Foto :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
-Louis Vloebergh, ex-chiroleider, stichter van
oud-chiro Vevoc, ex-gemeenteraadslid, manusje-van-alles in het Leestse verenigingsleven
1954 16 augustus :
Louis Vloebergh over een Chiro-Bivak (De Band, nr9, 1954)
Maandagmorgen 16 augustus wekte het morgenzonnetje
ons vroeg uit de veren.
Na ons een duchtige schrobbing te hebben gegeven en
ons streuvelhaar flink geroskamd, werd het piekfijn gestreken en gewassen
uniform aangetrokken.
Want alles moest piekfijn inr orde zijn vanaf de
eerste dag van het bivak.
Wij woonden met de ganse groep de H.Mis bij, en allen naderden zonder
uitzondering ter H. Tafel.
Zon over de velden en zon in ons hart, en acht dagen van echt fijn chiroleven
in volle vrije natuur in het verschiet.
We smeekten de H. Geest om genaden en gaven over ons
bivak.
Een stapel boterhammen lagen gereed toen we thuis
kwamen. Maar op zulke ogenblikken smaakte het minder goed. Onze verwachtingen
waren te hoog gespannen !
Dikgevulde rugzakken en grote kartonnen dozen, met een
stevig bindzeel rond werden binnengebracht tegen 8u30, en werden gevoegd bij
het leger van potten en pannen en telloren en zakken patatten en groenten die
daar reeds opgestapeld lagen van de dagen er voor.
Stipt te 09u30 werd het vertreksignaal gegeven voor
een deel der leiding en kerels, die per fiets vertrokken naar Holland.
Tegen de middag aan stapten we af in Zoersel-Hof, waar
we de innerlijke mens versterkten, en na een uur inspanning ook een vlot op de
vijver konden bemachtigen, om wat te varen.
Om 14 uur stonden we terug gereed voor de laatste
etappe : Zoersel-Holland.
De reis van 75 km verliep als een fluitje van een cent
: er werd regelmatig gereden, zonder koersen, volledig in groep, in een goede
snelheid.
Een paar km voor de grens, een uitstekende steen, een
val en lekke band voor Rik Muysoms. Mr de onderpastoor kreeg 45 kg extra
gewicht op zijn bromfiets en broer Juul moest de gehavende fiets
meevoeren.
Rond 15 u waren we ter plaatse en rond kwart over vier
zagen we eindelijk de groene camion van Rik Verschueren aankomen, begeleid door
luidkeels zingende chirojongens en waartussen Stinne en Marie als bivakmoeders
troonden.
En dan was het een half uur lang een echte mierennest
: een grote bedrijvigheid om heel die verhuis af te laden en te installeren.
Alles ging vliegensvlug en toch zonder stukken, en op korte tijd stonden er een
paar water te koken op de butagazzen en sneed het broodmachien de lekkere
inlandse melkbroden vaneen.
De burchtknapen trokken vervolgens op tocht, en ook de
knapen deden hun eerste spel, en ondertussen zwoegden de kerels aan grote
pakken stro, om de bedden voor een 40-tal jongens gereed te maken.
De duisternis neeg over de aarde neder, en in doodse
stilte staan de chirojongens in formatie, rond de vlaggenmast. Daartegenaan is
een stemmig Mariakapelletje in takken aangebracht. Allen staan daar geschaard
rond Maria, de flikkerende kaarskens in de handen. Marialiederen weerklinken in
de vredige avondstond en elke afdeling knielt neer, en wijdt zich aan Maria. We
bidden een tientje voor thuis, dan één voor de thuisgebleven chirojongens, voor
onze soldaten, enz.
Langzaam daalt de chirovlag neer en in de verte
klinken de trage plechtige trompettonen van de avondsonnerie. In volledige
stilte gaan allen te ruste en om 22u30 was alles in diepe slaag gedompeld.
Hoe verloopt nu zon dagje in ons bivakleven ?
s Morgens om kwart over zes stappen de leiders
moeizaam uit hun bed en maken zich vlug kant en klaar.
Om 6u30 klinkt het signaal van opstaan voor de
jongens. Zij zullen de volledige stilte bewaren tot na de H. Mis. De leiders
doen hun ronde en moeten er elke morgen een serei wakkerschudden. Alle jongens
knielen neer voor hun bed. Ze bidden hun morgenopdracht samen alsook hun drie
weesgegroeten.
Vlug doen ze hun sportuniform aan, en in openlucht
doen ze dan een kwartiertje morgenturnen.
Ze nemen hun handdoek en zeep, en wassen zich buiten
in emmers en kommen. De hemden goed openen en dan maar flink geschrobt ! De
leiders houden toezicht en kijken erop toe dat niemand schrik heeft van het
water !
Nu nog fijn hun uniform aan, en daar klinken reeds de
trompetten voor de openingsformatie.
In een fijne vierkantformatie staan de jongens
opgesteld rond de vlaggenmast. De frisse vendelkreten weerklinken, en elke
vendelleider doet de naamafroeping van zijn vendelleden. De leiders inspecteren
elke chirojongen om te zijn of zijn uniform in orde is, goed gewassen en goed
gekamd. Zoniet : herbeginnen.
We dragen elke dag ons gebed op tot een bijzondere
intentie en dan wordt traag de vlag gehesen. Trompetten schetteren, want de
vlag is het zinnebeeld van Christus, die tussen ons verblijft.
Elke dag wordt ook een ander wachtwoord gegeven : de
blijdschap, de kameraadschap, de kranigheid, enz. Daar willen we die dag bijzonder
op werken.
De erewimpel wordt geschonken door E.H.onderpastoor
aan het vendel dat zich de dag tevoren het beste onderscheiden heeft door
tucht, spel, stijl.
Alle chirojongens stellen zich op in marsorde en nu
gaat het in stille mars naar de kerk, ongeveer een kwartier ver. De H. Mis,
opgedragen door E.H. onderpastoor en gediend door twee chirojongens, wordt
uitgelegd en samenmeegebeden door alle jongens.
Na H.Mis en communnie nog een Marialied of een Christus-Koninglied en om 8u30
gaat het terug naar de bivakplaats. Met roffelende trommels en zinderende
trompetten op kop, daarachter de groepsvlag en de vendelvlaggen, marcheren we
terug.
De muziek en de frisse chiroliederen lokken de mensen
elke morgen buiten om dat schouwspel van die schone jeugd te bewonderen.
In stilte aan tafel, een gebed en dan schuiven de
boterhammen naar binnen in groot getal.
s Morgens is er altijd vlees bij de boterham, s vrijdags Hollandse kaas.
Het gaat er luidruchtig toe nu, want het is de eerste
keer dat ze tegen mekaar mogen babbelen sinds 9 u van de vorige avond !
Na het morgenmaal bedden maken, alles in orde brengen
en inspectie.
De lakens moeten schoon liggen, de dekens netjes
geplooid er bovenop, dan hun uniformhemd en das. De groepsleider ziet bij elke
jongen na of het fijn in orde is, en dan trekken de jongens per afdeling naar
het bos of plein. Zij dragen hun spelkledij.
De kerels hebben gewoonlijk nog enkele diensten : mee
afwassen, patatten schillen, alles opkeren, enz.
Terwijl al het jong volk aan het spel is, of
stijloefeningen doen, zijn onze brave bivakmoeders al naarstig bezig met een
lekker middagmaal te bereiden. En ze hebber er verstand van, dat kunnen al onze
jongens getuigen.
11u30 : de jongens komen terug. Handen wassen en in
stilte terug naar binnen.
Angelus gebed en dan eten.
Een goei dikke tomatensoep, patatten met groenten en
saus en één of meerdere stukken vlees. Koekjes als dessert. Buikje vol, harteke
rust.
Tot 13u30 ligt iedereen op zijn bed en kan in stilte
wat beeldekens zien in de Zondagsvriend en rusten.
Om 13u30 zangoefening en herhaling van kampvuurnummers
en dan met heel de groep terug de bossen in om een groot groepsspel te doen.
Tegen 16u30 komen ze als uitgehonderde wolven terug en
heelder broden verdwijnen als sneeuw voor de zon. De boterhammen worden
aangeengeplakt met confituur of jam. Soms zijn het al eens gestoofde peren of
rabarber.
En weer gaan ze op tocht. Ze ontcijferen moeilijke
spoortekens of trekken naar de pleinen bij de paters of ze nemen een modderbad
in de vijver van de paters.
Om 19u45 Angelus en avondmaal, nog een korte
avondwandeling terug in uniform en rond 21 uur staan ze terug in slotformatie
rond de vlaggenmast en het Mariakapelletje, dat stemmig verlicht is door een
flikkerend kaarsvlammetje.
Wij bidden daar een tientje voor allen die ons
duurbaar zijn. E.H. Proost geeft een kort avondwoordje, de groepsleider drukt
op de volledige stilte tot de volgende morgen na de H. Mis. In de duisternis
klinkt heel gedempt het avondlied : Daal in d avondzon o vlag. Kristus-Koning
goede nacht. En langzaam daalt de vlag neer. Een lichtstraal van een straffe
pillicht volgt langzaam de vlag. Alles is roerloos en stil : gans de natuur
zwijgt, en de uitstervende trompetklanken vanin de verte doet die stilte tot in
ons hart doordringen.
Geluidloos gaan allen binnen en blijven rechtop staan
voor hun bed.
De completen worden gebeden en gezongen door de
jongens.
Ze knielen neer voor hun bed en bedanken Maria voor al
het schone dat ze die dag ondervonden hebben, voor dat grote geluk dat ze
gekend hebben, en dat zovelen niet kennen.
Ze liggen op het harde stro maar spoedig zullen ze
slapen als echte marmotten.
De leiders dekken hen nog eens goed onder, en weldra ligt alles in rustige
slaap.
De leiders waken nog een tijdje over hen en zullen dan
samenkomen om de afgelopen dag te bespreken, en de volgende dag voor te
bereiden.
Zo verloopt daar elke dag van het bivak, in geest van
tucht en stijl en gebed.
Zo moeten onze chirojongens thuis ook leren van
diezelfde chirogeest mee te dragen, die geest van flinke, christelelijke
chirojongens.
Ze zijn niet alleen chirojongens op het bivak of s
zondags namiddag, ze moeten chirojongen leren worden elke dag : blije jongens,
kranige jongens, christelijke jongens !
Louis Vloebergh.
|