1568 De almanak
wees nazomer 1568 aan. Bij de veldbaan naar het Heike, thans dexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Winkelstraat, stond toen een grote
hoeve. Deze werd telkens tot nog in de 19e
eeuw, volgens een al van toen oude legende,
vernoemd als die van den Duvel...
De mensen uit de omgeving vertelden dat dit erf vroeger
een somber tijdperk had
doorworsteld, met haar toen
beruchte duivelsschuur...
In die schuur stond volgende ronde
tafel : in een gekloven gat in een boomstronk,
lag met zijn dom een reuze karrewiel met tot 14
genummerde spaken, bedekt
rondom met enkele plankjes...Dit
rad deed dienst als eettafel. Dat was dood de
toenmalige pachter zo gepland, om
een van toen vele normen van bijgeloof : de
angst, met 13 aan tafel, te
omzeilen, door het aanwerven van steeds veertien
werknemers. Daarmee bevond zich op
de hoeve, soms een stel zonderling
tewerkgesteld volkje.
Bij avond gingen de lieden uit de
buurt naar huis, doch de vreemde knechten
sliepen op de hooischelft, en
sommigen zochten stiekem hun nachtrust in de
stallen.tussen paarden of koeien...
Spaanse rebellerende huurlingen
doorkruisten deze streek en plunderden de
bevolking, doch enkele nog
geregelde troepen trachtten toch de verstoorde orde
te herstellen. Vele opgejaagde
schelmen zochten dan heil bij roversbenden, die
met een duivelse terreur, het
platteland in verschrikking dreef...
Op zekeren morgend ziet de
hoevevrouw, op het erf, een bloedspoor naar gindse
schuur, en bij het ingaan van den
werktijd telt zij 13 man aan bezigheid. Ze gaat
kijken , en bij het rad zit daar de
14de , die zich zijn gewond been verzorgt.
Ze vraagt waar hij daarmee is
vandaan gekomen. De kerel beweert dat hij van
koorts niet kon slapen, en bij nacht
bij een wandeling langs de wei, aan
prikkeldraad was gewond. De boerin
biedt hem hulp van een dokter aan. Doch
hij wimpelt die af en zegt : Ik
kom seffens werken...
Die namiddag komt een koopman op
het hof en vertelt dat vorige nacht op Zemst
Laar door rovers een hoeve werd in
as gelegd, omdat de bewoners niet waren
ingegaan , op een bende haar
verwittiging, die gisterenmorgend op een briefje aan
de deur gespijkerd was, met hun eis
dat er in deze voorbije nacht, in den emmer
van den bornput, 5 dozijn gouden
dukaten moesten liggen, als losprijs tegenover
de thans uitgevoerde bedreiging. De
boer had enkel maar kunnen schieten op de
schurk die den emmer wou lichten...
De nu volgende nacht droomt de
bazin van haar hoeveschuur. Ze ziet een
gehavend rad met slechts nog 9
goede spaken, waartussen 5 duivels haar
toegrijnzen...
Uren lang vergelijkt, wikt en
berekent zij, en voor dag en dauw sluipt zij van de
boerderij naar den veldwachter en
terug...
Op het middaguur wordt de hoeve
omsingeld door Spaanse ruiterij, en wie wou
ontsnappen werd door de paarden
overgereden...en het werden er 5, dewelken
die zich hadden misrekend op 12
dukaten...
De schurk met de schotwonden was
hoofdman van nog meer verspreide benden.
Hij werd in Vilvoorde op de grote
markt tentoongesteld, voor 72 uren zonder eten
of drinken, gebonden met het hoofd
omlaag op een tegen de schandpaal schuin
geplaatst rad...
(Een rad als telraam Anselmus
Jédrie DB december 1979)
1569
...thoochstraetken te Leest... (AM)
1571 De tweede helft van de 16e eeuw
was voor Leest en omiggende een triestige
tijd. De godsdienstoorlog is volop aan gang. De bevolking wordt
geterroriseerd
de ene keer door Spaanse soldeniers, de andere keer door soldaten van
Oranje
of door de Geuzen. Zo wordt in 1571 de
kercke affgebrant bij de soldaten
van Grave Van Swertsberge.
De schade was enorm want het zal acht jaar duren vooraleer de kerk
hersteld is en plechtig kan worden ingewijd. Dit gebeurt door
aartsbisschop
Hovius. Bij die gelegenheid wordt aan Monseigneur een etentje
aangeboden.
Onder de disgenoten vinden we die dag koster Pieter VAN BROUKE.
(De kosters van Leest, De Band-november 1985)
1572 Om de
roekeloosheid van de beeldstormers te straffen zond Philips II de hertog
van Alva naar de Nederlanden. Op 2
oktober 1572 bemachtigde deze Mechelen
en gaf de stad met haar omtrek ten xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />prooi aan dem moedwil van zijn soldaten,
ook te Leest werden ze losgelaten
en gingen er lelijk te keer. Drie dagen lang
werd er geplunderd. (Geschiedenis
Parochie Hombeek, blz.55)µ
1573 Anthonis van
Enere, coster van Leest, wordt gestraft met een bedevaart naar
O.L.Vrouw te Hal om met een gaffel gestoken te hebben Peeter
Guedens.
(J.Judicature Echevius 5 II nr.2)
1573 4 april : Hans
van Cockelberge jongman oud over de 25 jaar, zoon van wijlen
Jan van Cockelberge, geeft Niklaas
van Cokelberge zijn broer land te Leest aan
hen beiden en aan hun zuster
verstorven, verkregen van de erfgenaam Van
Beersele, Margriete Van Hove hun
moeder Anna hun zuster.
(Notaris De Hondecoutere, Mechelen
f°104)
1573 27 juni :
Testament van Hendrick Van den Brande 23 jaar, gezond van hart, maar
ziek van lichaam, geeft aan
H.-Geesttafel van Leest land op de Leestse Couter,
gelast met een moken koren aan de
kerk, voor jaarl. Jaargetijde tot eigen lafenis
en dat van wijlen Jan Van den
Brande, zijn vader, en Jan, zijn broer.
(Parochie-Archief Leest)
1576 1 oktober :
Door bemiddeling van hun voogd, Jacob Buysset, verkopen de
kinderen van wijlen Jan Lettin aan
Jacob Van der Haghen een hoeve met schueren
stallen beemden en winnend land,
De Kleine Hoeve onder Leest, aan de Biest,
alles te samen 14 bunder 1 dagwand,
belast met cijnsen ten voordele van de
erfgenamen Vrancx, de H.Geest van
St-Pieter, deze van Leest, Leliëndael, de
Kapelrie van St-Daniël in O.L.Vr.
t Gasthuis, de kerk van Leest, de Kapelrie op
t stadhuis. (Zegel van Merten
Roelants MS)
1577 2 juni : Pieter
Wijts en Jan Verlinden als vader van de 2 kinderen van wijlen zijn
vrouw Barbele Machiels, en beiden
als mombers over de kinderen van wijlen
Jan Gaillier en Anne Blommairt,
verkopen, elk voor 1/3 een beemd ongeveer
2 ½ bunder groot, te Leest aan de
Zenne, tussen de Groote Burchstadt, de
Meulenbeempden en de straat, aan
Jan Bouwenssone, voor de som van 1.426
karolusgulden eens en 25 karolusgulden erfelijk. (IFL,
blz.109 nr.448)
1577 Den 11
November s avonds omtrent ses ure openbaerde sig eene Comeet-Sterre,
den steert zynde als een rode, sy
stondt by naer den geheelen winter, in t eerste
seer helder, claer ende lanck, in
t beginsel was haer coleur seer vierich en root,
daer naer bleecker, den steerte
streckte van den westen ten oosten, en buygde syne
zyde naer het zuyden, maens-gewys,
wat hol naer den zuyden. (KCM)
1578 Op 2 februari
1578 werd Mechelen verrast door Maximilliaan de Hennin, graaf
van Bossu, die op last der Staten,
enige vendels voetvolk in de stad bracht en haar
te bewaren toevertrouwde aan Pontus
de Noyelles, heer van Bours.
Deze laatste beval schier
onmiddellijk daarop de kloosters rond Mechelen af te
breken om zoals het heette- aan s
konings volk steunpunten te ontnemen.
De veldheer gelastte zijn soldaten
op de dorpen rond Mechelen de klokken uit de
kerktorens te halen, om ze tot
kanonnen te vergieten.
De Noyelles liet aan zes vendelen
voetknechten, onder commando van Kolonel
dOutremelle Hombeek, Leest en
Heffen met het omliggende aflopen.
Wat al kwaad dat soldatenvolk
aanrichtte is haast niet te beschrijven. De
voetknechten gingen er te werk als
echte straetschenders, beroovende zelfs alle
passanten soldaten ende prevandiers
wie sy oyck syn.
La fureur et l outrage des
soldats zegt een missive van den tijd- ne s étend pas
seulement jusques aus pauvres manants desdits villages et au résidu de
leur bien ;
mais aussi aus passagers, aus soldats qui sont présentement en cette
ville de
Malines et aus provandiers.
In de loop van dat zelfde jaar werd
door de Staatsen ook al het goud en het zilver
van de kerken en kloosters
aangeslagen te Mechelen en op zijn naburige dorpen.
(De Parochie van Hombeek De
Ridder,; blz.55,56,57)
Het klooster van Leliëndael werd
met de grond gelijkgemaakt. Resten van het
steengruis zouden vijftig jaar
later gebruikt worden bij de bouw van een pastorij
te Leest.
De bende van kolonel dOutremelle
ging zo lelijk te keer dat Mechelen er bij de
prins van Oranje op aandrong om dit
regiment te verplaatsen.
1579 27 april :
Cornelis Mathijs, junior, geeft volmacht aan zijn vader Cornelis Mathijs,
aan Andries Huens, Jan Van der
Horst en Rombaut Gruentkens om in zijn naam
te compareren voor de leenmannen
van t klooster van Leliëndael en van de
erfgenamen de Plaines, of waar het
nodig mocht blijken, om aan Frans van der
Zande een beemd van ½ bunder onder
Leest bij Steynemolen en ½ bunder land
eveneens onder Leest over te maken.
(MS)
1580 Archief de
Lalaing, Boek 1022. Leenboek van Huges De Prant 1580-1641.
-Die Heylige ghees van Leest van
een half bundere helftwinninge lutter min oft
meer geleghen onder die Santvoort en
Blaersvelt Broeck en het wisselt tegen
den heyligen geest van Blaersvelt
die goeden des heeren van Blaersvelt er
eenre : den Santvoorsloot ter
andere sijde gelegen.
-Item dit naervolgende zijn noch
andre veirschoof van den heere van Blaersvelt
geleghen onder den dorpe van Leest
en gedeeltelijck heffene.
-Cornelis Matthijs van V hont lants
vierschoof geleghen op Ruelenstuck bij
tgroot Roth de goeden orije Peeter
Caleys ter eenre : de goede kercke van Leest
ter andere sijde gelegen...
1580 Den 9Augusti
1580 wirdt Mechelen overrompelt door de geusen. (de wilde
benden van Olivier van den Tympel
en van John Norritsà
t Woedende soldatenvolk en was niet te voldoen, het plunderde ende
ruineerde
heen hele mandt lang in de stadt
ende op den buyten.
(Geschiedenis Par.Hombeek,blz.57)
1590 Rond 1590
stond de kerk weerom in vlammen. Vooral de toren had veel
geleden en het koor was totaal
uitgebrand. In de kerkrekeningen van dat jaar
vinden we 15 stuivers verteergeld
toen Pieter Diddens en de kermeesters met
Godevaert Van de Zijpe spraken om
te bezien oft men soude konnen crijghen
Eenighen recompensie voer het affbranden
van de kercke affgebrant bij de
Soldaten van Grave Van
Swertsberge.
Het was de tweede maal kort na
elkaar dat dit gebeurde schrijft pastoor De Heuck:
incendio altero ante annum 1591 per milites destructa
(WLS, blz.8)
1591 4 februari :
Jan Van den Eynde verkoopt aan Adolf Van den Venne een half
bunder land onder Leest, bij de
heide, belast met een half vierdeel rogge ten
bate van de koning. (MS)
1591 Vanaf 1591 en
dit tot 1627 waren de pastoors van Hombeek deservitor te
Leest. Ze stonden dus in voor twee
parochies en hielden uiteraard ook
kerkdiensten te Leest.
De vier opeenvolgende Hombeekse
pastoors die ook Leest zouden bedienen
waren respectievelijk : Marten
Goossens, Jan Hals, Willen Van Achelen
en Joos Blieck.
Over Marten Goossens die van 1591
tot 1592 ook pastoor was te Leest
is weinig bekend. Wel weten we dat
van april 1591 tot september 1599 in
Hombeek ook alle Leestenaars gedoopt
werden.
Wat wil je : de Leestse kerk lag er
maar triest bij en haar koor werd pas (in
1599) heringewijd door artsbisschop
M. Hovius (of Van den Hove), in
Hombeek was dat al tien of meer
jaar eerder gebeurd door zijn voorganger
J. Hauchinus (of Hauchin).
Marten Goossens woonde een tijd te
Mechelen, werd ziek en overleed plots
op 9 januari 1597 te Mechelen waar
hij de 15de begraven werd met een viering
in Sint-Rombouts.
(Wilfried Hellemans : Pastoors
Gevraagd in t Ridderke nr.2 van 2004)
1591 In 1591 werd de
kerk vernield door garnizoensoldaten : Incendio altero ante
annum 1591
per milites destructa necnon a suo rudero restaurata, anno 1599,
consecrate fuit ecclesia
parochialis de Leest per illustrissimo et reverendissimum
Dominum Mattiam Hovium,
archiepiscopatus Mechliniensis.
(Uit een Kerkregister)
|