1955 was een turbulent jaar op
politiek vlak niet enkel voor België, ook voor
de gemeente Leest en ditmaal waren
het niet de Sussen tegen de Blekken, maar
katholieken eensgezind tegen
socialisten en liberalen.
Nadat in 1919, met instemming van
alle politieke partijen, een wet de gelijke
subsidiëring bezegelde, was er een
einde gekomen aan de eerste schoolstrijd.
Van 1950 tot 1958 heerste er
opnieuw onrust.
De katholieke onderwijsminister P.
Harmel (1950-54) diende verschillende
wetsontwerpenin, die o.m. betrekking hadden op de
erkennings-, en dus de
subsidiëringsnormen voor het vrij
onderwijs. Bij de socialisten en liberalen deed
dit een hernieuwd enthousiasme voor
het officieel onderwijs oplaaien : in 1954
herzag de socialistische minister
Collard de hele onderwijspolitiek.
Het stond de staat voortaan vrij
eigen scholen op alle niveaus in te richten waar
dit noodzakelijk bleek.
Staatssubsidies werden aan de vrije scholen verleend voor
zover ze voldeden aan dezelfde
voorwaarden als het officieel onderwijs
(gediplomeerde leerkrachten,
leerlingennormen per klas of afdeling, erkenning
van de diplomas door de staat).
Eén van de maatregelen die Collard
wilde nemen was de afdanking van 110
katholieke interimarissen.
Het protest van kerkelijke zijde
tegen de wet-Collard was zeer hevig en er kwam
zowel in het parlement als op de
straat een hevige oppositie op gang.
Plechtigheden waaraan ministers
deelnamen, werden verstoord, officiële scholen
belegerd en overal werden
protestaffiches opgehangen.
Behalve deze dreigingen
organiseerde de oppositie ook massale manifestaties.
De meest spectaculaire waren die
van 26 maart en 10 juli.
De verdedigers van de ziel van het
kind, gesteund door de CVP, waren
woedend.
De Liga van het onderwijs en andere
groeperingen die het onderwijs gunstig
gezind waren, organiseerden op hun
beurt tegenmanifestaties.
Het protest en het tegenprotest duurden
maanden.
De CVP maakte van de schoolkwestie
het hoofdpunt voor de
parlementsverkiezingen van 1958,
van waaruit ze als overwinnares naar voren
trad.
In datzelfde jaar zochten de drie
zgn. nationale partijen(CVP, BSP en
Liberale
Partij) naar een blijvende
oplossing van het geschil.
Op initiatief van de
onderwijsminister Van Hemelryck zou in november 1958
het Schoolpact tot stand komen en
meteen ook het einde van de schoolstrijd.
Dit zgn. Schoolpact was een
overeenkomst tussen de drie partijen en de
voornaamste bepalingen ervan waren
: kosteloos voortgezet onderwijs tot 18 jaar,
gelijke wedden voor alle
gediplomeerde leerkrachten en oprichting van een fonds
voor de financiering van de
schoolgebouwen, zowel voor het rijks- als voor het
vrij onderwijs.
(Kroniek van België en Nederlandse
Larousse Encyclopedie)
Gevolg gevend aan de oproep van het
Comité voor Vrijheid en Democratie
om in elke gemeente een plaatselijk
comité op te richten, kwamen de voorzitters
van de verschillende Leestse
katholieke organisaties op 1 maart 1955 samen.
Doel van dat comité : de Leestse bevolking in te lichten over de
toestand inzake
schoolpolitiek zoals die door de huidige regering was geschapen en
tevens onze
mensen warm te maken voor een krachtdadig verzet, voor het behoud van
onze
vrijheid en godsdienst.
Het plaatselijk comité diende te
bestaan uit de geestelijkheid van de parochie en
uit de voorzitters van de
verschillende plaatselijke katholieke groeperingen.
Een
werkcomité werd samengesteld, met het doel de bevelen, ons door de
Arrondissementsbond verstrekt, stipt uit te voeren.
Het Leestse comité was als volgt
samengesteld : voorzitter en verbindingsman :
Jan De Prins, secretaris : Cyriel
Selleslagh, leden : Maria Rheinhard en Louis
Solie.
Het Comiteit voor
Vrijheid en Demokratie, Afdeling Leest stuurde volgende omzendbrief rond in de
gemeente :
Aan alle katholieke Leestenaren,
Morgen 20 maart heeft op Leest de algemene
PROTESTBEWEGING plaats, met grootse optocht, fijne marsmuziek, dreunende
strijdliederen, en met ALLE LEESTENAREN mee in de optocht, en daarna in Ons
Parochiehuis, waar we allen met de grootste aandacht en belangstelling zullen
luisteren naar Advocaat Smedts en Heer J. Van der Kuylen.
Ziehier dan de laatste schikkingen voor deze dag :
-Alle Leestenaren, van boven de 14 jaar en onder de
100 jaar komen samen tegen kwart voor vier aan Charel Van Praet. Te 4 uur stipt
moet daar de optocht kunnen beginnen. Een 6-tal commissarissen zullen er
instaan voor de orde. Volgt stipt hun bevelen !
Tegen 5 uur begint de Protestvergadering. We nodigen
langs deze weg alle Leestenaren uit om hieraan deel te nemen : al de leden der
beide Kon. Fafaren, alle mannen en vrouwen, heel onze mannelijke en vrouwelijke
jeugd boven de 14 jaar.
Ouders kunnen bij die gelegenheid hun klein pagadders
toevertrouwen aan de zusters, die er goed zullen voor zorgen !
De optocht volgt de Juniorslaan tot op het Dorpsplein.
Daar rechtsomkeer naar Ons Parochiehuis. Allen stappen in de optocht op rijen
van vier, flink in orde. De mannen en mannelijke jeugd in gesloten groep, de
vrouwen en vrouwelijke jeugd insgelijks.
Er worden geen vlaggen meegedragen !
LEEST,NIET
ALLEEN WIJ, MAAR GANS ONS VOLK EN DE KERK REKENT OOK OP U !!!
WIJ EISEN ONZE RECHTEN ALS KATHOLIEKEN ! WIJ STAAN IN
STAAT VAN WETIGE ZELFVERDEDIGING ! HEILIGSTE RECHTEN EN VRIJHEDEN STAAN OP HET
SPEL ! WIJ WILLEN GEEN RUSSISCH REGIME !
DAAROM, SLUIT AAN BIJ HET GROEIEND PROTEST EN GANS HET
LAND TEGEN DE GODDELOZE VRIJMETSELAARS, DIE ONS VOLK WILLEN VERKNECHTEN !
Langs deze weg danken we al degenen die ook financieel
zo mild hebben bijgedragen om deze strijd te steunen.
Er komen ook veel inschrijvingen binnen voor de Mars
op Brussel op zaterdag 26 maart. Flink zo !!! Geen onverschilligheid meer, maar
overtuigde katholieken die strijden voor het Geloof hunnen voorvaderen, en voor
het Geloof van hun nakomelingen.
Zij die nog zich willen inschrijven voor Brussel,
kunnen nog altijd inschrijvingskaarten bekomen bij de leden van het Komiteit,
die in hun straat zijn rondgeweest.
De nodige inlichtingen zult U wel op tijd en stond
vernemen.
-Op 24 maart houden alle ouders hun kinderen thuis van
t school !
-Het wachtwoord van alle Katholieke ouders in deze
strijd moet ook zijn : GEEN SCHOOLSPAREN MEER! We steunen er door de huidige
regering in haar strijd tegen de Kerk en de godsdienst.
Eens deze schoolstrijd voorbij, kunt U terug normaal
spaargeld meegeven.
Beste mensen, we hopen en we durven er op betrouwen
dat alle mensen van Leest deze richtlijnen zullen volgen, en eendrachtig en
geestdrifitig als Katholieken zullen samenwerken.
Namens het Komiteit, de secretaris C. Selleslagh, de
voorzitter J. De Prins.
Het comité slaagde erin om voor de
betoging te Antwerpen van 17 april 170
Leestenaars mee te krijgen, evenals
de fanfare Arbeid Adelt , die dit op eigen
kosten deed. Dat was niet altijd
evident : zo kregen muziekmaatschappijen bij
deelname aan die manifestaties een premie
van 1.000 fr voor de aanwezigheid
van 30 muzikanten en 1.250 fr
indien ze met meer aantraden.
-Louis Vloebergh, ex-chiroleider, stichter van
oud-chiro Vevoc, ex-gemeenteraadslid, manusje-van-alles in het Leestse verenigingsleven
1954 16 augustus :
Louis Vloebergh over een Chiro-Bivak (De Band, nr9, 1954)
Maandagmorgen 16 augustus wekte het morgenzonnetje
ons vroeg uit de veren.
Na ons een duchtige schrobbing te hebben gegeven en
ons streuvelhaar flink geroskamd, werd het piekfijn gestreken en gewassen
uniform aangetrokken.
Want alles moest piekfijn inr orde zijn vanaf de
eerste dag van het bivak.
Wij woonden met de ganse groepde H.Mis bij, en allen naderden zonder
uitzondering ter H. Tafel.
Zon over de velden en zon in ons hart, en acht dagen van echt fijn chiroleven
in volle vrije natuur in het verschiet.
We smeekten de H. Geest om genaden en gaven over ons
bivak.
Een stapel boterhammen lagen gereed toen we thuis
kwamen. Maar op zulke ogenblikken smaakte het minder goed. Onze verwachtingen
waren te hoog gespannen !
Dikgevulde rugzakken en grote kartonnen dozen, met een
stevig bindzeel rond werden binnengebracht tegen 8u30, en werden gevoegd bij
het leger van potten en pannen en telloren en zakken patatten en groenten die
daar reeds opgestapeld lagen van de dagen er voor.
Stipt te 09u30 werd het vertreksignaal gegeven voor
een deel der leiding en kerels, die per fiets vertrokken naar Holland.
Tegen de middag aan stapten we af in Zoersel-Hof, waar
we de innerlijke mens versterkten, en na een uur inspanning ook een vlot op de
vijver konden bemachtigen, om wat te varen.
Om 14 uur stonden we terug gereed voor de laatste
etappe : Zoersel-Holland.
De reis van 75 km verliep als een fluitje van een cent
: er werd regelmatig gereden, zonder koersen, volledig in groep, in een goede
snelheid.
Een paar km voor de grens, een uitstekende steen, een
val en lekke band voor Rik Muysoms. Mr de onderpastoor kreeg 45 kg extra
gewicht op zijn bromfiets en broer Juul moest de gehavende fiets
meevoeren.
Rond 15 u waren we ter plaatse en rond kwart over vier
zagen we eindelijk de groene camion van Rik Verschueren aankomen, begeleid door
luidkeels zingende chirojongens en waartussen Stinne en Marie als bivakmoeders
troonden.
En dan was het een half uur lang een echte mierennest
: een grote bedrijvigheid om heel die verhuis af te laden en te installeren.
Alles ging vliegensvlug en toch zonder stukken, en op korte tijd stonden er een
paar water te koken op de butagazzen en sneed het broodmachien de lekkere
inlandse melkbroden vaneen.
De burchtknapen trokken vervolgens op tocht, en ook de
knapen deden hun eerste spel, en ondertussen zwoegden de kerels aan grote
pakken stro, om de bedden voor een 40-tal jongens gereed te maken.
De duisternis neeg over de aarde neder, en in doodse
stilte staan de chirojongens in formatie, rond de vlaggenmast. Daartegenaan is
een stemmig Mariakapelletje in takken aangebracht. Allen staan daar geschaard
rond Maria, de flikkerende kaarskens in de handen. Marialiederen weerklinken in
de vredige avondstond en elke afdeling knielt neer, en wijdt zich aan Maria. We
bidden een tientje voor thuis, dan één voor de thuisgebleven chirojongens, voor
onze soldaten, enz.
Langzaam daalt de chirovlag neer en in de verte
klinken de trage plechtige trompettonen van de avondsonnerie. In volledige
stilte gaan allen te ruste en om 22u30 was alles in diepe slaag gedompeld.
Hoe verloopt nu zon dagje in ons bivakleven ?
s Morgens om kwart over zes stappen de leiders
moeizaam uit hun bed en maken zich vlug kant en klaar.
Om 6u30 klinkt het signaal van opstaan voor de
jongens. Zij zullen de volledige stilte bewaren tot na de H. Mis. De leiders
doen hun ronde en moeten er elke morgen een serei wakkerschudden. Alle jongens
knielen neer voor hun bed. Ze bidden hun morgenopdracht samen alsook hun drie
weesgegroeten.
Vlug doen ze hun sportuniform aan, en in openlucht
doen ze dan een kwartiertje morgenturnen.
Ze nemen hun handdoek en zeep, en wassen zich buiten
in emmers en kommen. De hemden goed openen en dan maar flink geschrobt ! De
leiders houden toezicht en kijken erop toe dat niemand schrik heeft van het
water !
Nu nog fijn hun uniform aan, en daar klinken reeds de
trompetten voor de openingsformatie.
In een fijne vierkantformatie staan de jongens
opgesteld rond de vlaggenmast. De frisse vendelkreten weerklinken, en elke
vendelleider doet de naamafroeping van zijn vendelleden. De leiders inspecteren
elke chirojongen om te zijn of zijn uniform in orde is, goed gewassen en goed
gekamd. Zoniet : herbeginnen.
We dragen elke dag ons gebed op tot een bijzondere
intentie en dan wordt traag de vlag gehesen. Trompetten schetteren, want de
vlag is het zinnebeeld van Christus, die tussen ons verblijft.
Elke dag wordt ook een ander wachtwoord gegeven : de
blijdschap, de kameraadschap, de kranigheid, enz. Daar willen we die dag bijzonder
op werken.
De erewimpel wordt geschonken door E.H.onderpastoor
aan het vendel dat zich de dag tevoren het beste onderscheiden heeft door
tucht, spel, stijl.
Alle chirojongens stellen zich op in marsorde en nu
gaat het in stille mars naar de kerk, ongeveer een kwartier ver. De H. Mis,
opgedragen door E.H. onderpastoor en gediend door twee chirojongens, wordt
uitgelegd en samenmeegebeden door alle jongens.
Na H.Mis en communnie nog een Marialied of een Christus-Koninglied en om 8u30
gaat het terug naar de bivakplaats. Met roffelende trommels en zinderende
trompetten op kop, daarachter de groepsvlag en de vendelvlaggen, marcheren we
terug.
De muziek en de frisse chiroliederen lokken de mensen
elke morgen buiten om dat schouwspel van die schone jeugd te bewonderen.
In stilte aan tafel, een gebed en dan schuiven de
boterhammen naar binnen in groot getal.
s Morgens is er altijd vlees bij de boterham, s vrijdags Hollandse kaas.
Het gaat er luidruchtig toe nu, want het is de eerste
keer dat ze tegen mekaar mogen babbelen sinds 9 u van de vorige avond !
Na het morgenmaal bedden maken, alles in orde brengen
en inspectie.
De lakens moeten schoon liggen, de dekens netjes
geplooid er bovenop, dan hun uniformhemd en das. De groepsleider ziet bij elke
jongen na of het fijn in orde is, en dan trekken de jongens per afdeling naar
het bos of plein. Zij dragen hun spelkledij.
De kerels hebben gewoonlijk nog enkele diensten : mee
afwassen, patatten schillen, alles opkeren, enz.
Terwijl al het jong volk aan het spel is, of
stijloefeningen doen, zijn onze brave bivakmoeders al naarstig bezig met een
lekker middagmaal te bereiden. En ze hebber er verstand van, dat kunnen al onze
jongens getuigen.
11u30 : de jongens komen terug. Handen wassen en in
stilte terug naar binnen.
Angelus gebed en dan eten.
Een goei dikke tomatensoep, patatten met groenten en
saus en één of meerdere stukken vlees. Koekjes als dessert. Buikje vol, harteke
rust.
Tot 13u30 ligt iedereen op zijn bed en kan in stilte
wat beeldekens zien in de Zondagsvriend en rusten.
Om 13u30 zangoefening en herhaling van kampvuurnummers
en dan met heel de groep terug de bossen in om een groot groepsspel te doen.
Tegen 16u30 komen ze als uitgehonderde wolven terug en
heelder broden verdwijnen als sneeuw voor de zon. De boterhammen worden
aangeengeplakt met confituur of jam. Soms zijn het al eens gestoofde peren of
rabarber.
En weer gaan ze op tocht. Ze ontcijferen moeilijke
spoortekens of trekken naar de pleinen bij de paters of ze nemen een modderbad
in de vijver van de paters.
Om 19u45 Angelus en avondmaal, nog een korte
avondwandeling terug in uniform en rond 21 uur staan ze terug in slotformatie
rond de vlaggenmast en het Mariakapelletje, dat stemmig verlicht is door een
flikkerend kaarsvlammetje.
Wij bidden daar een tientje voor allen die ons
duurbaar zijn. E.H. Proost geeft een kort avondwoordje, de groepsleider drukt
op de volledige stilte tot de volgende morgen na de H. Mis. In de duisternis
klinkt heel gedempt het avondlied : Daal in d avondzon o vlag. Kristus-Koning
goede nacht. En langzaam daalt de vlag neer. Een lichtstraal van een straffe
pillicht volgt langzaam de vlag. Alles is roerloos en stil : gans de natuur
zwijgt, en de uitstervende trompetklanken vanin de verte doet die stilte tot in
ons hart doordringen.
Geluidloos gaan allen binnen en blijven rechtop staan
voor hun bed.
De completen worden gebeden en gezongen door de
jongens.
Ze knielen neer voor hun bed en bedanken Maria voor al
het schone dat ze die dag ondervonden hebben, voor dat grote geluk dat ze
gekend hebben, en dat zovelen niet kennen.
Ze liggen op het harde stro maar spoedig zullen ze
slapen als echte marmotten.
De leiders dekken hen nog eens goed onder, en weldra ligt alles in rustige
slaap.
De leiders waken nog een tijdje over hen en zullen dan
samenkomen om de afgelopen dag te bespreken, en de volgende dag voor te
bereiden.
Zo verloopt daar elke dag van het bivak, in geest van
tucht en stijl en gebed.
Zo moeten onze chirojongens thuis ook leren van
diezelfde chirogeest mee te dragen, die geest van flinke, christelelijke
chirojongens.
Ze zijn niet alleen chirojongens op het bivak of s
zondags namiddag, ze moeten chirojongen leren worden elke dag : blije jongens,
kranige jongens, christelijke jongens !
-Twee keer de B.J.B.-meisjes van Leest in vroeger
tijd.
-De bedevaarders van Leest naderen de eindmeet. Rechts
het fabriekske van Battel waar nu Happyland is gevestigd. De foto dateert van
midden jaren 50.
1954 15 april :
Die dag deden te Leest 32 kinderen hun Eerste Communie.
1954 25 april :
Bedevaart naar Scherpenheuvel van Boerengilde en B.J.B.
1954 2 mei :
B.J.B.-meisjes naar Scherpenheuvel.
1954 9 mei :
Nationale Meivaart voor de Chiro te Scherpenheuvel en in het Leestse
parochiehuis Maria-avond.
1954 14 mei : De
Boerinnengilde bezocht Oostakker.
1954 24 mei :
Boerinnengilde en B.J.B. naar Lourdes.
1954 27 mei : De
Fanfare Arbeid Adelt stapte mee in de Rerum Novarumstoet te
Mechelen.
1954 29 mei :
Voettocht van de Compagnie naar Scherpenheuvel.
1954 30 mei : De
K.W.B. naar Scherpenheuvel.
1954 11 juli :
Friscodag van de Chiro.
1954 19 juli : De
K.W.B. naar Lourdes.
1954 29 juli : De
V.K.S.J. naar Lourdes en de B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs
1954 2 februari :
Yvonne Verschueren (°Leest 30/4/1931) naar t klooster te O.L.V.Waver.
(DB-1954)
Kleding van
Yvonne Verschueren bij de zusters ursulinen te O.L.Vr.Waver
Op de 8ste september werd Yvonne
Verschueren gekleed te Waver bij de zusters Ursulinen.
Vele Leestenaars hebben nog nooit in hun leven zulk
een plechtigheid bijgewoond. Daarom geven we hier, aan de hand van één der
aanwezige B.J.B.-meisjes, een ooggetuigenverslag over die schone plechtigheid :
Op woensdag 8 september was het in het Instituut der
E.E.Z.Z. Ursulinen een hoogdag. Ook voor ons B.J.B.-meisjes was het een dag die
we nog lang zullen herinneren, want één van onze beste zusjes, namelijk Yvonne
Verschueren, zou plechtig het kloosterkleed ontvangen. Een langverwachte droom
werd voor haar werkelijkheid.
Om 9 u s morgens vertrokken we met elf per fiets naar
O.L.Vr.Waver. Alles was daar in feeststemming, de kapel was prachtig versierd
met bloemen en tapijten. Even na 10 u kwam Yvonne, met begeleiding van
triomfantelijke orgelmuziek, de kapel binnen, als een bruidje, wit kleed met
sleep en een tullen sluier met kroontje. Nadat ze plaatsgenomen had kwam Z.E.H. Deken, omringd door
zijn assistenten, tot bij haar, en gaf haar een kruisbeeld dat ze tijdens de
hele plechtigheid in handen zal houden, en later haar kamertje zal versieren
als blijvend aandenken aan die onvergetelijke dag.
Daarop begon de Plechtige H.Mis, die gezongen werd
door het koor der E.E.Zusters.
Op het einde van de Mis ging Yvonne tot op de trappen
voor het altaar, waar Z.E.H. Deken en de Directeur van het Instituut hadden
plaatsgenomen. Daar heeft ze dan aan de vertegenwoordiger van Zijne Eminentie
de Kardinaal, de drie geloften uitgesproken van gehoorzaamheid, zuiverheid en
armoede, en de belofte gedaan van de Regel der E.E.Z.Z. Ursulinen stipt na te
leven.
Daarop ging Z.E.H. Deken over tot de wijding van het
kloosterkleed, waarop Yvonne de kapel verliet om haar blanke bruidskleed te
verwisselen voor het zwarte kloosterhabijt.
Getooid met haar nieuw kleed en een brandende kaars in
de handen, omringd door vier medezusters, die elk een lantaarn droegen, kwam
Yvonne terug tot het altaar, waarop Z.E.H. Deken, omringd door de zusters haar
de witte doek omhing, die ze heel de duur van het Noviciaat zal dragen,
namelijk twee jaren. Van dat ogenblik af werd ze opgenomen in die grote
kloostergemeente der Religieuze Ursulinen.
Onder de naam van SOEUR IMELDA zal zij zich geheel en
gans wijden aan de dienst van God.
Soeur Imelda, we zijn fier op U, en gelukkig om de
schone roeping en het groot geluk dat u is te beurt gevallen. We vragen U dan ook
dat U zeker in Uw gebeden Leest niet zou vergeten, en ook ons niet, uw
vriendinnen in de B.J.B., waar we samen zulk een schone vorming en opleiding
hebben genoten.
(Mariette
Coeckelbergh in De Band nr.10 van 1954)
1954 14 februari :
De Leestse B.J.B.-meisjes wonnen de eerste prijs in een
gewestelijk zangtornooi. (DB-1954)
1954 16 maart :
Filmen over Fatima in de parochiezaal. (DB-1954)
-zuster Adelwina. Zij stond in voor de keuken, de tuin
en het wassen en plassen
1953 November :
Zuster Annuntiata kwam te Leest in dienst.
Bij de jongens en meisjes van
mijn generatie werd ze de dikke zuster genoemd.
Ze stond in het eerste
kleuterklasje en was naar mijn herinnering zeer streng.
Nog veel strenger was de lange, smalle
zuster, zuster Gonzaga van de volgende
klas. Eén van die twee heeft ooit
mijn hoofd onder een koude waterkraan
gehouden omdat ik gebabbeld had
De zusters
Annonciaden (zie ook 1962)
De zusters
Annonciaden namen te Leest hun intrek in het nieuwe klooster naast de
meisjesschool op 6 januari 1938.
Sinds september 1932
waren reeds zusters Gonzaga en Wivina van
het klooster te Hombeek hier werkzaam in de kleuterklasjes. De meisjesschool
telde toen drie leken-onderwijzeressen.
In februari 1933
kwam zuster Alberika aan, in 1937 zuster Virginie die schoolbestuurster werd.
Bij het herstructureringsplan
der zusters Annonciaden, werden school en klooster in 1973 overgenomen door de
parochie.
De drie laatste
zusters : Michelina, Annunciata en Adelwina verlieten Leest om hun
splinternieuw rusthuis in Hadschot (Geel) te vervoegen.
Al die jaren hebben de zusters hun beste krachten
gegeven aan de opvoeding van de hun toevertrouwde kinderen. Een paar jaar terug
werden nieuwe kleuterklassen gebouwd. Zusters Gonzaaga en Annuntiata wisten deze
om te toveren in een waar kinderparadijs. Wie komt niet onder de indruk van
die joviale lach van zuster Alberika ? En aan hoeveel parochiale
verwezenlijkingen hebben onze zusters al niet meegewerkt in de serene atmosfeer
van hun klooster ? Hoevele Leestenaren zijn er komen aankloppen voor gebeden in
alle nood. Zij verdienen onze eerbiedige achting en waardering.
(De Band-1956)
1953 1 oktober :
Grote missie tot 11 oktober. Drieduizen kommuniën werden uitgereikt
op 10 dagen. (DB-1956)
1953 Eind 1953
telde Leest 1851 inwoners, waarvan 963 mannen en 888 vrouwen.
De twee
daaropvolgende jaren serveerde Milac de Lach-Express
van Johnny Steggerda.. Deze bonte avond bestond in 67 uit Animal, een musical
comedian, fantaisiste Sylvia Van Loo, showman Rikky Perl, charme-zanger
Victor Winne, parodist Marcel, teenage-zangeresDany, drum solist Benny
Permentier, parodist Fakir Patat, chinese act Ye Yin Ti en het vermaarde succes
orkest The Beatmixers. Een avond vol afwisseling met humor, muziek, zang,,
sketchen, varieté, pret, spelen
enz,. en met de medewerking van de sigaretten St.Michel en Het Nieuwsblad
Sportwereld.
De opkomst dat jaar
was minder, omdat het evenement uitzonderlijk op een zondag plaatshad en
samenviel met de Mechelse bloemenstoet.
Mogelijk was dat de
reden dat men in 69 overstapte naar een dansavond.
Op zaterdag 27
september werd een eerste Milac-Bal georganiseerd in zaal St-Cecilia in de
Dorpsstraat. Dit met toelating van het gemeentebestuur. Aanvang 20 uur,
inkomgeld : 40 frank. De muzikale omlijsting werd verzorgd door The Lords.
In 1970 en 71
werdzaal Sint-Cecilia opnieuw afgehuurd
en tot2 uur in de ochtend werd in 71
gedanst op de muzikale tonen van The Sunbeats.
De bonte avond ging
ook dat jaar door en werd opnieuw verzorgd door het gezelschap van Steggerda.
Mini-Maxi heette zijn nieuwste show die werd voorafgegaan door
een inleiding van
een legeraalmoezenier en een publiekspel van de sigaretten St-Michel.
De reuzentombola met
ruime prijzentafel kende een enorm
succes.
De sponsors werden in de periodiek uitvoerigbedankt : Nuytkens (t Hoekske), Van Hoof (garage), Schoeters (bakker),
Piessens (schoenhandel), Feremans (pantoffels), Huyghe (textiel), coiffeuse
Paula, Hellemans (bakker), Huybrechts (voedingswaren), Croes (beenhouwer),
Walschaerts (textiel), café Telstar, café
Duivenlokaal, W. De Prins (beenhouwer), Gobien (kruidenierswaren), Leemans
(Centra-winkel), De Laet (café), t Stockske, coiffeuse Celine, Van den Eede
(kruidenierswaren), Vloeberghen (café), V. Verschuren (café), E. Van Praet
(kruidenierswaren), Atlasbieren, A. Lauwers (maalder), Dr. Van Medegael, De
Mayer (Hombeek), Piessens L. (Mechelen), De Monte (Mechelen), Standaard
(Brussel en Mechelen), Fort (Itegem), Huyghebaert (Mechelen), Tonny (coiffeur
Battel), Kerremans (Heffen), Huyghe M. (Heffen), Candico (Antwerpen) en
coiffeuse Vivianne.
In 1972 werd de
openingstoespraak gedaan door
legeraalmoezenier George Herregods.
Dat jaar werd ter
gelegenheid van de Camouflageweek een beroep gedaan op het gezelschap De
Klaverkens dat voor een genoeglijke avond zorgde.
Omdat de opkomst
beter kon opteerde het bestuur het jaar nadien opnieuw voor Johnny Steggerda en
zijn Festival-Show. Met de Tokas Chinese fantasie, zangeres Ingrid en Little
John, de jongste jongleur van België had die voor nieuw bloed gezorgd.
In 74 besloot men
het opnieuw over een andere boeg te gooien en op 11 mei bracht de Mechelse
toneelkring Jong maar MoedigHet
gezang van de Lusitaanse Bullebak, een politiek geëngageerd stuk van de Duitse
auteur Peter Weiss in een regie van de bekende acteur Ugo Prinsen.
Om haar verwende en
steeds veeleisender publiek voldoende afwisseling te bezorgen nam het bestuur
van Milac het Artistenburo Atlantis onder de arm en Leest kreeg in 75 de
Atlantis-Drive-Inn-Show voorgeschotel.
In 1978 stond
opnieuw een filmvoorstelling op het programma
: Jesus Christ Superstar in technocolor.
Aalmoezenier
Herregods heette de talrijke aanwezigen welkom en wees er in zijn toespraak op dat Milac-Leest, van Leest blijft. De mensen van de Milac organisatie van de
grootstad Mechelen, hoe goed ze het ook bedoelen, blijven met hun pollen van
onze Milac af.Ogenschijnlijk wou
Mechelen de Leestse afdeling impalmen.
De aalmoezenier
onderstreepte ook het belang van degelijke informatie. De legerdienst was sterk
ingekort en de verloven veelvuldig. Er bleven vragen rijzen, o.a. over uitstel
en ontslagen van legerdienst. Het doorspelen van die informatie was volgens hem
de hoofdbekommernis van Milac geworden en de filmvoorstelling moest ertoe
bijdragen om de kas in evenwicht te houden.
De Band riep in 78
alle Leestse miliciens op om deel te nemen aan de Internationale Militaire
Lourdesbedevaart die plaatsvond van 24 tot 31 mei.
Kostprijs voor het treinticket 2de klas en
hotelverblijf : 5.000 frank. De soldaten dienden slechts 3 dagen verlof op te
nemen, de rest kregen ze toe.
De bedevaart was
speciaal opgevat voor jonge mensen en stond in het teken van de vrede en
verbroedering tussen soldaten van verschillende legers.
Deze bedevaart zou
nog enkele jaren georganiseerd worden.
Eén van de
populairste komische acteurs eind jaren 70 was Louis De Funès.
Het bestuur van
Milac aarzelde niet en bracht op 9 februari 1979 De avonturen van Rabbi
Jacobnaar de parochiezaal. Inkom 50 frank.
Schijnbaar met
succes want het jaar nadien stond dezelfde acteur geprogrammeerd
samen met Bourvil in De Snul.
Op 26 februari 1982
werd in de parochiezaal Monsieur Jo vertoond, een komische film alweer met De
Funès, inkom 50 frank en dat jaar stond ook een Hypnoseavond op het programma.Bij mijn weten het laatste grote evenement van Milac-Leest.
Het werd alsmaar
moeilijker om zalen te vullen, de meeste mensen waren mobiel, in t bezit van
een eigen wagen en haast iedereen had televisie. Bovendien was er de
concurrentie vanandere Leestse
verenigingen die niet bij de pakken bleven zitten en zelf dansavonden,
kwisavonden of toneelvoorstellingen organiseerden.
Volgens Karel Soors was Luc Beterams de laatste voorzitter
van de vereniging.
Nadien bestond het bestuur uit een werkgroep, lang optredend onder de leiding
van aalmoezenier Herregods.
Na diens vertrek nam
Robert Verbruggen de fakkel over maar de animo was eruit en alles verwaterde om
uiteindelijk een stille dood te sterven.
Volgens Wilfried Hellemans verscheen De Band voor het
laatst in december 1987.
Jos Vanlaerhoven uit
Battel heeft nog getracht de Bandlezers te strikken voor zijn Willen is
Kunnen maar zonder succes.
Milac-Leest heeft
voor een prachtige nalatenschap
gezorgd via het maandblad De Band. Niet alleen als spiegel van de manier van
leven in het dorp aan de Zenne gedurende heel de bestaansgeschiedenis van het
blad, maar ook met de vele onschatbare historische en andere bijdragen.
De vereniging zorgde
ook voor cultuur. Nog niet veel mensen bezaten een televisietoestel in de
beginperiode van Milac en de filmvoorstellingenen Bonte Avonden kenden enorm succes.
Zo bestond deDerde Bonte Avond van Milacin 1957 (4 februari) uit optredens van de
fanfare Arbeid Adelt o.l.v. Jozef Van der Taelen en het gezelschap Fantasia
meto.a. de zangeres Nelly Spriet en het Dynamo Orkest van Jean Boeckx..
De toespraak van aalmoezenier Mercelis mocht niet
ontbreken.
Datzelfde jaar (14
oktober) was Leest getuige van De Laatste Brug een film met Maria Schell.
Locatie : de parochiale feestzaal, toegansprijs
15 frank.
De bonte avond van
februari 1958 werd opgeluisterd door het cabaretgezelschap De Poolster uit
Mechelen met zanger-gitarist Ludwig Könner,droogkomieken de Sun Spots, clowns Flup & Flap, accordeoniste
Simonne Van Roy en conferencier Bert Verelst. Toegang 20 frank.
Datzelfde jaar kon
Leest kennismaken met de verrukkelijke kleurenfilm De Familie Trappen met Sissi.
In 1959 stond De
Boerenkapel van Leest o.l.v. Theo Fierens op het programma,
samen met de muzikale clown Pieke Puk, de zanger-imitator Lou Bex, het
electronisch wonder Jaakske en de 9-jarige accordeonvirtuoos Rene Verholen.
In 60 kreeg
humorist-conferencier Flup Van Marke assistentie van de Leestse verenigingen
Landelijke Jeugd en de fanfare Sint-Cecilia en haar gemengd zangkoor.
Datzelfde jaar
bracht Rust Roest het soldatenspel De ongelukkigste piot van t leger.
Op 30 oktober 1961
werd Lenteparade vertoond, de film werd voorafgegaan door een inleidend woord
van de proost van Milac.
Accordeonist Jean
Everaert, Carlo Bertels, Flup Van Marken en Prosper en Miel fleurden datzelfde
jaar de Bonte Avond op.
Het jaar daarop
serveerde Johnny Steggerda Leest zijn nieuwste cabaret-revue Fantastisch met
medewerrking van de zangrevelatie van 61Ankie Ritzy, de internationale
clowns Vussy & Baba, Belgiës fantaisiste nr.1 Sylvia Van Loo, de
xylophoon virtuoos Leon Dongenaers, de papodisten Ronny & Tonny en het
orkest van Bob Poortmans.
Deze show was zo
goed onthaald dat Johnny Steggerda in 1963 opnieuw mocht aantreden ditmaal
metde Framatellis, een moderne illusie,
met Frank Pola de jonge zanger-fluiter en jodelaar met zn wondergitaar, The
Barleys fantasie in technicolor,
Lina Carina de
teenager zangrevelatie en diverse sketchen..
Datzelfde jaar werd
Leest vergast op Jo Nell een zangeres bekend van televisie.
In 64 maakten Theo
Van den Bosch en Suzy Marleen hun opwachting, geëscorteerd door de
conferencier-animator Bert Joris, de nieuwe radio en tv-ster Rik Piers,
zangeres Jetty Ost, de internationale muzikale fantaisist Stanny Stijn en het
orkest Univers.
Toen Kees Brug
datzelfde jaar met zijn gezelschap optrad was de opkomst enorm, velen moesten
met een staanplaats tevreden zijn. Over de fratsen van de kleine komiek Lowieke
Staal werd nog maanden nagepraat.
In 1965 bestond het programma uit Dr.Gilberto & Gisela, conferencier
Jos Kiebooms, evenwichtsman Julito, wervelwind Andre Belga, de clowns Rossi en
Julo, Billy West en alshoofdact
country-zangeres Texas Kitty Prins, die later een eigen radioprogramma opBRT-2 zou presenteren..
Diezelfde zangeres
mocht het jaar nadien terugkomen en werd geassisteerd door Joe de Fietsendief,
een komisch acteur, door de wervelwind-jongleur Andre Belga, Julito evenwicht
op de fiets, Billy West, cowboy-spelen, conferencier Jokie Booms en muzikaal
begeleid door Jos Termonia. De inkom bedroeg toen 30 frank.
Later werd in De
Band opgemerkt dat de conferencier te langdradig geweest was en dat de
verlichting te wensen overliet.
Op hetzelfde moment
nam verantwoordelijk uitgever Marcel Spoelders, om persoonlijke redenen,
ontslag.
In 78 werd een
nieuwe stencilmachine aangekocht, het oude had meer dan 25 jaar dienst gedaan
en was tot op de draad versleten.
Het lidgeld voor De
Band bedroeg dat jaar 120 frank.
In 1980 was dit
opgelopten tot 150 frank. Dat jaar werd er een bijzonder nummer uitgegeven, een
Band volledig gewijd aan de Leestse eeuweling Stanne Van Den Broeck.
Zilveren
Jubileum
Naar aanleiding van
het25-jarig bestaan van Milac
publiceerde De Band in 1978 bevindingen van de mensen van het eerste uur.
Stichter Stany De
Decker :
Mijn goede vrienden van Leest, uw secretaris van de
bloeiende Milacwerking te Leest vroeg me een korte bijdrage te schrijven, dit
ter gelegenheid van het Zilveren Jubileum van Milac-werking Leest en natuurlijk
van De Band.
Ja, het was in het jaar 1953 als onderpastoor te Leest
dat er gestart werd met het maandelijks uitgeven van De Band.
De jaren voordien beperkte de Milac-werking Leest zich
uitsluitend door jaarlijkse bijeenkomsten van alle kandidaat-soldaten op een
voorlichtingsavond.
Hier kwamen dan een drietal sprekers
de toekomstige soldaten voorbereiden op hun komende legerdienst. Als dokter was
het toen in het algemeen Dr. Stuyck die kwam spreken,
op een zeer realistiche manier, zodanig dat het een paar keer voorviel dat die
stoere bonken onwel werden, en een appelflauwte kregen of t scheelde niet
veel.
Als andere sprekers
waren er : een aalmoezenier en een militiaan. Die avonden werden druk
bijgewoond. Maar een Milac-werking die zich beperkte tot één avond per jaar
vonden we wel een mager beestje !
In 1953 waren we dan zover dat we de werking verder
gingen uitbreiden, mede onder impuls van Jan De Decker.
Het plan was gerijpt om een maandelijks tijdschrift
uit te geven, dat bedoeld werd als een echte band tussen de soldaten en mensen
van Leest. Daarom werd als naam gekozen De Band.
De bedoeling was ook dat in De Band alles zou inkomen
wat zich afspeelde te Leest, in de parochie, in de gemeente, in de
verschillende organisaties van de parochie, van sport tot cultuur. De Band zou
een tijdschrift worden van en voor alle Leestenaars.
Zo gezegd...zo gedaan. Van in t begin een goed
voornemen : eenvoudig bescheiden. Maandelijks niet meer dan 20 bladzijden. Maar
ja...de hel is geplaveid van goede voornemens...Wij vreesden geen 20 bladzijden
vol te krijgen. Elke maand was er kopij te veel ! Zo werden er nummers
uitgegeven tot 40 bladzijden ! Zoveel kopij kwam er telkens binnen...Allemaal
nieuws van Leest, brieven van soldaten, enz...
Ik herinner me nog goed, die vele gezellige avonden
of...nachten dat De Band moest klaarkomen. Mijn kamer van onderpastoor was veel
te klein.
We zaten daar dan dikwijls met een 10-tal mannen te
werken : Jan De Decker het sorteren van alle teksten en het nazien, een tweetal
om de teksten op stencil te zetten, een paar anderen, waaronder Eddy Beterams
om tekeningen en opschriften aan te brengen. Emiel Polfliet aan het oude
Gestetner-machine om door te draaien, dan alles bijeenrapen, pinnen, klaar
maken om op te sturen naar de soldaten, enz...
Mensen, wat werd er dan gewerkt ! Een samenwerkende
vennootschap of een lopende band systeem ! Uren aan een stuk, tot na midernacht
of soms tot in de vroege morgenuurtjes. Maar...De Band kwam klaar !
De eerste maanden warern er nog maar een 100-tal
abonnementen, na een jaar al een 150 en nog een tijdje later kwam De Band bijna
in elke Leestse brievenbus met de regelmaat van een klok.
... Ik herinner me nog zeer goed dat onze vriend Jan
De Decker aan t sakkeren was dat de kopij te laat binnenkwam, of dat hij
sommige organisaties moest te voet vallen om toch maar hun tekst binnen te
sturen, maar uiteindelijk kwam het toch steeds in orde !
...
Onderpastoor J.
Verbist :
Van de jaren 61-66 Milac-Leest herinner ik mij dat
maandelijks een uitgebreid blad De Band verscheen dat toen in zijn geheel
uitsluitend door Luc Beterams werd verzorgd.
Met veel nauwgezetheid en zin voor efficiëntie bracht
hij maand na maand, jaar in, jaar uit, het blad bij de abonnenten. De soldaten
en sympathisanten konden er het wel en wee van de parochie in volgen. Ook
toekomstige soldaten werden op de hoogte gehouden van de voortdurende
wijzigingen in de wetgeving.
Jaarlijks werd er een Milac-avond gegeven die telkens
een enorm succes kende bij de bevolking...
Pater Clementiaan :
...Het was rond 20 oktober 1958 dat ik te Leest
aankwam als onderpastoor. En U weet het : ik heb er me onmiddellijk thuis
gevoeld. En aan iedereen zeg ik het wanneer het te pas kom, bij die goede
mensen van Leest ben ik echt gelukkig geweest. Maar ja, schone liedjes duren
niet lang. Na twee jaar en half kon ik verhuizen naar St.Niklaas.
...
En dan had ge daar de MILAC, er ging een paar maanden
voorbij meen ik, vooraleer ik ook in die beweging als proost
werd aangeduid. Alhoewel ik nooit soldaat was geweest en weinig afwist van het
soldatenleven heb ik toch getracht met hart en ziel me in te zetten, om iets
voor onze jongens in t leger te doen. Mijn taak was vooral als priester n morele steun te verlenen aan de
voorzitter van de Leestse Milac-beweging. En, goede vrienden, dan denk ik hier
heel in het bijzonder aan mijn goede vriend Jan De Decker.
Wat heeft die man gewerkt en gezwoegd om het allemaal in elkaar te krijgen
en...te houden. Nachten heeft hij gewerkt om te typen en te stencileren, uren
van geduld beoefend om de kopij in handen te krijgen want De Band moest klaar
zijn tegen een bepaalde datum. Het liep niet altijd van een leien dakje. Maar
hij wist dat ik als proost naast hem
stond en hij waardeerde dat en...hij zwoegde voort tot hij het in handen gaf
van een andere vriend van mij : Luc Beterams.
Ik wist waarvoor hij stond, hij besefte het wellicht
nog niet die eerste dagen dat hij er aan begon, en hij mij op de pastorij kwam
vragen om alles bij hem thuis te mogen doen.
(Tussen haakjes : een gedeelte van het drukken werd
tot nu toe op mijn kamer in de pastorij gedrukt) Ook deze man heeft enorm veel
werk verricht en werkt nu nog dag en avonden en wellicht nachten eraan om van
De Band iets te maken dat het lezen waard is, zowel voor het thuisfront als
voor de jongens in het leger.
Elke keer dat De Band bij mij toekomt in Lokeren, waar
ik nu zeven jaar pastoor ben, kijk ik hem onmiddellijk in want hij intresseert
me zoals de mensen van Leest me nog allemaal nauw aan het hart liggen...
Clement De Wilde
(pater Clementiaan) werd in 1916 te Laarne geboren. Gedurende de periode
1947-1952 was hij als missionaris werkzaam in China. Nadat hij daar door de
vervolging van de kerk uitgedreven was ging hij naar Zaïre waar hij zich
achtereenvolgens in Luabo, Kamina en Kanzenze gedurende een vijftal jaren
inzette voor de opleiding van de jeugd. In 58 keerde hij naar ons land terug
en kwam terecht in de Leestse parochie als onderpastoor. Van hieruit vertrok
hij in 1961 naar de H. Hartparochie te St.Niklaas. Tenslotte werd hij pastoor
op de Sint Antoniusparochie in Lokeren, waar hij tegelijkertijd overste was van
de Paters-Minderbroeders aan de Luikstraat. Getroffen door een hartinfarct
overleed hij op 6 november 1981.
Christine De Laet
(Zuster Melanie) vanuit Heverlee :
...Hartelijk gefeliciteerd met het zilveren jubileum
van Milac en het vruchtbaar en schoon werk verricht gedurende 25 jaar !
Geprezen om
het ZILVER van DE BAND.
Bedankt om het innig meeleven met lief en leed van
allen, om de met gulle humor gekruide artikelen, om al de nuttige informatie en
kostelijke illustraties, om het geduldig vorsen in eeuwenoude archieven.
In 83 werd Georges
Herregods benoemd tot hoofdaalmoezenier van Duitsland. Alhoewel zijn domicile
in de Kouter behouden bleef, verbleef hij de meeste tijd van het jaar in
Keulen. Georges had het Leestse maandbladeen onschatbare meerwaarde meegegeven, niet alleen met zijn
genealogische en heemkundige bijdragen.
De Band dankte hem
op haar manier :
Beste Georges, wij danken u van harte voor uw inzet.
Als grote bezieler en motor van De Band hebt u zich gedurende meer dan acht
jaar met hart en zielingezet voor ons dorpsblad. Duizenden
tekeningen van uw hand brachten een persoonlijk cachet aan de Band. De vele
bandwerkavonden in een geest van samenwerken hebben van de Band een fijn
verzorgd en veel gelezen blaadje gemaakt. Wij zijn daar fier op.
De goede samenwerking heeft veel mensen dichter bij
elkaar gebracht.
De ontelbare keramieken die we hebben zien groeien en
die je overal tegenkomt zijn als zoveel geesteskinderen waarbij men even
ernstig wordt of moet lachen. Ze geven een blijk van uw mensenkennis en
kunstzin.
Georges, wij kijken uit naar uw Keulse brieven en als
het kan, willen we blijven hopen op uw medewerking.
Aan hem werd ook nog
een stukje poëzie toevertrouwd :
De Heiland had U lang bewaard,
om zonneschijn te brengen
of mensen bij elkaar te brengen.
Nu gaat ge weer te naaste bij
de sporen van ons Heer.
De bloesems door U opgespaard
zullen bloeien, telkens weer.
Al gaat ge Georges tot ieders spijt,
de vrienden van de Band geraakt ge nimmer kwijt.
Het wegvallen van
George Herregods werd dat jaar op de redactie opgevangen door de nieuwkomers
Luc Verelst en Karel Duysburg.
Robert Verbruggen en
Karel Soors waren de coördinators.
In 60 werd Leopold
Bas, na het ontslag van Jan De Decker, voorzitter en verantwoordelijk uitgever,
dit tot zijn beroepshalve verhuis naar Buggenhout.
Pater Clementiaan
(Clement De Wilde) was proost,
Cyriel Verbruggen secretaris-schatbewaarder en bestond het bestuur verder uit
de leden Lucien Beterams, Louis Ceulemans, Alfons De Smet, Frans Selleslagh,
Louis Solie, Richard Van Praet, Frans Verbruggen, Jozef Vloeberghen en Louis
Vloebergh.
In 61en dit tot1964 werd de nieuwe onderpastoor J.Verbist proost.
In 66 deed Milac
een oproep aan de Leestse
missionarissen op de vremde om af en toe wat nieuws te mogen ontvangen.
Van dan afpubliceerde het maandblad ontelbare brieven
van overzee.
Jeanne De Boeck
(zuster Juanita) vanuit Concepcion in Chili, Melanie De Wit (zuster Dominica),
Rene De Laet en Marieke Verbruggen vanuit Zaïre. Christine De Laet...
In 1970 vonden we
Eddy De Smet als voorzitter terug en vestigde Georges Herregods zich te Leest.
Het blad kreeg een
heel ander aangezicht toen hij zich met de redactie begon te bemoeien.
Naast aalmoezenier
was hij ook een begenadigd en veelzijdig kunstenaar : keramist, schilder,
tekenaar en auteur.
Een vlugge gedachte
en een paar rake lijnen met zijn vlotte hand volstonden om de sierlijkste
pittoreske tekeningetjes op papier te toveren en De Band zou nooit meer
dezelfde zijn.
Had Jan De Decker
zich al voorzichtig gewaagd aan geschiedkundige bijdragen over de gemeente, de
aalmoezenier nam het hele kerkarchief onder de loep.
Zijn historische
bijdragen werden door iedereen gesmaakt : stambomen van de oudste Leestse
families, de historiek van de eeuwenoude herendoeningen, van de kerk, van de
pastorij, de kapellekens...
Op 1 juli 1975
overleed te Berchem medestichter en stuwende kracht van Milac en De Band Jan De
Decker. Jan was amper 43 jaar. Hij werdte Leest geboren op 27 februari 1932. Jan stond ook aan de wieg van de
jongenschiro in Leest, in 1948.
In 1960 had hij zijn
ontslag ingediend als voorzitter van Milac en De Band. Hijkon deze functies niet langer cumuleren met
zijn beroep als verantwoordelijke op het bureel van de Kristelijke Bedienden
Centrale te Antwerpen.
Na de fusie met
Mechelen in 77 vreesde men in Leest om opgeslorpt te worden door de stad en in
79 gaf de redactie aan dat De Band gestart
als soldatenblad,principieel
een soldatenblad zou blijven, maar omdat na de fusie met Mechelen het gevaar
bestond de eigenheid te verliezen zou het blad een tweede taak op zich nemen.
Niet enkel een band vormen tussen de miliciens en hun thuis maar ook een band
tussen haar lezers en hun heimat ons Leest.
Er werd de lezers
verzocht om intressante, originele en liefst streekgebonden verhalen en die
kwamen er ook..
Anselms Jedrie
(Jacob Albert Huysmans) puurde uit zijn machtige geheugen en schreef de prachtigste proza
neer. De Sussen en de Blekken kwamen weer tot leven en zijn herinneringen
aan de Eerste Wereldoorlog spraken
tot de verbeelding.
Ook Frans
SusseTeughels liet zich niet
onbetuigd en toonde het tijdsbeeld van het interbellum, de Tweede Wereldoorlog
en de daaropvolgende periode.
De poëzie van Kamiel
De Wit kleurde De Band en Guido Hellemans zorgde voor literaire bijdragen :
Guido Gezelle, Rodenbach, Timmermans, Elsschot, allemaal kwamen ze aan de
beurt.
Er verscheen een
hoekje van de tuinman, verzorgd door Toon Lamberts en Karel
Soors leverde menig belangwekkend intervieuw af en stond in
voor vele natuurbijdragen.
Gelegenheidsauteurs
waren ook o.a. Marcel Van Hoof, Wilfried Hellemans,
Stan Huysmans, Katelijne Duysburgh, H.Labio, Georges Veiller....
Vevoc, Chiro, SK en
VV-Leest, Voetspoor, Het Rijke Nest, NSB-Leest, Davidsfonds, KVLV, KLJ, Rust
Roest, KWB, Boerengilde, KVG Zennevallei, dansgroep Korneel, Leefmilieu Leest,
de Landelijke Rijvereniging, de gepensioneerden...leverden hun eigen bijdragen
en ook de rubriek Burgerlijke Stand mocht niet ontbreken.
Jarenlang zou Luc
Beterams het secretariswerk van Milac en ook de redactie van De Band op zich
nemen tot hij in 1978 wegens gezondheidsproblemen
ontslag nam.
Luc werd meteen de
eerste en enige Ere-Voorzitter.
Van l. naar r. : Jan De Decker, Sophie De
Schoenmaecker, Jang Mees (schoonouders van Vic Van Hoof), onderaan Marcel Van
Hoof.
Onder de titel Zij trokken een spoorliet de redactie dat eerste jubileum ook
enkele oud-onderpastoors aan het woord.
Ex-proost Stany De Decker :
...Regelmatig ontvang ik hier nog DE BAND, en ik moet
zeggen, ik ben steeds nieuwsgierig...zo gauw die binnenkomt moet alle werk maar
een beetje wachten, de gazet wordt opzij geschoven en D.B. doorbladerd. Zo kan
ik nog echt meeleven met mijn vroegere parochie. Al die namen die men leest,
zijn er nog allemaal die zoveel zeggen ; al die verslagen die men leest
getuigen van die echt goede geest die er te Leest heerst.
Bij de aankondiging van het JUBILEUMNUMMER heb ik nog
eens een groot pak bovengehaald : al de nummers van De Band van nummer één af,
en ik zeg : het is een groot pak. Als men nu dat eerste nummer beziet, wel, het
is om compassie mee te
hebben : zo dun, zo schamel, zo primitief,
zon artistieke tekeningen en een stijve soldaat die met een stuk geweer met
een scheve-schele loop de wacht houdt bij een invallensgereed huis... En
nochtans, toen dit eerste nummertje geboren was, waren we fier : HET WAS ER !
We konden nu verder bouwen. En dat verder bouwen heeft voortgeduurd, en het is
er steeds op vooruitgegaan. De Milac-werking van Leest kreeg vaste vormen, meer
en meer personen werden eraan geïntresseerd. En zo kwam het tot een grote ploeg
medewerkers.
De medewerkers van voor een paar jaar, kunnen zeker getuigen dat we zo bij
volle activiteit graag eens een foto zouden genomen hebben van mijn kamer ! Het
was een warboel in de hoogste graad, maar er werd gewerkt en gezwoegd om tijdig
een nummer klaar te krijgen. Aan mijn bureel zat er één de stencils te typen,
aan de andere kant waren er een paar bezig te illustreren : hier een opschrift,
daar een tekening. Aan de drukmachine werd er aan een geweldig tempo de ene
stencil na de andere doorgedraaid. Het was van draaien altijd maar draaien,
maar ook van zweten altijd maar zweten. Er zijn avonden geweest dat we er zo
maar een 12.000 bladen papier doordraaiden : een speciaal Paas- of Kerstnummer
ging tot 40 blz, en werd gedrukt op 300 exemplaren !
Maakt de vermenigvuldiging en ge zijt er ! En aan mijn
tafel zaten intussen een paar medewerkers ijverig de adressen van de abonnenten
op de eerste bladzijde te schrijven, of likten hun tong droog aan de
adresbandjes.
Eens het typen gedaan, alsook het tekenen en
illustreren, adresseren en tourneren, begon het werk van het samenbundelen. En
dat ging aan de lopende band ! Een drie tot vier man koersten de tafel rond, waarop
al de bladen schoon in hoopjes bijeen lagen.
Al lopens werd er van elke hoop een blad geritst en al
die bladen kwamen samen bij iemand die ze gelijk legde, een volgende sloeg er
haakjes in en de stapel Banden groeide gestadig. Dat werk gedaan werden ze
gesorteerd per straat en de volgende dag meegesleurd naar de Meisjesschool waar
onze flinke helpsters steeds zo goed hun best gedaan hebben om die maandelijks
rond te doen, nieuwe abonnenten te winnen, geld te ontvangen, enz.. De
Eerwaarde Zusters hebben er dikwijls veel last mee gehad...
De grote hoop Banden was nu weg, maar nu dienden er
nog pakjes gemaakt voor de soldaten, de zusters en paters in de Missie en voor
al de lezers buiten Leest.
Hiermee kon ik dan de volgende dag naar de post
geladen als een muilezel (meer muil dan ezel...)
...
In 1956 zag het
Milac-comité er als volgt uit :
Proost :
onderpastoor Leo De Schutter, voorzitter en hoofdopsteller van De Band : Jan
DeDecker. Leden : Fons De
Smet, Fons Polfliet, Louis Polfliet, Frans Selleslagh,
Voor de KWB : Louis
Solie en Richard Van Praet.
Voor B.J.B. : Juul
De Smet en Frans Verbruggen en voor de Chiro : Emiel Polfliet.
Twee jaar later
kreeg het versterking van Alfons Geerts, Gaston Keulemans, Cyriel Verbruggen,
Louis Vloebergh en Victor Van Hoof.
In 1957 ontvingen de
Leestse miliciens met Kerstmis elk een pakket van Milac Leest, bestaande uit :
De Witte en Jeugd van Ernest Claes, series kerst- en nieuwjaarskaarten,
humoristische en artiestieke kaarten, sluitzegels, een bloc briefpapier en 100
omslagen, een foto-album, een wandplaat voor kamerversiering en een pak
tijdschriften.
Het jaar nadien
kregen de in Duitsland gelegerde Leestse miliciens eigenhandig hun geschenken
overhandigd van Jan De Decker. (zie foto)
Samen met garde Victor
Van Hoof, diens schoonouders en zoon Marcel, werd kazerne na kazerne bezocht.
In augustus 1957
werd het vijfstigste nummer van De Band uitgegeven. Van die gelegenheid
maakte de redactie gebruik om een speciale oproep
te lanceren aan alle Leestse handelaars en neringdoeners om dit
jubileumnummer te voorzien van reclame. Alle huizen van Leest kregentoen het maandblad in hun bus gestopt.
Indien de Leestse handelaars en neringdoeners deze
maal met hun reclame zouden achterwege blijven, zullen wij ons moeten wenden
tot winkels UIT HET OMLIGGENDE.
U zelf zult er over beslisen welke weg wij zullen
moeten kiezen ! Dergelijke plaatselijke publiciteit kan niet zonder vruchten
blijven voor u !!!!!
Aldus de oproep...
Milac had het in de
beginperiode schijnbaar niet makkelijk om au sérieux genomen te worden bij de
Leestse bevolking.
In hetzelfde
jubileumnummer plaatste Jan De Decker toen volgende kanttekeningen in zijn
periodiek :
Wij hoeven zeker niet te zeggen dat én onze
soldatendienst én de uitgave van ons maandblad vijf lange jaren vele
moeilijkheden hebben meegebracht :
geldnood, tegenkantingen, onbegrip, onverschilligheid
(vooral van die mensen
die door hun ambt of functie de eersten zouden moeten
zijn om ons werk te steunen en aan te moedigen...), gebrek aan medewerking,
afbrekende kritiek,kwaadwilligheid en
zo meer...
Spijts dit alles, hebben wij kunnen volhouden en al
die uren, uren en uren die ons werk heeft gekost, hebben wij niet gewogen noch
geteld.
Hetgeen wij hebben gedaan én door ons MILAC-werk én
door ons blad, gebeurde steeds met de betrachting : goed te doen. Mogelijk zijn
we er niet altijd in geslaagd.
Wij betuigen onze erkentelijke dank aan al degenen
die, onder welke vorm ook, ons werk hebben helpen in stand houden en
uitbreiding te doen nemen. Dank aan de vele sympathisanten van MILAC die zo
massaal onze bonteavonden hebben
bijgewoond.
Dank aan al die soldaten die ons regelmatig geschreven
hebben, vaak ookpersoonlijke
brieven waarin zij openhartig hun moeilijkheden bloot legden en
waarin de schrijnende behoefte merkbaar was aan een
zacht gebaar en een warm
woord. De
meesten in deze categorie hebben wij kunnen helpen door onmiddellijk
contact te
nemen met officieren, aalmoezeniers en hooggeplaatste personen.
Wij laten aan anderen over om te zeggen wat die vijf
jaar MILAC voor een honderd soldaten hebben betekend.
Wij hebben bijna voortdurend onze soldaten met kleine
attenties bedacht, hen er aan herinnerd dat er nog iemand aan hen dacht, dat
het thuisfront hen niet vergeet.
Het weze ons hier toegelaten, er met pijn in het hart-
op te wijzen dat 8 op de 10 jongens, na hun militaire dienst ons blijkbaar
niet meer kennen of misschien nooit gekend hebben, ook al hebben ze vroeger wel
geschreven ik zal niet vergeten wat ge voor mij hebt gedaan... Acht op de
tien lopen ons na hun soldatentijd stoemmelings voorbij, een paar zeggen
(mompelen) nog iets, anderen zeggen helemaal geen bakkes meer.
Merci mannen...
Sommige soldaten laten GEDURENDE MAANDEN GEEN
SIKKEPITvan zich horen.
Het is gebeurd dat dergelijke zware gevallen dan nog op de koop toe, achter
onze rug (natuurlijk...), babbelen :ik
krijg van de Milac niets meer, nu kunnen ze ook ontploffen, zonder er bij te
voegen dat ze nog niet eens hun nieuw adres hadden laten weten.
Wij halen deze treurige feiten hier aan om U een beeld
te geven van de omstandigheden waarin wij vaak moeten werken (en volhouden...).
Nog dit : een paar bewegingen en bonden geven nog de
indruk dat MILAC ten slotte maar een boekske (sic...) is of iets dat niet
veel te betekenen heeft. Wij hebben het inderdaad beleefd dat leden uit
parochiale organisaties zich lieten ontvallen : wat hebben wij toch met die
Milac te maken...
Vergeten wij niet dat de nationale MILAC de
soldatendienst is van het JEUGDVERBOND VOOR KATHOLIEKE ACTIE en als dusdanig
door het Belgisch Episcopaat werd herkend, elf jaar geleden.
Jan zou in zijn
maandblad nog vaak van leer trekken tegen alles en iedereen wanneer hij of zijn
vereniging tekortgedaan werd.
Hij was ook een fel
verdediger van morele waarden. Zo publiceerde hij in het kerstnummer van 56
volgend markant artikel onder de titel Einde legerdienst.
Einde januari zullen volgende soldaten afzwaaien :
Theo Fierens (gekazerneerd te Neheim bij de Artillerie), Maurice Huysmans
(Siegen-Infanterie), Antoine Lauwens
(Mechelen-Transmissie) , Hendrik Moons
(Brasschaat-Artillerie), Hubert Selleslagh
(Brasschaat-Artillerie), Louis
Keulemans(Aken-Artillerie), Henri Somers (Ossendorf-Artillerie).
Wij wensen hen nog veel plezier de laatste dagen van
hun legerdienst en hopen dat zij plezant maar deftig zullen AFZWAAIEN en zij
niet zullen aanlanden thuis : bezopen....
Het is werkelijk treurig om zien hoe sommige soldaten
afzwaaien...
De sjerp om de hals, de pots in de nek, de kittbag na
zich sleurend en hees brullend het en we zijn der van de klas... Triestig
wanneer men hen gedurende de reis over hun braspartijen hoort vertellen...
Triestig wanneer men hen van de ene naar de andere café ziet
waggelen...Triestig wanneer men sommigen stomdronken langs de straat vindt...
Triestig wanneer men bij het afzwaaien van een ongeluk
hoort...
Triestig wanneer soldaten de laatste dag, de dag van
hun afzwaaien, stommiteiten doen, dingen die ze gedurende hun legerdienst nooit
hebben gedaan...
Triestig voor de vader, de moeder, de verloofde...
Iedereen doet het. Een mens zwaait maar eens af en
s anderendaags begint een nieuw leven !
Ja, s anderendaags begint een nieuw leven voor Jan
Klaassen, die zonder werk zit en moet gaan stempelen. Had hij maar de 1.500
frank de laatste acht dagen van zijn troep niet verdronken...
s Anderendaags begint een nieuw leven voor Piet
Pieters, die nog in een nachtkroeg is aangeland op de vooravond van zijn
afzwaaien en stommiteiten heeft uitgestoken...
Was hij ook maar de laatste avond trouw gebleven aan
zijn meisje...
s Anderendaags begint een nieuw leven voor iedere
afgezwaaide, een leven van burger en enkele maanden nadien zien zij vol
afkeer neer op de soldaten die zo smerig afzwaaien.
WIJ VRAGEN GEEN LIJKDIENST : wij zijn de eersten die zeggen dat er moet gefeest
worden wanneer een jongen met zijn legerdienst gedaan heeft. Feest moet er zijn
maar geen BRASPARTIJ.
OUDERS, helpt hen plezier maken, niet onderweg, niet
in cafés, maar THUIS.
Op de dag van afzwaaien moet het een feest zijn van de
blijde thuiskomst.
SOLDATEN, gij hebt in houding gestaan, gedefileerd,
gemarsjeerd voor hogere en lagere officieren. Gij waart fier toen zij u een
blik van waardering gunden. Méér dan alle officieren is UW MOEDER. Komt niet
thuis met een ferm stuk in uw botten en met bezopen ogen, maar komt naar huis :
fier, rein en blij en gaat dan nog eens in houding staan voor uw moeder en
kijkt haar in de ogen. Meer dan een blijk van waardering zal zij u gunnen, zij
zal u aankijken met liefde en al haar zorgen zullen vergeten zijn, daar zij
weet dat gij teruggekomen zijt, fier, rein en blij, beter dan toen gij ging.
En toont uw militair zakboekje aan vader. Hij zal fier
zijn als hij kan zien dat gij een goed soldaat zijt geweest.
Sooi Willems in actie. Een archieffoto uit de
beginjaren van Milac.
Bezieler
Aalmoezenier Sooi Willems vertelde in 85 :
Bij de bevrijding in september 1944 werden de klassen
1941-1942 gemobiliseerd en voor opleiding naar Engeland en Noord-Ierland
gestuurd, met de bedoeling desgevallend ingezet te worden bij de
krijgsverrichtingen in Duitsland. Want de oorlog was nog niet gedaan. Bij die
gemobiliseerden is de idee gegroeid dat er iets moest gebeuren voor de soldaten
: een uitbreiding van wat K.A.J. en B.J.B. als dienst voor de soldatenhadden voor de oorlog. Toen Duitsland was
gevallen, hoorde men van het bezettingsleger en het verwoeste Duitsland de
wildste verhalen : over de miserie van de bevolking en de sexuele avonturen van
de soldaten.
Kortom, Duitsland was gevaarlijk voor onze brave
jongens.
Onder impuls van Kan. Dubois in Roeselare zijn leiders
van jeugdbewegingen samengekomen. Het echte idee is daar geboren : er werd een
actie opgezet in West-Vlaanderen. Heel vlug werd het idee overgedragen naar het
Nationale Jeugdverbond van Katholieke Actie, waarvan Mgr. Cruysberghs algemeen proost was.
Gedelegeerden van de diverse jeugdbewegingen, o.a. De
Schuyffeleir van K.A.J., besloten om als gezamelijke dienst van het J.V.K.A.,
een katholieke actie voor toekomstige soldaten op te richten. Inmiddels was ook
in Limburg, onder impuls van Kan. Claes, een actie voor soldaten op gang
gekomen.
Omdat het college van Seraing, waar ik leraar was,
stukgeschoten was, was ik dus werkloos. Die kunnen we dus gebruiken dachten ze
in Limburg, want ik ben tijdens de slag aan het Albertkanaal ook nog waarnemend
aalmoezenier geweest. En zo is het gekomen. Ik ging voorlichting geven in
Limburg : op 23 vergaderingen bereikte ik 3.000 jongens. Niet omdat ik het was,
want ik was totaal onbekend, maar omdat de tijd er rijp voor was : men was bang
van Duitsland.
Door dit succes werd ik naar Brussel geroepen
(J.V.K.A.).
Zo werd ik proost
van Milac...
(Kerk en Leven, 20 juni 1985)
MILAC-LEEST en DE BAND
Op een bijeenkomst
van bestuursleden in 1953 van KWB, BJB en Chiro werden definitieve plannen
gesmeed tot de oprichting van een
Soldatendienst.
Onderpastoor Stany
De Decker werd proost en Jan De
Decker voorzitter.
Er werd besloten een
soldatenblad uit te geven waardoor de miliciens op de hoogte
zouden blijven van
het dorpsleven, een band tussen thuis en de kazerne.
Het eerste nummer
van de Band was zeer povertjes, telde slechts zesbladzijden en had een oplage van 30
exemplaren.
Vijf jaar later, bij
het eerste jubileum, was de oplage gestegen tot 550 exemplaren.
In de loop van die
eerste vijf jaar kregen de Leestse miliciens vanMilac 32 kg chocolade, 19 kg pralines, 48 kg koekjes, 258 boeken en 12.331
tijdschriften toegestuurd. Waaronder Het Goede Zaad, Zondagsvriend, De Band,
Ons Land, De Haardvriend, Humoradio, Ons Volk, Bevrijding, Toren, Vlaamse
Filmkens, Doorbraak, Kompas, Mardijck, Raak, Africa Cristo, Ons Zondagsblad...
De meeste uitgesproken katholiek.
Op voorlichtingsvergaderingen
kregen de toekomstige soldaten een beeld van wat hen te wachten stond via films
en uiteenzettingen door selectieofficieren.
Vaak hield dokter
Stuyck zijn spreekbeurt over
venerische ziekten...
De eerste proost, onderpastoor De Decker, werd reeds in het
stichtingsjaar overgeplaatst naar Coloma te Mechelen waarna zijn werk werd
overgenomen door Jan De Decker, die de kar zou trekken tot de dag dat pater
Omer als onderpastoor te Leest werd aangesteld.
1953 Dat jaar werd
er te Leest een veldrit voor beroepsrenners georganiseerd.
Exacte datum is ons niet bekend.
Wel dat Roger De Clercq winnaar werd voor
Firmin Van Kerrebroeck en de
plaatselijke vedette Rene De Rey.
Roger De Clercq is de
vader van de latere wereldkampioen veldrijden Mario.
1953 15 maart :
Stichting van Milac Leest en het plaaselijke soldatenblad De Band.
MILAC
Milac
(Miliciens-Actie) ontstond in 1945 binnen de Vlaamse katholieke jeugdbeweging.
Men wilde wat doen
voor de scouts- of chiroleider die opgeroepen werd voor het bezettingsleger in
Duitsland.
Eigenlijk groeide
Milac uit de KAJ-beweging en wilde toekomstige miliciens beter voorbereiden op
hun legerdienst. Kort na de bevrijding duurde de legerdienst nog meerdere
jaren, en werden heel wat jongens in Duitsland,ver van huis ingekwartierd.
Daarnaast
ontwikkelde Milac ook een kazernewerking.
In navolging van
Jozef Cardijn werkte men met Kazerne, Kameraadschap, Kamer om solidariteit te
bevorderen. Men wou hen ondersteunen op moreel en sociaal gebied, aanvankelijk
gericht op de gevaren van het gebrek aan moraliteit in het leger, later ook als
vormings- en ontspanningsinitiatieven binnen de kazerne.
Grote bezieler was
Francois (Sooi) Willems, de latere nationale proost,
die kon beroep doen op een groot aantal vrijwilligers. Hoewel totaal
onafhankelijk was er toch meestal een goede samenwerking met de
aalmoezeniersdienst van het leger.
Onder impuls van
Milac werd vanaf 1948 jaarlijks de week van de soldaat ingericht, o.m. om ook
het thuisfront bij de problematiek
van de miliciens te betrekken.
Ook een eigen
tijdschrift (eerst Marsch later Extra Rantsoen) was een vormings- en
bindingsinstrument. Daarnaast verschenen ook de Milac-cahiers waar telkens
één thema werd in toegelicht. Deze meer technische publicaties moesten
vrijwilligers ondersteunen in hun begeleidingswerk in de kazernes, maar ook het
thuisfront informeren over de rechten en plichten van de miliciens, o.m. de
ingewikkelde vaak wijzigende- regels van vrijstelling en uitstel van legerdienst.
Met de afschaffing
van de verplichte legerdienst in 1994 kwam ook een einde aan Milac.
Het archief van de
beweging wordt thans beheerd door het KADOC te Leuven.
(Wikipedia)
De dienstplicht gold
in 1984 voor slechts één vierde van de Belgische jeugd. De meisjes vielen er
buiten en van de jongens moest amper 48 procent
soldaat worden.
(GvA,4/3/1984)
Fotos :
-Firmin Van Kerrebroeck leidt voor Roger De
Clercq die later zou winnen.De renners haspelen
hier een stuk parcours af op de beemden langs
de Zennedijk.Op de achtergrond enkele
huizzen van
de Molenstraat.
-Roger De Clercq haalt het voor Firmin Van Kerrebroeck
en René De Rey.
Theofiel Fierens, oud-muzikant en oud-dirigent van
St.Cecilia, uit de Scheerstraat. (Ten Moortele)
Theofiel Fierens, oud-dirigent van St. Cecilia in 2009 :
...mijn geheugen is niet meer zo goed, maar ik
herinner mij nog dat ik toen de Sussen uit mekaar gevallen waren (noot : in 1964),
ik was toen nog dirigent van de Blekken, alle Sussen-muzikanten contacteerde om
over te gaan naar onze fanfare. Slechts één muzikant is daar toen op ingegaan,
ik geloof dat het een Van den Brande was, hij speelde alt-hoorn en zijn vader
was een hevige Sus...
Later, ik had toen al mijn ontslag gegeven als
dirigent, werd ik gecontacteerd door Gust Emmeregs, een Sus, omenkele oud-muzikanten van de Sussen te
dirigeren ter gelegenheid van een nationaal of Vlaams feest hier op het dorp.
Na enkele repetities hebben we toen gespeeld in een kiosk op het dorpsplein en
daar is ernorm veel volk op afgekomen. Dat werd me door de Blekken uiteraard
niet in dank afgenomen.
Ik gaf toen nog naschools muziekonderricht, hier in de
jongensschool. Zeer vrijblijvend en zonder verplichtingen. Bij mijn 28
leerlingen waren er bij met blokfluiten en melodikas maar dat was voor mij geen
probleem. Dan schafte ik me boeken
aan over die instrumenten en zo trok ik mijn plan, maar de Blekken namen me dat
kwalijk en ze trokken al hun kinderen terug. Ik bleef alleen achter met de
kinderen van de Sussen...
Tijdens de telling van één van die beruchte
gemeenteraadsverkiezingen stond ik met Heinke van Tien (Henri Van den Heuvel) paraat bij een walkie talkie. De andere was in handen van de Garde, die
af en toe naar de kelder van het gemeentehuis verdween en ons van daar de laatste
stand van zaken doorgaf...
Bij velen van mijn generatie zit dat er nog diep in,
Blek of Sus.
Ik herinner mij ook nog dat ze bij elkaar stront aan
de voordeur smeerden en dat de twee fanfares elkaar soms kruisten in de
Dorpstraat, dan werd er door de twee verenigingen geblazen alsof hun leven
ervan af hing, die rivaliteit kwam ook tot uiting op de processies,
waar beide fanfares meeliepen....
1952 16 december :
Hombeek : de echtelingen Edward en Coleta Verbergt Diddens
vierden hun gouden bruiloft. Edward
was geboren te Hombeek op 21/12/1886,
zijn echtgenote te Leest op 1 mei 1879. Ze kregen zeven
kinderen. (KH)
1952 Op 31
december telde Leest 1853 inwoners.
1952 Edward
Fierens (° 1930) nam de kosterfunctie over van Antoon Teughels.
In 1964 viel de
fanfare Arbeid Adelt bij gebrek aan eensgezindheid uit elkaar en hadden de
Blekken af te rekenen met de socialisten
(BSP lijst nr 1) die opkwamen met L. Lauwers, A. De Schouwer, Fierens, A.
De Smedt, G. Van der Elst, F. Put, F. Van Baelen, Verbist en J. Verbergt en de Gemeentebelangen (lijst nr 3) met : F.
De Prins, R. Van der Hasselt, L. Selleslagh, L. Hellemans, K. Leemans, Van den
Brande, E. Lamberts, F. Huys en A. Verbruggen.
De Blekken, lijst
St. Cecilia nr 2, kwamen op met E. Verschueren, F. De Prins, J. Geens, Henrik
Van den Heuvel, A.F. Lauwers, F. De Decker, J. Huyghe, J. Vloeberghen en V.
Robijns.
De Blekken haalden
5, Gemeentebelangen 3 en de socialisten 1 zetel.
In 70 verscheen nam
de CVP voor het eerst deel aan de gemeenteverkiezingen. (11/10)
Wij konden enkele
verkiezingsuitslagen op de kop tikken.
Theofiel (Fille) De Prins, °Leest 17/3/1926, +Mechelen
3/11/2006.
Sussen en Blekken
in de media
In 1970 distancieerde het bestuur van de KWB zich bij
al haar leden over een verschenen artikel in De Volksmacht :
Leest, 9 october 1970Beste KWB-ers en sympathisanten,
Betreft De Volksmacht van 10 october 1970.
U zult zeker opgemerkt hebben dat op bladzijde 17
onder LEEST twee rubrieken verschenen : één onder KWB en een ander onder ACW.
Hierover is in ons dorp enige deining ontstaan
betreffende de tekst van het artikel verschenen onder het ACW en er werd zelfs
vermoed dat ze van één en dezelfde steller zouden uitgaan.
Ten einde alle misverstanden uit de weg te ruimen
verzekeren wij U, dat beide artikels los van elkaar staan en dat de eerste
rubriek werd ingestuurd door onze sympathieke voorzitter van de KWB Fille De
Prins. Het ander artikel werd ingestuurd door een ander persoon van wie de naam
ons door de uitgever van De Volksmacht, bij navraag, niet werd genoemd.
Het bestuur van de KWB-Leest onder de leiding van de
genoemde voorzitter laat iedereen vrij van te stemmen voor wie ze wil en hoopt
hartelijk in de toekomst haar huidige leden, zonder politiek onderscheid, met
dezelfde sympathie te mogen ontvangen zoals dit tot nog toe gebeurde.
Het
bestuur van de KWB-Leest.
In december 2003
publiceerde het Hombeekse blad De Schacht (nr 674) :
In
het land van Sussen en Blekken
Voor vele Mechelaars zal het onwaarschijnlijk klinken
maar sinds mensenheugenis is de fusiegemeente Leest verdeeld en verscheurd in
Sussen en Blekken.
Van waar deze benamingen komen zal u geen mens nog
weten te vertellen maar in feite komt het hier op neer dat men voor de Sussen
de link kan leggen naar de vroegere katholieken en voor de Blekken naar de
socialisten.
Of het in Leest nu gaat om een fanfare of om een
toneelgezelschap of om een voetbalclub, om het even, wanneer de Sussen wat
deden konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Zij hebben zowaar hun
eigen kroegen.
In tijden van verkiezingen hebben Sussen en Blekken
heroïsche veldslagen geleverd die niet altijd zonder schram of stoot zijn
verlopen.
De wit-zwart tegenstellingen die de laatste decennia
een beetje zijn afgezwakt door de kleurloosheid van de politiek zijn nu plots
weer sterk tot uiting gekomen en de broederstrijd is weer in alle hevigheid
losgebarsten.
Wat is er dan opeens aan de hand zult u denken ?
In Leest zijn twee scholen, en wat dacht u, jazeker
een van de kant van de pastoor en een van de andere kant zoals het hoort in het
land van Sussen en Blekken. Tot daar niets mis en perfect volgens het aloude
stramien.
Gezien dat wij ons bevinden in het land van Sussen en
Blekken en daarenboven in de 21ste eeuw zou het niet meer dan
normaal zijn dat beide scholen over een bus beschikken om hun kinderen van en
naar de school te brengen.
Helaas, hier loopt het spaak want de Sussen hebben van
Sinterklaas geen bus gekregen en zijn aangewezen op hulp van buiten huis om hun
kinderen te vervoeren.
Tot daar niks mis zou u denken.
Helaas, de directrice van de vrije school, die
waarschijnlijk nooit in haar leven heeft gehoord van Sussen en Blekken, vraagt
aan haar collega van de gemeenschapsschool of het niet mogelijk zou zijn om
ergens op de boerenbuiten enkele kinderen op te pikken om mee naar de vrije
school te brengen.
En plots duikt de kwelduivel weer op.
U weet wel, Sussen en Blekken. Het antwoord van het
gemeenschapsonderwijs is hard maar voorspelbaar neen en als gevolg hiervan
wordt de directrice van het vrij onderwijs razend kwaad en spuwt haar gal via
diverse plaatselijke kanalen uit richting vijand.
Woede alom tot in de hoogste regionen van de beide
onderwijsnetten.
Wijze mensen uit de stad proberen
om de plooien weer glad te strijken.
Of dit ook lukt met Sussen en Blekken is af te
wachten.
Wat is nu echter de moraal van dit verhaal ?
Sinds de overdracht van de stadssscholen naar het
gemeenschapsonderwijs, zijn de twee onderwijsnetten verenigd in een gezamenlijk
overlegorgaan genaamd OOM.
Zij zijn vragende partij voor een netoverschrijdend
leerlingenvervoer voor alle Mechelse kinderen waarbij de kosten evenredig
zouden verdeeld worden tussen enerzijds de ouders en anderzijds de stad. De
stad slaagt er echter niet in de broodnodige financiële middelen vrij te maken
om bovengenoemd project tot stand te
brengen, ondanks vele beloften en schijnmanoeuvres.
Daarmee weet u dan weer waarom in Leest Sussen en
Blekken de strijdbijl tot nader order weer hebben opgegraven.
Goovaerts Louis.
Noot : de Sussen en
de Blekken waren beiden katholieke fanfare-partijen.
De Mechelse Vlaams
Blok senator Frank Creyelman daarover datzelfde jaar :
...er is ambras in het land van Sussen en Blekken.
Sinds mensenheugenis,vertelt deVlaams-Bloksenator, is de Mechelse
fusiegemeente Leest verscheurd door Sussen en Blekken. Van waar deze benamingen
komen, weet geen mens nog te vertellen, maar het komt erop neer dat de Sussen
model staan voor de vroegere katholieken en de Blekken voor de socialisten.
Of het in Leest nu gaat om een fanfare, een
toneelgezelschap of een voetbalploeg, maakt niet uit, want wanneer de Sussen
wat deden, konden de Blekken niet achterblijven en omgekeerd. Kortom alles is
verdeeld in twee kampen. In verkiezingstijden leverden Sussen en Blekken
heroïsche veldslagen die niet altijd zonder slag of stoot verliepen. Al die
tegenstellingen zijn de laatste decennia wat afgezwakt, maar recente feiten
haalden de aloude broederstrijd weer van onder het stof. Wat is er aan de hand
?
In Leest zijn er twee basisscholen, jazeker, één van
de Sussen (het vrij onderwijs) en één van de Blekken (het
gemeenschapsonderwijs). De logica van Sussen en Blekken doortrekkend, zouden
beide scholen over een eigen bus moeten beschikken om de kleine Suskes en
Blekskes van en naar de school te brengen, jammer genoeg hebben de Sussen van
Sinterklaas geen bus gekregen en zijn ze aangewezen op hulp om hun kinderen te
vervoeren....