenschap.
Ons café was terug open en we deden goede zaken aan
die vluchtelingen. Ik moest bijna dagelijks met een triporteur met twee honden
in, naar Mechelen, naar brouwerij Lamot om bier en ijs aan te halen.
Ik begon terug te werken op mijn oude post.
Mijn baas was ook teruggekeerd en al het materiaal dat
we hadden verstopt lag nog op zijn plaats. Doch aan autos was weinig werk,
slechts enkele kregen een vergunning om te rijden, er werden nog allerlei
beperkingen ingevoerd en er kwam een strenge rantsoenering.Een gouden tijd voor
smokkelaars brak aan.
Enkel voertuigen die dienden voor bevoorrading kregen
benzine.
Daarom werkten wij veel aan de vernieuwing en
vergroting van de garage. Onze baas had een toekomstvisie, maar al wat wij
opbouwden zou in 1943 en 44 worden platgebombardeerd, ditmaal door de Engelsen.
Toen de benzine nog schaarser werd, specialiseerde
mijn baas zich in het plaatsen van gazogénes, dit waren kolenketels die
gestookt werden om gas op te wekken, als surrogaat voor benzine. Doch weinigen
haalden een bevredigend resultaat.
Men moest s morgens minstens een half uur uittrekken
vooraleer men kon vertrekken : het vuur aansteken, dan trachten om met benzine
te starten en wanneer men gas had, overschakelen op kolen. Na enkele ritten
waren de leidingen binnenin aangekoold en dienden gereinigd te worden.
Uiteindelijk werden de ketels in de meeste gevallen
gebruikt om er allerlei smokkelwaar in te vervoeren.
Dat was soms vlees maar veelal tarwe waarmee vnl.
Waalse groentenhandelaars de garage kwamen ingereden. Ze losten hun waar en
vertrokken op hun beurt met benzine.
Vele Belgische vervoerders die voor de Duitsers o.a.
op de vliegvelden reden, kwamen in de garage een deel van hun benzine verkopen
of ruilen voor tarwe of andere schaarse producten.
Dat was poort toe, benzine lossen en vertrekken met
een lading tarwe.
Onze baas heeft vele malen Breendonk geriskeerd en wij
die van die handel op de hoogte waren, moesten zwijgen als een graf..
Foto : De 16-jarige Victor Van Hoof kijkt toe hoe zijn vriend Jan Baetens raak schiet.
De
oorlogsbelevenissen van Veldwachter Victor Van Hoof:
De Eerste Dagen
10 mei 1940. Ik was haast veertien en een half jaar
oud en werkteenkele weken bijDe Baere, op de Leuvensesteenweg te Mechelen,
de garage die later door de familie Zwaan werd overgenomen en omgevormd tot de
Hanswijk Renault garage.
Naar goede gewoonte zou ik om 8 uur beginnen.
De dag voordien had mijn moeder me gevraagd om de
ijzeren poort, naast ons huis in de Blaasveldstraat, te schilderen. Ik stond
omstreeks 05u30 op met de intentie dit te doen en vatte de schilderwerken aan.
Terwijl ik hier mee bezig was hoorde ik in de verte
doffe knallen, herhaalde malen, tamelijk zwaar zoals kanongebulder.
Wat later zag ik een groot, mij totaal vreemd vliegtuig,
laagvliegend uit de richting Tisselt, voorbij de woning Diddens, richting
Mechelen vliegen.
Op de staart bemerkte ik duidelijk een groot
hakenkruis.
Ik snelde ons huis binnen, zette de radio aan en toen
vernamen we dat de Duitsers ons land waren binnengevallen en tijdens de vroege
morgen vele steden hadden gebombardeerd.
Ik heb mijn poortje verder afgeschilderd en ben op
mijn gewoon uur naar Mechelen gefietst.
Onderweg stonden de mensen in groepjes bijeen,
militaire voertuigen reden af en aan.
Op de Leuvensesteenweg was het een nog nooit geziene
drukte, nerveuze militairen, sommigenverplaatsten zichin de richting
Leuven, burgers troepten samen..
Van werken in de garage kwam niet veel in huis, wel
werd er opvallend veel benzine verkocht.
Van een groentenhandelaar vanuit de streek van Diest,
vernam ik dat in de vroege morgen het vliegpleinvan Schaffen fel was gebombardeerd en dat er
vele doden waren gevallen.
De meest alarmerende en onzinnige geruchten deden de
ronde, parachutisten waren overal opgemerkt. De Duitsers waren doorgebroken,
dan waren ze weer teruggeslagen, overal waren reeds spionnen opgepakt.
De eerste vluchtelingen, afkomstig uit de grensstreek
en de streek rond het Albertkanaal,kwamen in de namiddag reeds per auto aangereden en smeekten om benzine
die er bijna niet meer was. Ze hadden verschrikkelijke verhalen bij, over
hevige beschietingen en gevechten, bombardementen, spionnen en parachutisten.
De paniekstemming onder de bevolking ging crescendo.
In de fabrieken Rateau, even voorbij de garage was een
noodhospitaal opgericht.
Tijdens mijn middagpauze ben ik tot daar gegaan en zag
er een rodekruistrein toekomen.
Velegekwetste
soldaten, sommigen hevig bloedend, werden op draagberries bij Rateau
binnengedragen.
Gans de dag had ik mijn handen vol met benzine tanken,
voornamelijk aan militairen en vluchtelingen. s Avonds was de put leeg.
Toen ik om vijf uur huiswaarts keerde, kwam er vanuit
Battel, aan het kruispunt met de Koningin Astridlaan een gans regiment Franse
soldaten Mechelen binnengewandeld.
De Fransen werden door de bevolking op luid gejuich
onthaald, mensen liepen er naartoe met flessen en glazen bier, ze werden
omhelsd. Hartverwarmende taferelen speelden zich af. Vol bewondering onthaalden
we deze prachtig uitgeruste en fier stappende helpers van ons vaderland : zij
zouden met de Duitsers wel korte metten maken, de moed zat er weer in.
Thuis gekomen
werd er over niets anders gesproken dan over bombardementen, spionnen,
parachutisten... Elke vreemdeling was eenpotentiëlespion.
s Avonds rond 7 uurzagen we vanuit de Blaasveldstraat een groep Duitse vliegtuigen boven
Kapelle o/d Bos hangen. We hoorden afweergeschut en zagen een Duits toestel
naar beneden storten. De piloot zagen we aan zijn parachute hangen en traag naar
beneden komen. Het afweergeschut was afkomstig van een Engelse boot die in het
sas lag. We hoorden dat de brug gebombardeerd was. Hierbij werden verschillende
burgers, die naar gewoonte een praatje maakten aan de brug, gedood
(Nvdr : achttien
mensen kwamen daarbij om.)
Er was ook veel schade aan woningen. Bommen waren
gevallen tot in de Kapellebaan te Leest, hierbij werd het huis van Jan Van Riet
erg beschadigd.
Die eerste avond van de Duitse inval waren we van de
radio niet weg te slaan.
Soldaten werden opgeroepen en namen met een bang hart
afscheid van hun familie.
De volgende dag reed ik gewoon naar mijn werk.
Tijdens de nacht waren er brandbommen afgeworpen op
Mechelen.
In de O.L. Vrouwstraat waren een paar huizen
uitgebrand.
Ik zag de eerste Mechelaars van de Leuvensesteenweg op
de vlucht vertrekken.
Mijn baas, mijnheer De Baere, diende twee vrachtwagens
in te leveren voor het leger en raakte twee van zijn gasten kwijt omdat ze
werden opgeroepen.
Ik ben nog enkele dagen gaan werken. Dat werk bestond
voornamelijk uit het wegbergen van olie en het leeghalen van het magazijn. De
olie werd verborgen onder de grond
en de stukken van het magazijn werden in de smeerput
gestopt. Deze werd met balken en ijzeren platen afgedekt en daarop werd een
laag beton gegoten. Hard en sterk, dat zou ik later ondervinden toen ik het
moest openkappen. Niettegenstaande er in de garage vele vluchtelingen, soldaten
en later ook Duitsers hadden verbleven, was er niets verdwenen.
Na dit alles vertrok mijn baas Mijnheer De Baere,
samen met zijn vrouw en schoonmoeder, met hun auto, op de vlucht, naar
Frankrijk.
Bij ons thuis waren vluchtelingen uit Mechelen
gekomen, inwoners van de Battelsesteenweg en ook verschillendefamilieleden woonachtig in de buurt van de
brug van Heffen, die terecht vreesden voor bombardementen.
Ook zij vertelden op hun beurt de meest paniekerige
verhalen zodat mijn ouders besloten om ook te vluchten. Waarheen dat zouden we
wel zien, als we de oprukkende Duitsers maar konden ontlopen.
Duitse en Oostenrijkse anti-nazis die in België politiek asiel hadden
gevraagd
lokten bijkomende paniek uit.
Vluchtelingen en legereenheden liepen elkaar in de weg.
De
chaos werd nog vergroot door het bevel dat alle mannen tussen 16 en 35 jaar
opgeroepen
werden voor het CRAB (Centre de recrutement de lArmee belge)
dat
zich in het Franse Rouen bevond.
Op
15 mei capituleerde Nederland waardoor Duitse troepen vrijkwamen voor de
aanval op België.
Op
17 mei werd Brussel veroverd, op 18 mei Antwerpen, op 23 mei viel Gent
in
Duitse handen.
Achttien dagen na de Duitse inval capituleerde koning Leopold III
onvoorwaardelijk.
Hij
weigerde zijn regering in ballingschap te volgen : het begin van wat de
Koningskwestie zou worden.
(Knack 8/5/2002)
1940 Leestenaars en hun herinneringen aan
W.O. II.
J.A. Huysmans in
De Band van november 1980:
Augustus 1938 werden ik en mijn twee broers
gemobiliseerd door een bezetting van de Duitsers van de Corridor van Dantzig,
doch dit werd na 14 dagen door Chamberlain bijgelegd.
Augustus 1939 bij een inval der Duitsers in Polen,
verklaren Frankrijk en Engeland den oorlog aan Duitsland. Mijn twee broers en
oonze vrachtauto worden gemobiliseerd.
Januari 1940 word ik opgeroepen naar Blijtingen aan
het Albertkanaal als autogeleider 14e Artillerie Staf 1 Rode Kruis.
Vrijdag 10 mei 1u30. Alarm !
Iedereen naar zijn stellingen.
Om 3u30 in de verte mitrailleurvuur en afweergeschut
en hoog aan de licht klarende hemel het geronk van honderden vliegtuigen die
plotseling in duikvlucht over heel de streek hun spring- en brandbommen
uitstrooien wijl onze artillerie en haar afweergeschut in actie komt.
Balans die avond : het legerhospitaal bij Tongeren
onmogelijk nog meer gewonden te herbergen en bij ons in kelders stervenden en
doden. Heel de nacht daverende ontploffingen der Duitse beschieting op het fort
van Eben Emaal dat toch nog 15 dagen stand hield. Onderwijl vertrekt bijna heel
ons legerkorps naar nieuwe stellingen achter den ijzeren muur, dat waren stalen
rolhekken tegen tanks, van Antwerpen het Walenland in.
Hier en daar in loopgrachten en bunkers werden toch
nog duizenden soldaten als laatste verdediging hier gehouden waarbij ook mijn
afdeling.
Zaterdagochtend : nog vanuit Tongeren vers optrekkend
Belgisch voetvolk dat deels uitgeroeid moet wijken.
Uit de overtrekkende golven vliegtuigen voor
bombardement in het binnenland, duiken telkens Stukas om met hun schroot hier
de laatste weerstand te breken, en dalen op de velden bemande zweefvliegtuigen
neer. Alle verbinding is verbroken, wat blijft is ijzig wachten.
Van in onze loopgracht bij het pesthuis zien we plots
uit den draai der baan een rij van een twintigtal Duitsers naderen, die
wellicht in paniek of zelfs angst, hier en daar naar een huis granaten werpen,
waarna vanaf een antitankkanon door een luidspreker in het Vlaams wordt
geroepen :Belgen, wij vechten niet tegen u, spaar uw eigen leven, en kom
nader.
We voelden ons verlaten en verloren en sloten ons aan
bij de kolonne volgende krijgsgevangen makkers en werden naar de brug van
Vroenhoven gedreven, welke ondanks het spervuur uit het fort van Eben Emaal
niet begaf, en waar we in stormpas naast de oprukkende Duitsers, de weg naar
Maastricht optrokken waar wij onze eerste nacht onder vreemde bewaking
doorbrachten.
Sinksen zondag om 11 uur worden wij in rijen van 6, in
de straten bij de steenbogenbrug van de Maas opgesteld, om 12 uur loeien de
sirenen en worden wij naar de brug gedreven, deels er over, deels er op en
deels, waaronder ook ik, er nog voor. Dat was een tactische zet om de
vliegtuigpiloten te misleiden.
Terwijl drie Engelse straaljagers doorheen het
afweergeschut nu naar die brug bommen afwerpen, dat waren de eerste vliegtuigen
der bondgenoten die we zagen sedert donderdag.
Ik ben nog een winkel binnengesprongen en een weinig
later nog met anderen van tussen het ingestorte puin gekropen.
In de straten dode en gekwetste makkers, en wie weet
hoeveel er met de vernielde brug in het water zijn gebleven.
Onze groep op deze oever nog verzamelde gevangenen
werd buiten de stad geleid, waar de Duitsers intussen al twee noodbruggen op
naast elkaar geklonken boten hadden gelegd en was het verbroken oversteken van
hun tanks en bemande voertuigen hernomen.
Na vier dagen met meer stilstaan dan stappen en slapen
in de weiden zijn we dan door de Siegfriedlinie naar Aken gebracht en in
gesloten treinwagons naar het kamp Stalag 11 b te Fallinbostel.
Het kamp was omwald in vakken van 500 x 500 m.
afgespannen met prikkeldraad, met elk 4 tot 5 duizend gevangenen.
In een vak naast het onze bevond zich zulk aantal
Spanjaarden uit hun burgeroorlog in 1936 naar hier gebracht, door de strijdende
Duitse Luchtmacht aan de zijde van Franco, burgers en krijgsgevangenen.
Ach zonder lach en, maar daarvan kon men ze zeker meer
dan 50 in een mutsaard binden...Die macabere grap leek me het ervaren, van mijn
moeder vroeger eens gestelde bedenking, bij een gesprek over zaligmaking, met
haar neef, een missiebroeder in Canada, hier toen in verlof. Waar gaat men die
mensen later toch plaatsen ?
O, zei de neef, men zet die in mijten, zoals hier
te velde met graanbussels en mutsaarden.
Mij goed, zegt mijn vader, als ik maar van onder de
lek van het dak ben.
Dagindeling : s morgens voor dageraad aanschuiven
voor wat fluitjesmelk en wat later in rijen, de tong uitsteken voor een
feldwebel die naar willekeur een zeker aantal verwees naar doktershulp.
s Middags groenwatersoep en 4 ongeschilde halfwarme
patatten, om 5 uur 200 gram grijs brood met een schil bloedpens of paté, water
zoveel ge wilt, en tussen die menus tergende driloefeningen.
Om 7 uur bij het slapengaan, tellen en hertellen der
krijgsgevangenen, en dan gaan dromen van huis in barakken of wat stro der 4 op
elkaar gestapelde houten banken.
Wie geen gamel bezat kon op het belt een conservedoos
vinden.
Ik had op een zelf uitgesneden houten kom gegrift :
Vagevuur, geef ons heden naar uw wil.
In augustus was ik thuis, onze Fons uit Luik en
Constant uit Frankrijk al eerder.
Onze Fons werd in 1942 verplicht tewerkgesteld in
Hamburg en kwam na de Duitse kapitulatie uit Denemarken weer thuis. Ons vader
zei : laten we het ons aangedane leed vergeten want de goedertieren Heer zou
ons nog bij zich kunnen zetten tussen Pinhelm 2 en Adolf met het SS-kruis.
1939 22 augustus :
Egied Bradt, geboren te Leest op 7 maart 1905 gekozen tot
gemeentesecretaris met 8 stemmen op
de 8.
1939 25 augustus :300 Leestenaars onder de wapens geroepen.
Bij valavond kwam er op 25 augustus
opnieuw een mobilisatiebevel
voor 300 man van de gemeente Leest.
Elke daarop volgende nacht volgden
oproepingen en opeisingen van
rollend materieel.
(Albert Huysmans, Pinksteren
Soldaatjes, DB , augustus 1982)
1939 25 september : Constant Diddens uit de
Molenstraat benoemd tot bediende voor
het
gewestelijk komiteit afgevaardigde er der gemeente.(GR)
1939 26 oktober :
Op vraag van de gouverneur, tot beveiliging der archieven tegen
luchtaanvallen besloot de gemeenteraad
de noodige kassen tot berging der
archieven te laten maken bij Th. Teughels, schrijnwerker en deze kassen
in
gereedheid te houden om tn gepasten tijde geplaatst te worden in de
kelder der
kerk.
1939 26 oktober : Gezien de benarde tijden die de gezinnen
van werkloozen door
maken gedurende de wintermaanden en in het bijzonder van de werkloozen
gezinnen waarvan de man weder onder de wapens is geroepen besluit de
raad
een gemeente toelage te verleenen van 3000 fr aan hoogervermelde
werkloozen of gezinnen voor kolen en brandstof gedurende de
wintermaanden en
deze
som in te schrijven in de begrooting 1940.
Deze beslissing van de gemeenteraad
zou echter door Baron Holvoet, gouverneur
van de provincie, ongedaan gemaakt
worden. (GA-30/12/1939)
1939 20 november :
Juffrouw Rheinhard zal als interimaris fungeren aan de
jongensschool daar meester Meyers
opgeroepen wordt.
1939 4 december
Gemeenteraad :
De vleeskeuringsrechten worden met
ingang van 1 januari 1940 vastgesteld als
volgt : paarden, ezels, muilezels,
stieren, ossen, koeien en vaarzen per dier : 15 fr.
Varkens, schapen, kalveren en
geiten, per dier : 7 fr.
Lammeren, geiten en speenvarkens,
per dier : 3 fr.
Paspoortenvergelding
personen die 15 jaar geworden zijn en voor de eerste
maal
een paspoort afhalen, eveneens personen die bij hun huwelijk zich in de
gemeente komen vestigen, dienen een vergelding van 1 frank te betalen.
Personen wier paspoort beschadigd is of verloren is geraakt dienen 2
frank te
betalen.
1939 12 december
Gemeenteraad :
Victor De Laet geeft zn ontslag
als voorzitter van de Passieve
Luchtbescherming. Wordt opgevolgd
door Juliaan Geerts die ook Gemeentelijk
Directeur der Territoriale Burgerlijke Wacht is.
Elodie Nuytkens benoemd tot
kuisvrouw der schoollokalen, buiten het
reinigen
zal
de benoemde kuischvrouw zonder bijkomende vergelding moeten leveren,
al
de noodige gereedschappen tot het reinigen der lokalen, zoals borstels,
zeep, enz.
Bovendien zal ze gedurende de wintermaanden al de kachels moeten
aansteken
en
het hout en stroo desaangaande noodig leveren zonder bijzondere vergelding.
Elodie Nuytkens ontving daarvoor het totaal der
bedragen die voordien werden
uitbetaaldaan de schoolhoofden, hetzij 250 fr per klas,
dus aan 6 klassen
maakt dat 1500 fr.
Voor het reinigen der privaten 2 x 100fr.
De Raad besloot met 5 stemmen tegen
4 geen tuchtmaatregelen uit te spreken
tegen meester De Leers.
De meester had het aan de stok
gekregen met de vorige gemeenteraad die een
lijvig dossier van maar liefst 50
bladzijden tegen hem had aangelegd.
...4de
punt. Tuchtmaatregelen tegenover de heer De Leers, schoolhoofd.
De
heer De Leers wordt geroepen ten einde zich te verantwoorden op het verslag
van
den heer Troch, hoofdinspecteur van 13.9.1939.
Wanneer de heer De Leers de vergadering heeft vervoegd, geeft de heer
secretaris (E.Bradt) lezing van genoemd verslag dat luidt als
volgt :
Ministerie van OpenbaarMechelen,den 13de
september
Onderwijs,Schooltoezicht1939.
Hoofdtoezichtsgebied Mechelen
Nr 10.133/2Aan den heer Minister van
Openbaar
Onderwijs te Brussel.
Mijnheer de Minister, het gemeentebestuur te Leest
heeft mij een onderhoud gevraagd om den moeilijken toestand der gemeentelijke
jongensschool te bespreken. Deze vergadering had heden plaats. In aanwezigheid
van den heer burgemeester en het schepencollege.
Het nieuw gemeentebestuur doet er reeds zijn beklag
over dat het schoolhoofd de heer De Leers, voortgaat op eigen hand alles te
regelen en het gezag van zijn overheid blijft ontkennen.
Samen met den heer burgemeester ben ik naar de school
gegaan en heb den heer De Leers doen opmerken dat hij onder bijzonder toezicht
staat en zich moet onderwerpen aan de dienstbevelen van het gemeentebestuur en
van de Inspectie.
Hij heeft geantwoord dat hij dit bijzonder toezicht
niet aanvaardt en naar het Departement zal gaan om te protesteren.
Ik ben van oordeel dat het noodig is gebruik te maken
van dit eventueel bezoek, om den heer De Leers erop attent te maken dat de heer
Roels Inspecteur-Generaal, met wie ik een onderzoek ter plaatse deed, hem
insgelijks heeft aangezetzich te
onderwerpen aan zijn overheden en desnoods maatregelen zouden getroffen worden.
Ik meen verder dat het nuttig ware den heer De Leers
te doen kennen dat hij zijn opmerkingen langs bestuurlijken weg moet doen, en
hij zich niet meer op het Departement moet aanbieden.
Het dossier De Leers bevat reeds een 50-tal bladzijden
die tegen hem pleiten : het wordt tijd dat hieraan een einde komt.
De Hoofdinspecteur (getekend) Troch.
Daarna vraagt den heer burgemeester aan den heer De
Leers wat hij hierop te antwoorden heeft.
De heer De Leers verklaart er enkel te moeten op
antwoorden dat het hier om een misverstand gaat en dat hij dit ten zeerste
betreurt.
Nadat de heeren J.J.De Laet en F. Boonen hem vragen of
hij, naar de verklaring van den heer burgemeester, bij den heer hoofdinspecteur
Troch is geweest om zijne verontschuldigingen aan te bieden en of hij ook deze
aan de vergadering zou willen aanbieden, antwoordt den heer De Leers, dat hij
wel een bezoek gebracht heeft bij den heer hoofdinspecteur Troch op aanraden
van den heer inspecteur Hammenecker, doch dat dit bezoek alleenlijk ging om het
misverstand te herstellen en dat het bezoek heel gemoedelijk was.
Dat hij bijgevolg geen verontschuldigingen aan den
Raad kan aanbieden daar het om geen beschuldiging maar wel om een misverstand
ging.
Daarna doet de heer De Laet nogmaals opmerken dat het
allemaal misverstanden zijn zoowel met de inspectie als met het vroeger
gemeentebestuur.
Ten laatste doet de schepen heer De Prins P. uitschijnen
dat aan het verslag niet veel belang dient gehecht.
De voorzitter acht de verklaringen van den heer De
Leers voldoende en verzoekt hem de vergadering te verlaten.
Ten slotte legt de voorzitter de Raad de volgende
beslissing ter (geheime) stemming :
Dient er een tuchtstraf toegepast aan den heer De
Leers, schoolhoofd ja of neen ?
De stemming geeft den volgende uitslag : geldige
stembrieven : negen. Vijf neen, vier ja.
Gezien de volstrekte meerderheid zich heeft
uitgesproken om geen tuchtstraf toe te passen, gezien het aandringen van den
heer Provinciegouverneur om een beslissing, zal kopy dezer zoo spoedig mogelijk
aan den heer provinciegouverneur voor kennisgeving overgemaakt worden.
Daarna verklaart de voorzitter de zitting gesloten om 8 uur en 10 minuten.
Bij bevel, de secretaris(getekend) E.Bradtde burgemeester (getekend)
Verschueren.
De gemeenteraad
bestond uit burgemeester T. Verscbueren, de schepenen P. De Prins en P.
Busschot, de raadsleden De Laet, F. Boonen, J. Apers, J. Beullens, J. Nuytkens,
K. Silverans en secretaris E. Bradt.
In de gemeenteraad
van 24 januari 1940 las burgemeester Verschueren een brief voor van
hoofdinspecteur Troch, waarin deze laatste het volgende schreef : ...ik acht het nuttig u te doen kennen dat
hier geen enkel misverstand bestaat, maar er zijn klare feiten die bewijzen dat
schoolhoofd De Leers, het gezag van zijn overheid miskent. Het is waar dat hij
op mijn bureel kwam maar niet, zoals hij zegt, om een misverstand recht te
zetten, maar wel om zijn verontschuldigingen aan te bieden. U wordt derhalve
beleefd verzocht in de eerstkomende vergadering van den gemeenteraad de zaak in
haar juist daglicht te stellen...
Er werd opnieuw
gestemd. De Sussen verlieten de zaal en de Blekken stemden vijf maal tegen
een tuchtstraf.
Voor een goed begrip
: de Blekken veroverden, onder Theophiel Verschueren, de meerderheid in de
gemeenteraad met de kiezing van oktober 1939.
1939 30 december :
De Raad besloot aan den heer Theodoor
Teughels, wonende
alhier Dorpstraat, opdracht te geven tot het maken van twee bibliotheekkassen
naar
het model der bestaande bibliotheek van de vergaderzaal en elke dezer
1939 6 augustus :
Te Leuven werd Koenraad M. Emmeregs tot priester gewijd.
Pater Emmeregs
Pater Kamiel zoals men
hem in het dorp kende was te Leest geboren op 14 april 1913. Na zijn studies te
Hoogstraten ging hij bij de Dominikanen waar hij op 6 augustus 1939 priester
werd gewijd.
Hij was werkzaam te
Antwerpen, te Genk en te Tienen.
In gans Vlaanderen
was hij gekend als Sinjoorke. Onder deze schuilnaam schreef hij meer dan 30
jaar artikels in het parochieblad Kerk en Leven. Ruim 1800 verschenen er van
zijn hand.
In deze periodiek
schreef A. Menu na zijn overlijden volgende bijdrage :
Gelukkige Dominikaan.
De jonge Kamiel Emmeregs begon zijn noviciaat bij de
dominicanen te Gent op 23 september 1932. Hij was oud-leerling van het Klein
Seminarie van Hoogstraten. Na zijn filosofie- en theologiestudies werd hij op 6
augustus 1939 tot priester gewijd. Hij begon zijn apostolaatsleven in het
klooster van Antwerpen, verbleef een jaar te Genk en werd in 1947 geroepen naar
Antwerpen-Linkeroever als medewerker van P.B. Janssens aan het Studiecentrum
voor Zielzorg en Predikatie. Dat was het begin van zijn lange activiteit aan
het parochieblad. In 1959 werd hij overgeplaatst naar Tienen : hij was er
overste van 1959 tot 1965.
Ik lees in de catalogus van de Vlaamse dominicanen,
jaar 1973, bij de naam Emmeregs : Procurator, promotor van de afdeling van de
Dominicaanse Lekenorde, Verantwoordelijke voor het Rozenkransapostolaat,
Biechtvader voor de studenten van de Normaalschool, Animator van het Centrum
voor Godsdienstige bezinning te Tienen, Lid van de redactieploeg van het
parochieblad Kerk en Leven, Directeur der Broeders Alexianen te Tienen.
De laatste jaren was zijn activiteit wel verminderd om
reden van zijn gezondheidstoestand, maar hij was en bleef een mens met hart en
ziel bekommerd en gegeven aan de mensen. Een rasechte dominicaan.
Beste Kamiel, op zondag 6 november, twee uur voor uw
dood, hebt gij heel eenvoudig aan uw overste gezegd : ik ben altijd een
gelukkige dominicaan geweest. Dat was echt zo, Kamiel omdat gij altijd waar echt
zijt geweest. Gij wist als zoon van een gezonde, diepchristelijke
landbouwersfamilie, dat gij in alles van God afhankelijk waart.
M. Van Helsen :
in feite kende iedereen en niemand u.
Iedereen kende Sinjoorke, schrijver van de cursiefjes in het parochieblad onder
de titels Spijkertjes, Vliegende Sigaren en Vrij Commentaar.
Maar praktisch niemand, buiten zijn eigen omgeving,
wist dat pater Emmeregs de auteur was en daar kon hij zich heimelijk in verheugen.
Sinjoorke was voor velen een begrip. Op een volkse
manier en met de nodige dosis humor die hem steeds heeft gekenmerkt- schreef
hij over al wat de kerk en mens aangaat.
In het begin van de vijftiger jaren had hij het
regelmatig aan de stok met de linkse pers.
Tot het einde van de jaren vijftig bleef hij zich
actief inzetten voor het parochieblad.. Dan kreeg hij een andere taak
toegewezen te Tienen. Maar zijn kroniekje bleef hij schrijven.
En de
hoofdredacteur Felix Dalle :
Ik heb u vooral gekend als medewerker van Kerk en
Leven. Uw leven was getekend door het parochieblad. 32 jaar hebt u onder de
schuilnaam Sinjoorke wekelijks, stipt, uw bijdrage geleverd aan ons blad. U
hebt er nooit een decoratie voor gekregen, maar u zou die nooit hebben willen
dragen op uw witte dominicanerkleed.
In de laatste algemene redactievergadering van ons
blad was uw stoel leeg. We hebben u even piëteitsvol herdacht.Nu zullen vele
lezers nog maanden lang uw naam in KERK EN LEVEN zoeken. Dat ze even stil
worden, bidden tot de Heer en bezinnen over de vergankelijkheid van het leven.
Dat is uw posthume bijdrage en we weten dat u om die korte bezinning blij zou
zijn. Voor een paar maanden laten we uw stoel, uw rubriek VRIJ COMMENTAAR open.
We waren op uw uitvaart. De dominicanerkerk in Tienen,
die de uwe was, is voor een goed jaar volkomen uitgebrand. We weten dat ook dit
u aan het hart is geslagen en dat het de grote beproeving was die de Heer van u
vroeg. Misschien was dit de lanssteek in uw kommervol hart.
We zullen proberen enkele van uw raadgevingen in plam
memoriam op te volgen.
Stoor je nooit aan wat ze zeggen, wanneer je je pen
in trouw aan de Kerk hebt gebruikt !
(Over de velen die u zelf lasterlijk hebben
beschuldigd en pijn gedaan).
Probeer altijd de armsten te verdedigen ! Wees
klaar in je uitspraken ! Haal het goede uit het verleden, maar kijk altijd
voor je uit !
Geloof dat de Heer je zegent als je oprecht bent in
je woord !
Toen u reeds overleden was zijn in ons blad nog drie
bijdragen van u verschenen : uw laatste drie van de ongeveer achttienhonderd.
Uit één van die laatste schrijven we over :
van sommige heiligen wordt verhaald dat zij de dood lachend
tegemoet traden. Wellicht hebben we last om dit te geloven. En misschien,
psychologisch gezien lijkt dit ten volle haalbaar en aanvaardbaar voor alwie
erin slaagt de cchristelijke opvatting over leven en dood ten volle te
doorgronden en te verwerken. Daarom ook is het, dat men in de moderne uitvaartliturgie
volop vreugdevolle alleluias is gaan zingen.
Pater Kamiel
overleed in de H. Hartkliniek te Tienen op 6 november 1977.
Fotos :
-Augustus 1939 : Dominikaan Kamiel Emmeregs geeft zijn
eerste priesterzegen aan de uitgang van de parochiekerk in Leest. De
mobilisatie was volop in gang. De dag na deze eremis moest hij ook onder de
wapens.
Foto : amateur-archeologen tijdens hun
opgravingen in 1983. (foto DMW)
1939 OPGRAVINGEN
Dat jaar startte de
Mechelse amateur archeoloog J. Uytterhoeven opgravingen aan de
Steinemolenhoeve.
Jan De Decker
daarover in De Band van 1958 :
Aan de heer J. Uytterhoeven uit Mechelen was een
overlevering bekend over een kasteel dat verzonken lag in een weide te Leest,
waar waar de huidige steenweg Hombeek-Kapellen op den Bos onder de spoorbaan
doorloopt.
In de volksmond heette het dat dit kasteel in de grond
gezonken was als een straf van God omdat de kasteelheer zwart goed zou hebben
gekocht.
Bij ondervraging van de mensen aldaar, bleek dat het
vertelsel van het verzonken kasteel nog door sommigen gekend was, doch ook
een andere versie werd vernomen : er zou aldaar een villa gestaan hebben en de
bewoner dezer villa kan geen voet verzetten zonder dat de maalder van de
Steinemolen (een 200 meter daarvandaan) zijn bewegingen had afgeloerd. De villaheer
werd deze toestand te sterk : hij brak de villa af en daar liggen nu nog de
stenen rond te rijden.
Dhr. Uytterhoeven begon zijn opzoekingen op een
tarweveld van Louis Ceuppens.
Op 60 cm diepte stuitte hij op een vloer van een
romeinse woning, deels gaaf, deels doorheen gehaspeld. De vloer vertoonde
constante kenmerken van de goedkoopste betonvloer der gewone romeinse villas
in ons land : d.i. een steunvlak van ruwe mergelstenen en daarop een 8 cm dikke
laag van het zo stevige romeinse beton, gekend als opus signinum (naar een te
Signia, Italië gedane uitvinding).
Het is een licht-roze mengeling van kalk en gemalen
tichels waarin kleine brokjes van vermillioen-rode tichels verdronken zijn,
zelfs tal van kleine rolkeien aan de onderkant.
Deze mooi uitziende laag werd dan glad gestreken, in
de meeste villas zelfs gepolijst, zodat de vloer werkelijk het uitzicht had
van wat we heden granito noemen.
Verder was deze vloer begrensd door de fundering van
een muur in zogenaamd opus incertum (mengeling van lichtroze morter met
allerlei steenafval), meestal tichels, doch nog al veel blauwe leistenen,
waaruit zelfs een geheel gave bakstenen plavei van 22x21x5 cm te voorschijn
kwam.
Peilingen in de omgeving der muurresten gedaan,
brachten danig verhakkelde stukken van romeinse tichels en vorsten aan het
daglicht, hier en daar wat grote en kleine scherven van grijze, bruine, rode en
vaal-gele ceramiek, zelfs een deel van een halfverbrande lijkurn.
Ook brokjes van geel-bruine verharde leem.
Volgens Dhr. Uytterhoeven staan we hier niet voor de
resten van een eigenlijke romeinse villa, doch veel eerder voor deze van een
mutatio (wisselplaats voor paarden en muilezels, zoals er gedurende de
romeinse overheersing op regelmatige afstanden bestonden langsheen de heirbanen),
misschien wel in verband met een caupona of zelfs taberna waar de reizigers
zich tevens van voedsel konden voorzien en logies verkrijgen.
De gedachte aan een mutatio steunt niet zozeer op de
aanwezigheid van een heirbaan (de oude Mechelbaan of Kapellebaan is een deel
der romeinse heirbaan die vroeger Utrecht met Bavay verbond over Breda,
Mechelen, Merchtem, Asse,enz..), dan wel op de afwezigheid van weelde-tekens in
het gevondene.
Meer nog op vinden door de eigenaarvan de Steinemolenhoef van tal van kleine
hoefijzers wanneer hij een vijver groef vlak tegenover de vindplaats.
De vindplaats werd gemakkelijkheidshalve
Steinemolenveld gedoopt, doch het is best mogelijk dat ze deel uitmaakte van
het zogenaamde Stawerk, een reeks velden die zich uitstrekten ten noorden der
vindplaats.
In Mechelse schepenakten worden volgende schrijfwijzen
gevonden van deze zonderlinge benaming Stawerk :
-in 1351 : pecchiam terrae te leest op Steiwerc
-in 1429 : bonar. Terre Beatricis de Steynemolen sitam
in Leest supra Cleyn Steenwerc inter Sigeri de Steynemolen
-in 1539 : een stuck lants geh. Steywerck groot sesse
dachwant gel. In de prochie van Leest in de Biest.
-in 1602 : tot Leest opt Sywerck.
-in 1777 : het Stauwerck (WB), 1778 : het Stauwerck
land aen s Heerenstraete.
-in 1877 : het Stawerk. (MB)
Men is van mening dat de benaming tot een
oorspronkelijk Stein-werk zou kunnen teruggaan. Voor de w moet die n
wegslijten en dan zou de benaming wel een zinspeling kunnen zijn op het stenen
werk of puin van het belgo-romeins gebouw.
In april 1983 werd
door de Archeologische vereniging Oud Mechelen een onderzoek ingesteld naar
de bevindingen van J. Uytterhoeven.
Na enkele weken
intense arbeid werden de eerste grondvesten van een Romeinse bewoning blootgelegd.
De eerste conclusies
van 1939 moesten worden herroepen.
Er werd tot de
vaststelling gekomen dat het hier ging om de graanschuur van het geheel,
waarvan verschillende paalkuilen konden waargenomen worden.
De eigenlijke
bewoning was van weelderige herkomst daar er brokstukken van diverse
muurschilderingen te voorschijn kwamen, alsook fragmenten van hypocausttegels
(verwarmingsinstallatie), honderden scherven van imbrex en tegula (dakpannen).
Deze laatste
vertoonden indrukken van dierenpoten, daar ze op de grond in openlucht gedroogd
werden.
De reeds opgegraven
gedeelten zijn bevloerd met Romeinse beton (opus signinum).
Eveneens werden
funderingen gevonden van een muur in oostwestelijke richting.
Bij de vondsten
behoren, naast de zeer schaarse aardewerkscherven (waaronder een gedeelte van
een amphora), een fragment van een handmolensteen en een bronzen messchede.
Grondpeilingen
wijzen op het bestaan van verschillende gebouwen in de onmiddellijke omgeving.
Hieruit kan besloten
worden dat het een zeer uitgestrekte villa moet zijn geweest.
De opgravingen
stonden onder leiding van de licenciate Archeologie en Kunstgeschiedenis Myrna
Peeters en van amateur-archeoloog Jean Willems.
De Raad besloot een gunstig advies
uit te brengen aan de vraag van Frans Jos. De
Block uit Hingene om een rechtmatigen autobuschdienst te
mogen uitbaten van
Mechelen naar Breendonk over Hombeeck, Leest en Tisselt.
1938 16 oktober
Gemeenteverkiezingen.
De leden van het hoofdbureel
ontvingen een zitpenning van 50 fr, de voorzitter
van het afdelingsbureel 40 fr en de
bijzitters en de secretaris van het
afdelingsbureel20 fr. (GR-12/10/1938)
1938 14 november :
4 stemmen ja, 4 stemmen neen, teneinde meester De
Leers een tuchtschorsing van 8 dagen op
te leggen, met berooving van wedde.
Hoofdreden
: het niet-accepteren van meester Huysmans als titularis van de
nieuw-opgerichte 4de
graad.
Het besluit werd aan de bevoegde
overheid overgemaakt.
Uit de
gemeenteraad van 14 november 1938
Tuchtrmaatregelen
tegenover hoofdonderwijzer De Leers.
...15de punt op het agenda :
Het talrijk publiek wordt verzocht de zaal te
verlaten, en de Raad vat in geheime zitting het 15de punt der
dagorde aan.
Zoals het den heer De Leers op 11 november 1938
schriftelijk medegedeeld werd, wordt hem nu mondeling gezegd dat hij zich te
verantwoorden heeft over de punten die hem den 22 oktober door den heer
Hoofdinspecteur Troch medegedeeld werden en waarover deze hem onderhoord en
ondervraagd heeft.
Om het den heer De Leers gemakkelijk te maken voor
zijn verdediging wordt hem verzocht deze punten op te schrijven, wat hij dan
ook doet.
Deze punten zijn, kort samengevat :
1. Verdeeling der leerlingen de eersten der klas
niet in het 7de en 8ste studiejaar betere leerlingen
die tevens ouders zijn, moeten in het 6de studiejaar blijven.
2. Uurrooster den 6 mei overgemaakt voor
onmiddellijke toepassing niet gebeurd.
3. In het 7de en 8ste studiejaar
lesgeven ongeveer gelijk aan deze van het 6de en 5de
studiejaar.
4. Beweert dat er geen vierde graad bestaat en dat hij
er geen wil.
5. Verbiedt boeken mee naar huis te nemen.
6. Bij geneeskundig toezicht laat de lessen niet
regelmatig voortgaan in de klassen waar het geneeskundig toezicht niet gebeurt.
7. Maakt opmerkingen tegenover onderwijzer 4de
graad (Huysmans) die ongepast zijn en op scheldpartijen gelijken opvoedende
rol dezer handelingen.
8. Tracht onderwijzer 4de graad zoveel
mogelijk te vervelen met vooropgezet doel deze klas te doen vallen en den
onderwijzer het leven in de klas onhoudbaar te maken, als wraakmiddel omdat hij
niet in de 4de graad klas onderwijzer mag ??
9. Misbruikt het vaandel, eigendom der gemeente, en
het schoolhuis om deel te nemen aan politieke gebeurtenissen en om openbaar en
openlijk tusschen te komen in de dorpspolitiek.
Daarna wordt er den heer De Leers medegedeeld dat hij
gedurende 30 minuten het woord heeft. Het is op dat ogenblik 21u17.
Samenvattend zegt de heer De Leers, o.a. :
1. Ik, als schoolbestuurder, en niemand anders, deel
de leerlingen in over de verschillende studiejaren. Ik doe dat volgens mijn
oordeel. De indeeling die er gedaan werd, is volgens mij de beste.
Ikben schoolbestuurder en ik deel in. Inspecteur
Hammenecker is na de indeeling in de school gekomen en heeft mijn indeeling aan
de gemeente overgemaakt.
2. Inspecteur Hammenecker heeft mij geschreven dat ik
de uurroosters, die bij zijn schrijven gevoegd waren, moest ophangen om ze toe
te passen, - bijgevolg heb ik de uurroosters der gemeente niet toegepast.
3.De leerlingen van mijn kleine klas heb ik verdeeld
over mijn groote klas en over de nieuwe klas.
Ik zeg hoe er moet onderwezen worden en ik heb gezegd
dat er zo moet onderwezen worden : dat er leerlingen van het 5de
studiejaar nu bi j mij en Huysmans zullen onderwezen worden. Ik zoo wel als
Huysmans, dus wij samen gaan de leerlingen zoover brengen dat ze de lessen van
den vierden graad zullen kunnen volgen.
Huysmans kan onmogelijk zoomin als ik het zevende
studiejaar onderwijzen.
4. Ik zeg dat de 4de graad, een groote
fiasco is overal en in alle scholen handel en stelkunde kunnen niet onderwezen
worden, dat begrijpen de kinderen niet- er kan hier geen 4de graad
opgericht worden.
5. Het Schepencollege heeft beslist dat de
schoolboeken mochten mee naar huis genomen worden, ik wist er niets van.
Had ik het geweten dan zou ik gezegd hebben dat dit
verkeerd was en wel onder oogpunt van gezondheid, want die boeken moeten
dienen voor latere leerlingen en kunnen thuis besmet worden en alzoo nadeelig
worden voor latere leerlingen en tevens onder economisch oogpunt, t.t.z.
strijdig met spaarzaamheid en bezuiniging, want de boeken verslijten veel gauwer
en meer met ze mee te nemen.Ik heb nooit boeken laten meenemen naar huis.
Ik heb Huysmans gezegd, dat ik niet toelaat dat er
boeken mee naar huis genomen worden. Ik heb mij gesteund op een conferentie
gegeven te Boom in 1932.
Huysmans zegt mij dat hij toelating heeft van het
schepencollege om boeken mee naar huis te nemen. Ik zeg hem dat hij niets met
het schepencollege te maken heeft, dat hij mijn ondergeschikte is en dat ik als
schoolhoofd alleen het recht heb met de overheid in aanraking te komen en dat
hij een overdrager en bespieder is.
De brief van den inspecteur Hammenecker ken ik, want
de secretaris heeft er mij lezing van gegeven en hem mij laten lezen.
Ik wist niet dat de onderwijzers de boeken mochten
meegeven en er is mij daarover geen order gegeven.
6. Toen het geneeskundig toezicht gebeurd is, heb ik
mijn leerlingen over twee klassen verdeeld en Huysmans is blijven les geven.
Ik heb meester Meyers, als getrouwde persoon, gelast
met het uitkleden der leerlingen. Ik heb dan Huysmans naar de klas van meester
Meyers geplaatst bij de leerlingen van meester Meyers. Hier is een verklaring
van den dokter dat in mijn school het geneeskundig toezicht regelmatig gebeurt.
7. Huysmans heeft me gezegd : gaat ge me gerust laten
? Dat is opstand tegen mij die hoofdonderwijzer ben. Nooit is er in mijn
mond een scheldwoord, wel bij anderen.
Ik heb Huysmans wel uitgemaakt voor leugenaar in
tegenwoordigheid van hoofdinspecteur Troch en inspecteur Hammenecker, toen wij
een onderhoud hadden den 22 oktober1938 samen met de burgemeester en
sekretaris. Later heb ik tegen Huysmans gezegd dat ik eerlijk wil behandeld
worden en dat hij een leugenaar is omdat hij gezegd heeft dat hij den vierden
oktober verlof had met toelating van het schepencollege en dit is niet waar want
het is met toelating van den burgemeester.
Huysmans had wel verlof tot den 8e oktober
1938 doch hij moet zich aan mij presenteren als hij afkomt van het leger. Dit
is me trouwens ook opgelegd door inspecteur Hammenecker en dien brief kan ik u
toonen.
8. Hoe zou ik iemand het leven onhoudbaar maken ? Dat
vraag ik me af. Ik misdoe niemand iets.Ik zou niet weten hoe ik iemand tracht
te vervelen.
Ik weet wel dat meester Hellemans hier weggegaan is,
doch het is uit oorzaak van zijn anti-vaderlandsche gevoelens dat hij bij mij
weggegaan is ; ik zeg anti-vaderlandsche gevoelens, want zo is het.
De brief van den heer Minister dat er met meer takt en
eerbied moet omgegaan worden tegenover de medewerkers is niet op mij bedoeld
maar wel op Hellemans, want Hellemans heeft mij voor dief beticht. Ik heb tegen
Hellemans niets gezegd en ik ben valsch beticht geworden.
Ik schrijf aanmerkingen in het klasdagboek doch die
zijn gezien door inspecteur Hammenecker ik schrijf regelmatig in alle
klasdagboeken.
Ik heb mijn plicht gedaan en Hammenecker zegt dat ik
goed gedaan heb doch Huysmans is en blijft weerspannig.
9. De vlag heeft op mijn huis gestoken doch ik ben
valsch beschuldigd want mijn zoon heeft de vlag gestoken.
Gij, burgemeester, beschuldigt mij valsch want ik heb
de vlag niet gestoken ; mijn zoon Emiel heeft het gedaan en daarom heb ik
gezegd dat gij nog met mijn zoon zult af te rekenen hebben.
Het is nu reeds veertig minuten dat de heer De Leers
gesproken heeft.
Om 21u59 verlaat hij de zaal.
Daarna worden de verklaringen van den heer De Leers
punt voor punt gezamenlijk overloopen. Bij het laatste punt wordt gezegd dat in
1932 bij de gemeenteverkiezing de vlag ook uitgestoken was op het schoolhuis
bewoond door meester De Leers.
Er wordt dan overgegaan bij geheime stemming om op den
heer De Leers een schorsing van 8 dagen met berooving van wedde toe te passen.
De uitslag der stemming geeft drie stemmen ja, drie stemmen neen en één
ongeldige stem en een wit briefje. Een nieuwe stemming geeft vier stemmen ja en
vier stemmen neen.
Dit besluit werd aan de bevoegde overheid overgemaakt.
Daarna werd de zitting gesloten om half elf des
avonds.
De Raad gezien de gemeente reeds sedert ongeveer een jaar, twee lokalen der
Zoogezegde zustersscholen, toebehoorende aan de Vzw de Parochiale
werken
Der
Dekenij Mechelen-Zuid, in kosteloos gebruik heeft.
Gezien het bestuurskomiteit hiervoor thans aan de gemeente een kleine
huur
vraagt.
Gezien deze vraag niet meer dan billijk is daar de gemeente ook huur
moet
betalen voor de klassen der gemeentemeisjesschool in den Kouter, lokalen
die
slechter zijn dan de nieuwe der zusterscholen, besluit :
vanaf het jaar 1938 1000 fr huur te betalen voor de twee lokalen der
zoogezegde
zustersscholen en dit ieder volgend jaar...
De
gemeenteraad, gezien de plaatselijke Boerengilde in het Brughuis een
landbouwavondschool ingericht heeft, gezien het bestuur der boerengilde
een
toelage van 600 fr aanvraagt om de algemeene onkosten te helpen dekken,
besluit
met
5 stemmen tegen 3 en 1 onthouding de gevraagde toelage van 600 fr te
verleenen.
1938 30 november
Gemeenteraad :
Een vergoeding van 100 fr werd
gestemd voor het reinigen van de schoollokalen.
(4 lokalen in de jongensschool en 4
in de meisjesschool) dus totaal 400 fr per
school.
Voor het reinigen der privaten
werd 100 fr gestemd.
Daar de meisjesschool gebruik
maakte van 2 privaten (een nog steeds in de
Kouter) deelde men die op in 50 fr
voor de school in het Dorp en 50 fr voor die
1938 17 juni :
Rond 09u30 kwam er een militair vliegtuig neer in de Tisseltbaan.
De twee inzittenden (26 en 23
jaar)kwamen om het leven.
1938 Het
Nieuwsblad zaterdag 18 juni 1938 :
Militair vliegtuig stort te
pletter te Leest-Mechelen.
De twee inzittenden op slag gedood. Het toestel is
tegen hoogspanningsdraden aangevlogen en viel een driehonderdtal meter verder
neer.-
De twee verminkte lijken der slachtoffers werden naar
het militair gasthuis overgebracht.
Vrijdagmorgen tien minuten na negen uur, heeft zich te
Leest een vliegtuigongeval voorgedaan, waarbij twee militairen uit Brussel die
een proefvlucht ondernamen, den dood hebben gevonden.
Zij waren even voor negen uur te Brussel opgestegen,
toen het toestel boven het grondgebied van Leest, in de hoogspanningskabels die
de stad Mechelen met Aalst verbinden, verward geraakte en van daaruit een
driehonderdtal meter verder te pletter stortten.
Zowel de piloot, luitenant Joie, verbonden aan den vliegdienst van Evere als
luitenant Jones, van het 2de regiment Lanciers, werden op slag
gedood.
Een ongeval dat groote opschudding verwekte
Wij hadden vrijdagvoormiddag te Leest gelegenheid
verschillende personen te ondervragen die het ongeval zagen gebeuren.
Zeggen wij vooraf dat het vliegtoestel neerstortte in
het korenveld van den h. K. Rottiers, wonende Koeistraat te Leest. De man was
niet thuis en familieleden moesten eerst door geburen van het ongeval worden op
de hoogte gebracht.
Een gebuurvrouw, Mevr. Lemmens, bevond zich achteraan
het huis, toen zij kort na negen uur een militair vliegtoestel, een honderdtal
meter boven den grond zag rondcirkelen. De motor liet enkele knallen hooren en
toen het toestel aan de hoogspanningskabels was gekomen zag Mevr. Lemmens dat
het toetel erin geraakte. Het schommelde met groote bewegingen naar links en
naar rechts en viel te pletter achter hare woning in een korenveld.
Dadelijk snelde zij ter plaatse en vond het toestel met het voorste gedeelte
diep in den
grond geboord.
Menschen leeft gij nog ?
Mevr. Lemmens kon haar oogen niet gelooven. En in een
eerste opwelling riep zij uit : Menschen leeft gij nog ?
Dan kwam ook de tweede getuige K. Verbeeck,
toegesneld.
Beiden moesten vaststellen dat de twee inzittingen deerlijk verminkt werden en
geen teeken van leven meer gaven.
Van alle zijden kwam nu het volk toegestroomd, onder
meer ook soldaten van het 7de Linieregiment van Mechelen, die in de
omgeving op een 800 tal meter oefeningen maakten onder leiding van luitenant
Gilson.
Dadelijk werd een ordedienst ingesteld die de
nieuwsgierigen die weldra tot honderdtallen aangroeiden , op afstand te houden.
Dr . Stuyck van Leest werd verwittigd en deze stelde
vast dat luitenant Jones, 24 jaar oud, nog licht ademde. Kort daarop was hij
echter ook een lijk.
E.H. De Vits, onderpastoor te Leest, heeft de twee
slachtoffers, in extremis, de laatste sacramenten toegediend.
De twee verminkte lijken waren nog vastgebonden in het
toestel, toen men ze ter plaatse ontdekte. Eerst nadat de gendarmen en de
soldaten ter plaatse waren, werd de staart van het toestel , dat de lucht
instak, neergehaald en werden de twee ongelukkigen uit hun zitting genomen.
Luitenant Joie, 27 jaar oud, was de schedel
verbrijzeld.
Hersenstof lag in het korenveld rondgespreid. De
ongelukkige was ook de vingers van een hand gerukt.
Luitenant Jones, die als waarnemer in het vliegtoestel
had plaatsgenomen, vertoonde een diepe snedevan het oog tot aan den mond. De ongelukkige was daarbij de beenen op
verschillende plaatsen gebroken.
Het toestel.
Het vliegtoestel was een Fairy Fox 99 Nr AF 6170 van
het centrum van Evere-Brussel.
Het was gemonteerd met een machinegeweer, zoodat t
wel een proefvlucht gold. Het toestel zelve was volkomen vernield.
Terwijl honderden aanwezigen zich op de plaats van het
ongeval verdrongen en de nabije aardappelvelden letterlijk overrompeld werden,
cirkelden tien militaire vliegtuigen rond en brachten de militairen groet aan
hun verongelukte makkers.
Het eerste onderzoek.
Uit het eerste onderzoek ter plaatse bleek dat de
piloot reeds den naphtetoevoer had afgesneden, wat een voorbereiding is voor de
landing. Zoo is het ook uit te leggen dat het toestel dat nog 300 liter
brandbare stoffen inhield, niet is in brand geschoten en de lijken niet werden
verkoold.
Daar het toestel slechts op een geringe hoogte vloog,
hebben de inzittenden geen gebruik kunnen maken van hun valscherm.
De soldaten van het 7de Linieregiment zagen
het toestel boven het dorp cirkelen. De piloot zocht waarschijnlijk een
landingsplaats en hij zou waarschijnlijk in dit maneuver zijn geslaagd als het
toestel niet tegen de kabels was gevlogen. Twee kabels waren gebroken.
Het parket ter plaatse.
Omstreeks 11 uur is het militair parket van Evere ter
plaatse afgestapt...
Fotos :
Boven:Te Leest-bij-Mechelen vloog een militair vliegtuig
tegen een electrische hoogspanningsdraad, waardoor het neerstortte. De piloot
en de waarnemer werden beiden gedood. Hieronder het vernielde vliegtuig,
vooraan onder het zeil, beide verongelukten. (Zondagsvriend 23/6/1938)
Midden : Mevrouw Lemmens een der voornaamste
getuigen van het vliegongeval.
Onder : Onder grote belangstelling werden de lijken
van de twee slachtoffers in den ambulance-wagen geladen. (Het Nieuwsblad
18/6/1938)
Tot de grote
vacantie, in juli 1938, zal woensdagnamiddag verdeeld worden al volgt :
13u30 tot 14u00 aardrijkskunde.
14u00 tot 14u30
oefening aardrijkskunde.
14u45 tot 15u15
voordragen.
15u15 tot 15u45
zang.
De Raad houdt er aan
uitdrukkelijk te bepalen dat de turnlessen van den derden en den vierden graad
niet gelijktijdig gegeven worden.
Aanwezig in deze
gemeenteraad : Victor Jozef De Laet (burgemeester), Jozef Apers en Frans
Boonen, schepenen, Prosper Busschot, Petrus De Prins, Juliaan Geerts, Petrus
Mertens, Frans Muysoms, Jan Nuytkens en Alfons Van Dam, raadsleden en Lodewijk
Wuyts secretaris.
1938 12 juni : Aardschokken in ons land.
Even
voor twaalf uur overal trillingen waargenomen. Op sommige plaatsen
schade aan huizen toegebracht. Paniek in scholen en cinemas.
Ook
in Engeland en Frankrijk. Te Mechelen en omliggende werd de aardschok
vrij
sterk opgemerkt. Hier deden zich zelfs instortingen voor.
Zoo
werd onder meer de puntgevel van de mouterij Lamot zoo erg beschadigd
dat
deze naar beneden kwam.
In
de Fr. De Merodestraat ontstond zelfs een kortsluiting en de geleidingen van
de
tram kwamen op de straat terecht...
Ook
uit de omliggende gemeente bereikten ons berichten dat de bevolking door
een
sterke trilling opgeschrokken werd en de straat opsnelde. (KH-GvM)
1938 Rik De Bruyn
werd de nieuwe muziekchef van de fanfare Sint Cecilia.
Onder zijn leiding werden op 24
wedstrijden uitsluitend eerste prijzen behaald,
waarvan 13 met lof van de jury.
In 1965 werd hij opgevolgd door
Theo Fierens, na 27 jaar de dirigeerstok te
hebben gehanteerd.
Stan GobienLeest in Feest :
De derde dirigent van St.Cecilia was Rik De Bruyn.
Hij was Ceciliaan in hart en nieren en wanneer een dirigent het na hem voor
bekeken hield, vervulde hij nog dikwijls de functie van overgangsdirigent.
Hetbestuur kon zo uitkijken naar een
opvolger en dat kon een tijdje duren omdat Rik De Bruyn als geen ander de muzikanten
op een gunstige wijze kon beïnvloeden.
Rik De Bruyn werd Rik van t Kot genoemd omdat zijn vader omstreeks 1900 chef
was van het Leestse station. Het station bevond zich op de kruising tussen de
spoorweg Mechelen St Niklaas en de Juniorslaan.
Rik werd geboren in 1909 in het ruthuis, de
verplichte woning van de Leestse stationschef. Deze stationswoning stond in de
volksmond bekend als tkot, vermoedelijk omdat de buitenmuren nogal zwart
waren van het roet van voorbijrijdende stoomtreinen.
Rik De Bruyn ging in 1923, op 14-jarige leeftijd naar
het Mechels Conservatorium om er de avondlessen in de beeldhouwklas te volgen. Hij
maakte de verplaatsing naar Mechelen met Floriaan Meyers, die intussen in de
Leestse gemeenteschool als onderwijzer was aangesteld.
Meester Meyers volgde er de lessen in de teken- en
schilderklas.
Rik De Bruyn begon direct na de lagere school te
werken als leerling-houtsnijder bij de geronommeerde Mechelse meubelfabrikant
Stevens, destijds gevestigd aan de Consciencestraat. Vanaf 1940 werd hij
meestergast bij Van Linthoudt, een ander bekend Mechels meubelbedrijf.
Tweeëntwintig jaar heeft hij daar gewerkt en daarna stapte hij over naar een
Leests bedrijf, namelijk het familiebedrijf Jacobs, destijds gevestigd aan de
Scheerstraat, nu Ten Moortele.
Vanaf 1945 werkte hij na zijndagtaak in zijn eigen atelier aan de Dorpsstraat,
rechtover de Sint-Jozefskapel. Toen hij bij Jacobs werkte, mocht hij de hele
dag thuis in zijn atelier werken. Wanneer later het Leestse meubelbedrijf zijn
deuren sloot, werd Rik zelfstandig houtsnijder. Hij heeft altijd meer werk
gehad dan hij ooit klaar kreeg omdat hij een echte meester in het vak was. Hij
beeldhouwde alles wat hij mooi vond en wat de klanten verlangden.
Toen hij met pensioen ging bleef hij houtsnijwerk
maken voor het plezier. Heel wat Leestenaars en vroegere klanten vroegen hem
nog dikwijls een of ander beeld te snijden.
Zo kwam een van zijn beste vrienden Pieter Verbeeck,
oud-muzikant van de Leestse fanfare en een van de weinige saxofoonspelers die
de vereniging ooit had, hem eens vragen een beeld te snijden uit een oude balk
die al meer dan 100 jaar in de grond had gezeten. Deze balk stutte destijds de
wip aan t wiphuis. Rik kon er alleen een grote zuil met druivenranken van
maken, zo hard was hij. Het is een van zijn lievelingsstukken geworden.
In heel wat Leestse woningen zijn beelden te zien die onderaan het voetstuk de
initialen H.D.B. dragen of waar voluit Rik De Bruyn is vermeld.
Rik De Bruyn begon als muziekant bij St.Cecilia in
1922. Hij had veel talent en hij was autodidact. In zijn jonge jaren ging hij
zelfs bal spelen met een gelegenheidsorkestje op kermissen in de buurt.
Muziek leerde hij op eigen kracht zodat hij na verloop van tijd ook de
basisprincipes van de harmonieleer onder de knie had. Het dirigeren had hij in
de praktijk geleerd.
Onder leiding van Rik De Bruyn behaalde St.Cecilia
Leest op 24 muziekwedstrijden uitsluitend eerste prijzen waarvan dertien met
lof van de jury.
Rik De Bruyn bleef muzikant en speelde bariton tot in
1983.
Hij overleed in 1991.
Fotos : tweemaal Rik De
Bruyn en uniek houtsnijwerk van zijn hand.
1936 Het Kapelleke
van de Boerinnengilde op de hoek Tisseltbaan Juniorslaan werd
opgericht ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan den de Boerinnenbond.
Het draagt de volkse spreuk :
Langs deze weg zet gene voet, of zegt Maria
Weesgegroet.
1936 2 maart : Na
meer dan een jaar aandringen kreeg meester De Leers eindelijk
een nieuwe nationale vlag. De oude
was versleten. (GR)
1936 6 maart : ...De heeren Felix Van der Auwera uit
Koningshooikt en Louis
Verstraeten uit Beersel worden aangeduid om de nieuwe jongensschool te
bouwen voor de som van 149.800 fr.
1936 7 mei : De
gemeenteraad besloot een taks op de rijwielen in te voeren.
...per
rijwiel op den openbaren weg gebezigd, wordt een belasting geheven
van
5 fr.
1936 22 juni
Schepencollege : ...Gezien er
aanstaanden maandag te Leest
feestelijkheden zullen plaats hebben (22 juni), ter gelegenheid van het
ambtsjubileum van den heer pastoor.
Gezien deze feestelijkheden van Openbaar en Algemeenen aard zullen zijn
besluit : er wordt aan de gemeentelijke onderwijzers en onderwijzeressen
te Leest
en
aan hun leerlingen vrijaf gegeven voor den ganschen dag op maandag
maandag 22 juni 1936.
Met het geld dat werd rondgehaald
(iedereen mocht geven wat hij of zij wou)
n.a.v. het 25 jaar pastoorschap van
pastoor Beuckelaers te Leest werd de Sint
Apolloniakapel gebouwd.
Deze kapel werd nadien verplaatst
omdat ze in de weg stond voor uitbreiding
van de Molenstraat.
SINT APOLLONIAKAPEL
De
Sint-Apolloniakapel in de Molenstraat (hoek Vinkstraat) was een geschenk van de
parochianen aan pastoor Beuckelaers, toen hij in 1936 vijfentwintig jaar
pastoor was te Leest.
Voordien stond daar
reeds een veldkapel. Ze was echter beschadigd door de beschietingen in de
eerste oorlogsdagen van de Eerste Wereldoorlog en ze moest verplaatst worden
toen de Molenstraat een nieuwe betonbaan kreeg.
Sinds de processie
niet meer uitging, verviel ook de jaarlijkse make-up van de veldkapellen.
Vooral deze kapel was er na enkele jaren erg aan toe.
Ravottende bengels
deden de rest : alleen de ruwbouw bleef nog over.
In 1977 werd een
veldkapellenaktie gevoerd. De Apolloniakapel verrees uit haar puinen. Smid Jan
Van Riet uit de Kapellebaan zorgde voor het kruisje op de toren : daarin
verwerkte hij de tang van Sint-Apollonia.
Het houten hekje aan
de ingang werd door Jan Teughels gemaakt uit een afgedankte communiebank uit de
kerk.
Patrones van de
tandpijn, bid voor ons !
Geweerdig ons,
ellendige en kranke stervelingen, van de tandpijn te verlossen zo stond er in
de oude litanie tot Sinte-Apollonia. Iedereen wist in die tijd nog dat men zijn
tandpijn kon afkopen bij deze lieve heilige.
Deze jonge
martelares werd in het jaar 250 in het vuur geworpen nadat de beulen al haar
tanden hadden uitgerukt.
Deze legende werd in 1977 uitgebeeld boven het altaar van de
Sint-Apolloniakapel in een expressieve keramiek van George Herregods : twee
Romeinse soldaten zijn met een reuzentang Apollonias tanden aan t bewerken.
De Romeinse soldaat draagt een geweer met bajonet en moderne dekoraties wat wil
zeggen dat zoiets van alle tijden is.
Ook nu nog zijn
onschuldigen slachtoffer van bruut geweld, dikwijls zelfs van de officiële
macht.
De teksten op de
muren zijn aanroepingen uit de oude litanie.
In de voorkant van het altaar zitten echte mensentanden.
(LG-blz.208,209)
J.A. Huysmans naar
mondelinge overlevering van zijn grootvader Peter Coosemans in De Band van
maart 1979 :
Op de helling van de verbindingsweg tussen Molen en
Scheerstraat stond er in 1282 links een lemenrieten boerderij met handelshooi
schuren : het Moonshof, en rechts op de akker Maald genoemd, een oudere
kloosterhoeve, later na de woelingen der Spanjaarden en Geuzen onbewoond
gebleven.
Ze werd aangekocht door een Waalse Jonker, wiens nicht
met haar twee meiden daar hun intrek namen. De juffrouw die vele avonden door
tandpijn huilend aan het ijlen ging, beweerde dat te middernacht boven het erf
er Franc-masons met muziek en dans rondzoefden, wijl uit den bornput
jammerklachten opwelden.
Toen zijn er twee paters met olielamp en kwispelend
wijwater, drie nachten telkens biddend 500 maal die bornput komen omtoeren
terwille van de angstige vrouwen.
Wat later liet de Jonker aan de wegtoegang een kapel
bouwen ter ere van Sint Apollonia.
Elk met goeie tanden nu nog weet zonder spotternij :
Gun Apollonia twee centen tegen tandpijn en ge zijt ze kwijt !
Tussen 1282 en 1578 was er achter die kloosterhoeve op
het hoger deel van de akkermaal een met knotwilgen afgezoomd perceel waar het
Mechels recht aan drie galgen haar grootste misdadigers liet opknopen, wier
geesten daar bij nacht als Franc-masons rondspookten, en waar de dorpelingen
hun deugnieten op vermaanden : Gij komt er zeker van de Maalt ?
Toen was de jeugd ook enigzins agressief, doch hun
meeste slachtoffers herkenden daarbij een deel van hun eigen vroegere
kwajongensstreken. Die belhamels uitten hun verveling na een feest of
kermisbal, van zonder lief naar huis te moeten door de toen nog aan alle huizen
hangende vensterblinden in den ochtend af te haken en die dan in kaartenhuizenrijen
op de dorpsplaats te zetten. Dus konden daar de eigenaars in den voormiddag hun
verdwenen gerief komen uitzoeken.
Uit de omgevende velden werden soms alle graanschoven
op de aanpalende wegen in gelid genesteld, zodat de eerste marktmensen voor een
vervelende verkeersopstopping stonden. Losgemaakte waakhonden der boerderijen
liepen blaffend en vechtend in den ochtend met rammelende kettingen door de
buurt en tuinen, tussen honderden vrijgelaten kiekens met voor de eigenaars
steeds vervreemd of minder aantal.
Eens besloot een Mechels rechter, wiens dienstmeid een
dochter was uit de herberg In den Sleutel tot huiszoeking en mogelijke
aanhouding van een hier gekend Jefke Kiek, door die meid verdacht als zekere
dader van een bij haar ouders verdwenen dozijn kiekens. Twee agenten kwamen met
de dievenwagen bij Jefkens ouders gereden en vroegen om Jef, die niet bleek
thuis te zijn. Toen begon een zoeken van onder tot boven. Maar Jefke was reeds
langs achter met twee balen kiekens om het huis gerend, en deponeerde zijn buit
in de dievenbak en trok de velden in. Na het vertrek van het ontmoedigd
gerechtsdeel naar Mechelen kwam een paar uur later van ginds een bericht in den
Sleutel dat het ergens weergevonden roofgoed kon worden afgehaald.
Fotos : bovenaan : het kapelleke van de Boerinnengilde.
Midden : praalwagen bij het jubileum van pastoor Beuckelaers. Voerman is Jaak De Croes. In de wagen Jaak Voet en Soï van Pachter.
Foto : De
postkaart met een fiere Louis Van Wauwe naast zijn wondervisch. De zwarte
vlek op de foto, rechtsonder de rugvin, is de inslag van de dum-dumkogel,
dewelke Louis als
projectiel
gebruikte.
In 1932 schoot Louis
Van Wauwe, met een geweer van Duitse makelij uit de eerste wereldoorlog, een
bruinvis neer in de Zenne.
Het zoogdier werd
echter niet onmiddellijk gedood en slaagde erin stroomafwaarts door te zwemmen
tot Heffen, waar het werd opgehaald door plaatselijke bewoners.
Louis, die samen met
Jef Verbeeck zijn zieltogende prooi was gevolgd, eiste zijn rechten op en kreeg
na lang redetwisten de bruinvis mee naar Leest.
Het dier werd
ontdaan van zijn ingewanden, volgepropt met ijs en voorlopig bewaard in een
grote diepvrieskast tot de eerstvolgende tweede Paasdag.
Op die bewuste dag
stonden Louis Van Wauwe en de gebroeders Verbeeck vol enthousiasme met hun
curiosum op het Leestse Dorpsplein. De bruinvis veilig weggeborgen voor
nieuwsgierigen in een tent.
Toegangsprijs 1
frank.
Jef Verbeeck wist
daarover in 1980 nog het volgende te vertellen :
Om volk te lokken
riepen wij luidkeels : kom dat zien ! kom dat zien ! Een wondervis van onder de
dertig kilo ! Iedereen trapte er natuurlijk in. Men verwachtte zich aan een vis
van honderddertig kilo. Alleen de aandachtiger toehoorder liet zich niet
vangen...
Hun expositie kende
zo veel succes dat ze het enkele dagen later overdenen te Hofstade
aan de Putten.
De bruinvis werd
later niet vooraleer Louis Van Wauwe zich met zijn buit liet vereeuwigen op
postkaarten- begraven in de tuin van de familie Verbeeck op de Tisseltbaan.
Louis Van Wauwe was
afkomstig uit Temse waar hij op 20/1/1907 werd geboren.
Na zijn huwelijk met
Maria Polfliet (1931) vestigde hij zich te Leest en betrok er vele jaren een
huisje in het Pensenstraatje.
Hij overleed o
17/12/1977 te Mechelen waar hij de laatste jaren van zijn leven had
doorgebracht.
De andere
hoofdvertolker van dit avontuur (P.Phocaena) is familie van de kleine
tandwalvissen, visetende zoogdieren die nooit langer dan 2 m worden. Ze jagen
vaak in scholen (tot 150 dieren) in ondiep water en kwamen vroeger in grote
aantallen aan onze en de Nederlandse kust voor.
Op 24 december
1936(zie verder) werd er te Leest
opnieuw een bruinvis neergeschoten,
ditmaal door de
Hombeekse jachtwachter Lodewijk Meulemans.
1930 Op 3 mei
kregen de Leestse schoolhoofden volgend schrijven van de
burgemeester:
...Ingevolge
omschrijving van Mr de Gouverneur der provincie van 30 april
l.l.
en het besluit der Bestendige Deputatie, doen wij u een boekje geworden,
betrekkelijk het vieren van Bebloemd België in 1930, als herdenking der
honderdste verjaring van s lands
onafhankelijkheid.
Namens de Hoogere overheid aanzoeken wij u, de kinderen uwer school aan
te
zetten en propaganda te maken bij de kinderen en de ouders, tot het
verfraaien
hunner
woningen, door het aanbrengen van bloeiende planten.
1930 13 mei : ...Het College gaat over tot het sluiten
der voorloopige overeenkomst,
met
inwoners der gemeente, waarvan eigendommen dienen ingelijfd te worden
voor
het ontwerp van herlegging van den steenweg van groot verkeer van Leest
Dorp
naar de grens Thisselt, aan de prijzen door den Raad bepaald op 72.000,...
en
60.000 franks het hektaar, toe te passen van het dorp tot de beek aan 72.000
franks hektaar, en van overkant der
beek in de richting Thisselt aan 60.000 fr
het
hektaar.
Aan
de eigenaars, andere gemeenten bewonende, zal een schriftelijk aanbod
gedaan worden... (SC)
1930 15 mei : Zes
Leestse landbouwers, die land bewerkten langsheen de Aabeek,
tekenden verzet aan tegen de
inrichting van een wasserij te Zemst. (GA)
-GA, 1930 15 mei,
bezwaar van eigenaars en huurders van weiland en grond palende aan de Aabeek
gericht tot de burgemeester van Zemst :
De
ondergeteekenden :
1. Willem
Slachmuylders, landbouwer, Kapellebaan nr.6
2. Jan Fierens,
landbouwer, Bist nr 4.
3. De Prins
Pieter, landbouwer, Kleinheidestraat 14.
4. Somers Jan
Hendrik, landbouwer, Rennekauter 8.
5. Jan Frans
Doms, landbouwer, Thisseltbaan 4.
6. Verbeeck
Hendrik, hovenier, Tisseltbaan 8, allen te Leest wonende.
Zijnde allen
eigenaars en gebruikers van weilanden en hovenierslanden, te Leest gelegen,
langsheen den waterloop
nummer 1, van het atlas der waterlopen, genaamd Aabeek, welken waterloop zich richt op het
grondgebied der gemeente Sempst.
Gezien de
aankondiging door het gemeentebestuur van Sempst gedaan, de inrichting
mededeelende van eene
wascherij op eenen eigendom van Joseph Robberegst van Sempst, nr.77, met
kennisgeving dat alle
reklaam ten laste den 19 mei 1930 dient gedaan te worden.
Overwegende dat
eenen waterloop, den eigendom van het oprichtingsperceel land aandoet, en zich ontlast in de
Aabeek nr.1 van Leest.
Dat de
aangevraagde inrichting hare vuile en ongezonde waters gaat ontlasten in beek
nr. 1, dus een groot gevaar
zal daarstellen voor het vee ter weiden, dat van de waters der beek gebruik
maakt, en voor het verder
gebruik van het beekwater, gevaar daarstelt voor vele besmettingen, aan groenteteelten
en veldvruchten.
Dientengevolge
doen de bovengemelden verzet tegen de ontworpen inrichting.
1930 19 juni :
Wijziging van het sluitingsuur der drankhuizen.
...de
openbare plaatsen, alwaar men drank verkoopt zullen alle dagen worden
gesloten van den 1ste april tot den 30ste
september om 1 ure s nachts en het
blijven tot 4 ure s morgends, en van 1 october tot den 31ste
maart om 12 ure
middernacht en het blijven tot 4 ure s morgends.
Om
te voorkomen dat de schikking van dezen artikel niet worde verijdeld, is
het
aan eeniegelijk verboden zich te verzamelen na de uren in zelven artikel
vermeld, voor de deuren der herbergen of op andere plaatsen, am aldaar
te
drinken of gezelschappen te maken... (GR)
1930 19 juni :
Veldwachter Huybrechts werd benoemd tot dwangbeveldrager
der
gemeentebelastingen.
1930 12 september
: Nieuwe vraag van het gemeentebestuur aan de
Nationale
Maatschappij der Belgische Spoortewegen te Brusselom machtiging te
Bekomen tot het plaatsen van elektrische leidingsdraad onder den tunnel
van
de spoorbaan Mechelen-Dendermonde gevende doorgang voor het verkeer
Mechelen-Kapelle op den Bosch, ter plaatse Steinemolen, om verlichting
onder den tunnel te kunnen geven...
Ingezien het druk verkeer van autos, autokamions en ander gerij, en de
korte
kromming van den steenweg langs de twee zijden der aangehoogde
spoorbaan,
is
het doorrijden van den tunnel, bij avond zeer gevaarlijk...
1930 16 september
: Aan Frans Van der Goten, schilder
Rennekauter Leest.
Gelief zoodra mogelijk te willen overgaan, voor rekening der gemeente
Leest,
tot
de numeroteering van de huizen der gemeente Leest. Wij voegen hierbij
een
boekje opgemaakt per straat, met de namen der huisbewoners, met
de
numero achter den naam, welke numero moet geschilderd worden aan de
voornaamste deur van ieder woning, in wel zichtbare zwarte cijfers.
(Ondertekend) Secretaris Vandenbossche.
1930 2 december :
Brief van gemeentebestuur gericht aan Mijnheer de Minister :
...hierbij
uittreksel uit den Kiezerslijst voor den Werkrechtersraad betrekkelijk
de
Werkgeversafdeling.
Hieronder geven wij u de namen der hoofden dewelke personeel in dienst
hebben...:
Daelemans Jan Bt, De Boeck Jan Alfons, De Coster jan Baptist, allen
landbouwer
en
wonende Winkelstraat.
De
Prins Petrus, landbouwer Kleinheidestraat.
Leemans Karel, landbouwer Grooteheidestraat.
Scheers jan Jozef, landbouwer,Tinneschuurstraat.
Spruyt Frans, landbouwer, Winkelstraat.
Spruyt Jan Baptist, landbouwer Winkelstraat.
Van
der Hasselt kinderen, Ferd., landbouwer, Kapellebaan.
Van
Winghe wwe Frans, landbouwer, Kapellebaan.
Verschueren Cyriel, landbouwer, Scheerstraat
Vloebergh Lodewijk, metser, Koeistraat.
Daarbij dient gebracht Mr Coemans Charles, eigenaar van het kasteel De
Mot
alhier gelegen, wonende te Mechelen Wilsonlaan 127, als werkgever aan
den
hovenier van zijn kasteel namelijk Jan Jacobs, wonende Bist nr.10
Leest.
1930 6 december :
Een gunstig advies werd door de gemeenteraad uitgebracht op de
vraag van hovenier Hendrik Verbeeck
strekkende om machtiging te bekomen,
om
een deel der molenbeek, waterloop nr. 1 van het atlas der gemeente Leest,
loopende door zijne eigendommen, recht te maken...
1930 6 december : De burgemeester maakt den Raad opmerkzaam,
dat een
olmenboom van ruim 2 meters omvang, staande in den hof der pastorij,
aangedaan is van de algemeene plaag der olmenboomen, derwijze dat een
deel
der
takken drooggeworden zijn ;
dat
12 kanadaboomen, staande in de Molenstraat, door wormen aangetast
zijn, en slechts als brandhout zijn. Eénparig werd besloten machtiging
te
1930 Dat jaar
telde Leest 30 herbergen en begon Marcel Stuyck zijn dokterspraktijk
te Leest. Hij vestigde zich eerst
in het huis van madame Voet om later enkele
tientallen meter verder in de
Dorpsstraat zijn huis te bouwen.
Marcel Stuyck kwam op kerstavond
1962 om het leven bij een verkeersongeval,
hij was62.
1930 De
onderwijzers De Leers en Selleslagh werden belast met het optellen van de
huizen en gebouwen voor de te doene volksoptelling.
(GA-9/10/1930)
1930 Stichtingte Leest van de Bond der Kroostrijke Gezinnen
Alfons Hellemans in De Band 1956
:
De Bond der Kroostrijke Gezinnen, die streeft naar
meer maatschappelijke en zedelijke vooruitgang harer leden, bestaat te Leest
van in 1930.
De hoofdleden van het bestuur waren de heer Frans Van
Roey voorzitter en juffrouw Maria Rheinhard secretaresse, die haar ambt opzegde
in 1932.
De heer Amandus Van Steen werd dan secretaris.
Op 9 november 1933 nam Alfons Hellemans het
secretariaat over en vervult tot op heden deze post.
Daar de plaatselijke werking van de Bond heel miniem
is, en zich uitsluitend bepaalt bij de inning der bijdrage en t opmaken van de
verminderingskaarten voor het spoor, werd er in de vervanging van de overleden
voorzitter niet voorzien.
Dit op advies van het gewestelijk comité.
Buiten een filmvoorstelling met tombola en een St.
Niklaasfeest voor de kinderen der leden, hadden we als bijzonderste gebeurtenis
in onze afdeling de huldiging der moeders van 10 of meer kinderen op 17
december 1950.
De viering begon met een H. Mis en s namiddags een
feestzitting in De Rooselaer.
De moeders ontvingen een prachtige
herinneringsmedaille van de Bond, hen overhandigd door Mr Pastoor en de heer
Burgemeester.
De feestrede werd gehouden door de heer Slaets,
gewestelijk afgevaardigde.
De meisjesschool droeg stukjes voor in betrekking met
de moeder.
Jan De Decker las een fragment voor van Ernest Claes
Oorlogsnovellen, van een schamel moederke.
Na een kort woordje van de pastoor en Alfons
Hellemans, werden de aanwezige moeders en vaders op een koekenfeest vergast.
Een dergelijke gebeurtenis staat de bond binnenkort
weer te wachten, gezien er sedertdien weer een aantal leden in dit geval
verkeren.
Op dit ogenblik zijn reeds 93 landen aangesloten bij
de B.K.G.
Nog meerdere huisgezinnen zouden kunnen toetreden,
vermits nu de gezinnen met drie kinderen ook kunnen genieten van al de
voordelen van de Bond (met uitsluiting van de vermindering op t spoor,
waarvoor de voorwaarde van 4 minderjarige kinderen geldig blijft).
Moge de Bond nog groeien ten bate der grote gezinnen.
De website van
Leest.be vermeldde over de BGJG in 2003 (7 augustus) :
De Bond van Grote en van Jonge Gezinnen
Is een pluralistische en democratisch georganiseerde
vereniging die zich inzet voor alle gezinnen in Vlaanderen en Brussel.
De Bond verdedigt de belangen van de gezinnen, los van
hun religieuze, ideologische of politieke opvattingen en los van de
samenstelling van het gezin.
Daar de doelgroep van onze gezinsbeweging zon ruim
deel van de samenleving omvat, moeten alle gezinnen zich thuis kunnen voelen in
De Bond en moet ons aanbod erg divers zijn.
Met de lidkaart van de Bond verkrijgt u vermindering
op tal van activiteiten, bezoeken aan musea en manifestaties.
U kan ook beroep doen op een hele waaier van diensten
zoals een sociaaljuridische dienst, jeugdkampen, reductiekaarten, openbaar
vervoer, gezinssportfederatie, studie- en huwelijksleningen, leningen Vlaams
Woningfonds, grootouderactie, enz...
Tevens ontvangt u iedere week het Bondsblad,
boordevol informatie rond het gezin.
Voor kersverse vaders en moeders is er gratis Brieven
aan jonge Ouders, voor ouders met tieners van 12 tot 16 jaar is er Botsing
en voor de grootouders Actief.
In Leest kan je terecht voor algemene inlichtingen op
het platselijk secretariaat : Martin Mollemans, Vinkstraat 66 en voor
reductiekaarten bij Tony Dons, Dorpstraat 17.
1930 21 februari :
De gemeente ontving een brief van Dhr. Stuyck, kantonale opziener
van het lager onderwijs, waarin ze
erop gewezen werd dat den toestand der
gemeentescholen, en van het materiaal, veel te wenschen overlaat, niet
meer
voldoet aan de noodwendigheden voor het geven van behoorlijk onderwijs.
(GR-13/3/1930)
1930 1 maart :
Rosa Marien benoemd tot tijd. Onderwijzeres in de meisjesschool, als
plaatsvervangster van de nog steeds
zieke mevrouw Ghekiére-Ackermans.
Jaarwedde : 13.000 fr. (GR-13/3/30)
1930 13 maart :
Pieter Hendrik Spruyt tot grafmaker benoemd, in vervanging van
Henri Van de Vondel, ontslaggever.
Hij ontving daarvoor 20 fr per lijk
boven de 10 jaar oud, en 10 fr tot 10 jaar.
In dezelfde zitting van de gemeenteraad
werd klokkenluider Jaak Lodewijk
Lauwers belast met den onderhoud en het reinigen der wegenissen van
geheel het kerkhof, waarvoor hem dan de grassing van geheel het kerkhof
als
vergelding werd verleend.
Voordien onderhield de klokkenluider
slechts de helft van het kerkhof, de andere
helft werd onderhouden door de
vroegere grafmaker.
Nog uit deze gemeenteraad :
...De
Raad, gezien het Koninklijk Besluit van 19/12/1929, waarbij het tarief der
tolrechten geheven op den overgang der brug over den Rupel, merkelijk
wordt
verhoogd. Overwegende dat deze tol de handsel- en
nijverheidsbetrekkingen wel
ernstig belemmert, en dat de betaling van die verouderde belasting,
stremming
voor
het verkeer daarstelt ;
Overwegende dat de Rupelbrug een der enigste is van het land waarop nog
tolgelden worden geheven, beslist éénparig bij den heer Minister van
Landbouw
en Openbare Werken protest aan te
teekenen tegen de nieuwe tarieven en de
volledige afschaffing aan te vragen der tolrechten.