1984 Donderdag 12 april : Open schoolvergadering in lagere school
te Leest.
De Sted.Lagere school organiseerde
in eigen huis (Ten Moortele) een algemene
oudervergadering voor iedereen die
intresse had in wat op dat ogenblik aan het
gebeuren was in het onderwijs.
In het eerste deel van de avond, om
20 uur, sprak schoolhoofd Gobien over
Waarheen kan of moet het met de
Stedelijke Lagere school Leest.
Volgens hem moest de school mee
evolueren met de maatschappij. Het onderwijs
moest kunnen inpikken op nieuwe
maatschappelijke ontwikkelingen. De school
diende als het ware een verlengstuk
te zijn van het gezin, de centrale cel in de
samenleving. Om dit te
bewerkstelligen was een goed contact met de ouders van
leerlingen noodzakelijk.
Wat het onderwijs zelf betrof, elke
vernieuwing op pedagogisch vlak diende
kritisch onderzocht te worden en
indien de vernieuwing zin had, toegepast.
Zo liep er dat jaar in de Leestse
lagere school een experiment inzake
niveaulezen met als bedoeling
leerlingen volgens hun lees-capaciteit bij
elkaar te brengen en niet zoals
klassiek volgens hun leeftijd.
Tot slot van zijn toespraak zegde
Constant Gobien te zullen blijven ijveren voor
pluralisme in zijn school. Respect
voor andermans ideeën, diende immers
van jongsaf aangeleerd te worden,
opdat het de volwassen mens zou sieren.
Daarna kon men in de klassen de
tentoonstelling Esthetica bezichtigen, een
tentoonstelling van zowel de
vroegere typisch vrouwelijke handwerkjes, als
van knutselwerk uit de lessen
handenarbeid.
In de eetzaal kon men terecht voor
een gratis glas bier of een kop koffie.
Om 21 uur sprak schepen van
onderwijs en zelf ere-hoofdinspecteur G. Joris
over De plaats van de Lagere
School Leest in het Mechels Sted.Onderwijs.
Ook over de vernieuwingen,
mogelijkheden en problemen van het onderwijs
in de toekomst maar hij stelde tot
zijn spijt vast dat hij haast niets aan de zo
volledige uiteenzetting van
Constant Gobien kon toevoegen.
Niettegenstaande de felle
concurrentie van de televisie, simultaan stonden
de populaire reeksen Dallas en de
Doornvogels geprogrammeerd, waren er
toch nog ruim 70 aanwezigen.
(Samenvatting van artikels uit de
Gva, het HLN en de Schoolkrant)
1984 12 april De Mechelse Week :.
Ons jeugdig Voetbaltalent
Jeugd op VV Leest :
doorstroming komt op gang.
In
onze reeks over het jeugdbeleid sluit 2de provincialer VV Leest het
rijtje af.
Wij babbelden met dhr. Emiel Spruyt, voorzitter van de club en tevens
afgevaardigde van miniemen en preminiemen.
VV Leest komt in competitie uit sinds 1974 en is dus een relatief jonge club.
Wel kon er 10 jaar geleden al onmiddellijk gestart worden met scholieren en
kadetten als gevolg van een intensieve mond aan mond reclame in de Leestse
scholen.
Een
jeugdbestuur is er op VV nooit geweest, dhr. Spruyt is trouwens geen
voorstander van 2 beleidsorganen binnen één en dezelfde club.
Momenteel
telt VV 5 jeugdploegen, maar slechts zon 75 actieve jeugdspelers. Dit toch
vrij klein aantal is volgens onze zegsman vooral te wijten aan het geringe
bevolkingscijfer van een plattelandsgemeente als Leest. Wel is het gros van de
spelers in Leest zelf woonachtig. Bovendien is het een principe van de
clubleiding dat er nooit mag overgegaan worden tot het ronselen van
jeugdspelers, maar dat de jongens steeds spontaan en uit eigen beweging naar de
Leestse terreinen moeten komen afzakken.
De
huidige stand van zaken op VV toont aan dat dit principe aardig in ere gehouden
wordt.
Miniemen en preminiemen trainen 1 x per week én apart, maar wel onder dezelfde
trainer. De scholieren en kadetten komen wekelijks 2 x bijeen, eveneens onder
leiding van éénzelfde oefenmeester. Bovendien trainen zij ook gezamelijk, en
dit vanwege de relatief kleine kernen.
De juniors tenslotte trainen apart, onder leiding van William Selleslagh, de
ex-KV Mechelen speler die zoals bekend nu de kleuren van VV Leest verdedigt.
Misschien,
zegt dhr. Spruyt, zou het beter zijn, moesten we voor elke ploeg een andere
trainer hebben, maar anderzijds mag toch ook niet over het hoofd gezien worden
dat alle trainers op VV Leest betaald worden en dat, als men nieuwe mensen
aantrekt, in de zin dan van buitenstaanders, men nooit vooraf weet welk vlees
men in de kuip heeft. Nee, dan werken we liever zoals dat nu gaat, met een paar
zeer degelijke trainers, die door de jeugd gekend, vertrouwd en gerespecteerd
worden, besluit onze gesprekspartner. Het is een redenering die steek houdt.
Bovendien heeft men niet te klagen van resultaten in de jeugdreeksen. Zo wonnen
de miniemen drie jaar geleden nog de beker Van Looy, meteen een aanleiding voor
deze knaapjes om het in die beker, vanwege alles bereikt, voor bekeken te houden
en zich op de competitie te storten.
In
tegenstelling tot veel andere clubs, organiseert VV Leest geen jeugdtornooien.
Mechelen is al verzadigd van dergelijke tornooien, zeft dhr. Spruyt. Wel is er
o.a. het jaarlijks tornooi voor eerste elftallen, of de Volksfeesten, die dit
jaar hopelijk van windhozen gespaard zullen blijven. Eveneens een verschil met
veel andere clubs, is dat VV geen problemen kent op het vlak van terreinen
en/of accomodaties. Het 2de veld is ondertussen zelfs al eigendom
van de club geworden !
Het
bestuur omvat 12 leden, waaronder de jeugdafgevaardigden, die op de
maandelijkse vergaderingen de eventuele problemen van hun ploeg op tafel kunnen
werpen. Via deze afgevaardigden hebben ook de trainers hun zegje in het
bestuur. Met betrekking tot de coördinatie tussen de trainingen van de
verschillende ploegen, beleggen de trainers onderling soms ook vergaderingen,
waarvan het bestuur dan verslagjes krijgt.
Vanaf
de leeftijd van kadet tenslotte houden de trainers van elke speler een fiche
bij, waarop gegevens genoteerdstaan
m.b.t. prestaties, mentaliteit op en rond het veld, enz.
Drie
juniors zijn momenteel vaste keus in het eerste elftal. Nu pas valt er dus een
begin van doorstroming waar te nemen, logisch als we weten dat de club nog maar
vanaf 1974 met jeugd bezig is, en als we de normale doorstromingscyclus in acht
nemen. Bovendien is, vanwege het hogere spelpeil, de stap van juniors naar
eerste ploeg veel groter in 2de provinciale dan dat bv. In 4de
het geval is. Toch hoopt VV Leest de doorstroming geleidelijk aan te verbeteren
en op punt te stellen. Verder verkiest VV de huidige gang van zaken, te weten
het behoorlijk meedraaien in 2de, boven een staartpositie in 1ste
provinciale. Het is een wens die blijkt geeft van realiteitszin, niet in het
minst met het oog op de publieke belangstelling.
Tot
slot doet dhr. Spruyt langs deze weg een oproep tot de ouders om méér naar de
wedstrijden van hun kinderen te komen kijken en vraagt hij ons ook nog om de
damesploegen van VV die eigenlijk ook jeugd zijn, ééns in de schijnwerper te
zetten. Dat doen we natuurlijk graag ! VV Leest is inderdaad, naast
gemeentegenoot SK, de enige club in het Mechelse, die met een damesploeg in
competitie uitkomt in de al evenzeer enige provinciale reeks, die Antwerpen rijk
is. Ofschoon eigenlijke jeugdcompetitie bij de dames niet bestaat, kunnen we de
meisjes van VV toch als jeugd beschouwen, vermits zij in leeftijd variëren van
15 tot 18 jaar. De voetbalbond bepaalt trouwens dat er pas vanaf 15 jaar in
competitie mag gestart worden. VV Leest heeft in totaal zon 25 dames, die
verdeeld zijn over 2 ploegen, één voor de competitie en één die nog te jong is
en zich dus dient te beperken tot vriendschappelijke wedstrijden. Op aanvraag
van de dames zelf, is de club er mee begonnen in 1982 maar dit is slechts het 1e
jaar competitie. Nu nog komen er geregeld meisjes bij, die voor 95% uit Leest
zelf afkomstig zijn. Er wordt 1 x per week getraind en naar verluidt zou het
niveau van de trainingen overeenstemmen met dat wat de scholieren te verwerken
krijgen.
Ons
jeugdig voetbaltalent, waarom zou die titel ook niet voor meisjes kunnen opgaan
?
(Sven
Hendrickx)
Fotos :
-Emiel
Spruyt (°Hombeek 22/9/1938, +Leest 29/9/1999) was een schoonbroer van Gust
Emmeregs.
Dat
de Leestsesteenweg een dodenbaan is voor fietsers en voetgangers, is een
algemeen geweten feit. Maar deze zeer gevaarlijke weg vormt de laatste dagen
weer het gesprek van de dag, en meer bepaald door het ongeluk, waarbij D. VAN
STEEN uit Leest ernstig gewond werd.
De Leestsesteenweg is de baan die vanaf Battelbrug vertrekt richting Leest.
Destijds
kwam deze baan reeds in de belangstelling door het protest van de bewoners.
De
riolering is er alles behalve, waardoor bij regenweer de baan eerder omgevormd
wordt tot een waterloop. Vooral in de winterperiode gebeuren hier veel
slippartijen door de plassen.
Vreemde
autobestuurders worden hier dan ook regelmatig verrast door spiegelgladde
wegen. Maar anderzijds is de Leestsesteenweg ook een druk bereden baan.
En
veel te smal voor het verkeer dat ze dagelijks moet slikken.
Voor de fietsers en voetgangers zijn er geen stroken voorzien.
s
Nachts is het hier ook zeer donker. De schamele openbare verlichting verliest
nog aan haar kracht door het gebladerte van de bomen.
Vele autobestuurders zien regelmatig plots enkele meters voor hun wagen een
fietser of voetganger opdoemen.
Als
er dan ook nog een tegenligger komt die de bestuurder gedeeltelijk verblindt,
blijven de nefaste gevolgen niet uit.
Tot
hier toe is er nog geen dode gevallen. Maar vele Leestenaren houden hun hart
vast, dat dit vandaag of morgen toch eens zal gebeuren. Zij zien dan ook met
angst hun kinderen dagelijks naar de scholen te Mechelen trekken.
Er wordt te Mechelen heel wat gedaan voor de bescherming van de zwakke
weggebruikers.. De Leestsesteenweg is ook dringend aan een onderzoek toe en
beveiligende maatregelen voor fietsers en voetgangers zouden te Leest in ieder
geval geapprecieerd worden.
PB
Op 11 april blokletterde Het Laatste
Nieuws : Volgend jaar krijgt Leestsesteenweg te Mechelen nieuwe riolering.
Deze krant liet ook enkele bewoners aan
het woord ivm problemen met riolering en de veiligheid.
Zoals
de meeste mensen hebben wij 2 sceptische putten, die echter door de vochtige
ondergrond overstromen in plaats van in de bodem leeg te vloeien. Toen we hier
6 jaar geleden kwamen wonen, werd ons weldra beloofd dat we konden aansluiten
op de riolering. Door de vele woningen die er zijn bijgekomen, stroomt het
afvalwater hier gewoon over de openbare weg. Wij kunnen onmogelijk onze putten
steeds laten leegpompen, dat zou veel te hoog oplopen. Het ergste is dat de
automobilisten veel te vlugrijden, aan
de bochten plots remmen en dan aan t slingeren gaan. Zo loopt er nog steeds
een rechtszaak van een motorrijder die hier een rugletsel opliep en nu een
proces voert tegen de zogenaamde eigenaar van het ijswater.
In
februari gebeurde terug een ongeval, waarvoor nu zomaar 7 bewoners een brief
kregen, waarbij ze verantwoordelijk gesteld werden.
1984 10 april : Begrafenis Bertje VAN BUGGENHOUT
Bert was te Bonheiden geboren op 3
november 1977.
Toen hij op 5 april 1984 door de
schoolbus werd afgezet aan zijn woning in de Kleine Heide, werd hij bij het
oversteken van de straat aangereden door een wagen, met dodelijk gevolg. Het
jongetje was nog geen zeven.
Op verzoek van zijn ouders werd de
afscheidsrede in de kerk gepubliceerdin
de Schoolkrant van de Stedelijke Lagere School (jaargang 4, nr.2) :
Afscheidsrede
naar aanleiding van het overlijden van BERT VAN BUGGENHOUT, leerling van de 1ste
klas.
Geachte
ouders, achtbare familieleden, vrienden, beste kinderen,
t
Is hard te sterven als de lente komt ! Vorige week hebben we dat allen aan den
lijve ondervonden ! Datgene wat donderdag ll. gebeurd is, heeft ons overvallen
als was het een donderslag bij klaarlichte hemel. Wij hadden nooit kunnen
denken dat zulk een ongeval hier bij ons zou kunnen gebeuren ook al wordt er
elke dag minstens één in de kranten vermeld.
Aanvankelijk
geloof je er niet in of kun je er niet in geloven ! En toch is het gebeurd en
we kunnen er helemaal niets aan veranderen ! Het enige wat we kunnen doen, is
hopen dat het zich niet meer herhaalt.
Als
iemand op gezegende ouderdom van ons heengaat, tonen wij ons verdriet ! Maar
zon heengaan kunnen we makkelijker aanvaarden en verwerken omdat de overledene
dan toch nog een gevuld leven achter de rug heeft.
Het
wordt al moeilijker als iemand in de bloei van zijn leven van ons moet
heengaan. En deze keer zijn we samengekomen om afscheid te nemen van een
jongetje dat pas aan zijn leven was begonnen. Als ouders kunnen we ons indenken
wat de vader en de moeder van Bertje de voorbije dagen hebben doorgemaakt !
Woorden schieten hier tekort om onze gevoelens uit te drukken. Om eerlijk te
zijn : het gaat niet met woorden !
Toen
we donderdagavond laat het nieuws vernamen van één van de ouders van een
leerling dat er omstreeks kwart over vier een ongeval was gebeurd en dat er een
schoolkind bij betrokken was, vermoedden we niet dat het zo erg zou geweest
zijn. Toen we dan omstreeks halftien de ware toedracht vernamen, zaten we er
versteld bij en dan zeg je steeds tegen jezelf : Het kan niet ! Het is niet
mogelijk ! Het mag niet !
Dan
blijf je verslagen zitten en begin je te denken over het leven ! Dan worden
alledaagse problemen en misverstanden tussen mensen tot hun ware belangrijkheid
teruggebracht ! Dan pas ga je echt beseffen hoe kostbaar het leven is ! En dat
beseffen we nu maar al te best
De
voorbije dagen hebben we Bert Van Buggenhout dikwijls in onze gedachten
teruggezien ! Bertje was één van de vele zonnetjes in onze eerste klas. We
kenden hem eerder als een stil ventje dat niet opviel door zijn hoog woord,
daarvoor was hij te rustig en te kalm !
Bertje
viel eerder op door zijn werkkracht en door zijn ijver ! Als hij tevreden was
over zijn werk, als hij een schouderklopje kreeg van de juf, als hij plezier
had, dan was er geen luide lach maar dan kwam er een eenvoudige, stille
glimlach om zijn lippen en toen begonnen zijn ogen te schitteren ! En dat greep
je meer aan dan het luidruchtigste gelach !
Bertje,
uw
ouders, uw zusjes, uw juf, uw klasgenootjes en wij allen zullen niet meer
kunnen meegenieten van uw warme glimlach en van uw blinkende oogjes !We danken U omdat we ik zou het noemen- van
deze eenvoudige geschenken hebben mogen genieten. We danken U voor uw
werkkracht en voor uw inzet ! Uw ouders waren terecht fier op U, maar ook uw
juf en alle personeelsleden van onze school. U ging een mooie toekomst
tegemoet tot deze door een ongelukkige samenloop van omstandigheden op
donderdag ll. werd afgebroken. Dat is de droevige werkelijkheid en daarbij
moeten we ons helaas neerleggen !
Duurbare
familie,
Wij
bieden U hierbij onze innige deelneming aan namens het Stadsbestuur van
Mechelen en in t bijzonder namens de Schepen van Openbaar Onderwijs, namens de
heer Huysmans, ere-schoolhoofd, namens alle leerkrachten, de leerlingen en hun
ouders, namens de oud-leerlingen en de Vriendenkring van onze school.
Bij
t einde van de lagere school zegt het schoolhoofd tot zijn leerlingen :
Kinderen, het gaat goed met jullie ! Wij hebben samen een fijne tijd gehad !
Ik zeg jullie geen vaarwel maar tot ziens !
Tot
ons groot spijt moeten we vandaag nadat Bertje slechts een goede zeven maanden
bij ons op school was- al zeggen : Bertje, we danken U van ganser harte omdat
we U gekend hebben en omdat U ons heeft laten genieten van uw eenvoudige,
kinderlijke goedheid !
Vaarwel,
Bertje ! Rust zacht in vrede na dit echt te korte leven !
Dinsdag, 10 april 1984.
In dezelfde Schoolkrant verscheen een
item over het schoolvervoer en hoe dat in de gemeente geregeld was en met een
terechte sneer naar de Overheid die naliet voor een transparante wetgeving te
zorgen.
SCHOOLVERVOER
Elke
dag rijden er duizenden schoolbussen in ons land die de leerlingen ophalen en
terugbrengen. En toch bestaat er in ons land geen wetgeving op de taak van de
leerkracht met toezicht op de schoolbus. Elke school regelt het toezicht op
haar manier. Ook voor de leerkrachten van onze school hebben we zelf een
omschrijving van de taak opgesteld.
Zo
hebben wij bij de aanvang van het schooljaar in de informatiebrochure het
volgende meegedeeld : De ouders worden verzocht hun kinderen tot aan de
halte te begeleiden en deze daar ook
te komen ophalen.
Het
is duidelijk dat de ouders hun kinderen mogen helpen bij het opstappen op de
schoolbus. Voor het afstappen hebben wij de volgende regeling getroffen :
-Indien
er grote kinderen (van 10 jaar en ouder) van de bus stappen en dat gebeurt in
straten met heel weinig verkeer of in straten die smal zijn, dan mogen deze
kinderen alleen afstappen.
-Indien
de schoolbus stopt aan een drukke straat of aan een halte waarvoor nog een
fietspad ligt dan dienden de leerkrachten van onze school eerst zelf van de
schoolbus te stappen (dit is zo het geval voor de haltes aan de Juniorslaan).
-Indien
de schoolbus stopt aan een drukke en gevaarlijke straat (b.v. de Kouter) dan
stapt de leerkacht ook van de bus. Indien er aan deze halte geen ouders hun
kinderen opwachten, dan worden de kinderen tot over de straat begeleid door de
leerkracht met toezicht op de schoolbus.
Deze
regeling wordt door de leerkrachten van onze school reeds jaren op deze manier
toegepast.
Reeds
een vijftal jaren dringen we bij het ministerie aan op een duidelijke wetgeving
terzake. We weten echter niet waarom deze regeling er maar niet wil komen !
Van
de Heer F.L. Lauwers, schoolhoofd van de S.L.S. Hombeek vernamen we een tijd
geleden hoe het schoolvervoer in de Verenigde Staten van Amerika is geregeld.
Een paar jaar geleden heeft hij een paar maanden in dat land verbleven en hij
was ten zeerste onder de indruk van de regeling van het schoolvervoer aldaar.
In
de eerste plaats zijn de schoolbussen daar bijzonder goed te herkennen. Zij
zijn allemaal geschilderd in een oranjegele kleur met daarop langs alle zijden
de tekst schoolbus. Deze schoolbussen vallen dan ook direct op.
Indien
de Amerikanse schoolbussen aan een halte stoppen, beginnen er vooraan en
achteraan op de bus grote rode knipperlichten te branden. Dan gaan de deuren
open en kunnen de leerlingen zelf uitstappen. De Amerikanse leerkracht met
toezicht blijft op de schoolbus.
Al
het verkeer (wagens, fietsers, voetgangers, ) blijft stilstaan tot zolang de
knipperlichten branden. De schoolbus wacht aan de halte tot de leerlingen de
straat hebben overgestoken. Dan gaan de knipperlichten uit en rijdt de bus
verder. Dan kan ook het gewone verkeer verder !
Misschien
kan deze regeling in ons land worden ingevoerd, maar !
1984 7 en 8 april : Toneel Rust Roest -De Dwaasheid heeft haar eigen Rechten
Dit luimig spel in drie bedrijven van
John Patrick werd door 11 acteurs van Rust Roest opgevoerd telkens om 20 uur
in de zaal Sint-Cecilia.
De regie berustte bij Guido Hellemans.
Toegangsprijs : 100 fr. (in voorverkoop
80 fr.)
Rust
Roest stond weer op het podium
Als
Rust Roest uit Leest een toneelwerk op de planken brengt is men zeker van de
kwaliteit ervan. De toeschouwers weten dit ook, en velen van buiten de gemeente
verheugen zich met recht en rede op een toneel gebracht door dit
liefhebbersgezelschap. Ook ditmaal had regisseur Guido Hellemans weer zon
speciaal stuk gekozen.
Een
stuk waar plaats was voor een glimlach, maar een werk dat bij nader toezien
eigenlijk iets droevigs in zich heeft.
Een
vraag die gesteld wordt : zijn sommige mensen gek of is de maatschappij gek ?
Het hele gebeuren speelde zich af in een rusthuis voor zenuwzieken.
Willy Keysers had een mooi decor opgebouwd. Ook de personages werden goed
vertolkt. Voor Wendy Van Steen en Jan Boecken was hun debuutrol wel de
vuurdoop.
Zij
leverden het bewijs dat er pit in hun toneelkunst zat.
Hilde
De Kock kreeg een geknipte rol.
Zij wist hierin werkelijk gevoel te leggen en kreeg dan ook de sympathie van
het ganse publiek met zich mee.
Renild
Polfliet, Jan Emmeregs en Marc Windelen, allen patiënten in het rusthuis,
vertolkten hun rol zoals het hoorde.
De
hoofdrol Mw. Fortune vertolkt door Nicole Van Ginderachter, was goed, alhoewel
hier misschien nog iets meer in te leggen was.
Een
ondankbare rol werd aan Imelda Van der Hasselt en Toni Peeters gegeven. Zij
moesten zich steeds vlak houden. Toch wisten zij de harten van het publiek te
veroveren, en dit kon tenslotte maar door hun acteertalent.
Was
er tenslotte nog Marcel Verwerft, een man die de klappen van de zweep kent en
Liesbeth Cadeé ook voor niets vervaard.
Met
de inbreng van het kleine figurantje, Joris Diddens, kan men stellen dat Rust
Roest, dit toch moeilijk stuk, meer dan behoorlijk gebracht heeft.
Kwam
de grime bij sommige personages wat hard over, en kwam er wel eens een
ongewenst geluid van achter de schermen, toch werd daar goed werk verricht door
Roger Janssens (teksthulp), grime (Vera Moernaut), klankbeeld (Karel Mertens),
kostumes (Miloe Van Stijvoort), decorbouw (Willy Keysers en Frans Lamberts),
decoraankleding (Stefan De Laet), belichting en technische leiding (Vic
Diddens) en algemene regie : Guido Hellemans.
De
regisseur zorgde trouwens ook voor enkele bindteksten, die het ganse gebeuren
een extra-ondersteuning gaven.
(GvM,12 april 1984)
-Het
Leestse toneelgezelschap dat De dwaasheid heeft haar eigen rechten tot een
goed einde bracht.
De
scholierenploeg van S.K.Leest met bovenaan rechts afgevaardigde Louis Vanden
Bosch en verzorger Marcel Van Hoof uit de Dorpstraat.
1984 Aprilnummer De Band : VEVOC-VOLLEY
Na
een lange stilte vonden we het niet ongepast eens een artikel in De Band te
schrijven over The A-team van Vevoc.
Reeds
jaren wordt er volleybal gespeeld door Vevoc in de Alos-competitie. Jaar na
jaar groeide de ploeg, ze werd technisch en vooral sportief en
kameraadschappelijkbeter. Dit
resulteerde in beter volley en een doorstoten naar de hoogste reeks met een
waarschijnlijke kampioenstitel als toemaat.
Reeds
twee jaar vecht onze A-ploeg met wisselend succes om de kampioenstitel tegen de
ploeg van O.L.V.Waver. Dit jaar schijn niets The A-team te kunnen kloppen en
zal er einde seizoen een titel mogen gevierd worden. Deze titel is eveneens het
resultaat van een prima voorbereiding. Tornooien en oefenwedstrijdenwerden gespeeld tegen hoger gekwoteerde
tegenstrevers, die echter spoedig ondervonden dat ondanks het feit dat Leest
geen ploeg telt in de Belgische Volleybalbond er daar toch aardig volley gespeeld
werd.
Ploegen
uit tweede en derde provinciaal die dachten een rustig oefenpartijtje te spelen
werden door The A-team even rustig wandelen gestuurd.
Het
is dan ook niet verwonderlijk dat er steeds meer tornooiorganisatoren onze
ploeg op de affiche wensen en bereid zijn concessies te doen.
Daarom
een welgemeend proficiat aan alle spelers die ongetwijfeld het meest
succesrijke maar ook plezantste jaar van Vevoc-volley meemaakten.
1984 Maandag 2 april : Schaken in t Seel
Alle geïnteresseerden die hielden van
schaken, zowel beginnelingen als
gevorderden, werden die dag in t
Seel verwacht. (DB, april 84)
1984
5 april De Mechelse Week :
S.K.Leest
: de kinderschoenen worden nu pas aangetrokken
De
bedoeling van deze artikelenreeks is altijd geweest het jeugdbeleid van de
diverse voetbalclubs uit de Mechelse regio zo accuraat mogelijk door te
lichten.Telken werd daarbij een min of meer vast patroon aangehouden, waarbij
er steeds naar gestreefd werd de preciese aard van de jeugdbewerking op een
club uit de doeken te doen.
Een club als S.K.Leest evenwel eist een compleet andere benadering. Inderdaad
staat S.K. zonder dit denigrerend te bedoelen, op gebied van jeugdwerking nog
zo goed als nergens en waar andere clubs in deze reeks gewoonlijk terugblikten
op hun beginjaren of het hadden over de evolutie van het gevoerde jeugdbeleid,
zit S.K. nog maar in het stadium waarin de veters van de
jeugdwerkingkinderschoentjes vastgeknoopt worden, en kan het dus alleen maar
vooruit kijken. Louis Vanden Bosch, bestuurslid en afgevaardigde van de
scholierenploeg, zet feiten en oorzaken op een rijtje.
S.K.Leest
werd opgericht in 1964 onder de naam Telstar Leest. Aanvankelijk werd er
begonnen als caféploeg, maar na een paar jaar zag men in dat dit eigenlijk weinig
perspectieven bood, en omdat het in die tijd een ongeschreven wet was dat alle
caféploegen zich vroeg of laat aansloten bij het Katholiek Liefhebbersverbond,
werd in 1966 ook bij Telstar tot die overstap besloten. In die beginperiode had
de club zeker niet te klagen van belangstelling vanwege de jeugd, want vermits
er in de onmiddellijke omgeving geen andere voetbalverenigingen waren, kwamen
er al vlug heel wat jeugdspelers naar de Leestse terreinen afgezakt. Dit
fenomeen bleek echter een doodbloeier te zijn en na een paar jaar telde Telstar
alleen nog een elftal en een reserveteam, die grotendeels bestonden uit
spelers, die bij hun oorspronkelijke clubs om de één of andere reden door de
mand gevallen waren, én uit complete voetballeken. In 1977 dan werd de benaming
Telstar vervangen door S.K.Leest, en dit ging gepaard met de oprichting van een
VZW, teneinde de hoge werkingskosten van de club te drukken. Geleidelijk aan
groeide ook de idee om de Katholieke Bond op te geven voor een aansluiting bij
de Belgische Voetbalbond. De realiteit had immers uitgewezen dat de competitie
in de Katholieke Bond té verre verplaatsingen met zich meebracht en bovendien
geraakte een verjongd en dynamischer bestuur meer en meer van oordeel dat de
uitstraling van de Belgische Bond niet alleen meer supporters aanlokte, maar
ook een gunstige weerslag had op het sportief spelniveau.
Ondertussen
is de kogel door de kerk, want vanaf dit seizoen speelt S.K. inderdaad bij de
Belgische Bond. Een aansluiting bij deze bond impliceert evenwel altijd de
verplichtingen minstens één jeugdploeg uit de grond te stampen, bij het niet
voldoen aan deze voorwaarde wordt er immers vanuit de bond een boete opgelegd,
en S.K. is nu niet bepaald een club van miljonairs !
De
periode voor de aanvang van het huidige seizoen werd dan ook gekenmerkt door
een verbeten zoektocht naar jonge spelers. Contacten werden genomen met andere
clubs en vanwege de goede relatie tussen de beide voorzitters vooral dan met
Racing Mechelen, werden alzo adressenlijsten bekomen, de spelers werden
vervolgens persoonlijk aangeschreven, er werden huis aan huis bezoeken
afgelegd, de eerste aansluitingen werden gerealiseerd, kortom langzamerhand
begon er zich een ploeg te vormen en begon het meer en meer vast te staan dat
S.K. een boete zou ontlopen. Niettemin is de zoektocht niet helemaal tot een
goed einde gebracht, ondanks de enorme inspanningen van het bestuur, dat
werkelijk hemel en aarde verzet heeft om zoveel mogelijk jongens naar de
Leestse velden te lokken.Ten eerste is er de geografische ligging, die immers
niet bepaald in het voordeel speelt. Als nieuwkomer is het altijd al moeilijk
een plaatsje onder de zon te veroveren, en deze waarheid telt dubbel in een
omgeving die reeds verzadigd is van voetbalclubs, en waar de meeste knapen al
ergens anders aangesloten zijn. Bovendien heeft S.K.Leest in eigen gemeente dan
nog af te rekenen met de concurrentie van grote broer V.V., die onmiskenbaar
een grotere uitstraling heeft. Dit succes heeft er toe geleid dat, in
vergelijking, of liever in contrast met de gedane inspanningen, er relatief
weinig aansluitingen genoteerd werden.
Ten
tweede dient opgemerkt dat heel wat spelers die bij S.K. getekend hadden, na
een paar maanden al niet meer kwamen opdagen. Tenslotte is het weliswaar zo dat
S.K. aan de voorwaarden van de bond heeft voldaan door met een jeugdploeg in de
competitie te starten, maar daar staat tegenover dat men noodgedwongen vrede
heeft moeten nemen met het feit dat de ploeg, die voor S.K. redding bracht, een
scholierenploeg zou zijn, en niet, zoalsin elk geval verkieselijk zou geweest zijn, een miniementeam. Als men
echter weet dat de meeste clubs, met het oog op de konsekwentie en de
rechtlijnigheid van het beleid, zo jong mogelijk met jeugdopleiding beginnen,
en als men dan ook beseft dat het meestal vanaf de scholieren is dat het spel
ernstiger gespeeld wordt en dat er homogene, op elkaar ingestelde groepen
gevormd worden, is het ergens logisch dat S.K. , in antwoord op de vraag aan
andere clubs om wat spelers af te staan, alleen maar scholieren gekregen heeft,
en dan nog enkel die scholieren, die om één of andere reden niet in aanmerking
kwamen voor een directe opname in de vaste selectie van hun oorspronkelijke
clubs.
Met
dit alles voor ogen, zal het niet verwonderen dat de scholieren van S.K.Leest
het enerzijds moeten rooien met een zeer beperkte kern, en anderzijds
voorlaatste in hun reeks staan.
De
hamvraag is nu hoe S.K. zijn problemen zoekt op te lossen, en of er al concrete
plannen op tafel liggen om meer jeugdspelers aan te trekken. De eerste stappen
zijn reeds gezet, want momenteel is de club druk bezig met het ontwikkelen van
een prospectiepolitiek, die zich vooral concentreert op het gebeid rond de
Battelse Steenweg, volgens Louis Vanden Bosch een omgeving die, op het vlak van
recrutering, nog enige perspectieven biedt. Verder is men er zich van bewust
dat er dringend iets moet gedaan woorden om de naam van S.K.Leest een grotere
bekendheid in het Mechelse te geven. De vrij goede resultaten, die momenteel
door de eerste ploeg bijeengespeeld worden, zorgen in dat opzicht reeds voor
een initiale positieve propagering. De grote ambitie van S.K. is uiteraard om
ooit te komen tot volledige jeugdreeksen, maar voorlopig wil men niet verder
kijken dan de neus lang is, en op dit moment werkt de club volop aan de
oprichting van een juniorsploeg, die volgend seizoen naar alle
waarschijnlijkheid de competitie reeds zal kunnen aanvatten. Veel hangt echter
af van het aantal aansluitingen, die uit de geplande prospectie gepuurd wordt,
waarbij, moest men bvb. wél enige kadetten kunnen aansluiten, maar er
anderzijds geen team mee kunnen vormen, Leest zich voorneemt om deze kadetten
dan uit te lenen aan andere clubs in ruil voor meer scholieren, als tenminste
de ouders van de betrokken spelers met deze transactie akkoord gaan.
Met
het oog op de toekomst, wordt ook de oprichting van een jeugdbestuur
noodzakelijk geacht, en, als is men het over de juiste formule nog niet eens,
dan toch beseft men dat het in elk geval wenselijk zou zijn, mocht het huidige
bestuur, dat 7 leden telt, aangevuld kan worden met enkele mensen, die zich
uitsluitend om de jeugd bekommeren.
Indien
men volgend jaar reeds met juniors start, zou het wel in de bedoeling liggen
dezen zo vlug mogelijk in te schakelen in het eerste elftal, want het
instandhoudenvan een eerste ploeg,
enkele en alleen door aankopen zoals dat momenteel gebeurt, valt op lange
termijn enorm duur uit. Overigens is Louis er voorstander van dat de juniors apart
zouden trainen én met een eigen oefenmeester, maar tegelijkertijd onder
nauwlettend toezicht van de trainer van het A-team.
Op
gebeid van jeugdtrainers zou men trouwens de voorkeur gevan aan spelers of
ex-spelers van S.K. zelf. Tenslotte wordt volgend seizoen een 2de
terrein in gebruik genomen, en streeft men ook nog naar het aantrekken van een
aparte sponsor voor de jeugd, weliswaar in overeenstemming met de huidige
sponsor.
Zoveel
is duidelijk, de voorwaardelijke wijs is in dit artikel schering en inslag, en
eigenlijk zouden we binnen een jaar of tien nog eens een bezoekje aan S.K.Leest
moeten brengen om na te gaan in hoeverre de plannen gerealiseerd zijn geworden
en om te zien hoever de club dan al staat op het gebied van jeugdwerking. Op
dit moment kunnen we S.K.Leest alleen maar veel succes toewensen.
Sven Hendrickx.
1984 Vrijdag 6 april : Grote dag voor het Stedelijk Onderwijs
Die dag werden alle kinderen van de
Leestse Stedelijke School te Mechelen verwacht op uitnodiging van de Schepen
van Onderwijs. De ouders hadden volgend bericht ontvangen :
Stad
Mechelen
Schepen
van OnderwijsAan
de Ouders,
Vrijdag
6 april wordt een grote dag voor ons Stedelijk Onderwijs. ALLE kleuters
(uitgezonderd 1ste Kindertuin), leerlingen en studenten verzamelen
die dag om 13.OO u. op de Grote Markt. Na een korte toespraak door de heer J.
Ramaekers, burgemeester en de heer G. Joris, Schepen van Openbaar Onderwijs,
vertrekken de kinderen en stappen langs de Bruul naar de Vijfhoek. De kleuters
en de leerlingen van het 1ste en 2de leerjaar wandelen
door de Kruidtuin naar de Zandpoortvest, waar ze kunnen deelnemen aan een
ballonwedstrijd. Vandaar worden ze met de bus terug naar school gebracht. In de
school wordt hen een versnapering aangeboden.
De
leerlingen van het 3de, 4de, 5de en 6de
leerjaar stappen tot in de gebouwen van SITO, waar zij een stuk fruit krijgen.
Daarna
: terugkeer per klas naar school.
Beste
ouders, ik dank U van harte voor het vertrouwen dat u stelt in ons Mechels
Stedelijk Onderwijs, ik ben er van overtuigd op uw volledige medewerking te
mogen rekenen.
Laat vrijdag 6 april 1984 een onvergetelijke dag worden voor uw kind en ons
Stedelijk Onderwijs.
Hoogachtend, G. Joris, Schepen van Openbaar Onderwijs.
1984 7 april : KRUISBOOG-SCHIETENin t Seel
Jong
of oud die van Kruisboog-schieten houden worden verwacht op een eerste
bijeenkomst om 20 uur in t Seel.
Zij
die reeds in een kruisbooggilde zijn verwachten wij ook om ons te helpen bij de
start.
1984 April De Band : Leestenaars treden zo uit de oude doos :
Een opstel
van Petrus VAN HERP van 25 januari 1947.
Een
arme klopt aan.
t
Was op een koude winterdag, kort na de oorlog. De ijzige noorderwind blies fel
genoeg om groot en klein binnen te jagen.
s
Middags zaten we rond de tafel geschaard, gereed om beginnen te eten. Er werd
hard op de deur geklopt. Ik mocht gaan opendoen. Daar stond een stumperd voor
mij ; hij vroeg om eten. Ik zegde tot deze bedelaar : Kom gauw uit het gure
weer man, ik zal eens gaan vragen of ge u moogt komen opwarmen.
Mijn
ouders stemden toe en moeder riep : Kom hier bij de kachel u wat warmen.
Een
poosje later schoof moeder hem een tafeltje bij. Daar kwam dan nog wat warme
soep met een paar boterhammen. Nieuwgierig ging ik er nogal kortbij staan. De
man was tevreden, dat zag ik aan zijn gezicht, en hij moest zijn blijdschap
laten blijken.
God zal u zegenen, zeide hij. Moeder haalde daarna nog een afgedragen jekker
van onze peter voor de dag en trok hem die aan.
De vreemde man ging opgewarmd en opgeknapt en gelukkig weg.
WIJ
WAREN OOK TEVREDEN, EN IK, IK WAS DE GELUKKIGSTE.
De schrijver Petrus VAN HERP.
-Tijdens het schooljaar 1946-47 leerling
in het 8ste leerjaar.
-Geboren te Leest op 5 februari 1933.
-Zoon van Jaak Van Herp en Amanda (+)
Roelants, Lindelaan 7.
-Gehuwd met Rits Maria (Heffen).
-Wonende te Heffen, Hooiendonkstraat 66.
-Beroep : werkt sinds 1950 bij
COMET-Mechelen. Is ingeschakeld in de productie Butagasflessen en vanaf 1977
daarbij en in hoofdzaak productie biervaten (inox en aluminium). Hij werkt
inzonderheid bij de onderhoudsdienst : ruimen en kuisen, nazicht en verzorging
en reparatie machinerie.
-Studies na de 4de graad : 3
jaar SITO Mechelen. Metaal A4 Werkpraktijk.
-Vertel
wat over uw dagelijks werk Peerke.
-Wel,
de grondstof voor de biervaten is inox en aluminium. Die kost wel 50 tot 65 fr.
per kilo naargelang de soort. De productie bedraagt 1500 vaten per dag. Reken maar
: 300.000 vaten per jaar. De vaten ontstaan uit grote rollen inox- en
aluminiumplaten. Dat zijn rollen van 5 ton in banden van 150 meter lang en 1,20
m breed. Zon band passeert de fotocellen en klets, boem, twee halve potten
zijn meteen geperst; daarna aaneen gelast en de bom erin gezet. Zo simpel gaat
dat. Er zijn verschillende types vaten, bv type 66 is Heineken, ge hebt ook
type 68 en type 80, en Cocacola-vaten.
-Gij
zijt een trouwe Cometarbeider. Sedert 1950, zie ik. Heeft Comet al aan u
gedacht ?
-Toch
wel, in 1975 kreeg ik een gouden uurwerk.
-En
vertel eens over uw hobbys
-Ik
ben dikwijls graag gaan vissen in de Oosterschelde, in groepsverband. We
huurden een boot af (15 tot 20 man). We lagen daar rustig op anker en voelden
ons als vrije mannen met baarden, gelukkig als Piet en Joris en Korneel. Laatst
zijn we nog op zee geweest. Azen met de lijn. We kunnen onze lijn afrollen tot
40 meter. Eens lagen we met onze boot in een grote school vissen. We hadden met
onze gevieren 777 makrelen, juist geteld. En Peer wijst met zijn armen, in
vissers-taal nogal ver open
Ik
ben ook altijd een enthoesiast supporter geweest van motocross. Hoe meer
modderspatten en slijkklodders, hoe meer zwarte rook en stikkestank, hoe
heviger genotsebots en geschok en gedaver, hoe hoger ze boven de grond razen,
hoe schoner mij die sport overkomt. Man, das geweldig !
Ik
ben ook een fan van de Speedway,ge weet
wel, die scrapers met die banden vol ijzeren pinnen (100 spikes van 3 cm). Ze
wroeten met hun 55 CC in zeer bochtige assebanen tegen meer dan 100 kilometer
per uur
Dan
nijpt ge bijtijds uw ogen, maar ook uw billen toe. We waren eens in een boom
geklauterd, om van uit de hoogte een goed zicht te hebben als ze uit de draai
gestormd kwamen. Maar opeens schoot zon vurig machine hitsig vooruit, als een
catapult de hoogte in en stortte kort bij onze boom in een vlammenpoel neer. In
minder dan 1 seconde waren we uit die boom weg. Sensatie, man !...
Tenslotte
houd ik van een vrolijk babbeltje bij een smakelijk pintje bier, zo dagelijks
een paar, met een heerlijk schuimend bandje. Met mate, een zeer gezonde kuur.
t Is de gist, die t doet, geloof ik. Schol !
-Ja
Peerke, en smaakt het beter als het uit een vat van Comet komt ?
Hier
moet hij eens om lachen. Jawel, vertellen kan hij.
In het Leestse heimatblad van mei 84
verscheen het vervolg :
-Ge
herinnert u nog wel wat hoe ge uw broek versleten hebt op de Leestse
schoolbanken, veronderstel ik ?
-Och,
zwijgt erover. Als ik daar nog aan denk ! Ik heb in Leest in alle klassen op de
laatste bank gezeten, en steeds met dezelfde maat naast mij. Ook in uw klas was
dat zo : 8 jaren op de laatste bank, altijd naast Frans Peeters, want die was
ook nogal groot opgeschoten.
Niet
dat we de domsten waren, maar de meester had ons van verre goed in t oog. Of
weet gij niet meer, wat ge ons eens gelapt hebt ? Neen ? Allé-toe, ge haalde
eens uit mijn zakken 2 sigaretten, ik weet het nog goed, VF (vuile foef, zegden
we toen), en bij mijn maat, die had de stekskens, die haalde gij ook boven. En
dien andere keer, ik zat eens op de grond achter mijn bank, misschien had ik
mijn gom laten vallen, en ik hoorde u vragen : Frans, waarom zou de Peer hier
vandaag niet zijn ? Is die ziek ? Want ik moet mijn register invullen. Jamaar,
gij waart ook ne fijne om iemand droog en verlegen boven water te doen komen.
-Ja
Peer, de tijd vliegt, spijtig, en nu is de Frans Peeters ook al bij de doden
-Och
de Frans, hij was mijn goeie maat, en altijd gebleven, ook na onze schooltijd.
Want later zijn we samen bij DE RITS in Heffen terecht gekomen. Frans koos er
zijn Yvonne en Maria werd de mijne, en zo waren we beiden gesteld.
-En
daar hebt ge ook geen spijt van. En wat goeds weet ge nog meer van uw
schooltijd ?
-Goeds,
goeds ? Och, weet gij nog dat de garde, den Huybrechts, ons eens uit de school
komen halen is om ons in den bak te stoppen ?
-Neen
Peerke, dat herinner ik mij niet meer. En hebt ge der werkelijk ingezeten ?
-Ge
moogt gerust zijn. We hadden bij u als opstel een briefje leren schrijven. Dat
ging over een hond. Schrijven om een jonge hond te bestellen. En ik had mijn
briefje geschreven aan een zekere Louis Van Brempt in Londerzeel. En daarmee
was t spel begonnen.
-Peer,
dat moet ge verder vertellen
-Wel,
de dag dat we dat briefje hadden opgesteld in de klas, waren we na de school
langs de kruisweg naar huis gelopen, ikke, de Lucien Van den Brande, Lowieke De
Decker, Frans Verbruggen en zijn broer de Jokke, geloof ik. En aan de gevel van
Jef De Decker gekomen, stonden we daar nog wat te giechelen en zottigheden te
vertellen boven op den beerput. En ineens zeg ik, hoe dat opgekomen was, weet
ik niet meer. En ik vroeg : willen we nu eens een briefke schrijven aan een
boer Ja, alleman was t akkoord. Ik zou een briefje schrijven aan Lowie Van
Roey, ik weet het nog alsof het van gister is. Ik had erop geschreven : Louis,
deze nacht, dat is de nacht die nu komt, ga ik uw varken komen pikken. En ik
had eronder gezet : Louis Van Brempt, Londerzeel. Een andere schreef zon
briefje aan Miel Verschueren en nog een andere een aan Fons van Bosses
(Verbruggen) en die plaatste er ook een vreemde naam onder. En ieder zou zijn
briefje in de brievenbus of onder de deur gaan stoppen. Zo gezegd, zo gedaan,
en dan afwachten. Maar s anderendaags middags, als we weer naar huis liepen
eten, en we kwamen daar aan Lowie Van Roey Wat zag ons oog ? Die zijn varken
hing daar aan de ladder, en de garde stond erbij. Ge kunt peinzen, we hielden
ons lopen in, k zal maar zeggen, ook onze adem, alle, we vielen bijkans stil
en we MOESTEN daar voorbij. Die twee mannen hadden ons zien afkomen, Lowie
bleef bij zijn varken staan, maar de garde kwam naar voren tot aan de baan.
Maar die mannen, die zeiden niks, geen van beiden, alleen zo ons bekijken,
precies of ze konden de misdaad van ons gezicht aflezen. Ik voelde zo een koude
rilling langs mijn rug, alsof ik onder de lek van t dak had gestaan, en we
fileerden zo achter mekaar, stillekens met een boogske voorbij de garde. En die
zei begot maar niks. Eens hem voorbij begonnen we terug te rennen. Maar hiermee
was het niet gedaan.
s
Namiddags terug in de school. Tingeling, de bel. We stonden pas in de rij,
klaar om de klassen binnen te gaan, en wie komt daar op de koer ? De garde, den
Huybrechts. Recht naar meester De Leers, en hij praat daar wat mee, maar wij
stonden er wat ver af om iets duidelijk te kunnen opvangen. Meester De Leers
trad in actie en beval : al de kinderen van de Tiendeschuurstraat en van de
Winkelstraat komen hier bij mij staan. Dat gebeurde. Een heel troepke. Ik
plaatste mij toch wat van achter, Lowieke De Decker ook, en de Lucien van
Teunkes stond nog achter mij. Ja, de grote baas had ons in de gaten. Die drie
daar achteraan blijven staan, de anderen mogen naar hun plaats terug.
Nondestomme, hoe wist hij het ?
Om
kort te zijn, ik heb bekend dat wij de schrijvers van de varkensbriefkens
waren. De garde nam ons mee naar het gemeentehuis. Daar zat nog iemand op t
bureel. Miel van Lowie de metser, als ge die kent, die was door met de oorlog
bediende geworden zeker. Wel, die had er veel plezier in, dat zagen we. De
garde zei iets, we konden het niet verstaan, de andere pinkte precies terug.
Ja-ja, we vlogen de bak in. Amaai ! Tot s noenens, als de schoolrij om
halftwaalf voorbij kwam, werden we gelost. Ja-ja, komt dat tegen.
Maar
dhistorie was hiermee niet af. Een jaar of twee daarna, kwam ik eens van de
vakschool terug met mijne velo, en ik ging bij Lowieke de coiffeur in de
Scheerstraat om mijn haar te laten knippen. En wie zat daar binnen ? Weer die
Miel Vloebergh. En wat zei hij tegen de coiffeur ? Zeg Lowie, zei hij, snijdt
gij ook het haar af van varkensdieven ? Ja, dat zei die, om me te treiteren. Ik
had hem wel kunnen doodzien, maar ik zweeg maar, want er volgde nog nen hele
parool met uitleg, den hele lange uitleg, want de coiffeur speelde niet mis,
hij moest er het fijne van weten, en den andere loste maar met stukskens. En
dan lachtten ze me nog uit ook.
Van
toen af wist ik, dat we in den bak hadden moeten zitten, niet alleen een
beetje, omdat we zon deugnietenstreken niet meer zouden uithalen, dat zou ik
nog kunnen aannemen, maar ook wel omdat die mannen er heimelijk deugd van
hadden, en dat vind ik nu nog altijd niet plezant.
t
Kan geen kwaad Peer, t is voorbij en t staat toch niet op uw strafregister.
Naschrift.
Ik ben Peer zijn geval verder gaan
uitzoeken. Daarom ben ik eens dieper gaan kijken in de oude doos. Daar vind ik
tot mijn verrassing het ontwerp-opstelletje (=briefje) van Peer Van Herp aan
Louis Van Brempt, voor aanvraag van een hondje. En dat briefje wil ik hier nog
graag afdrukken. Want t is weer een interessant geval apart. Peer Van Herp met
zijn 13 jaar van toen, -het was toen nog de preutse tijd van voor het Concilie,
toen de kinnekes nog uit de roo-kolen kwamen. Maar Peer wist wel beter. Zoek
zelf maar uit. Misschien was dat de reden waarom ik zijn briefje heb bewaard.
De Peer toch. Waar is de tijd van toen ???
Leest,
28 april 1947.
Aan
Louis Van Brempt, Brusselse steenweg 107, Londerzeel,
Mijnheer,
In
het dagblad : Het Nieuws van den Dag, heb ik vernomen, dat gij jonge rashondjes
verkoopt. Wilt ge me laten weten wanneer ik mag komen zien en kopen. Liefst zou
ik een schoon teefke willen. Want een reu breekt altijd op, zeggen ze.
In
afwachting van uw antwoord mijn beste groeten.
Petrus Van Herp, Lindelaan 7 Leest.
-De
drie kwajongens in de Leestse Amigo. (Tekening
Susse Teughels)
-Veldwachter
Jan Theodoor Huybrechts (°Leest 3/10/1888, +Leest 3/10/1953).
1984 30 maart : Edith Coppens won Kaarttoernooi van SK Leest (foto onderaan)
Het chalet van SK Leest dat
gedurende de laatste maaanden verschillende
malenongewenst bezoek kreeg, vormde de laaste drie
weken het centrum van
de kaartliefhebbers.
Op de verschillende kaartavonden
kwamen steeds zon kleine honderd man
opdagen.
Op de eerste avond gingen de
speciale prijzen naar Louis De Bleser, Viktor
De Maeyer en Julien Huys
uit Hombeek.
De tweede avond werd een nipte
overwinning van Julien Huys voor Edith
Coppens en Louis De Bleser.
De derde avond stond er geen maat
op Edith Coppens.
Dat was voldoende om het
eindklassement in de wacht te slepen.
Tweede werd Jules Huys en derde
Louis De Bleser. (GvM)
1984 Vrijdag 30 maart : De MARATHON
Op
een vrijdag in maart toen onze meester middagmaaltoezicht had, hebben we een
marathon georganiseerd. We mochten zoveel rondjes rond de speelplaats lopen als
we wilden. Ook de kinderen van de eerste klas liepen mee. Zij mochten echter
niet zolang lopen als wij. Na een goede tien minuten moesten de jongsten ermee
stoppen. De kinderen van de tweede klas mochten iets langer lopen. De
leerlingen van de klas van meester Hendrickx mochten nog langer en wij moesten
ermee stoppen vijf minuten voor de bel ging.
De
kinderen van de 5de klas konden niet meedoen want zij waren aan zee.
Toen iedereen gestopt was, gingen we aan meester Gobien vertellen hoeveel
rondjes we hadden gelopen. De meester telde alles op en berekende het
gemiddelde per klas. Natuurlijk hadden wij het hoogste gemiddelde, voor de
leerlingen van de 3de klas. De kinderen van de 1ste klas
waren zelfs de derde want zij hadden allemaal meegelopen en Jos had wel meer
dan vijftig rondjes gemaakt. Samen legden wij juist 43 km 120 m af. Al de
kinderen van de school legden deze middag samen meer dan 100 km af !
Toen
het afgelopen was, waren we allemaal vermoeid ! Dat was dan de marathon van
Leest.
(Verslag van Dominiek en Stefan in
deSchoolkrant nr.2 jaargang 4 van de Sted.Lagere School)
In dezelfde periodiek verscheen ook een
verslag van Daniëla Verheyden (foto onderaan) :
Werken
met klei
De
meester had voor klei gezorgd. Op een donderdagnamiddag na het speelkwartiertje
gingen we werken met klei. De klei was geen echte boetseerklei en later zouden
we dan wel last hebben om klein figuurtjes netjes af te werken. De meester
verdeelde de klei. Het was een grote, dikke worst van ongeveer 60 cm lang en
die ongeveer acht kilo woog. Met een meetlat werd alles netjes verdeeld. Zo had
iedereen ongeveer even veel klei. De meeste kinderen gingen een asbak maken
omdat het stuk dat we kregen ongeveer deze vorm had. Andere kinderen maakten
een huis. Nog anderen zorgden dat ze potjes, diertjes, ventjes, fruit en bomen
konden maken. We hadden heel veel last om de verschillende delen samen te
houden. Als de vormpjes opgedroogd waren, vielen ze soms terug in stukjes. Dan
hebben we die deeltjes maar aaneen gelijmd.
De
volgende dagen hebben we onze vormpjes geschilderd. Dat ging heel goed. Het
water van de verf drong gemakkelijk in de klei.
Dan
hebben we alles uitgestald voor de tentoonstelling en toen de tentoonstelling
voorbij was, mochten we alles mee naar huis nemen.
1984 Zaterdag 31 maart : Prijsuitreiking KWB-Kaartkampioenschap
1983-1984
Programma:
-19 u : Etentje bestaande uit
kalkoengebraad,aardappelblokjes,exotisch fruit en
Er waren steeds tussen de 15 en 20
tafels per wedstrijd en de prijzentafel ter
waarde van 30.000 fr alsmede de
twee hoofdprijzen per avond en de kip per tafel
vormden de inzet.
Winnares werd de Leestse Gerd De
Prins met 932 punten , op één punt gevolgd
door Victor Smets.
Jozef Vloeberghen werd derde.
In De Band van mei 84 verscheen
daarover volgend (ingekort) verslag :
Zaterdag
31 maart werd het kampioenschap 83-84 besloten met de prijsuitreiking, een
etentje, een gratis tombola en een dansavond. Een honderdtal personen waren
hiervoor ingeschreven. Ook een verslaggever van Gazet van Mechelen was
tegenwoordig.
Tijdens
de avond werden ook de dames die steeds belangloos meehielpen met een bloemetje
bedacht.
Dit
kaarttornooiwerdbetwistover 12 avonden waarvan de acht beste uitslagen in aanmerking kwamen
voor de einduitslag. 111 personen hebben aan één of meerdere van deze
kaartavonden deelgenomen en elf onder hen hebben er zelfs geen enkele gemist.
58 kaarters waren achtmaal tegenwoordig en mochten hun prijs komen afhalen.
Het
gemiddeld aantal tafels per avond bedroeg 16, één keer werd 19 tafels
genoteerd.
Elke
avond was er een hoofdprijs te winnen en een speciale attentie voor de 2e
geklasseerde, de andere tafelwinnaars hadden een kip.
Voor
het eindklassement werden 58 prijzen uitgereikt voor een totale waarde van plus
minus 30.000 fr. Als voornaamste prijzen vermelden we : een fiets, een deken
sole-mio, een work-mate, een cassetterecorder, een reiskoffer, barometers enz
Buiten
zijn prijs mocht de overwinnaar ook nog een herinneringstrofee in ontvangst
nemen.
Eindklassement
:
1.De
Prins Gerd6.Van de Sande Angèle
2.Smets
Vic7.Jacobs Frans
3.Vloeberghen
Jozef8.Van Praet Ferdinand
4.Van
Loo Frans9.Publie Jaak
5.Geerts
Alfons10.Van Medegael Marcel
Tot
slot ook nog hartelijk dank aan de prijzenschenkers voor het eindklassement
en de tombola namelijk :
-NV
Pol Piessens, vloerbekleding, behang, verven, Battelsesteenweg Mechelen.
-Beenhouwerij
Jan Van de Sande-Somers, St.Katelijne Waver.
Aan
alle kaartliefhebbers : dank voor uw aanwezigheid tot de volgende maal.
Fons Geerts.
1984 Aprilnummer van De Band : De lente nadert !!!
Weldra
wordt het lente ! We kunnen deze nakende seizoenwisseling waarnemen aan de
welluidende fluitconcerten van onze gevleugelde vrienden.
De
botten der vruchtbomen zwellen. Hier en daar schieten de eerste kruiden
schuchter op. De dagen worden langer. Zon- en buitenlucht zijn aangenamer. De
lange winterzit komt stilaan ten einde. De natuur trilt, als gevolg van de
toenemende, licht- en zonnekracht.
Haar
opborrelende schoonheid ontdekken we in ieder plantje en zelfs de mens ontsnapt
niet aan deze geheimzinnige invloeden. Er zit kracht in de lucht, dat ervaart
iedereen, men zou als het ware kunnen dansen, fluiten of zingen, het uitjubelen
van vreugde.
Alles
is zo heerlijk, zo goed !
Aan
dit hemelsgeschenk kan men niet ongemerkt voorbijgaan, maar erg dankbaar wezen,
voor dit steeds terugkerend ritueel met zijn oneindige uitstraling en
openbloeiende heerlijkheid.
(Henri Labio in een poëtische bui)
Fotos :
-Edith
Coppens ontving als winnares van het kaarttoernooi van SK enkele mooie geschenken
uit handen van feestleider Vikke Van den Avond.
-Daniëlla
is de dochter van de laatste gemeentesecretaris van het autonome Leest : Jean
Verheyden. Toen zij debuteerde in het eerste leerjaar van de Stedelijke Lagere
School was zij het eerste en ook enige meisje tussen allemaal jongens.