Vervolg en slot : Jeugdherinneringen van Lisette Fierens.
Dan hebben wij, Fons van Zillekes (alias Polspoel) en ik, het veel gemakkelijker gehad. Wij waren allebei van Leest. Ik heb Fons wel leren kennen bij een tante van hem, waar zijn ouders met hun kinderen uitgenodigd waren op de kermis in Battel rond een 15 augustus. Het was le coup de foudre, zoals men zegt. Ik kende de hele familie Polspoel, nonkels, tantes, neven en nichten, behalve Fons. Het leven hangt soms af van het toeval, het gelukkige toeval !
In Hombeek konden vroeger de meisjes vanaf 14 jaar, bij de zusters naar de naaischool en zo heeft mijn mama de tante van Fons leren kennen en was ik bevriend met zijn nicht. En voila ! Wij waren na bijna vijf jaren verkering, getrouwd in 1960. Het is in de kerk snel moeten vooruitgaan, omdat die zaterdag Frans Huybrechts (Sooike) begraven werd. Wij gingen in Mechelen wonen, omdat de stad enkel werk gaf aan mensen die in de stad woonden. Nu met de deelgemeenten speelt dat geen rol meer.
Fons werd aangenomen in 1957 als hovenier-bloemist. Wij hebben ruim 40 jaar zeer gelukkige jaren gekend, tot Fons het moest afleggen tegen de ziekte die hem de baas was. Fons was een mens met een zacht karakter en met gouden handen. Een mens om van te houden.
Ondertussen ben ik bijna 20 jaar weer in mijn dorpje, dat mij het liefst van de hele wereld is. De vier kinderen die uit onze verbintenis sproten hebben gezorgd voor tien kleinkinderen en nog dit jaar zullen er zes achterkleinkinderen zijn. Wij hebben niet voor niets geleefd !
Ik blijft het zeer moeilijk hebben met de fusie van mijn dorpje met Mechelen. Ook al woonde ik toen zelf in de stad. Mensen daar hebben een andere ingesteldheid. Een dorp is anders dan een stad, de mensen zijn er opener. Ik woon hier zo graag en Fons was hier ook zo graag terug komen wonen als hij gepensioneerd was. Maar ja, het lot heeft het anders bepaald.
Het dorp, bij de rivier met de verhoogde dijken, werd door een dwaze fusie stad. Meteen het eind van zijn eendrachtige tweespalt betekende dat.
Het dorp wordt nu bestuurd vanuit een ivoren bastion onbereikbaar ver, omringd door strenge wachters, wijl hun vroegere burgervader, met hem kon men spreken, behoorde tot de rang der pachters.
Het dorp, hoe liefelijk landelijk ligt het daar, wat heeft het niet al prijsgegeven : zijn straatnamen, zichzelf en zijn beslotenheid, het onderste uit de beurs om de stad te laten leven.
Het dorp, hoe dat het ook geniet van allerlei voorzieningen en stadse wetenschap, mist, net als Jonas in de walvisbuik, bewegingsvrijheid en meezeggenschap.
Dit zijn de gevoelens zoals ik ze destijds neerschreef en mij altijd zullen bijblijven. De Winkelstraat had destijds een jaarlijkse kermis, kleinschalig maar toch. Aan de hoek met de Tiendeschuurstraat werd er een spiegeltent gezet. De kinderen van Mil De Cock en Tooir van de Veit, regelden dat. Thuis hadden ze café en ze waren gewoon mensen te plezieren. Volgens inlichtingen van Robert Verbruggen, zou de kermis begin jaren ’50 de laatste adem uitgeblazen hebben.
Tijdens onze kinder -en jeugdjaren werd ons jonge leven geregeld door de wetten van de katholieke kerk. Trouwen was enkel toegelaten voor jonge mannen die een lief hadden gezocht in een andere gemeente. Meisjes trouwden in de kerk van de parochie waar ze woonden. Kinderen die in een andere gemeente les volgden, moesten toch hun communie doen in onze kerk. Het woordje seks kenden wij niet. Sekte dat kenden wij wel. Wie een andere religie aanhing was een heiden. Hij was bij een andere sekte. In het portaal van de kerk hingen destijds affiches met de namen van slechte films, af te raden of te mijden. De namen van kranten die niet door katholieken mochten gelezen worden en zelfs de parochiepriesters wezen er in hun zondagse preek op. In sommige boeken stond een imprimatur : welke lectuur geschikt was voor jongeren of volwassenen. Boeken die het referaat index kregen mochten gewoon niet gelezen worden en werden des duivels genoemd. Zelfs het gewijde boek de Bijbel mocht niet gelezen worden door Jan Modaal. De vrijdagen aten wij geen vlees. Er was het ei, er was haring in al zijn vormen, er was gebakken vis. In de vasten en de advent kwam er de woensdag ook nog bij (vleesloos). Vigiliedagen dagen van onthouding. Ook kinderen werden aangeraden te vasten : minder snoep, minder chocolade. Wie als volwassene zware arbeid moest verrichten, moest niet vasten, maar geldelijke steun geven, uiteraard aan de kerk.
Dat een oorlog sporen nalaat, ook bij kinderen, daar getuigt het volgende over. Maria Diddens, Leontine Geens en ik, zitten gezellig te babbelen op de drempel van de St. Jozefskapel. Het zal een feestdag in de week geweest zijn, anders was ik niet in het dorp. Aan de kapel splitsten onze wegen, vandaar. Op zeker ogenblik hoorden wij vliegtuigen brommen, dat geluid zwol aan en wij werden echt doodsbang, wij dachten dat het weer oorlog ging worden. Zo diep zat die angst er nog in (rond 1949).
Ik ben altijd een grensgeval geweest. Geboortig van Vilvoorde kreeg ik de spotnaam “Pjijrefrijter” mee. Wij woonden in de Far West, een buitenwijk van de stad. Die naam is afkomstig van een cinema waar voor de goedkoop, enkel Westerns gedraaid werden.
In Hombeek, waar wij als kinderen geen uitstaans mee hadden, wij woonden in de Pikkerie, de buitenkant van Hombeek, wat geestelijk Zemst-Laar was, ik liep er school tot het derde leerjaar (september-oktober), ik deed er ook mijn eerste communie. Als wij naar Leest kwamen wonen, werd ik weer een grensgeval. Pal bij Hombeek.
En toch is mijn hart hier vastgeankerd. Mijn vader sprak altijd over fluitjes die hij als kind zelf sneed van klakkebussenhout, dat zouden takjes zijn van vlierstruiken (Sambucus). Die zijn hol.
Erratum : ergens in de tekst vermeld ik dat we na ons vormsel koffiekoeken kregen met cacao. Wij kregen limonade te drinken. Lekkere limonade van bij Huysmans, in speciale flesjes met een knikker in. Het was de eerste maal dat ik dat zag.
Lisette Polspoel-Fierens.
Foto’s :
-Huwelijksfoto van Fons en Lisette.
-De flesjes van de limonadefabriek van de familie Huysmans.
-Diverse etiketten van de Leestse limonade.
-“Belgica Lemonade” van de familie Huysmans-Coosemans.
-Mooie tekening van Scheurcapruyn van Stefaan De Laet.
Vervolgt met : Fé POLFLIET : een brokje nostalgie.
In ons dorp zijn nog amper drie herbergen : den Bareel, de Vivelamour en de Gapers. In 1946 waren er dat een aantal meer : ’t Brughuis, Torrekes, de Lange Fons, In den Bareel, Toeir van Lijres, Potzenieke van Ivo’s, Schuermans, Jeanne van Sooi (café en zaal), Mandus (kleermaker en herbergier), de Pitte (Symons), Jules van den Taar, de Croes, Jef Bos en de Rozelaar (café en evenementenzaal) en schrijnwerkerij. En zij hadden allemaal klandizie, de een al wat meer dan de ander.
Dat Leest op feest rijmt, hebben vele organisaties bewezen. Wij, Bertha Smulders en ik, hebben die van onze leeftijd, toen we vijftig werden, bijeengeroepen. Om de vijf jaar doe ik het nu met Rosa Verlinden. De eerste maal waren wij met ruim honderd personen (de partners erbij). Toen we tachtig werden waren er slechts vijftien. Niet iedereen is nog mobiel op die leeftijd en overledenen kunnen helaas niet meer aanwezig zijn.
Op die samenkomsten werd er wat af verteld. Ik herinner mij nog Karel Fierens (reeds overleden). Hij was, als schoolgaande jongen, met de fiets in de Kouter voorbij het huis van meester Huysmans gereden en zag op de voorgevel “Morgenster” staan. Hij zei luidop “Behoudenis der Kranken” (uit de litanie van O.L.Vrouw). Nu wil het toeval toch dat meester Huysmans ergens buiten stond waar hij Karel dat kon horen zeggen. Hij werd de volgende schooldag op het matje geroepen en mocht de litanie enkele malen opschrijven als straf.
Karel was gehuwd met een zekere Suzy Dourlein, hoe hij ze heeft kunnen strikken, is ook zo’n verhaal. Karel was lid van de Chiro, en chiroleden trekken jaarlijks op kamp en dat kan soms dicht tegen Nederland zijn. Wat ooit gebeurde ! Suzy woonde in Baarle-Hertog, een Belgische enclave in Nederland. Na het kamp schreef Karel een briefje naar Suzy en die zei tegen haar zus : wat moet ik met die brief ? Haar zus zei, geef hem aan mij, ik zal er op antwoorden. Maar dat viel niet in de smaak van Suzy. Ze zei, hij heeft naar mij geschreven en ik schrijf terug. En het werd koekenbak.
Maar ja, Baarle en Leest zijn wel een stuk verwijderd van elkaar, hoe overbrug je dat ? Geen wagen ter beschikking, met de fiets dan maar. Enkele maanden dacht Karels vader dat hij ergens een vriendinnetje had in de Walen en hij gaf hem altijd wat geld, om zijn treinticket te kunnen betalen. Karel stak dat geld wijselijk weg en reed met de fiets naar zijn geliefde.
Vervolgt.
Foto’s :
-Het Brughuis van de familie Apers aan de Zennebrug.
-Café “De Sportvriend” van Fons Scheltiens en Roos Beullens.
-Café “In den Sleutel” van de familie Jacobs (“Potzenieke van Ivo’s”)
-Café “Welkom” van Mandus de kleermaker.
-Huize “Morgenster” van de familie Huysmans in de Kouter.
Voor de kerkklokkenwijding in 1950 heb ik, in de tuin van de pastorij, nog mee helpen suikerbonen in tipzakjes steken. Ik weet nog dat het redelijk warm was en dat we af en toe onze handen in water moesten afspoelen omdat de bonen aan onze vingers plakten. Ook in Leest waren de klokken weggeroofd door de Duitse bezetter, om ze om te smelten en tot kanonnen te gieten. Spotliedjes op hun grote leider waren er genoeg :
“Hitler dee e verke dooit Chamberlain dieje kreeg ne poeit en Daladjee dieje kreeg het sjeike mee, hé. En Hitler was nen ezelsdrijver. Hij dreef zijn ezels naar het front en toen zij daar waren aangekomen, toen sch…. z’heule broek vol str… Reikketeik de mitrajeus zjust oep Hitler zaaine neus en dieje zot dieje bleift serjeus es da ni kerjeus ?”
Na het zesde leerjaar gingen de meeste kinderen van dorpsscholen naar de stad, om daar, na het lager onderwijs, de humaniora aan te vatten.
Sommigen waren lid van de BJB of de boerinnenjeugdbond. Voor de jongens was er al gauw de Chiro, voor de meisjes ook de Kruistocht, waar ik bij was -maar geen Chiro. Omdat de oorlog nog niet zo lang voorbij was, noemde men die vereniging soms smalend, Hitlerjeugd.
Wij hebben in ons dorpje een gelukkige tijd beleefd. Er woonde in Leest ook een doktoor -een speciale, gekend als de brutaliteit zelve. Het moet gezegd, als men iets aan de longen mankeerde, dan was je bij hem aan het juiste adres. Twee soorten siroop, zelf bereid, het ene jaar groene het andere jaar bruine. Maar genezen was je. Als er natuurlijk, bij een open wonde, naaiwerk aan te pas kwam, dat was een ander paar mouwen. Met zichzelf had de dokter ook geen medelijden. Als het enigszins kon bezocht hij zijn patiënten (klanten) met de fiets. Niet omdat er toen al files waren, maar gewoon, fietsen is gezond ! Hij had een mooie lieve vrouw, die maakte van dat brutale van hem, veel goed. Een vriendelijke babbel als men de klaargemaakte recepten ging afhalen, want in ons dorp was geen apotheker. De dokter is helaas verongelukt, na een huisbezoek, toen hij de baan overstak om naar zijn wagen te gaan in Heffen. (Noot : dokter M. Stuyck °Antwerpen 11/8/1900, +Heffen 24/12/1962)
Vervolgt.
Foto’s :
-Tijdens de tweede wereldoorlog werden in 1943 ook te Leest de kerkklokken weggehaald om ze om te gieten tot kanonnen. Zij wogen respectievelijk 928 en 234 kg. De derde klok was gebarsten en bleef ter plaatse.
-Marie-José Croes (“José van Sinne”) en een dochtertje van dokter Stuyck namen, op de vrachtwagen die ze wegbracht, afscheid van de klokken…
- De Leestse Kruistochters in 1949 rond onderpastoor De Schutter. Onderaan zittend v.l.n.r. : Agnes Piessens, Maria Selleslagh, Maria Lamberts, Emilia Verbruggen, Leo Jacobs, Lisette Fierens, Rosa Verlinden, Lutgard Hellemans, Isabella Vloebergh. Tweede rij : staande : Gusta Jacobs, zittend Maria Diddens, Godelieve Bradt, Paula Bradt, onderp. De Schutter, Josephine Absillis, Louisette Van Baelen, Leontine Geens, staande : Aline Van der Taelen. Derde rij : Louisa Vloebergh, Mathilde Verbruggen, Virginie Absillis, Roza DeRooster, Godelieve Stuyck, onbekend, Celine Selleslagh. Vierde rij : Agnes Van den Heuvel, Hilda Van Steen, Victoire Verschueren, Maria Spinnael, Carola Lamberts, Maria Lauwers (?). Bovenste rij : Paula Vloeberghen, Paula Beterams, Maria Verbruggen, Maria Scheers, Josephine De Decker en José De Wit.
Voor de kerkklokkenwijding in 1950 heb ik, in de tuin van de pastorij, nog mee helpen suikerbonen in tipzakjes steken. Ik weet nog dat het redelijk warm was en dat we af en toe onze handen in water moesten afspoelen omdat de bonen aan onze vingers plakten. Ook in Leest waren de klokken weggeroofd door de Duitse bezetter, om ze om te smelten en tot kanonnen te gieten. Spotliedjes op hun grote leider waren er genoeg :
“Hitler dee e verke dooit Chamberlain dieje kreeg ne poeit en Daladjee dieje kreeg het sjeike mee, hé. En Hitler was nen ezelsdrijver. Hij dreef zijn ezels naar het front en toen zij daar waren aangekomen, toen sch…. z’heule broek vol str… Reikketeik de mitrajeus zjust oep Hitler zaaine neus en dieje zot dieje bleift serjeus es da ni kerjeus ?”
Na het zesde leerjaar gingen de meeste kinderen van dorpsscholen naar de stad, om daar, na het lager onderwijs, de humaniora aan te vatten.
Sommigen waren lid van de BJB of de boerinnenjeugdbond. Voor de jongens was er al gauw de Chiro, voor de meisjes ook de Kruistocht, waar ik bij was -maar geen Chiro. Omdat de oorlog nog niet zo lang voorbij was, noemde men die vereniging soms smalend, Hitlerjeugd.
Wij hebben in ons dorpje een gelukkige tijd beleefd. Er woonde in Leest ook een doktoor -een speciale, gekend als de brutaliteit zelve. Het moet gezegd, als men iets aan de longen mankeerde, dan was je bij hem aan het juiste adres. Twee soorten siroop, zelf bereid, het ene jaar groene het andere jaar bruine. Maar genezen was je. Als er natuurlijk, bij een open wonde, naaiwerk aan te pas kwam, dat was een ander paar mouwen. Met zichzelf had de dokter ook geen medelijden. Als het enigszins kon bezocht hij zijn patiënten (klanten) met de fiets. Niet omdat er toen al files waren, maar gewoon, fietsen is gezond ! Hij had een mooie lieve vrouw, die maakte van dat brutale van hem, veel goed. Een vriendelijke babbel als men de klaargemaakte recepten ging afhalen, want in ons dorp was geen apotheker. De dokter is helaas verongelukt, na een huisbezoek, toen hij de baan overstak om naar zijn wagen te gaan in Heffen. (Noot : dokter M. Stuyck °Antwerpen 11/8/1900, +Heffen 24/12/1962)
Vervolgt.
Foto’s :
-Tijdens de tweede wereldoorlog werden in 1943 ook te Leest de kerkklokken weggehaald om ze om te gieten tot kanonnen. Zij wogen respectievelijk 928 en 234 kg. De derde klok was gebarsten en bleef ter plaatse.
-Marie-José Croes (“José van Sinne”) en een dochtertje van dokter Stuyck namen, op de vrachtwagen die ze wegbracht, afscheid van de klokken…
- De Leestse Kruistochters in 1949 rond onderpastoor De Schutter. Onderaan zittend v.l.n.r. : Agnes Piessens, Maria Selleslagh, Maria Lamberts, Emilia Verbruggen, Leo Jacobs, Lisette Fierens, Rosa Verlinden, Lutgard Hellemans, Isabella Vloebergh. Tweede rij : staande : Gusta Jacobs, zittend Maria Diddens, Godelieve Bradt, Paula Bradt, onderp. De Schutter, Josephine Absillis, Louisette Van Baelen, Leontine Geens, staande : Aline Van der Taelen. Derde rij : Louisa Vloebergh, Mathilde Verbruggen, Virginie Absillis, Roza DeRooster, Godelieve Stuyck, onbekend, Celine Selleslagh. Vierde rij : Agnes Van den Heuvel, Hilda Van Steen, Victoire Verschueren, Maria Spinnael, Carola Lamberts, Maria Lauwers (?). Bovenste rij : Paula Vloeberghen, Paula Beterams, Maria Verbruggen, Maria Scheers, Josephine De Decker en José De Wit.
Wij bedeelden elke week het Parochieblad van Leest bij Van Aken en in de Winkelstraat en nog twee huizen (er stonden er maar twee) in de Kapellebaan, nu Kapelseweg, bij Lattes (De Smedt) en bij Mil van ’t Broekske (Geets). Wij moesten ook jaarlijks rondgaan voor de betaling van het Parochieblad en een soort factuurtje invullen met naam en adres als bewijs. Het adres van Van Aken hebben wij nooit geweten, wij schreven dan maar gewoon de naam en dat volstond.
Wij hadden op school in de godsdienstles geleerd dat, als men te communie ging, men alles mocht vragen aan God en men zou dat bekomen. Ik ben in het 5de en 6de leerjaar bijna elke morgen, in de week, alleen en te voet naar de mis van 7 uur geweest, nuchter, te communie gegaan, en telkens erna, aan God gevraagd, gesmeekt, gebeden om een broertje of een zusje. Ik heb het nooit gekregen. Ik wist natuurlijk, toen nog niet, hoe de vork in de steel zat.
Na de mis ging ik bij de familie Hellemans mijn meegebrachte boterhammetjes opeten. Daarna ging ik met Lutgart naar school. Mijn plechtige communie deed ik in mei ’50. Mijn communielief was Cois Piscador.
Gevormd zijn we het jaar nadien, in Hombeek. Meter was Madammeke Voet, peter Pieter De Prins. Na de plechtigheid, kregen wij koffiekoeken met cacao.
Bij Mariette Solie thuis heb ik, voor de eerste keer in mijn leven, ballekens met krieken zien maken. Jules van Nooikes, alias Egied Solie (Noot : Egidius Solie, °Leest 22/7/1895, +Hombeek 24/3/1983) had een hoeveke en moest het, door omstandigheden, alleen zien te runnen. Victorine, zijn vrouw (Noot : Sophia Victorina De Hondt, °Leest 11/2/1899, +Hombeek 30/3/1982), was een zware reuma-patiënte. Haar vingers waren haast dichtgeplooid maar haar huis was tip-top in orde, zij kon lekker koken. In onze straat woonden drie zussen van Jules : Fien, die getrouwd was met den Braver, alias Huysmans. Ik denk dat Fien al weduwe was want ze had nog twee dochters. Later zijn er nog twee zonen bijgekomen, waarvan nonkel Waar mijn vaders vriend was. (Noot : Fien Solie, alias “Fien van den Braver” -den Brouwer- huwde tweemaal. Eerst met Marcel Huysmans, later met zijn neef Fons Huysmans, °Leest 18/11/1881, +Mechelen 9/3/1974). Dan had men nog Marie, (Noot : Marie Solie, °Leest 29/3/1882, +Mechelen 14/6/1977) die met Charelke Silverans (Noot : °Zemst 28/2/1882, +Leest 1/12/1956) getrouwd was. Hij was een uiterst lieve man. En dan was er nog Sjefie (Sophie), (Noot : Anna Maria Sophia, °Leest 15/12/1892, +Mechelen 3/7/1978) gehuwd met Vliejeske, alias Frans Coeckelbergh (Noot : °Leest 22/4/1891, +Leest 18/12/1964).
Waar haalt men die bijnamen hé ? Zo had men in onze straat Janneke van Dietes, alias Daelemans en Stanske van den Iekelijn, die Mertens heette. Van sommige mensen kenden wij beter de toegeworpen naam dan de echte.
Vervolgt.
Foto’s :
-De boerderij van Van Aken naar een schilderij van meester Meyers (thans Tiendeschuurstraat).
- Vriendinnetjes Agnes Piessens en Lutgart Hellemans.