1751 23 januari :
Franchoise Huys, Jacob Fierens wonen te Leest, Philip Huys zoon vanxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Guilliam x Elisabeth Valkaerts ¼ in
huis te Puurs Sauvegard 1 Cornelis Van
Oostenrijck 2 Sherenstraete 3
Niklaes en Peter Apers 4 Cornelis Van Berckelaer,
geerft door N°I van ouders Guilliam
X Cornelia Staes.
(Notaris Jan De Cock, Willebroek)
1752 12 maart :
Testament Jacob Van den Brande woont te Leest x Catharina De
Haen, beiden gezond.
(Notaris Jan De Cock, Willebroek)
1753 Dat jaar brak
er nogmaals brand uit in de kerk. De oorzaak is ons onbekend.
Achteraf gaf men 8 gulden en 10
stuivers uit aan een drinkgelacht voor de
wakers in de kerk nadat den brandt
in de kercke geblust was.
De schade scheen niet aanzienlijk
geweest te zijn, vermits er op dat tijdstip geen
hoge onkosten in de rekeningen
voorkomen.
1755 Publiek
schandaal te Leest 1755
Dat de gildebroeders van de
boogschuttersgilde Sinte-Sebastiaen bijtijds
hun pintjes verzetten, zal wel
niemand verwonderen, vooral als men weet
hoeveel staminees ons dorp toen
telde.
Dat dit soms opschudding verwekte
in de vrome gemeente bewijst het
REQUEST OVER DE ABUSEN IN DE
PROCESSIE uit 1755, dat we
Terugvonden tussen de oude Leestse
archieven : Heilig Sakramentsdag 1755:
Traditiegetrouw gaat die dag de processie uit te Leest, met
de gewone
plechtigheid en eerbied. Nauwelijks
uit de kerk gekomen, gebeurde iets
ongewoons... Maar lezen we liever
het origineel relaas van de gebeurtenissen
in de officiele aanklacht die door
een verbolgen pastoor Vanheymbeke na de
feiten naar het bisdom wordt
gestuurd :
... Requestre(nvdr: officiele eis
of aanklacht) over de abusen in de processie,
verthoont ende deponeert met alle
behoirlyck respect ende eerbiedinghe J.F.
Vanheymbeke paster in Leest hoedat
op den feestdagh van t Hoogweerdighe van
den jaere 1755 de processie ter
eere van het selfde in de kercke van Leest met
behoirelyke eerbiedigheyt, godtvrugtigheyt
ende met goet order begonst synde
ende uytgaende tot op de plaetse
voor het kerckhof door sekeren PHILIPPUS
FIERENS geswoornen der parochie van Leest ende
vaendrager der gilde van
Leest te saemen met eenighe gildebroeders
syne aanhangers is geturbeert
(turberen: storen) ende de devotie
verstroyt, mits :
1. desen cum suis (nvdr : met de
zijnen, met zijn aanhangers) tegen alle
eerbidigheyt schuldigh aen t
Alderheyligste is gegaen uyt het order enden den
wegh der processie, ende sich van
den coninck der gilde ende andere
gildebroeders den wegh der
processie voorderende, gesepareert ende
gestelt heeft aen den slineke hande
van de processie
2. staende de draegers van de
kerckevaenen niet veer van dien voorscreven
turbateur (nvdr: stoorder)
waerschynelyck door syn commande, buyten het
order ende wegh der processie.
3. dat sommighe van syne
aenhangers de gildebroeders in goet order gaende
in de processie hebben met den arm
uyt dat order getrocken
4. de vaendraeghers van de
kerckevaenen wederom voorgaende de processie
ende den verthoonder met het venerabel (nvdr : venerabel : het H.
Sakrament
dat in de remonstrans rondgedragen
wordt) den wegh der processie voorderende
ende nauwelyckx deze turbateurs
gepasseert synde is de trommel geslaghen,
ende door order van dien principalen
oock geluyt de twee andere mindere
klocken, dewelcke niet en luyden
met de groote klock tensy voor de overledene,
ende dat tot verstroying van het
volck mijnende dat het luyde voor iemant die
overleden was.
5. Desen met syn aanhanghers sonder
het alerheyligste te vergeselschappen,
hebben op de plaetse blyven staen
lachen ende gabberen de herberghe uyt en in
loopende tot dat den verthoonder
comende weder aen de kerck met het venerabel,
neder geklient synde syn vaen op
syn schouders gehouden sonder met het selve
eenighe eerbiedigheyt aen t
Hoogweerde voor hun passerende te bethoonen.
6. Terwijlen den verthoonder
vervolghde den wegh der processie om de kercke
soo is dien turbateur ende stoorder
der godtvrugtigheyt in de kercke gegaen eer
den verthoonder met het venerabel
in de kerck ginck daer nochtans den coninck
der gilde met de twee dekens en
andere gildebroeders volgens oude gewoonte
bleven knielen aen den inganck der
kercke gelyck hy volgens de gewoonte
oock
soude moeten doen hebben strijken
syn vaen voor t Hooghweerdighe en alsoo
niet voor maer achter het Hooghweerdigh
in de kercke te comen...
(Kerkarchief Leest : 34 f°75 en 76
R.A.A.)
Tot hier de aanklacht van de
pastoor tegen Philippus Fierens aan het adres van het
bisdom.
Op 20 november van datzelfde jaar
volgde het antwoord van het bisdom, de tekst
was in het latijn opgesteld : de
zondaar Philippus Fierens zal publiekelijk aan
de pastoor vergiffenis moeten
vragen voor het bedreven schandaal. Dan zal de
zaak geklasseerd worden. Onderaan
dit document schreef de pastoor : de copie
deser is door mij geinsinueert aen
Philippus Ferens. Desen...april 1756.
(Georges Herregods DB november
1981)
1758 16 juli : Leest
kreeg haar Biegulde. (Gijs-Thijs,reg 89,f° 83)
1762 In den eerse
betaelt aan Zairinus Buelens de somme van 8 guldens in
voldoeninghe van eenen waegen met
drije peerden bespannen gelevert t hebben
om van deze stadt naer Brussel te
transporteren op den 11ste ende 12e november
1762 de bagagie van Oostenrijksche
militaire volckeren van oorloghe ende ditten
advenante van vier guldens daeghs
conforme de publique verpachtinghe daer van
gedaen, hebbende alsdan gedient
twee daeghen uytweysens sijne quittantie
daer van sijnde dus hier de
voorschreve somme van 8-0-0.
Item betaelt aen den selven sesse
guldens voor eenen wagen met twee peerden
bespannen ten dienste van desen
dorpe gelevert t hebben op den 19en ende
20sten november 1762 om naer
Brussel de bagagien te vervoeren van eene
commande der artillerie tot drije
guldens daeghs conforme de publique
verpachtinghe hebbende alsdan
gedient twee dagen dus hier bij sijne quittantie
6-0-0.
Item betaelt aan Jacobus Buelens de
somme van 6 guldens voor eenen wagen met
vier peerden bespannen gelevert te
hebben op den 21en ende 22en december 1762
om van deze stads naer de gene van
Lier te transporteren de...
Als protecteurs deser stads ende
desselfs district bij preallabel ordre ende kenisse
van mijne heeren wethouderen dien
aengaende aen den selven Meijer in Polliceij
Caemere gegeven. Dus bij bepartitie
ende quittantie de somme van...
(Generaele Waegenvrachten
onvolledig document van 1762)
1765 2 mei :
Marie-Louise Augustine de Robiano ontvangt van Jan Judocus De Trieu
en diens echtgenote Maria Magdalena
Dorothea De Fraye 4.000 gulden tegen een
jaarlijkse rente van 160 gulden of 4% bij preciese betaling verlaagd tot 140 g.
Of
3 g. 10 st. Bepand op een hoeve met
huizing, schuur, stalling en andere edificiën,
boomgaard, mestput met het
aanliggend land onder Leest ; nog op 12 bunder 45
roeden land onder Leest en Heffen
en op 1 dagwand land het Beplant Plaatsken.
Ze geeft procuratie aan Frans
Walravens.
(Zegels van Andreas Jozef Otté,
Rombout Van den Male) (MS)
1772 Tijdens de
regering van Keizerin Maria Theresia (onder de Oostenrijkse
Habsburgers) werd in 1772 een
ordonnantie uitgevaardigd waarbij de verplichting
werd opgelegd meer intensief aan de
landbouw te werken en in het bijzonder de
braakliggende gronden en heiden te
ontginnen.
Dit kwam onze landbouwbevolking
zeer ten goede, niet in het minst in de
omgeving van Mechelen. Ook Leest zou er wel mee varen.
In die tijd immers is
men in onze streken begonnen met de
uitgebreide teelt van de aardappelen.
De aardappel, thans onmisbaar
volksvoedsel, was toen weliswaar in Europa al een
hele tijd bekend, (in 1580 werden
voor het eerst twee struikjes aardappelen in de
tuin van Pitsemburg te Mechelen
geplant) doch verscheen slechts omstreeks 1740
in grote hoeveelheid op de markten
van Vlaanderen.
Dit gebeurde nog voor de Franse
agronoom Antoine Augustin Parmentier
(1737-1813) de kultuur van de
aardappelplant in Frankrijk zo populair maakte.
Het nieuwe, gezonde en goedkope
volksvoedsel kon op de dan ontgonnen
gronden overvloedig worden
gekweekt. Een nieuwe bron van welvaart was
ontdekt. (Hendrik Diddens in Gazet
van Mechelen Leest in de spiegel van het
verleden)
1773 Heerdoptelling
: de gemeente Leest telde 173 huisgezinnen, met 706
communicanten (d.i. personen boven
de leeftijd van 12 jaar, die dus hun eerste
communie hadden gedaan) en 271
niet-communicanten of kinderen beneden de
12 jaar.
In het totaal waren er dus 977
inwoners te Leest. (Hendrik Diddens Leest in de
spiegel van het verleden)
|