“De banden van je auto zijn het enige contact met het wegdek en maken het verschil tussen een veilige en een minder veilige rit, zeker nu de koude temperaturen eraan komen.” legt Filip Rylant van mobiliteitsfederatie TRAXIO uit. “Zomerbanden verliezen veel van hun efficiëntie van zodra de temperatuur daalt onder de 7°C omdat hun rubber hard wordt en ze daardoor grip verliezen. Winterbanden daarentegen hebben een andere rubbersamenstelling waardoor ze soepel blijven bij lagere temperaturen. Ze hebben ook profielblokken met veel meer lamellen, die als het ware de waterfilm op de rijweg “breken”. Dit “klauweffect” zorgt voor een betere grip op het gladdere winterse wegdek . We raden ook aan om te kiezen voor de juiste, kwalitatief hoogstaande winterbanden: laat je hierbij adviseren door een bandenspecialist. Voor wie het hele jaar doorrijdt met één enkele bandenset, raden we uit veiligheidsoverwegingen aan om te kiezen voor vierseizoensbanden in plaats van zomerbanden. Ook de staat en de kwaliteit van banden blijven zeer belangrijk.”
Winterbanden zijn geen marketingtruc
Er is daadwerkelijk een groot verschil tussen winter – en zomerbanden. Bij lage temperaturen garandeert een winterband een betere grip en dat kan resulteren in een beduidend kortere remafstand op een besneeuwde of beijzelde weg. Zo bedraagt de remafstand, op een besneeuwde weg aan 50km/u, 50m met een zomerband en gemiddeld 23m met een winterband. Een belangrijk verschil, wetende dat zelfs enkele centimeters soms al het verschil kunnen maken in het steeds drukkere verkeer.
“In België zijn winterbanden of vierseizoensbanden volgens het verkeersreglement niet verplicht, maar wel aangeraden”, verduidelijkt Filip Rylant. Winterbanden moeten wettelijk een minimale profieldiepte hebben van 1,6mm maar voor extreme winterse omstandigheden raadt de sector eerder 4 mm aan. Het tijdig vervangen van zomer- door winterbanden draagt dus bij tot een verhoogde veiligheid voor alle weggebruikers. Maar uiteraard is het ook van belang om je rijstijl aan te passen aan de winterse omstandigheden. Verder is het ook belangrijk om het juiste merk en type winterband te kiezen, in functie van je rijstijl en voertuig – je vraagt hierbij best raad aan een bandenspecialist.”
Rijhulpmiddelen? Toch winterbanden monteren!
Rijhulpmiddelen zoals ABS en tractiecontrole hebben een grote meerwaarde voor de verkeersveiligheid. Maar in winterse omstandigheden hebben ze ook hun beperkingen en daarom blijft het noodzakelijk om ook wagens met de modernste rijhulpmiddelen toch winterbanden te monteren.
“Op koud, glad of besneeuwd oppervlak komt het erop aan om voldoende grip te hebben met het wegdek. Zomerbanden verliezen bij koude die noodzakelijke grip waardoor de wegligging en de remafstand problematisch worden,” zegt Filip Rylant. “Rijhulpmiddelen kunnen de wetten van de fysica niet veranderen en daarom is het noodzakelijk om ook op moderne auto’s winterbanden te monteren. Wie begaan is met de eigen veiligheid en die van de andere weggebruikers, schakelt daarom over naar winterbanden en past de rijstijl aan in functie van de weersomstandigheden.”
Hoe herken je winterbanden? En wat met vierseizoenbanden?
Winterbanden zijn heuse high-tech-producten die in de afgelopen jaren enorme evoluties hebben ondergaan op het vlak van rubbersamenstelling en profiel. Gecertificeerde winterbanden zijn te herkennen aan het symbool van een sneeuwvlok in een berg met 3 pieken op de flank van de band: het zogenaamde Alpine- of sneeuwvloksymbool, officieel 3PMSF-symbool (Three Peak Mountain Snow Flake) genaamd.
Een bandenfabrikant mag deze markering enkel aanbrengen indien de winterprestaties bewezen zijn op basis van een voorgeschreven prestatietest op besneeuwde ondergrond.
Je vindt deze markering ook terug op de meeste vierseizoensbanden, die een verdedigbaar alternatief kunnen zijn voor mensen die af en toe onder winterse omstandigheden rijden en die geen extra set banden willen aanschaffen. Vierseizoensbanden blijven alsmaar verder verbeteren en voor wie met één set banden in maximale veiligheid het hele jaar door wil rijden, raden we sowieso aan om te kiezen voor vierseizoensbanden in plaats van zomerbanden.
Tijdig afspraak maken
Om onnodige wachttijden te voorkomen, raadt TRAXIO automobilisten aan niet te wachten op vorst of sneeuw om hun zomerbanden om te wisselen voor winterbanden.
Tijdig winterbanden monteren kan – in combinatie met een aangepaste rijstijl – een enorme verbetering betekenen op vlak van verkeersveiligheid.
Veranderingen winterbandenwetgeving in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk
Sinds 1 oktober 2024 moeten winterbanden in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk voorzien zijn van het sneeuwvloksymbool. Louter de markering ‘M+S’ is niet meer voldoende.
Wettelijk gezien, geldt een vierseizoensband met het sneeuwvlok-symbool als winterband. In alle landen waar je tijdens een bepaalde periode enkel met winterbanden mag rijden met een sneeuwvloksymbool, volstaan vierseizoensbanden met dit symbool dus ook.
Opgelet: hoewel de meeste winterbanden en vierseizoensbanden beschikken over de 3PMSF-markering, is het altijd raadzaam om dit eerst te verifiëren.
Heb je een tripje naar Duitse wijnfeesten of kerstmarkten in de planning staan? Of rij je binnen nu en een paar maanden voor wintersport naar of door Duitsland? Check dan snel de nieuwe regels voor winterbanden in Duitsland. Het kan namelijk maar zo zijn dat die van jou niet meer zijn toegestaan en dat kan je een boete opleveren.
De nieuwe regels voor winterbanden in Duitsland gelden sinds 1 oktober 2024. Winterbanden die voor die datum waren toegestaan, kunnen automobilisten, camperaars en beroepschauffeurs nu een boete bezorgen. Met de nieuwe regels wil Duitsland de verkeersveiligheid in de wintermaanden verhogen.
Banden met alpinesymbool nu de norm
Winterbanden in Duitsland moeten sinds 1 oktober zijn voorzien van het alpinesymbool. Dit symbool heeft de vorm van een berg met daarin een sneeuwvlok. Deze alpinemarkering geeft aan dat de banden beter presteren onder winterse omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het sneeuwt, vriest of ijzelt. De banden zorgen onder dergelijke omstandigheden voor meer grip en een kortere remweg.
M+S niet meer voldoende
Heb jij winterbanden waar alleen M+S op staat? Helaas, daar kom je niet meer mee weg in Duitsland. Lange tijd was het prima om in de wintermaanden te rijden op banden met daarop M+S, wat staat voor modder + sneeuw. De naam M+S heeft alleen nooit een officiële status gekregen, wat met het Alpine-symbool wél het geval is. Dit kenmerk is wettelijk erkend voor gebruik in de winter.
Alpine sinds 2018
Duitsland stelt al sinds 1 januari 2018 strengere eisen aan winterbanden. Sinds die datum moeten alle nieuw geproduceerde winterbanden en all season-banden zijn voorzien van het Alpine-symbool. Zijn de banden van jouw auto of camper geproduceerd vóór 1 januari 2018, dan ontbreekt het Alpine-symbool hier zeer waarschijnlijk op.
Leeftijd banden
Om te checken hoe oud jouw banden zijn, zoek je op zijkant van de band het DOT-nummer op. De laatste vier cijfers van dit nummer geven de productiedatum aan. Stel, er staat 2919. De eerste twee cijfers staan voor de week en de laatste twee cijfers voor het jaar. Wanneer er 2919 staat zijn de banden dus geproduceerd in week 29 van 2019.
Winterbanden in Duitsland zijn verplicht onder winterse omstandigheden. Maar eigenlijk kun je ze beter de hele wintermaanden onder je auto of camper houden. De Duitsers zelf hebben daar een mooie term voor: von Oktober bis Ostern, van oktober tot Pasen dus.
Boete voor foute banden
Rijd jij in Duitsland onder winterse omstandigheden met banden zonder het Alpine-symbool? Dan is het te hopen dat je geen polizei tegenkomt, want dit kan je een boete van minstens 60 euro opleveren.
Kans om ernstig gewond te geraken 6 keer groter met een brommobiel Vias wil graag dat ze beter herkenbaar zijn
Voor de inzittenden van een brommobiel is het risico om ernstig gewond te geraken per gereden kilometer 6 keer hoger dan voor inzittenden van een gewone personenwagen. Dat komt onder andere omdat ze minder uitgerust zijn met veiligheidsvoorzieningen. Bij een frontale botsing is er bijvoorbeeld weinig bescherming voor het hoofd omdat er geen airbags zijn. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Vias institute die alle ongevallen sinds 2017 met brommobielen analyseerde. Vias doet 5 aanbevelingen aan de overheden om de veiligheid te verbeteren, zoals het aanbrengen van een onderscheidend kenmerk aan de achterzijde zodat ze beter herkenbaar zijn. 40% van de weggebruikers kan ze namelijk niet van gewone wagens onderscheiden.
Op onze wegen rijden ongeveer 13 000 brommobielen rond. Om er mee te mogen rijden heb je minstens een bromfietsrijbewijs nodig (behalve als je voor 15 februari 1961 geboren bent) Voor het eerst heeft Vias in een studie de ongevallen met deze voertuigen onder de loep genomen.
Statistische analyse Weinig ongevallen, maar wel ernstig Vorig jaar waren 69 letselongevallen met een brommobiel ten opzichte van 59 in 2022 en 58 in 2021. De laatste jaren schommelt het aantal ongevallen tussen 60 en 80 ongevallen. Het aantal ongevallen is dus niet enorm groot. Toch zijn de ongevallen wel ernstig voor de inzittenden. De kans om ernstig gewond te raken is per gereden kilometer 6x groter dan voor de inzittenden van een gewone personenwagen. Het grote massaverschil speelt hierin zeker een rol. Een brommobiel weegt maximaal 425 kilo en een gemiddelde personenwagen ongeveer 1400 kilo. Ook heeft een brommobiel veel minder veiligheidsvoorzieningen zoals ABS of airbags. Zo is het hoofd veel minder beschermd in het geval van een frontale botsing. 6 op de 10 bestuurders van een brommobiel in een ongeval zijn 55 jaar of ouder De gemiddelde leeftijd van bestuurders van brommobielen die betrokken zijn bij een ongeval is 54 jaar, tegenover 41 jaar voor bestuurders van gewone auto's. Meer dan 6 op de 10 bestuurders van brommobielen (61%) die bij een ongeval betrokken zijn, zijn 55 jaar of ouder, tegenover 23% van de bestuurders van gewone auto's. Het publiek dat deze auto's bestuurt is dus relatief oud, hoewel ze in Waals-Brabant ook een jonger publiek hebben aangetrokken. In deze provincie is de helft van de bestuurders van brommobielen die betrokken zijn bij een ongeval jonger dan 18 jaar (tegenover 6% voor het hele land). Iets meer dan de helft van de ongevallen gebeurt in Wallonië 55% van de ongevallen met brommobielen vindt plaats in Wallonië, tegenover slechts 31% van de ongevallen met gewone auto's. Niet-dragen van de gordel en alcohol Bij een letselongeval met een brommobiel komt het 4x vaker voor dat een inzittende zijn gordel niet droeg, ten opzichte van een ongeval met een gewone personenwagen. Ook was meer dan 1 op de 10 bestuurders van een brommobiel onder invloed van alcohol bij het ongeval. Bij personenwagens is dat 7,5%. Meer ongevallen waarbij geen tegenpartij is Brommobielen zijn vaker betrokken bij ongevallen met obstakels naast de rijbaan: 17,5% van de ongevallen (vergeleken met slechts 10% voor ongevallen met gewone auto's). Het is opvallend dat voertuigen die begrensd zijn tot 45 km/u zoveel botsingen met obstakels hebben. De optionele aanwezigheid van ABS zou hierin een factor kunnen zijn. We stellen ook vast dat botsingen met voetgangers oververtegenwoordigd zijn. Enquête onder automobilisten Als onderdeel van de studie werd een enquête gehouden onder een representatief staal van de Belgische bevolking om te weten te komen hoe zij tegen brommobielen aankijken. Bijna twee derde van hen (64%) zei dat ze er zelden of nooit een zagen op hun trajecten. 7% van de respondenten had geen idee wat een 'brommobiel' was. Het kunnen herkennen van deze voertuigen is een belangrijk aspect, omdat hun maximumsnelheid en beperkte acceleratie potentiële bronnen van conflicten op de weg zijn. Bijna 40% van de respondenten zei echter dat ze deze auto's niet konden herkennen. Dit komt omdat deze brommobielen niet zo vaak rondrijden op onze wegen en daarnaast erg lijken op gewone kleine auto's.
De 5 aanbevelingen van Vias naar de overheden 1. Onderscheidend teken Verplicht maken van een sticker die aan de achterkant van het voertuig wordt geplaatst, met het getal "45" omringd door een rode ring. In Nederland en Duitsland bestaat dit al.
2. Technische controle Een regelmatige technische keuring opleggen, zoals bv. in Frankrijk, Italie of Luxemburg waardoor eventuele defecten of niet-conforme wijzigingen snel kunnen worden gedetecteerd en gecorrigeerd 3. Bewustmaking van gebruikers. Bewustmaking van bestuurders van brommobielen waarbij de essentiële verschillen tussen deze voertuigen en gewone auto's worden benadrukt. Het is cruciaal om te benadrukken dat deze brommobielen geen auto's zijn en dat ze verschillende kenmerken hebben die een specifieke rijaanpak en aandacht vereisen. 4. Veiligheidsuitrusting zoals ABS en airbag Verplichten van veiligheidsuitrusting zoals ABS en Airbags. 5. Eigen homologatieregels voor brommobielen Maak een technisch reglement op Europees niveau specifiek voor brommobielen. Sommige onderdelen zoals de carrosserie zijn momenteel immers niet onderworpen aan een strikte homologatie.
Kampeerauto’s: voor het eerst meer occasies dan nieuwe ingeschreven
Filip Rylant, woordvoerder van mobiliteitsfederatie TRAXIO, maakt de balans op na de zomer van 2024: “De markt van de nieuwe kampeerauto’s is tijdens de afgelopen 9 maanden licht gezakt (-2,7% tot 4.807 eenheden). Na de lockdowns van 2020 kenden we absolute inschrijvingspiek in 2021 en sindsdien gaat de markt van de nieuwe campers er elk jaar een beetje op achteruit. Wel is die terugval minder dan we voorspeld hadden, de markt houdt dus relatief goed stand. In de showrooms horen we dat er nog steeds een flinke interesse is en dat er veel nieuwe instromers zijn. Wel zien we een verschuiving in de markt: de camperbussen verliezen aan populariteit terwijl de grotere (half-)integralen het goed doen, wat duidt op een verschuiving in het cliënteel.
Daarnaast zien we dat de tweedehandsmarkt ook dit jaar alweer een zeer sterke groei kende: +18,6% tot 5.301 eenheden, waardoor 2024 het eerste jaar is geworden waarin er meer occasies dan nieuwe campers zijn ingeschreven in België. Dit wijst op een blijvende interesse in de steeds groeiende campermarkt, die wordt geholpen door een aanzienlijk aanbod occasies op de markt omdat er minder tweedehandse campers zijn uitgevoerd naar Nederland. De occasies zijn deels ook zo sterk in trek omdat de prijzen van nieuwe modellen fors zijn gestegen in de afgelopen jaren.
Zo is het totale park sinds 2017 gegroeid met +30,1% tot 83.227 kampeerauto’s.
Een beetje onverwacht blijkt dat heel wat mensen die tijdens Corona soms ‘impulsief’ een camper hebben gekocht, trouw blijven aan deze vakantiemodus. We denken dus dat de totale markt van nieuwe en occasie kampeerauto’s nog groeipotentieel heeft voor de komende jaren. Zeker omdat deze voertuigen lang kunnen meegaan indien ze correct worden onderhouden en gestald. Zo hebben zowel de eerste als de volgende eigenaars jarenlang plezier van hun aankoop.”
Vraag naar nieuwe kampeerauto’s verschilt sterk tussen de segmenten
Verschillende producenten van vans en kampeerauto’s hebben zich gestort op het segment van de camperbussen maar dat segment verliest stevig. Anderzijds winnen grotere segmenten. Enkele kampeerautospecialisten geven verdere toelichting.
Dirk Van Eyck (Dicar): “De lichte daling van dit jaar is vooral toe te schrijven aan de mindere interesse voor de zogenaamde camperbus. Die waren de laatste jaren enorm populair geworden waardoor verschillende fabrikanten zich op dit segment hebben gesmeten, maar door een tanende interesse is er nu een overaanbod. Kortom, het lijkt ons dat dit segment na enkele succesvolle jaren over zijn hoogtepunt heen is. Dat merken we trouwens in heel Europa. Maar andere segmenten zoals die van de integralen en half-integralen doen het dan wel goed. Zij spreken een ander cliënteel aan, namelijk van ietwat oudere mensen die al langer met de camper op reis gaan. Wel zien we dat mensen minder snel overschakelen naar een nieuwe camper omdat de prijzen sinds de Corona-crisis zijn gestegen. Dat verklaart ook het succes van de (jonge) occasies, die nu ruim voorradig zijn op de Belgische markt – daar waar ze vroeger vaak naar Nederland werden uitgevoerd.”
Caroline Rogge (Caravaningcenter): “We mogen dit jaar als kleinere speler op de markt zeker niet klagen over de interesse voor de kampeerauto’s. Dat ligt wel anders bij de caravans. Door de opkomst van de elektrische wagens en hun beperkt sleepvermogen, stappen steeds meer klanten over van de caravan naar de camper, vooral wie over een grotere en zwaardere caravan beschikt. Dat zijn vaak mensen die de overstap doen naar een camperbus, zeker indien ze slechts met 2 personen in het gezin zijn. Daarnaast zien we dat wat oudere koppels vaak grotere, nieuwe kampeerauto’s kopen. Zij doen dat dan niet alleen voor eigen gebruik, maar ook omdat hun volwassen kinderen dan met deze camper op vakantie kunnen trekken. Aan de andere kant merken we ook nieuwe instromers op de markt en die richten zich vaak tot de occasies, enerzijds uit budgettaire overwegingen maar anderzijds ook om het risico wat te beperken voor het geval deze manier van reizen hen niet zou bevallen. Voordeel van de occasies is niet alleen de lagere prijs maar ook dat die tweedehands campers vaak erg volledig zijn uitgerust.”
Daar waar we vorig jaar dachten dat de nieuwmarkt er potentieel zo’n 500 exemplaren op achteruit zou kunnen gaan, is de daling veel beperkter dan voorspeld (slechts 131 stuks).
Oorzaken van een dalende verkoop moeten we zoeken in de gestegen prijzen van de kampeerauto’s in combinatie met de toegenomen intrestvoeten op leningen waardoor impulsaankopers, twijfelaars en mensen met een beperkter budget afhaken. Anderzijds wordt een deel hiervan opgevangen door tweedehandsaankopen. In de nieuwmarkt is het alvast hoopgevend dat de wat duurdere segmenten het goed doen, dit zijn vaak doorwinterde kampeerders.
Tweedehandsmarkt neemt de overhand
In tegenstelling tot wat men had kunnen verwachten, zijn redelijk wat ‘Corona-instappers’ de camper trouw gebleven. Dank zij de blijvend hoge interesse van zowel nieuwe instromers als van bestaande kampeerauto’seigenaars die een groter of een kleiner model zoeken, blijft de tweedehandsmarkt jaar na jaar aan een gestaag tempo groeien. In die mate dat in 2024 het aantal inschrijvingen van tweedehandse campers hoger ligt dan nieuwe.
De tweedehandsmarkt wordt nog goed aangevuld dank zij enerzijds een aantal mensen die afhaken en anderzijds door campers die vrijkomen op de tweedehandsmarkt bij de aankoop van een nieuw model. Het is ook een goede zaak dat er meer voertuigen in eigen land blijven en er minder naar het buitenland (vooral Nederland) vertrekken. Daardoor is het totale Belgische kampeerautopark sinds 2017 gestegen tot 83.227 eenheden.
McLouis steekt Volkswagen voorbij, camperbussen vallen terug
Op de nieuwmarkt heeft VW de eerste plaats moeten afstaan aan McLouis.
Het is wel zo dat op modelniveau de VW California het meest populaire model blijft maar er zijn er dit jaar (420 eenheden) maar ongeveer half zoveel van ingeschreven ten opzichte van de eerste negen maanden in 2023 (804). Dat komt door een generatiewissel van de California dit jaar, maar constatatie is alvast dat de camperbus modellen in het algemeen veel aan populariteit hebben ingeboet in het afgelopen jaar. Dat hadden we vorig jaar precies zo voorspeld: [quote uit persbericht 2023: ‘Het succes van deze ‘camperbusen’ heeft ook de andere fabrikanten zoals Ford en Mercedes aangezet tot extra productie waardoor het aanbod op deze ‘pcamperbus’-markt stilaan oververzadigd raakt, ondanks de voordelen van dit concept zoals de mogelijkheid om ze in te zetten als tweede voertuig in het gezin’.
Dat verklaart meteen ook waarom McLouis het leidende merk is geworden met 460 nieuwe inschrijvingen, voor VW (443 stuks) dat op zijn beurt op de hielen wordt gezeten door Benimar (439 inschrijvingen). Een eind verderop in het klassement vinden we Adria (320 ex.) en Roller Team (305 ex.).
Op de occasiehandsmarkt blijft VW op omdat de California daar nog wel erg in trek blijft. Op een ruime afstand volgen dan McLouis, Benimar, Chausson en Mercedes.
Niesmann+Bischoff nodigt u uit Open dag in de fabriek
Op 9 en 10 november kun je een kijkje nemen achter de poorten van onze camperproductie.
Polch, oktober 2024, Op 9 en 10 november gaat ons populaire evenement naar de volgende ronde en kunt u de thuisbasis van iSmove, Arto en Flair ontdekken, evenals de fabriek van onze camperproductie.
Met de marktintroductie van de nieuwe Arto – de eerste liner op basis van de Mercedes Sprinter – hebben we ons doel bereikt: ons productassortiment is nu volledig in de nieuwe Niesmann+Bischoff-look. In alle drie de modellen bieden we een uitstekend design, de hoogste technische kwaliteit en individualiteit. Met meer dan 69.120 opties kunt u uw eigen Niesmann+Bischoff samenstellen.
De voorpret van de opening van de fabriekspoorten is groot, dus we verwachten een hoog aantal bezoekers. De verwachte gastenlijst is internationaal – naast bezoekers uit de regio en Duitsland worden ook gasten uit Nederland, België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk en Zwitserland verwacht.
Ook het programma is hierop afgestemd. Rondleidingen door ons bedrijfsterrein en onze productie in verschillende talen stellen al onze gasten in staat om visuele en informatieve inzichten te krijgen. Naast de reeds gepresenteerde logistieke hal en ons zonnepark blijven we investeren in onze locatie in Polch. Nog niet klaar, maar al wel geïntegreerd in onze fabrieksrondleiding is de uitbreiding van onze servicehal. Daarnaast komen er diverse informatiestands van onze leveranciers, klantenclubs en gezellige campings in onze hallen.
Om te beginnen gaat onze feesttent op vrijdag van 17.00 tot 22.00 uur voor u open. Onze gastheer en gastvrouw en zijn team kijken uit naar uw bezoek. Op zaterdagavond bekroont de band "Münchner Zwietracht" de dag met muzikale hoogtepunten die een uitbundige sfeer beloven. Verfrissende drankjes en heerlijk eten worden het hele weekend goed verzorgd.
Aangezien het zonnepark en de verandering in het industriegebied de parkeerplaatsen hebben geminimaliseerd, hebben we met onze geweldige buren gesproken. Naast onze eigen parkeerplaats op het fabrieksterrein hebben we August-Horch-Straße, van Trimbser-Straße tot de kruising van Rudolf-Diesel-Straße/Heinz-Gries-Straße, naast ons bedrijfsterrein, evenals de werknemersparkeerplaats van de firma Swiss Life Asset Managers in Robert-Koch Straße, tegenover onze hoofdingang, als verdere parkeerplaatsen voor het weekend. Beide zones zijn beschikbaar van vrijdag 08.11 vanaf 16 uur tot zondag 10.11 om 16 uur. Het is helaas niet mogelijk om parkeerplaatsen of elektriciteitsaansluitingen te reserveren.
Carthago campers in modeljaar 2025: superlichte C1-tourer en nieuwe slanke lichtgewicht C2-tourer-serie
Carthago C1-tourer I/T: campers met geoptimaliseerd gewicht in de premiumklasse
De nieuwe Carthago C2-tourer I op Sprinter: een echte smartliner
Carthago chic c-line I/T: Facelift voor het topmodel superior
Carthago chic e-line/s-plus: de aantrekkelijke chic e-line nieuwe generatie
Carthago liner-for-two: pure luxe en comfort – ook voor het seizoen 2025
Carthago start het modeljaar 2025 met een waar vuurwerk aan innovaties. De grootste fabrikant van premium campers in Europa presenteert de compleet nieuwe C2-tourer-serie als een uitmuntende innovatie met geïntegreerde lichtgewicht campers op basis van de Mercedes-Benz Sprinter en een opnieuw ontworpen gezicht. Met zijn innovatieve veranderingen is het een echte SMART LINER. De C2-tourer behoort tot de familie van de vorige c-tourer, die fundamenteel werd herzien en geherstructureerd met het oog op de kwestie van het gewicht. Het resultaat is de C1 tourer, die tot 100 kilogram aanzienlijk lichter is dan de voorgaande modellen. De nieuwe generatie chic e-line gaat het nieuwe modeljaar in met een compleet nieuw exterieurdesign. De chique c-line superior van Fiat Ducato krijgt een facelift. De geïntegreerde modellen van het nieuwe modeljaar zijn te herkennen aan het verchroomde, zelfverzekerde ‘C’-logo op de radiatorgrille.
C1Tourer Zitgroep
Carthago C1-tourer I/T: campers met geoptimaliseerd gewicht in de premiumklasse
De C1-tourer – voorheen c-tourer – opent de deur naar de wereld van de premium campers van Carthago. Het gevarieerde aanbod bestaat uit semi-integrale en integrale voertuigen op basis van Fiat Ducato en Mercedes-Benz Sprinter. Voor modeljaar 2025 gaat de voormalige c-tourer een nieuwe fase in. Met diverse gewichtsverlagende maatregelen reduceert Carthago het gewicht van campers drastisch. Dit resulteert tegelijkertijd in een herstructurering van het programma met nieuwe gewichts- en uitrustingsvarianten in de modellijn C1-tourer “lichtgewicht 3,5 t” en “comfort 4,2 t” en de volledig nieuwe tweede modellijn C2-tourer “lichtgewicht 3,5 t” en “ comfort 4,2 t”.
De Carthago-ontwikkelaars hebben alle modellen van de vorige c-tourer holistisch bekeken en een verscheidenheid aan lichtgewichtconstructiemogelijkheden geïdentificeerd, van het chassis tot de meubeldetails. Het resultaat is een gewichtsbesparing van maximaal 100 kilogram voor de nieuwe generatie, afhankelijk van het model. Zonder in te boeten aan de bijna spreekwoordelijke Carthago-eigenschappen op het gebied van kwaliteit en comfort. Dit resulteert in de mogelijkheid om alle C1-tourer lichtgewicht 3,5 t voor vier personen met een rijbewijsvriendelijk en voordelig toegestaan totaalgewicht van 3,5 ton te registreren. Dit met praktische apparatuur, waarvan sommige zelfs meer dan zeven meter lang zijn. Voorbeeld: De C1-tourer I 143 KB-LE lichtgewicht 3,5 t op een Fiat Ducato wordt geleverd met uitgebreide comfortuitrusting met automatische transmissie, luifel, satellietsysteem, basis pluspakket, mediapakket en chassis pluspakket inbegrepen. Lichtmetalen velgen zijn goedgekeurd met een toegestaan totaalgewicht van 3,5 ton voor vier personen.
Bovendien krijgen de C1-tourer I/T 145 RB-LE en 149 RB-LE modellen de elegante, nieuwe, dynamisch vormgegeven achterkant met gebogen hoekstijlen en opvallende achterlichten in de typische C-branding van het premiummerk. Afhankelijk van het model zijn er voor alle C1 tourer I/T “lichtgewicht 3,5 t” en “comfort 4,2 t” twee stijlwerelden met verschillende meubeloppervlakken beschikbaar.
Enkele bedden met comfortabele matrassen
De C1 tourer-modellijn bestaat uit zeven integrale campers op basis van Fiat Ducato en Mercedes-Benz Sprinter, van de C1-tourer I 141 KB-LE tot de I 145 RB-LE superior. Er zijn ook zes gedeeltelijk geïntegreerde voertuigen op de Ducato en
Sprinter van de T 143 KB-LE tot de T 150 RB-QB. Ze bestrijken een lengte van 6,67 tot 7,61 meter.
Als maximaal laadvermogen en de hoogste uitrusting gewenst zijn, ligt de focus op de Carthago C1-tourer I/T “comfort 4,2 t” met een toegestane totaalmassa van 4,2/4,25 ton. Deze modellijn omvat 13 geïntegreerde en elf gedeeltelijk geïntegreerde campers op de Ducato en Sprinter.
De nieuwe Carthago C2-tourer I op Sprinter: een echte SMART LINER
De nieuwe Carthago C2-tourer, geïntegreerd op het chassis van de Mercedes-Benz Sprinter met AL-KO verlaagd frame, zet duidelijke accenten zowel in de grote succesvolle Carthago c-tourer-familie als in de gehele competitieve omgeving. De nieuwe serie bestaat geheel uit integrale campers. Met een carrosseriebreedte van slechts 2,17 meter zijn ze precies tien centimeter slanker dan de klassieke C1-tourer. Voordeel: de slanke taille bespaart ook belangrijke kilo's in de gewichtsklasse van 3,5 ton. Dankzij de intelligent aangepaste meubelconstructie komt het ruimtegevoel overeen met de bredere modellen van de C1 Tourer. Carthago spreekt daarom ook van de ‘Smart Liner-klasse’. De schalen laten zien hoe slim de nieuwe C2-tourer I is. De slanke opbouw geeft Carthago, samen met de overige gewichtsmaten, de mogelijkheid om geïntegreerde campers op Sprinter-chassis met een lengte van ruim zeven meter als “lichtgewicht 3,5 t”-modellen met een toegestaan totaalgewicht van 3,5 ton aan te bieden.
Handig ingerichte keuken
Opvallend aan de nieuwe C2-tourer I op Sprinter is het compleet nieuwe neusmasker. Het zeshoekige radiatorrooster met vijf opvallende dwarsbalken valt op als centraal kenmerk. In het middengedeelte is de nieuwe C-branding van Carthago onmiskenbaar zichtbaar. Het radiatormasker gaat zijdelings over in het koplamphuis. Onder de koplampen onderstrepen designelementen links en rechts de krachtige uitstraling. De bumperspoilerlippen vormen een eenheid met de nieuwe, dynamisch gevormde wielkastafdekkingen. In tegenstelling tot eerdere modellen hebben de A-stijlen nu een krachtig, hoekig ontwerp aan de onderkant van de boeg. Bovenaan zwaaien ze elegant het dak in. Typisch Carthago: vorm gaat altijd gepaard met functie: het nieuwe strikmasker bespaart gewicht ten opzichte van het vorige masker.
De nieuwe Carthago C2-tourer I begint met vijf populaire plattegronden, beginnend met een lengte van iets meer dan zeven meter. Afhankelijk van het model zijn ze verkrijgbaar in de versies ‘lichtgewicht 3,5 ton’ of ‘comfort 4,2 ton’, en bij de meeste modellen is er zelfs keuze.
C2 Tourer Comfort zetels rond de tafel
Carthago chic c-line I/T: Facelift voor het topmodel superior
Het is het centrum van de Carthago-wereld en een deuropener voor de Carthago Liner-premiumklasse: Carthago heet chic c-line, chic c-line heet Carthago. De stabiele basis van de al lang bestaande succesvolle serie is de unieke combinatie van comfort en kwaliteit, evenals fijne technologie en enorme variëteit. Zes plattegronden, de basisvoertuigen Fiat Ducato en Mercedes-Benz Sprinter met twee en drie assen, elk met een verlaagd AL-KO-chassis, afgerond met de exclusieve ‘superior’-versies - dat alleen al resulteert in 20 integraalmodellen van 7,39 tot 8,78 meter lengte. Geflankeerd door de exclusieve Carthago chic c-line T. Twee plattegronden, twee basisvoertuigen – een aanbod op maat voor de topklasse van halfintegrale campers.
De topmodellen chic c-line I superior op Fiat Ducato staan centraal bij de seizoenswisseling. Opvallend is het nieuwe radiatorrooster met zes verchroomde dwarsbalken. De nieuwe, extra hoge voorruit zorgt voor het beste zicht. Opvallend is de zwarte designsticker boven de voorruit. De chique c-line I superior doet zijn naam meer dan ooit eer aan.
Carthago chic e-line/s-plus: de aantrekkelijke chic e-line nieuwe generatie
Wil je nog een beetje meer? Nog meer luxe wooncomfort, nog meer ruimte, meer elegantie, opbergruimte en laadvermogen? Dan is het antwoord Carthago chic e-line/s-plus. Wat ze gemeen hebben is de elegante uitstraling van zowel het exterieur als het interieur. Het verschil wordt gemaakt door het basisvoertuig: onder de chic e-line I bevindt zich een Fiat Ducato of een Mercedes-Benz Sprinter met voorwielaandrijving, AL-KO verlaagd chassis en twee of drie assen. De basis voor de chic s-plus I wordt gevormd door de stoere Iveco Daily met achterwielaandrijving met hoge tractie en dubbele banden. Nu blijft het wiel draaien: de chique e-line van het basisvoertuig Mercedes-Benz Sprinter krijgt voor modeljaar 2025 een volledig nieuw exterieurdesign met een nieuw frontmasker, dynamisch vormgegeven wielkasten en nieuwe exterieurgraphics.
C2 Mooi afgewerkt sanitair
Het nieuwe gezicht van de chic e-line op de Sprinter brengt de bekende designtaal van de chic e-line over naar de toekomst. Het centrale kenmerk is opnieuw het zeshoekige radiatorrooster, nu met vijf opvallende drievoudige dwarsbalken en Carthago's nieuwe, zelfverzekerde C-logo. Het radiatormasker gaat zijdelings over in het koplamphuis. Onder de koplampen onderstrepen designelementen links en rechts, elk met twee geïntegreerde dwarsbalken, de krachtige uitstraling. De bumperspoilerlippen vormen een gesloten eenheid met de nieuwe, dynamisch gevormde wielkastafdekkingen.
De grote voorruit van de chic e-line zorgt voor het beste zicht en wordt aan de zijkanten omlijst door grijze A-stijlen. Ze vloeien nu krachtig en hoekig de boeg in en lijken de koplampen te dragen. Bovenaan zwaaien ze elegant het dak in. Functie gaat hand in hand met vorm: het nieuwe strikmasker bespaart gewicht ten opzichte van het vorige masker.
Een Carthago is vanuit elk perspectief een aantrekkelijk gezicht. Dat geldt in het bijzonder voor het nieuwe design van de chic e-line: het radiatorrooster, de koplampen en de nieuwe exterieurgraphics met een strakke sierstrip in donkerrood en antraciet op de zijwand vloeien in elkaar over en vormen zo een harmonieus geheel met een ontwerp uit één stuk.
Carthago liner-for-two: pure luxe en comfort – ook voor het seizoen 2025
De fascinerende Carthago liner-for-two heeft met zijn 4-kamerconcept, de relatief compacte voertuiglengte en unieke kenmerken furore gemaakt onder de integraalcampers van de topklasse voor koppels. De creatieve ontwikkelaars van Carthago hebben voor de liner-for-two de gebruikelijke camperplattegrond 180 graden gedraaid: elektrisch neerlaatbare eenpersoonsbedden in de lengte zweven vooraan boven de bestuurderscabine, terwijl achterin een royale ronde loungezitgroep met elektrisch uitschuifbare televisieligstoel nodigt uit tot verpozen. Daartussen bevindt zich een extra brede kitchenette en een comfortabele badkamer met kleedruimte en een grote kledingkast. Verfijnde details zoals een extra ruime zitplaats voor werk en vrije tijd in de cockpit, het elegante keukenblad als roomdivider met geïntegreerde opbergkast en tegengesteld draaiende schuifdeur of de ronde loungezithoek met een elektrisch uitschuifbare televisie-ligbankset accenten. De Carthago liner-for-two is op basis van de Ducato met AL-KO verlaagd frame en enkele of tandemas en op de Iveco Daily verkrijgbaar in twee lengtes van circa 7,8 en 8,5 meter. De Carthago liner-for-two gaat modeljaar 2025 vrijwel onveranderd mee – duurzaamheid is ook een deugd.
C2 Leuke kampeerauto om op reis te gaan
Over Carthago Reisemobilbau GmbH
Carthago Reisemobilbau GmbH werd in 1979 opgericht door Karl-Heinz Schuler. De door de eigenaar beheerde bedrijvengroep heeft nu ruim 1.500 mensen in dienst en is een van de toonaangevende premiumfabrikanten in de branche in Europa. De kerncompetentie van het merk Carthago zijn integrale campers van de Carthago c-compactline tot de liner-for-two en vanaf circa 100.000 euro tot de premium camperklasse ruim boven de 200.000 euro. De slogan van het merk luidt niet toevallig: “Carthago – de camper”, want alle Carthago campers delen het unieke premium DNA. Het bedrijf is gevestigd in Carthago City, de hoofdzetel in Aulendorf in Oberschwaben en beschikt over een van de modernste camperproductiefaciliteiten van Europa. Talrijke nationale en internationale onderscheidingen onderstrepen de pioniers- en leidende positie die Carthago al jaren bekleedt. Recentelijk behaalde Carthago twee overwinningen bij de verkiezing voor Camper van het Jaar 2024.
Wat is een van de grootste voordelen van kamperen? Het is misschien wel de meest individuele vorm van vakantie. Avontuurlijk of rustig, met z'n tweeën of met het hele gezin, in de thuisregio of eerder in de verte, waar de straatnaamborden er grappig uitzien en Taal stelt ons voor raadsels. Camping biedt talloze mogelijkheden, Maar de reis begint met het juiste voertuig. Wie in een rolstoel reist, stuit vaak op barrières. En die heeft het team van Brecht CaraVan opgelost
Minder barrières op de weg - Op de stand is de grote vraag - naar vakanties, Dat is echt ontspannend. Dat Uiteraard te gebruiken met een huurcaravan getest worden. Niet alleen stijlvol: de MAXIA-plattegrond biedt veel bewegingsvrijheid en gemakkelijk toegankelijke eenpersoonsbedden met breed gangpad. Zonder de massieve muur Bij de wasruimte is dit ook gemakkelijker toegankelijk. Dankzij de cabriolet Zithoek is ruimte voor het hele gezin.
Kamperen wordt steeds populairder, voor velen ook als gevolg van de pandemie, en voor Manuela Brecht en haar team blijkt uit de talrijke vragen: er is een enorme vraag naar recreatieve voertuigen die rekening houden met individuele, fysieke vereisten - vooral vakanties met rolstoelen. Deze behoefte is niet nieuw, maar wat wel nieuw is, zijn de lockdown-periodes, die het bedrijf gebruikt om praktische oplossingen te vinden en aan te bieden. En tegelijkertijd vermijden ze de dreiging van werktijdverkorting in de werkplaats.
Het Brecht-team is met passie gespecialiseerd in het rolstoeltoegankelijk ombouwen van caravans en campers - met een geweldige, positieve respons. Sindsdien wordt zowel koop als huur aangeboden.
Barrièrevrije indeling: DE LUXE 460 SFf Het queensize bed is en een deel van de Middelste zithoek weggelaten. Dit creëert ruimte, zelfs met slechts 2,30 meter breed.
"De MAXIA 585 UL met een breedte van 2,50 meter of de DE LUXE 460 SFf met een centrale zithoek en keuken achterin zijn slechts twee van de caravans die bij uitstek geschikt zijn voor ombouw", onthult Julian Gorsegner, die geïnteresseerden adviseert op de CMT-beurs in Stuttgart. Hobby ondersteunt graag het project, waarbij onder andere de wand van de wasruimte direct uit de fabriek wordt weggelaten en vervangen door een gordijn. Door bijvoorbeeld de badkamer te openen, kan de bewegingsvrijheid en het bereiken van de opbergvakken worden vereenvoudigd. Hobby schept ook de nodige voorwaarden om de toegangsdeur indien nodig te verbreden. De uitvoering is dan in handen van Brecht. Het kan dan worden uitgerust met een uitschuifbare oprijplaat. Maatregelen zoals het ombouwen van het bed of meubels kunnen ook nuttig zijn, het verkleinen van de zithoek of een uitschuifbare tafel. Ondertussen zorgen handgrepen en bevestigingsmogelijkheden op de juiste plaatsen voor meer veiligheid, opnieuw individueel afgestemd op persoonlijke behoeften.
September 2024 : Bijna 100.000 nieuwe elektrische auto's ingeschreven in België tijdens eerste negen maanden.
Tweedehandsmarkt blijft ver achter met 16.000 stuks.
"De Europese markt voor nieuwe elektrische auto’s staat sterk onder druk maar de Belgische markt voor nieuwe en tweedehandseelektrische auto's (EV) blijft bijzonder sterk presteren.
Opvallend daarbij is dat er in de eerste 9 maanden van dit jaar al meer nieuwe EV’s zijn ingeschreven dan in heel 2023. Het gaat dus oerend hard : het aantal inschrijvingen steeg fors in 2024: van 68.555 naar 96.233 voor nieuwe, en van 8.759 naar 16.004 voor tweedehandse elektrische wagens, wat neerkomt op een totale marktstijging van 45,2%.
Toch is de elektrische markt er eentje met verschillende snelheden. Om te beginnen is de nieuwmarkt bijna 8 maal groter dan de occasiemarkt. Nieuw worden bijna 9 op de 10 nieuwe EV’s ingeschreven door bedrijven/leasing terwijl op de tweedehandsmarkt we op een 50-50 verhouding tussen particulieren en bedrijven zitten. En bij de particulieren is Tesla quasi alleenheerser maar bij de bedrijfswagens zien we een veel grotere verscheidenheid aan modellen en merken in de Top 10.” zegt Filip Rylant, woordvoerder van mobiliteitsfederatie TRAXIO.
“De nieuwe en tweedehandse markt laten steeds meer een eigen dynamiek zien. De groei bij de nieuwe elektrische auto's wordt vooral gedreven door de toenemende populariteit van leasingwagens en auto’s op naam van bedrijven: die waren in de eerste negen maanden van 2024 goed voor 86,7% van de EV-inschrijvingen (83.420 voertuigen). Op de tweedehandsmarkt is de verdeling tussen de verkoop aan bedrijven (51,3%) enparticulieren (48,7%) daarentegen zowat in evenwicht.
De particulieren tonen een groeiende belangstelling voor elektrische wagens, zowel nieuw als occasie. Vlaanderen springt er duidelijk uit, met een marktaandeel van 81,5% voor de nieuwe EV's en 75,1% voor de tweedehandse EV's. De Vlaamse premie voor de aankoop van EV's heeft hier duidelijk effect. De stopzetting van deze premie vanaf 2025 zal gedurende verschillende jaren een negatief effect hebben op de verkoop aan particulieren . Bovendien zal het aanbod van EV’s op de tweedehandsmarkt stilaan de vraag beginnen overtreffen, wat leidt tot een lagere restwaarde. Die situatie wordt nog verergerd door de introductie van goedkopere modellen."
NIEUWE ELEKTRISCHE WAGENS
De Europese markt van de nieuwe elektrische wagens daalt al een tijdje maar in België is dat niet het geval want de inschrijvingen van EV’s op de binnenlandse markt blijven stijgen.
Het totale aantal inschrijvingen van nieuwe EV’s is gedurende de eerste negen maanden van 68.555 (2023) naar 96.233 dit jaar gestegen (+40,4%). Het marktaandeel van de nieuwe elektrische wagens overschrijdt daarmee één vierde van de markt (26,5%).
Die positieve evolutie in België danken we voornamelijk aan het snel stijgende aantal elektrische bedrijfs- en leasingwagens. De voordelige fiscaliteit duwt bedrijven richting elektrificatie, net als het sterk stijgende VAA voor de gebruikers van leasingwagens met verbrandingsmotor. Zo werden er gedurende het eerste semester 83.420 EV’s ingeschreven door bedrijven/leasing. Dat is 26,5% van de totale nieuwmarkt en 86,7% van het aantal elektrische auto’s.
Daarnaast is het aandeel van nieuwe, door particulieren gekochte elektrische auto’s meer dan verdubbeld: +104,5% (van 6.267 naar 12.813 stuks). Die stijging kunnen we op het conto van de Vlaamse premie schrijven, want 81,5% van de nieuwe EV’s in ingeschreven in Vlaanderen. Daar stegen de EV-inschrijvingen door particulieren overigens met niet minder dan +145,5%, van 4.252 naar 10.438 exemplaren. Wallonië blijft ver achter met slechts 1.962 nieuwe particuliere EV’s, een stijging met amper +11,6% - dit kunnen we zonder meer toeschrijven aan het ontbreken van een premie in combinatie met een quasi onbestaande laadinfrastructuur in het zuidelijke landsdeel.
TWEEDEHANDSE ELEKTRISCHE WAGENS
Binnen de elektrische tweedehandsmarkt zien we een heel ander verhaal. Het aantal inschrijvingen is daar met +82,7% gestegen tot 16.004 wagens, maar de verhouding tussen bedrijven (51,3%) en particulieren (48,7%) is quasi gelijk. Dat komt door een sterke stijging bij de particulieren (7.723 ex., dat is +118,2%) dank zij de Vlaamse premie: 75,1% van de particuliere occasie EV’s werd ingeschreven in Vlaanderen.
Opgelet: het wegvallen van de premie – normaal gezien geldt de premie tot eind dit jaar - gaat uiteraard een belangrijke negatieve impact hebben op de verkoop aan particulieren en we verwachten dat de markt daar enkele jaren lang onder zal lijden.
OVERSCHOT AAN OCCASIES, LAGERE RESTWAARDEN
Er komen steeds meer elektrische wagens vrij na einde leasingcontract. Maar in tegenstelling tot verbrandingsmotoren bestaat er voor EV’s geen afzetmarkt in bijvoorbeeld Oost- of Zuid-Europa. Op de Belgische markt is de vraag van particulieren naar occasie EV’s nog beperkt, ook al omdat de wagens die vrijkomen uit leasing vaak niet beantwoorden aan de vereisten voor de Vlaamse premie, en aan de budgettaire mogelijkheden van veel particuliere kopers.
Daardoor ontstaat er stilaan een overaanbod van tweedehandse EV’s op de markt en ligt de rotatiesnelheid van EV’s bij tweedehandshandelaars merkelijk lager dan die van wagens met een verbrandingsmotor – inclusief diesels. Wat op zijn beurt leidt lagere restwaarden voor EV’s dan oorspronkelijk werd geschat – een fenomeen dat nog wordt versterkt door prijsdalingen en de komst van goedkopere modellen. Zo blijkt dat de restwaarde van bijvoorbeeld een Tesla Model3 na 4 jaar tot 30% lager zou liggen.
Toch merken we dat er steeds meer vraag van bedrijven komt voor tweedehandse elektrische wagens. Nu al wordt 51,3% van occasie elektrische auto’s ingeschreven door bedrijven: ze zijn fiscaal interessant, kosten een pak minder bij aankoop en blijken goed te scoren op betrouwbaarheid. Dat kan dus potentieel een interessante afzetmarkt worden om ex-leasing EV’s in België te houden, en in een volgende fase door te verkopen aan Belgische consumenten.
Uitdagingen van de overgang naar elektrisch
We staan volop in een snelle en moeilijke transitiefase: bedrijven zetten volop in op elektrificatie en ook bij de particulier zien we groeicijfers dank zij de Vlaamse premie. Toch is het particuliere aandeel nog beperkt omdat de particulier nog altijd niet overtuigd is van elektrisch rijden. Ook laat de infrastructuur (vooral in het zuiden van het land) nog te wensen over, gaat technologische evolutie snel en er gaan stilaan goedkopere modellen op de markt stromen waardoor er prijsdalingen op de tweedehandsmarkt in het vooruitzicht staan. Dat zorgt voor hoofdbrekens bij de leasingmaatschappijen. De Vlaamse particulier gaat gretig in op de EV-premie maar in de komende jaren zal die markt een flinke deuk krijgen wanneer de premie eind 2024 wordt stopgezet. Het risico bestaat dan dat er een tweesporen mobiliteit ontstaat: elektrische bedrijfswagens versus particuliere wagens met verbrandingsmotor.
Top 5 van nieuwe elektrische auto's
In de eerste 9 maanden van 2024 zijn de vijf best verkochte nieuwe elektrische auto's in B2B (dus bedrijven en leasing): de Tesla Model Y blijft op kop met 6.988 stuks, maar wordt nu op de voet gezeten door de Audi Q4 E-TRON (6.658 ex.). Op de derde plaats staat de BMW iX1 (5.052 ex.) vóór de Volvo EX30 (4.635ex.) die de vierde plaats pakt voor de neus van de Tesla Model 3 (4.150 ex.).
In het B2C-segment bezetten de Tesla Model Y (3.322) en Model 3 (1.898) de bovenste twee plaatsen. De top 5 wordt gecompleteerd door de Volvo EX30 (7336), de VW ID.4 (400) en de VW ID.3 (294). De Dacia Spring (282) verdwijnt na diens lanceringsperiode uit de top5.
Top 5 tweedehandse elektrische auto's
In B2B vallen drie merken op in de top 5 van gebruikte elektrische auto's: de Porsche TAYCAN (675) voert de lijst aan, gevolgd door de Tesla MODEL 3 (617) en de Model Y (388), en tot slot Audi e-tron (321) en de BMW iX (287).
De populairste modellen geregistreerd in B2C zijn: de Tesla MODEL 3 met 828 stuks, gevolgd door de Nissan LEAF met 325 stuks, de Fiat 500 met 314 stuks, voor de BMW i3 (296) en tot slot de Tesla Model S (293).
TRAXIO STATS
TRAXIO volgt maandelijks de inschrijving op van nieuwe-tweedehandse personenwagens, motorfietsen, bedrijfsvoertuigen, kampeerwagens, aanhangers en speed pedelecs. De TRAXIO-cijfers bieden heel wat nuttige details zoals onderverdelingen op nationaal en regionaal niveau, per brandstoftype, CO2-uitstoot, merk en leeftijd.
Aantal verkeersdoden met 12% gedaald in eerste 6 maanden van dit jaar Vooral aantal doden op autosnelweg stevig gedaald
Het aantal verkeersdoden op onze wegen is in de eerste 6 maanden van dit jaar met 12% gedaald. 198 personen kwamen om het leven ten opzichte van 226 in dezelfde periode in 2023. De laatste 1,5 jaar noteerden we keer op keer een daling in het aantal verkeersdoden in de Verkeersveiligheidsbarometer van Vias die elke 3 maand verschijnt op basis van gegevens van de Federale politie. Een van de meest gunstige tendensen zien we bij het aantal doden op de autosnelweg. Er vielen daar 23 doden in de eerste 6 maanden van het jaar ten opzichte van 37 vorig jaar en 57 vlak voor de coronacrisis. De uitrol van trajectcontroles op veel plaatsen in Wallonië op de autosnelwegen speelt daarin zeker een rol, maar ook de toegenomen filedruk in Vlaanderen kan een invloed hebben op deze cijfers van doden op de autosnelweg.
28 doden minder Tijdens de eerste 6 maanden van dit jaar is het aantal verkeersdoden met 12% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2023. (198 doden ten opzichte van 226). Er vielen dus 28 doden minder te betreuren. We noteerden het laagste aantal verkeersdoden sinds de creatie van de verkeersveiligheidsbarometer. Zelfs tijdens de coronapandemie, waren er ondanks de vele restricties, meer verkeersdoden. Begin 2023 werd die daling van het aantal verkeersdoden ingezet, die nu al 1,5 jaar bezig is. Het aantal letselongevallen daalt ook, maar veel minder sterk (van 17.948 naar 17.157, ofwel een daling van -4%). Hetzelfde geldt voor het aantal gewonden (van 21.675 naar 21.002, ofwel - 3%).
Evolutie 2023-2024 van het aantal letselongevallen en slachtoffers tijdens het eerste semester
1er semester 2023
1er semester 2024
Evolutie 2023-2024 (aantal)
Evolutie 2023-2024 (%)
Letselongevallen
17.948
17.157
- 791
- 4,4 %
Totaal aantal slachtoffers
21.901
21.200
- 701
- 3,2 %
Doden
226
198
- 28
- 12,4 %
Gewonden
21.675
21.002
- 673
- 3,1 %
104 doden in Vlaanderen, 93 in Wallonië In Vlaanderen is het aantal verkeersdoden gedaald van 121 naar 104, in Wallonië zagen we een daling van 100 naar 93. In Brussel kwam één persoon in het verkeer om het leven in de eerste 6 maanden van het jaar. Het aantal letselongevallen daalt licht in de 3 regio’s: van 11.227 naar 10.662 ongevallen in Vlaanderen (-5%), van 4825 naar 4682 ongevallen in Wallonië, (-3%) en van 1896 naar 1813 ongevallen in Brussel (-4%). Sterke daling van het aantal doden op de autosnelwegen 23 personen overleden in de eerste 6 maanden van het jaar in een ongeval op de autosnelweg. Dat is een aanzienlijke daling ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (37 doden). Dat is ook een laagterecord sinds de start van de verkeersveiligheidsbarometer. In Vlaanderen daalde het aantal doden op de autosnelweg van 23 naar 15 en in Wallonië van 14 naar 8. In Wallonië is een mogelijke verklaring dat het aantal trajectcontroles op de autosnelwegen fors is toegenomen. In Vlaanderen kan de toegenomen filedruk zeker meespelen in het feit dat de ongevallen op de autosnelweg minder ernstig zijn. Evolutie aantal letselongevallen en doden in België in eerste 6 maanden op de autosnelwegen
Tendensen volgens het type weggebruiker Stijging van het aantal doden bij motorijders Bij de gemotoriseerde tweewielers stijgt het aantal doden zowel bij de bromfietsers (van 4 naar 8 doden), als bij de motorijders (van 20 naar 28 doden). In Vlaanderen en Wallonië lichte stijging van het aantal ongevallen met een e-step Het aantal letselongevallen met een elektrische step daalt in Brussel (van 267 naar 225 ongevallen), maar neemt lichtjes toe in Wallonie (van 100 naar 110 ongevallen) en in Vlaanderen (van 382 naar 388). Dit toont aan het dit vervoersmiddel niet enkel in het Brussels straatbeeld te zien is. Bijna evenveel doden met een elektrische fiets als met een gewone fiets 17 mensen kwamen om het leven toen ze met een klassieke fiets reden, ten opzichte van 14 die met een klassieke fiets. In 2019 kwamen er in dezelfde periode nog 38 personen om het leven op een klassieke fiets, tegenover 10 op een elektrische fiets. Het feit dat steeds meer mensen rondrijden met een elektrische fiets speelt hierin zeker een rol. Conclusie De daling van het aantal verkeersdoden zet zich ook door in de eerste 6 maanden van 2024. Er vielen 28 doden minder in de eerste 6 maanden van het jaar ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Toch moeten we de resultaten van de rest van het jaar afwachten om een definitief bilan op te maken. Er is sowieso nog veel werk om de vooropgestelde doelstelling van 320 verkeersdoden per jaar tegen 2030 te bereiken. Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder reageert op de cijfers: “De cijfers gaan in de goede richting, maar elk slachtoffer in het verkeer blijft er natuurlijk een te veel. Er komen alsmaar meer weggebruikers bij, dus we moeten de inspanningen volhouden om de verkeersveiligheid te blijven verhogen en te versterken, met onder meer een masterplan Fiets met concrete acties voor de komende tien jaar. We betrekken ook de lokale besturen bij onze plannen, middels een doortastend verkeersveiligheidspact. De Vlaamse Regering gaat alvast duidelijke engagementen aan om te blijven investeren in maatregelen om de verkeersveiligheid van onder meer voetgangers, fietsers en steppers te verhogen.” Meer info VIAS institute
60% van zwaargewonde e-steppers loopt hoofdletsel op Vias institute stelt studie over ziekenhuisdata voor en presenteert wetenschappelijk comité
In België worden jaarlijks bijna 15 000 mensen gehospitaliseerd na een verkeersongeval. 23% daarvan loopt ernstige verwondingen op. Vias institute heeft op basis van alle ziekenhuisgegevens in kaart kunnen brengen welke letsels mensen oplopen per vervoersmiddel. Zo loopt 60% van alle ernstig gewonde e-steppers die in het ziekenhuis belanden na een ongeval een hoofdletsel op. Het aandeel van de fietsers in het aantal ernstig gewonden neemt jaar na jaar toe. Dat blijkt uit een nieuwe studie op basis van ziekenhuisdata die Vias institute vandaag voorstelt op hun wetenschappelijk symposium ‘Safe Journeys’. Vias stelt er ook zijn nieuw wetenschappelijk comité voor, waarvan traumachirurg Stefaan Nijs de voorzitter wordt.
Voor deze studie werd in detail gekeken naar de slachtoffers die ernstige verwondingen opliepen zoals schedelbreuken, heupbreuken of wervelletsels. Elk gehospitaliseerd slachtoffer krijgt op basis van zijn letsel(s) een ernstscore toegekend. Ernstig gewonde slachtoffers zijn in ziekenhuistermen MAIS3+ slachtoffers. Deze ernstige verkeersslachtoffers maken ongeveer een kwart uit (23%) van alle mensen die na een ongeval in het ziekenhuis belanden. Dat waren er 14 450 in 2022. Het aantal ernstig gewonden is in de afgelopen tien jaar gedaald met 19% van 4.191 gewonden in 2013 naar 3.386 gewonden in 2022. Deze daling houdt ons niet op koers om de vooropgestelde doelstelling van 50% minder ernstig gewonde slachtoffers tegen 2030 (tov van 2019) te halen. Uit de studie blijkt ook dat het totale aantal verkeersslachtoffers dat in het ziekenhuis wordt opgenomen 4 keer hoger ligt dan het aantal zwaargewonden dat door de politie wordt geregistreerd na een ongeval.
1 op de 2 ernstig gewonden in het ziekenhuis reed met de fiets Fietsers zijn de enige weggebruikers waarvan het aantal ernstig gewonden jaar na jaar gestaag toeneemt. Zij vertegenwoordigen momenteel de grootste groep ernstig gewonden en dit binnen alle leeftijdsgroepen. In 2022 was 1 op de 2 ernstig gewonden een fietser. Er is tot op heden geen mogelijkheid om op basis van deze data een onderscheid te maken tussen elektrische fietsen en gewone fietsen. Net zoals het totaal aantal ernstig gewonde fietsers de afgelopen jaren is toegenomen, wordt ook hun aandeel in het totaal aantal ernstig gewonden groter. In 2022 vertegenwoordigden zij 49% van alle ernstig gewonden, ten opzichte van 37% in 2016. Het aandeel van ernstig gewonde auto-inzittenden is daarentegen kleiner geworden (van 27% naar 16%). Aandeel van elke verplaatsingswijze in het totaal aantal ernstig gewonden( MAIS 3+) per leeftijdsgroep
Het merendeel van de ernstig gewonden is tussen de 40 en 64 jaar oud (38%) of ouder dan 65 jaar (31%). Bij de jongste weggebruikers tussen 0 en 14 jaar oud daalde het aantal ernstig gewonden de afgelopen jaren fors (-44%). Voor het eerst zijn er minder dan 100 kinderen jonger dan 15 jaar die ernstig gewond geraakten. Verder zijn ernstig gewonden vaker mannen (70%) dan vrouwen (30%). Wie is de opponent? Wat betreft de opponent, raken ernstig gewonden het vaakst ernstig gewond na een botsing met een gemotoriseerd voertuig. Bij voetgangers geldt dat zelfs voor 85% van de gevallen. Verder zijn ernstig gewonde e-steppers en fietsers relatief vaak betrokken in eenzijdige ongevallen. Bij fietsers is ruim meer dan de helft van de slachtoffers in het ziekenhuis beland na een val zonder tegenpartij. 60% van ernstige gewonde e-steppers geraakt aan het hoofd Op basis van de ziekenhuisdata kunnen we een beter zicht krijgen op de aard van de letsel per vervoerswijze. Voor het eerst zijn er nu ook data voor e-steps beschikbaar. Vanaf 2022 kunnen voor het eerst elektrische steps onderscheiden worden in de ziekenhuisgegevens. Ook al gaat het in absolute cijfers over een relatief kleine groep, toch bleek dat 60% van hen een zwaar hoofdletsel opliep.Traumachirurgen riepen al eerder samen met Vias institute op om de helm te verplichten voor bestuurders van een e-step. 24% van de gebruikers van e-steps liep ook een letsel aan de heup en het bovenbeen op. Welke letsels komen het vaakst voor bij de andere weggebruikers? Ernstige letsels aan het hoofd komen naast de kleine groep van e-steppers ook het vaakst voor bij voetgangers (46%), fietsers (42%) en auto-inzittenden (35%). Daarbij moeten we opmerken dat er in absolute cijfers 4,5 keer meer fietsers een hoofdletsel oplopen dan voetgangers en 2,5 keer meer dan auto-inzittenden.
Bij fietsers merken we ook een hoog aandeel gewonden met een ernstig letsel aan het bovenbeen (42%). Bij auto-inzittenden worden naast het hoofd (35%) ook vaak letsels aan de borst (35%) en heup en bovenbeen (22%) vastgesteld. Gemotoriseerde tweewielers hebben het vaakst letsels aan heup en bovenbeen (31%), hoofd (27%) en borst (24%). Wetenschappelijk comité moet de kwaliteit van het onderzoek nog verder verbeteren Vandaag organiseert Vias institute een wetenschappelijk symposium waar onder andere de resultaten van de studie rond ziekenhuisdata nog verder in detail wordt toegelicht. Bij die gelegenheid wordt ook het nieuwe wetenschappelijk comité van Vias voorgesteld. Een groep van topwetenschappers uit verschillende beleidsdomeinen zal vanaf nu enkele keren per jaar samenkomen om de kwaliteit en methodologie van de onderzoeken van Vias op een objectieve en neutrale wijze te challengen. Vias institute heeft een onderzoeksteam van zo’n 25 onderzoekers met een gevarieerde professionele achtergrond zoals verkeersdeskundigen, psychologen, statistici, sociologen, etc.
Met het nieuwe wetenschappelijk comité haalt Vias extra kennis uit diverse domeinen in huis om steeds mee te zijn met de meest recente onderzoeksmethoden die ook gebruikt kunnen worden voor onderzoek naar verkeersveiligheid en mobiliteit. Het comité bestaat uit leden van UCL, ULG, de Koninklijke Militaire School, VUB, Sciensano en het NICC. Voorzitter van het wetenschappelijk comité wordt topdokter en traumachirurg Stefaan Nijs. Hij is momenteel medisch wetenschappelijk manager en voorzitter van de divisie heelkundige specialismen te UMC Utrecht. Stefaan Nijs, voorzitter wetenschappelijk comité Vias institute: “Ongevallen blijven de levens van slachtoffers en hun omgeving voor altijd ontwrichten. Als zorgprofessional en onderzoeker heb ik me al heel mijn loopbaan ingezet om de zorg voor slachtoffers individueel en op organisatorisch vlak te verbeteren. Maar als je geconfronteerd wordt met een slachtoffer dat ondanks maximale inspanning achterblijft met blijvend ernstige beperkingen en verlies van dromen, als je aan een ouder moet vertellen dat haar kind het niet gehaald heeft, dan besef je dat preventie, zoals bij de meeste medische aandoeningen, veel meer impact heeft. Daarom is het een enorme eer om samen met de andere leden va het wetenschappelijk comité, gedreven professionals met verschillende achtergronden, van gedragswetenschappers tot ingenieurs, het werk van Vias te kunnen ondersteunen in het vormgeven en realiseren van de kennisagenda en zo de slachtoffers van morgen te voorkomen."