1850 POSSE LEESTxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Sinds mensenheugnis was Tweede
Sinksendag de grote kermisdag te Leest.
In 1599 vonden we de
oudste vermelding van de Sinksen-kermis :
...betaelt aen den maeltheyd des
maendags in de Sinxerdagen, wesende onse
kermisdag, voor den pastor en de
andere priesters die den dienst in de kerck
helpen doen, met den coster en andere
sangers, kerckmeesters en meijer en over
26 potten bier alsdan
gedroncken...
(t Vaartland nr.3 van 1977, ook
Kerkrekening, DB 1959)
Buiten Sinksen-kermis waren er nog
de kermissen met Pasen en Sint-Niklaas.
Van wanneer de St Niklaaskermis
dateert hebben we tot dusver nog niet kunnen
achterhalen. In de lijst van de
vrije dagen (voor de school) geeft men op de
gemeenteraadsvergadering van 31/7/1915
aan: ...maandag en dinsdag van de
kermissen Sinksen en
St-Niklaas,...
De kermis op Paasdag schijnt te
bestaan van 1933. Op de raadsvergadering van
6 maart 1933 werd er voor gestemd :
5 stemmen voor en 4 tegen...
Vermoedelijk rond 1850, kwam daar
de begankenis van Sint-Cornelius
bij. Dan zag de gemeente telkens
zwart van t volk : van kilometers uit de omtrek
kwamen mensen naar hier tot met hun
kinderen. Ze kwamen beewegen tegen de
kinderstuipen.
De bedegangers liepen biddend
driemaal rond de kerk, en drumden dan samen
de
kerk binnen, waar onder het gejank van wenende kinderen en troostende
woorden van hun moeders de missen
elkaar opvolgden : zes uur, zeven, acht,
negen, tien, elf en twaalf uur.
Er werd eindeloos aangeschoven om
de relikwie te kunnen kussen en de stuivers
rolden rond het uitgestalde
corneliusbeeld.
Sommigen brachten zelfs een levend
kieken mee, of een konijn of een halve
varkenskop.
Daar stond een mooie Gotische kevie
achteraan in de kerk. Daarin werden de
beestjes geofferd. Bij regelmatige
tussenpozen werden deze levende offergaven
publiek verkocht buiten het
kerkportaal op de steen van de garde.
Gewoonlijk kocht de eigenaar zijn
eigen kip terug en nam ze mee naar huis.
Voortaan was dat een heilige kip,
de Cornelius op het neerhof, ze kon er
oud worden : men bleef er af.
Sinds 1953 werd deze kermisdag
verlegd naar Tweede Paasdag.
Het werd op de raadsvergadering
beslist met vijf stemmen tegen vier.
Nog steeds is Tweede Paasdag te
Leest de hoogdag van het jaar.
Onder de bezieling van het
Davidsfonds kreeg dit feest de laatste jaren een
nieuwe glans. (Leest Geweest,
blz.201)
Jos De Keersmaecker in het
Vaartland 1975 :
In Klein-Brabant en het Vaartland
waren vooral Leest en Sint-Amands bekend
als de bijzonderste begankenissen
tot Sint-Cornelius.
Buiten de Seskens waren deze
plaatsen in het bijzonder bekend voor vallende
ziekte.
Kleine beewegen maar minder bekend
waren ook Eikevliet, Ruisbroek,
Mechelen en Hellegat.
Evenals te Diegem werd te Leest de
H. Cornelius bijzonder aangeroepen tegen de
stuipen en de vallende ziekte.
De 2de Paasdag is de
grote begankenisdag. Vanaf 5 uur s morgens stroomde het
volk reeds toe. De Hoogmis is om 10
uur.
Eerst gaat men bidden voor het
beeld van de heilige dat bij die gelegenheid
middenin de kerk ter verering
opgesteld wordt.
Zoals op vele andere plaatsen deed
men hierna drie maal al biddend de
ommegang rond de kerk, dan driemaal
rond het kerkhof. Daarna ging men te
Vanaf
1992 werd er nieuw leven geblazen in Posse Leest, er kwam een Posse
Leest comité met een hoop nieuwe
initiatieve : oude ambachten, een planten- en
bloemenmarkt, straatanimatie...
zegenen in de kerk.
Rond het beeld stond er een ijzeren
grille. Binnenin bevond zich de pastoor en hij
bood de relikwie ter verering aan.
Het volk werpt de blauwe briefjes
binnen in de afsluiting en deed zelfs de
nikkeltjes boven het hoofd van de
priester rinkelen.
Ex-votos werden niet geofferd, wel
levende kippen en duiven, evenals
varkenskoppen en hespen. Gedurende
de hoogmis werden de offergiften
achteraan in t gestoelte van de
kerkmeesters geplaatst : de dieren in de houten
kevie, die nog te zien is.
Op 2de Paasdag 1935
werden slechts 2 kiekens en een koppel duiven geofferd,
vertelt J.Geussens. Na de mis
bracht de koster de geofferde kippen en duiven
buiten het kerkportaal en vroeg :
Zijn er nog liefhebbers voor den offer ?
Een boer gaf 5 frank, kreeg de kip
of de duif even in de hand en gaf ze terug.
Hij offerde op die manier.
En vijf boeren offerden op dezelfde
wijze achtereenvolgens dezelfde kip tot dat de
boer die ze eerst geofferd had, er
20 fr. Voor bood en de kip terug mee naar huis
nam, waar ze, zoals hij later
vertelde, al de andere tegen de kwaal moest
vrijwaren. Al drie jaar offerde hij
dezelfde kip.
Een zeer oud en merkwaardig gebruik
dat nog in onze kinderjaren bestond was
het
volgende : kreeg een kind de stuipen, dan liep men, terwijl de kleine in
een
bad gestoken werd (gewoonlijk de
marmit), en zijn voetjes met doeken vol
mosterd omwikkeld, vliegensvlug
naar een beroepsbedevaardster, die daarvoor
bekend stond. Bij ons was dat o.a.
Mie van Leires.
Men huurde er langs de straat of in
de dorpsschool negen kleine jongens die de
beeweg moesten meemaken. (er waren
ook 9 soorten seskens)
In de school zater er in die tijd
soms wel veertig en meer in één klas, daarom was
men wel eens kontent er van enkele
af te zijn, en men merkte dat zo niet.
Onder geleide van het vrouwmens
trok de bende op in de zomer gewoonlijk
barvoets. Wellicht berustte deze
geplogendheid op de opvatting dat er van
onschuldige kinderen een grotere
heilkracht uitgaat dan van volwassenen.
Bij de terugkeer kregen de kleine
mannen dan gewoonlijk een paar koperen
centen.
Boeten en beloften doen, behoorden
eveneens tot een der geplogendheden.
Met Paasmaandag eveneens begint de
novene en kan men speciaal gewijd water
bekomen.
Over de oorsprong en de oudheid van
de Cornelius-devotie te Leest hebben we
weinig bijznderheden. Wel vonden we
op de pastorij nog een resterend exemplaar
van de Litanie ter eere van den
Heiligen Paus en Martelaar Cornelius,
bijzonderen patroon tegen de
stuipen, jichtigheden en vallende ziekte, wiens
relikwieën met grooten toeloop en devotie geeërd worden en wiens bijstand
vuriglijk aanroepen wordt in de
parochiale kerk van de H. Nicolaus te Leest.
Tot troost van degene die aan de
stuipen zijn onderworpen en bevangen met
lammigheid of vallende ziekte en
voor eeneigelijk om door de voorspoed van den
Heiligen Cornelius geholpen en
behoed te worden.
Het stuk is van 13 januis 1855,
goedgekeurd en aanbevolen en met 40 dagen
aflaat begunstigd door de
Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen.
Het spreekt vanzelf echter
dat die devotie en de toeloop heel wat
ouder is.
Dat de toeloop tijdens de
jaarlijkse begankenis de 2de Paasdag inderdaad zeer
groot was, blijkt uit een brief van
21 maart 1905 van een jaarlijkse Mechelse
bedevaarder. Hij heeft het nl. over
die grote toeloop van gelovigen, die problemen
schiep voor het drukke verkeer op
de dorpsplaats. Maar vooral aan de ingang der
kerk, die te nauw was om die massa
ineens door te laten in het begin of bij het
eindigen der goddelijke diensten.
Er moet daar telkens zulk
onmenschelijk gedrang geheerst hebben dat er
ongelukken moesten van komen.
Het was evenmin stichtend met het
geschreeuw der kinderen en gehuil van
grooten menschen, ja zelfs grove
woorden en verwenschingen, welke niet
stichtend zijn in het portaal eener
kerk.
Mogelijk lag de oorsprong van
Posse Leest in 1841 toen pastoor Hermans
het beeld van Sint-Cornelius
aankocht bij de Mechelse beeldhouwer Jan Peter
Tambuyser (1796-1859).
Rond 1970 kreeg Posse Leest een
nieuwe impuls. Het Davidsfonds Leest
begon toen met zijn indrukwekkende
Posse Leest tentoonstellingen in de
parochiezaal zoals de
publiektrekkers Leest Geweest, Afrikaanse Kunst,
Oude Ambachten-Kunstambachten,
Fruit uit heel de wereld, enz...
In 1977 vond, in de gemeenteschool,
de eerste tentoonstelling plaats van de
Leestse kunstkring Voetspoor, met
werken van Karel Soors, George Herregods,
Flor Meyers en Friede Willems.
Er zouden nog veel exposities
volgen.
Vanaf 1980 werd Posse Leest
verrijkt met de jaarlijkse stand van de Leestse
kleinveebond Het Rijke Nest, een populaire stand met
kippen, geiten, konijnen,
sierduiven, enz.
In die jaren nam het succes van
Posse Leest steeds toe.
Steeds meer verenigingen namen er
aan deel. Een tweede kunstkring Kwak
dook op met tentoonstellingen in
De Drij Gapers met werk van Paul Van Roy
(kunstfotografie), Georges Herregods
en Hans en Stefaan De Laet.
De gepensioneerden verschenen in
het parochiaal centrum Ter Coose met hun
hobbytentoonstelling en hun wafels
en pannenkoeken. Volksdansgroep Korneel
trad op het voorplan en de Chiro
manifesteerde zich met hun bar In t zesde
gebod en hun Posse-TDs.
Ook de Koninklijke Fanfare
Sint-Cecilia droeg al die jaren bij om met een
muzikale noot het succes van Posse
Leest te verzekeren.
In 1992 werd er nieuw leven
geblazen in Posse Leest.
Onder impuls van de Mechelaar Willy
De Nies werd er een Posse Leest Comité
opgericht waarvan hijzelf
voorzitter werd.
Willy De Nies, uitbater van het Delhaizegrootwarenhuis
in het centrum van Leest,
was afkomstig van de
Antwerpsesteenweg en bracht als kind veel tijd door bij zijn
grootouders in de Elzestraat te
Sint-Katelijne-Waver.
Zijn sympathie voor het buitenleven
was dan ook groot.
Volgens hem was de sterkte van
Posse Leest, de sterkte van de groep.
De organisatie vergde immers enorm
veel van een groot aantal vrijwilligers.
Meer dan een half jaar op
voorhand zaten de leden van het comité
samen voor
de planning. Sponsors werd gezocht,
mensen gecontacteerd, aanvragen gericht tot
de stad Mechelen,
administratie...een enorme organisatie.
Het comité stimuleerde de jaarmarkt
door o.m.de invoering van een
ambachtenmarkt, een planten- en
bloemenmarkt, dieren als kijkspektakel,
oldtimertractoren, drank- en
eetstandjes...en de nieuwe aanpak loonde.
In 2002, bij de 11de hernieuwde
editie, telde men ruim 30.000 bezoekers.
Het Posse Leest Comité zag er in
het jaar 2003 als volgt uit :
Willy De Nies voorzitter, Paul
Smits secretaris,Carl Clissen kassier, Willem
Van Linden Webmaster & Technische
ondersteuning.
Ward Leemans Verantwoordelijke van
de dierenmarkt.
Ronny Jorssen Verantwoordelijke
optredens & animatie.
Paul Van Roy drukwerk, reportages,
fotografie.
Louis Vloebergh coördinator.
Mark Janssens
Verantwoordelijke marktkramers & klokkenwerpen.
Ernest Nuytkens Verantwoordelijke
materialen en Gauthier Clerens en Robert
Verbruggen medewerkers.
E-Mail : info@posseleest.be
(LG,Website
Posseleest,Gazet van Mechelen diverse nummers, Het Vaartland)
|