Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    01-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     Foto :  Vader Frans Polspoel verdween voor zes maand zonder dat iemand wist waar hij zich

                 bevond. Moeder Stefanie “van Zillekes” met zoontjes  Edmond en Alfons.

     

    1945 – Leestenaars en de tweede wereldoorlog

                Frans Polspoel, op zijn paspoort stond Marie Francois Polspoel, uit de Vinkstraat,

                was krijgsgevangene genomen en verdween voor zes maand uit circulatie.

                Niemand wist waar hij uithing.

                Als landbouwer werd hij heel die tijd in Duitsland en ook een tijdlang in

                Tsjechoslowakije op boerderijen tewerkgesteld. Daar leerde hij noedels eten.

                Frans was in 1934 gehuwd met Maria Stephanie Maes.

                Het echtpaar kreeg vier kinderen : Alfons,gehuwd met Lisette Fierens uit de

                Winkelstraat.

                Edmond, zijn officiele naam was Edmund, hij huwde met Melanie

                Selleslagh en werd schepene in het laatste gemeentebestuur van het autonome

                Leest.

                Paul, gehuwd met Victoire Maes en enige en jongste dochter Maria die

                gehuwd was met Jan Tirri.   

     

    Op 5 oktober 1949 kreeg burgemeester De Laet een schriftelijke melding overhandigd van de voorwaardelijke invrijheidstelling van A.V. Op briefhoofd van het “Ministerie van Justitie, Administratie der Strafinrichtingen, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat. Dienst voor wederopvoeding, reclassering en voogdij.”: Dossiernummer 55242.

     

    Brussel 28-9-1949

     

    Mijnheer de Voorzitter,

     

    Ik heb de eer u de (voorwaardelijke) invrijheidstelling op datum van 23-9-1949 mede te delen van V.A. geboren te Leest, de 17/8/1916, burgerl.staat ongehuwd, beroep tuinbouwkundige, woonplaats Leest, Elleboogstraat.

    Veroordeeld de 11/1/1945 door KH Brussel tot 15 j. hecht terzake van inbreuk art 113, 117GWB.

    Deze invrijheidstelling werd verleend onder volgende voorwaarden : onder voogdij, met verbod zich met politiek in te laten en met verplichting zich te onthouden  van omgang met andere vrijgestelden.

    Mag ik U verzoeken de persoon aan te duiden, die volgens U het meest geschikt blijkt om de voogdij over boven vernoemde invrijheidgestelde waar te nemen, en die zou aanvaarden er zich mede te gelasten.

    Om Uw taak te vergemakkelijken, voeg ik bij die schrijven een formulier voor het antwoord (Model B) dat U enkel dient in te vullen en mij zo spoedig mogelijk terug over te maken.

    De voogd gelieve onmiddellijk contact op te nemen met zijn (haar) pupil(le) en de voogdij waar te nemen in overeenstemming met de richtlijnen van mijn dienst. Zodra hij volledig ingelicht is over de toestand, de gesteldheid en het gedrag van de invrijheidgestelde, zal de voogd een eerste omstandig verslag opstellen, en door Uw bemiddeling aan de Voogdijdienst, Ministerie van Justitie te Brussel, laten geworden. Vervolgens zal hij om de drie maand, op dezelfde wijze, beknopte maar volledige verslagen, overmaken.

    Nochtans, indien de voogd bij zijn eerste contactname met zijn pupil, in kennis zou gesteld worden van ernstige moeilijkheden die zich in de reclassering van betrokkene zouden voordoen, zal hij onmiddellijk, door een bondig verslag, de dienst hiervan op de hoogte brengen.

    Indien bij de uitoefening van de voogdij moeilijkheden oprijzen zal de voogd U hieromtrent verslag uitbrengen ; U gelieve mij hiervan onmiddellijk in te lichten opdat ik met volledige kennis van zaken, de nodige maatregelen zou kunnen nemen.

    Ingeval het niet mogelijk blijkt, binnen de veertien dagen een geschikte voogd te vinden, houd ik er aan dat de hierbijgevoegde stukken mij dadelijk zouden teruggezonden worden.

    Met de meeste hoogachting.

    Voor de Minister :

    Voor de Gemachtigde Directeur :

            K.Potoms

     

    Overgemaakt aan de heer Burgemeester  De Laet te Leest op 5/10/1949

    Voogd : burgemeester De Laet.

     

    Bij deze schriftelijke melding was een bijvoegsel (formulier 11) van de gevangenis van Mechelen :

     

    Gevangenis Mechelen

     

    Voorwaardelijke invrijheidstelling.

    Naam en voornamen : V.A. C. J. T.

    Plaats en dag van geboorte : Leest den 17-8-1916

    Burgerlijke stand : ongehuwd

     

                             Uiteenzetting der feiten van V. A.

    Feiten gepleegd: te Graz of elders in Duitsland.

     

    Veroordeelde is de zoon van de V.N.V.burgemeester van Leest. Hij zelf is overtuigd van de triomf der Duitse legers, en zeker van alle straffeloosheid tijdens hun heerschappij ten lande, stelt zich kordaat aan als pro-Nazi en voert door woord en daad propaganda voor het Oostfront.

    Na als gemeentesecretaris tot in 1941, in diens geest te hebben gefungeerd wordt hij adjunct-marktafgevaardigde te Mechelen en te Tongeren, en lijft zich alsdan, in maart 1942, bij het Vlaams Legioen in.

    Hij beweert dat, gelet op zijn gezondheidstoestand, hij daar een ondergeschikten geneeskunditgen dienst vervulde, bij de burgerlijke bevolking

    In augustus 1943 maakt hij deel uit der gelederen der SS brigade Langemark doch hier ook zou hij in de burelen werkzaam zijn  geweest, en zou hij onwetens een verbintenis hebben getekend voor vier jaar, eindelijk verminderd op twee jaar, derwijze dat hij in maart 1944 ontslag nemen kon.

    Eens huiswaarts gekeerd hernam hij dienst in de hoofdgroepering Vlees en Veeproducten in Mechelen en Yperen.

    Hier zij vermeld dat de vader van veroordeelde een groot landbouwbedrijf uitbaatte, doch aan het hoofd stond van een talrijk gezin en dat de aanverwingscontracten voor de SS mannen, het bekomen van een boerderij voorzagen van 25 à 30 hectaren in Oekraïne voor de verbintenissen van een termijn van 4 jaar.

    V. was fier op zijn uniform. Hij had minachting voor de goede Belgen, trotseerde de rijkswacht, dewelke hij de militaire groet wilde afdwingen daar hij in Rusland de graad van SS Langemark onderofficier had veroverd.

    Hij droeg zilveren epouletten, een kepi en wapens.

    Overigens had hij veel reklaam gemaakt bij zijn vertrek naar Stratz, waar hij zijn militaire opleiding ontvangen zou. Wanneer hij eigenlijk naar het front vertrok, zes maanden later, gaf zijn vader op het gemeentehuis een groot gelegenheidsfeest  waarop alle vooraanstaande V.N.V van de omtrek werden verzocht, politieke redevoeringen werden gehouden, gelukwensen geuit, enz…

    V. heeft een ganse roman verzonnen om te doen geloven dat hij buiten het weten zijner familie vertrokken was om de bolchevisten te gaan bevechten.

    De werkelijkheid is gans anders, want de familie was V.N.V., steunde de Oostfrontstrijders en bevoordeeligde op alle wijzen hun echtgenoten en kinderen van de omtrek.

    Zijn gedrag was vroeger onberispelijk. Hij had een goede faam en stond gunstig bekend. Gaf  zich nooit over aan dronkenschap, ongebondenheid of ontucht.

    Stond in goede betrekkingen met zijn familie. Op zedelijk gebied was zijn gedrag en houding onverbeterlijk.

    Bevindingen van het personeel : V. A. C. die wat romantisch is aangelegd, heeft zich laten verleiden en trad toe tot de Oostfrontstrijders.
    Heel snel zag hij zijn fout in en kon hij in maart 1944 reeds ontslagen worden.

    In de gevangenis heeft hij verder door zijn gedragingen, werkijver en geest van uitboeting getoond dat hij werkelijk spijt heeft en is zijn morele gesteltenis gerangschikt als zeer goed.

     

    Ontwerp van reclassering :  Oudste zoon van een landbouwersgezin van 8 kinderen, keert hij in dit gezond familiaal milieu terug en levert zijn reklassering niet de minste moeilijkheid op.

     

    Plaats waar de belanghebbende het voornemen heeft zich te vestigen : Leest Elleboogstraat.

    Uitgaansfonds : 1419,80 fr.

    Datum van voorwaardelijke invrijheiddstelling : 23-9-49

    Defenitieve invrijheidstelling : 8-9-69.

     

     

     

    1945 – 4 juni – Gemeenteraad :

                “...5e punt. Motie De Leers over te maken aan den Krijgsraad.

                De Raad, gezien het verzoek van den heer Provinciegouverneur om bij den heer

                Krijgsauditeur aan te dringen tot bespoediging van de zaak De Leers,

                schoolhoofd te Leest; gezien den heer De Leers groot oorlogsinvalide is van

                1914-1918. Gezien zijn uitwendige verwondingen ten gevolge van gemelden

                oorlog. Gezien den treurigen toestand van zijn gezin;

                overwegende dat de feiten die hem ten laste worden gelegd naar ons bescheiden

                hem maar voor een klein deel kunnen toegeschreven worden, ingevolge zijn

                geesteszwakte ; gezien den toestand zich jarenlang heeft vertoond min of meer

                abnormaal te zijn, zoowel in zijn privaat en openbaar leven als in zijn

                beroepsbetrekkingen; besluit éénparig :

                aan den Krijgsraad te vragen deze motie in aanmerking te willen nemen zoowel

                bij de bespoediging als bij de uitspraak van het vonnis.

                Daarna wordt de zitting gesloten verklaard om 22 uur en 10 minuten.”

     

    1945 – 4 en 5 juni 1945 – Belgisch Staatsblad 155-156 :

                Ministerie van Binnenlandse Zaken.  Leest.  Burgemeester ontzet.

                “Bij besluit van den Regent dd. 17 Mei 1945 is de heer V. Jan-Emiel,

                uit zijn ambt van burgemeester der gemeente Leest ontzet.

                …”

    01-03-2012 om 12:49 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1944 – In de nacht van 27 op 28 oktober 1944  kwamen drie leden van hetzelfde gezin

                om het leven na de inslag van een vliegende bom. (V-1)

                Joannes Verbruggen, geboren te Leest op 17 november 1890, zijn echtgenote

                Maria Nathalia Van den Brande ( ° Leest 3/3/1898) en hun zoon Lodewijk

                Verbruggen ( ° Leest 17 juni 1927)

     

    1944 – Einde 1944 telde Leest 1796 inwoners.

     

    1945 – 12 maart : Die dag overleed te Flossenburg Franciscus Van der Elst.

                Hij was schilder bij de NMBS en te Leest geboren op 4/10/1895.           

                Franciscus hoorde tot de politieke gevangenen van de partizanengroep

                Boortmeerbeek en was aangehouden op 25/4/1944.

                (“Systematiek en Willekeur, het verhaal van de politieke gevangenen uit het

                arrondissement Mechelen” van Patrick Moreau -2004.)

                Maria Lauwens (afkomstig uit de Kouter) wist te vertellen dat de “Van der Elsten

                van  Hofstade bij haar tante Jeanne (“Jeanne van Sooike Huybrechts van herberg

                en zaal Sint-Cecilia) onder de scène  in de zaal hebben verborgen gezeten.

                Ze waren in Leest naar een beroepsrennerswedstrijd komen kijken, waarschijnlijk

                tijdens een kermis.

                Volgens Maria ligt de familie vooraan aan de grote ingang op het kerkhof

                begraven.

     

    1945 – 27 maart : Pas op 27 maart 1945 stopten de Duitsers met het lanceren van

                vliegende bommen en raketten. Hiermee sloot een lange periode van onrust

                af. Wie de nachten in kelders had doorgebracht kon opnieuw van een normale

                rust genieten. (“Zes donkere jaren”, Edward Saerens)

     

    1945 – 12 april : Voorstelling van kandidaten tot de oprichting van een gemeentelijk

                comité van Ravitaillering.

                De Raad bracht gunstig advies uit tot voordraging van voorgestelde kandidaten :

                Selleslagh Louis en Van Linden Karel als vertegenwoordigers der producenten.

                Piessens Frans en Huybrechts Frans als vertegenwoordigers der tussenpersonen,

                Silverans Karel en Nuytkens Jan als vertegenwoordigers van de verbruikers.

     

    1945 – Op 8 mei 1945 werd een einde gezet achter de oorlog. Na de feestroes kwam de

                realiteit en het stond vlug vast dat het nog lang zou duren voordat alles

                gestabiliseerd zou zijn.

                Gedeeltelijke rantsoenering was nog jarenlang een feit.

                Amerikaanse producten overspoelden onze markt. Kauwgum, coca-cola, maar

                ook Chester kaas, eierpoeder en Deense boter waren te koop.

                De kinderen verzamelden prenten van Amerikaanse filmsterren.

                De deur werd op een kier gezet voor een internationale consumptiemaatschappij.

                Maar toch verscheen er weer vlug chocolade en andere Belgische producten

                waarvan men het bestaan niet meer kende. (KH)     

     

    01-03-2012 om 08:41 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bijvoegsel : melding van de priesterwijding van Jozef Albert Selleslagh.

     

    1944 – 24 januari : Pieter Frans Van der Taelen, geboren te Willebroek 22/8/1882,

                wonende Dorp 11 Leest, aangesteld “ten tijdelijken titel als klokluider en

                torenuurwerkverzorger der gemeente”.

                Hij verving Alfons Scheltiens die naar Mechelen was verhuisd.

                Zijn jaarwedde : 1800 fr. (GR)

     

    1944 – 20 februari : In vele open weiden langs de Zenne, het Broek, het Schalam, de

                Potaardevelden, worden twee meter hoge boomstammen en balken in de grond

                gestoken om te beletten dat vliegtuigen of zweefvliegtuigen er zouden landen.

                De Duitsers vrezen een op komst zijnde invasie. (KH)

     

    1944 – 10 april : Jozef Albert Selleslagh(°8/5/1917, +9/10/1974) uit de Bist, zoon van

                Lodewijk   (°29/10/1887, +27/7/1969) en Leonie Verbergt,

                (°29/6/1888, +31/8/1966) werd priester gewijd in de kapel van het studiehuis der

                Missionarissen van Afrika (Witte Paters) te Heverlee.

                Hij werd gewijd door Monseigneur Carton de Wiart. De eremis vond plaats op 16

                april in de kerk van Leest.

                Op 20 juli 1945 zou boerenzoon Jef Selleslagh naar Burundi vertrekken.

                Hij zou er blijven tot 1968. Nadien werd hij godsdienstleraar aan de Vrije

                Technische School te Borgerhout. Hij overleed in het St.-Elisabethziekenhuis

                te Antwerpen op 9 oktober 1974.

                “Opgegroeid in een diepkristelijk gezin, leerde hij van jongsaf de veilige weg

                gaan, die leiden zou naar het Priesterschap. Met liefde en ontzag was hij

                opgegaan naar het altaar en werd missionaris in Burundi naar de inzichten van

                zijn goddelijke Meester. Zichzelf vergetend, vol ijver, tot de laatste dag, in en

                voor zijn Technische School, voor zijn parochie Kalfort-Puurs, heeft hij

                gewoekerd met de talenten, die Ons Heer hem had gegeven...”

                (Passage uit zijn doodsprentje)

     

    1944 – 19 april : Deze woensdag werden rond 18u30 formaties vliegtuigen opgemerkt

                over Leest richting Mechelen. Ze wierpen dwarrelende dingen uit die er van op

                afstand uitzagen als zilverpapiersnippers. De werkelijkheid was anders. Eens  ze

                de  grond raakten spatten ze open en zetten ze de omgeving in vuur en vlam.

                Enkele bommen vielen in de velden van het broek.

                Het grootste deel raakte de stad Mechelen. Twintig minuten later volgde een

                tweede formatie bommenwerpers. Mechelen stond in brand.

                Bij avondschemering was het zicht van de brandende huizen en de Lieve-

                Vrouwentoren een akelig schouwspel. (KH)

     

    1944 – 24 april : Mechelen treurde om de 120 doden en de vele gewonden.

                De lijkkisten stonden opgesteld op de binnenkoer van het St.-Romboutscollege

                en werden vandaar naar de kathedraal gebracht voor de uitvaartdienst. (KH)

     

    1944 – 1 mei : De dag was zonnig en vredig. De nacht zette in met oorverdovend

                aanhoudend gedreun van vliegtuigformaties. De hemel was klaar verlicht van

                neerdwarrelende parachutes met felle helderwitte lichtbundels.

                Het doelwit was duidelijk het spoorwegknooppunt van Mechelen en de

                spoorwegwerkplaatsen van het zogenoemde Arsenaal, dienstig voor de

                oorlogsindustrie. De bevolking vluchtte in de kelders of schuilplaatsen.

                Sommigen liepen naar buiten en en wierpen zich in de beekkanten.

                De bommenwerpers vlogen van west naar oost en volgden de spoorlijn als

                richtlijn. De eerste bommen vielen op het Mechels broek op de grens met

                Hombeek. Alles daverde. Een hel van fluitende, gierende bommen,

                oorverdovende knallen, schudden en schokken door de geweldige

                luchtverplaatsingen, rinkelen van brekend glas en vallende dakpannen.

                Hombeek ontsnapte ternauwernood aan een complete ramp. Op een paar

                tientallen meters van het dorp verschenen kraters van bominslagen.

                De verwoesting in de stad Mechelen was enorm. (KH)

     

    1944 – 15 mei : Herderlijke protestbrief tegen bombardementen geallieerden

                Geconfronteerd met de desastreuze gevolgen voor de burgerbevolking, besloot

                kardinaal Van Roey zijn stem te verheffen om de geallieerden aan te manen tot

                enige omzichtigheid.

                Hij stuurde hen een herderlijke brief, gedateerd op 15 mei 1944. Deze brief

                werd voorgelezen in alle kerken.

                De kardinaal verzocht de geallieerden in naam van België have en goed van de

                burgers te ontzien “daar anders de beschaafde wereld zich eens met afschuw

                rekenschap zal geven van de ontzettende behandeling, die een onschuldig en

                loyaal land heeft moeten verduren”.

                Bombardementen van grote omvang bleven van dan af achterwege.

                Mechelen had voor de geallieerde bombardementen een enorme tol betaald : 171

                doden en 123 gekwetsten, 416 woningen volledig herschapen in puin terwijl

                3.304 andere lichte of zware brandschade opliepen.

                (GvM,29/5/1996)

     

    1944 – 6 juni : De geheimde radio meldde de landing van de geallieerden in Normandië.

                (KH)

     

    1944 – 21 juli : De nationale feestdag was geen feestdag meer maar een normale

                werkdag. Het afweergeschut van de Duitsers aan het spoor te Hombeek trad

                voor de eerste keer in werking tegen overvliegende geallieerde vliegtuigen. (KH)

     

    1944 – 3 september : Duitse terugtrekkende soldaten eisten ’s avonds fietsen op bij vele

                burgers in het dorp en langs de hoofdwegen. Op de twee spoorlijnen te Hombeek

                werd uitsluitend richting Mechelen gereden. De treinen waren beladen met

                terugtrekkende soldaten en oorlogsmateriaal. Soms was het verkeer zo druk dat

                de treinen een uur of langer stilstonden aan het station.

                De Duitse soldaten strekten even de benen op het perron.

                Enkele personen die zich gecompromitteerd voelden, hadden hun pakken gemaakt

                en trachtten mee te vluchten. Ze onderhandelden heftig met de treinleiding maar

                kregen geen toelating om met de legertrein te ontsnappen. (KH)

     

    1944 – 4 september : In de vroege ochtend stond een Duitse eenheid infanterie opgesteld

                voor inspectie op het dorpsplein van Hombeek. Ze sloegen in paniek als een

                jongeling kwam aangerend van uit de Bankstraat al schreeuwend : “De

                Amerikanen zijn daar”.

                In Kapelle-op-den-Bos waren inderdaad de geallieerden tot aan de vaart

                doorgestoten. De Duitsers marcheerden haastig weg richting Mechelen.

                Hun commandant kreeg zijn auto Citroën niet gestart en jonge mannen van de

                “Witte Brigade” staken een handje toe. Hij reed richting Leest.

                In de voormiddag nog kwam een eerste licht gepantserd voertuig met Engelsen

                van Leest. De verkenners mochten rekenen op de hulp van plaatselijke gidsen

                die meereden naar Mechelen.

                Tegen 17 uur kwamen de eerste tanks met groot geratel van Kapelle-op-den-Bos

                door Hombeek gereden. De mensen waren uitzinnig van vreugde.

                Alle huizen waren bevlagd en versierd. Men gooide met bloemen en schonk

                fruit en tomaten aan de bevrijders.

                De tweede tank van het eerste “platoon” reed vast op de Zennebrug. Het ijzeren

                beslag geraakte tussen de ketting die stukliep. De drie volgende tanks zetten hun

                opmars naar Mechelen door via de spoorbrug.

                De nog 16 volgende tanks van het “squadron” wisten dat ze de Zenne niet over

                konden via de normale brug en reden vanaf de Kleinestraat de spoorwegberm op.

                Ze volgden deze tot Mechelen.

                De Engelse soldaten van de tank die vastgereden was, verbroederden met de

                bevolking. Er werd gedanst op straat en in de herbergen.

                Het bericht circuleerde dat Hitler dood zou zijn. (KH)     

     

                Hilde Rheinhard (Wilgenstraat 52 Mechelen) getuigde in ’t Ridderke

                (nr.3 van 1994) over de bevrijding :

                “...Onder de oorlog woonde ons gezin te Leest waar mijn vader koster-orgelist

                was. Ons huis lag op de Kouter tegenover het parochiecentrum en was eigendom

                van de familie Stopie, die er verder naar Hombeek in het statige herenhuis

                woonde. Later werd ons huis bewoond door de aalmoezenier.

                In de vroege voormiddag is er inderdaad een gepantserd voertuig, echter niet op

                rupsbanden, door Leest gekomen. Het kwam bij ons voorbij en ging richting

                Hombeek. Mijn broer Herman stond er bovenop zwaaiend met zijn studentenpet

                en toonde de weg. Erg betrouwbaar was het echter niet omdat hij in tegenstelling

                met de soldaten die erin zaten, niet beschermd was. Bovendien wisten we dat er

                nog Duitsers in Hombeek waren en er waarschijnlijk zou geschoten worden.

                Mijn broer was reeds meerdere jaren bij het geheim leger eigenlijk zonder weten

                van vader. Hij vermeed veel te vertellen omdat hij wist dat vader aan het hart

                leed. Bijna dagelijks had hij contact met Geerts van Leest.”                

     

    1944 – 15 september – Schepencollege :

                Wijzigingen aan het bestaande politiereglement op het sluitingsuur.

                A. De openbare plaatsen waar men drank verkoopt zullen worden gesloten om

                21u30 ’s nachts en het blijven tot 06u00 ’s morgens.

                B. Alle verkeer op den openbare weg is verboden van 24 uur tot 5 u ’s morgens,

                zonder speciale toelating van het gemeentebestuur.

     

    1944 – Na Londen werd nu ook sinds 13 oktober Antwerpen met vergeldingswapens

                bestookt. Het waren vliegende bommen (V1) en raketten (V2).

    29-02-2012 om 19:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1943 – 2 augustus : Emiel Vloebergh, Tisseltbaan 15 Leest en er geboren op 19 oktober

                1921, benoemd tot “tijdelijke 3de bediende voor de Ravitailleringsdiensten”.

                Maandloon : 1200 fr. (GR)

     

    1943 – 6 september – Schepencollege :

                “...7e punt. Vergoeding uit te keeren aan de eigenaars van de opgeeischte

                rijwielen door de Duitsche Weermacht ingevolge de sabotagedaad op den

                spoorweg Mechelen-Dendermonde.

                Het College, handelende ingevolge het besluit van 28/5/1941, gezien de

                waarden van de opgeeischte rijwielen door de eigenaars werden bepaald bij hun

                inlevering, gezien er het noodige krediet voorhanden is, gezien er tot de

                uitbetaling dient overgegaan, overwegende dat de prijzen billijk zijn in

                vergelijking met de ingebrachte fietsen, besluit :

                de uit te betalen vergoedingen voor de opgeeischte fietsen worden vastgesteld

                als volgt :

                1. aan den heer Busschot A., Blaasveldstraat 5  1300 fr.

                2. aan den heer De Prins J.L., Bist 3   1500 fr.

                3. aan den heer Van Camp F., Juniorslaan 31  1300 fr.

                4. aan den heer Geens J., Juniorslaan 1,  1250 fr.

                5.  aan den heer Piessens L., Blaasveldstraat  1325 fr.

                Totaal : 6.675 fr

                Deze beraadslaging ter goedkeuring over te maken aan de Bestendige

                Deputatie.”

     

    1943 – 24 september : In een van de grootste margarinefabrieken van ons land werd

                aangevangen met de fabricatie van margarine met koolzaadolie als grondstof.

                Dankzij de teelt van koolzaad zullen vijftien miljoen kg margarine in de negen

                volgende maanden verdeeld worden. (KH)

     

    1943 – 11 november  : Bernard Erneman sneuvelt op zee.

     

    1943 – Op 31 december telde Leest 1799 inwoners. 

     

    1943 – Paard opgeeist door de Duitsers, Johnny kon het even goed !

                Jef Beullens, gemeenteraadslid en pachter van het “Hof ten Broecke” met zoon

                Torre, achter hun os Johnny.

                Jef Beullens kocht deze os te Overhespen bij Tienen nadat zijn paard door de

                Duitsers was opgeeist. Hij liet het dier via de trein naar Mechelen overbrengen.

                Johnny was zeer braaf en intelligent en heel populair bij de Beullens clan.

                Wanneer de os moest plassen, bij winterachtig weer, maakte dochter Pauline

                dankbaar gebruik van de kletterende warme waterstraal om haar handen te

                warmen.  

                Johnny stapte in 1944 met één zijner poten in een balein, liep een onsteking op

                en diende tot algehele spijt te worden afgemaakt.

                De slachter was Frans De Schoenmaeker, de vader van de bekende beroepsrenner

                en meesterknecht van Eddy Merckx, Jos.

     

    Bij de foto’s :

    -Zoon Torre en vader Jef Beullens achter de brede rug van Johnny de os.

    -De hele familie Beullens-Robijns van het “Hof ten Broecke”.

    Van l. naar r. : Sooi, Rachel, Louis, Jet, Frans, Marie, Roos en Torre.

    Onderaan : Nie, vader Jef, moeder Marie Clementina en Pauline.

     





    29-02-2012 om 18:40 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: de Australische kapitein-piloot Cavanagh

     

    1943 – Nacht 22/23 juni : Een Engelse Halifax-bommenwerper werd neergeschoten en

                  kwam neer in de Tiendeschuurstraat kort bij de hoeve van Scheers: 7 slachtoffers.

     

                ’t Ridderke november 2010 : Oorlog in de lucht

     

    Een vliegtuigcrash in juni ’43 op de grens van Hombeek en Leest

    Bijzonderheden over deze raid

    Datum : 22/23 juni 1943

    Vertrekbasis : Lissett, Yorkshire, UK.

    Eenheid : eskadron 158

    Inzet : 557 vliegtuigen

    Target : de stad Mülheim

    Verliezen :  35 vliegtuigen en 198 manschappen

    Bijzonderheid : de Halifaxbommenwerper JD259 werd door een jager afgeschoten en stort hier neer. De zeven bemanningsleden komen om.

    Getroffen door : Oblt Willehm Telge.

    Het neergeschoten vliegtuig betrof de Halifax JD259 van het 158ste eskadron en het werd ingezet op Mülheim aan de Ruhr. Volgens gegevens van de RAF was het de avond van 22 juni 1943 vertrokken om 23.09 uur van de basis Lisset (Yorkshire,Engeland) met zeven jonge bemanningsleden : zes Engelsen van de RAF en één Australiër van de RAAF.

    Dat waren :

    Flight Sergeant Leonard Ernest Cavanagh (kapitein-piloot),20 jaar, RAAF 415377.

    Sergeant Robert James Sage (boordwerktuigkundige),21 jaar, RAF

    Sergeant Thomas Ridley Forster (navigator),21 jaar, RAF

    Flying Officer Daniel Valentine Elliott (bommenrichter), RAF

    Sergeant Walter Richard Green (radio-operator en schutter),22 jaar, RAF

    Pilot Officer Ronald Albert Charles Maund (schutter midden), RAF. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.

    Flight Sergeant Oliver William Todd (schutter achter), RCAF

     

    De lichamen warden gekist en op een Duitse legerwagen geplaatst. Een aalmoezenier las nog de gebeden. Dan werden ze afgevoerd.

    De ganse crew van deze Halifax rust nu op het kerkhof Schoonselhof bij Antwerpen.

     

    “In de vroege morgen die woensdagochtend warden we opgeschrikt door ongewone vliegtuiggeluiden. Niemand kan nog getuigen van een luchtgevecht maar volgens de oorlogsrapporten moet het zich boven ons hebben afgespeeld. Een Halifax op terugweg uit Mulheim, werd uit koers gedreven en achtervolgd door een Duitse Messerschmitt. Sommigen zagen nog het rokend vliegtuig dat in de lucht ontplofte en neerstortte tussen de Kapelseweg en Tiendeschuurstraat. Vanaf nu ervoeren we luchtoorlog anders, tastbaarder. Voor onze ogen lagen op bekende velden en akkers de verspreide brokstukken van deze kolos – een vliegend fort – maar ook de lichamen, jong, halfverkoold, dood.”

     

    Mülheim

    “Mülheim was die nacht aan de beurt gekomen en bestookt door 242 Lancaster-, 155 Halifax-, 93 Stirling-, 55 Wellington- en 12 Mosquitovliegtuigen. In dit derde bombardement werd de hele stad vernield in drie opeenvolgende golven.

    …

    De Britten rapporteerden dat de stad voor 65% plat lag. De brandweer bleef dagen nablussen. 1.630 huizen waren totaal vernield, 2.100 huizen moesten ontruimd worden zodat 40.000 mensen elders hun toevlucht moesten zoeken. Er waren ook 530 doden.

    Het bombardement in Mülheim was om 1.30 uur afgelopen en één uur later werd de Halifax JD259 getroffen door een Duitse jager die opgestegen was van het vliegveld Venlo in Nederland op de Duitse grens.

    De vliegenier Oblt. Wilhelm Telge van het eskadron nachtjagers II (NJG 1) schreef het neerhalen van deze Halifax op zijn palmares.

    De Duitse jagers schoten diezelfde nacht niet minder dan 23 vlietguigen af.

    Zowel een Duits Bericht als een RAAF-rapport geeft 2.30 uur op als tijdstip dat deze vlieger afgeschoten werd op 5 km ten westen van Mechelen. De Hombeekse ooggetuigen daarentegen geven een latere tijd. Deze Halifax is blijkbaar uit de koers van het eskadron gejaagd en nagezeten door de Duitse jager tot in Mechelen. De plaatselijke getuigen zagen geen luchtgevecht maar slechts het getroffen en rokend vliegtuig.”

    …

    Getuigenissen

    “Brokstukken van de bommenwerper lagen sterk verspreid op de velden tussen de Kroningerhoeve van de familie Scheers in Leest en “het Hoefijzer” van de familie Onghena in Hombeek.

    Yvonne Onghena woonde als jong meisje in de ouderlijke hoeve :

    ‘…het was zomer en heel goed weer, echt warm. Een groot stuk van de motor stak dwars door onze stal. We hebben de koeien er met veel moeite moeten onderuit halen. Een stuk vleugel stak in de weide achter ons huis. Daar rond en op vele plaatsen was het gras allemaal verschroeid. Eén van de Engelse piloten werd twee à drie weken later teruggevonden in een patattenveld van Fierens wat verder. Het lichaam was in ontbinding.’

    Virginie Dons-Soli, woonde destijds als twintigjarige bij haar ouders op het Heike. Daar was die vroege ochtend het hele gezin naar buiten gelopen; ze vertelde :

    ‘Het was ongeveer 5 uur of 5.30 uur. We hoorden het vreemd geluid van het vliegtuig dat in moeilijkheden scheen te verkeren. Kort daarop was er een ontploffing. Ik heb met eigen ogen gezien hoe het vliegtuig in de lucht met een grote knal in een vuurbol veranderde en uiteenspatte. De brandende delen vielen wat verder neer overal verspreid.

    Het grootste deel is kort bij de hoeve van Scheers neergekomen op een zo wat hoger gelegen weide kort bij de boerderij. In de voormiddag nog waren de Duitsers er bij en werden de dode piloten afgevoerd.’

    Victor Van Hoof, later garde in Leest was er ook snel bij en getuigde :

    ‘In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten. Al de inzittenden werden hierbij gedood.

    Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets, een eind in het veld.

    Zoals zovele souvenirjagers ging ook  ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.

    Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag opvallend scheel, begon iedereen  af te tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten vallen.

    Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht. Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zo’n  slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder adem zat.

    Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig krijgsgevangenkamp aangetroffen.’

    Dat de militaire wacht niemand doorliet kan in de eerste momenten wel zo geweest zijn. Eens de dode lichamen van de piloten afgevoerd waren, kon men er volgens andere getuigen toch vrij rondlopen.

    Frans Tersago :

    ‘We zijn als jonge gasten gaan kijken naar de brokstukken van dit vliegtuig. Die lagen ver verspreid over de velden. Een motor stak door de stal van Onghena. Het grootste wrakstuk lag verder naar Leest en daar zijn we niet bij geweest. Er waren Duitsers die de wacht hielden. De lichamen van de gesneuvelde vliegeniers waren in kisten aan de rand van de weg gebracht. Ze stonden juist voor de spooroverweg aan de Kapellebaan. Toen wij er waren, werd er een gebed uitgesproken door een Duitse aalmoezenier. Daarna werden de kisten op wagens afgevoerd.’

     

    29-02-2012 om 18:09 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1943 – Op 5 april 1943 bleef Maria Ludovica Van Dam in een luchtbombardement te

                Oude God – Mortsel.

                Ze was te Leest geboren op 29 maart 1910 en was de echtgenote van Frans

                Eduard Vloeberghen.

                De weduwnaar bleef met twee kinderen achter : Jozef en Paula.

     

    1943 – 26 april : De twintigjarige werkweigeraar en ondergedokene Albert De Wit uit de

                Boomkensstraat te Hombeek ging op tweede paasdag naar het bal te Leest.

                Bij een controle van de Duitse Feldpolizei kon hij ternauwernood ontsnappen.

                (KH)

     

    1943 – Op Tweede Paasdag werd Frans Victor De Laet (°Leest 17/4/1923) door de

                Duitse Feldgendarmerie aangehouden en via Mechelen, Antwerpen naar Aken

                gevoerd. Van Aken ging het via Hannover naar Bremen waar hij in een lager

                genaamd Werkstättestrasse Bremen Hemelingen terecht kwam.

                In dit lager werd hij verplicht 10 uur per dag tewerkgesteld en dit met slechts

                200 gram brood per dag. ’s Middags was er nog een kom raapkoolsoep met af

                en toe een aardappel in, zijn ganse dagrantsoen. Als ze soms nog ’s nachts

                moesten werken kregen ze niets meer. De levensomstandigheden waren

                erbarmelijk.

                (VVH)  

     

    1943 – 3 mei – Schepencollege:

                Gunstig advies werd uitgebracht aan de vraag van Leonard Lauwers uit de

                Juniorslaan tot het uitbaten van een meelmaalderij.

     

    1943 – 24 mei – Schepencollege :

                Meester De Leers bedacht met een tuchtstraf.

                “...Gezien het bewaar ingediend bij de hoogere overheid door Mevr. Van Baelen,

                kuischvrouw der gemeentelijke jongensschool, waarbij de heer De Leers

                aangeklaagd wordt slagen te hebben toegebracht aan haar zoon Lodewijk.

                Gezien het onderzoek ingesteld door den heer Troch hoofdinspecteur bij het

                Ministerie van onderwijs...

                Gehoord den heer De Leers, wiens verklaringen luiden als volgt :

                ‘Dien zelfden morgend voor de school vraag ik aan kleine Van Baelen of de

                moeder de stoof kan aansteken. De kleine antwoordt : dat moet ge maar aan den

                burgemeester vragen. Om deze onbeleefde woorden, heb ik hem een straf

                gegeven van 25 maal ik moet beleefd zijn. De kleine is op de koer tusschen de

                kinderen gaan staan. Dan heb ik hem bevolen naar de klas te gaan, waarop hij

                weigerde (de plaats waar hij zich bevond was onder het afdak).

                Dan heb ik hem nogmaals aangedrongen en heb den jongen bij den kraag

                genomen en ben er naar de klas meegegaan zonder te slaan en zonder bril te

                laten vallen. Vermits zijn lei niet in mijn klas was, maar wel in de klas van den

                heer Selleslagh, kon hij in mijn klas zijn straf niet schrijven. Daarop is hij naar de

                klas van meester Selleslagh gegaan, zoo kalm en zoo braaf als andere kinderen.

                Hij is zijn straf beginnen te schrijven. Kort daarop is zijn moeder binnengekomen

                en  heeft hem verboden van zijne straf te schrijven.

                Ik heb aan de moeder den uitleg verschaft waarom hij moet straf schrijven.

                Zij heeft toen kunnen zien dat de kleine zijn bril op had en nogmaals verbood zij

                hem de straf te schrijven. Daarop heeft zij de school verlaten.

                Tijdens den tijd van de uitspanning bleef de kleine zijn straf schrijven.

                Ik heb hem de volgende vraag gesteld. Lowieke hebt u misdaan ja of neen ?

                De kleine antwoordde : ja, ik heb misdaan, en heeft dan met vreugde zijn straf

                geschreven.

                Na dat ik de klas verlaten heb, ben ik eenige ogenblikken van de koer geweest,

                terwijl de twee onderwijzers op de koer waren. Gedurende deze enkele

                oogenblikken is vrouw Van Baelen wederom op de koer gekomen. Moet de klas

                binnengegaan zijn en heeft haar kind komen halen.

                Ik heb aan de meesters gevraagd waar die kleine was. Geen der twee meesters

                hebben de vrouw zien aankomen. Volgens hun verklaring hebben ze de vrouw met

                een oogwenk gezien met den kleinen erbij. Den volgenden morgend stonden de

                kinderen op het Dorp bij vrouw Van Baelen, acht uur en een kwart.

                Ik heb de kinderen naar de school doen komen, Van Baelen Lodewijk was niet in

                de school. Aan zijn broertje heb ik gevraagd waar hij was. Deze zegde zonder op

                mijn vraag te antwoorden, moeder zegt dat ge den bril van onzen Louis kapot

                geslagen hebt. Des namiddags heb ik daarover vrouw Van Baelen aangesproken

                en gezegd : ge hebt door uw kind doen zeggen dat de bril van uwe zoon kapot

                was. Dat is een leugen. Waarom komt uwe kleine naar de school niet.

                Daarop antwoordde ze : zoo lang meester Huysmans in de school niet is, komt

                hij naar de school niet, en daarbij hij is al 14 jaar oud, ge hebt er niets meer aan

                te zeggen (en moet niet meer gaan). Daarop heb ik verklaard dat ze heel

                voorzichtig moest zijn en dat ik haar moest aanklagen.

                Ja, dat zult ge doen, om ons te tergen.

                Daarop heb ik geantwoord ik kan niet dulden dat ge kinderen op de straat

                aanrandt om ze alzo op te stoken, en zaken te zeggen die niet waar zijn.

                Doe wat ge kunt, ik zal het mijne ook wel doen, heeft ze hierop geantwoord.’

                Bij geheime stemming besloot het college meester De Leers een tuchtstraf op te

                leggen van een dag schorsing met verlies van wedde.

    29-02-2012 om 18:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  

    Een vertrouwd figuur te Leest. Met zijn tractor haalde Faroke de melk op bij de Leestse boeren.

     

    1943 – 12 februari : Aan de vergadering van aandeelhouders van de Blaasveldse

                Zuivelfabriek Sint-Jozef werd een lijst bezorgd met de namen van 151

                melkproducenten,  die bij de melkerij waren aangesloten en waar zij een aandeel

                onderschreven hadden van 500 fr.

                De Leestenaars op die lijst :

                Adriaenssens Willem Alfons, Tisseltbaan 27.

                Apers Jozef Albert, Mechelbaan 4.

                Busschot Gaston Emiel, Blaasveldstraat 6.

                Busschot Prosper, Blaasveldstraat 7.

                De Bondt Leon Theofiel, Tisseltbaan 25.

                De Muyer Leonard, Grote Heide 18.

                De Rooster Antoon Lodewijk, Blaasveldstraat 24.

                De Rooster Willem, Warande 11.

                De Schoenmaecker Jan, Hertstraat 4.

                Fierens Victor, Tisseltbaan 21.

                Geets Edward, Tisseltbaan 16.

                Lauwers Frans Leonard, Tisseltbaan 25.

                Maes Jan Baptist, Grote Heide 14.

                Maes Theofiel, Tisseltbaan 52.

                Muyldermans Lodewijk Jaak, Oude Tisseltbaan 53.

                Neefs Victor, Mechelbaan 5.

                Schaerlaeckens Jan, Kapellestraat 2.

                Schaerlaeckens Filip Victor, Blaasveldstraat 17.

                Spruyt Hendrik Petrus, Vinkstraat 2.

                Van den Brande Alfons, Tiendeschuurstraat 17.

                Van den Brande Kamiel, Kapellebaan 158 B.

                Van den Heuvel Hendrik Albert, Hertstraat 2.

                Van den Heuvel  Jan Baptist, Tisseltbaan 29.

                Van Linden Karel, Hertstraat 3.

                Van Roey Frans, Tiendeschuurstraat 6.

                Verbruggen Karel Lodewijk, Heihoek 1.

     

                In 1945 telde Leest 36 aandeelhouders en in 1947 66.

                In 1948 telde de zuivelfabriek 127 melkleveranciers uit Leest.

                (“Blaasveld en de zuivelfabriek Sint-Jozef” – Karel De Decker)

     

    1943 – 5 maart – Gemeenteraad :

                Vanaf 1/1/1943 wordt de vergoeding van de veldwachter voor zijn politiehond

                op  600 fr per jaar gebracht.

     

    29-02-2012 om 17:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1942 – Frans Geerts ("Frans van de Fijne", zie foto onderaan) uit de Scheerstraat diende
                  een “contract voor
    levering van late aardappelen” af te sluiten met zijn
                  schoonvader (Edward Soli) 
    teneinde die vruchten van Hombeek
    naar Leest te krijgen.

     

    1943 – “...Tijdens de tweede wereldoorlog, en wel in 1943 werden ook te Leest de

                kerkklokken weggehaald ; zij wogen respectievelijk 928 en 234 kg.

                De derde klok was gebarsten en bleef ter plaatse...”

                (Luc in DB- 1977, “Uit de oude doos, onze klokken”.)

     

                                                         Klokkenroof

    “Gedurende de tweede wereldoorlog haalde de Bezetter twee klokken uit onze toren om ze tot kanonnen om te gieten.  Na de oorlog werden drie nieuwe klokken aangekocht, want onze derde klok was ondertussen ook gebarsten.

    …

    Over de vroegere klokken kunnen we wat meer vertellen aan de hand van kerkrekeningen uit 1610 en 1649.

    Zo weten we dat de “kerckmeesters hebben doen gieten bij Hans Van den Gheyn clockgieter te Mechelen twee clocken, wegende saemen 825 pond voor de somme van 350 gulden

    12 stuyvers”.

    Deze rekening werd achteraf voorgelegd aan de abdis van Kortenberg die voor onze parochiekerk moest instaan, maar blijkbaar niet scheutig was om te betalen.

    Ze verloor echter het proces en betaalde tenslotte de som af in zes betalingen.

    In 1606 waren de rekeningen vereffend.

    Veertig jaar later, onder pastoor Van Hanswijck, was één van deze twee klokken gebarsten. Ze werd hergoten en er werd een derde klok aangekocht. Daartoe werd in 1649 voor 1617 gulden aan klokspijs uitgegeven en 385 gulden aan Petrus Van der Gheyn betaald voor het gieten van de twee klokken. De grote klok woog 2.087 pond en de middelbare 1.305 pond.

    De verdere geschiedenis van deze drie klokken lezen we tussen de aantekeningen van Pastoor De Heuck :

    -de grootste klok (uit 1649) barst op 19 september 1788 bij de lijkdienst van Joannes Bulens. Ze wordt hergoten op kosten van de abdij van Kortenberg, ditmaal zonder discussie. Het is de zogenaamde “Tiendenklok van Leest” : Andreas gewijd op 19 januari 1790.

    -de twee klok (eveneens uit 1649) barstte in 1739 en werd hergoten door Lambertus Franquin uit Mechelen, op kosten van de parochie. Ze werd gewijd op 11 december 1739 en kreeg de naam Maria.  Roger Willem Borguelmans, meier van het distrikt Mechelen was peter en Amelia Reyntjens, echtgenote van Philippus Fierens was meter.

    -de kleine klok “St.Nikolaes” uit 1608 hing gebarsten in de toeren toen ze op 19 januari 1790 door Jacobus Joannes Van de Voerde, Carolus Jozef Peeters en Carel Van Asch in ’t geheim werd in stukken geslagen, omdat de pastoor De Heuck weigerde de klok te laten hergieten op de kosten van de kerkfabriek.

    Onder pastoor Joris werd op Kerstdag 1861 andermaal een klok gewijd. Ze kreeg de naam “Jozef”.

    Willem Devens uit Antwerpen was peter en Petronilla P.E. Leenaerts, vrouw van burgemeester en dokter Voet was meter.

    Deze klok werd gegoten bij Van Aerschot te Leuven.

    (LG, blz43 en 44)

     

    Frans “Susse” Teughels in De Band mei 1978 : Dat is nu geen klokkenluiden meer !

    “k Zie ze nog aankomen, op hun fiets : drie bonken van mannen, met daarbij Louitje, een wat oudere vent, heel tenger. Ze gooiden hun fiets tegen onze gevel. Louitje ging bij Fons binnen om het kruis te halen : Fientje van op de Heide was namelijk gestorven, en het was een oude gewoonte dat de naaste gebuur het kruis kwam halen om het tegen het sterfhuis te plaatsen en dat hij dat kruis zou dragen tijdens de laatste tocht naar de kerk en het kerkhof.

    De drie sterke mannen zouden Fons helpen bij het luiden van de klokken.

    Het was een ware kunst : eerst de klok in beweging brengen, en dan driemaal met een korte ruk tegenhouden. Zo gaf de klok driemaal een korte slag. Vervolgens werd een Weesgegroet gebeden en dan herbegon het kleppen, zo driemaal achter elkaar, voor het Angelus.

    Nadien begon het luiden voorgoed.

    Was er een man gestorven, dan werd aangevangen met de grote klok, voor een vrouw met de kleine. Dat luiden duurde een vijftal minuten.

    Het uitsterven gebeurde zoals de aanvang : voor een man werd de grote klok laatst geluid, terwijl een vrouw zich moest tevreden stellen met de kleine. En dan zo rap mogelijk om een pint, want gewoonlijk stonden die mensen te dampen van het zweet. Normaal gingen ze eerst bij Fons binnen, en dan, om het relaas van het afsterven te vertellen en aan te dikken, in de andere herbergen, één voor één.

    Nu is dit allemaal verleden tijd !”

     

    1943 – 18 januari : Symons Guillaume, geboren te Leest op 20 januari 1885 en

                wonende Scheerstraat nr. 8 benoemd tot grafmaker in vervanging van

                Pieter Spruyt en Alfons Scheltiens, ontslagnemers.

                Vergoeding :  - als grafmaker : 50 fr per graf of put.

                                       -als kerkhofverzorger een jaarlijkse vergoeding van 1.000 fr.

     

    1943 – 18 januari : De weduwe Verbeeck-De Maeyer, Tisseltbaan 20 kreeg een gunstig

                advies op haar vraag “tot uitbating van een wagenmakerij met elektrische motor

                en werktuigen.” (GR)

     

    1943 – 29 januari : “Een ingenieuze uitvinding. Er worden thans onverslijtbare banden

                voor de fiets gemaakt in kurk, belegd met een laagje rubber. Ze wegen 700

                gram.” (KH-GvM)

     

    1943 – 1 februari : De koolzaadteelt wordt verplicht gemaakt voor landbouwbedrijven

                van meer dan 5 hectare. Ze zullen minimaal 6% van de bebouwde oppervlakte

                in koolzaadteelt omzetten. De overtollige weiden moeten naar landbouwgrond

                omgebouwd worden. (KH)

     

    Bijvoegsels:

    -het contract van Frans Geerts voor de overbrengst van zijn aardappelen.

    -Frans Geerts tijdens de mobilisatie.

    -afscheid van de grootste klok. Links José Croes (“José van Sinne”), rechts een dochtertje van dokter Stuyck. (foto : Eduard Geerts)









    29-02-2012 om 17:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: de Gemeentelijke Jongensschool in ’42.

    Boven, vanl. naar r. : Tony Teughels, Egied Robeyns, Louis Publie, Marcel Piessens, Frans Verschuren, Frans Huys, Jozef Vloeberghen.

     

    Midden : Meester Huysmans, August Fierens, Alfons Mertens, Francois Publie, Frans Vloebergh, Alfons De Cock, Marcel Diddens, Marcel De Wit en meester De Leers.

     

    Onder : Frans Spruyt, Louis Verbruggen, Alfons De Hondt, Jan Geets en Alfred De Bleser.

     

    “We zijn volop in de oorlogsjaren : de tijd van de “slodderbroeken”, de tijd ook van voedselschaarste en “Winterhulp”.

    Elke voormiddag kregen de kinderen een wortel of een paar sojakoeken, een lepel levertraan en een paar tabletten vitaminen. (“Als we straf stonden moesten xe met de doos vitaminen boven onze kop staan…)

    Het was ook de tijd van energiebesparing : slechts in twee klaslokalen van de vier werd er vuur gemaakt. Twee studiejaren kregen les in de voormiddag en de twee andere in de namiddag : voor de leerlingen betekende dat slechts een halve dag school.”

    (LG, blz.157)

     

    1942 – 13 juli : Juliaan Geerts legde in openbare vergadering de eed af als nieuwe

                schepen : “Ik zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de

                grondwet en aan al de wetten van het Belgische volk”. (GR)

     

    1942 – 15 augustus : Smokkelaars gevat.

               “Er werd gemeld dat smokkelaars hun waar vervoerden op de weg van Leest naar

                Hombeek, doch ze hadden lont geroken en waren niet te zien.

                ’s Anderendaags in de morgen gingen twee controleurs met de veldwachter zich

                verdekt opstellen. Ditmaal moesten ze niet lang wachten of twee personen

                verschenen per fiets, ieder met ongeveer 75 kg aardappelen. Toen ze de

                controleurs zagen, lieten ze hun smokkelwaar in de steek en vluchtten weg.

                Een achtervolging werd ingezet en spoedig waren ze ingehaald. Het waren de

                gebroeders C. Uit de Pikkerie. Een huiszoeking leverde nog de vrucht op van

                1.000 kg aardappelen die werden aangeslagen met de fietsen.” (KH-GvM)

     

    1942 – 24 augustus : Gemeenteraad : “Aannemingscontract der aangenomen

                bewaarschool”.

     

    1942 – 1 september :  “Mevrouw Van Baelen, geboren Spoelders Maria Theresia

                Joanna, geboren te Thisselt den 4 maart 1906, wonende Kouter 4, benoemd

                tot kuischvrouw der gemeentelijke scholen.”

                De vergoeding toegekend per klas bedroeg 250 fr en 200 fr voor de toiletten,

                hetzij samen voor zes klassen en twee toiletten 1700 fr per jaar. (GR)

     

    1942 – 8 december – Gemeenteraad : “Politiereglement op het sluiten der

                winkelinrichting.”

     

    1942 – 22 december – Gemeenteraad : “Politiereglement op het wegruimen van

                 sneeuw”.

     

    1942 – Op 31 december telde Leest 1790 inwoners.

    29-02-2012 om 11:33 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1942 – 10 april : Aan Clement De Rooster uit Boom werd een grondvergunning (op het

                kerkhof) toegestaan van 59 vierkante meter.

                “Het plan der familiekelder of monument dient vooraf goedgekeurd te worden

                door het College”.  (GR)

                In “De Band” van juli 1982 haalde Anselme Jedrie (synoniem van Albert

                Huysmans) onder de titel “Pinksteren soldaatjes” herinneringen op aan

                de Heffenaar Clement De Rooster.

                Albert werd ordonnans van Luitenant Generaal De Longeuville te Woluwe

                St. Pieter. Wij laten hem zelf aan het woord ;

                “De generaal die sprak geen Vlaams...Eens in het salon, waar ik siermeubels

                borstelde, vroeg onze in haar zetel toeziende Madame, tussen ’n babbeltje met

                mij : “Albert, daarstraks heeft een bode twee kistjes tomaten, selder en porei

                binnengebracht, vanwege een zekere heer Clement, directeur van de

                groentekweek tuinschool te Heffen, ik ben wel geboren en getogen in ons kasteel

                te Sempst, doch ik ben in uw dorp en die buurt nooit geweest, kent gij die daar

                bestaande instelling ?”

                Ik zei zulks al wel gehoord te hebben maar nog niet gezien... Ik wist wel dat die

                Clement, van als hij pas uit de korte broek was gegroeid, reeds in meerdere

                handelsavonturen was verwikkeld, en den laatsten tijd trachtte hooileverancier

                te worden voor het leger...

                (Ergens in een boek heb ik nog een oude snipper dagbladnieuws, van na den

                oorlog 1940-’45, over dien waaghals : alsdat hij wegens collaboratie met

                de Duitsers tot de doodstraf werd veroordeeld, plus ’n te betalen

                schadevergoeding van 90 miljoen frank. Hij was de hoofdaannemer geweest

                voor het roven van duizenden bomen en die als palen te plaatsen in beemden

                en open velden in onze streek, om mogelijke vliegtuiglandingen der geallieerden

                te verhinderen.)

                Toch bleef hij nog jaren de kasteel hereboer van Heindonk...((noot : kasteel

                De Borcht)

                Nu rust hij in zijn familiepraalgraf, vooraan links bij de Leestse kerk...” 

     

                Jan Baptist Clement De Rooster was te Mechelen geboren op 10 september 1904.

                Hij overleed na een kortstondige ziekte te Heidelberg (Duitsland) op 3 oktober

                1963. Clement was achtereenvolgens gehuwd met Maria en met Florine Sels.

                Op zijn doodsprentje stonden volgende veelzeggende lijnen :

                “Hij was een trouwe zoon van zijn Volk, een Vlaming uit één stuk. Hij was een

                noeste, taaie werker, een rusteloze, ondernemende geest. En bij dat alles was hij

                een goed, een edelmoedig mens, die in de meest beproefde omstandigheden

               met raad én daad zijn evenmensen geholpen heeft.

                Zelf zwaar getroffen, was hij nog steeds tot hulp bereid. Hij heeft zijn Volk

                en zijn overtuiging in alle oprechtheid gediend, ook waar sommigen hem niet

                begrepen hebben. Doch dit laatste is steeds het lot van zeldzame mensen.

                Dat hij zou sterven in een door hem geliefkoosd landschap, waar hij een nieuwe

                taak gevonden had, buiten de grenzen van een klein land, in het hart van

                Europa, was als een speling van het lot, dat hem als Vlaming ook tot Europeër

                had gemaakt.

                Zijn werk, zijn leven, getuigen voor hem over het graf en de dood heen.

                Zijn dierbare vrouw en kinderen verliezen een voorbeeldige en edele man en

                vader. Zijn vrienden verliezen een van de getrouwsten en de besten.

                Wie hem gekend heeft, zal hem blijven eren en gedenken...”

     

    Bijvoegsels :

    -Gedachtenprentje van Clement De Rooster

    -De monumentale grafkelder van de familie De Rooster op het kerkhof van Leest.





    29-02-2012 om 11:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1941 – 2 april – Gemeenteraad :          

     

                Rosalie Vloeberghen Kerremans uit het dorp, aangesteld als kuisvrouw der

                gemeentelijke jongensschool “aan de voorwaarden van haar voorgangster

                Elodie Nuytkens, te weten 250 frank per klas en per jaar en 100 fr voor privaat

                Put, hetzij samen 1100 fr ’s jaars.”

                Rosalie was afkomstig van Heffen maar te Mechelen geboren op 24/10/1904.

                Ze was gehuwd met gemeentewerkman Eugeen Vloeberghen en overleed te

                Leest op 6 mei 1978.

     

                Petrus Jozef Beullens, geboren te Hombeek 9 mei 1888, wordt met 5 stemmen

                op  5 verkozen  tot schepen, dit in vervanging van de ontslagnemer Prosper

                Busschot.

     

    1941 – 19 april – Gemeenteraad :

                Voor de termijn van één jaar werden volgende opcentiemen gestemd :

                -150 op de grondbelasting

                -150 op roerende zaken op de belasting geheven op de inkomsten der in

                België aangewende kapitalen.

                -150 op bedrijfsbelasting

                -Een bijzondere gemeentebelasting van 47% op wedden, lonen en pensioenen

                ten laste der andere personen die de gemeente bewonen...

     

                “...Gezien de bestrijding van den Coloradokever niet alleen noodig, maar een

                plicht is, gezien de Belgischen Boerenbond niet meer over de noodige besproeiers

                beschikt en bijgevolg de opdracht niet kan vervullen..., besluit de raad een

                besproeier aan te kopen bij Mr Coene uit Mechelen...”

     

                Laatste punt : allerlei :

                “...de voorzitter geeft lezing van een schrijven van den heer provinciegouverneur

                waarbij gemeld wordt dat alle vergaderingen van den gemeenteraad geschortst

                zijn voor den duur van de mobilisatie...”

                De volgende zitting van het schepencollege zou doorgaan op 26 juni 1941.

     

    1941 – 30 juni – Schepencollege : (Boek GR)

                Het schepencollege keurde het “Politiereglement ter vrijwaring van den oogst

                en alle andere veldvruchten “ goed.

                “Overwegende dat het in deze buitengewoone en ernstige tijdsomstandigheden

                volstrekt noodig is den oogst en de veldvruchten te beschermen, tegen

                gebeurlijke beschadiging, rooverij en plundering... besluit :

                Art. 1. : De toegang tot de bezaaide en beplante velden alsmede tot de

                boomgaarden en weiden is alleen toegelaten aan de eigenaars, de huurders of de

                gebruikers van den grond, uitgezonderd in dringende en gegronde gevallen.

                Al de andere personen welke hogergemelde plaatsen betreden moeten in het bezit

                zijn van een schriftelijke verklaring van den eigenaar, huurder of gebruiker,

                waarvan de handtekening gewettigd moet zijn door den burgemeester.

                Art. 2. : Vanaf 1 april tot en met 1 oktober is, voor zonsopgang en na

                zonsondergang , alle verkeer verboden op de veldwegen behoudens voor de

                personen welke van deze wegen moeten gebruik maken om hun woonplaats of

                hun velden te bereiken en voor de personen, belast met de politie der velden en

                in gevallen, welke als overmacht kunnen aanzien worden.

                Art. 3. : ....”

     

    1941 – 11 juli : “Den heer Hellemans Alfons wordt verkozen als bediende gelast met

                de uitbetalingen der militievergeldingen.” (GR)

     

    1941 – 1 augustus : Door aanhoudend  slecht weer moest onmiddellijk tot dorsen

                worden overgegaan. (KH)

     

    1941 – 9 september  - Schepencollege :

                Lodewijk Jacobs uit Heffen benoemd tot tijdelijk bediende der

                ravitailleringsdiensten.  

     

    1941 – 8 oktober – Schepencollege :

                Marguerite Lauwers en Victorina Diddens benoemd tot “tijdelijke bediende

                Der Ravitailleringsdiensten der gemeente”, in vervanging van Jan Piessens

                en Louis Jacobs.

                Hun maandloon werd bepaald op 1000 fr.

     

    1941 – Op 31 december telde Leest 1801 inwoners.

     

    1942 – Dat jaar werd de Mannenbond van het H.-Hart gesticht.

                In 1954 was St. De Decker proost en Cyriel Selleslagh secretaris.

                De Bond telde toen 15 ijveraars :

                Hellemans Alfons, wijk Dorp met 13 leden en 8 ereleden.

                Selleslagh Cyriel, wijk Dorpstraat met 24 leden en 13 ereleden.

                Polspoel Alfons, wijk Scheerstraat met 12 leden en 4 ereleden.

                Keulemans Gaston, wijk Kouter met 48 leden en 27 ereleden.

                Fierens  Frans, wijk Vink-Elleboogstraat, met 18 leden en 6 ereleden.

                De Boeck Frans, wijk Winkelstraat met 16 leden en 11 ereleden.

                Verbruggen David, wijk Tiendeschuurstraat, 27 leden en 20 erel.

                Solie Louis, wijk Tiendeschuur+Elleboogstr., 15 leden en 8 ereleden.

                Peeters Frans, wijk Tisseltbaan+Rennekauter, 17 leden en 9 ereleden.

                Van Linden Juul, wijk Blaasveldstraat en Hertstraat, 15 leden en 6 erel.

                Mollemans August, wijk Grote Heide, 12 leden en 7 ereleden.

                De Prins Edmond, wijk Alemstraat, 16 leden en 8 ereleden.

                Mertens Florent, wijk Bist, 16 leden en 3 ereleden.

                De Prins Frans, wijk Kleine Heidestraat met 17 leden en 6 ereleden.

                Absillis Alfons, wijk Juniorslaan+Blaasveldstraat, 18 leden 4 ereleden.

                Totaal aantal leden : 284, waarvan 140 ereleden.

                Bondsbladen : 97.

                De wijk met het grootste aantal leden was de Kouter met de ijveraar Gaston

                Keulemans. Van die wijk woonden er 40 regelmatig de bondsmis bij.

                (DB,1954)

     

    1942 – 1 januari : Men is verplicht alle lichten af te schermen, ook van fietsen. (KH)

     

    1942 – 10 januari : “Koolgewassen kunnen volledig als voedsel gebruikt worden indien

                men de nerven ervan ook geraspt erbij zou voegen. Fruit, zoals appelen en peren,

                kan men best eten met de schil. Indien men toch de vruchten schilt dan kunnen de

                schillen van appelen in water gelegd worden. Flink laten doortrekken.

                Deze thé is zeer smakelijk.” (Gazet van Mechelen)

     

    1942 – 18 januari : “Zwangere vrouwen kunnen buiten de normale textielwaren nog het

                volgende bekomen voor een eerste boreling :

                a) voor de wieg een matras (65x40), 1 hoofdkussen + 3 overtrekken, 3 lakens en

                1 meter stof.

                b) voor de kinderwagen : 1 matras.

                Voor de zuigeling die de ouderdom van 6 maanden bereikt : 1 matras

                (100x150) en 2 beddelakens.” (KH-GvM)

     

    1942 – 10 februari : “Verordening betreffende het verwijderen van sneeuw en ijs en

                glibberigheid op de straten. Het Oberfeldkommandantur besloot met de

                regeringspresident en de burgemeesters dat alle gemeenten onmiddellijk de

                werklozen moeten inzetten om sneeuw te ruimen.” (KH-GvM)    

     

    29-02-2012 om 10:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Emiel Van Winghe. Na de kapitulatie van ons leger op 28 mei 1940 werden een aantal

                Belgische krijgsgevangenen door de Duitsers op boten ingescheept en langsheen

                de Hollandse kust naar Duitsland overgebracht.

                Eén van deze  boten, het Rijnschip, de “Rhenus 127”, was volgepropt met een

                600-tal Belgische militairen waaronder de Leestenaar Emiel Van Winghe.

                Op 31 mei 1940 liep de “Rhenus 127” nabij Willemshaven (Nederland) op een

                zeemijn en zonk. Alle “passagiers” kwamen hierbij om.

                Emile Louis Emerance Van Winghe was geboren te Leest op 24 oktober 1919.

                Hij was soldaat bij het 7e Linieregiment.

     

    1940 – 18 juli – Gemeenteraad :

                “...Alvorens over te gaan tot de dagorde brengt den heer Burgemeester-Voorzitter

                hulde aan de voor het vaderland gesneuvelde soldaten en inzonderheid hulde aan

                die reeds gekend zijn, zoo hebben we den heer Van Winghe, omgekomen bij de

                scheepsramp te Wilhelmstad in Nederland, den heer Beullens Pieter Albert

                gevallen op het veld van eer te Lummen en den heer Janssens overleden te

                Oostende ten gevolge zijner verwondingen.

                Terzelfdertijd brengt de Voorzitter hulde aan deze militairen die hun haardsteden

                nog niet hebben vervoegd en waar men nog in de onzekerheid van hun bestaan

                verkeert en waartusschen er zich ook nog militairen kunnen bevinden die hun

                leven voor het vaderland hebben opgeofferd.

                Daarna huldigt de Voorzitter den heer Vloebergh die tengevolge den oproep en

                bij ’t vervullen van zijn vaderlandschen plicht is omgekomen te Kales in

                Frankrijk.

                Na een minuut stilte ter nagedachtenis van hoogergemelde uiteenzetting gaat de

                Raad over tot de dagorde.”

     

                De Raad besloot het schooljaar 1940-1941 een week vroeger te beginnen ”te     

                weten den eersten maandag van september ten einde voor deze periode verlof

                te kunnen geven met de strengste dagen van de wintermaanden.

                De reden ? De moeilijke omstandigheden waarin het verkeer zich bevond om de

                scholen te bevoorraden met de noodige brandstoffen.”

     

                De Raad stemde 25.000 fr toelage aan de C.O.O. 

     

    1940 – 21 oktober – Gemeenteraad :

                “Eene eeuwigdurende vergunning van twee vierkante meter grond op het kerkhof

                van Leest, is toegestaan aan mijnheer Frans Janssens, Laerestraat 2 Leest, mits

                te storten in de gemeentekas voor prijs der vergunning de som van 900 fr

                waarvan 225 fr zal afgegeven worden aan de Commissie van Openbaren

                Onderstand...”

     

                “De gemeenteraad besloot, voor een termijn van een jaar, aanvang nemende den

                1 januari 1941, worden volgende opcentiemen gestemd op de Staatscedulaire

                belastingen :

                1. 200 op de grondbelasting.

                2. 200 op roerende zaken, op de belasting geheven op de in België aangewende

                kapitalen.

                3. 200 op bedrijfsbelasting, op de in België gemaakte winsten in de nijverheids-

                handels- of landbouwexploitaties en op de winsten der vrije beroepen.

                4. Eene bijzondere gemeentebelasting van 47% op wedden, loonen, en pensioenen

                ten laste der andere personen, die de gemeente bewonen.

                ...”

                Voor dezelfde termijn werd een belasting geheven van 5 frank per rijwiel

                op den openbaren weg begezigd...

     

                Aanstelling van een tijdelijke bediende.

                De Raad keurde het besluit van het Schepencollege goed om Albert Maes,

                geboren te Leest, de 14 februari 1917 en wonende Grote heidestraat nr 15

                Leest, te benoemen tot tijdelijke bediende. (besluit SC-27/9/1940)

                Zijn loon werd vastgesteld op 200 fr per week.

     

    1940 – 15 november – Gemeenteraad :

                Jan Frans Piessens(Oude Tisseltbaan 52) volgde de ontslagnemer Albert Maes op

                als tijdelijke bediende.

                Alfons Hellemans werd ontvanger van de C.O.O.

     

                Onteigening langsheen buurtsteenweg nr 11.

                “Gezien de onderhoudswerken die gedaan worden aan den buurtsteenweg van

                groot verkeer nr.11, gezien, in deze onderhoudswerken is voorzien het

                aanleggen van een fietspad, ten einde de gevaarlijke bocht weg te nemen aan den

                eigendom van den heer Bradt Remy en daar het zicht nog belemmerd wordt door

                den bestaanden bakoven, die zich in deze bocht bevindt...de gemeente zal op hare

                kosten den bakoven afbreken en met de afgebroken en nieuwe materialen een

                bakoven bouwen verder in den hof waarvan het bakhuis tenminste een meter

                breeder zal zijn.

                Als vergelding zal den heer Bradt Remy een kleine strook grond gratis afstaan

                aan de gemeente ten einde het fietspad en de rechtmaking van den buurtweg te

                kunnen bewerken...”

     

    1940 – 28 november – Gemeenteraadszitting :

                Aanwezigen : E. Verschueren, burgemeester-voorzitter, Nuytkens Jos., Beullens

                Jos., De Laet Victor, Apers Jos, raadsleden.

                De Prins P. en Busschot P., schepenen.

                Secretaris E. Bradt afwezig door ziekte belet wordt vervangen door V. De Laet,

                Jongste lid.

     

                Oprichting van het plaatselijk Comite Winterhulp.

                Er werd besloten volgende personen uit te nodigen op de stichtingsvergadering :

                geestelijken, onderwijzend personeel, bestuur der C.O.O., bestuur der

                maatschappijen  en geneesheer Dr. Stuyck Marcel.

     

                Reglement op de zedendienst.

                “Reglementering tot bestrijding der geslachtsziekenten en der openbare ontucht.

                Het reglement wordt gestemd naar het door het provinciebestuur voorgestelde

                model. Inhoud :

                Art. 1. : Alle personen, zonder onderscheid van geslacht, die besmettelijke

                verschijnsels van een geslachtsziekte vertoonen, moeten zich door een geneesheer

                hunner keuze laten verzorgen.

                Voor behoeftigen wordt het onderzoek en de behandeling kosteloos gedaan te

                Mechelen in het Gasthuis.

                Art. 2. : Het bevoegde Schepencollege legt een lijst van deze ontuchtvrouwen

                aan. De identiteit van de betrokkenen wordt vastgelegd door vermelding van

                naam, voornamen, plaats en datum van geboorte, van het beroep en van de

                woonplaats. De ingeschrevenen ontvangen een boek, dat benevens de

                bovenstaande vermeldingen, een foto met een nauwkeurig signalement, alsook

                het nummer der identiteitskaart bevat.

                Art. 3. : Alle vrouwen, die al ontuchtvrouwen dienen aangezien, d.w.z. alle

                meisjes en vrouwen ongehuwd of gehuwd, die zich gewoonlijk of openbaar aan

                ontucht overleveren, moeten zich onverwijld bij het bevoegde gemeentebestuur

                aanmelden en zich laten inschrijven.

                Art. 4. : Vrouwen die zich aan ontucht overleveren zonder dat zij zich aangemeld

                hebben, worden door een besluit van het bevoegd Schepencollege op de lijst van

                de ontuchtvrouwen ingeschreven...

                Art. 5. : Ingeschreven vrouwen van wie bewezen is dat zij zich sedert tenminste

                drie maanden niet meer aan de ontucht prijsgeven, kunnen op grond van een

                besluit van het bevoegd schepencollege van de lijst der ontuchtvrouwen geschrapt

                worden.

                Art. 6. : De ingeschreven vrouwen moeten zich tweemaal per week aan een

                geneeskundig onderzoek onderwerpen. Zij dienen zich bij den bevoegde

                controledienst op de bepaalde dagen en uren stipt aan te bieden. Zij moeten zich

                rustig en beleefd gedragen en de bevelen van de beambten involgen.

                Art. 7. : ...ingeval van ziekte worden deze vrouwen opgenomen in het

                St.Elisabethgasthuis te Antwerpen...

                De verplegingskosten van de betrokkenen vallen ten laste van de gemeente-

                woonplaats, die het recht voorbehoud deze kosten van de betrokkenen of van hun

                wettige vertegenwoordiger in geval van vermogen terug te vorderen.

                Art. 8. : Ingeschreven vrouwen die zonder geldige reden te hebben opgegeven

                niet stipt op de geneeskundige onderzoekingen verschijnen of dezelve verzuimen,

                worden met dwang voorgeleid.

                Art. 9. : Bovendien zijn aan het geneeskundig toezicht ten overstaan van

                geslachtsziekten onderworpen, alle vrouwen, diensters barmeiden,aanloksters

                (entraineuses) in danslokalen, enz., die door hun beroep bijzonder aan dit gevaar

                blootgesteld zijn. De betrokkenen ontvangen een werkkaart en moeten éénmaal

                per week op de geneeskundige controle verschijnen...

                Art. 10. : Ieder geneesheer die een geslachtszieken persoon..., is verplicht deze

                persoon , met aangifte van zijn vollen naam, voornaam, geboortenaam en

                nauwkeurig adres, schriftelijk en binnen de 48 uur bij den Inspecteur voor

                Volksgezondheid voor de provincie Antwerpen, mits inachtneming van het

                doktersberoepsgeheim aan te geven.

                Art. 12. : Personen zonder onderscheid van geslacht, die besmettelijke

                verschijnselen van een geslachtsziekte vertoonen zonder in medische behandeling

                te zijn of in dezen toestand geslachtsverkeer hebben of als besmettingshaarden

                vastgesteld zijn, vallen onder de strafbepalingen van art. 10 deel 2 van de

                verordening van 25/6/1940, dwz dat zij kunnen gestraft worden met een boete

                van 100 tot 10.000 fr en een gevangenisstraf van 1 maand tot 2 jaar of met

                één van deze straffen. Bovendien worden zij voor behandeling naar de gesloten

                afdeeling van het St Elisabethgasthuis te Antwerpen gezonden.”

     

    1940 – Op 31 december telde Leest 1809 inwoners.

    29-02-2012 om 10:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1940 – Op 27 mei 1940 sneuvelde Albert Jozef Janssens, soldaat bij het 37e Linie, op het

                veld van eer te Oostende.

                Albert Jozef Janssens was te Leest geboren op 16 mei 1910.

     

    1940 – 28 mei : Einde van de veldtocht in België. Koning Leopold III boodschapt aan de

                natie : “Morgen zullen wij opnieuw aan de arbeid gaan om het land uit zijn

                puinen weer op te bouwen.” (KH)

     

    1940 – 31 mei : Na de kapitulatie van ons leger op 28 mei 1940 werden een aantal

                Belgische krijgsgevangenen door de Duitsers op boten ingescheept en langsheen

                de Hollandse kust naar Duitsland overgebracht.

                Eén van deze  boten, het Rijnschip, de “Rhenus 127”, was volgepropt met een

                600-tal Belgische militairen waaronder de Leestenaar Emiel Van Winghe.

                Op 31 mei 1940 liep de “Rhenus 127” nabij Willemshaven (Nederland) op een

                zeemijn en zonk. Alle “passagiers” kwamen hierbij om.

                Emile Louis Emerance Van Winghe was geboren te Leest op 24 oktober 1919.

                Hij was soldaat bij het 7e Linieregiment.

     

    1940 – 7 juni : Eerste raadszitting tijdens W.O.II.

                Enige punt op het agenda : lening voor de behoeftigen der gemeente.

                Er werd besloten een “thesaurieleening van 11.500 frank aan te gaan bij de

                Provincie op het geld dat haar door de Nationale Vereeniging voor

                steunverleening, zal verstrekt worden”.

                Reden van de lening : hulpverlening aan gezinnen van militairen, werkloze en

                behoeftige gezinnen, alsook tot de uitbetalingen van voorschotten aan de

                bedienden der gemeente.

                Een lening van 7.000 fr werd ook gestemd in zitting van 2 juli.

     

    1940 – Op 11 juni 1940 sneuvelde te Calais (Frankrijk) Remy Albert Vloebergh.

                Hij was te Leest geboren op 29 oktober 1916.

     

    1940 – 9 juli : Die dag werden vuurwapens van Leestenaars binnengebracht.

                Hierna de officiële lijst van de gemeente :

     

                Lijst der inwoners die hunne geweren binnen gebracht hebben

     

    1. Huybrechts Theodoor,Vinkstr..8, geweer 2 loop.N.16. 12 kardoezen.

    2. Geerts Alfons, Vinkstr. 1, idem.

    3. Geerts Alfons, Vinkstr. 1, geweer, 1 loop.N.6

    4. Maes Admond,Groteheidestr. 16, geweer 2 loop. N.16

    5. Maes Jan, Groteheidestraat 14, geweer 1 loop. N.9.

    6.Diddens Emiel, Blaasveldstr. 25, geweer 2.loop.N.12.

    7. Verbeeck Hendrik, Tisseltbaan 9, geweer. 1 loop. N.12.10 kardoezen.

    8.Voet Wwe, Dorp 45, geweer 2 loop. N.16.

    9. Fierens Frans, Winkelstraat 16,geweer 1 loop, N.16.

    10. Van der Hasselt kinderen, Kapellebaan 3, geweer 1 loop, N.16.

    11. Spruyt Pieter,Vinkstraat 2,geweer 1 loop, N.16.
    12 Verbruggen Alfons, Tinneschuurstr.12, geweer 2 loop, N.16.

    13. De Prins Petrus, Kleinheidestr. 14, geweer 1 loop. N.12. Browning.

    14. Beullens Arnold, Alemstr. 1a, geweer 2 loop. N.12.

    15. Lemmens Eduard, Rennekauter 5, geweer 2 loop. N.12.

    16. Moons Jan, Tinneschuurstr., N.I. geweer 2 loop.N12.12 kardoezen.

    17. Verlinden Frans, Kouter 9a, geweer 2 loop.N.16.

    18. Verlinden Frans  idem, carabien N.N.6. 14 kardoezen.

    19. Slachmuylders Willem, Kapellebaan 7, geweer 2 loop. N.12.

    20. Van den Brande Alfons, Tinneschuurstr. 17, geweer 1 loop. N.12.

    21. Potoms August, Dorp 43a.geweer N.10.1 loop.

    22.De Nyn Frans, Dorp 46, geweer 2 loop.N.28.

    23. De Croes Jaak, Dorp 21. carbien.

    24 Ceuppens Lodewijk, Kapellebaan 6, carbien.N.28.

    25. Diddens Lodewijk, Dorp 12, geweer 2 loop. N.12.

    26. Diddens Emiel, Blaasveldstr. 25, geweer 2 loop. N.12.

    27. Schaerlaecken Victor, Blaasveldstr.17, geweer 2 loop N.12.

    28. Scheers Jozef, Tinneschuurstr. 20, geweer 2 loop N.12.

    29. De Wit Desire, Tisseltbaan 10,geweer 2 loop.N.12.

    30. Polfliet Felix, Juniorslaan 43, geweer 1 loop N.16.

    31. Broothaers Frans, Molenstraat 6, geweer 1 loop N.12.

    32. Broothaers Frans, Molenstraat 6, carabien.

    Samengevat : ontvangen 24 jachtgeweren, 8 carabijnen en 1 partij jachtkardoezen.

     

    29-02-2012 om 10:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Pieter Albert Beullens. Hij sneuvelde op Sinksendag 12/5/1940 te Lummen.

    Albert diende bij het 36e Linieregiment.

     

    1940 – 10 mei : De radio maakt melding van de Duitse inval in België. Het is oorlog !

                Rond 17 uur wordt Kapelle-op-den-Bos bestookt door Stuka’s. (KH)

                De vaartbruggen worden beschoten.

                Ziekenwagens met gekwetsten rijden naar de Mechelse ziekenhuizen.

                Achttien mensen verliezen het leven, waaronder Frans Jozef Van Linden, geboren

                te Leest op 14/3/1871. (DB-1/5/1958) 

                ’s Avonds worden nog brandbommen afgeworpen op Mechelen. Er is veel schade

                o.m. aan het klooster van Leliëndaal en de cinema Agora in de Bruul. (KH)

     

    1940 – 11 mei : Deze zaterdag werd Frans afweergeschut opgesteld op de

                Hombekerkouter, op de grens met Leest. (KH)

     

    1940 – Op Sinksendag 12 mei 1940 sneuvelde te Lummen  de Leestenaar Pieter Albert

                Beullens. Hij werd geboren op 3 juni 1909 als zoon van Frans (“Sooi”) Beullens en van

                Johanna Marie De Hertog.

                Albert was bij het 36e Linieregiment.  

                Toen Albert gedoopt werd verscheen te Leest een “koets zonder paarden”, een

                opvallend  luxueuze auto waarin de gouverneur van de provincie Antwerpen

                plaatsgenomen had. Deze laatste nam de egards waar voor koning Albert die

                de peterschaprol op zich nam, omdat Albert Beullens het 25ste kind was van Sooi

                 Beullens.

                Sooi zou uiteindelijk, bij twee vrouwen, 27 kinderen verwekken.

     

    1940 – 12 mei : Pinksterzondag. Vluchtelingen, vooral uit de Kempen en Limburg,

                stromen door Hombeek. Belgische soldaten, die van het Albertkanaal

                weggevlucht zijn, kamperen er.

                In een radioboodschap worden alle nog niet gemobiliseerde jongeren tussen

                16 en 35 jaar opgeroepen voor het Belgische leger.

                Ze moeten zich dringend naar het rekruteringscentrum in Ieper begeven.

                Deze maatregel lokt veel droefheid en weerzin op bij de bevolking. (KH)

     

    1940 – 14 mei : Te Kessel-Lo sneuvelt de Leestenaar Jan Bruggemans van de Bereden

                Artillerie.

     

    1940 – 15 mei : Er komt stilaan gebrek aan voedingsmiddelen omdat voedingswinkels,

                bakkers en beenhouwers overal sluiten en wegvluchten. (KH)

     

    1940 – 16 mei : De brug over de Zenne te Leest  werd opgeblazen door Belgische

                geniesoldaten.

                De Duitse bezetter legde een noodbrug aan met pontons die door de Engelsen bij

                hun aftocht op de Schelde te Kruibeke waren achtergelaten.

     

    1940 – Mei : 52 gegijzelden

                Stanne Van den Broeck de populaire eeuweling van Leest vertelde in 1980 :

                “In mei 1940 bij het begin van de tweede grote oorlog was ik er bijna

                geweest. Zatte Duitsers kwamen over de Kouter van Hombeek naar Leest.

                Onder het mom van “burgers hebben op ons geschoten” namen ze

                gijzelaars terwijl ze in de lucht schoten. Nieuwgierig ging ik kijken wat er

                gebeurde en werd met nog éénenvijftig anderen opgepakt en in de school tegen

                de muur gezet.

                Ook naar Hanneke de Zaeger en Fons van Fillekes die op ’t land aan ’t werk

                waren riepen de Duitsers “Mitkommen !”

                Pastoor Beukelaers, Frans Piessens, Fons Verbruggen, Staf Vloebergh,

                Emmanuel en Henri Van de Vondel, Fons Polspoel, Victor van Kolettes,

                den Blokmaker, Staf Pottems, meester De Leers en nog anderen.

                Een Duits officier vroeg : “Waar is de Knip ?”

                Staf van de Metser en ik wisten dat, omdat we met de duiven speelden wisten we

                de Knip, dat nu Juniorslaan heet. We moesten meegaan met twee soldaten die

                het geweer in aanslag hielden. De Duitsers zochten een wei voor hun 120

                paarden. Eerst gingen we naar de wijk de Knip waar de houten molen gestaan

                had. Die wei was te klein. Ze wisten dat bij Piër Prins een grote wei was en

                die was vlug goedgekeurd.

                Ondertussen moesten al de gijzelaars tegen de muur van de school blijven staan

                tot wij terug waren.

                De Duitsers moesten nog stro hebben voor 120 man om die te slapen te leggen.

                Bij Van Praet kregen we twee botten en in “’t Seel” was stro genoeg.

                Stan van Busschot kwam daar juist ook met een kar stro aangereden.

                Alles werd op de kar geladen en toen mochten we naar huis.

                Sommigen van de anderen in ’t dorp zijn tot ’s anderendaags gegijzeld gebleven

                op gevaar van gefusillieerd te worden.

                Pastoor Beukelaers die vooraan stond zei nog tegen Victor van Kolettes :

                “Komde gij ma voor mij staan Vic”. Maar Victor zei : “As ’t tege ga zijn we

                allemaal doeët meneer pastoor.” En hij bleef staan.

                We woonden in dien tijd al in de Scheerstraat.

                De Duitsers hadden in mijnen hof touwen gespannen van de ene perelaar

                naar de andere en daaraan hun paarden vastgebonden.

                Wij bleven voor alle veiligheid maar binnen.”

                (DB,september 1980)    

     

    1940 – 21 mei : “Op 21 mei 1940 rond 10 uur voormiddag is mijn revolver merk

                Browning cal. 7,65 mm afgenomen door Robert Kwertfürt, Betaalmeester der

                Pionniers der Duitsche Weermacht. In het bijzijn van den Heer Jan De Leers,

                schoolhoofd der gemeente Leest.” (Getypte brief van veldwachter Huybrechts)

     

    1940 – 25 mei : Roger De Prins te Duinkerken slachtoffer van de oorlog.

     

    29-02-2012 om 10:05 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In Sulingen was een groot  transitkamp opgericht, van hieruit werden vrijgekomen gevangenen en arbeiders naar hun respectievelijke landen gezonden.

    Alle mogelijke nationaliteiten zaten hier samen wachtend in barakken, op vervoer naar huis.

    Die uit het westen, Belgen, Hollanders, Fransen konden snel weg, maar Polen, Russen, Joegoslaven moesten langer wachten en velen durfden zelfs niet meer terug.

    Onder deze mensen waren gevaarlijke sujetten, ze waren gewapend met weggegooide Duitse wapens en gingen ’s nachts op rooftocht bij de Duitsers.

    Ze stalen en roofden alles wat in hun handen viel en namen het weinige dat de Duitsers nog hadden, af.

    In Sulingen verbleven ook veel “Zebra”s”, dat waren bevrijde gevangenen uit de kampen, velen uit Bergen-Belsen. Die waren nog gekleed in hun gestreepte pijama.

    Van hen vernamen we gruwelijke verhalen over hun verblijf in die kampen.

    Bij de boeren in Freistatt waren veel vluchtelingen uit het Rijnland en de Roer ondergebracht en die konden nu ook naar huis, terug naar hun gebombardeerde steden.

    De Duitse bevolking moest om 10 uur  van straat en wee degene die een minuut te laat was, die werd onbarmhartig opgepakt en tot de volgende ochtend opgesloten.

    Hierbij werden vele soldaten die over hun militaire kledij een burgerjas hadden getrokken, opgepakt en naar een krijgsgevangenkamp gevoerd.      

     

    Hier letten we vooral op SS-ers, maar we hebben er nooit een kunnen pakken.

    Ons werd dagelijks gewezen op de Duitse weerstand “Weerwolf” doch wij hebben hier nooit iets van gemerkt, de meeste Duitsers hadden hun nederlaag nog niet verteerd, waren nog te zeer ontgoocheld.

    Hun geloof in de fürer was te groot geweest en nu bij het zicht van duizenden en duizenden ordeloze soldaten die zich hadden overgegeven en onder strenge bewaking naar achter werden gevoerd, moesten ze er zich wel bij neerleggen.

    De bevolking zelf leed honger en had gebrek aan alles. In de steden verbleven ze in overgebleven kelders. In de dorpen die overbevolkt waren van gevluchte stedelingen werd ook het voedsel schaars en zoals bij ons onder de bezetting, verkochten hier de boeren ook aan de meestbiedenden.

    Wij hadden een paradijselijk leven,  niet werken, lekker eten, veel geld...

    Als ontspanning werden we ’s avonds naar Bremen, Hannover of Sulingen gevoerd.

    Naar een bierkelder of een filmvertoning en na de film steevast in de houding voor het “God save the King”.

    Met mijn moto verkende ik de ganse omgeving en mijn vele verlofdagen bracht ik door

    in steden als Bremen, Hannover, Dusseldorf en Berlijn.

    Daar zag ik Russische soldaten fietsles krijgen, tot groot en ingetogen plezier van de Duitsers. Komisch en onvergetelijk.

    Hier bestond ook een grote ruilhandel tussen soldaten van verschillende nationaliteiten. De Russen waren verzot op Amerikaanse sigaretten, terwijl de Amerikanen hiervoor polsuurwerken en vodka aannamen. Die uurwerken waren toch afkomstig van de Duitsers, de Russen was toegestaan alles wat hen bruikbaar was als oorlogsbuit mee te nemen. Ik heb Russen gezien met drie, vier horloges aan elke pols.

    Kerstmis 1945 brachten we door bij de Amerikanen in Bremen. Nabij de Dom in de huidige Ratskeller was hun kantine ondergebracht. Onvergetelijke sfeer met bier, wijn a volonté, de vrouwen hadden echter nog geen toegang.

    Als we ons verplaatsten konden we overnachten in Amerikaanse of Engelse transitkampen en hun kantines hadden altijd voldoende stock aan sigaretten, zeep, tandpasta, enz. Betalen met Duitse marken en die hadden we genoeg.

    In het najaar van 1945 werd de omgang met de Duitsers losser, krijgsgevangenen en ook burgers werden in de cantonnementen tewerkgesteld.

    De Duitse tewerkgestelden brachten allerlei voorwerpen mee om te ruilen tegen voedsel, ook smokkelaars doken op. Vooral sigaretten, bonen, koffie en nylonkousen waren zeer gegeerd maar vooral dozen vlees en ander voedsel was in trek.

    De bevolking leed immers honger, meer dan ik ooit in België had gezien.

    De boeren werden door de stadsbevolking nog feller belegerd dan bij ons in het hongerjaar 1941.

    Maar stilaan werd alles min of meer normaal, de bevoorrading geraakte terug op gang,

    in de steden begon men puin te ruimen en ieder toog aan het werk.

    Ook de omgang met burgers werd toegestaan, bals werden ingericht en vluchtelingen kwamen terug naar huis.

    Na Freistatt kwamen we in een aantal kleinere plaatsen terecht tot we in het voorjaar 1946 naar Leese verhuisden.Een kleine provinciestad nabij Hannover.

    Hier werden we ondergebracht in een door Russische slavenarbeiders nieuw gebouwde fabriek. Grote betonnen bunkers, een verdieping ondergronds, een verdieping bovengronds, zwaar en kunstig  gecamoefleerd met sparrenbomen, tot op de daken toe.

    Hier werden onderdelen gemaakt voor de beruchte V-bommen.
    Een aanzienlijk aantal lag nog klaar voor verzending, via een spoorweg die eveneens onzichtbaar was vanuit de lucht met hoogopschietende sparren, waarvan de kruinen hoog boven de sporen aan elkaar waren gebonden.

    De geleerden die vroeger voor de nazi’s hadden gewerkt, werkten verder, thans onder Engels gezag. De heren Professoren, zoals ze door de Duitse werklieden werden genoemd, werden door Engelse officieren van de geheime dienst in burgervoertuigen gebracht en opgehaald. Wat zij daar uitrichtten gebeurde in de grootste geheimhouding. 

    De gewone arbeiders werden bij het verlaten van de fabriek door ons gefouilleerd maar deze heren moesten we ongemoeid laten.

    De bunkers waren uitgerust met de meest moderne machines en de magazijnen staken nog vol met allerlei materiaal.

    Er was strenge kontrole en wij mochten niets aanraken, alles was immers bestemd voor Engeland of de USA..

     

    Half april 1946 was onze taak daar afgelopen en na een treinreis van een dag en een nacht belanden we in Bastenaken.

    Hier kwamen we in een totaal vernielde stad, we waanden ons terug in Duitsland. Platgeschoten huizen, waarvan de bewoners in de kelders verbleven, in de velden nog veel stukgeschoten Duitse en Amerikaanse tanks en ander oorlogsmateriaal.

    We werden ondergebracht in de kazerne die door de Amerikanen voor ons was ontruimd en we hingen opnieuw af van het Belgisch leger : weer oefeningen, dat was maanden geleden, Belgische kost, bouletten, saucissen, slecht en veel te weinig...of er gemord werd.

    We waren van de hemel in de hel terechtgekomen.

    Door een afdeling van onze compagnie werd deelgenomen aan de eerste steenlegging van de mardassonheuvel, een gedenkteken voor de Amerikaanse strijdkrachten.

    Na een verblijf van enkele weken ging het naar Bergen, waar we in een leegstaande school hokten en belast werden met het ophalen en wegbrengen van Duitse krijgsgevangenen die in de koolmijnen moesten werken.

    Gelukkig heeft dit niet lang geduurd, op 23 juni 1946 werden we totaal onverwacht bedankt en met onbepaald verlof naar huis gestuurd.

    Terug burger, dit vergde een enorme aanpassing...”

     

    Foto’s:

    -Berlijn 1945 : Sovjetsoldaten en Amerikanen ruilen horloges om. Deze foto’s werden eigenhandig door Victor genomen.

    -Vic na de fusie, zijn outfit is er op vooruitgegaan. Links van de garde staat Marcella Van Steen. Rechts Wiske Verbruggen geflankeerd door haar baas Marcel Leemans.

     







    29-02-2012 om 07:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Duitsland

    Via Antwerpen, Turnhout de Hollandse grens over tot Hengelo. In Holland werd onze trein letterlijk door de bevolking bestormd. Honderden mannen, vrouwen en kinderen liepen met onze trein mee, bedelend om eten.

    Wat wij konden missen werd uit de wagons gegooid : conserven, sigaretten, chocolade...

    Dit waren toestanden die wij in België met de bevrijding niet hadden ervaren, hier werd nog echt honger geleden.

    In Hengelo stapten we over op vrachtwagens, de grens over tot in Mofrika en in Wezel de Rijn over op een pontonbrug die door de Engelsen was aangelegd.

    Over Osnabruck, Diepholz tot Freistatt waar we werden ondergebracht in een oud-mannengesticht. Elk van ons kreeg een apart kamertje, prachtig ingericht met een goed bed en prima sanitair, een verademing na onze tenten en strozakken.

    Hier werden we belast met de bewaking van een groot depot van de Rasc, dat waren frontrantsoenen, sigaretten en kleding van het Engelse leger.

    Italiaanse krijgsgevangenen stonden tot onze beschikking voor het opknappen van allerlei karweien, doch die stalen zoals de raven.

    Die bestolen ons terwijl we er bij stonden, ongelooflijk wat die allemaal flikten, die waren ons in alles te slim af.

    In het begin was het hier voor ons zeer streng, niet ongewapend het cantonnement verlaten, nooit alleen buiten en “no fraternisation”, absoluut geen contact, geen verbroedering  met de Duitsers, op straf van krijgsraad.

    De eerste weken werd dat door ons zelfs niet overwogen, wij benaderden ze met de grootste terughoudendheid. De Duitsers zelf waren opmerkelijk beleefd, onderdanig, ja zelfs kruiperig, ze waren ook gelaten en angstig, gingen voor ons opzij en velen namen hun hoed of pet af als ze ons passeerden.

     

    De Engelse MP’s waren zeer streng en onverbiddelijk zeker zolang de oorlog duurde.

    In Diepholz was een groot Pools kamp, waar die Polen door de Duitsers als slavenarbeiders waren ondergebracht. Nu waren ze vrij en men moet niet over veel verbeeldingskracht beschikken om zich te kunnen voorstellen hoe die zich gedroegen tegenover hun vroegere bazen. Stelen, plunderen, alles wat niet te heet of te zwaar was sleepten ze naar hun barakken.

     

    Foto’s:

    -Zijn “soldier’s pay book”

    -Een mooie herinnering aan 1945.





    29-02-2012 om 07:12 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto: Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof.

     

    Het Fort van Breendonk

     

    Met mijn vriend Jan Baetens stapte ik naar Willebroek, we gingen ons melden in het Fort van Breendonk om de aangehouden zwarten te bewaken.

    Ook tientallen Duitse krijgsgevangenen werden daar binnengebracht en opgesloten.

    Nu moesten wij hun fouilleren.

    Alles wat ze niet in gevangenschap nodig hadden werd hun afgenomen.

    Wat een contrast : kruiperige onderdanigheid was in de plaats gekomen van hun vroegere arrogantie.

    Ik herinner me nog die Duitse officier die zich enkel door een andere officier wilde laten ontwapenen en aftasten. Dat gebeurde ook, een Belgische officier nam de egards waar, maar ’s nachts alleen in zijn cel kreeg hij een speciale behandeling en schoot er van zijn waardigheid niet veel meer over.

    De collaborateurs die werden aangevoerd kregen ook een speciale behandeling, zij werden vooraan de straat afgezet en moesten tussen een driedubbele haag losgelaten gepeupel lopen. Hierbij werden ze geslagen, gestampt, beschimpt, met de haren getrokken...ze haasten zich naar de min of meer veilige gang van het fort...

    Daar werden ze opgesloten in de kamers van de vroegere kampbewoners.

    Tijdens de dag werden ze met allerlei karweien belast en ook bij nacht werden ze niet gespaard, althans die eerste dagen niet.

    Na enkele dagen werden wij belast met het bewaken van de zennebrug te Leest.

    We hadden ons wachtlokaal op het gemeentehuis. Bewapend met een geweer, een tricolore band om onze arm en een Duitse gordel om het lichaam waaraan een koppel Duitse handgranaten, zo deden we in ploegen van twee dienst op de brug.

    Alle vreemdelingen werden gecontroleerd en door onze ploeg werden twee in burger geklede Duitsers aangehouden en aan de Engelsen uitgeleverd.

    Voedsel werd bereid in Willebroek en per vrachtwagen aangevoerd, het was goed en overvloedig.

    Na enkele weken werd alles stilaan normaal en de meesten gingen terug aan het werk.

    Ik kon mijn oude job weer opnemen in de garage  bij De Baere doch het werk aldaar bestond hoofdzakelijk uit puin ruimen, wat mij minder beviel.

    Ik besloot nog even de kat uit de boom te kijken.

     

    Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof

     

    Ik vernam dat ze oorlogsvrijwilligers vroegen en ik heb me gemeld in Antwerpen. Dat was op 23 oktober 1944, op de Rubenslei nr. 22.

    Toen ik daar volledig uitgekleed in een hokje stond te wachten sloeg er in de onmiddellijke omgeving een bom in. Kalk viel van muren en plafond, doch de keuring ging ongestoord verder. 

    Ik werd goedgekeurd en opgeroepen naar de Panquinkazerne te Tervuren.

    Na een zestal weken tamelijk zware opleiding werd ik Soldaat Oorlogsvrijwilliger Van Hoof Victor bij het 8ste bataljon fuseliers 3de compagnie met stamnummer F8/479 en met specialisatie chauffeur motocyclist. Volledig uitgerust met Engels materiaal, de platte Engelse helm incluis.

    Te Joli-bois, bij Waterloo, werden we ondergebracht in een danszaal en stonden in voor de bewaking van Engelse benzine- en munitiedepots, die talrijk verspreid lagen in de weiden rond de Leeuw van Waterloo.

     

    Ook te Bosvoorde, aan de paardenrenbaan, had ik munitie te bewaken en te Koningslo Vilvoorde stonden we in voor de bewaking van een groot Duits krijgsgevangenenkamp, dit samen met de Engelsen.

    Het kamp bevond zich op een open veld en was omringd door hoge wachttorens.

    De gevangenen sliepen in tenten, ik heb altijd gehoord dat er zo’n 110.000 bij elkaar zaten. Whermacht soldaten, SS-ers, Vlaamse SS-ers, Zeemacht..alles zat er door elkaar.

    Sommige Vlaamse SS-ers lachten ons uit en verweten ons voor “Bleukens”.

    Wij maakten ons beklag daarover bij onze officieren die dat doorspeelden aan hun Engelse collegas  maar die begrepen niets van onze situatie en zij traden niet op, voor hen waren alle gevangenen Duitsers.

    Voor de afzondering en de ondervraging van de SS-ers moesten speciale eenheden komen. Wel was er een detensionbarak, waar de meest arrogante en weerspannige elementen werden in ondergebracht. Die werden daar door Engelse MP’s aan een speciale training onderworpen, een training die niet onderdeed voor wat zij destijds met velen van ons hadden gedaan.

    Hier bleven we tot april 1945 en dan de trein op naar Duitsland.

     

    29-02-2012 om 07:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto :  Henri Van den Heuvel bij wie Vic mocht onderduiken.

     

    Ondergedoken

     

    Toen ben ik ondergedoken.

    Landbouwer Henri Van Den Heuvel uit de Hertstraat, de latere schepene van de “Blekken”, stak zijn nek uit en bood me onderdak.

    Op zijn hooizolder richtte ik mijn logement in, in het hooi had ik een gang gemaakt om er in geval van nood diep in weg te kruipen.

    Hier heb ik vertoefd tot en met de bevrijding op 3 september 1944.

    Mijn moeder bezorgde mij eten en soms ook moeder Van den Heuvel.

    Tijdens de dag sleet ik de tijd met boeken lezen en ’s nachts wandelde ik het Hertsveld op of ging al eens slapen bij mijn vriend Jan Baetens, waar ik zonder het medeweten van zijn ouders langs een zoldervenstertje binnensloop.Doch voor het licht werd moest ik terug zijn op mijn hooizolder. Avontuurlijk was dat wel maar ook vaak angstaanjagend en ik was steeds op mijn hoede. Elke auto die men hoorde kon van de Gestapo zijn, elke vreemde persoon werd gewantrouwd.

    Na enkele weken sloeg de verveling toe en nam ik meer en meer risico’s.

    Overdag liep ik soms de velden en het Zuurbos in en durfde ik al eens naar huis te gaan.

    Daar groef ik van in het ovenhuis een onderaardse gang die uitliep achter de haag van onze tuin en uitkwam in de aanpalende gracht. Vele malen heb ik die vluchtweg ingeoefend, gelukkig heb ik hem nooit hoeven gebruiken.

    Nadien heb ik pas beseft hoeveel risico en gevaar Henri Van den Heuvel gelopen heeft door mij onderdak te bezorgen. Ik ben hem er altijd zeer dankbaar voor gebleven.

    Intussen kropen de dagen voorbij en de geallieerden naderden.

    Ik sliep nog steeds op mijn hooizolder en sporadisch bij Jan Baetens.

    Daar was ik toen ik op een nacht begin september op de Juniorslaan  in de richting Leest-dorp een tamelijk grote groep Duitsers met door paarden getrokken wagens, zag voorbijtrekken. Heel stil en zonder orde trokken ze af.

    De dag nadien, op een zondag, ik keek toe vanuit het Zuurbos, zag ik zenuwachtige Duitsers in de “Heilige Hoek”, ze waren bezig paarden op te eisen voor hun terugtocht.

    ’s Anderendaags ’s morgens was het zover ! Onbeschrijfelijke vreugde ! De Engelsen waren er. De Blaasveldstraat stak  vol met oprukkende Engelse soldaten, camions vol met lachende, sigaretten en chocola uitdelende soldaten.

    Men kan zich voorstellen welke opluchting de bevrijding bracht en hoe geestdriftig we onze bevrijders hebben onthaald. Schrik, honger en alle miserie was vergeten.

     

    29-02-2012 om 07:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : links Vic in 1943. Om toen te kunnen fietsen moest je creatief zijn. Rchts zijn onafscheidelijke vriend Jan Baetens van de Juniorslaan.

     

    Het Hongerjaar 1941

     

    Het jaar 1940 liep min of meer normaal ten einde, maar 1941 zou een nog nooit meegemaakt hongerjaar worden.

    De Blaasveldstraat zag zwart van het volk. Mensen van Blaasveld en Willebroek liepen huis in en huis uit, bedelend om voedsel.

    De boeren verkochten enkel aan degenen die konden betalen en dan meestal ’s nachts want de buren mochten dit niet zien.

    De smokkelaars deden gouden zaken : 40 fr voor een kilo tarwe, 35 fr voor een slecht roggebrood. Het rantsoenbrood zelf was ook zeer slecht, de deeg plakte aan het broodmes en het rantsoen bedroeg 225 gram.

    Ook vlees, vetten, suiker en bijna alles was gerantsoeneerd. Vele stadsmensen stierven letterlijk van honger, terwijl de meeste boeren en smokkelaars zich verrijkten. Ook degenen die de kant van de Duitsers hadden gekozen kregen dubbel rantsoen en hadden niets te kort.

    Ik verplaatste me nog dagelijks per fiets naar de Leuvensesteenweg maar dat werd steeds problematischer omdat ook fietsbanden op rantsoen waren, evenals schoeisel.

    Om aan een fietsband te geraken moest je een bewijs hebben dat je minstens 5 km van je werk woonde, anders kreeg je geen bon.

    Als je er al een bezat, had je veel geluk nodig om er twee keer mee naar Mechelen te kunnen rijden want die erzatsrubber barste en sprong in stukken.

    Bijna dagelijks moest ik aan mijn banden werken. Soms reed ik met twee buitenbanden over elkaar. Mijn meest efficiënt experiment : van de binnenband van een auto een fiets buitenband fabriceren. Dat  resulteerde in enkele maanden probleemloos rijden, maar door de toenemende schaarste kwam ook daar een einde aan en einde 1942 nam ik de trein voor mijn verplaatsingen.

    Wij zelf konden bij onze buren, boeren, niets kopen, omdat ze de hoogste prijs niet durfden vragen, ze verkochten veel liever aan de smokkelaars. Die kwamen hun waar tijdens de nacht ophalen.

    Ik ben vele malen na mijn werk per fiets naar Londerzeel gereden om een slecht roggebrood van 35 fr dat ik daar bij een smokkelbakker kon kopen.

    Onderweg moest men op zijn hoede zijn voor controle van Belgische gendarmen en kontroleurs van de ravitaillering, want meermaals is het gebeurd dat dit werd afgepakt.

    Ook ben ik ooit eens met mijn vader naar Stekene-Koewacht, ook per fiets, gereden.

    Naar we hadden vernomen was de tarwe en het koren daar goedkoop omwille van de smokkel met Holland. We kochten daar 20 kg tarwe. Elk 10 kg op onze fiets, ook sacharine hadden we daar gekocht, en hiermee naar huis. Overal op onze hoede voor kontrole maar we zijn er toch heelhuids mee thuis geraakt.

    Zo gingen de dagen voorbij vol kopzorgen over eten en hoe er aangeraakt.

     

     

     

    De Schele Duitser

     

    In juni 1943 werd er in de Tiendeschuurstraat aan de hoeve Scheers, een Engelse Halifax-bommenwerper neergeschoten.

    Al de inzittenden werden hierbij gedood.

    Het vliegtuig, een viermotor, lag in stukken uiteengespat. De stuurkabine lag tussen de hoeve Scheers en de woning van Em. Geets, een eind in het veld.

    Zoals zovele souvenirjagers ging ook  ik om wat vijsjes en onderdelen. Terwijl ik op handen en voeten in die kabine bezig was wat los te prutsen werd ik toegebruld in het Duits. Ik moest de kabine verlaten met mijn handen boven het hoofd en mij als laatste man in de rij zetten bij andere souvenirzoekers.

    Die Duitser,ik zal zijn kop nooit vergeten, hij zag opvallend scheel, begon iedereen  af te tasten en bij elk voorwerp dat hij uit de mensen hun zakken haalde, kregen die een ferme stamp of slag in hun gezicht. Ik dacht al aan mijn volle zakken en hoeveel slaag ik wel zou krijgen, doch terwijl hij bezig was slaagde ik erin om de meeste voorwerpen ongezien uit mijn zakken te halen en op de grond te laten vallen.

    Toen het mijn beurt was had ik nog slechts enkele kleine stukjes in mijn zakken en ik kwam er vanaf met een slag in mijn gezicht. Doch toen ik wegging werd ik als laatste brutaal teruggeroepen en moest al de voorwerpen die hij uit de zakken gehaald had oprapen en terug in het vliegtuig gooien. Nadat dit gedaan was kreeg ik zo’n  slag in mijn rug van de kolf van zijn geweer dat ik minutenlang zonder adem zat.

    Ik heb die schele eens goed bekeken en zijn gezicht in mijn geheugen geprent maar ik heb hem later noch in Duitsland, noch in enig krijgsgevangenkamp aangetroffen.

     

    Ontspanning

     

    Vermaak bestond in hoofdzaak op zondag naar de cinema, soms tweemaal, van 5 tot 8 naar de ene en van 8 tot 10u30 naar een andere en altijd te Willebroek.

    Wat later kwamen dan de bals op en mocht er terug bal gegeven worden.

    Bier was nog slechter dan het huidige tafelbier, gekleurd water, doch in de meeste café’s

    konden de klanten bier krijgen van onder den toog...

    Dat was iets beter, was zogezegd smokkelbier, doch zijn geld niet waard.
    De bals floreerden, alle zondagen volle bak.

    Wij gingen te voet naar Leest (dorp), Blaasveld, meestal in groep en wegens de totale verduistering was dit zeer plezant.
    Op de bals werd er soms ook controle gedaan door de Gestapo, alle uitgangen werden afgezet en één voor één naar buiten. Identiteitscontrole.

    Degene die niet in regel was, of die op hun lijsten voorkwam, werd apart gezet, streng bewaakt en meegenomen.

     

    Het Arsenaal gebombardeerd

     

    Vele malen was het ook alarm op de Leuvensesteenweg dit tot vreugde van de mannen van het Arsenaal, die liepen dan weg van hun werk tot op de vaart en dienden een tijd niet te werken.

    Wij bleven op ons werk.
    In het Arsenaal stond Duits afweergeschut en telkens er vliegtuigen overkwamen werd er vandaar op geschoten.

    Tot bij een bombardement het afweergeschut met toren en al naar beneden donderde.

    De Leuvensesteenweg werd zwaar geteisterd, vele doden en haast alle huizen getroffen.

     

    De Wapenfabrieken van Herstal

     

    In 1944, ik was pas enkele weken 18 geworden, kreeg ik van de Werbestelle de oproep om mij ’s woensdags te Mechelen in de Leopoldstraat aan te bieden.Ik werd er door een Duitse dokter gekeurd en de vrijdag daarop reeds diende ik mij aan te bieden in de FN fabrieken van Herstal bij Luik in die tijd Deutse Waffen und Munitionsfabriken genoemd.

    Inderhaast een valies gekocht, het was een rieten dat herinner ik mij nog, en die vrijdag vanuit station Mechelen afreis richting Luik.

    Een speciale trein met werkvolk, mannen en vrouwen, die in Duitsland tewerkgesteld waren. De trein stopte enkel te Leuven  en dan te Luik, Guillemin statie.

    Met nog een zestal personen stapte ik uit en we werden al dadelijk gecontroleerd door Feldgendarmen.

    Nazicht papieren, bestemming Waffenfabriken ? Geen probleem, we mochten door.

    Dan met de tram naar Herstal en ons aanmelden in de fabriek.

    We werden onthaald door iemand die goed Nederlands sprak.

    Eten konden we in de fabriek, logies was er in een leegstaande school op een tiental minuten gaans, maar uit zijn verdere uitleg konden we opmaken dat we eerder in een gevangenis dan in een fabriek terechtgekomen waren.

    En of dit waar was. Controles overal en op alle momenten van de dag, meestal op de onverwachtste, schutsels tussen de werkbanken.

    In de fabriek fabriceerde men wapens en munitie en dat was te merken.

    Bij het verlaten van de gebouwen werd men van boven tot onder afgetast en dienden we speciale apparatuur te passeren die ontworpen was om zelfs het allerkleinste vijsje te detecteren.

    Ik werd in een ploeg ingedeeld, kreeg een werkbank en een plan van een door mij te maken stuk, doch ik had geen vakschool gelopen en kon geen plan lezen.

    Mijn identiteitskaart gaf als beroep mecanieker aan en dat verwarden ze met paswerker.

    De eerste dag diende ik ook in het magazijn mijn persoonlijk gereedschap af te halen, een stel vijlen, een hamer en allerlei fijn meetgereedschap.

    Hier had ik al een eerste nare ervaring.

    Nietsvermoedend stapte ik de openstaande deur van het magazijn binnen, flater !

    Ik had mij moeten wenden tot de balie ernaast. De Duitse magazijnier kwam brullend op me af en gaf me zo’n doodsschop dat ik metersver door de lucht gekatapulteerd werd.

    Gelukkig kreeg ik voor dat plan hulp van een Limburgse collega en zo kon ik mij wat bezig houden, maar mijn rendabiliteit lag de gehele periode die ik daar verbleef spectaculair laag.

    De dagen duurden daar oneindig lang en vaak trachtte ik naar het luchtalarm.

    Wanneer dit afging liet men vallen wat viel en vluchtte iedereen naar de schuilkelders tot einde alarm. Soms vijf zesmaal per dag. Daar werden wij met Duitse discipline ingedreven, opeengepakt als haringen, maar ik was wat blij enkele minuten van mijn plan weg te zijn.

    Bommen heb ik er nooit weten vallen.

    Het eten was op zijn Duits,’s middags soep met worst en soms al wat groenten in en meestal een beetje aardappelen met choucroute of ook zure witte koolsoep en zwart brood, maar steeds veel te weinig.

    Gelukkig had ik van thuis wat mee om aan te vullen, anders was het honger lijden.

    Na de werkuren waren we vrij en dan wandelden we wat door Herstal en omgeving of we namen de tram naar Luik.

    Na daar een tiental dagen te hebben “gewerkt” kreeg ik er genoeg van.

    In mijn logement prepareerde ik een speciale sigaret : een weinig tabak en veel zout.

    Toen ik die de volgende morgen opstak en een paar maal inhaleerde, werd ik draaierig en viel flauw. Men bracht mij naar de infirmerie en daar schreef de Duitse arts me acht dagen rust voor.

    Ik was in de hoogste hemel, vlug naar het logement, alles inpakken en wegwezen met de vaste overtuiging nooit meer terug te komen.

    Tegen niemand iets gezegd van mijn voornemen, want wie kon je vertrouwen ?

    Met de tram naar het station, de onvermijdelijke controle, alles uitladen voor de feldgendarmerie, grondige fouillering en de trein op naar Brussel.

    Op die trein idem dito,reiskoffier uitladen, aftasten...

    Toen de trein Leuven naderde werd de stad geteisterd door een hevig bombardement.

    Ik ben het station uitgevlucht en heb de tram genomen over Brussel, richting Mechelen.

    Tussen Leuven en Brussel, in volle veld, werd de tram tot staan gebracht door Gestapo en Feldgendarmen voor een nieuwe controle. Zelfde stramien : afgetast worden en valies uitladen. Enkele passagiers werden apart genomen en moesten onder strenge bewaking achterblijven.

    Vanuit Brussel per trein tot voorbij het station van Vilvoorde, dat ook gebombardeerd was, trein op naar Mechelen en van daar te voet naar Leest.

    Niet slecht voor een zieke.

    Thuis gekomen heb ik intens genoten van mijn acht dagen en toen die om waren kreeg ik een dreigbrief van Luik dat ik terug moest komen werken.

    Eeen inschikkelijke Duitse dokter in de Stassartstraat te Mechelen gaf me nog acht dagen bij, toen ik klaagde over steeds terugkerende draaienissen, maar geen haar op mijn hoofd had ook maar enige intentie om terug te keren.

     

    29-02-2012 om 06:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto : de ouderlijke woonst in de Blaasveldstraat in 1978. Tijdens de oorlog ook herberg “In den Nieuwen Buiten”.

     

    De Vlucht

     

    Die woensdagmorgen vertrokken we, te voet naast onze zwaar beladen fietsen, want tante Melle kon geen fiets rijden..

    Op de Juniorslaan gekomen sloten we aan bij de massa, een nooit geziene aaneengesloten  mensenzee met alle mogelijke vervoermiddelen, te voet, per fiets, stootkar, kruiwagen, wagens getrokken door paarden, allen zwaar beladen...richting Tisselt.

    Voor ons uit stapte een soldaat met een geit aan een ketting.

    We volgden de mensenzee in de richting Kapelle op/den Bos.

    Daar zagen we de eerste sporen van de bombardementen : kapotte huizen.

    Aan de brug stonden zeer nerveuze Belgische soldaten, we begrepen snel waarom, want toen we even voorbij de kerk waren hoorden we achter ons een harde knal. Ze hadden de brug in de lucht laten vliegen.

    Ik heb me nadien steeds blijven afvragen hoe men daar in hemelsnaam in geslaagd was, met die immense onafzienbare rij vluchtelingen.

    We vervolgden onze weg langs Ramsdonk, Londerzeel. In Steenhuffel moesten we schuilen, we werden overvlogen door Duitse vliegtuigen die door Belgisch afweergeschut werden bestookt. We schuilden in de hangar van een plaatselijke brouwerij en hoorden de stukken schrapnels op het dak inslaan. Angstaanjagend !

    Gelukkig werd daar niemand gekwetst.

    Langs binnenwegen ging het dan richting Merchtem Heikant. Het was ondertussen avond geworden en we moesten uitzien naar een slaapgelegenheid.

    De meeste huizen, door hun oorspronkelijke bewoners verlaten, staken reeds boordevol.

    Tot we op een boerderij kwamen, hier mochten we in de stal achter de koeien op stro slapen. Dat vonden we nog plezierig ook, ik heb er voortreffelijk geslapen.

    De oudere mensen begonnen intussen na te denken en zagen de miserie en de risico’s van de vlucht in.

    ’s Anderendaags rond negen uur, toen we aanstalten maakten om verder te trekken, werden we plots verrast door een vijftal Duitsers te paard met hun geweer op ons gericht.

    Een gebrul in het Duits : we moesten gaan staan met onze handen in de lucht.

    Ze vroegen of er geen Belgische soldaten bij ons waren. Na een ontkennend antwoord lieten die ons verder met rust en reden weg.

    Dat we geschrokken waren hoeft niet gezegd, enkele minuten voordien waren daar nog twee Belgische soldaten per motorfiets met side-car aangekomen en naar ik later vernam, hadden die zich bij de boer omgekleed, hun militaire kledingsstukken omgeruild voor burgerkleren, en zich tussen ons vluchtelingen gemengd.

    Daar het geen nut had om nog verder te vluchten, besloten we huiswaarts te keren.

    Langs een binnenweg terug naar Londerzeel

    Daar werden we plots brutaal aangesproken door een Belgisch officier. Mijn vader en nonkel Fons moesten zich identificeren. Toen hij zag dat wij vluchtelingen waren, vroeg hij waar de Duitsers zich bevonden. Toen we vertelden dat die reeds lang voorbij waren, trok hij zich terug in een korenveld. Daar zaten nog vele soldaten verborgen. Naderhand vernamen we dat die allen werden krijgsgevangen genomen.

    In Ramsdonk lagen in de living van een woning waarvan de deur openstond, vele gekwetste  Belgische soldaten, ze waren verzorgd door Duitse verplegers.
    Op de straat nabij de kerk lagen de lichamen van een zevental dode soldaten in alle mogelijke houdingen.

    Van de pastoor, een ex-onderpastoor van Leest, vernamen we dat deze soldaten in dronken toestand op de Duitsers hadden geschoten.

    In Kapelle o/d Bos moesten we, omwille van de opgeblazen brug, via het sas de vaart oversteken. Om hun paarden en kanonnen over de vaart te leiden hadden de Duitsers een primitieve brug  van bomen en balken gecontrueerd.

    Het was geen makkie onze zwaar bepakte fietsen daarover te krijgen, hierbij werden we bereidwillig geholpen door Duitse soldaten.

    In de namiddag kwamen we thuis, alles was gelukkig nog zoals bij ons vertrek.

     

    Generaal Paulus

     

    We waren nog niet lang thuis toen er Duitsers passeerden. In dichte rijen, te voet en met paarden trokken ze richting Blaasveld.

    ’s Avonds hield er een gans regiment ruiterij halt op de weide van Leemans tegenover ons café.

    Duitsers, met paarden, wagens, kanonnen, gans de straat vol, overal waar men zag, Duitsers!

    Ze trokken tenten op, maakten hun paarden vast aan de draadomheining, zetten wachtposten uit.
    Ik meen dat wij een van de eersten terug thuis waren..

    De Duitsers liepen bij ons in en uit, deden of het allemaal van hun was.

    De radio werd aangezet, dat was toevallig een “Telefunken” en dat viel duidelijk in hun smaak.

    Op de Leuvense stoof maakten ze wijn warm en maar drinken en dansen. Dat deden ze onder elkaar en velen raakten bedronken.

    Plots werd alles muisstil. Er waren twee Feldgendarmen binnengevallen. Ze begonnen meteen alles te doorzoeken.

    Ons moeder moest mee naar boven, ik wou ze volgen maar één van die Duitsers zette zijn voet op mijn borst en duwde mij naar beneden.

    De mannen met de metalen keten en plaat om hun hals hadden ook  het plezier van de andere Duitsers vergald want die dropen stil één na één af.

    Boven hebben die feldgendarmen alles overhoop gehaald, vermoedelijk op zoek naar Belgische soldaten of wapens. Er werd echter niets gevonden en ze lieten ons verder met rust.

    ’s Anderendaags ging ik de straat op en keek mijn ogen uit naar dit machtige leger.

    Op de weide van Stanne Gobien was het grote vergadering van hoge officieren, herkenbaar aan de rode strepen op hun rijbroek en kepi. In één van deze officieren, een grote magere man, meen ik stellig de latere beroemde generaal Paulus te hebben herkend. Doch lang mocht ik daar niet slenteren, want door een wachtpost werd ik toegesnauwd dat ik moest verder gaan.
    In de voormiddag vertrokken ze richting Blaasveld.
    Gans de straat en de wei van Leemans lag vol met lege wijnflessen, duizenden, oorlogsbuit, allemaal gestolen uit leegstaande huizen.

    De daaropvolgende dagen en weken heerste er een enorme drukte in onze straat : oprukkende Duitsers, terugkerende vluchtelingen, afgevoerde Belgische krijgsgevangenen.

    Stilaan hernam het leven zijn gewone gang, de meeste mensen waren terug thuis, enkele bleven weg, sommigen in krijgsgevangenschap.

    Ons café was terug open en we deden goede zaken aan die vluchtelingen. Ik moest bijna dagelijks met een triporteur met twee honden in, naar Mechelen, naar brouwerij Lamot om bier en ijs aan te halen.

    Ik begon terug te werken op mijn oude post.

    Mijn baas was ook teruggekeerd en al het materiaal dat we hadden verstopt lag nog op zijn plaats. Doch aan auto’s was weinig werk, slechts enkele kregen een vergunning om te rijden, er werden nog allerlei beperkingen ingevoerd en er kwam een strenge rantsoenering.Een gouden tijd voor smokkelaars brak aan.

    Enkel voertuigen die dienden voor bevoorrading kregen benzine.

    Daarom werkten wij veel aan de vernieuwing en vergroting van de garage. Onze baas had een toekomstvisie, maar al wat wij opbouwden zou in 1943 en 44 worden platgebombardeerd, ditmaal door de Engelsen.

    Toen de benzine nog schaarser werd, specialiseerde mijn baas zich in het plaatsen van gazogénes, dit waren kolenketels die gestookt werden om gas op te wekken, als surrogaat voor benzine. Doch weinigen haalden een bevredigend resultaat.

    Men moest ’s morgens minstens een half uur uittrekken vooraleer men kon vertrekken : het vuur aansteken, dan trachten om met benzine te starten en wanneer men gas had, overschakelen op kolen. Na enkele ritten waren de leidingen binnenin aangekoold en dienden gereinigd te worden.

    Uiteindelijk werden de ketels in de meeste gevallen gebruikt om er allerlei smokkelwaar in te vervoeren.

    Dat was soms vlees maar veelal tarwe waarmee vnl. Waalse groentenhandelaars de garage kwamen ingereden. Ze losten hun waar en vertrokken op hun beurt met benzine.

    Vele Belgische vervoerders die voor de Duitsers o.a. op de vliegvelden reden, kwamen in de garage een deel van hun benzine verkopen of ruilen voor tarwe of andere schaarse producten.

    Dat was poort toe, benzine lossen en vertrekken met een lading tarwe.

    Onze baas heeft vele malen Breendonk geriskeerd en wij die van die handel op de hoogte waren, moesten zwijgen als een graf..

     

    29-02-2012 om 06:35 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!