“Op de baan naar Heffen ter hoogte van het voetbalterrein, deed de genaamde Celine Van Beveren een val en werd daardoor aangereden door een auto, die het slachtoffer wou mijden doch er niet meer in gelukte. Zwaar verwond werd zij ter verpleging overgebracht naar het Stedelijk Gasthuis te Mechelen, waar zij voor verdere behandeling verbleef. Naar we met vreugde konden vernemen is zij thans aan de beterhand, zodat alle gevaar schijnt geweken te zijn. Wij wensen aan onze dorpsgenote een spoedig en algeheel herstel toe en een spoedige terugkeer bij haar ouders en zuster. “ (De Band, 1960)
G.v.A. van 18 en 19 oktober : Jonge wielrijdster door auto gevat.
“Een vijftal scholiersters reden maandagnamiddag per fiets op de Gentse stw in de richting Heffen. De 11-jarige Celina Van Beveren uit Leest, die langs de kant van de rijbaan reed werd gegrepen door een auto en diende met erge kwetsuren overgebracht naar het O.L. Vrouwgasthuis. De aanrijdende auto, bestuurd door Joseph Van den Bergh uit Liezele, kwam in de gracht bezijden de baan terecht.” Uit dankbaarheid voor de goeie afloop gingen moeder Marie en Celine te voet naar Scherpenheuvel, samen met de “Compagnie”.
Celine is een dochter van Hendrik Van Beveren (°Hombeek 5/6/1913, +Leest 6/8/1989) en van Maria ‘Marie van Ston’ Busschot (°Leest 11/7/1915, +Leest 29/7/1989). Het echtpaar had nog een dochter Clara en woonde in de Scheerstraat, thans Ten Moortele. Celine werd te Mechelen geboren op 8 juni 1947. Ze zou jarenlang een kapperszaak uitbaten in de Vinkstraat. Ze was gehuwd met Jozef Debroey die haar twee zonen schonk : Alain en Michel. Na haar echtscheiding was ze tot aan haar dood de levenspartner van Frans Somers. Celine overleed totaal onverwacht en veel te jong thuis te Leest op 20 februari 2014.
Foto’s :
-Haar eerste schoolfoto als peuter in de meisjesschool van Leest.
-Celine tijdens haar plechtige communie in 1957.
-Als volwassene naast haar vriendin Amelie Portael.
-Haar woning met kapsalon op de hoek van de Vinkstraat.
In de parochiezaal met muziek, dans, toneel en komisch optreden... Met de medewerking van de Landelijke Jeugd, de K.F. St.-Cecilia, het gemengd Zangkoor St.-Cecilia, Rust Roest en de humorist conferencier Flup Van Marke. Het verslag verscheen in “De Band” van september 1960: “Mag het niet gezegd, dat het een reuzen-succes is geweest, een bomvolle zaal die te dezer gelegenheid een feestelijk vertoon aandeed, een zeer aandachtig publiek genietende van een zeer verzorgde muzikale omlijsting door de Koninklijke Fanfare Ste Cecilia verzorgd om dan de zeer smaakvolle nummertjes op prijs te stellen door de Landelijke Jeugd uitgevoerd. De lachspieren werden ook in actie gebracht door de Toneelafdeling “Rust-Roest” met het soldatenspel “De ongelukkigste piot van ’t leger”, uitgevoerd door oud-soldaten, alweer een uitdrukking van sympathie tegenover kameraden die ze niet vergeten. Kan het beter en schoner? Daarna de overgang naar het operette-genre. Wie zou er niet tevreden geweest zijn bij het aanhoren van het “Zigeunerkoor” met de “Vogelkoopman” en “In ’t Witte Paard”. Het applaus dat het Gemengd Ste Ceciliakoor van Leest mocht in ontvangst nemen was dan ook oververdiend, meteen moet het niemand verwonderen dat dit koor overal gevraagd wordt. Wij mogen zeker de humorist-conferencier niet vergeten. Wat hij deed was keurig en zeer goed. Spijtig dat hem niet meer tijd kon gegeven worden. Wij hopen hem terug te zien in ons midden zodra de gelegenheid zich zal voordoen. Het beoogde doel werd zeker en vast bereikt, met harmonische samenwerking het verhoopte succes bekomen, dank zij u allen ! De voorzitter van Milac heeft het wel degelijk gezegd bij zijn welkomstrede : zon brengen door een brief te schrijven; Milac te steunen in zijn werking voor onze Leestse soldaten, want dat bij mekaar genomen geeft de soldaat het bestendig gevoelen en de overtuiging niet alleen te staan. Wij twijfelen er niet aan, dat de inhoud der spreekbeurt, gehouden door de Z.E.H. Legeraalmoezenier, ten volle begrepen is geworden, en dat iedereen zonder uitzondering steeds zal denken aan wat de spreker zegde en wat ook de kern van zijn toespraak was, zal onze jongen in het leger niet verworden ? Kon in klaardere taal het zedelijk aspect ervan in ’t licht gesteld worden ? In verband hiermee heeft Milac een aangename taak te vervullen, en dat zal ook de bestendige betrachting zijn ! Sluiten wij met dank te zeggen aan de heer Burgemeester, Schepenen en Gemeenteraadsleden omdat ook zij, tot de laatste gmeeente-vertegenwoordigers, tegenwoordig waren op deze Milac-avond : het strekt tot hun ere !”
1960 – 5 oktober : Ongeval met brommer
Op de Battelsesteenweg had een aanrijding plaats tussen een bromfiets (een Flandria King) bestuurd door de Leestenaar Jan Van Rompaey uit de Juniorslaan en een camionette bestuurd door Antoon Leemans uit Mechelen. Jan werd licht gekwetst opgenomen in het Stedelijk Gasthuis van de Keizerstraat te Mechelen. Jan was toen omroeper bij de NV Radiodistributie onder leiding van P.J. Fluit. (G.v.M. van 5/10 en medegedeeld door J. Van Rompaey) Jan Van Rompaey was te Blaasveld geboren op 31/12/1939 en gehuwd met Elza Rainson die hem twee kinderen schonk : Jurgen en Véronique. Tot zijn pensionering werkte hij bij het Ministerie van Financiën (de Belastingsdienst).
1960 – 9 oktober : Algemene Vergadering Vrouwengilde
Met voordracht over “Gezond leven om niet ziek te worden”. Nadien volgde koffie en gebak… (DB)
1960 – 13 oktober – G.v.A. : Politierechtbank van Mechelen. Gevoelige straf
“Op een avond werd de fietser D.B. Frans uit Leest, in overtreding genomen op het wegverkeer. Toen de vaststellingen moesten worden genoteerd bleek het niet alleen dat de overtreder zijn eenzelvigheidsbewijs niet bij had maar dat hij bovendien per fiets had gereden in een periode waarin hij wegens ontzetting door een vonnis niet mocht rijden. Dit alles woog natuurlijk zeer zwaar door toen de rechtbank de betichte moest oordelen. Bij verstek werden de beschuldigde verschillende geldboeten opgelegd voor een totaal bedrag van 17.800 frank terwijl hij verder voor een termijn van 6 maand werd ontzet uit het recht een voertuig te besturen.”
1960 – 16 oktober : Algemene Vergadering B.J.B.-Meisjes
25 meisjes waren aanwezig om de kerngedachte van dit jaar door te krijgen : “het ligt in onze handen”. Therese Wauters was speciaal per fiets uit Keerbergen gekomen om de praktische wenken te geven : “Hygiëne van het meisje”. (DB)
Foto’s : -Het stedelijk gasthuis van Mechelen in de Keizerstraat waar Jan Van Rompaey werd heengebracht. -Jan Van Rompaey was een tijdlang omroeper bij de Radiodistributie van de stad Mechelen. -De Flandria King waarmee de aanrijding gebeurde. -Jan op oudere leeftijd. -Zijn doodsprentje.
“Leest mag er fier op zijn een bloeiende plaatselijke afdeling van de B.B. te bezitten. Gesticht door de heer Victor De Laet, op 22 juni 1919, met als medestichters : F. Van der Hasselt, Ed. Van Boxom, Fr. Van Loos, L. Selleslagh, Ch. De Borger, J. Spruyt, J. Selleslagh en J. Verlinden. Deze stichting ondervond veel tegenstand vanwege de boerinnen, die dachten dat de vergaderingen van de gilde, niets anders waren, dan een gelegenheid van hun mannen, om een avond uit te gaan en een grote pint pakken. De 25ste verjaring van deze gebeurtenis, werd een paar jaar terug herdacht, met de wijding van een mooie bondsvlag, een optocht en een welgelukte feestvergadering. Thans telt onze gilde 124 leden. Dank zij de zorgen van de toegewijde Voorzitter en zaakvoerder, die kosten noch moeite sparen, krijgen we steeds de beste voordrachtgevers op de maandelijkse vergaderingen, die spijtig genoeg soms door zo een klein aantal leden bijgewoond worden. Ik weet nu wel, al wat die heren vertellen kan niet nageleefd worden, moesten we het doen : dan waren we soms al “failliet” voor we begonnen. Maar iets valt er toch op iedere vergadering wel bij te leren en mee te dragen, en dommer zullen we er niet door worden. Na de vergadering is er ook gelegenheid een kaartje te leggen, een pint te drinken of een gezellig babbeltje te doen, en wees gerust, onze vrouwen tegenwoordig hebben er niets meer tegen dat we eens een uurtje later uitblijven. Laten we dan nu het Winterseizoen begint, het voornemen maken de vergaderingen talrijk en aandachtig bij te wonen, tot profijt van ons zelve en tot bloei van onze Boerengilde. M.V.”
1960 – Septembernummer “De Band” : KWB-rubriek
“…dus mannen, vanaf de eerste vergadering op post , want wij zullen rekening houden met de programma’s van de Televisie…” (Emiel Polfiet)
“Heel vlug ging er een schoon werkjaar voorbij in onze jonge beweging. Schoon…omdat er iets gedaan werd door onze leden. Schoon, omdat er moeilijkheden waren die moesten overwonnen worden, en vooral omdat we hopen en het ook geloven, dat er iets bereikt werd. We hielden kleine studievergaderingen, zochten naar een wachtwoord en probeerden, zo goed en zo kwaad als het ging, er iets van in toepassing te brengen. We speelden met ballen, patatten, telloren, enz, lieten af en toe onze speurzin werken, deden trektochten van groot formaat, om met blauwe plekken en blaren terug te keren. En tenslotte kwam, na een drukke wafelslag, het langverwachte kamp, als de kroon op het werk. Er werd iets gedaan, maar hoeveel meer staat er nog voor de boeg…en daarvoor hebben we dappere jonge mensen nodig. Meisjes die niet alleen kunnen spelen, maar ook “ja” kunnen zeggen, als er eens veel van hen gevraagd wordt. Madeliefjes en zonnebloemen hebben we nodig, die zich niet een beetje, maar helemaal kunnen geven. Laat ons het nieuwe werkjaar met veel edelmoedigheid aanpakken, dan kan het worden zoals we het maken moeten : GOED.
Enkele praktische wenken(ter herinnering).
1) In normale omstandigheden is er elke zondag vergadering, behalve de 3de zondag van de maand (B.J.B.-vergadering).
2) Iedereen komt om kwart voor twee naar ’t lokaal om samen op te stappen naar het Lof.
3) Er wordt geen speciale bijdrage betaald voor lidgeld, wel wordt er elke zondag 2 fr. opgehaald voor verzekering en boekje. De afwezigen betalen de volgende zondag hun achterstel, uitgezonderd de internen.
4) De zangherhaling voor de Jeugdcommuniemis, wordt in ’t vervolg ’s zondags na de hoogmis gehouden. De voorzangers worden tijdig verwittigd.
Nog iets.
AAN DE DEUGNIETEN , groot of klein, die graag bij onze groep zouden horen, zeggen we reeds een heel hartelijk WELKOM, en we rekenen er op dat er de volgende zondagen velen aan het poortje zullen kloppen. Blijf niet eeuwig de straat afslenteren ’s zondags, meisje, we hebben u nodig, of wist ge het niet ?
AAN ONZE INTERNEN : die slechts alle 2 of 3 weken met hun valieske komen aandragen, vragen we natuurlijk dat ze zoveel mogelijk op post zouden zijn. Afgesproken hé mannen ? S a m e n S t e r k !!! H.S.”
“Tijdens de maand september werd door de Koninklijke Fanfare Ste Cecilia in samenwerking met haar Gemengd Zangkoor opgetreden in Hemiksem, en dit tijdens de Vlaamse Volkskermis ingericht ten voordele van de christelijke scholen aldaar. Een daverend succes viel te beurt en de wens werd door de inrichters uitgedrukt de volgende maal terug beroep te mogen doen op dezes medewerking. Ook op de feestavond ingericht door de plaatselijke KWB werd opgetreden in de Parochiezaal. Tenslotte zullen beiden in de loop van oktober, en wel op zondag 9de een Kunstconcert geven te Kalfort-Puurs.”
1960 – Septembernummer “De Band” : Huisnummers
“Volgens een verschenen bericht van de gemeente-overheid zal er binnen afzienbare tijd overgegaan worden tot het vervangen van de huidige huisnummers. De nieuwe zullen van kleiner formaat zijn. De bewoners worden er toe aangezet de oude nummers te verwijderen, wat tijd voor de plaatsing der nieuwe zal besparen, plaatsing die gedaan wordt mits een vergoeding van 10 fr.” (DB)
1960 – September : Nieuwe Zuster Overste aangesteld
“Bij het begin van het schooljaar werd er een nieuwe Zuster Overste aangesteld in onze gemeente.” (DB, september 1960) Zuster Pamphilia zou tot september 1965 “Overste Hulp bij naschools werk van de Zusters leerkrachten” blijven. Zij verving zuster Clotilde. (DB, augustus 1973)
1960 – 8 september : Personenwagens botsten
“De personenwagen, bestuurd door dhr De Prins uit Leest en komende uit de richting van O.L.V. Waver kwam ’s nachts rond half twaalf in botsing met een tegenliggende wagen, bestuurd door dhr Van Camp uit O.L.V. Waver. Naast zware stoffelijke schade werd een medereiziger uit laatstgenoemd voertuig aan de voet gekwetst en kloeg Van Camp over inwendige pijnen.” (G.v.A., 8/10)
1960 – 30 juli – G.v.A. : Reeds witloof en spruiten op de Vrije Mechelse markt
“Door Geerts Clementine uit Leest werden de eerste spruiten aangevoerd en verkocht aan de prijs van 16 frank. (Foto’s van Clementine onderaan) Verhoeven Frans uit Hofstade bracht het eerste witloof ter markt dat werd verkocht aan de prijs van 20 tot 22 frank.”
1960 – 5 augustus : Diefstal van een bak bloemkolen
Petrus Ludovicus “Louis” Scheers, landbouwer uit Leest, Klein Heide 10, had ’s avonds 30 kassen gevuld met bloemkolen en die langs de straatkant geposteerd voor ophaling. De ochtend nadien stelde hij vast dat er een kist gestolen was. Daarin lagen 12 bloemkolen met een totale waarde van 30 frank. (VVH) Louis Scheers was gehuwd met Christina Bradt (°Leest 12/5/1897, +Mechelen 18/7/1976) en hij overleed in het O.L.Vrouwziekenhuis te Mechelen op 27 oktober 1990.
1960 – Zondag 7 augustus : De K.Fanfare “Ste Cecilia” trad op te Weert-bij-Bornem
De Leestse fanfare gaf een concert ter gelegenheid van de inhuldiging van de VISSERSKONING aldaar. (DB, nr.7)
1960 – Donderdag 11 augustus : Pater Nicasius Van der Elst te Leest begraven
Op 8 augustus overleed pater Nicasius Van der Elst te Mechelen. De plechtige lijkdienst werd gezongen in de kerk van de paters Minderbroeders. De pater was te Antwerpen geboren op 27 mei 1871 en trad in tot de Orde van de Minderbroeders in 1886. Tien jaar later werd hij priester gewijd. Om 10 uur werd de lijkdienst opgedragen door de E.P. Provinciaal Venantius. Als diaken trad E.P. Benno, Gardiaan op en als subdiaken E.P. Adephus. Vooraf stond in de zijkapel van de kerk het stoffelijk overschot opgebaard waar een erewacht werd opgetrokken door leden van oud-strijdersverenigingen, waaronder de Vuurkruisen, respectievelijk vertegenwoordigd met hun vaandel. Te 10 uur werd het stoffelijk overschot door 4 confraters in de kerk gedragen en neergezet op het hoogkoor. Voor de kist werd een kussen aangebracht met de onderscheidingen die E.P. Nicasius waren verleend. Hij was oorlogsaalmoezenier tijdens de eerste wereldoorlog en werd vereremerkt met de onderscheiding van Ridder in de Leopoldsorde, de Kroonorde en tevens was hij drager van verscheidene militaire eretekens. Deze lijkdienst werd bijgewoond door vele gelovigen waaronder de leden van de Derde Orde. Op het koor had Mgr. Theeuws, vicaris-generaal van de paus plaats genomen. Na de dienst werden de absoluten gezongen terwijl de paters van het klooster het stoffelijk overschot uit de kerk begeleidden met brandende kaarsen. Het stoffelijk overschot werd op het gemeentelijk kerkhof te Leest aan de aarde toevertrouwd. (G.v.M., 12/8)
1960 – Nacht van 14 op 15 augustus : Voetganger uit Leest aangereden
In de nacht van zondag op maandag heeft zich heel vroeg in de morgen een verkeersongeval voorgedaan op de Leestsesteenweg. De bromfietser Victor Verschuren reed er de voetganger René Leemans uit Leest omver. De voetganger werd zwaar gekwetst. (G.v.A., 17/8)
1960 – 17 augustus – G.v.A. : Canadaboompjes vernield te Leest
Drie jonge canadaboompjes van André Cooremans uit Tisselt werden op zijn eigendom op het Hertsveld te Leest opzettelijk vernield.
1960 – Donderdag 18 augustus : Met de Vrouwengilde naar “de Efteling”
De reis ging over Mechelen, Lier, Turnhout, Tilburg naar Kaatsheuvel waar ze een bezoek brachten aan het sprookjesparadijs. Vertrek was om 8 uur in de Alemstraat en terugkomst was rond 20 uur.
1960 – Zondag 28 augustus : Breughelkermis KWB
Vanaf 15 uur tot ’s avonds in het parochiehuis ten voordele van het lokaal van de KWB. “Kom op 28 augustus naar ons Parochiehuis, waar u alles zult vinden wat u maar lusten kunt. Muziek-zang-spel en plezier-loopkoersen voor de jongeren waaraan prachtige prijzen verbonden zijn. Honger zult u niet hoeven te lijden, want er is eten genoeg. Dorst bestaat er niet, want alle duivels uit de Hel staan klaar om deze te lessen. Balonnekens om ter verst, prijzen op zijn best. En ’s avonds, en ’s avonds en ’s avonds is ’t plezant, met muziek door de vermaarde Boerenkapel van Leest. Met de beste bieren en met gezelschapspelen. U WORDT VERWACHT ! In de FRITURE “bij Florent”. In de hel “Bij de duivel !” Bij de trekking van onze MONSTER TOMBOLA ! Als eerste prijs “E e n R a d i o “. Voor de leute en ’t plezier, bij een flink glaasje bier !! Polfliet Emiel.” (DB, nr.7 van 1960)
1960 – 29 augustus : Inbraak en diefstal te Leest
Tijdens zijn afwezigheid brak een onbekende binnen langs de achterzijde van de woning van L. Diddens uit de Blaasveldstraat. De dief had de deur opengebroken en alles grondig doorzocht. De inhoud van de kasten werd op de vloer verspreid en de dief kon verdwijnen met 6.000 frank en de spaarboekjes van de kinderen. (G.v.A., 29/8)
1960 – 31 augustus : Konijnen moedwillig gedood
Bij de landbouwer uit de Blaasveldstraat, Karel Leemans, werden een drietal konijnen, klaarblijkelijk moedwillig, gedood. De dader bleef onbekend. (G.v.A. 31/8)
Foto’s : -Twee foto’s met Clementine Geerts, boven met de vlag van het Boerenfront onder met drie andere leden van deze vereniging. -Laatste rustplaats van pater Nicasius Van der Elst op het kerkhof van Leest. (Foto : Eddy Apers) -De Boerenkapel van Leest. -De konijnen van Karel Leemans werden moedwillig gedood.
1960 – 23 juli : 50 Chirojongens op bivak naar Overpelt.
“Wie had ooit durven vermoeden dat de zware hemel en de neergutsende regen op de vertrekdag de aankondiging was van een vreugdevol en zonoverstraalde bivak ? Dat 50 jeugdige mensen beloofden in het hartje van Limburg, midden geurende bossen en eindeloze vlakten, omgeven en gedompeld in een sfeer van eenvoudige onderlinge kameraadschap. Het waren uitverkorenen, die op 23 juli te 5 uur in de morgen samenkwamen in ons Chiro-heem, om de lange etappe aan te vangen, die hen naar de bestemming voeren moest. Zwaar onder hun regenzeilen verscholen, doken de reeds natte elementen de eerste kilometer in en verdwenen dra van de eigen wegen om het avontuur van hun 10-daags bivak in te gaan. Het was de eerste staf van de bivakwagen die nu aan ’t rollen ging. Doch stilaan kwam er te Leest een nieuwe actie ; die der Burchtknapen en Knapen die naar de kerk togen om op een waardige en passende wijze hun kamp in te zetten. Te 13 u was er dan de te voorziene drukte, samengaande met geroep en vreugdekreten, collectief, maar traditioneel voor een vertrek. Nagewuifd door een groep of wat Leestenaren dobberde ook de opgevulde nageldoos de wijde wagen met zich voerend de meest verschillende jongens, die echter samen één geheel zouden vormen, mekaar leren begrijpen, op een bijna perfecte manier. Zo opende OVERPELT de poorten. Ons kamp was in gang. WAT WIJ ZOAL DEDEN ? Wie daarop een afdoend antwoord wenst komt bedrogen uit, want dat is onmogelijk “ ’t is te veel !” Wie gaat ons de echte waarde schatten van een speeltocht van onze burchtknapen, van hun kwissen, wandelingen, spelen, wandelwedstrijd, enz, enz… Wie gaat ons de vreugde wegen van een trektocht bij de knapen, van hun verkenningen, de hardheid van hun spelen, van de leute bij het steltlopen en de spanning bij het beugel-vliegen; de stilte bij het voorlezen in de late uurtjes of de middagrust en wat nog meer. Wie durft torsen aan de waarde van een fietstocht bij de kerels, jongens met een ruw maar boven een ander gouden goedheid ; wie twijfelt aan de invloed van een atletiek-wedstrijd opgedreven in de hoogste graad van sportiviteit en door hen zelf geleid ? Of een avondje gezellig kwissen of een zwempartij of…ja…, er is nog zoveel dat we zouden kunnen noemen, alles in zijn meest varierende vorm. Wat deden we zoal om onze dag om te krijgen ? Eerst en vooral opstaan, en dit rond 6u30, als de kampleider tijdig wakker was. Dan volgden wassen, turnen, H. Mis, formatie, eten, slaapzaal opschikken en dan ja, eindelijk spel. Bij de kleinsten was dat gewoonlijk een eindje weg van het kamp ; bij de knapen plaatselijk en soms ook de bossen in, en de kerels bleven op het plein om aan atletiek te doen (fijne prestaties werden geleverd). Rond 12u15 was er verzameling en werd de refter overrompeld door de hongerige bende. Goed gegeten, goed gerust…nagenoeg 3 kwart, om ons in lijn te houden. Na de rust, groepsspel of speeltocht, zwemmen, verkenning enz. Om 5u30 eten. En weer gaat het verder met afdelings-activiteiten ; we poetsen de schoenen en brengen de tijd tussen 6 en 7u30 door met allerhande dingen, de ene al beter dan de andere. Na de pap van 7u30 volgde een korte avondwandeling waarna we ons naar onze Koning Kristus, ons jong leven aanboden en ons aan Hem geheel toevertrouwden voor de komende nacht en de komende dagen ; simpel was steeds het lied dat klonk wanneer een stevige knaap de vlag vierde. Onze proost wees ons maar steeds weer op de grote taak van de Chiro en zegende ons voor we ons naar de slaapplaats begaven. Nog onze drie Weesgegroetjes en de dag was om. In de verte klonk de klaroen die de avondgroet bracht en aanmaande de lichten te doven.
’s Anderendaags zouden diezelfde jongens, diezelfde activiteiten doen, en welke hun bijzonderste waren, verneemt u hier : Onze kleinsten, DE BURCHTKNAPEN, kunnen moeilijk hun beste dag er uithalen. Ze waren allen even goed en prettig, en dat is niet te verwonderen, want met hun dynamische leider Guido zijn er geen mislukkingen te verwachten, en ja, wat zei onze bivakleider weer ? “De burchtknapen waren de beste, voor de anderen die reuze-goed waren”. Onze KNAPEN kregen een trektocht, doch fantaseerden er onderweg een auto-stop bij die hen voerde naar…HOLLAND. Moet ge niet vragen dat zij wisten te vertellen over de fijne zetels der auto’s en de simpele wijze van liften, maar ja, ge moet maar weten u voor te doen hé ! De attractie met de stelten en het jolijt van het beugel-vliegen was op zich zelf ook al heel wat…om dan die veldloop, waar ze als apen in bomen klommen om als een sierlijke vogel langs de door de kerels gebouwde kabelbaan naar beneden te rijzen. Onze KERELS kregen op dins- en woensdag een fietstocht, zo wat internationaal. Gewapend met tenten en hopen eten reden ze de baan op om 2 reuze dagen mee te maken. De fietstocht voldeed dan ook aan de verwachtingen en werd door al de mededingers volmondig gewaardeerd. Ook hun atletiek die een bijzondere plaats bekleedde werd een succes en het is een vermelding waard, dat deze op een onberispelijke manier geleid werd door Karel De Borger, één onzer kerels. Hoeven we verder te gaan beste lezers . En steeds meer successen naar voren brengen. Het lijkt me genoeg, daarom wil ik besluiten : Ons bivak 1960 gaf aan ieder deelnemer een stukje echt jongensleven. Vrij van alle gemaaktheid en wars van alle gemaaktheid, van alle dubbelzinnigheid. Mochten allen blijven leven in deze geest van onschuld en gemoedelijkheid zoals onze Proost het zei “opdat zij uit de rijkdom hunner jeugd de reserve mochten putten voor hun volwassenheid.” WIJ DANKEN : -al de jongens voor hun edelmoedige inzet en deelname, -al hun ouders voor het gewaardeerde vertrouwen in de beweging. -al de milde schenkers, landbouwers, hoveniers, winkeliers en privaten die door hun steun veel vergemakkelijkten voor ons. WIJ DANKEN dan in volle vertrouwen en dankbaarheid, de grote bewerker van dit alles. KRISTUS KONING, die onze LEIDSMAN en onze BEHOEDER is. Voor HEM deden we dit, door HEM mochten we deze bevoorrechting beleven. Laten we dank zeggen en nooit uit onze herinnering laten vervagen. DE JEUGD IS NIET GEMAAKT VOOR HET PLEZIER MAAR VOOR DE HELDHAFTIGHEID.” (DB,nr. 7 van 1960)
De Chiro in 1960 - Uit het werkstuk van Hugo Lauwens :“Het ontstaan van de Chirojongens en meisjes van Leest”. Proost : E.P. Clementiaan (pater Clement De Wilde). Hoofdleider : Louis Vloebergh. Leiders : Eddy Beterams, Jan Vloebergh, Jos Verlinden, Jan Van de Vondel, Rik Van de Vondel, Guido Hellemans en Rik Muysoms. Dat jaar bezat de Chiro een jongenskapel met 10 trompetten, 4 trommen en 3 landsknechten.
Foto’s : -De leider van de Burchtknapen Guido Hellemans. -Proost Pater Clementiaan.
Van Landelijke Jeugd naar B.J.B, K.L.J. en Chiro voor meisjes.
Hugo Lauwens : "De eerste bijeenkomst van de meisjes Chiro in Leest vond plaats in 1964, 15 jaar na de start van de Chirojongens werd er ook een meisjesafdeling opgestart. Eerder was er al een jeugdwerking voor meisjes :– de B.J.B.-afdeling voor jonge dames bestond al sedert 1932 en werd geleid door Maria Rheinhard ° 1903 † 1987. In 1958 kreeg Hilde Silverans, de verloofde van de groepsleider van de Chirojongens Louis Vloebergh, de vraag van Leonie Muysoms (woonachtig in de Bist ) om leidster te worden van jong B.J.B. (Boeren Jeugd Bond). Hilde had ervaring, ze was voordien lid van de Chiro in haar geboortedorp Hombeek en ook leidster van de VKSJ van Londerzeel toen ze daar op kostschool zat bij de Ursulinen. Door haar sociale en muzikale achtergrond achtte men haar de gepaste persoon. Hilde sloot zich aan bij de B.J.B., samen met Renilde Verbruggen, leeftijdgenote uit de Kouter. De jong B.J.B. was voor meisjes vanaf 14 jaar maar Hilde wou liever jongere meisjes begeleiden, daar had ze meer ervaring mee. Gesteund door haar verloofde, Louis Vloebergh, wou ze in Leest starten met een Chiro voor meisjes. Ze vroeg toelating aan pastoor Coosemans, pastoor te Leest van 1946 tot 1966, om de werking te starten. De pastoor liet evenwel niet toe dat het lief van een Chiroleider een Chiro-afdeling voor meisjes in Leest zou stichten. In 1960 was Hilde evenwel vastberaden en vroeg aan toenmalig burgemeester van Leest Emiel Verschueren om gebruik te mogen maken van een lokaal in het gemeentehuis van Leest. De burgemeester stemde daarmee in en Hilde begon met een jeugdwerking voor meisjes die jonger waren dan 14 jaar. Deze jeugdwerking mocht echter de naam “Chiro” niet dragen. De pastoor doopte dit tot ‘Landelijke Jeugd‘ , later aangepast tot ‘Katholieke Landelijke Jeugd ‘ , KLJ . De prille ‘ Landelijke Jeugd ‘, geleid door Hilde Silverans en Renilde Verbruggen ging vanaf 1960 van start. Ze hielden elke zondagnamiddag vergadering en gingen ook op bivak. Het eerste bivak in 1960 was naar de Kempense gemeente Eindhout waar ze met ongeveer 15 meisjes sliepen in een stal met een paard en waar als beddengoed stro en een deken moesten volstaan. Hilde begeleidde de jongste groep , de ‘ Madeliefjes ‘, Renilde zette zich in voor de oudere ‘Zonnebloemen‘. In 1961 ging een uitgebreide groep meisjes naar het kasteel Van Horst in Sint-Pieters-Rode. De B.J.B.-leidsters en -meisjes stonden de twee leidsters bij en hielden ook een zeiltje in het oog. Ze kwamen ook mee om te koken onder het toeziend oog van de Leestse regentes huishoudkunde Mariette De Prins, een dochter van voormalig burgemeester Pieter De Prins. Mariette De Prins zou later nog gemeenteraadslid van Willebroek worden en ook Provincieraadslid van Antwerpen. ( ° Leest 22-01-1934 † Kapelle-op-den-Bos 16-10-2022)
In 1962 veranderde de situatie . K.L.J.-leidster Hilde Silverans huwde met Chiroleider Louis Vloebergh . Ze vestigden zich in de Winkelstraat . Door dit huwelijk zag pastoor Coosemans geen belemmering meer. Eindelijk kon er gestart worden met een Chiro voor meisjes. Hilde Silverans en Renilde Verbruggen stonden aan de wieg van de Chiromeisjes. Ze werden echter zelf geen leidsters van Chiro. In 1963 begon de officiële werking van de Chiromeisjes. In 1964 was er de eerste zondagse bijeenkomst. De eerste proost werd de eerder dwarsliggende pastoor Coosemans. Door het Tweede Vaticaans Concilie ( Vaticanum II ) in 1962 werd de kerk uiteindelijk milder en de Chirojongens en Chiromeisjes begonnen steeds meer samen te werken."
Foto’s :
-Hilde Silverans met haar toenmalige verloofde en latere echtgenoot Louis Vloebergh.
-Rechts van Rafke Selleslagh Renilde Verbruggen in 2019.
-De Leestse huishoudregentes Mariette De Prins stond de meisjes bij.
DINSDAG : De verkenning wordt nog voortgezet en zo belanden we op een oude hoeve, eens een kasteel geweest, waar we de koeien, de varkens en de hele kleine varkskes mogen bewonderen. De mentaliteit van deze vriendelijke mensen brengt ons in een eigenaardige stemming en als we verder trekken, op zoek naar het lemen huisje, is het alsof we een andere wereld betreden. In de namiddag brengt een bijzondere speurtocht veel opschudding teweeg.
WOENSDAG : We krijgen tot onze grote verwondering, maar toch blij verrast, bezoek van onze E. Heer Proost, die met lekkere chocolaatjes trakteerde. De madeliefjes maken ’s voormiddags een zware trektocht naar de oude windmolen van Meerhout, nu nog in werking. Het is een lange maar schone weg door dennenbossen en heide, onder een stralende zon aan een helblauwe hemel. De zonnebloemen staan alleen voor het werk van de keuken, en of ze het druk hebben…De middagrust wordt natuurlijk een beetje verlengd vandaag, want ocharme, die voetjes.
DONDERDAG: De laatste dag voor ons vertrek is aangebroken. En vanzelfsprekend wordt het een verhuis van stoelen, banken, en brandhout voor het kampvuur. Gelukkig maar, dat Nonkel en Krol helpende handen reiken. Het repertorium is bovengehaald en aangevuld. Hoe later het wordt, hoe drukker en spannender, want er komen heel wat gebuurtjes kijken. Tenslotte raken de 24 nummertjes dan toch in orde en het vuur kan ontstoken worden. De vlammen laaien lustig op tegen de donkerblauwe avondlucht en in een warme sfeer van vriendschap en gezelligheid gaat de tijd te snel. DE DAG HEEFT WEER ZIJN TAAK VOLBRACHT, HET GOUDEN LICHT WIJKT VOOR DE NACHT, EN ALLE VOGELS ZWIJGEN, LAAT ONS EEN KRING NU RIJGEN, RONDOM HET KNETTEREND SPARREVUUR, IN DIT GEWIJDE AVONDUUR…
VRIJDAG : Veel te vlug komt ook de dag van vertrek, wat het afscheid van Eindhout betekent. Een afscheid van de mensen, van de omgeving, van de schuur en van de strozakken, ja van alles wat ons op deze dagen heel duurbaar is geworden. Het is met een beetje weemoed dat de rugzakken weer worden ingepakt, maar eveneens met een dankbaar hart, voor al degenen die het voor ons zo schoon en zo goed hebben gemaakt. We zouden er heel veel kunnen over vertellen over het paard dat met zijn staart de maat van Moustafa sloeg, over toegenaaide pyama’s, over boer Corneel, de strijd om de wimpel, enz, enz., maar dan zou het zeker een boek kunnen worden. Laat ons zonnebloemen en madeliefjes het maar liever zelf vertellen. Moeilijk is dat zeker niet, want elke dag is schoon geweest, vol liefde voor mekaar, ook al kwamen er eens moeilijkheden piepen. Maar bij de slotformatie klonk het telkens diep gemeend :
HEER, DEZE DAG WAS GOED, VOOR U ONZE LAATSTE GROET : TROUW !!! H.S.”
Foto’s :
-V.l.n.r. : Eveline Van de Poel, Victoire De Borger, Maria Jansen(s), Annie Bradt, Rina Spoelders, Micheline Van den Heuvel, Maria Lauwens en Els Vloeberghen.
-V.l.n.r. : Eveline Van de Poel, Victoire De Borger, Maria Janssens, Els Vloeberghen, Maria Lauwens, Micheline Van den Heuvel en Rina Spoelders.
-Boven : Els Vloeberghen, Maria Jansen(s), Eveline Van de Poel, Rina Spoelders, Victoire De Borger Onder : Maria Lauwens, Annie Bradt en Micheline Van den Heuvel.
1960 – Van 16 tot 20 juli : Bivak van de Landelijke Jeugd
Dat ging door op een prachtig gelegen hoeve te Eindhout nabij Veerle : “een schilderachtig stukje Kempenland waar bossen en zand overheersen. Welk jong meisjeshart zou niet verlangen naar een kamp als dit ?”…(“DB”, juni 1960)
In “De Band” nr.7 verscheen volgend verslag van Hilde Silverans : “Heimwee doet ons hart verlangen, naar het stukje Kempenland, waar we allen leerden smeden, d’onverbroken zusterband. Werkelijk, zo is het geweest : er werd een duurzame band gesmeed, maar vooraleer we u een en ander over ons kamp gaan vertellen, willen we toch eerst en vooral alle vriendelijke, goede mensen bedanken die zo vrijgevig en sympathiek zijn geweest en ons het kamp hebben mogelijk gemaakt. Dank voor de aardappelen en groenten die we met hele zakken en kassen mochten in ontvangst nemen, dank voor al de voedingswaren, voor het geleende keukengerei, enz., te veel om op te noemen, maar wat ons heel wat fijne dineetjes heeft bezorgd. Misschien kunnen we u een klein deeltje teruggeven, door een kijkje te geven op deze schone kampdagen ? Wel, hier gaan we dan…. Vrijdag wordt er een hele dag gereden en gesjouwd met kruiwagens en andere vervoermiddelen, met het gevolg dat het middenlokaal veranderd wordt in een warboel van kolen, patatten, suiker en zo meer. ’s Avonds wordt een camionette langs binnen en buiten bevracht en kan een eerste tocht naar Eindhout worden aangevat, onderweg overvallen door wolkbreuken en onweders, maar toch veilig aan wal geraakt.
ZATERDAG : Dag van vertrek. Om 2 uur staat ieder klaar met pakken en valiezen, maar wie zich niet laat zien : DE BUS. Er wordt opgebeld, wegen afgespeurd, maar geen bus te zien. ’t Wordt 3 u, 4 u, nog niks. Maar de Landelijke Jeugd geeft het niet op. Er wordt gezongen en gespeeld (doch af en toe geroepen ’t zijn toeren…). Eindelijk meldt men ons dat ons buske in pan ligt. 5u30 algemene opschudding : daar is ze !!! Opladen, instappen en dan richting Eindhout. Een uurtje later zitten we reeds in de bossen van de Kempen en weldra landen we aan op de gastvrije hoeve in de Rundershoek. Uitpakken, strozakken vullen, eten, formatie en bed in. Het duurt wel een tijdje eer bij iedereen de slaap komt aankloppen en er moet nog eens met pillampen gelicht worden. Dan daalt de nacht en ook de stilte over de schuur.
ZONDAG : Hijs de Vlag bij zonnig dag : T R O U W ! De madeliefjes worden in twee vendels verdeeld : durvers en voortrekkers, die elke dag dapper zullen kampen voor de wimpel. De taken worden volbracht en ’s middags brengen de kooksters ons de lekkerste fritten die ge u kunt inbeelden. De dag is verder in beslag genomen door ontdekkingstochten, in ’t bijzonder een wandeltocht naar het Albertkanaal. Van hoog op de brug hebben we een prachtig zicht op de typische Kempische omgeving. MAANDAG : Buiten afwas en patattenjas brengen we in de voormiddag een bezoekje aan E.H. Driesen, gewezen onderpastoor van Leest, nu pastoor te Eindhout. Na de rust wordt een brief naar huis gestuurd en de spellendoos bovengehaald. Een uurtje later staan de vendels opgesteld, klaar voor bosspelen.
Vervolgt.
Foto’s :
-Hijs de vlag…
-Boven : Els Vloeberghen, Maria Jansen(s), Eveline Van de Poel, Rina Spoelders, Victoire De Borger. Onder : Maria Lauwens, Annie Bradt en Micheline Van den Heuvel.
-De Turnhoutenaar Adalbert Hendrik Driesen (°Turnhout 30/3/1899, +Antwerpen 6/5/1970) was van 1942 tot 1947 onderpastoor te Leest. Hij werd in 1947 onderpastoor te Eindhout waar hij in 1954 pastoor werd.
1960 – Julinummer “De Band” : Te Lourdes op de bergen…de GROT zou er komen…
“Het moet zeker en vast niet meer onderlijnd worden hoezeer onze gemeentenaren een bijzondere eerbied koesteren voor O.L. Vrouw. Het schoonste bewijs daarvan is wel geweest de “kapellekens-actie”. Hoeveel ziet men er niet aan de huisgevels prijken ? Met welke eerbied togen des ’s morgens tijdens de “kruisdagen” onze mensen naar de onderscheiden kapellekens om daar te bidden tot de Heilige Moeder, troost der bedrukten en bijstand der kristenen ? Reeds bestaat er een huisje, opgesmukt en door zorgzame handen onderhouden, zoals b.v. O.L.Vrouw van Fatima, e.a. Thans is er groot nieuws ! Inderdaad, beste mensen, hoevelen onder ons hadden het voordeel en het voorrecht te gaan bidden in Lourdes, voor het genadeoord, en hoevelen zijn er niet die er naar hunkeren éénmaal bij en met O.L. Vrouw van Lourdes te zijn ? Voor de enen kan het werkelijkheid worden, voor de anderen zal het wellicht tot een verlangen blijven. Daarom werd er sedert geruimen tijd aan mogelijkheden gedacht in onze gemeente ook een “O.L. Vrouw van Lourdes” te hebben. Na heel wat zorgen en palabers zal dan toch de wens in vervulling kunnen gebracht worden. Dank zij de toestemming van de heer L. MOYSON, zal in dezes weelderige hof, gelegen in de Kouterstraat, een “GROT” oprijzen, gewijd aan O.L. Vrouw van Lourdes. Het is er nu om te doen er iets “schoons” van te maken. Het mag en zal niet alleen de “grot” van de straat zijn, maar zij moet uitgroeien met de andere kapellekens tot de grot van gans de gemeente. Het is vanzelfsprekend dat van buitenstaanders-bezoekers, Leest, één wandeling kan uitmaken naar de onderscheiden kapellekens met als slot DE GROT, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes. OVERAL WAAR MEN GAAT LANGS VLAAMSE WEGEN, KOMT MEN MARIA TEGEN ! Eenieders hulp is uiterst welkom. Materiaal, zoals stenen die zijn er reeds, zand en zavel zullen weldra aangekocht worden ; werkers zullen er ook zijn, maar hoe meer handen, hoe rapper de afwerking. Wie wil bijdragen, zorgt voor wat “zaad” in ’t bakske, steeds welkom bij de E.H. Onderpastoor met vermelding “VOOR HET BOUWEN DER GROT”. De Grot zou er komen, meer details in deze Kronieken : 30/4/1961 bij de inhuldiging.
1960 – Julinummer “De Band” : Bericht van het gemeentebestuur – DRINKWATERLEIDINGSNET “In het jaar 1961 zal er vermoedelijk met staatstoelagen overgegaan worden tot het aanleggen van een drinkwaterleidingsnet in de gemeente. Iedereen zal kunnen aansluiten op dit net. Ten einde de raming der kosten te kunnen opmaken is het wenselijk het aantal aansluitingen te kennen. Gelieve dan ook onderstaande strook ingevuld voor 26/8/1960 te laten geworden.”
1960 – 3 juli : Eerste Prijs voor Leestse Kon. Fanfare St.-Cecilia te Tisselt.
Door de K.F. “Concordia” van Tisselt werd ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan een Festival met Muziekwedstrijd in stapmarsen gegeven. St.-Cecilia Leest behaalde 599 op 660 punten of een 1ste prijs met lof van de jury.
1960 – 10 juli : vertrek “Lourdesbedevaart over Lisieux”.
Een reis van 7 dagen, zonder nachtrit. Vertrek 10 juli. Prijs : 2.475 frank, hotels en geestelijke leiding inbegrepen. Inschrijving bij weduwe Piessens Dorp of café bij de Croes in het Dorp. (Advertentie in “De Band”)
1960 – Zondag 10 juli : Nieuwelingenkoers te Leest.
27 Vertrekkers. – Uitslag : 1. Dourlens Maurice (bijgenaamd “Batske”), de 80 km in 2u29, 2. Janssens, 3. Selleslagh, 4. Caluwé, 5. Daniels, 6.Van Migro, 7. Caluwaerts, 8. Van Roost, 9. Borré, 10. Bernaerts. (G.v.A., 11/7)
De winnaar Maurits Dourlens was niemand minder dan Maurice Van Camp, ook “Jitte van den Bats” genoemd. Hij was op 15 november 1942 geboren als zoon van Karel Lodewijk Van Camp en van de Française Yolande Louise Hélène Dourlens die hem oorspronkelijk haar nationaliteit en familienaam bezorgde. Op 26 februari 1961 liet Maurice zijn nationaliteit en naam veranderen in de Belgische en de familienaam van zijn vader. Maurice was een uitstekend wielrenner en in de kranten kwamen zijn prestaties tot zijn naamsverandering onder zijn oorspronkelijke naam te staan.
1960 – 12 juli – G.v.A. : Ongevallen.
-In de Willem Rosierstraat te Mechelen werd de personenwagen van Alberti Ivo uit Leest aangereden door een andere wagen. De bestuurder van deze wagen vervolgde ongestoord zijn weg. De nummerplaat van deze auto kon echter genoteerd worden.
-Op de Koningin Astridlaan had een aanrijding plaats tussen een lichte vrachtwagen, bestuurd door Meysmans Jean uit Elewijt en de personenwagen gevoerd door Slootmans Eduard uit Leest.
1960 – 14 juli – G.v.A. : Hond doet bromfietser vallen te Leest.
Een loslopende hond heeft de bromfietser Verschueren Albert uit Leest in de Vinkstraat te Leest ten val gebracht. Verschueren werd erg gekwetst.
Foto’s:
-Maurice Van Camp op oudere leeftijd. -Zijn gedachtenisprentje.
Verslag van Jos Verlinden in “De Band” nr. 7 van 1960 : “Eindelijk is dan toch de dag aangebroken waar we reeds zo lang naar getracht hebben. De dag waarop er minstens 600 soldaten met een onverklaarbare gemoedsstemming de treinen opstapten, de trein die ons zou brengen tot het wereldbekende bedevaartsoord LOURDES, om aldaar voor Onze Lieve Vrouw te knielen, zoals de H. Bernadette dit deed 102 jaar geleden om er onze moeilijkheden met Onze Lieve Vrouw te gaan bespreken en om er te gaan bidden vooral de intenties die in ieders soldaat zijn hoofd geprent waren. We vertrokken ’s morgens omstreeks 8 uur uit Keulen met de bedevaarttrein, na eerst aldaar een H. Mis bijgewoond te hebben, omdat de reis voor ieder van ons goed zou mogen verlopen. Rond 11u30 kwamen we te Schaarbeek aan, waar we dan te samen met de soldaten die in België gekazerneerd waren om 12u30 te vertrekken. Onze militaire bedevaart was begonnen. De reis ging over Bergen, Quévy, Compiène, Poitiers, Bordeaux, Dax, Pau en dan tenslotte Lourdes. De reis verliep goed. We konden de reisweg goed volgen met zijn voornaamste bezienswaardigheden, waarvan we inlichtingen konden vinden in onze reisgids. Tegen de avond aan werd er dan op de trein een rozenhoedje gebeden met enkele speciale intenties. Er werd voorgebeden door een aalmoezenier, voor de zieke en gekwetste soldaten, om hun de zware en pijnlijke ogenblikken lichter te maken. Ook werd er voorgebeden door een meisje (verloofde) in naam van alle verloofde meisjes voor hun jongen, soldaat. Vervolgens door een moeder, in naam van alle soldatenmoeders voor het behoud van hun jongen in het leger. Tot slot werd er gebeden, opdat deze bedevaart voor ieder van ons vele vruchten zou mogen dragen. Alzo liep dan de eerste reisdag van onze bedevaart stilaan ten einde. De nacht werd in stilte doorgebracht, met de grote betrachting naar de donderdagmorgen, voor de ontmoeting met O.L. Vrouw. Na een lange nacht was dan toch de volgende dag aangebroken, en wanneer wij met onze nog slaperige ogen naar buiten keken, stelden we vast dat we reeds stilaan in de Pyreneeën begonnen te komen. Terwijl we het landschap bewonderden, wordt er ons medegedeeld dat we Lourdes naderden, en inderdaad, enige tijd later zagen we de Gave met haar kolkende water en in de verte de Kathedraal van Lourdes met de Grot. Van zodra we de Grot te zien kregen zongen we allen uit volle borst : “Te Lourdes op de bergen”. Onze reis was ten einde. Wanneer we in de voor ons aangeduide hotels aankwamen, stond er ons een smakelijk morgenmaal te wachten. Als de honger zo wat gestild was en opgefrist gingen we om 10u30 naar de H. Mis. Na de H. Mis was het de openingsplechtigheid van de Belgische Militaire Bedevaart aan de grot. Om 4 uur in de namiddag namen we voltallig deel aan de sacramentsprocessie. Onze eerste dag werd besloten met de deelname aan de kaarskensprocessie. Iedereen zong mee uit volle borst, dat zo eenvoudige, maar zo wondermooie lied : “Te Lourdes op de bergen”. Dat eenvoudige lied, dat onverpoosd herhaald werd en dat zo’n machtige indruk geeft dat men er van moet rillen als men het aanhoort. De dag van de ontmoeting met O.L.Vrouw was ten einde gelopen ; samen trokken we in een stille en tevreden stemming naar de hotelkamers, waar er ons een zacht bed te wachten stond. De 2de dag hadden we na de H. Mis, de kruisweg die werd gepredikt door Aalmoezenier Willems. In de namiddag, om 4 uur, hadden we dan ook nog de sacramentsprocessie en ’s avonds de kaarskensprocessie ; na deze was het H. UUR waarna we dan een middernachtmis bijwoonden. De zaterdag gingen we op uitstap met de autobus naar de Hoge Pyreneeën, o.a. Cantevets, waar de Gave stroomt in een diepte van 75 meter onder de autobaan. Vervolgens reden we naar Pont d’Espagne en kregen een machtige waterval te zien, ook van daaruit konden we een meer gaan zien “Lac de Gaube” een meer tussen de toppen van de bergen. Rond de middag reden we dan verder naar Gavernie waar we met ezels of paardjes het cirkus van Gavernier gingen bewonderen. Na aldaar enkele uren te hebben vertoefd werd het dan stilaan tijd om de autobus in te stappen voor het vertrek. Vermoeid van het klauteren in de bergen, kwamen we dan rond 19 uur terug in Lourdes. Intussen waren dan ook de legers van de andere landen te Lourdes aangekomen met een totaal van 40.000 militairen en ’s avonds was het dan ook een machtige kaarskensprocessie, waar er in alle talen werd gebeden en gezongen. De zondag hadden we dan de godsdienstige plechtigheden met het Nato-leger. In gans Lourdes wemelde het van soldaten, soldaten uit alle landen, men zag er alle soorten uniformen. Onze bedevaart had het hoogtepunt bereikt, het nato-leger was één blok geworden. Zo was dan ook de voorlaatste dag van onze bedevaart ten einde gekomen en spoedig was de maandag aangebroken. De dag dat het Belgisch Leger afscheid nam van O.L. Vrouw van Lourdes, afscheid van al die andere soldaten, die op die enkele dagen tijd allen onze broeders waren geworden. Omstreeks 3 uur vertrok de trein uit Lourdes en met de tranen in de ogen wierpen we een afscheidsblik door het venster naar de Basiliek, naar de Grot, waar we ons reeds zo goed thuis voelden. Alzo verlieten we Lourdes en meteen was de Belgische militaire bedevaart ten einde gelopen. Allen waren we getroffen van wat we gezien en gevoeld hadden. Die honderden zieken die men daar ziet, steeds met de glimlach op het gelaat ; die duizenden pelgrims die men daar ontmoet en die er allen komen met éénzelfde bedoeling. Wat men daar te zien krijgt, wat men daar aanvoelt, dat is niet met woorden uit te leggen. Jos Verlinden.”
Foto’s :
-De auteur van het verslag Jos Verlinden. -De rivier de Gave naast de Basiliek. -De waterval van Pont d’Espagne. -Het “Lac de Gaube”.
1960 – 21 – juni – G.v.A. : N.C.M.V tegen zondagnamiddagsluiting
“De N.C.M.V. afdeling Tisselt-Leest, heeft een actie gevoerd voor de zondagnamiddagsluiting welke tot een groot succes is uitgegroeid. Niet minder dan 96% van de handelaars-winkeliers hebben spontaan aan deze actie deelgenomen. Wij wensen het bestuur, onder de leiding van dhr Eeraerts Jaak, van harte proficiat met dit initiatief. Mogen de andere afdelingen hun voorbeeld volgen.”
1960 – Zondag 26 juni : Grote Voetbalmatch K.W.B.-B.J.B.
Dit naar jaarlijkse gewoonte en ten voordele van de Lourdesactie. De ploegen waren als volgt samengesteld :
KWB :
Jan Casteels, Leopold Bas en Louis Keulemans (invallers). Louis Vloebergh, Jozef Vloeberghen, Jozef Polfliet, Emiel Polfliet, Felix Polfliet, Louis Selleslagh, Hubert De Wit, Jan Geets, Th.De Prins, Désiré Van Winghe en Leo Hellemans.
BJB :
Jerome Verbruggen, August Peeters, Willem Slachmuylders, Achiel Van Winghe, Henri De Smet, August Verbruggen, Frans Verbruggen, Aloïs Bevers, Herman De Wit, Eduard Diddens en Louis Van Winghe. De uitslag is ons onbekend gebleven. (DB)
1960 – Woensdag 29 juni : Proclamatie en prijsuitdeling St-Romboutscollege
In de feestzaal van het St.-Rombautscollege vond de eindejaars-proclamatie en prijsuitdeling plaats voor de leerlingen van de Oude- en Moderne Humaniora. De feestvergadering, waarop heel wat voorname mensen aanwezig waren, werd ingezet met het vaderlands lied gevolgd door de uitvoering van enkele lente- en zomerliederen, waarna het tweede en het derde bedrijf van het toneelstuk ”Het nieuwe gewaad van de Groothertog” werd opgevoerd door enkele leerlingen. Vervolgens ving de proclamatie aan. Onder de vele namen troffen we die van twee Leestenaars aan : -Eduard Rottiers (Vierde Moderne B, 2e acc.) -Roger Silverans (Vijfde Moderne B, 1e prijs). (G.v.A., 30 juni)
1960 – Julinummer “De Band” : Ter bescherming van de jeugd
“In het Belgisch Staatsblad verscheen een besluit waarbij het vanaf 1 augustus 1960 verboden is aan minderjarigen tot 18 jaar toegang te verlenen tot danszalen, drankslijterijen, indien niet vergezeld van ouders of voogd of van wie het gezag uit te oefenen heeft. Strenge maatregelen zullen tegen de overtreders van hogervernoemd besluit getroffen worden.”
Foto’s :
-Twee keer Eduard Rottiers : op bezoek bij de Sint met zijn zusje Viviane en in zijn soldatentijd.
1960 – 11 juni : Brieven van soldaat Leon VERBRUGGEN.
-Leon Verbruggen vanuit Heverlee, 11/6/1960 : “Vanaf 1 juni ben ik hier in het K.W.M.T. te Heverlee en begin zo stilaan iets af te weten van den troep, de oefeningen, de karweien en die plezante weekjes van blancouteren en koper kuisen. Wij zijn volop bezig met onze opleiding, na die twee eerste dagen van bedeling der verschillende kledingstukken en gereedschappen, het ene wat te groot, het andere te klein, van het ene een stuk te veel of te kort en dan maar gaan ruilen. We hebben ook al schietoefeningen gehad en ge kunt wel weten dat dit enkele uurtjes heeft aangelopen om zulke bleukes als wij met een geweer te leren omgaan. Met mij gaat alles goed en ik wens hetzelfde aan alle soldaten van Leest, de Milac en de mannen van de B.J.B., een eerste prijs op het zomerfeest.”
-Leon Verbruggen, Heverlee 17/8/60 : “Eerst en vooral ten zeerste dank voor het dagelijks ontvangen van de Gazet van Antwerpen tijdens de Ronde van Frankrijk. Met mij gaat alles nog op zijn best en de dagen gaan hier goed voorbij. We hebben een maand frak gekregen, dat zijn lessen over autokennis, onderhoud en wegcode en daarbij bollen op de piste. Dit alles is zeer goed samengesteld vooral die piste is mooi aangelegd. Nu zijn we bezig met de scholing, de ganse dag de baan op met een colonne auto’s. We hebben ook binnenkort twee dagen legermaneuvers naar de Ardennen. Verleden week zijn wij gaan defileren naar Brussel bij een begrafenis van een kolonel die in Kongo om het leven kwam. Beste groeten aan allen en vooral Milac.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 16/9/60 : “Maandag 29 augustus hebben we het opleidingscentrum van Heverlee verlaten en zijn hier op de Kielsevest te Antwerpen aangekomen bij de T.P.T. De drie maanden in Heverlee doorgebracht zijn voor mij vlot verlopen. Ik bedank de Milac voor het nieuws uit Leest dat ik daar regelmatig ontving. Het is hier een kleine en oude kazerne, er liggen hier ongeveer 140 soldaten, wat betekent dat het hier heel wat beter is dan in Heverlee. Voor ons is er hier in het begin nog niet veel te doen, daar we nog niet mogen bollen, natuurlijk wel auto’s kuisen, veel karwei, piket en wacht daar de andere soldaten bijna dagelijks op zending zijn vooral met het vervoeren van eetwaren. De beste groeten aan allen, vooral de Milac, de soldaten en de B.J.B. Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 13/2/1961 : “Hier eindelijk wat nieuws van een chauffeurke uit Antwerpen. Hartelijke dank voor de vele Nieuwjaar geschenkjes die ik hier regelmatig ontvang van die goede mensen uit Leest. Met mij gaat nog alles op zijn best, reeds meer dan acht maanden achter de rug. Omtrent dagelijks hebben we een zending als er geen wacht moet gedaan worden, wat nogal dikwijls voorvalt, gemiddeld één per week. Van oefening, marcheren, dril of maneuvers is er hier weinig of geen spraak. De staking bezorgde ons niet veel voordeel, vijf weken zonder verlof of vergunning, velen zijn er afgedeeld geweest bij de rijkswacht voor enkele weken. Onlangs is er bij ons in de kazerne terug een Milacvereniging opgericht met elke week een vergadering waarbij aalmoezenier Nobels. Deze vereniging telt tamelijk veel leden in verband met het aantal miliciens in de kazerne. Beste groeten aan allen, vooral de B.J.B. en de Milac-medewerkers van Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 27/5/1961 : “Eindelijk is de langverwachte dag, de schoonste dag van mijn legerdienst aangebroken, de dag dat ik de troep zal verlaten. Alles bij mekaar genomen marcheerde ik geen 20 km of verschoot ik geen 100 kogels. In lange niet heb ik te klagen gehad van eten noch van dienst. Ik bedoel niet dat ik er graag bij was, thuis in Leest is het duizendmaal beter. Drie maanden opleiding deed ik te Heverlee als infanterist en chauffeur; dan werd ik naar Antwerpen gezonden in een Transportcompagnie waar ik de negen volgende maanden klopte en waar ik nog zeer weinige oefeningen of drilling gekend heb. Ongeveer dagelijks worden we de baan opgestuurd met Jeep of camion. En zo ben ik dan gekomen aan mijn laatste dag waarop ik de Milac en zijn medewerkers en lezers van De Band moet bedanken , vooral om wat ze voor mij deden. Ik zeg mijn legerdienst vaarwel en hoop voor de Milac in de toekomst het beste en veel medewerking. Nogmaals besten dank en aan de andere soldaten van Leest, een vlug afzwaaien.”
Aanwezig : Frans De Prins (waarnemend voorzitter), Ferdinand De Prins (schepen), Pieter Verbeeck, Frans Van der Hasselt, Henri Van Den Heuvel, Henri De Bruyn, Jules Geens, Constant Buelens (raadsleden) en Egied Bradt, secretaris. (NVDR : In 1958 hadden de Blekken de grootste overwinning uit hun politiek bestaan behaald. Ze wonnen de gemeenteraadsverkiezingen met “zeven-twee”. Dat kon enkel omdat er binnen de Sussen verdeeldheid was en omdat er ook een scheurlijst van deze partij opkwam. Voor de Blekken werden verkozen : Frans De Prins, een zoon van oud-burgemeester Pieter De Prins, Emiel Verschueren, Henri Van den Heuvel, Ferdinand De Prins, Rik De Bruyn, Juul Geens en Frans August Lauwers. Deze laatste trok zich terug omdat hij familie was van Emiel Verschueren en werd als gemeenteraadslid opgevolgd door Pieter Verbeeck. In het schepencollege zetelden burgemeester Emiel Verschueren en de schepenen Frans De Prins en Ferdinand De Prins. De Sussen hadden toen met Frans Van der Hasselt en Constant Buelens twee vertegenwoordigers in de gemeenteraad. De derde lijst of de scheurlijst van de Sussen met Frans Muysoms en Lodewijk Wuyts had geen zetels. Na ongeveer één jaar zou schepen Frans De Prins overgaan naar de oppositie).
-Als 4de punt : opheffing van de gemeentelijke meisjesschool. De Raad : -gezien er een vrije gesubsidieerde meisjesschool werd opgericht te Leest op 1/9/1959; -Gezien alle leerlingen der meisjesschool zijn overgegaan naar de vrije school. -Overwegende dat er nog een gemeenteschool voorhanden is waar ook de meisjes kunnen naartoe gaan. -Gezien de gemeentelijke meisjesschool overbodig is geworden, besluit : de gemeentelijke meisjesschool te Leest wordt opgegeven met ingang van 1 september 1959. In de zitting van het schepencollege van 14/3/60 onder voorzitterschap van burgemeester Em. Verschueren besloot het college om de moeder-overste van de Zusters Annonciaden van Huldenberg opdracht te geven tot het opstellen van een inventaris en een schatting van de actuele waarde van school, schoolmeubelen en klasbenodigdheden en in de gemeenteraad van 11/4/1960 werd besloten schoolmeubelen en boeken over te laten aan deze vrije meisjesschool voor 62.000 fr. (50.000 fr voor de schoolmeubelen en 12.000 fr voor de boeken).
“De Band” publiceerde een opmerkelijk artikel daaromtrent onder de titel :“LET OP UW ZAAK. ‘Geen appelen voor citroenen’ zoudt ge als opschrift kunnen verwachten beste Lezers en Lezeressen, maar het geldt hier iets biezonders, wat thans U zal worden voorgehouden. Wanneer het eerstvolgende nummer van “De Band” verschijnt, zullen er verschillende van onze lezers en lezeressen in de hoedanigheid van “OUDERS” voor hun kinderen ’n andere school hebben gekozen. Omdat hun kinderen ofwel hier ter plaatse zijn afgestudeerd ofwel omdat zij hun kinderen zo vroeg mogelijk ’n stiel willen laten leren. Niemand kan daar iets tegen hebben ? Maar men kan er wel’ iets’ tegen hebben –en zelfs heel veel- dat men zich appelen voor citroenen laat verkopen. Dat men zich namelijk laat wijsmaken dat “Neutraal-onderwijs” evengoed is als “Kristelijk Onderwijs”. Als kristen mens en lezer van De Band, waarin ik als ieder ander mijn opinie eens mag uiteenzetten breek ik ’n lans voor het Kristelijk onderwijs voor al onze jongens en meisjes. Alleen in en door dat onderwijs dat niet alleen in de Vrije Katholieke scholen wordt gegeven, maar ook (en Goddank) in zeer vele stadsscholen welke uitdrukkelijk en positief christelijk onderwijs nastreven en verstrekken- wordt de kristelijke opvoeding van de kinderen van gezinnen aangevuld en voortgezet. MAAR NIET EN NOOIT in ’n NEUTRALE SCHOOL! Als kristen mens denk ik er zo over : hangt er thuis een kruis, dan moet er ook een in de school hangen. Welnu dat kruis, het teken van ’n kristen mens vindt men alleen in ’n kristelijk onderwijs inrichting. Onze Bisschoppen-dragers van het goddelijke gezag en verantwoordelijken voor de katholieke opvoeding van gans onze jeugd, ook van de onze- zullen U zeggen dat het in geweten niet te verantwoorden is dat kristelijke ouders hun kinderen zonder zware redenen aan neutrale onderwijsinrichtingen toevertrouwen. Lezers en Lezeressen van “De Band” vergeef me mijn vrijpostigheid U mijn mening hieromtrent te hebben uiteengezet. Ik deel het omdat ik in ’n soldatenblad als ’n waar soldaat van Kristus wilde ijveren voor “ZIJN” zaak en...de”UWE”!” Het artikel was ondertekend met “Miles”.
1960 – 18 juni : Disteluitroeiing.
Gemeentewerkman Vloeberghen kreeg de opdracht om distels uit te roeien op een met tarwe en gerst beplant land langsheen de Kapellebaan. Dit gebeurde op kosten van de eigenaar een landbouwer uit de Kapellebaan. (VVH)
Foto’s :
-Enkele leden van de gemeenteraad in 1960, zittend v.l.n.r. : Ferdinand De Prins, Frans Van der Hasselt, Emiel Verschueren, , Pieter De Prins, en Louis Wuyts. Staande : veldwachter Victor Van Hoof en secretaris Egide Bradt.
1960 – 11 juni : Brieven van soldaat Leon VERBRUGGEN.
-Leon Verbruggen vanuit Heverlee, 11/6/1960 : “Vanaf 1 juni ben ik hier in het K.W.M.T. te Heverlee en begin zo stilaan iets af te weten van den troep, de oefeningen, de karweien en die plezante weekjes van blancouteren en koper kuisen. Wij zijn volop bezig met onze opleiding, na die twee eerste dagen van bedeling der verschillende kledingstukken en gereedschappen, het ene wat te groot, het andere te klein, van het ene een stuk te veel of te kort en dan maar gaan ruilen. We hebben ook al schietoefeningen gehad en ge kunt wel weten dat dit enkele uurtjes heeft aangelopen om zulke bleukes als wij met een geweer te leren omgaan. Met mij gaat alles goed en ik wens hetzelfde aan alle soldaten van Leest, de Milac en de mannen van de B.J.B., een eerste prijs op het zomerfeest.”
-Leon Verbruggen, Heverlee 17/8/60 : “Eerst en vooral ten zeerste dank voor het dagelijks ontvangen van de Gazet van Antwerpen tijdens de Ronde van Frankrijk. Met mij gaat alles nog op zijn best en de dagen gaan hier goed voorbij. We hebben een maand frak gekregen, dat zijn lessen over autokennis, onderhoud en wegcode en daarbij bollen op de piste. Dit alles is zeer goed samengesteld vooral die piste is mooi aangelegd. Nu zijn we bezig met de scholing, de ganse dag de baan op met een colonne auto’s. We hebben ook binnenkort twee dagen legermaneuvers naar de Ardennen. Verleden week zijn wij gaan defileren naar Brussel bij een begrafenis van een kolonel die in Kongo om het leven kwam. Beste groeten aan allen en vooral Milac.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 16/9/60 : “Maandag 29 augustus hebben we het opleidingscentrum van Heverlee verlaten en zijn hier op de Kielsevest te Antwerpen aangekomen bij de T.P.T. De drie maanden in Heverlee doorgebracht zijn voor mij vlot verlopen. Ik bedank de Milac voor het nieuws uit Leest dat ik daar regelmatig ontving. Het is hier een kleine en oude kazerne, er liggen hier ongeveer 140 soldaten, wat betekent dat het hier heel wat beter is dan in Heverlee. Voor ons is er hier in het begin nog niet veel te doen, daar we nog niet mogen bollen, natuurlijk wel auto’s kuisen, veel karwei, piket en wacht daar de andere soldaten bijna dagelijks op zending zijn vooral met het vervoeren van eetwaren. De beste groeten aan allen, vooral de Milac, de soldaten en de B.J.B. Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 13/2/1961 : “Hier eindelijk wat nieuws van een chauffeurke uit Antwerpen. Hartelijke dank voor de vele Nieuwjaar geschenkjes die ik hier regelmatig ontvang van die goede mensen uit Leest. Met mij gaat nog alles op zijn best, reeds meer dan acht maanden achter de rug. Omtrent dagelijks hebben we een zending als er geen wacht moet gedaan worden, wat nogal dikwijls voorvalt, gemiddeld één per week. Van oefening, marcheren, dril of maneuvers is er hier weinig of geen spraak. De staking bezorgde ons niet veel voordeel, vijf weken zonder verlof of vergunning, velen zijn er afgedeeld geweest bij de rijkswacht voor enkele weken. Onlangs is er bij ons in de kazerne terug een Milacvereniging opgericht met elke week een vergadering waarbij aalmoezenier Nobels. Deze vereniging telt tamelijk veel leden in verband met het aantal miliciens in de kazerne. Beste groeten aan allen, vooral de B.J.B. en de Milac-medewerkers van Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 27/5/1961 : “Eindelijk is de langverwachte dag, de schoonste dag van mijn legerdienst aangebroken, de dag dat ik de troep zal verlaten. Alles bij mekaar genomen marcheerde ik geen 20 km of verschoot ik geen 100 kogels. In lange niet heb ik te klagen gehad van eten noch van dienst. Ik bedoel niet dat ik er graag bij was, thuis in Leest is het duizendmaal beter. Drie maanden opleiding deed ik te Heverlee als infanterist en chauffeur; dan werd ik naar Antwerpen gezonden in een Transportcompagnie waar ik de negen volgende maanden klopte en waar ik nog zeer weinige oefeningen of drilling gekend heb. Ongeveer dagelijks worden we de baan opgestuurd met Jeep of camion. En zo ben ik dan gekomen aan mijn laatste dag waarop ik de Milac en zijn medewerkers en lezers van De Band moet bedanken , vooral om wat ze voor mij deden. Ik zeg mijn legerdienst vaarwel en hoop voor de Milac in de toekomst het beste en veel medewerking. Nogmaals besten dank en aan de andere soldaten van Leest, een vlug afzwaaien.”
Aanwezig : Frans De Prins (waarnemend voorzitter), Ferdinand De Prins (schepen), Pieter Verbeeck, Frans Van der Hasselt, Henri Van Den Heuvel, Henri De Bruyn, Jules Geens, Constant Buelens (raadsleden) en Egied Bradt, secretaris. (NVDR : In 1958 hadden de Blekken de grootste overwinning uit hun politiek bestaan behaald. Ze wonnen de gemeenteraadsverkiezingen met “zeven-twee”. Dat kon enkel omdat er binnen de Sussen verdeeldheid was en omdat er ook een scheurlijst van deze partij opkwam. Voor de Blekken werden verkozen : Frans De Prins, een zoon van oud-burgemeester Pieter De Prins, Emiel Verschueren, Henri Van den Heuvel, Ferdinand De Prins, Rik De Bruyn, Juul Geens en Frans August Lauwers. Deze laatste trok zich terug omdat hij familie was van Emiel Verschueren en werd als gemeenteraadslid opgevolgd door Pieter Verbeeck. In het schepencollege zetelden burgemeester Emiel Verschueren en de schepenen Frans De Prins en Ferdinand De Prins. De Sussen hadden toen met Frans Van der Hasselt en Constant Buelens twee vertegenwoordigers in de gemeenteraad. De derde lijst of de scheurlijst van de Sussen met Frans Muysoms en Lodewijk Wuyts had geen zetels. Na ongeveer één jaar zou schepen Frans De Prins overgaan naar de oppositie).
-Als 4de punt : opheffing van de gemeentelijke meisjesschool. De Raad : -gezien er een vrije gesubsidieerde meisjesschool werd opgericht te Leest op 1/9/1959; -Gezien alle leerlingen der meisjesschool zijn overgegaan naar de vrije school. -Overwegende dat er nog een gemeenteschool voorhanden is waar ook de meisjes kunnen naartoe gaan. -Gezien de gemeentelijke meisjesschool overbodig is geworden, besluit : de gemeentelijke meisjesschool te Leest wordt opgegeven met ingang van 1 september 1959. In de zitting van het schepencollege van 14/3/60 onder voorzitterschap van burgemeester Em. Verschueren besloot het college om de moeder-overste van de Zusters Annonciaden van Huldenberg opdracht te geven tot het opstellen van een inventaris en een schatting van de actuele waarde van school, schoolmeubelen en klasbenodigdheden en in de gemeenteraad van 11/4/1960 werd besloten schoolmeubelen en boeken over te laten aan deze vrije meisjesschool voor 62.000 fr. (50.000 fr voor de schoolmeubelen en 12.000 fr voor de boeken).
“De Band” publiceerde een opmerkelijk artikel daaromtrent onder de titel :“LET OP UW ZAAK. ‘Geen appelen voor citroenen’ zoudt ge als opschrift kunnen verwachten beste Lezers en Lezeressen, maar het geldt hier iets biezonders, wat thans U zal worden voorgehouden. Wanneer het eerstvolgende nummer van “De Band” verschijnt, zullen er verschillende van onze lezers en lezeressen in de hoedanigheid van “OUDERS” voor hun kinderen ’n andere school hebben gekozen. Omdat hun kinderen ofwel hier ter plaatse zijn afgestudeerd ofwel omdat zij hun kinderen zo vroeg mogelijk ’n stiel willen laten leren. Niemand kan daar iets tegen hebben ? Maar men kan er wel’ iets’ tegen hebben –en zelfs heel veel- dat men zich appelen voor citroenen laat verkopen. Dat men zich namelijk laat wijsmaken dat “Neutraal-onderwijs” evengoed is als “Kristelijk Onderwijs”. Als kristen mens en lezer van De Band, waarin ik als ieder ander mijn opinie eens mag uiteenzetten breek ik ’n lans voor het Kristelijk onderwijs voor al onze jongens en meisjes. Alleen in en door dat onderwijs dat niet alleen in de Vrije Katholieke scholen wordt gegeven, maar ook (en Goddank) in zeer vele stadsscholen welke uitdrukkelijk en positief christelijk onderwijs nastreven en verstrekken- wordt de kristelijke opvoeding van de kinderen van gezinnen aangevuld en voortgezet. MAAR NIET EN NOOIT in ’n NEUTRALE SCHOOL! Als kristen mens denk ik er zo over : hangt er thuis een kruis, dan moet er ook een in de school hangen. Welnu dat kruis, het teken van ’n kristen mens vindt men alleen in ’n kristelijk onderwijs inrichting. Onze Bisschoppen-dragers van het goddelijke gezag en verantwoordelijken voor de katholieke opvoeding van gans onze jeugd, ook van de onze- zullen U zeggen dat het in geweten niet te verantwoorden is dat kristelijke ouders hun kinderen zonder zware redenen aan neutrale onderwijsinrichtingen toevertrouwen. Lezers en Lezeressen van “De Band” vergeef me mijn vrijpostigheid U mijn mening hieromtrent te hebben uiteengezet. Ik deel het omdat ik in ’n soldatenblad als ’n waar soldaat van Kristus wilde ijveren voor “ZIJN” zaak en...de”UWE”!” Het artikel was ondertekend met “Miles”.
1960 – 18 juni : Disteluitroeiing.
Gemeentewerkman Vloeberghen kreeg de opdracht om distels uit te roeien op een met tarwe en gerst beplant land langsheen de Kapellebaan. Dit gebeurde op kosten van de eigenaar een landbouwer uit de Kapellebaan. (VVH)
Foto’s :
-Enkele leden van de gemeenteraad in 1960, zittend v.l.n.r. : Ferdinand De Prins, Frans Van der Hasselt, Emiel Verschueren, , Pieter De Prins, en Louis Wuyts. Staande : veldwachter Victor Van Hoof en secretaris Egide Bradt.
“Zou men niet zeggen : “Te weinig gekend “ ! De lagere afdeling loopt van het 1ste leerjaar tot en met het 6de leerjaar ! Daarna volgen nog het 7de en het 8ste leerjaar d.i. voortgezet onderwijs. Velen mensen dachten of veronderstelden dat de 4de graad in onze meisjesschool nimmer bestond. Meer dan ooit wordt er in die twee jaren de vakken van het programma onderwezen, en wel met huishoudelijke strekking, wat onze jonge meisjes vooral van nut zal zijn. Naast de godsdienst en de profane vakken wordt er veel zorg besteed aan huishoudkunde en tevens aan het naaldwerk ! Hebt ge reeds gezien wat onze 4de graad meisjes dit jaar gepresteerd hebben ? Vraag het aan degenen, die van de tentoonstelling getuige zijn geweest ! De meesten van onze kinderen horen thuis in de 4de graad, want elders voelen ze zich niet thuis en worden gewoon weg, als balast ter zijde gelaten !!! Ouders, denkt aan de opvoeding van uw kinderen ! En aan de school op uw eigen gemeente ! Uw leuze weze : we zullen de 4de graad helpen heropbouwen. Bij voorbaat danken U de Eerwaarde Zusters ! Wij hebben graag aan het verzoek tot opname van deze warme oproep gevolg gegeven. Wij wensen te onderlijnen dat er inderdaad nog vele mensen de mening toegedaan zijn dat bij de Zusterkens geen degelijk onderwijs kan gegeven worden. Dat is werkelijk een grove vergissing, want het volstaat de oud-leerlingen te raadplegen om te weten wat zij thans in de samenleving doen, dank zij het genoten onderwijs bij diezelfde zusterkens. Meer dient hier niet aan toegevoegd te worden. Dat de ouders de oproep goed overdenken en meehelpen aan de verdere uitbouw van onze gemeentelijke zusterschool. De Redactie.”
1960 – Maandag 6 juni – G.v.A. : Op heterdaad betrapt
“In een grootwarenhuis in het stadscentrum van Mechelen werden twee personen, nl. V.D.I. uit Mechelen en D.S.L. uit Leest op heterdaad van diefstal betrapt. Het tweetal had al heel wat waren buitgemaakt toen ze werden betrapt.”
1960 – Pinkstermaandag 6 juni : Jaarlijkse processie
“De jaarlijkse processie gaat dit jaar uit op Tweede Pinksterdag na de Hoogmis Zij trekt langs de Dorpstraat, Vinkstraat en Molenstraat. Allen die een bijzondere functie vervulden in de processie worden verzocht deze ook thans en in de toekomst te blijven waarnemen.” (G.v.A., 3 juni 1960)
1960 – 8 juni : Walter VAN DE POEL uit Heverlee:
“Hier is dan het eerste briefje van de jonge rekruut uit Heverlee. Goed gezond, weinig vaak en veel honger. Alles wat ne mens (versta : soldaat) nodig heeft om in eer en deugd voor het vaderland zijn voeten af te draaien –drill te doen, en zijn schoenen te poetsen. De kazerne hier is nog niet zo heel oud, wat van ons vereist dat we twee keren per dag moeten schuren dat het schuim een halve meter hoog staat (zonder zeep), hetgeen dan wel laat verstaan dat er hier zweet met emmers wordt gelaten. Ze hebben me hier van de eerste dag al tot kameroverste gebombardeerd, hetgeen veel koeken voorspelt. Met de mannen van de kamer kan ik goed opschieten. We zijn hier met elf Antwerpenaars in het 11ste peleton. Leon Verbruggen zie ik alle dagen, al ligt hij niet in hetzelfde blok als ik. Op de kamer hier is er ook nog S.M. De Weerdt van Battel en Goessens van St.Katelijne Waver. Alles bij mekaar een gezellig stel jonge mensen, maar die allemaal in de penarie zitten zodra we de Chef horen brullen. Blaffen doen ze wel, maar bijten, dat is een ander paar mouwen. Gisteren hebben we de eerste vergadering gehad van Milac. Een 130 jonge rekruten die vol moed, of was het nieuwsgierigheid eens kwamen luisteren naar wat de aalmoezenier hen zoal te vertellen had. Anders, een sympathieke vent, die aalmoezenier. Hij blaft niet, maar hij bijt, zo stillekens onder of boven water, dikwijls zonder dat ge het eigenlijk voelt. Maar bijten doet hij. Alles bijeen is het niet slecht om te beginnen, en ik wou dat het zo bleef duren. Maar schone liedjes duren niet lang, zomin als deze brief. Tot een volgende keer kameraden van Milac, vrienden soldaten en kennissen. “Nog iets tot uw orders luitenant ?” “Nee dank u” vrienden, het beste.”
-Walter Van de Poel uit Antwerpen 5/1/1961 : “Hier kom ik dan met mijn nogal late nieuwjaarswensen aandraven. Ik heb uw kerstkaartje hier wat laattijdig ontvangen, maar het is nooit te laat om iemand geluk en voorspoed te wensen. Aan allen die ik met kerstmis niet ontmoet heb, een zalig kerstfeest en aan allen een gelukkig Nieuwjaar. Van harte wil ik u danken voor de geschenken en wensen. Het spijt me beste vrienden, dat ik u niet vaker kunnen schrijven heb, maar de laatste maanden, en vooral de laatste dagen, heb ik daar ongelukkiglijk de tijd nog niet voor gekregen, want ons sergeantenleven wordt druk bezet, vooral in troebele tijden zoals we er nu beleven. Elke dag zit hier vol emotionele spanningen. Elk ogenblik kunnen we bevel krijgen met een bende camions te vertrekken voor onbepaalde tijd. Het is hier alles behalve plezierig. Doch we hopen op een spoedig afzwaaien. Onze lintmeter is al met een paar cijfers verkort. Nog 143 dagen jongens. Maar met al die blijde vooruitzichten blijft het hier toch maar door en door triestig ; beter kan ik het niet uitrukken. De toestand is hier werkelijk onbeschrijfbaar. En als ge dan ’s avonds maar eens buiten mocht, maar daar is geen denken aan. Beste vrienden, laten we hopen dat alles rap voorbij is dan dat ik gauw weer mijn burgerkostumeke aan mag trekken. Tot binnenkort jongens, ’t sergeantje van de Bist.”
Foto’s :
-Enkele Chirojongens tijdens de processie. Vooraan v.l.n.r. : Marc Lamberts, Guido Hellemans en Jos Verlinden. Rechts van Guido staat Dirk Leemans.
-Walter Van de Poel in Baarle Nassau tijdens een bivak van de Chiro in 1954