1798
- Op 4 november meldde commissaris Auger
:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mechelen blijft rustig, doch
verleden nacht, van 2 uur af, weerklonken volop de
stormklokken te Hombeek, Leest en
Heffen, het kanon bulderde herhaaldelijk en
geweren knalden.
Die dagen opereerden de brigands in
Bornem en Willebroek.
De Fransen rukten in de vroege
morgen met hun kanonnen van uit Mechelen
op
maar werden te Heffen aan de Zennebrug opgewacht door de voorposten
van Rollier. Na wat geschut brak de
weerstand. De plaatselijke smid werd
verplicht de ketens te breken en de
ophaalbrug werd neergelaten.
De legertrein met kanonnen en munitiewagens
kon nu verder om de dorpen
Tisselt, Blaasveld, Willebroek,
Bornem en St.-Amands te zuiveren.
Daar werd twee dagen zwaar
gevochten.
Op 6 november schreef Auger dat
zijn torenwacht meldde dat hij brand in
Bornem kon waarnemen en de gloed
duidelijk zichtbaar was.
De Brigands werden verpletterd.
Kort daarna lag de hoofdmacht van
de opstandelingen in de zuiderkempen in de
streek van Geel, onder leiding o.m.
van de boerengeneraal Van Gansen, evenals
bij Mechelen en in het Hageland.
Op 12 november viel Diest in hun
handen, doch ook hier moesten de Boeren
weldra voor de overmacht wijken en
werden zij verdreven naar de Limburgse
Kempen.
Op 4 december 1798 maakten zij zich
meester van Hasselt doch bezweken daags
onder het artillerievuur van het
Franse leger.
Na het neerslaan van de Boerenkrijg
verscherpten de Fransen de repressie tegen
de
tegenstanders van het nieuwe regime : deportatie van niet-beëdigde
priesters
(in het departement van de Twee
Neten waren er slechts 10% die de vereiste eed
hadden afgelegd), strenge
toepassing van de wet op de conscriptie, zwaardere
belastingen enz.
De toestand zou voor de inwoners
van de Verenigde Departementen slechts
verbeteren na de staatsgreep van
generaal Bonaparte op 18 en 19 brumaire jaar
VIII (9-10 november 1799) met de
oprichting van het Consulaat en de invoering
van de grondwet van het jaar VIII.
Aan het hoofd van de departementen
zouden de vroegere beheerders vervangen
worden door prefecten die alleen
aan de Eerste Consul rekenschap verschuldigd
waren. Onder hen stonden de
onderprefecten voor de arrondissementen en de
maires voor de steden en de dorpen.
(Leest : Van der Hulst, De Maeyer,
Moeremans)
Deze ambtenaren zouden ook nog
bijgestaan worden door rechtstreeks of
onrechtstreeks door de uitvoerende
macht benoemde raden van de prefecturen,
arrondissementen en
municipaliteiten.
De eerste prefect van het
departement van de Twee Neten was Charles Joseph
Fortune, markies d Herbouville,
een authentiek edelman stammende uit
een familie uit Normandië. Hij werd in 1805 vervangen door een
koningsmoordenaar, Charles Chochon
(die zijn weinig aantrekkelijke naam
onder het toevoegsel de l Apparent mocht verbergen).
In 1809 werd opnieuw een edelman
tot prefect benoemd in het departement van
de
Twee Neten : Marc Rene Marie de Voyer d Argenson.
Hij bleef deze post bekleden tot 12
maart toen hij vervangen werd door baron de
Savoye-Rollin die de laatste
prefect van de Twee Neten was.
In 1798 werden alle sterfgevallen
van de parochie Leest opgetekend door koster
J.F. Van Varenbergh. Dat blijkt uit
een quod attestor van pastoor De Heuck,
van 4 december 1800. Van dezes
vader noteerde de pastoor :
1801, 19 meert, sterfdag van
Judocus Van Varenbergh, geboortig van Dieghem;
sterft in den gezegenden ouderdom
van 85 jaar en 10 maand. Tijdens 36 jaar,
3 maand en 14 dagen was hij hier
koster geweest; zijn vrouwe Ann. Ther. Petron.
Elias, dochter van den vorigen
koster Franc. Elias, stierf op 26 februari 1808, oud
zijnde 82 jaar, 3 maand en 15
dagen.
Koster Van Varenbergh solemniter
sepultus est per custodem humbecanum in
cemeterio, werd plechtig begraven
door den koster van Humbeek op het
kerkhof. (Simon De Heuck, pastoor
te Leest Dr.J.Muyldrmans)
1798
26 november : Bij arrest van de 6de frimaire van het jaar VII (26
november 1798)
genomen te Parijs door het Directoire exécutif van het Ministère de la Police
générale de la République,
werd bevolen om de personen op te sporen die deel
hadden genomen aan de gewapende
samenscholingen te Tisselt, Kapelle-op-den-
Bos en Ramsdonk, met de opdracht
hen voor dit Directoire te leiden.
De lijst omvatte 85 namen. Enkelen
onder hen hadden banden met Leest :
-Bulens Ferdinand,46 jaar oud, woonachtig te Kapelle-op-den-Bos maar
geboren
te Leest en weduwnaar van Dorothea Dietens, stond vermeld op de
lijst van de
aan te houden personen.
Hij was een zoon van Petrus Joannes
Buelens en van Anna Maria Buelens.
-Huysmans Gillis (gedoopt
Kapelle-o/d-Bos 20/9/1774), landbouwer te Kapelle-
op-den-Bos was gehuwd met Joanne Buelens die geboren was te Leest op
20 mei 1775 als dochter van Petrus
Joannes Buelens en Anna Catharina Peeters.
Egidius Gillis Huysmans kwam
tweemaal voor in de lijst van de aan te houden
Personen.
-Jenné Jaak (gedoopt te
Kapelle-op-den-Bos 6/5/1772) was een zoon van
Philippus Jenné en Catharina Steps. Zijn vader Philippus hertrouwde op 67-jarige
leeftijd met Joanna Bal, een jongedochter van 50 jaar die geboren was te Leest
als dochter van Mathias Bal en Catharina Smedts.
Jaak Jenné werd
aangehouden op 6 december, overgebracht naar de Hallepoort te
Brussel waar hij werd opgesloten en
op 14 december gedeporteerd naar
Valenciennes.
-Muyldermans Joannes Baptista werd te Leest gedooopt op 25/1/1778 als zoon
van Jacobus Muyldermans (°Leest
1735 - +Leest 1787) en Joanna Van Den
Heuvel.
Hij was landbouwer en huwde te
Kapelle-op-den-Bos met Joanna Talboom
(°Leest 7/2/1785 - +Kapelle-op-den-Bos 2/10/1860).
Hij stond eveneens opgenomen in de
lijst van de aan te houden personen.
-Peeters Cornelis
(°Kapelle-op-den-Bos 3/1/1771), was dagloner en gehuwd met
Anna Maria Van Den Brande (°Leest
20/11/1784) dochter van Petrus en van
Joanna Maria Dietens eveneens
geboren te Leest.
Ook Cornelis Peeters stond op de lijst, werd aangehouden
en gedeporteerd naar
Valenciennes.
-Robyn Karel
(Carolus)(°Kapelle-op-den-Bos 7/10/1774), was gehuwd met
Elisabeth Van den Brande (°Leest
10/2/1775) dochter van Petrus Van den
Brande en van Joanna Maria Dietens.
De naam van Karel Robyn stond bij
de anderen.
-Troch Antoon (°1740) huwde te Leest op 15 mei 1764 met Anna Maria
Quackels (Quackeleers,
Quackelaer) (°Leest 21/9/1739) een
dochter van
Christianus Quackels en Petronilla
De Weerdt.
Antoon Troch was landbouwer en
woonde met zijn gezin aan het kanaal.
Hij overleed op 58jarige leeftijd
tijdens het gevecht aan het Brughuis te Kapelle-
op-den-Bos, tijdens de nacht van 3
op 4 november 1798.
(Francois Van Der Jeught, t
Ridderke nr.2 van 1998)
1799
In Willebroek werd de gesloten kerk in 1799 Le Temple de la Loi waar de
officiële plechtigheden als
huwelijken moesten plaats vinden. Op die manier
wilde men het ritueel vertoon van
de kerkelijke symboliek vervangen of
nabootsen maar een paar maand later
ging men terug over naar een zaal in het
gemeentehuis. (WDK,t Ridderke
nr.2,1998)
1799
Toen pastoor De Heuck op 3 januari 1798 uit zijn huis werd gezet, werd de
pastorij door de Franse staat
verhuurd aan Jan Frans Bulens, die toen agent was
van de gemeente, voor de huurprijs
van 85 Franse Livres of 45 gulden 3 stuiver
plaatselijk geld.
Veertien maanden later echter, in
maart 1799, werd de pastorij van Leest door de
Franse natie publiek te koop gesteld.
Ze werd verkocht voor een hoge prijs aan
een schijnkoper, een zekere De
Becker, de zoon van een dokter uit Boom, die de
prijs echter nooit betaalde, maar
die de pastorij opnieuw verkocht, ditmaal aan de
helft van de prijs, 800 gulden aan
Jan-Frans Jacques en Karel Bulens.
Die kochten de pastorij om ze te
vrijwaren.
De helft van deze nieuwe koopprijs
moesten ze onmiddellijk betalen, de andere
helft na 6 maanden.
Deze laatste kopers waren echter
lelijk bedrogen, want deze koop was ongeldig en
ze zagen hun geld nooit terug omdat
die De Becker ineens spoorloos verdwenen
was. De koop werd door de Fransen
nietig verklaard en op 24 februari 1801 werd
de pastorij opnieuw verhuurd, voor
de duur van drie jaar. Ditmaal aan Peter
Moeremans, adjunct van meier De
Maeyer Jacques en door Engel Van der Hulst.
Ze huurden de pastorij in naam van
de gemeente ten gebruike van de pastoor.
Op 17 april 1801 kon de pastoor van
Leest terug in zijn pastorij. (DB-1981)
1799
Op 24 september 1799 celebreerde Simon De Heuck, klandestien, de uitvaartmis
Reacties op bericht (0)
|