27-02-2012
1927 6 januari :
Eerste schepen Jozef A. Apers werd aangewezen als burgerlijk lid
der
commissie van optelling en rangschikking van paarden en voertuigen
in
de gemeente bestaande.
1927 23 januari :
De leden van het Patronaat uit Hombeek
gaven een Luisterrijk
Toneelfeest in hun lokaal in de
Bankstraat. Er werden twee stukken opgevoerd :
Ambiorix een geschiedkundig drama
en na de pauze Vlug verdiend een
blijspel. Alfons Hellemans speelde
Ignis, de bevelhebber van de Nerviërs. (KH)
1927 8 maart :
Theofiel Verschueren kreeg volgende dankbetuiging van de Leestse
gemeenteraad :
Wij
zeggen U, in naam van den Raad, dank, voor uwe bewezene en
ononderbroken diensten, gedurende 38 jaren, als gemeenteraadslid,
schepen
en
burgemeester van Leest.
Ook dankbetuigingen voor Frans Beullens als gemeenteraadslid en schepen
gedurende 23 jaren.
1927 24 maart :
Jaak Lodewijk Lauwens werd gekozen als nieuwe klokkeluider in
vervanging van J. Rheinhard,
ontslaggever.
Lodewijk Verbruggen werd benoemd tot sekretaris van de Commissie van
Openbare Onderstand in de plaats
van August Van den Bossche.
1927 11 april :
Leonard Lauwers kreeg van de Bestendige Deputatie machtiging tot
het plaatsen van eenen electromotor van 20 vp in de
meelmaalerij, ter
vervanging van zijnen armgasmotor. (GA-5/5/1927)
Ook schrijnwerker Th. Teughels
kreeg toelating van de Bestendige Deputatie
en dit op advies van de Provinciale
Geneeskundige Commissie tot het
heropbouwen
zijner zaal dienende tot schrijnwerkerij, in de nabijheid van het
kerkhof en dat het geraadzaam was, de heropbouwing op zijn eigen erve te
voltrekken, zonder gebruik te maken van de afsluitingsmuur van het
kerkhof,
in
vooruitzicht later moeilijkheden te vermijden bij gebeurlijke afschaffing of
verplaatsing van het kerkhof. (GA-10/5/1927)
1927 28 april : De
prijs voor eeuwigdurende grondvergunningen op het kerkhof werd
vastgesteld op 450 fr per vierkante
meter, waarvan 300 fr te storten in de
gemeentekas en 150 fr in de kas der
plaatselijke Commissie van Openbare
Onderstand. (GR)
1927 28 april :
Het gemeentebestuur beschikte nog steeds niet over telefoon.
1927 28 april :
Alfons Vergaelen, veldwachter te Kapelle op den Bos en Jan Th.
Huybrechts, veldwachter te Leest,
werden gemachtigd om als hulpveldwachter
te
fungeren in de gemeente van hun collega.
1927 19 mei : De
gemeenteraad, bestatigend dat er in alle
gemeenten bewaarscholen
zijn, denkt er aan ook te
Leest een bewaarschool te openen.
1927 24 mei : De
gemeenteraad stemde voor een taks op de
begravingen van lijken
der
personen van vreemde gemeenten naar het gemeentekerkhof overgebracht.
De taks bedroeg 25 fr per lijk en diende betaald te
worden voor de begraving.
1927 17 juni :
...De
Raad, overwegende dat elf ter dood veroordeelden reeds werden vrijgelaten,
overwegende dat Dr Borms en consoorten slechts gehandeld hebben uit
idealisme, overwegende dat de christelijke naastenliefde vergt dat
algeheele en
onvoorwaardelijke amnestie verleend worde, omdat deze de eendracht
tusschen
de
burgers, en de rust waaraan het land op het oogenblik zoon groote behoefte
heeft, zou herstellen.
Overwegende dat sinds lang amnestie werd verleend in de omliggende landen,
drukt bij deze den wensch uit dat het wetsvoorstel Van Cauwelaert ten
spoedigste
zou
besproken en zonder wijziging zou aangenomen worden.
(DB-1957 moties van de gemeenteraad)
1927 14 juli
Gemeenteraad :
...werd
mededeling gedaan aan den Raad van 2 brieven van de
Arrondissementskommissaris, namens de Minister van Binnelandse zaken en
Volksgezondheid, aandringende en de inlevering verzoekende aan het
Staatsarchief te Brussel van de parochiearchieven en registers van den
Burgerlijken Stand van voor 1830, om deze niet langer aan vernieling en
beschadiging bloot te stellen.
De
Raad, overwegende dat deze parochieregisters dikwijls aan familien dienst
bewijzen tot opzoeking van geslachten, en dat die opzoekingen
gemakkelijk en
zonder verplaatsingskosten op de gemeente kan gedaan worden dan te
Brussel
in
het staadsarchief, zoo drukt den Raad den wensch uit, dat mijnheer de
Minister aan den gedanen wensch, geen verder gevolg tot inlevering
bevelen zal.
1927 20 juli :
Brief van burgemeester De Laet tot zijn ambtsgenoot van Mechelen :
...wij
zijn zoo vrij uwe welwillende aandacht in te roepen op den slechten
toestand van Battel naar Leest, bijzonder terplaatse de Battelbergen,
alwaar
het
wisselen voor gespan gevaarlijk wordt.
1927 30 augustus :
Maria Joanna Gerarda Rheinhard met vijf stemmen tegen drie
benoemd als
bewaarschoolonderwijzeres.
Jaarwedde : 4.800 fr en 200 fr
woonstvergoeding.
1927 12 september
: Rond 15u30 ontstond er brand in de woning van Victor Fierens,
een landbouwer uit de Tisseltbaan.
Woning met stal en schuur, de oogst en de
meubelen werden vernield.
Het vee kon gered worden.
De Volksstem daarover in de krant
van 15 september :
Groote
Brand te Leest
Brand brak uit in de hoeve van landbouwer A. Fierens, gelegen alhier
ter
plaatse gezegd Leestsche Heide. Het gezin bestaande uit man, vrouw en
twee
kinderen, bevond zich aan den veldarbeid, op een 100 meter achter hun
woning gelegen, toen zij vlammen uit de schuur zagen opslaan. Zij
snelden
toe,
alsmede buren, om te redden wat te redden viel.
Het
hoornvee en een paar varkens konden met de grootste moeite gered worden.
Inmiddels had het vernielend element zich steeds verder uitgebreid en
ook de
hoeve aangetast.
Hoeve, schuur en stallingen met gansch den inboeldel, werd een prooi der
vlammen. Enkel een paar muren staan nog recht.
De
schade bedraagt ongeveer 65 duizend frank en is slechts gedeeltelijk
verzekerd. De oorzaak is niet gekend.
27-02-2012 om 06:37
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Foto : Victor De Laet, de nieuwe burgemeester.
1927 4 januari :
Aanstelling van de gemeenteraadsleden en verkiezing van schepenen.
Frans Beullens, Karel Van den
Brande, Alfons Polspoel, Prosper Busschot, Jozef
Apers, Victor De Laet, Ferdinand
Van der Hasselt en Philip Jozef De Prins legden
de eed van getrouwheid af in handen van burgemeester
Theophiel Verschueren.
Jozef Albert Apers werd gekozen als
eerste en Ferdinand Van der Hasselt als
tweede schepen.
Op 24 februari zouden TH.
Verschueren en Frans Beullens echter ontslag nemen.
Ze werden vervangen door Jan
Nuytkens en Jan Jozef Verlinden.
De burgemeesterssjerp ging naar
Victor De Laet.
Victor De Laet zou dit ambt 12 jaar
uitoefenen.
Buiten zijn aktiviteiten als
landbouwer en burgemeester was hij ook stichter en
voorzitter van de plaatselijke Boerengilde, keurmeester
op alle jaarmarkten uit de
omtrek, voorzitter van het
landbouwcomice, lid van de Hogere Landbouwraad
en kassier van de Raiffeisenkas.
Victor De Laet was de zoon van
Johannes en van Pelagie Bernaerts.
Johannes werd geboren op 6 augustus
1848, op de Netelhoeve in de Bist.
Zijn ouders waren kozijn en nicht :
Jan en Mie De Laet. Na zijn huwelijk
kwam hij in de Tiendeschuurstraat
wonen. Hun dochtertje Clementine stierf toen
het zes jaar was , in 1886. Het
jaar daarop werd hun enige zoon Victor geboren.
Johannes stierf aan de gevolgen van
tyfus op 25 juni 1893.
Pelagie Bernaerts was een zuster
van burgemeester Jaak Bernaerts.
Victor De Laet studeerde aan het
Klein Seminarie van Hoogstraten en nadien
een jaar te Leuven, maar de
ouderlijke boerderij eiste hem
voortijdig op,
toen knecht Cools bij het beren
zijn been had gebroken.
Victor Jozef De Laet werd geboren te
Leest op 16/3/1887 en overleed er op
17/1/1970.
In De Band publiceerde meester
Huysmans ooit een brief, gedateerd 7/2/35, van
zijn collega De Leers gericht aan burgemeester De Laet :
Achtbare
Heer Burgemeester,
Hierbij deel ik u een schrijven mede, welke mij is gezonden geworden
door den
Heer
Kantonnalen schoolopziener.
Er
wordt mij gevraagd medalies te willen verkoopen, om alzoo bij te dragen tot
het
oprichten van een gedenkteeken ter eere van onzen diepbetreurden Vorst,
Koning Albert.
Zeer
gaarne wil ik den oproep van Zijne Excellentie, den Minister van onderwijs
beantwoorden.
Ten
einde de geldinzameling met gelooden bussen te doen, wil ik u eerbiedig
vragen de toelating te geven hetzelve te laten plaats grijpen in onze
gemeente.
Ik
zou graag hebben dat dit zou geschieden onder uw toezicht en vraag U
daarom of het niet mogelijk is een onderhoud met U en met Mejuffer
Hellemans,
morgen namiddag na de klasuren, te hebben....
Het antwoord van Vik De Laet zegt
veel over de burgemeester :
Waarde
Heer Hoofdonderwijzer,
Gaarne steun ik u met al mijn krachten, voor dat heerlijk werk, want een
volk dat
zijne groote mannen niet meer eert, is een volk rijp voor slavernij.
Vandaag, onmiddellijk na de school, zal ik het gevraagde onderhoud
gaarne
toestaan...
Hand en groet,
(getekend) V. De
Laet.
Naschrift van meester Huysmans :
Deze
briefwisseling vind ik prachtexemplaren, raak tekenend, mooi belichtend
en
doorlichtend het karakter, illustrerend en reliëf gevend aan de geaardheid van
beide schrijvers.
Enerzijds, meester De Leers, grootoorlogsinvalide. Wie heeft hem niet
gekend,
altijd gloeiend dwepend en zich koesterend in zijn diepste gevoelens van
laaiend
patriotisme, wat menselijk en begrijpelijk was...
Anderzijds Vik De Laet, burgemeester, graag schalk en olijkerd in de
wandel,
formuleert in fijne feeling een aanmoedigend antwoord met als sluitstuk
een
koene en kortgebalde vriendengroet,
waarbij meester De Leers, bij t lezen
ervan, beroerd in houding is gesprongen, kan ik mij voorstellen...
We
hebben ze beiden wel goed gekend. Elk in
zijn job en zijn wandel, hebben
ze ieder op eigen manier, veelvuldig en
soms ook diep, hun stempel gedrukt op
landelijk Leest en volk.
Waar
is die tijd van toen...?
Ook zijn doodsbrief was
indrukwekkend :
Lid
van de Bond van het H. Hart.
Gewezen
burgemeester van Leest.
Lid
van de Hoge Landbouwraad, Ere-voorzitter der Boerengilde Leest.
Ere-kassier der Raiffeisenkas van Leest.
Voorzitter van het Veekweeksyndikaat Puurs-Willebroek.
Lid
van het Provinciaal Veekweeksyndikaat van Antwerpen.
Lid
van de Provinciale Landbouwmaatschappij en de Provinciale
Landbouwkamer.
Lid
van het Verbond der Boerengilden van het Arrondissement Mechelen.
Ridder in de Leopoldsorde en de
Kroonorde, vereerd met het Landbouwereteken
1ste
klas en de zilveren medalie van Sint-Rumoldus.
27-02-2012 om 06:32
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
1926 6 november :
Juffrouw De Boeck onderwijzeres benoemd in de gemeentelijke
meisjesschool.
Ze bekwam 5 stemmen tegen 4 voor
juffrouw Rheinhard.
Haar jaarwedde : 4.800 fr plus 200
fr woonstvergelding en duurtetoeslag.
Ze kwam in dienst op 17 januari
1927 ter vervanging van Henriette Troch.
Ze was te Leest geboren, in de
Winkelstraat, en was gehuwd met drukker Robert
Lafosse.
Miet De Boeck gaf het derde en
vierde studiejaar tot aan haar pensioen op 1
september 1964.
Foto
: romantiek der twintiger jaren : de man
waarvan ze droomt is Robert Lafosse.
1926 3 december :
Verschillende Leestenaars kloegen over de gebrekkige verlichting
die geleverd werd door de kabine
aan de wijk de Knip.
De fout zou kunnen veroorzaakt zijn
door de maalderij van Leonard Lauwers
die gebruik maakte van electrische
drijfkracht.
1926 31 december :
bevolkingscijfer gemeente Leest : 1747.
(GA-5/5/1927)
1927 De gemeente
stemde een toelage van 75 fr voor de Vlaamse leergangen te
Leuven en elke der zeven
Leestenaren die de lessen aan de Mechelse academie
volgden, kregen een toelage van 35
frank.
1927 Dat jaar werd
het volledig doorschoten torenuurwerk hersteld voor de som van
1.731,50 fr.
1927 In 1927 kocht
de gemeente een houten loods aan voor de inrichting van een
bewaarschool, rechdtover de
meisjesschool. (GA-18/8/1927)
1927 80
opcentiemen werden geheven op grondbelasting, op de belastingen op
inkomsten en op de winsten der
vrije beroepen.
dusvolgens
heft de gemeente het maximum van opcentiemen om hare begroting
in
evenwicht te kunnen houden voor 1927.
1927 Pastorij,
onderwijzerswoning en schoollokalen kregen electrische verlichting.
(GA-18/12/1927) Prijs : 2.644,76 fr
voor de pastorij, 1.291,25 fr voor het
schoolhuis en 360,80 fr voor twee
klassen. (DB, nr.12,1958)
27-02-2012 om 06:21
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1926 6 mei : De
zomervacantie voor de Leestse scholen werd bepaald :
van 15 juli tot 1 september i.p.v.
15 augustus tot 20 september.
1926 6 mei : De
oorloggschade voor Leest werd bepaald op 28.331 fr.
Een speciaal krediet van 500 fr
werd door de Gemeenteraad gestemd om advokaat
De Glas te vergoeden die in deze
materie Leest vertegenwoordigde.
1926 6 mei : Daar
veldwachter Huybrechts geen toelating kreeg van de Bestendige
Deputatie tot het roepen in openbare verkoopingen en daar zijn voorganger
Van Hoof dit wel deed, evenals zijn
collegas uit de omliggende gemeenten,
besloot het gemeentebestuur de
wedde van de veldwachter aan te passen en van
4.500 op 4.800 fr te brengen.
1926 27 mei : Gezien de borden in de gemeentescholen
sedert 13 jaren niet meer
geschilderd zijn geweest, en dat de heer Jozef Mellen, specialist
leischilder te
Auderghem, zich aangeboden heeft om die schildering te doen.
Overwegende dat de schildering over dertien jaren gedaan, volkomen en
langdurigen weerstand heeft en dus volkomen heeft voldaan aan de
verwachtingen besluit het Schepencollege Dhr Mellen te gelasten met
de
leischildering van deze borden aan 10 fr per vierkante meter en 50 centiem
per
meter loopend voor de lijntrekkingen op de borden.
1926 17 juni
Gemeenteraad :
Bespreking schrijven van Eerw. Heer
De Winter, Diocesane Schoolopziener :
...deze
doet aan de gemeente aanmerken, dat er in de gemeentescholen slechts
3
halve dagen ter week des namiddags gewijde geschiedenis wordt gegeven,
terwijl in andere Katholieke buitengemeenten alle dagen des namiddags
gewijde
geschiedenis wordt gegeven.
Gezien de uurtabellen door de onderwijzers afgegeven die de lessen
aanduiden,
overweegt de Raad dat er sedert 1884 geene verandering meer toegebracht
werd
aan
het leerprogramma der scholen en alvorens verandering toe te brengen aan
het
programma zal het gevoelen van den heer Kantonalen Opziener gevraagd
worden.
1926 17 juni : De
gemeenteraad gaf een gunstig advies aan het ontwerp der
maatschappij van Buurtspoorwegen
tot inrichting van een autobusdienst
Breendonk-Tisselt-Leest-Battel-Mechelen.
1926 Op zondag 20
juni had in de gemeente de verkoop plaats van het
Wezenbloempje een
initiatief van het Nationaal Komiteit
voor Oorlogswezen.
Schoolhoofden De Leers en Hellemans werden belast met
deze verkoop.
1926 22 juni : De stroomijt van Jan Gobien, Tisseltbaan,
is afgebrand.
Er moet
kwaad opzet in het spel zijn.
1926 22 juli : De Soeurs rédempts ristines de Malines
verkregen een eeuwigdurende
vergunning tot begraving van de tegenwoordig bestaande kloosterlingen, en
van
de
later deelmakende dier orde.
Het gemeentekerkhof stond daarvoor
9 vierkante meter af.
Totale kostprijs : 1.426 fr.
1926 8 augustus
De Volksstem :
Ijselijk
ongeluk- Een man verpulverd
Donderdag namiddag waren werklieden bezig met het schilderen der
electrische
palen even buiten de kom der gemeente Leest.
Een
werkman, zekere Vermost, ongehuwd 33 jaar oud, wonende
Leuvensesteenweg te Mechelen, die zich met zijn lederen reep en de
daaraan
vastzijnde verzekeringsketting wilde vastmaken, wierp deze ketting
over
den electrischen draad, met het ongelukkig gevolg dat de ketting den
draad raakte en de ongelukkige geëlectrocuteerd werd.
Vermost werd totaal verpulverd naar beneden gehaald.
1926 23 augustus :
Landbouwer Theophiel Van Aken uit de Kleine Heide diende klacht
in tegen de
electriciteitsmaatschappij Electricité de la Belgique.
De maatschappij had een ijzeren staak der hoogspanningslijn
geschilderd en
een melkkoe van de landbouwer had
aan de verf gelikt met als gevolg dat de koe
bij hoogdringendheid moest worden
afgemaakt.
Volgens een verklaring van veearts
Van Passen had de koe een handelswaarde
van 4.000 fr.
1926 9 september :
Bij Ministrieel Besluit van 9 september 1926 (nr. 17058) werd
de oorlogsschade van de gemeente
Leest bepaald op 28.331 fr.
(GA-28/6/1927)
1926 24 september
: ...door overeenkomst van 24/9 werd aan
de gemeente een
noemkapitaal van fr 14.800,...obligaties der openbare schuld 5% 1925
toegekend, in regeling van oorlogsschadevergoedingen.
(GR-15/12/1927)
1926 16 oktober :
Veearts Van Passen stelde mond- en klauwzeer vast bij vee van
David Alfons Verbruggen uit de Tiendeschuurstraat.
David Verbruggen bezat 7 koeien, 1
stier, 8 runders en evenveel varkens.
1926 27 oktober :
In de gemeente heerste een algemeen en groot gebrek aan
steenkolen.
De plaatselijke kolenhandelaars
kloegen dat zij hunne lang gedane bestellingen
niet konden bekomen van de mijnen.
1926 28 oktober :
De gevreesde besmettelijke ziekte mond- en klauwzeer sloeg
opnieuw toe. Vee van Petrus De
Prins en Jozef De Maeyer, beiden uit de
Kleinheidestraat, werd aangetast.
De komende weken zou de ziekte zich
verspreiden naar de Bist en de Kouter.
Slachtoffers werden : Jan Jozef
Verlinden, Jan Baptist Verbergt, Frans
Piessens en Louis Mertens.
27-02-2012 om 06:18
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
1925 5 december :
Brief gemeentebestuur Leest naar provincie Antwerpen :
...Tot
gevolg van uw schrijven dan den 30 november laatst, doen wij u kennen
ingevolge de mededeeling van Mr. Advokaat Coemans, de keus voor eenen
bijzonderen veldwachter moeilijk is.
Vele
personen van jongen leeftijd past die bediening niet, sommigen zijn aan den
drank verslaafd, anderen bezitten de wilskracht niet om dien post
nauwgezet en
op
eene behoorlijke wijze waar te nemen, en laten zich omkoopen door stroopers.
Den
voorgestelden persoon Louis Andries, is bijzonderen veldwachter geweest
van
Mr. Devos, heeft altijd nauwgezet dit ambt vervuld, en Mr. Coemans koestert
de
hoop, dat mijnheer de Gouverneur kwijtschelding geeven zal tot de
benoeming van Andries.
Het
gemeentebestuur van Leest,
Op
bevel : de sekretaris (getekend) Vandenbossche
1925 8 december :
Victor De Laet, voorzitter der samenwerkende maatschappij Iever
voor
den landbouw, deed namens zijn
maatschappij aanvraag om toelating te
bekomen tot plaatsing van een
electrische motor die zou dienen tot in
en
uitpompen van beer uit het schip en uit den put.
1926 Een fikse
loonsverhoging voor het gemeentepersoneel. Gemeenteontvanger
De Hondt ontving 2.541 fr,
veldwachter Huybrechts 5.715 fr en sekretaris
Vandenbossche 9.705 fr jaarwedde.
(GA-5/1/1928)
1926 Vanaf dit jaar
kregen gemeentehuis, jongensschool en pastorij electrische
verlichting. (GA-7/6/1926)
1926 Dat jaar
stroomde, zonder veel schade te veroorzaken, een deel van de
Winkelstraat onder water.
...dit
gebeurt daar soms nog, de oorzaak schijnt te zijn dat den afloop der
dorpelpoelsterbeek, door het hoog waterpeil der steinemolenbeek, dewelke
slechts bij lage tij der Senne kan afloopen, ook het water der andere
toevloeiende beken stremt. (GA-14/1/1926)
1926 In 1926
verkocht het gemeentebestuur den
treurwilg en den notelaar, staande
op
het kerkhof, ingezien het dreigende beschadigingsgevaar dat hun behoud
veroorzaakte. (GA-4/2/1926)
Den
treurwilg, waarvan de takken grootendeels boven het kerkdak hingen,
was
lijdende aan verrotting en bevond zich in vallende houding.
Den
notelaar zijne takken raakten omtrent de geschilderde ramen en was in zijne
stam
bij de beschieting van 1914 getroffen en beschadigd door een projektiel...
De bomen brachten 336 fr op.
1926 In de
gemeente waren 3 kolenhandelaars actief : Alfons Apers uit de Hertstraat,
Frans Daelemans uit de
Groteheidestraat en Ferdinand Van der Hasselt uit de
Kapellebaan. (GA-27/2/1926)
1926 325 mannen en
240 vrouwen legden zich toe op het landbouwbedrijf.
Personen onder de 14 jaar niet
meegerekend.
(GA-17/5/1926)
1926 Dat jaar
maakte de gemeente Leest in het kader van de Belastingstaks der
voertuigen een lijst op met Opgaaf van de inwoners dezer gemeente,
bezitters en gebruikers van voertuigen kunnende dienen tot tweeërlei
gebruik,
en
van degene niet tot den landbouw dienen.
Namen en
voornamen Woonst
Beroep of bedrijf Aard voertuigen
Moons augustus Dorp 4
Landbouwer-melkboer 1 speelkar
Jacobs, kinderen Dorp 3
Landbouwers 1 speelkar op 2 wielen Van
Crombruggen Weduwe Dorp 20 Landbouwster idem
Verschueren Emiel Dorp 24 Landbouwer-Handelaar idem
Voet-Cools Weduwe
Const. Dorp 28 Landbouwster 1 sjees en 1
speelkar
Keuleers Eugeen Dorp 29 Landbouwer 1 speelkar
Piessens Alfons
Mechelbaan 2 idem 1 toneau en 1
speelkar
Apers Joseph
Alb. Mechelbaan 4 Landbouwer-Handelaar 1 kamion op 4 wielen
Diddens Constant Molenstraat 2 Landbouwer 1 speelkar
Boonen Frans Kouter 2 Landbouwer-Melkboer 1 speelkar
Jacobs August
Philip Kouter 6 Landbouwer-Melkboer idem
Van Steenwinkel
Edward Kouter 9
Landbouwer 1 speelkar-toneau
Moyson Antoon
Jaak Kouter 13 idem 1 toneau
Verschueren
Cyriel Scheerstraat 7 idem 1 sjees
Van den Vondel Henri
G. Scheerstraat 12 idem 1 speelkar
Publie Jan
Frans Scheerstraat 13
Landbouwer-Melkboer 1 speelkar
Vloeberghen Jan
Joseph Koeistraat 10 Landbouwer-Hovenier 1 kamion op 4 wielen
Lemmens Amedé Koeistraat 15 Landbouwer 1 speelkar
Jacobs Cesar Koeistraat 22 Landbouwer-Melkboer 1 speelkar
De Coster Jan
Bt Koeistraat 24 Landbouwer 1 speelkar en 1 kamion
op 4 wiel. en
2 sjeezen
Verbruggen Constant
Koeistraat 25 Landbouwer-Melkboer 1
speelkar
Lauwens Jan
Pieter Winkelstraat 1 Landbouwer 1 speelkar
Spruyt Jan
Frans Winkelstraat 11 Landbouwer idem
Spruyt Jan Bt. Winkelstraat 12 idem 1 speelkar en 1 kamion op 4
wielen
De Smet August Kapellebaan 1 Landbouwer 1 speelkar
Van der Hasselt
Ferdinand idem 3 idem 2 speelkarren
Slachmuylders
Willem idem 6
idem 1 speelkar en 1
kamion
Selleslagh Jan
Frans idem 11
Koopman 1
speelkar
Ceuppens Frans
Louis idem 5
Landbouwer
idem
Van Winghe
Louis idem 7 bis idem 1 kamion
Huysmans Piet
Jaak idem 14 Landbouwer-Handelaar 1 speelkar
Neefs Theodoor idem 18 Landbouwer idem
De Hondt Victor Thisseltbaan 1 Melkboer idem
Peeters August idem 5
Melkboer-Landbouwer idem
Lamberts Frans idem 11 Landbouwer idem
Lauwers Jan Bt idem 16 idem idem
Fierens Victor idem 20 idem idem
Polfliet Louis idem 22 Melkboer-Landbouwer idem
Scheltiens Jan
Frans idem 23 Landbouwer idem
Daelemans Karel idem 40 idem idem
Gobien Jan idem 43 idem idem
Maes Alfons idem 48 Landbouwer-Maalder idem
Muyldermans
Jaak idem 51 Landbouwer idem
Geerts Frans idem 52 idem idem
Bruylants Wwe
Jaak idem 53 idem idem
Vander Elst
Edward Blaasveldstr.4 Landbouwer-Melkboer idem
Busschot Gaston idem 6
Landbouwer
idem
Absillis Piet
Jan idem idem idem
Apers Alfons Hertstraat 1 Landbouwer-Koopman idem
Colpin Joseph Grooteheidestraat 7 Landbouwer idem
Vanden Sande wwe
Frans idem 15 idem idem
Leemans Karel idem 18 idem idem
Bradt Remi Kleinheidestraat 8 Landbouwer-Melkboer idem
Robeyns Frans idem
10 Landbouwer idem
De Prins Petrus idem
14
idem
idem
De Maeyer
Joseph idem 15 idem idem
Beullens Frans idem 21 idem idem
Van den Heuvel Frans
Alemstraat 1 idem idem
Van Winghe Frans
Alemstraat 2 idem idem
De Prins August idem
3 idem idem
Selleslagh
Karel idem 4 idem idem
Nagels Willem idem 8 idem idem
Van Boxom Edm. Alemstraat 11 Landbouwer 1 speelkar
Robyns Victor Alemstraat 12 idem idem
Spoelders Jan
Felix idem 13
Landbouwer-Melkboer idem
1926 2 februari :
Meester De Leers ontving van het gemeentebestuur volgend schrijven:
...In
uwe hoedanigheid van schoolhoofd der gemeentejongensschool, verzoeken
wij
u van te zorgen dat er voor het toekomende in- en gedurende de lesuren, in de
klassen geene hevige woordenwisselingen, tusschen u en uwe
medeonderwijzers
meer
plaats grijpen, zoals verleden donderdag gebeurde.
Dergelijke feiten schorsen de voortzetting der lessen, doet den
onderwijzer zijn
aanzien verliezen, zoowel bij de kinderen als bij de voorbijgangers die
op straat
stonden te luisteren.
Zijn
er aanmerkingen te doen, dan behoeven die gedaan te worden zonder dat de
leerlingen aanwezig zijn.
Het
te laat ter school komen van de leerlingen wordt voortdurend waargenomen.
Gelief, Mijnheer, te zorgen dat er voor het toekomende geen twistredenen
meer
plaats grijpen tijdens de klasuren, en uwe medeonderwijzers mededeling
dezer
te
doen...
1926 Op 9 februari
vierden Pieter Lodewijk Jacobs en Anna Maria S. De Laet hun
gouden bruiloft.
De gemeente stemde een speciaal
krediet van 212,50 fr voor aankoop van
het
geschenk en onkosten van den aangeboden eerewijn.
Het geschenk bestond uit twee
zetels.
27-02-2012 om 06:15
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1925 7 mei : Adolf
Masure uit Tisselt, Aannemer van Speel-
en Nachtreizen aan
voordeelige prijzen, stond er
op zijn visitekaartje, verzocht om toelating tot het
uitbaten van een autobusdienst
tussen Mechelen en Breendonk over
Hombeek,
Leest en Tisselt.
De bus zou rijden van 6 uur s
morgens tot 20 u s avonds.
Het betrof een Ford-rijtuig van 22
pk met 16 zitplaatsen.
Tarief : 0,20 fr per kilometer.
De trein op de Heide (lijn
Mechelen-Terneuzen) stopte enkel s
zaterdags en s
zondags.
In 1926 zou deze private
exploitatie worden overgenomen door de Nationale
Maatschappij van Buurtspoorwegen.
(DB-1958)
Foto : de eerste autobus
Breendonk-Mechelen over Leest.
s
Morgens om halfzes vertrok de eerste bus proppensvol met mannen die gingen
werken naar het Arsenaal te Mechelen.
De
bus van halfzeven werd normaal genomen door het gewone werkvolk en om
acht
uur was het de beurt aan de scholieren.
Ook
de boeren maakten er dankbaar gebruik van. Dagelijks om halftwee trokken
ze
naar de groentenmarkt : dan stonden alle rekken vol met mandjes witloof.
Op
zaterdag was er een speciale rit voorzien langs de Winkelstraat en de
Tiendeschuurstraat. Dan zat de bus vol taterende vrouwen met grote korven, die
naar
de markt trokken.
k
Heb mijn moeder nog weten vertellen, vertelde meester Huysmans, dat ze
eens
meeging naar Enghien. Onderweg moesten zer allen uit om te stompen!...
(LG-blz.286)
1925 In juni deed
het gemeentebestuur via aflezing des
zondags na de mis en
aanplakking in verschillende wijken der gemeente, een oproep tot de vrouwen
tot
daarstellen van een komiteit tot regeling van de inzameling voor de nationale
viering der zilveren bruiloft hunner Majesteiten den Koning en de
Koningin.
Volgende jonge dochters der gemeente hebben aangenomen de inzameling te
doen
:de Juffers Hellemans Mathilde,
onderwijzeres, Rheinhard Maria, idem,
Verbergt Victoria, De Prins Celina, De Maeyer Elisa, Diddens Virginia,
Fierens
Stephanie, Teughels Jeanette, Van Praet Maria, De Prins Aline,
Verbruggen
Rosalie, Scheltiens Emma, Polspoel Philomena, Van de Vondel Melania.
1925 29 juni
: Electriciteit
te Leest
De gemeente Leest sloot officieel aan op
het net van de Regionale
Intercommunale
Electriciteitsmaatschappij voor Zuid Antwerpen (E.Z.A.),
zaakwaarnemer van de
Electriciteitsmaatschappij van Noord-België NV
Mechelen. (GA)
121 cliënten verbruikten dat jaar
7.384 kwh (=5 kwh per cliënt en per maand).
De openbare verlichting beliep
1.410 kwh.
Op 29 juni 1925 werden 49 huizen
aangesloten.
In 1922 had de maatschappij Electricité
du Nord de la Belgique een grondplan
Opgemaakt eene electrische leiding aanwijzende van de Molenstraat, deels door
Het
Dorpsplein, door de Scheerstraat, deels langs Koeistraat, de Molenstraat
tot
aan het kerkhof, met 12 lampen van 50 bougies ieder; en van de Winkelstraat
tussen de woningen van De Hondt en Spruyt, naar de Cantine;
van
de Cantine langs de Koeistraat tot aan Pieter Verbeeck, en van daar de
Thisseltbaan volgende tot aan de Knip, en zich voortzettende langs de
Blaesveldstraat tot aan de woning van Pieter Jan Diddens met nog 26
lampen
van
50 bougies, hetzij te samen 38 lampen voor de wegenisverlichting.
(Gemeenteraad 22/4/1922)
De Bist, Kapellebaan, Alemstraat,
Grote en Kleine Heide volgden in 1925.
(Gemeenteraad 26/11/1925)
Tengevolge
economische omstandigheden werd de leiding niet meer uitgebreid
in 1926. (Gemeenteraad 17/6/1926)
In pastorij, schoolhuis en 2 klassen werd electriciteit aangebracht in
1927, de
kosten beliepen 4.296,!1 fr . (Gemeenteraad
14/7/1927)
De Kouter volgde in 1935.
(Gemeenteraad 15/2/1935)
Op 31 deceber 1957 bedroeg de
lengte van het net 5.087 meter (hoogspanningsnet
voedt de 5 kabines), 17.614 meter
(laagspanningsnet, van de kabines naar het
cliënteel)
Enkele cijfers over cliënteel en
verbruik :
1925 121 cliënten 7.384 kwh
1410 kwh voor openbare verlichting.
1935 357 cliënten 37.823 kwh 3544 kwh voor openbare verlichting.
1945 439
102.813 kwh 1928 kwh
1955 494
208.924 kwh 13.824 kwh
1957 461
267.109 kwh 13.394 kwh
De vermindering van het getal
cliënten in 1957 kwam voort van het feit dat voor
de invoering van het Nationaal
Tarief, elke aansluiting voor verlichting en
drijfkracht in hetzelfde jaar voor
twee installaties gerekend werd.
(DB-1959)
1925 Op 4 juli
telde de gemeente Leest officieel 312
huisgezinnen.
1925 12 en 13 juli
: Wijkkermis te Leest Heide.
Het initiatief kwam van de
herbergiers Polfliet, Steemans, Gobien, Spiessens, Van
Praet en Maes uit de Tisseltbaan en
De Boeck en Diddens uit de Kleinheidestraat.
De herbergen en danstenten moesten
sluiten om 2 uur s nachts.
Er werden twee danstenten
geplaatst.
(GA-19/6/1925)
1925 Op 30 juli
rond 15 uur, ontstond er brand in de woning van landbouwer en
melkverkoper Jan Alfons Mertens uit
de Tiendeschuurstraat.
Woning, stal en schuur werden
vernield. Enkel het vee en een deel der meubels
van het gelijkvloers konden worden
gered.
De brand ontstond vermoedelijk
boven aan de schouw.
1925 5 september
Gemeenteraad : Benoeming leden en plaatsvervangende leden
Commissie
van Openbaren Onderstand :
Gekozen als titelvoerende leden : Jan Frans A. Lemmens, Karel Lodewijk
Steenmans en Frans Janssens, allen
landbouwers.
Hun plaatsvervangers : Antoon Lodewijk
De Rooster en Jan Jozef Verlinden.
In de zitting van 24/9 werden ook
nog David Alfons Verbruggen en Jan Frans C.
Diddens, aftredende leden van het
Weldadigheidsbureel gekozen als
titelvoerende leden en Jan Baptist Maes
en Joseph De Maeyer als hun
plaatsvervangers.
1925 - 8 november :
Provinciekiezing. Die had plaats in de gemeentelijke jongensschool.
Te Leest waren 481 kiezers voor de
wetgevende kamers.
1925 14 november :
Door het staatsbestuur werden 184
dode bomen openbaar
verkocht. Deze bomen bevonden zich
op de Zennedijken, op grondgebied van
Heffen, Leest, Hombeek en Mechelen.
Het betrof hier 173 olmen en 11
acacias en berken.
(GA-23/11/1925)
1925 26 november :
Op de gemeenteraadszitting werd medegedeeld dat 34 kinderen uit
de Bist en de Kapellebaan school
liepen in Kapelle op den Bos.
Toen werd er ook besloten om
electrische verlichting te laten aanbrengen in de
Bist, Kapellebaan, Alemstraat,
Grote en Kleine Heide en, gedeeltelijk, in de
Tisseltbaan.
1925 28 november :
Landbouwer Louis Bradt uit de Kleinheidestraat ontving van het
gemeentebestuur een schrijven
waarin hij ervan werd verwittigd dat de
melk
den
16e dezer maand geleverd en verkocht te Coeckelbergh, waarvan staal
genomen werd door de politie, van uwe melkkoeien voortkomende, besmet is
door
streptocokken der nierontsteking.
Dientengevolge mag het melk van uwe koeien te Brussel niet meer verkocht
worden, zoo lang er geen onderzoek van het melk en van uwe koei plaats
gehad
heeft. Gelief, door den veldwachter stalen te laten nemen van het melk
uwer
koeien, om voor het onderzoek te dienen...
Het spoor gaf melkboeren de kans
hun producten in de grootsteden te verkopen.
De melkrondes en verkoop van deur
tot deur gebeurde in de voormiddag.
Zo wachtten elke morgen een
twintigtal melkboeren van het Heike de eerste trein
van 5 uur op. In het station
stapten er nog eens zoveel op van den Dries
of t
Klein Gent. Allen zwaar beladen met
de stopen. De hondenkarren lieten ze achter
in een herberg kort bij het station
gelegen.
In Brussel of Antwerpen werden de
stopen meestal met de kruiwagen vervoerd
of
op een stootkarretje dat daar gestald werd. (KH-1921,blz.64)
27-02-2012 om 06:11
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
1925 7 mei : De
kerkfabriek vestigde de aandacht van de gemeenteraad op de
bouwvallige toestand van de
kerkhofmuren en van de omheiningsmuur rond de
pastorij.
...herstelling
gevraagd of zoo niet zou het de gemeente gelieven de aanvraag te
willen doen bij de bestaande
commissie om deze muren te kunnen rangschikken
en
aannemen bij de monumenten...
In dat kader schreef pastoor Beuckelaers dat jaar een
opmerkelijke brief naar
het gemeentebestuur :
...Over
meer dan honderd twintig jaren tijdens de fransche revolutie hebben de
revolutionairen abdijen, kerken en kloosters verwoest, vernield en in
t brand
gestoken, zoo nochtans er daarvan in
de puinen nog zekere gedeelten van zijn
blijven rechtstaan. De overgeblevene puinen zoals in de abdijen van
Orval, van
Villers la Ville, Afflighem en menige andere, om te vermijden dat zij
nog verder
afbrokkelen zouden en om ze te behouden zijn die overblijfsels van
vermaarde
abdijen in den loop der tijden door de Comissie van Monumenten
gerangschikt
geworden tusschen de monumenten van 1e , 2de of 3de
klas en als dusdanig zijn
daar
door den Belgischen staat voorzorgen genomen opdat zij door de
wedergesteltenissen of door bandietenstreken niet zouden vernietigd
worden.
Zoo
bestaan er hier in Leest als omgeving van het kerkhof en ook als sluiting van
de
pastorij oude versleten muren die langzamerhand in puinen veranderen, en
om
die te bewaren en te waarborgen tegen bandieterijen van kinderen of zelfs
gezettem menschen, vindt het kerkfabriek geraadzaam aan het
gmeentebestuur
voor
te stellen dat het aan de Commissie van Monumenten zoude vragen die
muren te willen rangschikken tusschen de monumenten en als gevolg van
dit
besluit te vragen dat de Commissie het er zou willen in groote letters
opzetten
dat
het monumenten zijn, anders zou men het niet geloven, en men zou voort gaan
met
te zeggen dat men in de gemeente Leest beschaamd is, hetgeen men
inderdaad peinst en waarvan men overtuigd is : over den schandaligen
toestand
der
muren. Ware het nochtans dat het gemeentebestuur er niet in toe stemme om
zulks aan de commissie te vragen, dan verzoekt het kerkbestuur het
gemeentebestuur wien het toekomt zonder vertoeven zoodanig herstellingen
te
doen
aan de kerkhofmuur en pastorijmuur dat alle schandaal verdwijne.
Ten andere weten wij dat de heer
provinciale bouwmeester Careels al van over
verschillige jaren er op aangedrongen heeft !
Maar
dat hij tot hiertoe er nog niet in gelukt is.
Deze
brief zal gezonden worden aan het gemeentebestuur van Leest en een
afschrift ervan aan Mr den Gouverneur...
(Parochiearcheif Leest nr. 76)
In 1985 werd zowel kerkhof als pastorij als monument
geklasseerd.
27-02-2012 om 05:59
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
26-02-2012
1925 19 maart :
Voor de vervanging van Isidoor Constant Van Hoof werden er te Leest
van de elf twee kandidaten
veldwachters weerhouden : Jan Theodoor Huybrechts
en Antoon Eduard Van den Brande.
Eerstgenoemde zou het pleit winnen.
De burgemeester gaf op 19 maart
volgende inlichtingen over de toekomstige
veldwachter aan de Procureur des
Konings :
Dezen
jongeling, geboren van werkliedenfamilie, trad in dienst bij landbouwer
Spruyt
waar hij werkzaam bleef tot zijn inlijving bij het leger.
Na
zijn dienstvolbrenging trad hij terug in dienst bij Spruyt tot het uitbreken
van
den oorlog, wanneer hij het leger vervoegde.
Na
den wapenstilstand keerde hij weder bij Spruyt.
Hij
is een zeer oppassend dienstknecht, werkzaam, geen dronkaard en kan als
voorbeeld aan velen dienen.
Hij
is kalm van karakter, en zijn gedrag en zedelijkheid zijn zeer goed.
Eduard Van den Brande, de tweede kandidaat, zou op 12
mei naar Kongo
vertrekken om daar zijn geluk te beproeven.
Jan Theodoor Huybrechts was
boerenknecht bij de familie Spruyt in de
Winkelstraat, hij was wees en
woonde bij de familie in.
Later huwde hij de dochter van zijn
baas en pleegvader, Serafien, die hem zelf
ten huwelijk vroeg.
Theodoor had zelf een aangenomen
dochter (Maria Nuytkens), evenals hijzelf
een wees.
Hij
was te goed om iemand op te schrijven, zouden de mensen later over hem
zeggen.
Op 30 mei zou Jan Theodoor
Huybrechts benoemd worden mits een jaarwedde
van 4.500 fr. (GR-18/6/1925)
In 1954 werd hij opgevolgd door
Victor Van Hoof.
1925 30 maart :
Op zondag 29 maart laatst, rond
2 ure 50 namiddag, met het gespan
rijdende in de Koeistraat aan de
woning Louis Vloebergh, in de richting
van het dorp gaande, werd ik
aangereden door eenen auto, die wilde
voorrijden; ik was aan het
spoorgeven, doch den autovoerder gaf mij
er den vollen noodigen tijd niet voor,
daar den steenweg op de plaats waar hij
mij wilde voorrijden, op die plaats
kromming heeft, reed hij mijn rijtuig aan,
zijnen auto raakte den elektriek
paal.
Den as van mijn gerij is
vervrongen, en de ressorts zullen zonder twijfel
vervrongen zijn.
Het autovoertuig dat mijn
gespan beschadigde, draagt de plaat nr. 83139,
en werd gevoerd door heer De
Beuckelaer, zoon, van Mechelen, Dijkstraat
nr. 69, te Mechelen wonend.
Ik heb bij Mr. De Beuckelaer
(vader) geweest om mijnen geledene schade
bij minnelijke schikking te
regelen, doch deze wilde niet onderhandelen.
Getuigenis hiervan kan gegeven worden
door : Pieter Jan Baptist Emmeregs,
landbouwer te Leest,
Tinneschuurstraat 6 en dezes echtgenote, dewelke
achter mij kwamen aangereden en
door Louis Vloebergh, metser Koeistraat
Leest, dewelke de
wielspoorindrukken van den auto gezien heeft.
Pro Justitia opgemaakt door
burgemeester Theophiel Verschueren
in opdracht van Alfons Verbergt,
een 23-jairge landbouwer uit Hombeek
(Boskant nr. 119).
De afloop is ons onbekend.
1925 In april werd
de Tiendeschuurstraat voorzien van elektrische verlichting.
(GA-7/4/1925)
1925 15 april :
Jaarlijkse stierenkeuring in het dorp te Leest.
Dit gold voor de gemeenten Heffen,
Hombeek en Leest. De keuring werd verricht
door de Willebroekse veearts Van
Passen.
1925 18 april :
Brief van de burgemeester van Leest aan
de Provinciegouverneur :
...nogmaals
neem ik de vrijheid mij tot u te wenden, om eene dringende
benoeming van veldwachter te vragen, in vervanging van wijlen Mr Van
Hoof,
sedert meer dan 6 maanden overleden...
Door
den langdurigen uitstel komt er ontreddering in den gemeentedienst, de
velden zijn onbewaakt, en niemand wil de bediening van tijdelijk
veldwachter
aannemen...
Zoals hierboven gezegd zou Jan
Theodoor Huybrechts op 30 mei officieel
benoemd worden.
26-02-2012 om 18:54
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
1925 Stichting van
het Davidsfonds te Leest.
DAVIDSFONDS LEEST
Dit gebeurde onder impuls van
onderpastoor Cleeren, Jozef Verhavert (een
propagandist voor het gewest
Mechelen) en Alfons Hellemans.
Laatstgenoemde werd de eerste
voorzitter, Lode Verbruggen werd
penningmeester, Maria Rheinhard
secretaresse.
Andere bestuursleden van het eerste
uur : Victor Selleslagh, Flor Meyers,
August Verlinden en Victor De Laet.
In het begin was de afdeling Leest
ook samengesteld met leden van Hombeek,
dit tot Hombeek een eigen afdeling
kreeg.
Onder de kenspreuk voor godsdienst, taal en vaderland ging
het bestuur van
de culturele vereniging er flink
tegenaan.
Het richtte voordrachten in,
11-julistoeten met medewerking van beide
m uziekkorpsen en de andere
plaatselijke maatschappijen, gevolgd door
spreekbeurten in open lucht of
beurtelings in de zalen van Teughels en
Huybrechts.
Concerten door de beide fanfares of
gymnastische oefeningen wisselden soms
de spreekbeurten af.
Er werden opstelwedstrijden
georganiseerd, boerenkrijgherdenkingen,
declamatieprijskampen,
goochelavonden, bedevaarten, enz...
Deze declamatierijskampen waren de
eerste in heel het Davidsfonds.
De eerste voordrachten werden
gehouden in de zaal Sinte Cecilia bij Theodoor
Van den Heuvel, later bij de weduwe
Van den Heuvel.
Een ballonnekensprijskamp werd in
1933 eveneens de eerste soortgelijke
prijskamp in heel het Davidsfonds-
gehouden, die de naam van Leest en het
Davidsfonds uitdroeg tot aan het Bodenmeer
in Zuid-Duitsland.
Gedurende de tweede wereldoorlog en
nog enkele jaren nadien bleef de
Davidsfondswerking zo goed al
achterwege om midden jaren vijftig
opnieuw in gang te schieten.
Het nieuwe bestuur van 1956 gaf de
vereniging een nieuwe opflakkering,
een nieuw elan en de organisaties
stegen evenals het aantal leden.
Weerom was Alfons Hellemans
voorzitter en zijn medebestuursleden waren
Cyriel Verbruggen, Maria Rheinhard,
Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck,
Frans Van Neck, Hugo Verlinden,
Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine
Verbruggen en Mariette De Boeck.
In 1969 kwam, vooral onder impuls
van Toon Lamberts, het Davidsfonds
weer aan zijn trekken. De beweging kreeg een nieuwe injectie en zag haar
ledenaantal de hoogte ingaan.
In 1980 zag het bestuur er als
volgt uit :
Voorzitter : Jeroom Verbruggen,
Ere-voorzitter : Alfons Hellemans.
Ondervoorzitter : Maria
Dons-Lamberts, secretaris Martin Mollemans,
Penningmeester Aloïs Hendrickx en
actieve bestuursleden Marleen De Prins,
Pastoor Lornoy, Mia Van
Sweevelt-Dewit en Marleen Verschueren.
Het lidmaatschap gaf toen volgende voordelen
: zesmaal per jaar het tijdschrift
DF-mededelingen,
gunstvoorvoorwaarden voor speciale aanbiedingen,
korting op plaatselijke
activiteiten en een extra reisservice dank zij Davo Reizen.
Het nationale Davidsfonds werd in
1875 opgericht met het tweeledige doel
de alzijdige ontwikkeling van het
Vlaamse volk en de verdediging van de
Vlaamse belangen.
1925 Bureel der Weldadigheid werd Commissie van Openbare
Onderstand
Louis Verbruggen in De Band 1956 :
Voor het jaar 1925 had de Commissie van Openbare
Onderstand de naam van Bureel der Weldadigheid.
Ingevolge de wet van 10 maart 1925 op de Openbare
Onderstand werden de burelen van weldadigheid afgeschaft en ontvingen de naam
Commissie van Openbare Onderstand.
Zij bestaat uit 5 leden, waarvan een lid voorzitter
is, die bij geheime stemming door de leden zelf wordt verkozen.
De leden hebben voor hun ambt geen vergoeding.
Het administratief werk wordt verricht door de
secretaris, Lode Verbruggen en door Alfons Hellemans als ontvanger voor het
beheer der fondsen.
Deze twee laatsten genieten een jaarwedde volgens het
aantal inwoners der gemeente.
Doel van de C.O.O.
De ellende lenigen en de dienst van de
ziekenverpleging der behoeftigen geldelijk regelen.
Geldelijk beschikt de C.O.O. over de landpachten
waarvan zij eigenaar is.
Indien deze gelden ontoereikend zijn, vraagt zij een
jaarlijkse toelage aan het gemeentebestuur.
(Louis Verbruggen in De Band 1956)
1925 7 januari :
Veearts Van Passen stelde mond- en klauwzeer vast bij vee van
Jozef De Maeyer uit de
Kleinheidestraat.
Plakschriften met verbod van
doorgang werden geplaatst en al het vee in een
zone van 300 m werd
geinventariseerd.
1925 19 januari :
Doordat de Laerestraat zich in heel slechte toestand bevond,
verzocht de burgemeester van Leest
zijn ambtsgenoot van Hombeek dit
euvel te verhelpen en de kosten te
delen.
Leest stelde de kasseier Alfons Van
de Ven uit Tisselt voor om de
werkzaamheden te verrichten. Deze
vroeg 4 fr per uur.
1925 24 januari : Zonsverduistering.
We
zullen toch ook iets te zien krijgen van de zonsverduistering van 24 januari,
die
in Amerika totaal zal zijn. De verduistering zal waar te nemen zijn tussen 3 en
4
uur. (KH-GvM)
1925 29 januari :
8 leerlingen van Leest volgden lessen aan de Tekenacademie te
Mechelen. De gemeentekas nam
daarvoor 35 fr per leerling ten haren laste.
1925 29 januari
Gemeenteraadszitting
-Grafmaker Van den Vondel bekwam
opslag :
...Overwegende
dat de grafmaker het kerkhof in zuiveren en zienlijken staat
heeft gehouden, dat het getal overlijdens, middelmatig tot 30 per jaar
beloopt,
hij
dus voor het delven en vullen van iederen grafkuil 4 franks geniet.
Dat
het dus billijk ware de gevraagde verhooging te verleenen, ingezien hij
de
wegen en het kerkhof voortdurend onderhoudt, besluit de Raad éénparig
zijn
jaarwedde van 125 fr op 250 fr te brengen.
-De
Voorzitter doet kennen dat eenen ouden treurwilg, welks stam deels
verrot is, en eenen noteboom, met hunne takken de daken belemmeren,
licht beletten in de kerk, dreigen om te vallen en alsdan groote schade
aan de
daken en de geschilderde glasramen kunnen veroorzaken.
Dat in den hof der pastorij zich eenen
ouden olmen boom bevindt van 2 meters
omvang, waarvan den verkoop alsnu nog voordelig is gezien de overdreven
prijzen van die houtsoort, besluit éénparig machtiging te vragen om
bedoelde
3 boomen openbaar te mogen
verkoopen.
Na
uitkapping zou er eenen anderen jongen treurwilg gepland worden op meer
afstand van het kerkgebouw.
26-02-2012 om 18:47
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
1924 Bij
Koninklijk Besluit van 26 juni 1924 werd Theofiel Verschueren tot
burgemeester der gemeente benoemd.
Jacobus Theophilus Verschueren was de zoon van Jan en van Anna
Catharina
Steemans. Hij werd te Leest geboren
op 26 maart 1853 en trouwde in 1886 met
Victoria Selleslagh.
Theofiel was landbouwer en hij
woonde in de Scheerstraat.
Hij was medestichter van de fanfare
Sint-Cecilia en bleef voorzitter tot aan zijn
dood op 26 mei 1942.
1924 28 juli : Het
linkerbeen van brigadier-veldwachter Van Hoof werd afgezet tot
onder de knie.
Veldwachter
Van Hoof heeft het inzicht na herstelling nog dienst te willen
doen. (GA-5/8/1924)
1924 11 september
: Mond- en klauwzeer bij vee van Ferdinand Van der Hasselt uit de
Kapellebaan (Wittehoef).
1924 I oktober :
Alfons Hellemans werd gekozen uit 21
kandidaten als zesde
leerkracht voor de jongensschool
van Hombeek. (KH)
Alfons Maria Jozef Norbert
Hellemans was te Leest geboren op 28 juli 1901 als
zoon van koster Louis Hellemans en
Victoria Teughels en hij overleed te
Mechelen op 20 april 1986.
Hij was sticher-erevoorzitter van
de toneelvereniging Rust Roest en van het
Davidsfonds Leest. Erevoorzitter
van club De Luxeduif, voorzitter van de
B.G.J.G. Leest en van diverse
andere sociale en culturele verenigingen.
Het
verhaal van meester Alfons Hellemans is nu ten einde. Het boek van zijn
leven is definitief afgesloten, onherroepelijk dichtgeklapt. Een lang
verhaal.
Een
boeiende geschiedenis. Een eenvoudig doch schoon leven, een rijkgevuld
bestaan,dat voor velen veel betekent. Een bestaan vol zaligheden,
doorkruist
met
tegenslagen. Veel wel, maar ook veel wee.
De
zaligheid van een welige kroost met een begrijpende liefdevolle vrouw en
moeder, met kinderen, die haarden zijn van zorg, maar ook bronnen van
vreugde
en
trots.
Rimpelloos en angstenvrij is het leven van dit kroostrijke gezin niet
verlopen.
Ook
dit huis kreeg ruimschoots zijn kruis. (...)
De
zaligheid van een mooi beroep was een van de grote genaden van zijn leven.
(...)
De
palmares van activiteiten en verantwoordelijkheden van Alfons Hellemans
getuigt van onverdroten ijver en onbaatzuchtige inzet voor zijn
medemensen.
(...)
Zijn
levensverhaal kende de zaligheid van de volksverbondenheid, meer met de
daad
dan met het woord. (...)
Hij
was een sterk gelovig man. Een Vlaming uit één stuk, niet schreeuwig, doch
overtuigd.
Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Kristus, was het symbool van
zijn
verheven idealen.
Alfons Hellemans was een sympathieke mens, beminnelijk en bescheiden.
Zijn
verhaal was boeiend en blijft het lezen waard. Zijn leven blijft voor velen
veel
betekenen. Zij mogen hem dankbaar zijn, zij voor wie hij baken in het
leven was
(...).
(fragment uit de homilie uitgesproken door prof.
Herman Mertens op 25/4/1986)
1924 Op 3 oktober overleed
in de gemeente veldwachter Isidoor Constant Van Hoof.
1924 12 november :
Het stoffelijk overschot van de gesneuvelde soldaat Romaan Van
Mol, geboren te Hekelgem op 28 juni
1890 en gehuwd met Maria Jozefina De
Bruyne, soldaat van het 11e
Linieregiment, werd ontgraven en overgebracht
naar Willebroek. (GA-28/10/1924)
1924 20 november
Gemeenteraad :
Er werd een speciaal krediet
gestemd van 700 fr, zijnde de operatiekosten van
wijlen veldwachter Van Hoof, ten
voordele van zijn weduwe.
1924 Met 6 stemmen
tegen 1 werd Frans Beullens in dezelfde raad verkozen als
Eerste Schepen, in verganging van
T. Verschueren die burgemeester was
geworden.
1924 20 november :
De gemeente Leest ging een contract aan met de Compagnie du
Nord de la Belgique betreffende de
verlichting van een deel der gemeente.
(GA-25/8/1927)
1924 20 december :
Wijziging van de keurrechten op het slachtvlees.
Vanaf 1 januari 1925 zullen volgende
tarieven worden geheven :
Paarden, ezels, muilezels : per
hoofd 8 fr.
Stieren, ossen, koeien en vaarzen :
per hoofd 8 fr.
Kalveren, varkens, schapen,
lammeren, geiten en speenvarkens : per hoofd 5 fr.
(GR)
1924 Bevolking op
31 december 1924 : 1709 zielen waarvan 832 vrouwen en 877
mannen.
1925 In 1925
werden er in de gemeente 11 huwelijken afgesloten en werden er 56
geboorten genoteerd waarvan 31
mannelijke en 25 vrouwelijke babys.
Er waren 18 overlijdens.
130 jongens en 143 meisjes waren
schoolplichtig.
34 kinderen uit de Bist en de
Kapellebaan liepen school te Kapelle o/d Bos.
Zoals de voorgaande jaren werden er
weer verscheidene ouders voor de rechter
gedaagd wegens verwaarlozing van de
schoolplicht.
1925 De wedden van
de gemeentebedienden voor 1925 bedroegen :
sekretaris : 7.200 fr jaarwedde +
1.290 fr bijwedde en vergelding.
Gemeenteontvanger : 2.100 fr + 105
fr levensduurtoelage.
De veldwachter ontving 4.500 fr +
225 fr levensduurtetoelage.
1925 Dat jaar
gelastte de gemeente advokaat De Glas om tot een overeenkomst
te komen met de Staatscommissaris
tot de vaststelling van de gemeentelijke
oorlogsschade.
Er bleven nog oorlogsherstellingen
uit te voeren aan de omheiningsmuren van
pastorij en kerkhof.
26-02-2012 om 18:31
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
1924 10 januari :
Overlijden van herbergier, gemeenteontvanger en schrijnwerker
Noldus Teughels. Hij woonde in de
Roselaer op het Dorpsplein.
Het
werkhuis van zijn schrijnwerkerij stond achter het huis en was gebouwd
op
de kerkhofmuur. Later (1927)
verbond zoon Theodoor de zaal, die bij het
woonhuis behoorde, met het werkhuis
en maakte er één grote ruimte van, die
als schrijnwerkerij én als feestzaal moest dienst doen. Die zaal
diende trouwens
voor alles, zelfs voor politieke
meetings.
Daags voor een teerfeest of toneel
werd de scène boven de machines opgebouwd,
de
tafels gingen langs de kant (daar konden de kinderen op staan) en de
feestzaal
was beschikbaar.
Om gemakkelijker te kunnen manoeuvreren
met het hout dat door de
zaagmachine moest, had men een gat
in de kerkhofmuur gemaakt : de langste
planken kwamen tot op het kerkhof.
Het gat is nog te zien in de muur.
(LG-blz.283)
Trien Beullens volgde haar man op
als gemeenteontvanger : ingezien de
lange
jaren trouwen dienst van wijlen heer Teughels, besloot de Raad van de
wedde
aan
zijne weduwe te bepalen op de som door wijlen haren man als dusdanig
genoten, hetzij a rato van fr. 3.400 sjaars.(GA-12/1/1924)
Op de foto :
Achteraan
van l. naar r. Joanna Catharina Trien Beullens, haar man Arnold Noldus
Teughels, oudste dochter Marie Teughels en vierde dochter Clothilde.
Zittend
: Theodoor, Frans, Henri en Louis Teughels, zonen van Noldus.
De
foto dateert van kort na de Eerste Wereldoorlog.
1924 Op 1 februari
overleed nog een prominente figuur in de gemeente, burgemeester
Jaak Bernaerts.
Van beroep was hij landbouwer,
alhoewel hij zichzelf ook wel betittelde als
eigenaar.
Jaak Bernaerts was gehuwd met Maria
Virginie Wouters, een dochter van Carolus
Wouters en weduwe van Frans Voet.
Tot in 1894 woonden ze op het Hof
ter Haelen, daarna bouwde burgemeester
Bernaerts zich een huis aan de
Sint-Jozefkapel.
In de gemeenteraadszitting van 23
februari bracht Eerste Schepen Theophiel
Verschueren hulde aan de
nagedachtenis van de overledene en deed
mededeeling
dat de familie van wijlen Mr Bernaerts,
ingevolge zijnen uitgedrukte wil, aan het
gemeentebestuur overhandigde, ten voordele der gemeente, eenen
Rentetitel der
Belgische schuld van 1.000 franks nominale waarde, 3% 2e
Reeks, nr.426026,
met
den coupon vervallende 1 mei 1924, zonder last voor de gemeente.
Hij
stelde voor des Raads dankbetuiging aan de familie te betuigen.
In zijn testament liet Jaak
Bernaerts ook 2.000 fr na voor de kerk van Leest
op
last voor de kerk te doen celebreren 2 eeuwigdurende gezongen
jaargetijden.
1924 9 februari :
Schoolhoofd De Leers ontving volgend schrijven van het Leestse
gemeentebestuur : Mijnheer De Leers,
Bij deze verzoeken wij u vriendelijk van voor
het toekomende de speelplaats der
school, voor of na de schooluren, niet meer door uwe kiekens en eenden
te laten
beloopen. De uitwerpsels dezer dieren bevuilen de speelplaats en de gemakken,
en,
wanneer de kinderen van de gemakken willen gebruik maken, zijn zij verplicht
dikwijls eerst de zitten van de uitwerpsels der kiekens te zuiveren.
Het
is ook wenschelijk gedurende de schooluren, kinderen van de speelplaats te
houden, welke de klassen niet volgen.
Het
gerucht op de speelplaats tijdens de klasuren, moet onoplettendheid
verwekken bij de leerlingen der klas...
1924 Op 14
februari schreef de dienstdoende schepen namens het gemeentebestuur naar
de inspecteur dat Dhr De Leers aan
dit verzoek geen gevolg had gegeven.
...wij
doen Uld deze mededeeling, alvorens maatregelen te nemen...
1924 Op 21
februari deed het gemeentebestuur aanvraag om pokstof te bekomen
tot
het doen van koepokinenting voor 200 kinderen, de scholen dezer gemeente
bijwonende...
De vraag was gericht tot het
Office Vaccinogéne te Cureghem-Anderlecht.
1924 23 februari :
Jozef Albert Apers, handelaar-herbergier en eerste plaatsvervangend
raadslid, benoemd tot werkend
raadslid ter vervanging van wijlen Jaak Bernaerts.
1924 23 februari :
Constant Voet, Eugeen Keuleers, Jozef
Vloeberghen, Jan Baptist
Beullens,
Frans Van Roey en Jozef Verlinden wiens zonen de leergangen in het
Sint-Romboutscollege te Mechelen volgden, vroegen om een toelage.
Overwegende dat de gemeente, aangesloten bij het Provinciaal fonds der
meestbegaafden, voor 1924 daaraan eene bijdrage dient te doen van fr.
253,20,
gezien den bekrompen geldelijken toestand der gemeente, besluit de Raad
éénparig de gedane vraag niet te kunnen inwilligen, en de aanvragers aan
te
zetten
tot het doen van aanvraag bij het provinciaal fonds voor meestbegaafden.
(GR)
1924 Bij den dooi van 1, 2, 3 en 4 maart zijn de
buurtwegen der gemeente grootelijks
beschadigd geworden.
De
steenwegen van Leest naar Thisselt, en de Kapellebaan van Steinemolen naar
Kapelle op den Bosch, twee wegen van groot verkeer, hebben zeer groote
beschadiging geleden, alhoewel zij in 1923 goed en geheel hersteld
waren.
De
schade is grootendeels toegebracht met dooi van begin maart, door de zware
autokamions.
De
steenwegen van 2-1/2 en 3 meters breedte, zijn bij dooiweder reeds
beschadigd, bij het verschijnen van het sluitingsbevel der barreelen.
(Uit
een brief om financiele steun aan de provincie)
1924 Op 29 maart
rond twee uur dertig in de ochternd werd
het huis, gebruikt door
Jan Edward De Hondt,
oorlogsinvalide uit de Tiendeschuurstraat, door brand
vernield.
De aanpalende schuur werd deels
beschadigd. Oorzaak van de brand bleef
onbekend.
1924 22 april : De
drie bezitters van motorvoertuigen uit Leest Jan Frans Piessens uit de
Blaasveldstraat, Hendrik Verbeeck
uit de Tisseltbaan en Jan Frans Selleslagh uit
de Bist, werden ervan verwittigd
dat de commissie, belast met de
openeming en
rangschikking der motorvoertuigen, tot nazicht zal overgaan in de
gemeente op
dinsdag 22 april te 8 ure s morgends. De bedoelde bezitters van
motorvoertuigen
worden aanzocht deze voertuigen op gemelde dat tot nazicht aan de
commissie
beschikbaar te houden. (GA-5/4/1924)
1924 24 april :
Het Schepencollege gaf toestemming tot het daarstellen van
bovengrondsche telefoonlijnen voor de inwoners Frans Piessens uit de
Blaasveldstraat en Karel Van Praet uit de Thisseltbaan, uitgaande van
den
spoorweg Mechelen-Terneuzen, en dit op voorwaarde dat de palen zoo dicht
mogelijk bij de grachten zullen geplaatst worden, om de wegenis niet te
belemmeren.
1924 28 mei : Jan
Edward De Hondt werd, met 7 stemmen tegen 2, benoemd tot
gemeenteontvanger.
Hij diende daarvoor 5.000 fr
borgtocht te storten tot waarborg van
zijn beheer.
Zijn wedde, die niet meer mocht bedragen dan de 6/10de
van de aanvangswedde
van de gemeentesecretaris, bedroeg
2.100 fr. (GR)
26-02-2012 om 18:26
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
1923 14
november - Gazet van Mechelen : Erg
auto-ongeluk te Hombeek.
Een
erg auto-ongeluk heeft te Hombeek plaats gehad. Beestenkoopman V.
kwam
in zijn auto van Mechelen terug, toen in de Dorpsstraat te Hombeek de
auto
op de glibberige weg uitschoof en met groot geweld tegen een gevel
aanbotste. De bestuurder en twee inzittenden worden gekwetst aan hoofd
en
benen. Een vierde, L.B., pachter te Leest wordt met een schedelbreuk
opgenomen
en
verkeerd in stervensgevaar. (KH)
1923 29 december :
...Ter herberge van Henri Teughels,
Winkelstraat, werd aan de
duivenliefhebbers kenbaar gemaakt dat ieder der houders van reisduiven
zal te
betalen hebben 75 centiemen voor
zegelrecht van het getuigschrift van
machtiging, door de burgemeester af te leveren.
Ook
dient een lijst opgemaakt van iedere reisduifhouder met opgave zijner
duiven, dit voor het register van gemeente en gendarmerie.
(GA-29/12/1923)
1923 Op 31
december telde Leest 1701 zielen.
1924 27 mannelijke
en 16 vrouwelijke babys zagen dat jaar het licht te Leest, verder
werden er 15 huwelijken afgesloten
en gaven 21 Leestenaars de geest.
135 jongens en 146 meisjes waren
schoolplichtig.
Weer werden verschillende ouders
gestraft door de vrederechter wegens
verzuiming van de schoolplicht.
1924 De
landbouw van Leest in 1924:
Rogge
: tamelijk goede opbrengst.
Tarwe : goede opbrengst.
Haver : mindere opbrengst dan in een middelmatig jaar.
Gerst : bijna niet meer gezaaid.
Aardappelen : vroege : van mindere opbrengst dan in een middelmatig
jaar,
voor
de late aardappelen was de opbrengst slecht.
Het
vlas was van goede opbrengst en de verkoopprijs was heel hoog.
Hooi- en toemaatgras waren van goede opbrengst, voederbeet van mindere
opbrengst dan een gewoon jaar.
Rapen : van tamelijk goede opbrengst, wortels werden bijna niet meer
gezaaid.
Verschillende stallen in de gemeente werden besmet met mond- en
klauwzeer,
maar
veroorzaakten geen sterften.
(SC-20/8/1925)
1924 De lijst der ingeschreven kiezers voor de
werkrechtersraad bevat 5 kiezersbazen
en
38 kiezers-werklieden.
Kiezers bedienden komen op den lijst niet voor. (GA-16/2/1924)
1924 In de gemeente
was er dat jaar geen enkele werkloze.
Moesten
er komen dan zal er een controle ingericht worden, zodanig dat de
werklozen de gelegenheid niet zullen hebben noch den voormiddag, noch
den
namiddag, werk te gaan verrichten. (GA-13/3/1924)
1924 In 1924
werden er avondlessen gegeven in land- en tuinbouw, o.a. over
veevoeding, grondonderzoek en
samenstelling van meststoffen. Het aanleggen
van fruithoven, boomgaarden en
groenteteelt.
De lessen gingen door op vrijdagen van 18 tot
20 uur in de jongensschool en ze
waren kosteloos.
1924 De
reisduivenmaatschappij Recht voor Allen had haar zetel bij Polfliet in de
Tisseltbaan, de andere maatschappij
De Luchtreiziger was gevestigd bij
Symons in het Dorp. (GA-13/8/1924)
In 1924 werden er 50 machtigingen
verleend aan Leestenaars duivenhouders.
1924 In 1924 kocht
limonadefabrikant Jan Huysmans uit het Dorp een vrachtauto van
het merk Ford.
1924 Dat jaar werd
er intens onderhandeld tussen het bestuur van Telegrafen en
Telefonen (de voorloper van de RTT
die in 1930 zou gesticht worden) en het
gemeentebestuur van Leest over de
plaatsing van telefoonpalen.
Ook tussen electriciteitsbesturen
en het gemeentebestuur over de bouw van
Electriciteitskabines.
1924 Dat jaar (tot
1936) werd Jozef Cleeren (°1888, +1974) onderpastoor te Leest.
In 1956 schreef hij De Band vanuit
Hoeleden :
...Bij
mijn aankomst te Leest werden mij op de pastorij twee kamers toegewezen
langs de hofkant. s Morgens, na een eerste rustige nacht, opende ik het
venster
van
mijn slaapkamer wijd, maar smeet het met een zeersnelle onbewuste
beweging weer toe, omdat mijn reukorgaan door een heel verdachte geur
(?)
werd
geprikkeld, die voortkwam niet van de hoffelijke bloemen, maar veeleer
van
de liefelijke Zenne, waarvan de wateren door Brussel worden bezoedeld !
Meestal ging of fietste ondergetekende over Kouter, Bist, Geuzenhoek,
Tisseltbaan en andere modder- en steenwegen, om terug te keren tot zijn
paradijselijk lustoord langs Alem-, Blaasveld-, Koe-, Scheer-,
Molenstraat en
andere boulevaars.
(...)
Vele
herinneringen aan Leest zijn mij bijgebleven. Onder andere en eerst en
vooral dat de mensen van Leest zulke brave, diepgelovige christenen zijn.
Zelden heb ik zulke innige en geestdriftige samenwerking gekend tussen
geestelijkheid en parochianen. Nergens ben ik zulke gewillige,
vreugdige,
opgeruimde, blijde mensen tegengekomen als te Leest.
De Leestenaren hielden van
een goede kermis, van een vettig teerfeest, van een
pot
(of meer) schuimend bier en van Onze Lieve Heer.
Slechts alle zes jaren kwam er een kink in de kabel : in de tijd van de
gemeenteverkiezingen ; dan was het geraadzaam niet te veel in de huizen
te
komen, want dan zoudt ge zo met een broodmes de argwaan en de
achterdocht
van
de gezichten gekrabt hebben ; dan hadt ge nog alleen vriendschap van de
zuigelingen en de kleuters. Gelukkig duurde die periode niet lang en het
leven
van
elke dag ging dan weer gewoon verder : de mensen gingen s zondags naar
de
kerk. De Zenne liep op en af en verpestte de lucht of er niets gebeurd was,
de boerenautos
reden s dinsdags over de brug en terug en stopten hier en daar
voor
een herberg, om de motor van de nodige benzine te voorzien, de jonge
pattatten werden gestoken en geleverd, de asperges gebusseld, de
bloemkolen
gesneden of s avonds zat heel de
familie ronde de grote tafel om de spruitjes
te
kuisen...
Jozef Cleeren was medestichter van
de Leestse Davidsfondsafdeling (1925).
26-02-2012 om 18:19
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
Vervolg meester
Meyers
In 1976 nam
hetzelfde maandblad hem een intervieuw af :
Hoe bent u hier in Leest verzeild geraakt?
In 1923 las ik in een dagblad dat er in Leest een
plaats als onderwijzer open was. Ik had pas mn legerdienst achter de rug. Mijn
familie was van rond Tienen, echte Hagelanders, die met hun bieten in
Grazen,Rummen, Kortenaken en Orsmaal bekend stonden.
Een verre verwant, een zekere Dumont, was hier te
Leest wel bekend. Door zijn toedoen kwam die plaats hier aan mij.
Enkele belevenissen ?!
Bijna 42 jaar, tot in 1964 heb ik de Leestse jeugd
onderhanden gehad.
De belevenissen zijn niet in een handomdraai te
vertellen.
Ik hou veel van de kinderen die bij mij hebben gezeten ook al kennen sommigen
me niet meer. De oud-leerlingen die het het verst hebben gebracht zijn
natuurlijk het meest dankbaar.
Hoe was de school ?
Mn collegas en ik hadden elk een graadklas.
Leerlingen hadden we genoeg. De Leers was
hoofdonderwijzer. Daar hebben we ambras meegehad ! Hij woonde in het schoolhuis
en had zn tuintje waar de leerlingen bonen mochten planten enz.
In die tijd werden de klassen verwarmd met
kolenkachels. Het kolenkot deed evenveel dienst als kippenhok. Je begrijpt wat
een soep dat was.
Selleslagh, mijn collega dat was een man, daar had je iets aan. Spijtig, maar
hij is te jong gestorven.
Welke vakken gaf u het liefst ?
Ik gaf alles graag. Over mijn werk zou ik wel heel
veel kunnen vertellen.
Wanneer begon je met schilderen ?
Reeds in de normaalschool kreeg ik een pluim voor mijn
verfijnd werk.
Je moet er u op toeleggen hoor ik mijn tekenleraar
nog zeggen.
Ik volgde dan avondlessen in Mechelen. Mijn leraar was
Gustaaf Van de Woestijne ;
hier hangt nog een copie van zijn werk het
Boerinneke.
Ik leerde naar levend model schilderen maar er kwam in
mijn onderwijzersloopbaan niet veel van schilderen.
Het was goed voor later, wanneer ik op pensioen was.
En nu is het zover.
Ik hou van portretten te schilderen maar de laatste tijd hou ik meer van
landschappen.
Ik ben nu een landschap aan het schilderen met een
ouderlijk huis voor mensen uit
Zemst. Het zal mooi worden !
Stan Gobien in 1996
n.a.v. Reünie van de Leestse Vijftigjarigen in de speciale brochure:
...De jongens kwamen bij meesters Meyers te zitten.
Ik herinner mij nog dat hij van bij het begin van het schooljaar controleerde
wie zijn tafels van vermenigvuldiging kende en dat hij naging wie na de
vacantie nog kon lezen. Wie onvoldoende haalde, mocht na de school overblijven
en er waren er veel die hier of daar wat vergeten waren...
Meester Meyers was een rustig iemand. Hij gaf ons op
een degelijke manier taal- en rekenlessen, maar ook landbouw stond op het
programma.
Het eerste lesuur van de maandagnamiddag was er
geschiedenis en meester Meyers kon prachtige historische verhalen vertellen.
Tijdens die les was iedereen een en al aandacht.
Voor degenen die wat langer van gestalte waren dan de
anderen, zorgde hij voor een speciale bank uit het zevende en achtste
studiejaar.
Toen wij de klas binnenkwamen ging meester Meyers
regelrecht naar de kachel en stond daar het laatste van zijn sigaret op te
roken tot er bijna niets meer van overbleef.
Of hij zijn vingeren verbrandde of niet, het peukje
verdween tenslotte langs het gaatje van het deksel in de kachel.
Meester Meyers tekende en schilderde graag. Wie straf
kreeg moest als model gaan staan en hij werd geportretteerd door de meester.
Wie echt stout was, kreeg een lichaamsstraf.
Hij moest dan haartje pluk ondergaan. Maar alles bij
elkaar was dat nog niet zon erge zaak...
Na zijn overlijden
publiceerde De Band in september 1981 een In Memoriam :
Hij was soms streng in de klas, omdat hij van de
kinderen hield. Hij wilde immers dat ze konden en wisten wat nodig was voor t
later leven.
Hoeveel keer bleef hij niet na de uren in de klas om
een paar leerlingen bij te werken ?
Meester Meyers was lid van VOETSPOOR, de kunstkring
van Leest.
Langs de jaarlijkse tentoonstellingen leerden we het
werk van de meester kennen.
Landschapjes en portretten waren zijn geliefkoosde
onderwerpen.
Hij bracht ons fijn en verzorgd werk, ongecompliceerd,
steeds even sfeervol en eenvoudig.
Reeds in Mechelen, waar hij destijds avondlessen
volgde bij Gustaaf Van de Woestijne, was hij bekend om zijn fijn werk.
Zijn schilderijen waren zijn geesteskinderen en hij
kon er moeilijk afscheid van nemen.
Na een tentoonstelling was hij past gerust wanneer hij
zijn werkjes weer veilig en wel bij zich thuis had.
Hij was steeds bereid om mee te werken, maar ook
steeds bezorgd om wat er leefde en roerde tussen de mensen.
Al was hij van geboorte niet van hier, met hem
verdwijnt een graaggeziene echte Leestenaar.
De
Band
De tekst van
zijn doodsprentje is ook vermeldenswaard
:
...Hij werd geboren te Kortenaken op 16 november
1902, maar bracht zijn jeugd door te Orsmaal-Gussenhoven.
Na de normaalschool te Tienen kwam hij in 1923 als
onderwijzer naar Leest.
Gedurende 41 jaren hielp hij de Leestse kinderen de
weg te vinden naar de grote-mensenwereld.
Ongeveer 600 jongens zijn aan hem voorbijgegaan. Ook na de uren hielp hij hen,
zodat niemand ooit van bij hem wegging zonder te kunnen lezen.
De school was zijn leven, want hij hield van de jeugd.
Dat zag men ook aan de vele kinderkoppen die hij
schilderde in zijn vrije uren. Want Flor Meyers wfas ook kunstenaar en
zondagschilder.
Met de fijngevoeligheid die hem eigen was schilderde
hij mensen en sfeervolle landschappen in uitgezuiverde kleuren en delikate contouren.
Hij stond tussen de mensen. Dat maakte hem vele
vrienden.
Ze waardeerden vooral in hem zijn bescheidenheid, want
ook dat was een karaktertrek van hem.
Meester Meyers vond zijn vreugde vooral in zijn gezin. Hij was een trouwe en
attentievolle echtgenoot voor Jeanne,
een echte vader voor zijn kinderen Godelieve en Edgard, een goeie grootvader
voor zijn drie kleinkinderen Johan, Peter en Patricia.
Tamelijk snel is hij van ons heengegaan, bij het
morgengrauwen van 7 september 1981 in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen,
waar hij de avond voordien was heengebracht.
Bij het leed dat we voelen om de lege plaats in ons
midden beseffen wij meer dan ooit met dankbaarheid welk goed mens hij was.
Zijn
oprecht geloof en zijn manier van leven blijve ons een licht op onze
levensweg.
26-02-2012 om 18:14
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
1923 20 oktober
Gemeenteraad : Flor Meyers benoemd tot
onderwijzer in de plaats
van Alfons Hellemans, ontslaggever.
Meester Meyers haalde het met 5
stemmen tegen 4, er waren 19 kandidaten.
Zijn wedde : 4.800 fr + 200 fr
woonstvergoeding en 600 fr duurtetoeslag.
Floriaan MEYERS
Was geboren te
Kortenaken op 16 november 1902. Hij was gehuwd met Joanna Wilms die hem twee
kinderen schonk : Edgard en Godelieve Meyers.
Meester Meyers
overleed in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen op 7 september 1981.
In het nummer van oktober 1978 van de periodiek
De Band stelde hij zichzelf voor :
Evenals meester Dumont ben ik afkomstig uit
Orsmaal-Gussenhoven.
Wel zag ik er het levenslicht niet, want mijn wieg
stond te Kastenaken, een gemeente uit de streek van Diest.
Toen mijn grootouders overleden waren, namen mijn
ouders de ouderlijke hoeve over.
Het staat er nog, een prachtig gebouw maar met ledige
paardenstal, ledige koestal, ledige varkensstallen en ledige schuur. Dikke
muren ondersteunen het dak.
Zware eikenbalken, die wellicht eeuwen het dak
schragen en die het nog mensenlevens zullen doen, kan men er nog bewonderen.
Daar groeide ik op als de elfde van de twaalf.
Ik was zowat de loopjongen, die met de meeste
boodschappen werd gelast.
Het staat me nog zo fris voor de geest. Enkele huizen
verder woonde er een kruidenier, die tezelfertijd schoenmaker en boer was.
In de winkel in houten bakken, lag er suiker, zout,
koffie, chicorei en noem maar op.
Een schutsel voorzien van een schuifraam scheidde
kruidenier en klant.
Een zware koperen bel kondigde telkens een nieuwe
koper aan.
Vlug wipte de schoenmaker recht van zijn stoel, legde
behoedzaam de schoen neer, veegde zijn handen over zijn schort en stond meteen
in de winkel om het gevraagde te overhandigen. Van hygiëne gesproken ! Die
goeie oude tijd.
Op straat behoefde men niet bevreesd te zijn van
autos en dergelijke dingen, geen spraak. De weg was aan de jeugd, daar kon men
stoeien , zich uitleven, terwijl moeder rustig haar werk verrichtte.
Telkens ik er terugkeer, sta ik nog in bewondering
voor die mooie streek met haar zacht golvende hellingen, waar de rijke
graangewassen ruisen in de wind.
Voor mij is er niets op aarde mooier dan dit prachtige Haspengouw, een
juweeltje, waar de rijke kersen u doen watertanden.
Daar groeide ik dan op, gelukkige onbekommerde jeugd.
De lagere school stond niet ver van ons huis. Twee
onderwijzers onderwezen er de kinderen. Ik heb er school gelopen tot mijn
veertiende jaar.
Voorlaar ik dacht aan studeren, had ik dus al twee
jaar mijn tijd verloren.
Ik reed naar Tienen met de stoomtram in de winter, in
de zomer deed ik het met de fiets.
Na mijn studententijd en na het vervullen van mijn
dienstplicht te Luik, werd ik benoemd aan de gemeentelijke jongensschool te
Leest, en over Dumont.
Op goedvallen uit heb ik er mijn kans gewaagd.
Ik herinner mij nog het bezoek aan de negen
gemeenteraadsleden.
Alleen had ik die mensen nooit gevonden, maar een bereidwillige
jongen vergezelde mij en wees mij de weg. Ik ben er hem altijd dankbaar om
gebleven en wij zijn altijd, tot aan zijn dood, dikke vrienden gebleven. (nvdr :Antoon Polspoel)
Over mijn eerste kennismaking met Leest, met haar
hobbelige wegen, bij avond en nacht duistere straten, zo was het toen overal,
daar vertel ik u later wellicht meer over. Ja, veel meer.
Ik vond er een nieuwe thuis. In de Rozelaer, bij
Noldus Teughels, voelde er mij als kind van den huize. Over mijn wel en wee aan
de school zelf zou ik bladzijden kunnen wijden. Toch wil ik dit nog kwijt. Ik
heb er een mens leren kennen waarmee ik bijna mijn ganse loopbaan ben omgegaan,
een goed mens, een vrolijke steeds opgeruimde collega Selleslagh Victor.
Met de twee andere onderwijzers, meester Huysmans en
meester Hendrickx heb ik altijd goed kunnen opschieten. Toen ik in 1964 besloot
op rust te gaan had ik ten volle 41 jaar dienst.
600 jongens zijn mij voorbijgegaan.
Ik heb al de middagen opgeofferd om degenen, die ten
achter waren, hetzij in rekenen of in lezen bij te werken.
Ik ben nu al 14 jaar op pensioen en slijt mijn dagen
nu verder in een zalige rust.
Flor
Meyers.
26-02-2012 om 18:11
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1923 17 februari :
De gemeenteraad stemde met 5 stemmen tegen 4 voor de bouw van
een nieuwe meisjesschool.
(GA-31/7/1923)
1923 3 maart : De
schoolhoofden De Leers en Hellemans ontvingen volgend bericht
van het gemeentebestuur :
Bij
omzendbrief van de gouverneur der provincie aan de gemeentebesturen
gericht wordt medegedeeld dat de pokziekte thans groote verwoestingen
aanricht
in
verscheidene landen van Europa, en dat de besmetting waargenomen is in eene
vreemde plaats nabij onze grens.
De
omzendbrief bevat onder nr. 2 :
Aan
de hoofden, zowel van private als van openbare scholen, kribben,
kindertuinen enz., aanbevelen slechts kinderen te aanvaarden die
gedurende de
zes
laatste jaren werden ingeënt, of die de pokken gehad hebben.
Gelieve, wat uw school betreft, zorg te dragen, dat er aan het
bovengemelde
voldaan wordt, en bijzonderlijk te zorgen dat de jaarlijkse
herinentingen voor het
toekomende regelmatig plaatshebben en u deswegens met Mr dokter De
Becker
van
Thisselt, gemeenteinenter, te verstaan.
1923 24 maart :
Dokter De Becker ziet af van de behandeling
der onvermogende
zieken der gemeente...
1923 28 april :
Het Schepencollege benoemde Juffer Rheinhard als tijdelijk
waarnemdende onderwijzeres in de
gemeentemeisjesschool ter vervanging van
de zieke titularis mevrouw
Engels-Troch en Victor Weyts als tijdelijk
waarnemdend onderwijzer in de
gemeentelijke jongensschool, als vervanger
van de dienstplichtige Alfons
Hellemans.
1923 Op 8 mei
overleed te Leest, rond 18u30 in haar kasteel de Mot, Anna Maria
Jozefina Ghislena Pansius, weduwe
Coemans Eugeen Valery. Ze was 73 jaar
geworden.
De begrafenis had plaats te
Mechelen alwaar zij werd bijgezet in de familiekelder.
1923 In de nacht
van 22 op 23 mei werd er door onbekenden ingebroken in de twee
gemeentescholen :
Rond
2-1/2 u s morgens werd Mr. De Leers, onderwijzer, gewekt door het
gerammel zijner elektrieke deurbel.
Deze
is opgestaan en kort daarna hoorde hij het geronk van eenen vertrekkende
automobiel aan de school.
Het
gerammel van het voertuig deed veronderstellen dat het voertuig niet in
goeden staat moet geweest zijn.
Het moet vertrokken zijn in de richting van
Thisselt tot aan de woning van
wagenmaker Verbeeck, alwaar de lichten aangstoken werden, en de richting
naar
Hombeeck Heike gevolgd werd.
In
de meisjesschool werd over den muur geklommen, een ruit gebroken langs
welke opening men waarschijnlijk binnen gedrongen is, en de deur
geopend.
In
twee klassen dezer school werden verschillige kassen en lessenaars
opengebroken.
In
de jongensschool heeft men een stoel weggenomen, die aan den
afsluitingsmuur geplaatst stond.
Op
de koer dezer school bestaat eene staldeur, waar het kiekenkot is, men
veronderstelt dat men kiekens heeft willen stelen.
Bij
het aanraken der deur is de elektrieke bel in werking gegaan.
1923 1 juni : De
Leestse schoolhoofden werden ervan verwittigd dat :
vanaf
den eersten juni e.k., de nagemelde overwegen op de spoorweglijn
Mechelen-Terneuzen, op het grondgebied dezer gemeente, niet meer bewaakt
zullen zijn, en dat de Bareelen zullen afgeschaft worden :
op
overweg nr.3, Kapellebaan, weg naar het Hoefijzer.
Op
overweg nr. 3a, veldbaan tusschen de Kapellebaan en de weg naar de Bist.
Op
overweg nr. 4, aan de woning van Victor Van Herp, weg naar de Bist.
Op
overweg nr 4a, veldbaan op Stuikensveld.
Op
overweg nr. 5b, veldbaan aan boschje Moeremans.
Op
veldbaan nr. 6a, in de dreef Washer, grooteheide.
Op
overweg nr.6, in de grooteheidestraat, aan de woning Jaak Leemans.
Wij
verzoeken Uld. dus vriendelijk van de kinderen uwer school aandachtig te
willen maken, op het overtrekken der spoorweglijn op bedoelde onbewaakte
overwegen voor het toekomende
Het
gemeentebestuur van Leest..
1923 Op 5 juli
vertrok vanuit Leest een kistje met 2 pistolen en 28 kardoezen, hetzij
afgestane wapens en schietvoorraad,
om via de trein naar een legerdepot te
Antwerpen verstuurd te worden.
1923 26 juli : De
Kantonale Opziener van het lager onderwijs maakte bij zijn inspectie
in de gemeentescholen aanmerkingen
nopens de gebrekkige toestand der
schoolmeubelen en leermiddelen :
De
ontbrekende leermiddelen en meubelen als banken, enz. voor de
meisjesschool en deels voor de jongensschool dienen zonder verderen
uitstel
aangeschaft te worden. Ook de gebouwen dienen in goede staat gesteld te
worden, hetzij door herstelling, hetzij door nieuwe bouwing.
Aanvraag tot opmakingsplan dient gedaan te worden en het College dient
binnen
de 3 weken aan de schoolopziener afschrift
der genomen Raadsbeslissing toe te
zenden om de staatstoelagen voor t onderwijs aan de gemeente niet zien
onttrokken te worden...
(GA-4/8/1923)
1923 16 augustus :
Frans Coeckelbergh werd benoemd als ontvanger van het
Weldadigheidsbureel. Hij verving
Emiel Meulemans. (GR)
1923 Op 24
augustus, rond 15u30, veroorzaakte een blikseminslag brand in de woning
van Edward Van Steenwinkel uit de
Kouter.
Woning en inboedel werden vernield.
Gazet van Mechelen wijdde er ook
een artikel aan in de editie van 27/8 :
...Vrijdag
namiddag rond 4 ure, hing er een zwaar onweer over onze gemeente.
De
bliksem sloeg in op de woning van landbouwer Edward Van Steenwinkel,
wonende op den steenweg naar Hombeek.
De
woning werd totaal door het hemelvuur vernield.
Schuur en stalling, welke gelukkig afgezonderd staan, bleven ongedeerd.
Van den huisraad, die nogal aanzienlijk
is, wordt door verzekering gedekt.
1923 Zaterdag 25
augustus Gazet van Mechelen : Uit Leest :
In
onze gemeente heeft zich een geval van vergiftiging voorgedaan dat gansch
het
huisgezin van landbouwer Van de Sande treft.
Maandag l.l. had de familie Van de Sande, bestaande uit zes personen,
kaas
gegeten.Dinsdag daaropvolgend gevoelden ouders en kinderen zich
ontsteld,
lijdende aan geweldige pijnen in den buik en aan de maag.
Vooral de toestand van den 38-jarigen zoon was zorgwekkend, zoodanig dat
hij
woensdag in de geweldigste pijnen overleed.
Het
parket van Mechelen, van het gebeurde verwittigd, heeft een streng onderzoek
ingesteld en de overblijvende eetwaren aangeslagen.
De
lijkschouwing van den overledene zal wellicht meer aan het licht brengen.
1923 Op donderdag
13 september had er een aanbesteding plaats in het gemeentehuis
voor de levering van schoolmeubelen
en leermiddelen (didactisch materiaal) aan
de meisjesschool.
Frans Spiessens uit Hingene sleepte de bestelling in de wacht
voor 2.902,64 fr.
(GA-23/8/1923 en SC-22/11/1923)
1923 Bij Ministrieel Besluit van 6 oktober 1923
werd Mevr. Engels-Troch,
onderwijzeres der meisjesschool, in beschikbaarheid gesteld met
wachtwedde
van 4.800 fr.
26-02-2012 om 18:09
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1922 19 en 26
februari : Eerste optreden van de nieuwe toneelkring Rust Roest
In de zaal Van den Heuvel.
Vermeldenswaard : de toegangsprijs
bedroeg 3 frank voor genummerde en 2
frank voor niet-genummerde plaatsen en de
acteursbezetting was gemengd.
(GvM,28/10/81)
1922 2 maart : De
gemeente sloot aan bij het Provinciaal
Fonds der meestbegaafde
kinderen.
1922 Op 25 maart
ging de gemeente opnieuw een lening aan. Er werd 40.000 frank
geleend bij het gemeentekrediet.
1922 25 maart : De
gemeente weigerde zich aan te sluiten bij de Provinciale- en
Intercommunale
Drinkwatermaatschappij der provincie Antwerpen :
Overwegende
dat de uitvoering van het ontwerp, groote onkosten veroorzaken
zal,
niettegenstaande de beloofde toelagen van staat en provincie, en dat de
gemeenteinkomsten niet bestand zijn, haar bij te treden
inschrijvingsaandeel
te
waarborgen.
Bovendien dat de gemeente van goed en drinkbaar water voorzien is...
1922 22 april :
Maalder Leonard Lauwers kreeg toelating tot het plaatsen van eenen
gazmotor van 25 paardenkracht, met dubbelen gazzuiveraar, van t merk
Schmith.
1922 22 juni : Het
beheer van Telegrafen en Telefonen,
bekwam van de gemeente de
toelating tot het aanleggen eener Rijkstelefoonlijn en het plaatsen van
4 palen op
het
openbaar gemeentedomein langsheen de Thisseltbaan uitgaande van den
spoorweg Mechelen-Terneuzen, naar de woning van Alfons Apers, handelaar
Leest.
1922 26 juni : De
gemeenteraad stemde een krediet van 933 fr, te betalen aan de
gemeente Hombeek, tot betaling van schoolbehoeften van
kinderen der
gemeente die de school te Hombeek bijwonen.
1922 1 juli :...Van den genaamde Pieter Jan Campion,
militiaan der klas 1909 van
het
1e Jagers te voet, nr. 24222 van het stamboek, is tot heden geen
nieuws
ontvangen.
Alle
opzoekingen tot heden gedaan, zijn vruchteloos gebleken.
Hij
moet nog gezien geweest zijn na de gevechten langs de omstreken van Haacht.
Alles doet veronderstellen dat hij op het veld van eer gevallen moet
zijn.
(GA)
1922 24 juli :
Openbare aanbesteding voor de herstelling der buurtsteenwegen.
Toegewezen aan aannemer Van de Ven
uit Breendonk voor 12.670,69 fr.
1922 17 augustus :
De weduwe Louis Neefs uit de Mechelbaan, ontving van de
Inspecteur Veearts der provincie
volgende onderrichtingen ivm de maatregelen
die ze diende te nemen tegen de
koolziekte :
Ontsmetting
van de stal, opsluiting der andere dieren gedurende 10 dagen en
gedurende dien tijd het melk te koken.
Het
mest van den stalling te verbruiken en het andere vee te doen inenten,
aangezien er over een tiental jaar nog een geval van koolziekte heeft
voorgedaan.
1922 16 september
: Het Schepencollege gaf toelating aan maalder Lauwers tot de
plaatsing van ene motor in de maalderij ter vervanging van een stoommachien.
1922 In dezelfde
zitting van het Schepencollege werd Mejuffer Rheinhard tijdelijk
waarnemend onderwijzeres benoemd,
in vervanging van Alfons Hellemans,
militiaan
van 1921, ingelijft bij het leter tot vervulling van zijne diensttermijn.
Wedde : 4.800 fr en 200 fr
woonstvergoeding.
1922 Op 28
september deed Jan Baptist Robberechts uit de Biest een aanvraag
om
de speciale korting te bekomen na geledene oorlogsschade tot het verkrijgen
van
een maaimachine met piktoestel.
1922 5 oktober :
Landbouwer Pieter J.B. Emmeregs uit de Tiendeschuurstraat vroeg
deze korting voor de aankoop van
een werkpaard :
...dezen
persoon heeft 2 paarden moeten inleveren aan de Duitschers tijdens
de
bezetting, en een derde paard is bij den aftocht der Duitschers medegenomen
tot
het doen van hun vervoer...
1922 Bij beraming
van 7 oktober 1922 besloot de Raad tot heffing voor 1922 en
1923 van :
40 opcentiemen op de
grondbelasting.
50 opcentiemen op de belasting op
dei nkomsten der roerende in België
aangewende kapitalen.
50 opcentiemen op de
bedrijfsbelasting op de in België gemaakte winsten in de
nijverheids-, handels- of
landbouwexploitaties en op de winsten der vrije
beroepen, opdrachten of
betrekkingen alsook op alle winstgevende bedieningen,
andere dan voormelde exploitaties.
Deze heffing genoot goedkeuring bij
Koninklijk Besluit van 17/2/1923.
1922 21 december :
De schoolhoofden De Leers en Hellemans kregen bericht van het
gemeentebestuur dat :
bij
beslissing van het schepencollege, de aankopen van brandstoffen voor de
verwarming der klassen, voor de toekomst, bij kolenhandelaars inwoners
der
gemeente dienen gedaan te worden en niet bij personen andere gemeenten
bewonende...
1923 Dat jaar
noteerde men te Leest 41 geboorten, 19 overlijdens en 16 huwelijken.
Er waren 146 schoolplichtige
jongens en 164 schoolplichtige meisjes.
Zoals vorig jaar waren er weer
verschillende gezinshoofden die hunne plichten
verwaarloosden en hun kinderen niet naar school zonden,
sommigen onder hen
werden daarvoor beboet door de
vrederechter.
1923 De
landbouw te Leest dat jaar:
Uit
genomen inlichtingen blijkt dat den oogst voor 1923 was :
voor
rogge : van mindere opbrengst dan een gewoon jaar;
voor
tarwe : van tamelijk goede opbrengst;
voor
haver : goede opbrengst;
de
gerst was minder van opbrengst dan van een middelmatig jaar;
het
vlas was van goede opbrengst en werd aan hoge prijzen verkocht.
De
vroege en late aardappelen waren van middelmatige opbrengst.
Het
hooi- en toemaatgras was van goede opbrengst.
Den
voederbeet was van goede opbrengst, doch de andere voedergewassen waren
van
slechte opbrengst.
(SC-28/8/1924)
1923 In de
gemeente waren er twee motorvoertuigen : bij Jan Frans Piessens uit de
Blaasveldstraat een overdekt voertuig en bij Hendrik
Verbeeck een
niet-overdekt voertuig.
(GA-3/4/1923)
1923 ...In de gemeente bestat geen
brandweerkorps, noch is er blusmateriaal
voorhanden.
Met
de stad Mechelen bestaat wel een mondelinge overeenkomst tot hulpverlening
bij
brandongevallen. (Korps gehucht Battel)
(GA-24/5/1923)
1923 De
gemeentebegroting van 1923 voorzag een som van 300 fr als vergelding
aen
den Pokzetter. (GA-31/1/1924)
1923 ...In Leest was er slechts één veekoopman
aanwezig, namelijk Jan Frans
Selleslagh uit de Kapellebaan.
Slachters of beenhouwers zijn er in de gemeente niet aanwezig...
(GA-21/11/1923)
1923 ...Te Leest waren 3 pensioentrekkende
oorlogsinvaliden :
-De
Hondt Jan Edward, zonder beroep
-De
Leers Jan Baptist, onderwijzer
-Pateet Pieter Jan, beambte bij de belastingen.
(GA-17/1/1923)
1923 12 januari
Gazet van Mechelen : Uit Leest.
...Zondag 14 januari ten 10-1/2 ure
voormiddag, belegt het Christen Syndicaat
van
Sp. P.T.T. en Z. hier eene algemeene vergadering in het lokaal de Proef
bij de heer Jan Huysmans, Leest-Dorp.
De
heeren Doms, Suetens en Saerens zullen er het woord voeren.
Alle
hand- en geestesarbeiders worden verwacht !
26-02-2012 om 11:37
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1922 In dat jaar
zou men te Leest 44 geboorten noteren,
waarvan 23 babys van het
mannelijke en 21 van het
vrouwelijke geslacht. (Er waren 3 doodgeborenen,
allemaal jongetjes)
Er werden 12 huwelijken ingezegend
en er waren geen echtscheidingen.
14 Leestenaars kwamen te
overlijden, waarvan 4 van het vrouwelijk en 10 van het
mannelijk geslacht.
Het aantal kindereren voor het
schooljaar 1922-23 beliep tot 322.
Verschillige
gezinshoofden werden veroordeeld voor onregelmatige
schoolbijwoning hunner kinderen.
1922 Landbouw:
(te Leest)
Uit
genomen inlichtinging blijft dat den oogst voor 1922 was :
voor
rogge, van mindere opbrengst dan een gewoon jaar ;
voor
tarwe, van tamelijk goede opbrengst;
voor
gerst en haver, van slechten opbrengst;
den
aardappeloogst was van goeden opbrengst;
het vlas
was mislukt;
het
hooigras was van slechten opbrengst en het toemaatgras van minder dan een
middelmatig jaar;
beet
en voedergewassen waren zeer slecht van opbrengst.
De
overgroote droogte is den oorzaak van de mislukking van het grootste deel
der
oogstgewassen geweest.
(SC-13/9/1923)
1922 Stichting van
de Boerinnenbond. (KVLV).
BOERINNENBOND (K.V.L.V)
In 1922 werd in het
lokaal het Brughuis de boerinnenbond gesticht onder impuls van pastoor
Beuckelaers, Victor De Laet en de juffrouwen Hellemans en Willems uit Leuven.
Mathilde Hellemans
was de eerste voorzitster.
Ondervoorzitster
werd Antonia De Boeck-Spoelders en schrijfster Leonie Huys.
Andere bestuursleden
van het eerste uur : Julie De Laet-Muyldermans, Bertha Polspoel-Patteet en
Alida Hellemans-Scheers.
Onderpastoor Cleeren
(° 1888, + 1974.) was de eerste proost.
De driemaandelijkse
vergaderingen gingen door in de zaal bij Jef Apers en op het programma stonden
een godsdienstig woord, een voordracht en als ontspanning werden kluchtliederen
gezongen door sommige van de leden.
Enkele jaren later
werd te Leuven de B.J.B. gesticht en Leest was een der eerste dorpen met een
eigen afdeling. Van toen af werd het ontspanningsgedeelte op de Algemene Vergadering door hen verzorgd.
De gilde groeide, de
zaal Apers werd te klein en men moest verhuizen naar Teughels en later nog was
men verplicht omwille van de oorlogsomstandigheden te vergaderen in klaslokalen
en ook al eens bij Frans Huybrechts.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan werd de kapel in de
Juniorslaan opgericht.
In 1946 kwam pastoor
Coosemans naar Leest. Hij zorgde spoedig voor een ruimere vergaderzaal,de thans
bestaande parochiezaal.
Het was toen dat
juffrouw Rheinhard én de taak van voorzitster én van schrijfster op zich nam.
In die periode
kwamen uit Leuven richtlijnen om de werking uit te breiden tot alle vrouwen.
De boeren- en
tuindersvrouwen zouden langs technische lessen meer inzicht krijgen in hun
stand- en beroepsbelangen.
Toen wisselde de
organisatie van naam, in plaats van Boerinnenbond werd het Parochiale
Vrouwengilde en in die jaren kende de gilde een geweldige bloei.
Bij de viering van
35-jaar op 5 juli 1959 noteerde men 200 leden.
In 1966 werd door
het bisdom Frans Lornoy aangesteld als pastoor te Leest, hij werd meteen de
nieuwe proost.
Mevrouw Alida
Hellemans-Scheers werd voorzitster en Mevr. Marie Polfliet-De Prins
schrijfster.
Hilda Vloebergh
Silverans werd verantwoordelijke voor de speciale actie voor de jonge gezinnen.
Ter gelegenheid van
het 50 jaar bestaan organiseerde de Leestse gilde een luchtdoop naar Rome. 49
personen namen daaraan deel.
De jubelviering ging
door op 24 september 1972 met een tentoonstelling van oud alaam, tijdschriften
en allerhande feesten.
Rond die tijd was
men te Leuven tot de algemene benaming gekomen van K.V.L.V. (Katholiek
Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen)
In 1982, bij het
60-jarig bestaan, telde de vereniging 230 leden.
(Alice De Prins in
een brochure ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan)
26-02-2012 om 11:34
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
25-02-2012
1921 12 augustus : Burgemeester Bernaerts verzocht de Provinciale
Bouwmeester om
de herstellingen aan de
gemeentelijke jongensschool uit te voeren en deze aan de
meisjesschool te verdagen
:
...de gebouwen der meisjesschool zijn in 1879 met de giften en
opofferingen van
Katholieke personen opgeeischt op
den eigendom en toestemming van Mr. Gillis
Kuinders van Brussel, welke
overleden is en ten kadaster komen zij op naam
dezer familie dus voor.
Bij onze kennis bestaat geen de
minste bewijs als titel voor de gemeente.
Mijnheer Bernaerts, burgemeester,
heeft dikwijls bij Madame Gillis
aangedrongen, tot den afstand der
schoolgebouwen en grond aan de gemeente
waarvoor men beloofde te zorgen.
Mme. Gillis is sedertdien komen te
sterven en den toestand schijnt ons
onveranderd gebleven.
In die voorwaarden bevindt de
gemeente zich in moeilijke toestand.
Herstellingen doen als die welke
voorgeschreven zijn, aan gebouwen op naam
van derden, is overbodig, zelfs
niet toestembaar wettelijk.
De besluiters tot uitstel is den
last opgelegd van onmiddellijk onderhandelingen
aan te gaan met de familie
Gillis-Kuinders om toestemming tot herstelling
of afstand van die schoolgebouwen en grond te
bekomen...
...Deze gebouwen zijn door de
welwillendheid en met bijzondere toestemming
en hulp van wijlen Mijnheer Gillis
Kuinders tijdens den schoolstrijd van 1879
opgericht geweest...
(GA-2/12/1922)
1921 11 oktober : Bij landbouwer en herbergier Egied J. Polfliet brak
brand uit.
Zijn huis en een gedeelte
van zijn inboedel werden vernield.
De brand zou veroorzaakt zijn door de
schouw.
1921 15 oktober : Gezien de brug
voor voetgangers, liggende over de
Steinenmolenbeek, voor den Kerkweg,
van de Koeistraat naar het hertsveld
gevaarlijk wordt tot overgang, daar
de platen versleten zijn, besluit het
Schepencollege éénparig tot de
herstelling van dit brugske over te gaan op
kosten der gemeente.
1921 27 november : Provincieverkiezing.
Het kiezerspotentieel van de gemeente
Leest zag er als volgt uit : 466
kiezers-mannen voor de Kamer, 459 mannelijke
en 429 vrouwelijke kiezers voor de
gemeente.
(GA-19/12/1922)
25-02-2012 om 18:27
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1921 8 juli : De gemeenteraad stemde een toelage van 100 fr voor de vrije
volksboekeri j der gemeente.
Bij deze beraming is machtiging gevraagd om die boekerij te mogen
inrichten
in eene afhankelijkheid der
gemeente meisjesschool.
(GA-13/8/1921)
Die machtiging kwam er en
de boekerij werd ingericht in de lokalen der
toenmalige meisjesschool
in de Kouter. (het latere parochielokaal)
Op 1 januari 1923 waren
er reeds voor 640,66 fr uitgaven verricht en beschikte
de boekerij op dat moment
over 173 boeken.
Enkele citaten uit de
Inwendige verordening van het bestuur.
Art.1 : De boekerij
wierd ingericht door den Vlaamschen Studiekring van Leest.
Zij wordt bestuurd door
het bestuur van den studiekring, dat samengesteld is uit
vier leden, te weten :
den geestelijken bestuurder, den voorzitter, den
ondervoorzitter en den
schrijver.
Art. 6 : In de keus der
boeken zal het bestuur niet uit het oog verliezende dat de
Boekerij uitsluitelijk
ingesteld is om te verzedelijken en te onderwijzen, alle
werk, dat niet tot dit
doel zou strekken, ter zijde stellen.
Art. 8 : Bij het te niet
gaan van den studiekring gaat het bestuur der boekerij over
in de handen der commissie van de boerengilde,
afdeling van den Belgischen
Boerenbond van Leuven,
bij het te niet gaan der boerengilde gaat het bestuur
over in handen der
parochiale geestelijkheid van Leest.
De officiële benaming
zoals vermeld op het zegel was Studiekring Volksboekerij
Leest.
De Leestse studiekring
werd gesticht door de toenmalige onderpastoor Bernard
De Groef en had als doel
de bevolking te onderrichten.
Dit gebeurde door in
herbergen lessen te geven voor geinteresseerden.
Lesgevers waren o.a.
meester A. Hellemans die spraakkunst gaf, meester V.
Selleslagh voor rekenen en onderpastoor De Groef voor
godsdienst en algemene
vorming.
De ondertekenaars van het
boekerijreglement waren : Bernard De Groef
(onderpastoor te Leest
van 1919 tot 1924), een vurig liturgist die ooit weigerde
een misviering te
beginnen omdat er onvoldoende misdienaars waren, als
geestelijk bestuurder en
bibliotecaris ad interim, (niemand bezat op dat moment
het officieel diploma van
bibliotecaris, en een priester mocht deze functie
waarnemen) Viktor
Selleslagh als voorzitter, Theofiel Spruyt als ondervoorzitter
en schrijver Alfons
Hellemans. Laatstgenoemde verrichtte van in het begin tot bij
het verdwijnen der
boekerij (1946) het werk van biblioecaris.
In 1923 behaalde meester
Hellemans het officiële diploma van bibliotecaris.
Latere bestuursleden
waren Victor De Laet, onderpastoor Cleeren en Maria
Rheinhard.
Op 6 januari 1928 werd de
Leestse boekerij lid van de Katholieke boekerij
Antwerpen.
De boeken werden
aangekocht met subsidies van gemeente, provincie en staat.
Ook waren er heel wat schenkingen.
Het leesgeld bedroeg 10
centiem per 14 dagen en men betaalde 10 centiem
boetegeld per week
achterstel. Lidgeld bestond niet.
De eerste uitleningen
gebeurden op 10 september 1922 en de zitdag was
zondagvoormiddag .
Op 1 januari 1923 hadden
al 87 mannen en 49 vrouwen gebruik gemaakt van de
Leestse bibliotheek.
Later kon de jeugd boeken
lenen op vrijdag vanaf 17u30 want er werden
jeugdboeken aangekocht, waardoor het
aantal uitleningen gevoelig steeg.
In 1925 werden 947 boeken
en/of tijdschriften uitgeleend, in 1937 waren er dat
885 stuks. Te Leest werd
gelezen.
In 1943 bedroeg het
aantal ingeschreven boeken 1059.
Toen kwam de oorlog, de
boekerij bleef weliswaar geopend tot 1946 maar er
kwam sleet op.
Vele boeken waren
verouderd en ht meubilair diende aangepast.
Geld was er niet te veel,
een nieuwe tijd was in t zicht.
Er werd gepoogd opnieuw
te starten, o.a. met Jan De Decker maar er kwam geen
wind in de zeilen.
In de jaren vijftig moest
van de toenmalige pastoor Coosemans het lokaal waar de
boekerij gehuisvest was
gedeeltelijk ontruimd worden, de boeken werden
overgebracht naar de
nieuwe chirolokalen tegen het kerkhof alwaar ze in de
vergetelheid raakten.
Een aantal werd gelukkig
gered door Guido Hellemans, de rest wellicht
vernietigd...
(G. Hellemans
DB-december 1983)
In 1984 vroeg Gust
Emmeregs, naar aanleiding van het agendapunt dat de
verbouwing en uitbreiding
van het Mechelse bibliotheekcomplex goedkeurde
hoever het stond met de
plannen voor een afdeling van de bibliotheek in Leest.
Goed nieuws voor de
Leestenaren, die bibliotheek zou er komen.
De plannen voor de bouw
van een filiaal in het oud-gemeentehuis van Leest
waren rond, en wachtten
nog enkel op de goedkeuring van de Mechelse
brandweerkommandant
Hendrickx.
(DMW-1/3/1984)
Op zondag 11 oktober 1987
kreeg Leest een nieuwe uitleenpost van de stedelijke
Openbare Bibliotheek van
Mechelen. Het was voor de hoofdbibliotheek de 19de
uitleenpost op een andere
locatie en werd ondergebracht in twee lokalen naast het
vroegere gemeentehuis
(het vroegere schoolhuis), Ten Moortele 1bis.
Het postkantoor diende
daarvoor verplaatst te worden naar het vroegere
gemeentehuis.
Een belangrijke
gebeurtenis voor Leest zei burgemeester Joris in zijn
gelegenheidstoespraak.
Een belangrijke opdracht ook voor de scholen in Leest
om de kinderen de weg
naar de bibliotheek te wijzen. Vlaanderen heeft lezers
nodig en lezer wordt men pas na vele jaren, aldus
de burgemeester.
De Leestse uitleenpost
telde zon 6.000 boeken ondergebracht in een 20-tal
rubrieken.
De bibliotheek van Leest
was open elke zondag van 10 tot 12 uur en
elke
donderdag van 15 tot 18 uur.
Het lidgeld bedroeg 100
frank per jaar en leden onder de 14 jaar dienden
niks te betalen.
(GvM,13/10/87)
25-02-2012 om 18:21
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
1921 Op 15 maart
1921 stierf er nog een Leestenaar ten gevolge van de oorlog.
Petrus Alfons Van Hoof was te Leest
geboren op 6 mei 1894 als zoon van Frans
Eduard en van Maria Louise Wiske
Huys.
Zijn ouders baatten de herberg In
de Groene Linde uit op het Dorpsplein.
Fons diende bij het 14e
Linieregiment.
Nadat bij de familie Van Hoof een
bericht was toegekomen dat hun zoon Theofiel
was gesneuveld, werd Fons, die door
het oorlogsgas was aangetast, uit een
hospitaal naar huis gebracht als
invalide.
In feite ontbreeekt zijn naam op de
arduinen gedenksteen van 1920.
1921 2 april
Gemeenteraadszitting :
Pieter August Cnops, voorzitter van
het Bureer der Kerkmeesters van den H.
Nicolaus, ontving de Burgerlijke medalie van 1e
Klas , voor zijne diensten
gedurende ruim 25 jaar bewezen.
Grafmaker Petrus Spruyt werd
vervangen door Hendrik Gregoor Van den Vondel,
een landbouwer uit de Scheerstraat.
Jaarwedde : 125 fr.
1921 24 april : Gemeenteraadsverkiezing
Er waren twee katholieke lijsten,
namelijk :
Lijst nr. 1 met: Lijst
nr. 2 met :
Verschueren, schepen, aftredend Bernaerts,
burgemeester,aftredend
Beullens, aftredend raadslid Verbergt J.B., schepen,
aftredend
Lemmens Marcelin Selleslagh
J.,raadslid, aftredend
Polspoel Alfons R. Van
den Brande K.L.,raadslid,aftr.
Busschot J. Prosper Apers
Jozef A.,raadslid aftr.
Piessens Jan Frans De
Maeyer Frans Jozef
De Wit Jan T. Van
Boxem Jaak Edmond
Apers Frans Alfons Leemans
W.Lodewijk
Nuytkens Jan Louis Spruyt
Jan Baptist
Op lijst 1 (Blekken) zouden
worden verkozen :
Th. Verschueren (die
eerste schepen zou worden) 79 stemmen
Frans Beullens 283
stemmen
Marcelin Lemmens 430
stemmen
Alfons Polspoel (werd
tweede schepen) 443 stemmen
M.J.Prosper Busschot 429
stemmen.
Op lijst 2 (Sussen) :
Jaak Bernaerts (bleef
burgemeester) 65 stemmen
Jan Bt. Verbergt 333
stemmen
Joseph Selleslagh 392
stemmen
Karel L. Van den Brande
405 stemmen.
(GA-29/4/1921)
1921 De zitpenningen, aan de leden der burelen bij de gemeenteverkiezing
te betalen,
bedroegen 20 fr voor de
voorzitters en 10 fr voor elke bijzitter en sekretaris.
(GR-2/4/1921)
25-02-2012 om 18:16
geschreven door Marcel Van Hoof
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)