1919 Stichting van N.S.B-Leest (Nationale
Strijdersbond) xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Leestse afdeling
van de N.S.B. werd in 1919 gesticht door oudgedienden van de Eerste
Wereldoorlog. Onder hen de oorlogsinvalide Pieter Jan(Wannes) Pateet.
Bedoeling : de
nagedachtenis van de gevallenen in ere houden en ook om de belangen van de
oudstrijders en gelijkgestelden te verdedigen.
In 1945 smolt de
afdeling samen met de oudstrijders uit de oorlog 1940-45.
Nationaal maakte
Leest deel uit van het gewest Dijle-Rupel-Nete.
In 1955 telde de
N.S.B afdeling Leest 71 leden.
Frans Lauwers was
toen reeds vele jaren voorzitter.
De eerste
gedenksteen voor de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog werd opgericht in
1920 en een tweede voor de gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog in 1946.
In 1948 werd te
Leest het Werk voor Oudstrijders en Gelijkgestemden gesticht. Het doel was om
zoveel mogelijk steun te verlenen aan zwaar beproefde families van oudstrijders
en gelijkgestelden. Steun die zowel moreel, materieel als financieel kon zijn.
Lous Lauwers werd afgevaardigde.
In 1960 werd een
nieuw vaandel ingehuldigd en gewijd.
Andere voorzitters
van de Leestse afdeling van de N.S.B. waren : August De Prins, Gerard Lauwaet.
Het bestuur van 1980
zag er als volgt uit : Ere-Voorzitter Jan Pateet, Voorzitter André Walschaerts,
Ondervoorzitter Louis De Croes, Penningmeester Eugeen Van Beersel,
Feestbestuurder Gust Nuytkens, Boetmeester Louis Van den Heuvel, Commissaris
Jan De Smedt, Vaandeldrager Remy Spoelders en secretaris Georges Veiller.
En vijf jaar later :
Voorzitter : Eugeen
Van Beersel, Ondervoorzitter Louis Van den Heuvel.
Secretaris-penningmeester:
Georges Veiller.
Feestbestuurder :
Frans De Bruyn.
Kommmissaris : André
Walschaers, August Nuytkens en Albert De Smedt.
Vaandeldrager : René
Spoelders.
In 1969 werd Georges
Veiller(°Elsene, 26/6/1919) secretaris, de zieltogende N.S.B. telde toen
slechts 10 leden.
Onder zijn impuls
steeg het ledenaantal het jaar nadien reeds naar 39 om in 1980 de 50 te
overschrijden.
Georges Veiller die
in 1966 te Leest was komen wonen, zag dat er voor de oudstrijders van Leest
werk aan de winkel was. Hij begon te lopen en te schrijven en reeds in 1970
bekwamen 23 mensen hun strijderskaarten met de eraan verbonden rechten.
In hetzelfde jaar
werden een groot aantal eretekens uitgereikt door de burgemeester.
Tien jaar later
bekwam hij dat er geen oudstrijders meer werden ontgraven en dat de stad
Mechelen instond voor het onderhoud van hun graven.
Tot 1977 bestonden
er te Leest twee verenigingen, de oudstrijders waren tot dan zowat ingedeeld
volgens dorpspolitieke kleur. Dat jaar ontbonden de Oud-Soldaten hun
vereniging en bijna al hun leden werden lid van de N.S.B.
Elk jaar op 11
november herdachten de oudstrijders hun gevallen makkers.
Na de mis hield de
secretaris van de afdeling een toespraak aan het monument op het kerkhof en
werden bloemen neergelegd.
(Diverse Folders
N.S.B, DB januari 1955, Januari 1980, mei 1984)
1919 In januari
hernam onderwijzeres Henriette Troch haar bediening in de
gemeenteschool.
...Juffer
Troch die sedert augustus 1914 het land was uitgevlucht, verklaarde in
Engeland (Londen) haar taak te hebben waargenomen als onderwijzeres.
(GA-4/3/1919)
1919 Op 25 januari
deed burgemeester Bernaerts een aanvraag tot het bekomen van 2
geweren met patronen ten dienste van den ambtenaar van politie en van den
gemeente veldwachter.
Hij richtte
deze vraag tot generaal Mahieu, krijgsgouverneur te Antwerpen. (GA)
1919 30 januari :
In
de gemeente is er geene haver meer beschikbaar daar een deel ervan is
opgeeischt door de Duitsers en een deel door de Duitsche legers bij
hunne aftocht
is
vervoerd aan hunne paarden en mede
genomen bij hun vertrek zonder
betaling. (GA)
1919 30 januari :
Uit een brief van de burgemeester voor de provinciegouverneur :
...Betreffende
buurtwegenis oorlogsschade.
Groote schade, tengevolge oorlogsgebeurtenissen is toegebracht aan :
Steenweg van Leest dorp naar de limiet van Thisselt, wegen nrs 4, 10 en
28
van
het atlas, op deze lengte is de herstelling der brug over de beek groot
noodig.
Steenweg van Leest naar het Heike
Hombeek, nrs. 5 en 9 van het atlas.
Deze
twee wegen zijn in zeer slechten toestand.
Steenwegen van Leest dorp naar Heffen en naar Hombeek dorp, deels
beschadigd, wegen nrs 3 en 2 van het atlas.
Steenweg van Capelle op den Bosch naar boschkant Hombeek, weg nr. 5.
De
brug over de St Annabeek limiet met Mechelen, kant langs Leest,
grootelijks beschadigd.
Ook
de kiezelweg in de Laerestraat is zwaar beschadigd.
|