Meester
De Leers.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1983 Maart : Leestenaars treden zo uit de oude doos. (verzameling
Stan Huysmans)
Brief
van een moeder aan Meester De Leers, schoolhoofd. 1944.
Waarde
Meester,
Wil
zo goed zijn onze Frans en Jerôme eens goed onder handen te nemen, en ze maar
goed te straffen. Vanmorgen hielp ik ze bijtijds weg om naar de catechismus te
gaan. Jerôme moet zijn eerste communie doen. Geen van beiden heeft een voet in
de kerk gezet, alhoewel ze voor 8 uur in het dorp waren. Vandaag is het dees
morgen weer wat anders dat ik er van ondervind. Frans bijzonder wordt nen
deugniet. Daarom vraag ik u : help me er wat orde in te krijgen. Mijn dank op
voorhand.
Vrouw Edm. Verbruggen.
EN NU DE KOMMENTAAR want dit briefke
heeft ons wat te zeggen. Een zorgende moeder voelt aan en ondervindt, dat haar
sakkerse deugnieten-van-jongens trachten op te groeien volgens hun eigen
wilde willekeur en er reeds eigen princiepen en maatstaven over vrije
tijdsbestedling wensen op na te houden, wat helemaal niet strookt met hààr
gedacht van BRAVE jongens, die eens de huisdeur buiten, en weg van onder haar
waakzame moederogen, hun vrijbuitersinstinct op straat willen botvieren en die
saaie catechismusles in de kerk zo akelig vinden
Liever dan maar spijbelen,
denken ze. En joepie ! Leve het vrije straatleven !...
Die moeder had haar man hierover al
gesproken, die haar daar zeker in beaamt.
EN DAT MOET GEDAAN ZIJN ! Maar als zijn
afstammelingen s morgens het huis verlaten, is hij, sedert het heel vroege morgenkrieken
reeds aan t ploegen op t Huyckensveld, en zijn Leontine al lang heel goed
kennende, weet hij, dat zij het allemaal wel kan en zal klaren.
Tevens herkent de brave man, als hij het
toch goed bepeinst, zichzelven stiekem in zijn dappere zonen, en ploegens
vlinderen zijn gedachten in glunderend heimwee naar zijn eigen verre
rakkerstijd
DE JEUGD HERHAALT ZICH
Vandaar dan die S.O.S.-oproep van de
moeder aan meester De Leers, schoolhoofd.
Want als die twee schelmen Frans en
Jerôme, volgens haar mening klare verschijnselen van wildgroei vertonen, dan
wil zij er ineens en kordaat het snoeimes helpen inzetten. Daarvan getuige die
brief. We kennen de reactie van meester De Leers die hierop volgde niet. En of
het veel hielp, ook niet. Maar kom, zon dreigende vaart neemt het leven altijd
niet, en als het zaad goed en gezond is, en de kiem intact geborgen ligt, dan
is er ruime kans voor goede vrucht. En wat zien we NU ? VANDAAG ? Kennen we allen niet die twee deugnieten
van toen als werkzame huisvaders opgegroeid en gevestigd, die op hun beurt geen
scheve sprongen van hun spruiten zouden dulden.
Al met al, een pracht van een brief.
Proficiat thans, na vele jaren, aan de kordate moeder van toen. En de
schrijfster weet hiermee : WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT.
Gelukkige tijd van toen, met mooie
herinneringen
Wie is wie in de brief ?
Vrouw Edm. Verbruggen = Van de Vondel Leontine, geboren te Blaasveld op 9
november 1898, wonende Tiendeschuurstraat 6, weduwe en nog 9 kinderen in leven
: Maria, Magdalena, Godelieve, Alfons, Frans, Jerôme, Jan, Robert en Cyriel.
Frans - Verbruggen
Franciscus A., geboren te Leest op 28 mei 1936, echtgenoot van Lauwers Hendrika
G., wonende Tiendeschuurstraat 6, landbouwer, 4 kinderen : Bea, Ingrid, Patrick
en Hilde. (Noot : Frans overleed op 30 augustus 2010)
Jerôme Verbruggen Hieronymus, geboren te Leest op 25
september 1937, echtgenoot van Paula Bradt, Kouter 12, afdelingshoofd
groenten-fruit, 4 kinderen : Machteld, Koen, Frank en Veerle.
(De Band, maart 1983)
Maria Leontina Josephina Van de Vondel
was te Blaasveld geboren op 9 november 1898 en overleed te Mechelen op 9
januari 1989. Zij was gehuwd met Jaak Edmond Verbruggen, eveneents te Leest
geboren op 11 maart 1900 en aldaar overleden op 15 juni 1971.
Lieve
moeder, gedurende 90 jaar heb je stil, vroom en eenvoudig geleefd. Een leven in
volledigheid voor de anderen : echtgenoot, kinderen en kleinkinderen. Jij wees
ons de weg door je schoonmenselijkheid, de adel van je hart, de weelde van je
gemoed. Jij ging ons voor in edelmoedigheid, spontaan goedzijn,
vanzelfsprekende toewijding. Jij leerde ons houden van het leven door je blije
offervaardigheid, je werklust, je verlangen naar veel kinderen en kleinkinderen
: het gelukkige grote gezin waarvan jij de ziel was.
Je
levensmoed en je mildheid borrelden op uit een zeer diepe bron : jouw rotsvast
geloof, ook in moeilijke ogenblikken.
Je
hield van de natuur, van de mensen, van Onze Lieve Heer en zijn Moeder, die je
zo graag ging opzoeken in de vele Vlaamse bedevaartsoorden.
Zo
kon je het leven aan, zo kon je de eenzaamheid van de oude dag ombuigen naar levensoptimisme en
vitaliteit.
Moeder,
wie en wat je voor ons bent geweest is zo moeilijk in woorden te vatten.
We
hebben mooie en rijke herinneringen.
Moeder, voor alles, dank je wel ! (Fraaie woorden uit haar bidprentje)
1983 3 maart : KVLV Kantklossen in het klooster te Leest.
1983 4 maart : KVLV Danscursus
|