1919 Jean Jaak
De Croes kreeg via een KB van 21/7/1919 een Herinneringsmedaliexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
van
den oorlog 1914-1918.
Jaak kwam ook
voor in het Guldenboek der Vuurkaart.
De Vuurkaart werd in 1932 het leven geroepen door de
toenmalige minister van
Landsverdediging L. Dens.
De bedoeling was om een onderscheid
te maken tussen de strijders van 14-18.
Een
groot aantal oudstrijders, aldus minister Dens in zijn verslag aan Koning
Albert I, die tot 35 maand aanwezigheid tellen in eene eenheid welke door het
vuur
en de beweging in rechtstreekse aanraking met den vijand was, hebben enkel
de
Zege- en de Herinneringsmedaille van den oorlog 1914-18 bekomen en zijn
aldus verloren in de massa gemobiliseerden zonder dat er iets hen
onderscheidt
van
diegenen die hunnen plicht in het achtergebied hebben volbracht, doch die
slechts enkele dagen werkelijken dienst hebben gedaan tusschen 1
augustus 14 en
11
november 1918.
Die
vaststelling heeft Uwe Majesteit er toe gebracht toe te stemmen in het
invoeren van een speciale kaart, uitsluitend bestemd voor die keurlingen
voor wie
t doodsgevaar dagelijksch brood was.
De
Vuurkaart geeft geen rente van den strijder, zoals die in België bestaat
wegens oorlogsdiensten onder den naam van Frontstrepenrente.
De
Vuurkaart krijgt dus enkel eene beteekenis van eeredocument.
Daar
zij in principe wordt afgeleverd aan al de militairen die ten minste 12
maand tot eene eenheid in rechtstreeksche aanraking met den vijand
hebben
behoord, zal zij voor hen die ze bekomen hebben het onweerlegbaar bewijs
zijn
van
hun volharding in de inspanning, niettegenstaande de gevaren en de
ontberingen...
Dit alles werd in een Koninklijk Besluit gegoten dat
door de Koning op 14 mei
1932 werd ondertekend.
In een Koninklijk Besluit van 6
februari 1934 werd bepaald dat alle houders van
de
Vuurkaart het onderscheidingsteken Vuurkruis kregen toebedeeld.
Jaak De Croes was geboren te
Mechelen op 10 juni 1885 en gehuwd met Maria
Van der Auwera. Hij overleed te
Leest op 19 februari 1960.
...Hij
was een rechtschapen man, goedhartig en eerlijk in zijn levenswandel.
Eenvoudig en oprecht van omgang, werd hij geacht door alwie hem kende en
zijn
aandenken zal bij ieder in ere blijven... dixit zijn doodsprentje.
1919 29 september
: Plakschriften omtrent de van Duitsland teruggekregen paarden,
werden aangeplakt op de gewone
plaatsen.
1919 16 oktober :
Nieuw regelement en taks op de keuring van het slachtvlees :
Art. 1. Keurrechten op het
slachtvlees worden vastgesteld als volgt, te rekenen
vanaf 1 januari 1920 :
Paarden, ezels en muilezels, per
hoofd fr 5,00
Stieren, ossen, koeien en
vaarzen fr 3,00
Kalveren, varkens fr
2,00
Lammeren,
geiten,speenvarkens,schapen fr 1,00
In buitengewone gevallen fr 10,00
Voor keuringen voor 7 uur s
morgens en na 7 uur s avonds gedaan, zal de taks
verdubbeld worden.
Voor noodslachtingen worden de
keurrechten en verplaatsingskosten ten laste van
de gemeente genomen.
Die rechten worden verhoogd met de
kosten van verplaatsing, gaan en keren
inbegrepen, bedragende 0,50 centiemen per kilometer.
Deze kosten zijn slechts éénmaal
per keuringsdag verschuldigd, welk ook het
getal weze der gekeurde dieren, en
zonder te letten of zij aan verschillende
eigenaars toebehoren.
Zij worden tussen deze laatsten
verdeeld in evenredigheid van het beloop der
rechten door elkeen van hen
verschuldigd voor de eigenlijke keuring. (GR)
1919 20 oktober :
De herstellingen aan de buurtsteenwegen van groot verkeer kostte de
gemeente tot nu toe reeds 5.370,50
fr.
1919 20 december :
De maalders A. Maes en weduwe Lauwers kregen verbod graan te
malen zonder voorbrenging van eenen geleidebrief door de gemeente
afgeleverd.
1919 20 december :
Door ouders van schoolkinderen werd klacht ingediend tegen
meester Kets.
Na een onderzoek door het gerecht zou het
schoolhoofd Remi Kets worden
aangehouden en naar de gevangenis
van Mechelen overgebracht.
Hij werd beschuldigd van aanslag op
de goede zeden.
(GA-20/12/1919 en 10/1/1920)
1920 Dat jaar
verbleven er in de gemeente de volgende broodbakkers :
in het Dorp : Egied Louis Quintidi
en de Weduwe Van Crombruggen.
In de Tisseltbaan : Victor De
Hondt. (GA-1/7/1920)
1920 Leest telde
1688 inwoners. (Wikipedia)
|